BRIDGE
DE VEEDIEVEN
ra-n
Kanariepiet.
EEN WEKELIJKSCHE RUBRIEK.
umuider courant
WOENSDAG 14 SEPTEMBER 1932
Levende Kolibri's in Artis.
Iets
buitengewoons voor een dierentuin
(„L'émeraucle, Ie rubis, la topaze,
brillent sur ses habits").
B u f f on.
dagen arriveerde te LTmuiden, onder
^fï^ladaer ondergebracht zijn in een
nezer -
van een oppasser van Artis, een aan-
;n
ig
vattend verblijf in het middengedeelte van
r:11°»nAe Kolibri's uit Berlijn, die sedert
jdag ondergebracht zijn in eer
^iTaTvoor hen ingericht, vele bloemen be-
5peci^
uiüf in Kot: iT.p.p1+.p vor
vogelhuis. Het is voor het eerst, dat deze
het ril f vv-i m-lriiro o tt/I I (To on Irl.oinn
s
kele 'andere dierentuinen ree'n of enkele wei-
terstukken der natuur hier in Artis le-
111(3aanwezig zijn en ook elders waren tot
toe slechts bij hooge i/itzondering, in en-
cohoone als merkwaardige en kleine
even 00 F,, A T„
st
to
iff levende kolibri's te zien.
Wanneer men deze levende vogeltjes voor
Teerst aanschouwt, dan weet men niet,
B „rover zich het meest te verwonderen:
IJS hun kleinheid, de teerheid van snavel
nootjes, over de prachtig fonkelende weer-
e|ihnkleuren waardoor de diertjes vliegen-
iuweelen gelijken, of over de wijze, waar-
met uiterst snel trillende vleugeltjes,
-n 7) met UJ.UCi.5U ÖUUl .iuusuwjvu,
.eïl pijlstaartvlinder voor een bloem, b.v.
een Phlox staan en hun zuigtong in de bloe
den brengen.
Artis 'bezit op het oogenblik enkele verte-
Woordigers van een viertal soorten. Een
f f de kleinste dezer vier soorten behoorend
«emplaar weegt 3 gram. Te Berlijn heeft
men'nagegaan, dat een bepaalde vertegen
woordiger van een dezer kolibri-soorten 3000
vleugelslagen in de minuut maakte, d.w.z.
SO vleugelslagen in de séconde!
Het behoeft geen verwondering te wekken,
dat bij dieren, die pijlsnel kunnen vliegen en
ai0 in de lucht kunnen stilstaan als zweef-
vliéffên of pijlstaartvlinders, die deelen van
het "skelet- én van het spierstelsel, die bij het
vliegen een belangrijke rol spelen, buitenge
woon sterk ontwikkeld zijn, ja. naar verhou-
■inff sterker ontwikeld dan bij eeïiigen an
déren vogelvorm. Het borstbeen is relatief
zeer groot, met een zeer hoogen kam, waar
aan de enorm sterk ontwikkelde borstspieren
bevestigd zijn. Bovendien is het borstbeen
door een kogelgewricht met het ravenbeks-
sleutelbeen verbonden. Hierdoor kan de li
chaamsruimte bij het in- en uitademen zeer
belangrijk en snel resp. vergroot en verkleind
worden.
Ook het hart van de kolibri's is zeer groot
en heeft een zeer krachtigen en dikken spier-
wand. Het hart neemt zelfs de helft van de
geheele ruimte der lichaamsholte in.
6 De bouw van de tong doet denken aan dien
van de tong der spechten. Zij is zeer lang en
slank en kan zeer ver uitgestoken worden. In
tegenstelling met de tong der spechten is het
voorste gedeelte van de tong der kolibri's
evenwel in tweeën gedeeld, waarbij elke helft
overlangs opgerold is en zoodoende een zuig-
buis vormt. De beide snavelhelften zijn aan
jen binnenkant diep uitgehold, de boven-
I snavel grijpt 0111 den ondersnavel heen en
j vormt met deze te zamen een buis, waar
omen de tong, in rust, gelegen is.
De stofwisseling der Kolibri's is uiterst le
vendig- In 24 uur kan een kolibri tweemaal
zijn eigen lichaamsgewicht aan voedsel op
nemen.
