BRIDGE DE VEEDIEVEN ra-n Kanariepiet. EEN WEKELIJKSCHE RUBRIEK. umuider courant WOENSDAG 14 SEPTEMBER 1932 Levende Kolibri's in Artis. Iets buitengewoons voor een dierentuin („L'émeraucle, Ie rubis, la topaze, brillent sur ses habits"). B u f f on. dagen arriveerde te LTmuiden, onder ^fï^ladaer ondergebracht zijn in een nezer - van een oppasser van Artis, een aan- ;n ig vattend verblijf in het middengedeelte van r:11°»nAe Kolibri's uit Berlijn, die sedert jdag ondergebracht zijn in eer ^iTaTvoor hen ingericht, vele bloemen be- 5peci^ uiüf in Kot: iT.p.p1+.p vor vogelhuis. Het is voor het eerst, dat deze het ril f vv-i m-lriiro o tt/I I (To on Irl.oinn s kele 'andere dierentuinen ree'n of enkele wei- terstukken der natuur hier in Artis le- 111(3aanwezig zijn en ook elders waren tot toe slechts bij hooge i/itzondering, in en- cohoone als merkwaardige en kleine even 00 F,, A T„ st to iff levende kolibri's te zien. Wanneer men deze levende vogeltjes voor Teerst aanschouwt, dan weet men niet, B „rover zich het meest te verwonderen: IJS hun kleinheid, de teerheid van snavel nootjes, over de prachtig fonkelende weer- e|ihnkleuren waardoor de diertjes vliegen- iuweelen gelijken, of over de wijze, waar- met uiterst snel trillende vleugeltjes, -n 7) met UJ.UCi.5U ÖUUl .iuusuwjvu, .eïl pijlstaartvlinder voor een bloem, b.v. een Phlox staan en hun zuigtong in de bloe den brengen. Artis 'bezit op het oogenblik enkele verte- Woordigers van een viertal soorten. Een f f de kleinste dezer vier soorten behoorend «emplaar weegt 3 gram. Te Berlijn heeft men'nagegaan, dat een bepaalde vertegen woordiger van een dezer kolibri-soorten 3000 vleugelslagen in de minuut maakte, d.w.z. SO vleugelslagen in de séconde! Het behoeft geen verwondering te wekken, dat bij dieren, die pijlsnel kunnen vliegen en ai0 in de lucht kunnen stilstaan als zweef- vliéffên of pijlstaartvlinders, die deelen van het "skelet- én van het spierstelsel, die bij het vliegen een belangrijke rol spelen, buitenge woon sterk ontwikkeld zijn, ja. naar verhou- ■inff sterker ontwikeld dan bij eeïiigen an déren vogelvorm. Het borstbeen is relatief zeer groot, met een zeer hoogen kam, waar aan de enorm sterk ontwikkelde borstspieren bevestigd zijn. Bovendien is het borstbeen door een kogelgewricht met het ravenbeks- sleutelbeen verbonden. Hierdoor kan de li chaamsruimte bij het in- en uitademen zeer belangrijk en snel resp. vergroot en verkleind worden. Ook het hart van de kolibri's is zeer groot en heeft een zeer krachtigen en dikken spier- wand. Het hart neemt zelfs de helft van de geheele ruimte der lichaamsholte in. 6 De bouw van de tong doet denken aan dien van de tong der spechten. Zij is zeer lang en slank en kan zeer ver uitgestoken worden. In tegenstelling met de tong der spechten is het voorste gedeelte van de tong der kolibri's evenwel in tweeën gedeeld, waarbij elke helft overlangs opgerold is en zoodoende een zuig- buis vormt. De beide snavelhelften zijn aan jen binnenkant diep uitgehold, de boven- I snavel grijpt 0111 den ondersnavel heen en j vormt met deze te zamen een buis, waar omen de tong, in rust, gelegen is. De stofwisseling der Kolibri's is uiterst le vendig- In 24 uur kan een kolibri tweemaal zijn eigen lichaamsgewicht aan voedsel op nemen. Op het oogenblik zijn reeds meer dan 600 verschillende vormen van kolibri's beschre ven. Deze leven alle in Amerika. Enkele soorten