reisbrieven uit rusland. DE VEEDIEVEN MOSKOU. Hervatting. |)MU!DER COURANT DINSDAG 20 SEPTEMBER 1932 Rusland heeft een strenge regeering noodig. liwadia, bij Jalta. Vroeger paleis van den Tsaarthans vacantie-oord voor arbeiders. Op het grensstation Negorolewo ondervon den wij een langzame maar keurige behande- finff Wie nieuwe of waardevolle voorwerpen Le'nam of geld, moest het aangeven. Van het geld kreeg ik een bon, met het oog op de terugreis. Van een medepassagier werden allerhan de nieuwe voorwerpen geconfisceerd. Mijn doos met 50 rolfilms was iets vreemds voor de vrouwelijke visiteuse maar mocht mee toen jt zeide dat het voor eigen gebruik was. In het visitatielokaal dat helder en ruim was, Jaren uitstekende beschilderingen, voorstel lende den landbouw en de industrie, de twee steunpilaren van de Russische welvaart. Zeer modern waren ze niet, ze deden denken aan dp beschildering in de Cantine van de Haar- lemsche kazerne, 't Was knap werk, waarvan ik aan een beambte van de G.P.E.O.E. vroeg een foto te mogen maken, wat mij beleefd maar beslist geweigerd werd. In de restauratie wachtten wij en kochten ansichten totdat wij. in den trein naar Mos kou'mochten plaats nemen. Feitelijk moest ik z€e»en: de trein naar Wladiwostok, 14.000 KM ver- aan andere eind van Siberië, want twee keer in de week loopt deze trein door Ik kwam in een vrij oude maar zinde lijke wagon. Ook de toiletten, hoewel minder din in den gloednieuwen Poolschen wagen, vielen niet tegen. Tegen den avond kreeg Iedere passagier een 'ligplaats, d.w.z. de zit bank kreeg een slaper en een tweede lig hts werd er boven uitgeklapt voor een jseeden slaper. Op deze wijze sliepen 4 per- aien in één coupé, éen Rus en twee Duit sers, welke laatsten als vakmenschen in jtusland werkten en van wie ik menige bij- vonderheid vernam. De ééne Duitscher klaag de erg dat van een mantelpak voor zijn vrouw een deel geconfisceerd was en nog veel meer „neues Zeng", de andere haalde triom fantelijk 3 prachtige polshorloges te voor schijn ,.Gliick gehabt". Deze laatste droeg het insigne van de K. JI. (Kommunistische Jeugd Internationale"). Een ander weer had vele paren schoenen, waarvan één paar notabene bestemd was voor een beambte van de G.P.O.E. De passagiers die het wilden konden voor 3 Roebel een dunne matras huren. De meesten maakten hiervan gebruik. Het lijkt duur. 3 Roebel voor de huur van een dergelijk voor werp als we de Roebel op haar nominale waarde van 1.25 rekenen. Dit wordt er op. de Staatsbank voor geëischt, maar alles en alles in aanmerking genomen is de waarde zeker niet hooger dan 20 cent. Maar ook dan is het leven nog vrij duur, zeker voor de inkomens hier die voor een jongen 30 Roebel in de maand bedragen, voor een „los werkman" pl.m. 100 Roebel, voor verschillende categoriën van vakmen schen 200—300 Roebel, voor een le klas vak man 500 Roebel en hooger Een Duitsche vrouw van een technicus die met vacantie terug ging naar Moskou gaf mij enkele prijzen op. Als er boter is krijgen man en vrouw bons voor 2 1/25 K.G. per maand, deze kost dan f 5.20 per K.G. In den vrijen handel echter 24—30 Roebel. Eieren op bons kosten 10 voor 1 Roebel, zonder bon 8 Roebel. Aardbeien kosten 5 Rbl per K.G., suiker steeg van 64 Kop. tot 1.30 Rbl. Een pak kost 80-100 Rbl. een hemd 3—4 Rbl. Verder zijn er speciale winkels voor vreemdelingen en bewoners, die in het bezit mochten zijn van vreemde valuta. Daar wordt de Roebel niet geaccepteerd en het daar ontvangen geld wordt gebruikt om in het buitenland machines te koopen. Tegen middernacht werden de gesprekken afgebroken en ik sliep uitstekend tot het be gon te schemeren. Daarna ging de trein tot een uur of 10 door uitgestrekte dennebos- schen in hoofdzaak grove den met berken, afgewisseld door ruim gebouwde dorpen met akkertjes zonnebloemen of mais. Deze wor den ook door de bevolking min of meer ge roosterd gegeten. Soms kwamen we aan een station waar tientallen menschen met veel bagage op een trein wachtten. In Rusland wordt de controle uitgeoefend aan de wagon. Wie alleen een kaartje heeft, kan er in als er plaats is, wie bovendien een „plaats- kaart", d.w.z. een besproken plaats heeft, behoeft zich niet te haasten want die krijjgt de plaats die met een nummer op zijn plaats