Op het oogenblik zijn reeds meer dan 600
verschillende vormen van kolibri's beschre
ven. Deze leven alle in Amerika. Enkele
soorten komen in het Noorden voor tot in
Labrador, andere in het zuiden tot op Vuur
land. De meeste soorten trefit men echter
aan in de 'tropische en subtropische gedeel
ten van Zuid- en Centraal Amerika. Vooral
Mexico as buitengewoon rij k aan kolibri-
soorten. Voorts vindt men ze zoowel in het
laagland als hoogeer op in het gebergte,
enkele soorten tot onmiddellijk onder de
sneeuwgrens d.w.z. tot op 4000 a 5000 M.
hoogte.
Buiten Amerika komen kolibri's niet voor
De z.g. honingvogels of honimgzuigers van
Afrika. Azië en Australië, die een zekere
overeenkomst in levenswijze met de kolibri's
vertoonen, zijn niet met hen verwant. Zij
behooren tot. de orde der echte zangvogels,
terwijl de kolibri's nauw verwant zijn met
de gier-zwaluwen en evenals laatstgenoem
de vogels tezamen met scharrelaars, ijs
vogels neushoornvogels, hoppen, uilen, gei
tenmelkers. toekans, spechten, e.d. tot de
orde der Scharrelaarvogels gerekend, moeten
worden.
Vroeger heeft men gemeend, dat kolibri's
uitsluitend van bJoemenhoning leefden
tegenwoordig weet men echter, dat zij zich
behalve met de honing der bloemen, ook
met kleine insecten voeden, die zij of in de
vlucht vangen of, met trillende vleugels in
de lucht stilstaande, uit bloemen, schors-
spleten e.d. halen.
Het is langzamerhand gelukt een voor
treffelijke voedingsoplossing voor de dieren
samen te stellen, welke zij uit een (aan
het deze voedingsoplossing bevattend füesch-
je aangebracht) glazen (buisje opzuigen,
waarbij de lange tong in het buisje gebracht
wordt. Deze voedingsoplossing bevat bijen
honing. gecondenseerde melk, MelLins Food.
Liebig's vieeschextract, gewone rietsuiker en
eenmaal per week een weinig Norit, 'tl geheel
aangemengd met wat water. Ook wordt ge
regeld een aantal zeer kleine vliegjes (bana-
nenvliegjes) in het met uiterst fijn koper
gaas afgesloten verblijf der kolibri's ge
bracht, welke vliegjes de vogeltjes vangen en
opeten.
Een buitengewoon fraai en levendig
schouwspel is het, wanneer de kolibri's in
Artis zich als het ware baden op de bloe
men, speciaal op de roode Canna's, nadat
deze met een fijne bloemenspuit met lauw
water nat gespoten zijn.
Dat de verzorging van deze aan een zeer
bijzondere levenswijze aangepaste, zeer
kleine en teere dieren uitermate veel zorg
•vereischt, zal niemand verwonderen. Een
boven het verblijf der dieren aangebrachte
zonlicht!aanp doet voor hen den dag duren
van des morgens 6 tot des avonds 10 uur.
<jBij het uitdraaien van het licht des avonds
moeten allerlei voorzorgen genomen wer
den: dit moet ml. geschieden zóó, dat elk
dier tevoren een goede zitplaats op een voor
de groote fijnheid der pootjes, zee-r dun zit-
stokje gevonden heeft. Hoort men na het
uitdraaien van het licht weer fladderen, dan
moet wederom licht gemaakt worden, waar
bij een electrische zaklantaarn dienst doet.
Op deze wijze duurt het „naar bed bren
gen" der kolibri's soms een half uur.
Wij kunnen niet met, genoeg nadruk zeg
gen. dat het een zeer bijzondere ondervin
ding is, levende kolibri's te kunnen gade
slaan.
GEMENGDE BERICHTEN UIT
BINNEN- EN BUITENLAND.
REACTIE OP HUTCHINSON'S
WAAGHALZERIJ.
VERBOD VAN ONNUTTE OCEAAN-
VLUCHTEN?