komen in het Noorden voor tot in Labrador, andere in het zuiden tot op Vuur land. De meeste soorten trefit men echter aan in de 'tropische en subtropische gedeel ten van Zuid- en Centraal Amerika. Vooral Mexico as buitengewoon rij k aan kolibri- soorten. Voorts vindt men ze zoowel in het laagland als hoogeer op in het gebergte, enkele soorten tot onmiddellijk onder de sneeuwgrens d.w.z. tot op 4000 a 5000 M. hoogte. Buiten Amerika komen kolibri's niet voor De z.g. honingvogels of honimgzuigers van Afrika. Azië en Australië, die een zekere overeenkomst in levenswijze met de kolibri's vertoonen, zijn niet met hen verwant. Zij behooren tot. de orde der echte zangvogels, terwijl de kolibri's nauw verwant zijn met de gier-zwaluwen en evenals laatstgenoem de vogels tezamen met scharrelaars, ijs vogels neushoornvogels, hoppen, uilen, gei tenmelkers. toekans, spechten, e.d. tot de orde der Scharrelaarvogels gerekend, moeten worden. Vroeger heeft men gemeend, dat kolibri's uitsluitend van bJoemenhoning leefden tegenwoordig weet men echter, dat zij zich behalve met de honing der bloemen, ook met kleine insecten voeden, die zij of in de vlucht vangen of, met trillende vleugels in de lucht stilstaande, uit bloemen, schors- spleten e.d. halen. Het is langzamerhand gelukt een voor treffelijke voedingsoplossing voor de dieren samen te stellen, welke zij uit een (aan het deze voedingsoplossing bevattend füesch- je aangebracht) glazen (buisje opzuigen, waarbij de lange tong in het buisje gebracht wordt. Deze voedingsoplossing bevat bijen honing. gecondenseerde melk, MelLins Food. Liebig's vieeschextract, gewone rietsuiker en eenmaal per week een weinig Norit, 'tl geheel aangemengd met wat water. Ook wordt ge regeld een aantal zeer kleine vliegjes (bana- nenvliegjes) in het met uiterst fijn koper gaas afgesloten verblijf der kolibri's ge bracht, welke vliegjes de vogeltjes vangen en opeten. Een buitengewoon fraai en levendig schouwspel is het, wanneer de kolibri's in Artis zich als het ware baden op de bloe men, speciaal op de roode Canna's, nadat deze met een fijne bloemenspuit met lauw water nat gespoten zijn. Dat de verzorging van deze aan een zeer bijzondere levenswijze aangepaste, zeer kleine en teere dieren uitermate veel zorg •vereischt, zal niemand verwonderen. Een boven het verblijf der dieren aangebrachte zonlicht!aanp doet voor hen den dag duren van des morgens 6 tot des avonds 10 uur. <jBij het uitdraaien van het licht des avonds moeten allerlei voorzorgen genomen wer den: dit moet ml. geschieden zóó, dat elk dier tevoren een goede zitplaats op een voor de groote fijnheid der pootjes, zee-r dun zit- stokje gevonden heeft. Hoort men na het uitdraaien van het licht weer fladderen, dan moet wederom licht gemaakt worden, waar bij een electrische zaklantaarn dienst doet. Op deze wijze duurt het „naar bed bren gen" der kolibri's soms een half uur. Wij kunnen niet met, genoeg nadruk zeg gen. dat het een zeer bijzondere ondervin ding is, levende kolibri's te kunnen gade slaan. GEMENGDE BERICHTEN UIT BINNEN- EN BUITENLAND. REACTIE OP HUTCHINSON'S WAAGHALZERIJ. VERBOD VAN ONNUTTE OCEAAN- VLUCHTEN? NEW YORK, 13 Sept. (Reuter) Volgens de New York News is het zeer waarschijnlijk dat de Vereenigde Staten het initiatief zullen nemen voor de onderhandelingen om te ko men tot een internationaal verbod van Trans Oceanische vliegtochten voor personen, die klaarblijkelijk slechts belust zijn op roem. POOLSCHE STAD HALF VERBRAND. TWEEDUIZEND MENSCHEN DAKLOOS. WARSCHAU. 