bewijs aangeduid is. In. Moskou zocht ik naar den vertegenwoor diger van de Intourist, die mij met nog meer buitenlanders in een prachtige Lincoln gratis naar het Novo Moskovkaia (Nieuwe Hotel) reed. Het was voor dit ritje dat men den Italiaan, die niet met de Intourist reisde maar op eigen gelegenheid, 3 dollar vroeg voor een rit, die voor ons niet extra berekend werd. Wie naar Rusland reist als tourist, reist met de Russische Staats-Trust voor Touristenwezen, waartoe ook de hotels be- hooren. Men betaalt de heen- en terugreis tot Moskou en reist dan verder geheel op „abonnement" voor 5 dollar 12.50) per dag wat beslist goedkoop is. Het lijkt op het eer ste gezicht niet goedkoop. Maar wie in aan merking neemt dat daarvoor op zoo'n dag soms 5 tot 800 K.M. gereisd vvordt. Cs nachts) en met een wel niet snelle maar behoorlijke bediening en voorlichting, zal erkennen dat dit niet te duur is. Het heet wel dat men op deze wijze het slechte niet te zien krijgt. Nu lezers: het slechte is overal te zien! Gruwelijke zorge loosheid, roekeloos rijden, auto's die met on voldoende opgepompte banden rijden, ont zettende vervuiling op de toiletten van som mige hotels. En de Russen van nieuw Rus land erkennen dit alles. Ze zeggen wel in staat te zijn één eeuw over te slaan in de geschiedenis maar geen twee. Als ze den landbouw voorzien van machines weten ze vooruit dat 10(1) na eenigen tijd hersteld moet worden door onoordeelkundige behan deling. Een chauffeur die al zooveel weet van de behandeling van een auto als een gewone chauffeur in Holland is reeds lang arbeider in de le categorie op een fabriek. Juist daarom moeten we het bewonderen van de leiders dat ze met zulk onvolkomen men- schen-materiaal reeds zooveel bereikt heb ben. Ik zou echter over Moskou vertellen. De stad is ruim gebouwd, het verkeer geregeld met dezelfde verkeersteekens als op den Coolsingel in Rotterdam. Er zijn nog veel „Droschkes", open rijtuigjes met een klein paard, zooals vroeger en de auto's die er zijn, zijn taxi's, auto's van de Intourist of van de regeering. Ford en Lincoln ziet men het meeste, vele gloednieuw, een tegenstelling met de weliswaar mooi geverfde maar klop pende en rammelende oude Fordjes die in Warschau dienst deden. Het Fransche geld is daar in uniformen en legermateTiaal ge stoken. Rusland heeft natuurlijk ook een leger, het befaamde Roode leger. In Warschau zag ik strenge, vormelijke discipline. Als een officier op de tram stond, groetten de solda ten op de trottoirs. In Moskou zag ik ook troepen soldaten, in oude uniformen, gek heid makend met elkaar, waaruit bleek dat het Russische drilsysteem in het Roode Leger niet bestaat. Rusland voelt zich nog niet veilig, ondanks de grootere spoorbreedte van de rails, ondanks de uitgestrektheid van het land en ondanks zijn rijke hulpbronnen. Zoolang overig Europa nog tot de tanden ge wapend is, denkt Rusland niet aan algeheele ontwapening. Het leger is er trouwens lang zoo sterk niet, in verhouding tot het aantal inwoners, als dat van Frankrijk en Polen. Het wordt ook gebruikt als de Schupo in Duitschland. Bij groote werken staan schild wachten om wanordelijkheden of beschadi gen of fotografeéren op plaatsen waar dit niet mag, tegen te kunnen gaan. In de ste den heeft ieder een gasmasker. Een mili taire vliegdienst van beteekenis is er niet, maar de geest is zoo in Rusland dat bij een eventueelen oorlog dit land op zijn bevolking en leger kan rekenen in een mate als nooit te voren. En hoe zou dit*bij de tegenstanders zijn? Zooals ik zei: een prachtige Lincoln bracht ons naar het Novo Moskoskaia Otel dat vol was met touristen van alle nationaliteiten. Ik at er wat vreemd maar voldoende en be steedde den middag door in de eerste plaats een bezoek te brengen aan het graf van Lenin (spreek uit: Ljènin). Deze wordt alge meen beschouwd als de grondlegger van het tegenwoordige Rusland. Hij heeft het land door de drie allermoeilijkste jaren heen ge holpen, 19181921, jaren van hongersnood, ziekten en contra-revolutie. De stations wa ren hospitalen; de zieken lagen gewoon op rijen op den grond. Het Roode Leger, aan vankelijk onsamenhangend, slecht geschoeid en gekleed, slechts soms alleen met gasbui zen, zeisen of sikkels gewapend, had te strij den tegen