NEW YORK, 13 Sept. (Reuter) Volgens
de New York News is het zeer waarschijnlijk
dat de Vereenigde Staten het initiatief zullen
nemen voor de onderhandelingen om te ko
men tot een internationaal verbod van Trans
Oceanische vliegtochten voor personen, die
klaarblijkelijk slechts belust zijn op roem.
POOLSCHE STAD HALF
VERBRAND.
TWEEDUIZEND MENSCHEN DAKLOOS.
WARSCHAU. 13 Sept. (Reuter). De Pool-
sche stad Kolno te zuiden van de Oost-
Pruisische stad Johannisburg gelegen, is
gisteren door brand geteisterd.
De vlammen grepen snel om zich heen en
het blusschingswerk werd bemoeilijkt door
gebrek aan water, zoodat ongeveer de halve
stad in asch werd gelegd.
Meer dan 2000 personen zijn dakloos.
LOEBE IN DE VORWAERTS REDACTIE.
BER.LIJN, 13 Sept. (Wolffbureau)De „Vor-
waerts" deelt mede, dat de vroegere voorzit
ter van den Rijksdag, Loebe, heden tot de
Redactie van de „Vorwaerts" is toegetreden.
NIEUWE TREINPLITNDERINGEN IN
MANDSJOERIJE.
PEKING, 13 September (Reuter). Het
spoorwegverkeer in Noord-Mandsjoerije is
eehee] gedesorganiseerd door de invallen der
bandieten. Sedert den gisteren gemelden
aanval op een trein hebben de roovers twee
treinen doen ontsporen, aangevallen en ge
plunderd. In beide gevallen werd een aantal
reizigers gedood, gewond en meegevoerd,
waaronder eenige Russen. De eerste trein
werd aangevallen ten Zuiden van Harbin, de
andere ten Noorden van deze stad. De ban
dieten zijn verspreid over het geheele dis
trict Dewychang, waar verscheidene personen
zijn opgelicht en voor een losprijs worden
gevangen gehouden.
(Te Haarlem is een vereeniging
opgericht ter bevordering der
kanarieteelt.)
Zang in onze droeve wereld
Zoo vol zorg en angst en spoed,
In ons ademlooze leven,
Gaat het met den zang niet goed.
Ik bewonder menig zangkoor,
Solozanger, -zangeres.
Die de schoone zangkunst plegen
Met veel liefde en succes.
Doch waar wordt er nog gezongen,
Levenslustig en spontaan.
Wie gaat zingend langs de straten,
Waar wordt zingend werk gedaan?
Kindren willen nog wel zingen
Prettig zorgeloos en blij,
Soms misschien met valsche tonen,
Maar van valsche schaamte vrij,
Ach nietwaar, wij groote menschen
Zijn gedesillusioneerd,
Is het werkelijk een wonder,
Dat het zingen is verleerd?
Neen, het heeft misschien een reden,
Maar wie mist het daarom niet,
Laten wij een voorbeeld nemen
Aan den vriend kanariepiet.
Zwakker dan wij menschen vindt hij,
Desondanks het leven mooi,
Hij weet zelfs spontaan te zingen,
Opgesloten in een kooi.
P. GASUS.
FRANSCH ANTWOORD STELT
NIET TEVREDEN.
Duitschland overweegt wat te
doen staat.
UIT DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE
TREDEN?
BERLIJN, 13 Sept. (Wolffbureau). De
Fransche nota van antwoord inzake gelijk
gerechtigdheid geeft uitdrukking aan den
wensch van de regeering te Berlijn om van
meening t.e wisselen over den Duitschen eisch
ran bewapeningspariteit.
De Duitsche regeering beroept zich er op,
dat het verloop van de ontwapeningsconfe
rentie mogelijk zonder resultaat zal blijven.
Die meening is voorbarig en niet gerecht
vaardigd, wanneer men het reeds tot stand
gebrachte naar waarde weet te schatten.
De Fransche regeering is zich er van be
wust alles gedaan te hebben, wat in haar
macht lag om een geregelden voortgang van
het werk der conferentie mogelijk te maken-
Zij heeft de bespreking van haar eisch voor
veiligheid op den achtergrond laten schuiven,
zij heeft zich er mede vereenigd dat de be
studeering van dien eisch werd uitgesteld tot
dat de bestudeering van Duitschland's eisch
naar gelijkgerechtigdheid afgeloopen zou
zijn.