13 Sept. (Reuter). De Pool- sche stad Kolno te zuiden van de Oost- Pruisische stad Johannisburg gelegen, is gisteren door brand geteisterd. De vlammen grepen snel om zich heen en het blusschingswerk werd bemoeilijkt door gebrek aan water, zoodat ongeveer de halve stad in asch werd gelegd. Meer dan 2000 personen zijn dakloos. LOEBE IN DE VORWAERTS REDACTIE. BER.LIJN, 13 Sept. (Wolffbureau)De „Vor- waerts" deelt mede, dat de vroegere voorzit ter van den Rijksdag, Loebe, heden tot de Redactie van de „Vorwaerts" is toegetreden. NIEUWE TREINPLITNDERINGEN IN MANDSJOERIJE. PEKING, 13 September (Reuter). Het spoorwegverkeer in Noord-Mandsjoerije is eehee] gedesorganiseerd door de invallen der bandieten. Sedert den gisteren gemelden aanval op een trein hebben de roovers twee treinen doen ontsporen, aangevallen en ge plunderd. In beide gevallen werd een aantal reizigers gedood, gewond en meegevoerd, waaronder eenige Russen. De eerste trein werd aangevallen ten Zuiden van Harbin, de andere ten Noorden van deze stad. De ban dieten zijn verspreid over het geheele dis trict Dewychang, waar verscheidene personen zijn opgelicht en voor een losprijs worden gevangen gehouden. (Te Haarlem is een vereeniging opgericht ter bevordering der kanarieteelt.) Zang in onze droeve wereld Zoo vol zorg en angst en spoed, In ons ademlooze leven, Gaat het met den zang niet goed. Ik bewonder menig zangkoor, Solozanger, -zangeres. Die de schoone zangkunst plegen Met veel liefde en succes. Doch waar wordt er nog gezongen, Levenslustig en spontaan. Wie gaat zingend langs de straten, Waar wordt zingend werk gedaan? Kindren willen nog wel zingen Prettig zorgeloos en blij, Soms misschien met valsche tonen, Maar van valsche schaamte vrij, Ach nietwaar, wij groote menschen Zijn gedesillusioneerd, Is het werkelijk een wonder, Dat het zingen is verleerd? Neen, het heeft misschien een reden, Maar wie mist het daarom niet, Laten wij een voorbeeld nemen Aan den vriend kanariepiet. Zwakker dan wij menschen vindt hij, Desondanks het leven mooi, Hij weet zelfs spontaan te zingen, Opgesloten in een kooi. P. GASUS. FRANSCH ANTWOORD STELT NIET TEVREDEN. Duitschland overweegt wat te doen staat. UIT DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE TREDEN? BERLIJN, 13 Sept. (Wolffbureau). De Fransche nota van antwoord inzake gelijk gerechtigdheid geeft uitdrukking aan den wensch van de regeering te Berlijn om van meening t.e wisselen over den Duitschen eisch ran bewapeningspariteit. De Duitsche regeering beroept zich er op, dat het verloop van de ontwapeningsconfe rentie mogelijk zonder resultaat zal blijven. Die meening is voorbarig en niet gerecht vaardigd, wanneer men het reeds tot stand gebrachte naar waarde weet te schatten. De Fransche regeering is zich er van be wust alles gedaan te hebben, wat in haar macht lag om een geregelden voortgang van het werk der conferentie mogelijk te maken- Zij heeft de bespreking van haar eisch voor veiligheid op den achtergrond laten schuiven, zij heeft zich er mede vereenigd dat de be studeering van dien eisch werd uitgesteld tot dat de bestudeering van Duitschland's eisch naar gelijkgerechtigdheid afgeloopen zou zijn. Zij heeft voorts in het Fransche parlement een voorstel ingediend de militaire uitgaven te verminderen met een milliard en 500 mil- lioen francs, hetgeen door toedoen van die zelfde regeering door het parlement ook is aangenomen. Deze vermindering van. uitgaven is gelijk aan het jaarlijksc.he bedrag aan herstelbe talingen dat Frankrijk heeft opgegeven. De opvatting van de Fransche regeerin over de taak van de ontwapeningsconferentie' blijft dezelfde. Zij steunt op art. 8 van het convenant. Gestreefd moet worden niet naar partieele ontwapening doch naar algemeene ontwapening. Wanneer de Duitsche regeering vasthoudt aan haar eisch zou zij niet alleen een door haar zelf onderteekend verdrag schenden maar ook toekomstige verwezen lijking van een algemeene ontwapening on mogelijk maken. De Duitsche regeerïng gaat van de gedach te uit, dat zij het recht aan haar zijde hee'ft. Daarmede is de Fransche regeering het in het geheel niet eens. Duitschland zegt, dat het veiligheid eischt Dat doet Frankrijk ook hetgeen nog eens herhaald is in de Fransche nota ter ontwapeningsconferentie op 22 Jul' jl. Frankrijk houdt daaraan vast en wenscht geen nieuwe voorrechten. Duitschland wenscht die blijkbaar wel. De rijksweermi- nister heeft dat eenige malen gezegd. Het is niet te doen om een reorganisatie het gaat om een vermeerdering van bewape ning voor Duitschland, dat eischt: vliegtui gen, onderzeebooten, tanks, wat niet al. Hier is geen twijfel mogelijk. Een betreu renswaardig gevolg hiervan zou ook zijn, dat de bewapeningswedloop weer gaat be'ginnen. En dat is iets dat niet alleen Frankrijk, maai de heele wereld aangaat. Frankrijk kan het dus niet op zich nemen op een dergelijk pro bleem alleen antwoord te geven. In Berlijnsche politieke kringen is men van SPORT EN SPEL. door M. W. ETTY LEAL. Ecarteeren, Onder écarteeren verstaat men bij Bridge het wegwerpen van de best misbare kaarten, wanneer men niet wil of kan troeven, wan neer men bij Sans niet meer in de gevraagde kleur kan bekennen. Dat ecarteeren is een groote kunst en lang niet zoo eenvoudig als het wel lijikt, het is een der grootste struikel blokken bij bridge en als men de verkeerde kaart wegdoet, kan dat soms niet alleen hon derden strafpunten, maar ook manche of robber schelen. Bij het écarteeren van kaarten komen di verse conventies op het tapijt en al zijn er vele tegenstanders van- die conventies, zooals ons uit correspondentie is gebleken, zij zijn bij Bridge, zooals het thans wordt gespeeld nu eenmaal onmisbaar. Vooral de conven ties bij écarteeren- zijn zóó doorzichtig en al gemeen bekend, dat zij geen unfaire handi cap be teekenen, vooral waar beide partijen die conventies kennen en toepassen. Speelt men b.v. op een kleur eerst een hooge en dan een lage kaart bij, dan beteekent dit: na de tweede baart heb ik in die kleur renonce. Bij Sans is dikwijls de conventie van toepas sing welke men in het Engelsch noemt: ..Discarding from weakness", dus als men in een kleur zwak staat en men heeft in de gevraagde kleur renonce dan werpt men uit die zwakke kleur kaarten weg en de partner maar ook de teggenpartij) weet dano in die kleur heeft de betrokkene niets in te brengen. Het is duidelijk dat zulk een „dis carding from weakness" dikwijls aan die te genpartij net die aanwijzing geeft die zij noodig heeft om te weten hoe zij in zekere kleur moet snijden. Daarom zijn de experts het over dat ecarteeren natuurlijk niet eens. Whitehead zegt o.a.: Als O-W gedwongen worden om kaarten te ecarteeren op