Zij heeft voorts in het Fransche parlement
een voorstel ingediend de militaire uitgaven
te verminderen met een milliard en 500 mil-
lioen francs, hetgeen door toedoen van die
zelfde regeering door het parlement ook is
aangenomen.
Deze vermindering van. uitgaven is gelijk
aan het jaarlijksc.he bedrag aan herstelbe
talingen dat Frankrijk heeft opgegeven.
De opvatting van de Fransche regeerin
over de taak van de ontwapeningsconferentie'
blijft dezelfde. Zij steunt op art. 8 van het
convenant. Gestreefd moet worden niet naar
partieele ontwapening doch naar algemeene
ontwapening. Wanneer de Duitsche regeering
vasthoudt aan haar eisch zou zij niet alleen
een door haar zelf onderteekend verdrag
schenden maar ook toekomstige verwezen
lijking van een algemeene ontwapening on
mogelijk maken.
De Duitsche regeerïng gaat van de gedach
te uit, dat zij het recht aan haar zijde hee'ft.
Daarmede is de Fransche regeering het in
het geheel niet eens. Duitschland zegt, dat
het veiligheid eischt Dat doet Frankrijk ook
hetgeen nog eens herhaald is in de Fransche
nota ter ontwapeningsconferentie op 22 Jul'
jl. Frankrijk houdt daaraan vast en wenscht
geen nieuwe voorrechten. Duitschland
wenscht die blijkbaar wel. De rijksweermi-
nister heeft dat eenige malen gezegd.
Het is niet te doen om een reorganisatie
het gaat om een vermeerdering van bewape
ning voor Duitschland, dat eischt: vliegtui
gen, onderzeebooten, tanks, wat niet al.
Hier is geen twijfel mogelijk. Een betreu
renswaardig gevolg hiervan zou ook zijn, dat
de bewapeningswedloop weer gaat be'ginnen.
En dat is iets dat niet alleen Frankrijk, maai
de heele wereld aangaat. Frankrijk kan het
dus niet op zich nemen op een dergelijk pro
bleem alleen antwoord te geven.
In Berlijnsche politieke kringen is men van
SPORT EN SPEL.
door M. W. ETTY LEAL.
Ecarteeren,
Onder écarteeren verstaat men bij Bridge
het wegwerpen van de best misbare kaarten,
wanneer men niet wil of kan troeven, wan
neer men bij Sans niet meer in de gevraagde
kleur kan bekennen. Dat ecarteeren is een
groote kunst en lang niet zoo eenvoudig als
het wel lijikt, het is een der grootste struikel
blokken bij bridge en als men de verkeerde
kaart wegdoet, kan dat soms niet alleen hon
derden strafpunten, maar ook manche of
robber schelen.
Bij het écarteeren van kaarten komen di
verse conventies op het tapijt en al zijn er
vele tegenstanders van- die conventies, zooals
ons uit correspondentie is gebleken, zij zijn
bij Bridge, zooals het thans wordt gespeeld
nu eenmaal onmisbaar. Vooral de conven
ties bij écarteeren- zijn zóó doorzichtig en al
gemeen bekend, dat zij geen unfaire handi
cap be teekenen, vooral waar beide partijen
die conventies kennen en toepassen. Speelt
men b.v. op een kleur eerst een hooge en dan
een lage kaart bij, dan beteekent dit: na de
tweede baart heb ik in die kleur renonce.
Bij Sans is dikwijls de conventie van toepas
sing welke men in het Engelsch noemt:
..Discarding from weakness", dus als men
in een kleur zwak staat en men heeft in
de gevraagde kleur renonce dan werpt men
uit die zwakke kleur kaarten weg en de
partner maar ook de teggenpartij) weet dano
in die kleur heeft de betrokkene niets in te
brengen. Het is duidelijk dat zulk een „dis
carding from weakness" dikwijls aan die te
genpartij net die aanwijzing geeft die zij
noodig heeft om te weten hoe zij in zekere
kleur moet snijden. Daarom zijn de experts
het over dat ecarteeren natuurlijk niet eens.
Whitehead zegt o.a.:
Als O-W gedwongen worden om kaarten te
ecarteeren op een kleur waarin zij renonce
hebben, welke door N-Z wordt afgespeeld,
doen zij het best om hun zwakste kleuren
op te ruimen. Houdt dus nie_t angstvallig
vast aan een Boer vierde of Vrouw derde
om die gedekt te houden, waardoor gij uw
positie in de andere kleuren verraadt en
zoo aan N-Z de manche cadeau geeft. Elke
wenk die O-W aan elkaar geven, wordt door
N-Z eveneens begrepen, men zij dus voor
zichtig.
Manning Foster zegt:
Er zijn voor het ecarteeren geen vaste re
gels te geven.
Men late zijn gezond verstand* werken; in
het eene geval zal men een Boer vierde of
een 10 vijfde moeten aanhouden, wat in een
ander geval een grenzelooze domheid zou
blijken. Dikwijls is het éénmaal toonen van
zwakte (discard from weakness) een goede
politiek, daar de partner dan weet dat hij
uit die kleur moet blijven als hij aan slag
zou komen. Laat gij bij écarteeren in zekere
kleur een hooge vallen, dan is dat voor
uw partner een invite om daarin uit te ko
men. Zoowel bij Sans als bij kleurenspel is
eerst hoog, dan laag een invite om in die
kleur uit te komen; in het eerste geval duidt
het op kracht, in het weede op komende
renonce. Bij Sans is dit erg gevaarlijk en.
daarom kan men beter in andere kleuren,
kleintjes wegwerpen, waardoor de partner
als hij goed „bij" is de conclusie trekt dat
hij niet in die kleuren moet komen, maar in
de kleur waarin niet ge-écarteerd werd. Is
hij een snugger mensen, dan begrijpt hij die
.noodsignalen" wel!
Wat nu inlichtingen voor snijden aan te
genpartij aangaat, diene dit voorbeeld. Als
0 heeft twee kleine Ruiten en N ligt Rui
ten A. B, 5, 2 en Z ziet dat O twee kleine rui
ten écarteert (dikwijls is het écarteeren van
1 al genoeg), dan leidt hij daaruit af dat de
H of V, die hij mist bij W moet zijn. Houdt
O echter zijn Ruiten aan, dan verkeert
hij in het onzekere. Foster besluit zijn wen
ken met:
1. Tracht met écarteeren uw partner zoo
veel mogelijk van dienst te zijn.
2. Kunt gij dat niet, voorkom dan zooveel
mogelijk hem in de war te sturen.
3. Tracht dan uw tegenpartij op een
dwaalspoor te brengen, door z.g. ..false-car-
ding", waarover wij het later wel eens zul
len hebben.
meening, dat dit Fransche antwoord niet ge
schikt is 0111 de verdere behandeling van de
kwestie der gelijkgerechtigdheid te bevorde
ren.
De Fransche uiteenzettingen zijn weliswaar
in verzoenenden toon gehouden, en Duitsch
land's recht op veiligheid wordt ook erkend,
doch de wijze waarop met dezen eisch Teke
ning gehouden zal worden, schijnt op zuiver
juridischen grondslag te berusten, dus in den
vorm van een verdrag tot uiting te worden
gebracht.
Het rijkskabinet is het nog niet eens met
zijn verdere houding. Mocht echter blijken,
dat Duitschland door deze Fransche nota
niet verder aan de ontwapeningsconferentie
kan deelnemen, dan zal de aangekondigde
consequentie getrokken worden.
Ook dan echter zal Duitschland de werk
zaamheden der conferentie met groote be
langstelling gadeslaan, daar Duitschland's
doel is de werkelijke ontwapening.
LONDEN, 13 Sept. (Reuter). De corres
pondent van de Times te Rome meldt, dat
de Fransche nota van antwoord zorgvuldig
is bekeken.
De Italiaansche regeering kan hier echter
geen officieele meening publiceeren.
Te Rome wordt echter reeds rekening ge
houden met de mogelijkheid, dat Duitsch
land aan de komende zitting van de ontwa
peningsconferentie niet zal deelnemen en
zelfs tot uittreding uit den Volkenbond zal
overgaan..