een kleur waarin zij renonce hebben, welke door N-Z wordt afgespeeld, doen zij het best om hun zwakste kleuren op te ruimen. Houdt dus nie_t angstvallig vast aan een Boer vierde of Vrouw derde om die gedekt te houden, waardoor gij uw positie in de andere kleuren verraadt en zoo aan N-Z de manche cadeau geeft. Elke wenk die O-W aan elkaar geven, wordt door N-Z eveneens begrepen, men zij dus voor zichtig. Manning Foster zegt: Er zijn voor het ecarteeren geen vaste re gels te geven. Men late zijn gezond verstand* werken; in het eene geval zal men een Boer vierde of een 10 vijfde moeten aanhouden, wat in een ander geval een grenzelooze domheid zou blijken. Dikwijls is het éénmaal toonen van zwakte (discard from weakness) een goede politiek, daar de partner dan weet dat hij uit die kleur moet blijven als hij aan slag zou komen. Laat gij bij écarteeren in zekere kleur een hooge vallen, dan is dat voor uw partner een invite om daarin uit te ko men. Zoowel bij Sans als bij kleurenspel is eerst hoog, dan laag een invite om in die kleur uit te komen; in het eerste geval duidt het op kracht, in het weede op komende renonce. Bij Sans is dit erg gevaarlijk en. daarom kan men beter in andere kleuren, kleintjes wegwerpen, waardoor de partner als hij goed „bij" is de conclusie trekt dat hij niet in die kleuren moet komen, maar in de kleur waarin niet ge-écarteerd werd. Is hij een snugger mensen, dan begrijpt hij die .noodsignalen" wel! Wat nu inlichtingen voor snijden aan te genpartij aangaat, diene dit voorbeeld. Als 0 heeft twee kleine Ruiten en N ligt Rui ten A. B, 5, 2 en Z ziet dat O twee kleine rui ten écarteert (dikwijls is het écarteeren van 1 al genoeg), dan leidt hij daaruit af dat de H of V, die hij mist bij W moet zijn. Houdt O echter zijn Ruiten aan, dan verkeert hij in het onzekere. Foster besluit zijn wen ken met: 1. Tracht met écarteeren uw partner zoo veel mogelijk van dienst te zijn. 2. Kunt gij dat niet, voorkom dan zooveel mogelijk hem in de war te sturen. 3. Tracht dan uw tegenpartij op een dwaalspoor te brengen, door z.g. ..false-car- ding", waarover wij het later wel eens zul len hebben. meening, dat dit Fransche antwoord niet ge schikt is 0111 de verdere behandeling van de kwestie der gelijkgerechtigdheid te bevorde ren. De Fransche uiteenzettingen zijn weliswaar in verzoenenden toon gehouden, en Duitsch land's recht op veiligheid wordt ook erkend, doch de wijze waarop met dezen eisch Teke ning gehouden zal worden, schijnt op zuiver juridischen grondslag te berusten, dus in den vorm van een verdrag tot uiting te worden gebracht. Het rijkskabinet is het nog niet eens met zijn verdere houding. Mocht echter blijken, dat Duitschland door deze Fransche nota niet verder aan de ontwapeningsconferentie kan deelnemen, dan zal de aangekondigde consequentie getrokken worden. Ook dan echter zal Duitschland de werk zaamheden der conferentie met groote be langstelling gadeslaan, daar Duitschland's doel is de werkelijke ontwapening. LONDEN, 13 Sept. (Reuter). De corres pondent van de Times te Rome meldt, dat de Fransche nota van antwoord zorgvuldig is bekeken. De Italiaansche regeering kan hier echter geen officieele meening publiceeren. Te Rome wordt echter reeds rekening ge houden met de mogelijkheid, dat Duitsch land aan de komende zitting van de ontwa peningsconferentie niet zal deelnemen en zelfs tot uittreding uit den Volkenbond zal