VEERPONT OMGESLAGEN IN
JAPAN.
VIER EN TWINTIG WERKLIEDEN
VERDRONKEN.
TOKIO, 13 Sept. (Reuter). Vierentwintig
werklieden van het marine-arsenaal te Kue
zijn verdronken bij het omslaan van een
veerpont, waarmede een honderdtal men
schen werd vervoerd.
Het omslaan is veroorzaakt doordat een
aantal vrouwen plotseling naar één zijde
van de boot liep op het oogenblik, dat deze
zich in de deining van een ander schip be
vond.
Julius röntgen overleden.
UTRECHT, 13 September. Hedennacht
is Ln den ouderdom van 77 jaar in het
Diaconessen-ziekenhuis te Utrecht, waar hij
een operatie heeft ondergaan, overleden de
bekende musicus Dr. Julius Röntgen.
Julius Röntgen werd op 9 Mei 1855 te
Leipzig geboren. Zijn opleiding voor piano
kreeg hij van Louis Piaidy en Carl Reinecke,
voor compositie bij MorLz Hauptmann, E. F.
Richter en Franz Lachner. Hij was leeraar
aan de muziekschool van Toonkunst te Am
sterdam en was mede-oprichter van het
Conservatorium aldaar. Hier was hij hoofd
leeraar voor piano en later directeur.
Later werd hij benoemd tot directeur van
„Excelsior", van de Maatschappij tot- be
vordering der Toonkunst en Felix Meritós.
Hij was lid van de Staatscommissie voor
Toonkunst.
DE „VEENDAM" AANGEKOMEN
ROTTERDAM, 13 Sept. (V.D.) Vanmor
gen half negen meerde het s.s. „Veendam"
van de Holland-Amerika Lijn aan de Wilhel-
minakade te Rotterdam. Ordemaatregelen
behoefde de politie niet te nemen. Heden
middag is het personeel afgemonsterd.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 13 September.
Bevallen 9 September: M. v. d. Rietv. d.
Putten, d.: M. C. PeraboBrinkman, d.;
10 September:A. Hooglandde Bak, d.; J.
Albrecht—Walgien, z.; 11 September- G. M.
Buijs—de Boed, z.; J. C. van Elk—Giltay. z.;
A. H. Campfens—Fischer, d.; W. A. van
BergenBakker,; M. M. v. d. KroftSmeets,
d.; W. C. P. Wijngaarden—Snoek, z.; A. M.
Nulkes—Langelaan, z.; 12 September: J. v.
d. VeldeKuilder, z.
Overleden 9 September: J. N. Julsing, 76 j.,
Jansstraat; 10 September: G. v. d. Wijden
Veenings, 68, j„ Saenredamstraat; H. Kramer
86 j„ Frans Halsstraat; 11 September: G. A.
J. Meijer, 16 j., Kruisweg; N. KristSpreij, 23
j., Rijnstraat; A. A„ 8 j„ d. v. II. Quivooij,
A. de Jongestraat; C. M. Struben—de Groot,
49 j., Van Hogendorpstraat.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
2)
„Twee revolvers", hoonde een man, die bij
de deur der herberg stond. „Ik vraag mij af,
waarvoor hij die twee revolvers draagt?"
De schutter hoorde het en keerde zich
naar den man,
naar den man, die gesproken had, terwijl
zijn lippen zich spottend vertrokken.
„ft geloof niet, om er iets mee te schieten"
hij zich tot den man wendende die ge
sproken had.
Verscheidene mannen lachten. De lange
man, die tevoren reeds zijn belangstelling had
getoond, hief een hand op en maakte hier
mee een eind aan verdere opmerkingen.
..Het aanbod van honderd dollars voor.der.
®an, die dat schieten kan verbeteren, is nog
altijd van kracht", verklaarde hij. „En ik
hef een voorwaarde op. De man, die een po-
Stog waagt, behoeft niet uit Dry Bottom te
ten!"Ben vr€€mdeling is niet buitengeslo-
Weer ontmoette de blik van den. vreemde-
hng dien van den schutter. Deze laatste
grinnikte boosaardig. Toen sprak de ruiter.
°e menigte luisterde beleefd naar hem.
-ft geloof dat jelui denkt, dat je een aar
dig schot hebt gezien", zei hij met vaste,
Kalme stem, die niet de minste verwaandheid
^ried. „Maar ik zeg, dat het heelemaal geen
wit schieten is geweest." Hij wendde zich
tot den langen man met het ernstige gelaat.
„Ik bezit geen honderd dollars", zei hij,
„maar ik zal je wat laten zien".
Hij zat nog altijd in. het zadel. Maar nu
sprong hij, met een lichte beweging, van zijn
paard en bond dit aan de heining vast.
HOOFDSTUK H.
De vreemdeling schiet.
Toen de vreemdeling op den grond stond,
leek hij grooter dan in het zadel en zijn
prachtige breede schouders en slank middel
getuigden van kracht. Hij kon niet ouder zijn
dan vijf of zes en twintig jaar. Toch verrie
den zekere harde lijnen om zijn mond, de
spottende gloed in zijn oogen, de opvallende
vooruitgestoken kin, de onverklaarbare
kracht, die van hem scheen uit te stralen,
den toevalligen opmerker, dat hier een man
stond, dien men niet te na moest komen.
Maar de schutter zag blijkbaar deze teeke
nen niet. De eerste blik dien deze beide
mannen wisselden, miste reeds de gewone
hartelijkheidF11 nu de ruiter zich van de pony
liet glijden en naar het midden van de straat
liep, krulden zich de lippen van den schutter.
Langzaam kwamen de woorden er tusschen
te voorschijn.
„Je bent zeker een schaapherder, vreem
deling?"
De lippen van den ruiter glimlachten, maar
zijn oogen waren strak en koud. Er glinster
de koele spot in. Hij stond kalm zijn belee-
diger aan te kijken.
Een lachje vertoonde zich op verscheidene
gezichten der toeschouwers. De lange man
met het ernstige gelaat keek met critischen
blik toe. De beleediging was met opzet uit
gesproken en menigeen kromp ineen, beducht
voor ernstige gevolgen. Maar de vreemde
ling tastte niet naar zijn revolvers en toen
hij antwoordde, leek het, of hij een praatje
maakte over het weer, zoo gewoon was zijn
stem.
„Je schijnt te denken, dat je een knappe
kerel bent", zij hij kalm. „Maar als dit zoo
is, dan heb je het toch niet erg getoond
met die wijze opmerking van je. En er zijn
mannen, die het interessanter vinden, om op
een man te schieten, dan op een blik."
Nu was er een grimmige toon in zijn stem.
Hij stond lichtvoorovergebogen, met koele,
waakzame oogen. De schutter trok een spot
tend gezicht. Weer lachte het publiek. Maar
nu trad de lange man naar voren. „Je hebt
nu genoeg geschertst vreemdeling", zei hij
kalm. „Mij dunkt, dat je nu eens moest
toonen, wat je kunt".
„Juist" stemde de vreemdeling toe. „Ik zal
je eens laten zien wat echt schieten is. Heb
je nog een bus?"
Een der mannen ging den Zilveren Dollar
binnen en kwam oogenblikkelijk met 'n ander
tomatemblik terug. De vreemdeling nam het
aan, verwijderde het etiquet, evenals de
schutter gedaan had. Toen ging hij, glim
lachend, midden op de straat staan, met
het blik in zijn rechterhand. Hij trok zijn
wapen niet, zooals de schutter gedaan had,
maar stond onverschillig op zijn plaats, ter
wijl hij het blik in zijn rechterhand hield
en de iinker werkeloos langs zijn zijde hing.
Hij was blijkbaar niet van plan om te schie
ten.
Spottend vertrokken zich de gezichten van
verscheidene mannen in de menigte. De
schutter bromde. „Opschepper".
Flikkerend steeg het blik een twintig voet
de lucht in, omhoog geworpen door de rech
terhand van den vreemdeling. Toen het blik
niet verder steeg, ging de rechterhand van
den vreemdeling omlaag en greep de kolf
van het wapen, dat op zijn rechterheup hing.