overgaan.. VEERPONT OMGESLAGEN IN JAPAN. VIER EN TWINTIG WERKLIEDEN VERDRONKEN. TOKIO, 13 Sept. (Reuter). Vierentwintig werklieden van het marine-arsenaal te Kue zijn verdronken bij het omslaan van een veerpont, waarmede een honderdtal men schen werd vervoerd. Het omslaan is veroorzaakt doordat een aantal vrouwen plotseling naar één zijde van de boot liep op het oogenblik, dat deze zich in de deining van een ander schip be vond. Julius röntgen overleden. UTRECHT, 13 September. Hedennacht is Ln den ouderdom van 77 jaar in het Diaconessen-ziekenhuis te Utrecht, waar hij een operatie heeft ondergaan, overleden de bekende musicus Dr. Julius Röntgen. Julius Röntgen werd op 9 Mei 1855 te Leipzig geboren. Zijn opleiding voor piano kreeg hij van Louis Piaidy en Carl Reinecke, voor compositie bij MorLz Hauptmann, E. F. Richter en Franz Lachner. Hij was leeraar aan de muziekschool van Toonkunst te Am sterdam en was mede-oprichter van het Conservatorium aldaar. Hier was hij hoofd leeraar voor piano en later directeur. Later werd hij benoemd tot directeur van „Excelsior", van de Maatschappij tot- be vordering der Toonkunst en Felix Meritós. Hij was lid van de Staatscommissie voor Toonkunst. DE „VEENDAM" AANGEKOMEN ROTTERDAM, 13 Sept. (V.D.) Vanmor gen half negen meerde het s.s. „Veendam" van de Holland-Amerika Lijn aan de Wilhel- minakade te Rotterdam. Ordemaatregelen behoefde de politie niet te nemen. Heden middag is het personeel afgemonsterd. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 13 September. Bevallen 9 September: M. v. d. Rietv. d. Putten, d.: M. C. PeraboBrinkman, d.; 10 September:A. Hooglandde Bak, d.; J. Albrecht—Walgien, z.; 11 September- G. M. Buijs—de Boed, z.; J. C. van Elk—Giltay. z.; A. H. Campfens—Fischer, d.; W. A. van BergenBakker,; M. M. v. d. KroftSmeets, d.; W. C. P. Wijngaarden—Snoek, z.; A. M. Nulkes—Langelaan, z.; 12 September: J. v. d. VeldeKuilder, z. Overleden 9 September: J. N. Julsing, 76 j., Jansstraat; 10 September: G. v. d. Wijden Veenings, 68, j„ Saenredamstraat; H. Kramer 86 j„ Frans Halsstraat; 11 September: G. A. J. Meijer, 16 j., Kruisweg; N. KristSpreij, 23 j., Rijnstraat; A. A„ 8 j„ d. v. II. Quivooij, A. de Jongestraat; C. M. Struben—de Groot, 49 j., Van Hogendorpstraat. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 2) „Twee revolvers", hoonde een man, die bij de deur der herberg stond. „Ik vraag mij af, waarvoor hij die twee revolvers draagt?" De schutter hoorde het en keerde zich naar den man, naar den man, die gesproken had, terwijl zijn lippen zich spottend vertrokken. „ft geloof niet, om er iets mee te schieten" hij zich tot den man wendende die ge sproken had. Verscheidene mannen lachten. De lange man, die tevoren reeds zijn belangstelling had getoond, hief een hand op en maakte hier mee een eind aan verdere opmerkingen. ..Het aanbod van honderd dollars voor.der. ®an, die dat schieten kan verbeteren, is nog altijd van kracht", verklaarde hij. „En ik hef een voorwaarde op. De man, die een po- Stog waagt, behoeft niet uit Dry Bottom te ten!"Ben vr€€mdeling is niet buitengeslo- Weer ontmoette de blik van den. vreemde- hng dien van den schutter. Deze laatste grinnikte boosaardig. Toen sprak de ruiter. °e menigte luisterde beleefd naar hem. -ft geloof dat jelui denkt, dat je een aar dig schot hebt gezien", zei hij met vaste, Kalme stem, die niet de minste verwaandheid ^ried. „Maar ik zeg, dat het heelemaal geen wit schieten is geweest." Hij wendde zich tot den langen man met het ernstige gelaat. „Ik bezit geen honderd dollars", zei hij, „maar ik zal je wat laten zien". Hij zat nog altijd in. het zadel. Maar nu sprong hij, met een lichte beweging, van zijn paard en bond dit aan de heining vast. HOOFDSTUK H. De vreemdeling schiet. Toen de vreemdeling op den grond stond, leek hij grooter dan in het zadel en zijn prachtige breede schouders en slank middel getuigden van kracht. Hij kon niet ouder zijn dan vijf of zes en twintig jaar. Toch verrie den zekere harde lijnen om zijn mond, de spottende gloed in zijn oogen, de opvallende vooruitgestoken kin, de onverklaarbare kracht, die van hem scheen uit te stralen, den toevalligen opmerker, dat hier een man stond, dien men niet te na moest komen. Maar de schutter zag blijkbaar deze teeke nen niet. De eerste blik dien deze beide mannen wisselden, miste reeds de gewone hartelijkheidF11 nu de ruiter zich van de pony liet glijden en naar het midden van de straat liep, krulden zich de lippen van den schutter. Langzaam kwamen de woorden er tusschen te voorschijn. „Je bent zeker een schaapherder, vreem deling?" De lippen van den ruiter glimlachten, maar zijn oogen waren strak en koud. Er glinster de koele spot in. Hij stond kalm zijn belee- diger aan te kijken. Een lachje vertoonde zich op verscheidene gezichten der toeschouwers. De lange man met het ernstige gelaat keek met critischen blik toe. De beleediging was met opzet uit gesproken en menigeen kromp ineen, beducht voor ernstige gevolgen. Maar de vreemde ling tastte niet naar zijn revolvers en toen hij antwoordde, leek het, of hij een praatje maakte over het weer, zoo gewoon was zijn stem. „Je schijnt te denken, dat je een knappe kerel bent", zij hij kalm. „Maar als dit zoo is, dan heb je het toch niet erg getoond met die wijze opmerking van je. En er zijn mannen, die het interessanter vinden, om op een man te schieten, dan op een blik." Nu was er een grimmige toon in zijn stem. Hij stond lichtvoorovergebogen, met koele, waakzame oogen. De schutter trok een spot tend gezicht. Weer lachte het publiek. Maar nu trad de lange man naar voren. „Je hebt nu genoeg geschertst vreemdeling", zei hij kalm. „Mij dunkt, dat je nu eens moest toonen, wat je kunt". „Juist" stemde de vreemdeling toe. „Ik zal je eens laten zien wat echt schieten is. Heb je nog een bus?" Een der mannen ging den Zilveren Dollar binnen en kwam oogenblikkelijk met 'n ander tomatemblik terug. De vreemdeling nam het aan, verwijderde het etiquet, evenals de schutter gedaan had. Toen ging hij, glim lachend, midden op de straat staan, met het blik in zijn rechterhand. Hij trok zijn wapen niet, zooals de schutter gedaan had, maar stond onverschillig op zijn plaats, ter wijl hij het blik in zijn rechterhand hield en de iinker werkeloos langs zijn zijde hing. Hij was blijkbaar niet van plan om te schie ten. Spottend vertrokken zich de gezichten van verscheidene mannen in de menigte. De schutter bromde. „Opschepper". Flikkerend steeg het blik een twintig voet de lucht in, omhoog geworpen door de rech terhand van den vreemdeling. Toen het blik niet verder steeg, ging de rechterhand van den vreemdeling omlaag en greep de kolf van het wapen, dat op zijn rechterheup hing. Het wapen glinsterde toen het te voorschijn kwam de toeschouwers slaakten een zucht van verbazing. Het