Het wapen glinsterde toen het te voorschijn
kwam de toeschouwers slaakten een zucht
van verbazing. Het blik werd tegengehouden,
nadat het een voet gedaald was, door den
schok van den eersten kogel, die het trof.
Het sprong omhoog en opzij en begon weer
te dalen, om doodstil in de lucht te blijven
hangen, toen het aoor een anderen kogel ge
troffen werd. Er ontstond een oneindig
kleine pauze, toen trilde en sprong het weer
tweemaal.
Niemand kon betwijfelen, of de kogels
werkelijk doel troffen.
De bus was nog tien voet hoog in de lucht
en rechtuit voor den vreemdeling. Deze laat
ste strekte zijn wapen, de kogel trof het blik
en dreef dit twintig voet op zij. Toen viel het
Maar toen het nog vijf voet van den grond
verwijderd was, knalde het pistool van den
vreemdeling weer. Het ding maakte een
sprong, vloog opzij en viel vormeloos op de
straat, op dertig voet van afstand van de
vreemdeling.
Verscheidene mannen sprongen toe, om 't
te onderzoeken.
„Zes maal!" schreeuwde de lange man, op
een toon van ontzag. „En hij trok zijn revol
ver pas, toen hij het blik omhoog gewor
pen had!"
Hij naderde den vreemdeling en trok hem
vertrouwelijk terzijde. De menigte verspreid
de zich langzaam, terwijl zij luide verkon
digde hoe bedreven de vreemdeling was met
zijn revolver.
Deze laatste aanvaardde onverschillig deze
hulde, met een spottend glimlachje op zijn
gelaat.
„Ik zoek iemand, die schieten kan" zei de
lange man, toen de laatste toeschouwer
weer verdwenen was in de herberg.
De vreemdeling glimlachte. „Mij dunkt,
dat je daar net hebt zien schieten", ant
woordde hij.
De lange man lachte stuursch. „Kan het je
veel schelen, waarop je schiet?" vroeg hij.
De mond van den vreemdeling kreeg een
koelen, harden trek.
„Tot nog toe wel" antwoordde hij kalm.
„Moeilijk bestaan?" vroeg de lange man.
„Ik baad in overvloed", verklaarde de
vreemdeling met een ironischen grijns.
De oogen van den langen man glinsterden.
„Waar kom je vandaan?" vroeg hij.
„Je mag driemaal raden", antwoordde de
vreemdeling, terwijl zijn oogen spottend
dichtgeknepen werden, zooals de lange man
reeds eenmaal had zien gebeuren.
De lange man sloeg een verzoenenden
toon. aan. „Ik wil me niet met jou zaken be
moeien", zei hij. „Ik wilde alleen maar weten,
of iemand hier uit de buurt je kent."
„Deze stad vormde geen comité van ont
vangst om mij te begroeten, is het wél?"
lachte de vreemdeling.
„Precies", zei de lange man. Hij boog zich
dichter tot hem over. „Wil je je revolvers in
mijn dienst gebruiken voor honderd dollars
per maand?"
De vreemdeling keek den langen man strak
aan.
„Je bent heel handig in het vragen stel
len", zei hij. „Misschien wil je er ook wel
een paar beantwoorden. Hoe heet je?"
„Stafford", antwoordde de lange man. .,Ik
bezit de Two Diamond, ginds aan de Ute
De wimpers van den vreemdeling kuipten
even. Zijn oogen werden een weinig dicht
geknepen. „Waarvoor heb je een revolver-
schutter noodig?" vroeg hij.
„Veedieven", antwoordde de ander kortaf.
De vreemdeling glimlachte. „Je wilt ze la
ten neerschieten?" vroeg hij.
Stafford aarzelde. „Och neen", ant
woordde hij. „Dat wil ik niet zeggen, niet voor
ik zeker weet, dat ik de rechte te pakken
heb."
Hij greep den vreemdeling vertrouwelijk
bij den arm. „Zie je", legde hij uit, „ik weet
eigenlijk niet. waaraan ik mij te houden
heb. Er is een veedief aan het werk geweest
onder het vee en ik heb er tot nog toe niet
achter kunnen komen, wie het is. Maar dat
stelen moet ophouden.
'Wordt vervolgd).