blik werd tegengehouden, nadat het een voet gedaald was, door den schok van den eersten kogel, die het trof. Het sprong omhoog en opzij en begon weer te dalen, om doodstil in de lucht te blijven hangen, toen het aoor een anderen kogel ge troffen werd. Er ontstond een oneindig kleine pauze, toen trilde en sprong het weer tweemaal. Niemand kon betwijfelen, of de kogels werkelijk doel troffen. De bus was nog tien voet hoog in de lucht en rechtuit voor den vreemdeling. Deze laat ste strekte zijn wapen, de kogel trof het blik en dreef dit twintig voet op zij. Toen viel het Maar toen het nog vijf voet van den grond verwijderd was, knalde het pistool van den vreemdeling weer. Het ding maakte een sprong, vloog opzij en viel vormeloos op de straat, op dertig voet van afstand van de vreemdeling. Verscheidene mannen sprongen toe, om 't te onderzoeken. „Zes maal!" schreeuwde de lange man, op een toon van ontzag. „En hij trok zijn revol ver pas, toen hij het blik omhoog gewor pen had!" Hij naderde den vreemdeling en trok hem vertrouwelijk terzijde. De menigte verspreid de zich langzaam, terwijl zij luide verkon digde hoe bedreven de vreemdeling was met zijn revolver. Deze laatste aanvaardde onverschillig deze hulde, met een spottend glimlachje op zijn gelaat. „Ik zoek iemand, die schieten kan" zei de lange man, toen de laatste toeschouwer weer verdwenen was in de herberg. De vreemdeling glimlachte. „Mij dunkt, dat je daar net hebt zien schieten", ant woordde hij. De lange man lachte stuursch. „Kan het je veel schelen, waarop je schiet?" vroeg hij. De mond van den vreemdeling kreeg een koelen, harden trek. „Tot nog toe wel" antwoordde hij kalm. „Moeilijk bestaan?" vroeg de lange man. „Ik baad in overvloed", verklaarde de vreemdeling met een ironischen grijns. De oogen van den langen man glinsterden. „Waar kom je vandaan?" vroeg hij. „Je mag driemaal raden", antwoordde de vreemdeling, terwijl zijn oogen spottend dichtgeknepen werden, zooals de lange man reeds eenmaal had zien gebeuren. De lange man sloeg een verzoenenden toon. aan. „Ik wil me niet met jou zaken be moeien", zei hij. „Ik wilde alleen maar weten, of iemand hier uit de buurt je kent." „Deze stad vormde geen comité van ont vangst om mij te begroeten, is het wél?" lachte de vreemdeling. „Precies", zei de lange man. Hij boog zich dichter tot hem over. „Wil je je revolvers in mijn dienst gebruiken voor honderd dollars per maand?" De vreemdeling keek den langen man strak aan. „Je bent heel handig in het vragen stel len", zei hij. „Misschien wil je er ook wel een paar beantwoorden. Hoe heet je?" „Stafford", antwoordde de lange man. .,Ik bezit de Two Diamond, ginds aan de Ute De wimpers van den vreemdeling kuipten even. Zijn oogen werden een weinig dicht geknepen. „Waarvoor heb je een revolver- schutter noodig?" vroeg hij. „Veedieven", antwoordde de ander kortaf. De vreemdeling glimlachte. „Je wilt ze la ten neerschieten?" vroeg hij. Stafford aarzelde. „Och neen", ant woordde hij. „Dat wil ik niet zeggen, niet voor ik zeker weet, dat ik de rechte te pakken heb." Hij greep den vreemdeling vertrouwelijk bij den arm. „Zie je", legde hij uit, „ik weet eigenlijk niet. waaraan ik mij te houden heb. Er is een veedief aan het werk geweest onder het vee en ik heb er tot nog toe niet achter kunnen komen, wie het is. Maar dat stelen moet ophouden. 'Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3