ervaren generaals als Koltschak, Wrangen en Denikin met kleine maar goede legers. Maar de bevolking had te veel tegen zin tegen de toestanden van vroeger, beet onder de bezielende leiding van Lenin door den zuren appel heen en ziet nu ieder jaar vooruitgang, ook al blijkt die nog niet uit een ruimer en goedkooper levensmiddelen voorziening. Lenin was het die erop wees dat sociali satie niet- lukken zou zonder de machine. En wie nu de grootsche projecten in uitvoering weet, fabrieken, stuwdammen met opwek king van electrische kracht, collectieve boer derijen (Kolchoren) van 100 H.A., moet er kennen dat Lenin Rusland iets bijzonders gebracht heeft, dat het land over jaren op een niveau kan brengen dat niet ver meer af is van Duitschland of West-Europa en dan: zonder werkloosheid. Doch daar over later meer. Er stond op het plein, waar het graf van Lenin was, een queue van wel 600 a 700 men schen, doch mijn Intourist-Gidse, een leera- res in 't Duitsch, beduidde een soldaat dat ik vreemdeling was en als zoodanig voor in de queue mocht komen. En zoo behoorde ik tot de velen die Lenin gezien hebben, gebalsemd, in een glazen ruimte, beschenen door mat licht. De oogen gesloten, de handen gevou wen, de energieke mond iets toegeknepen met snor en puntbaardje, rossigblond en ge stoken in een eenvoudig uniform van het roode leger. We liepen om de glazen ruimten, stedelin gen en boeren, vrouwen, meisjes, jongens, soldaten en ieder was stil zoodat alleen het schuifelen van de voeten hoorbaar was. Op verschillende plaatsen stonden schildwach ten en soldaten spoorden aan tot. doorloopen in de gangen buiten de eigenlijke ruimte, waar de doode lag. Tenslotte was de aanblik meer een bevre diging van nieuwsgierigheid dan indrukwek kend. Velen kwamen opgewekt, pratend naar buiten. Sommigen lachten zelfs even. Het principe van de communistische leer hier brengt mee, geen nieuwe menschelijke af goden te scheppen Dat overal het portret van Lenin hangt eii hij soms als een heilige vereerd wordt, komt dunkt mij meer daaruit voort, dat. het publiek sterk behoefte daar aan heeft, nu de Tsaar er niet meer voor dienst kan doen. De omgeving van het Roode plein is ruim en met het Kremlin prachtig mooi. 't Is streng verboden er te fotografeeren om rede nen die niemand vertellen kan. Overal ste ken ronde torens de lucht ln, achter den muur met kanteelen. Ik maakte nog een straatscène meè, die vol gens kenners van het land typisch Russisch was. Een leege tram, die buiten dienst was. kon de helling en bocht tegen de Moskwa- brug niet halen. In een oogenblik vormden vele andere trams er een rij achter omdat die eveneens niet verder konden. Ik meende dat het aanbeveling verdiende zoo snel mogelijk, vóór deze rij onmogelijk lang zou worden, alles achteruit te laten rijden, zoodat de tram met een nieuwen aanloop er komen kon. Maar neen, de chef van de tram begon op de wagenvoerster te schelden, een politieagent liep zenuwachtig heen en weer, telkens iiet de wagenvoerster de wielen draaien, dat de vonken er af vlogen en de rails gepolijst wer den, maar het gaf ondanks zand, dat met de hand gestrooid werd, niets. Nadat de rij tot wel vijftig wagens was aangegroeid, besloot men pas alles iets achteruit te laten rijden en ging de onmachtige wagen rechtuit, dus niet de brug over, die hem te hoog was. Even later ging ik met een tram naar het Park Kultura, een volksDark waarover latei- meer. Op den heenweg behoefde ik niet te betalen, omdat de tram te vol was, op den terugweg betaalde ik 35 Kopeken De lezer begrijpt wel dat zoo'n gemoedelijk volkje dat alles heel gemakkelijk en wat Oos- tersch opneemt, wel een energieke regeering noodig heeft om de zaak weer in het rechte spoor te krijgen. Nog denzelfden avond vertrok ik met leden van het genootschap Nederland—Nieuw- Rusland, die eerder dan ik in Moskou aange komen waren, naar Charkov, waarover in een volgend artikel. C. SIPKES. POSTBUSRECHT. Het Bureau der Kamer van Koophandel stelt voor, aan het Hoofdbestuur P. T. T. overweging te geven, het postbusrecht- te verlagen, waardoor een zekere compensatie verkregen zou worden voor de bij de Poste ï-ijen ingevoerde verslechteringen als vermin dering van het aantal bestellingen, verkor ting der openstellingstijden van de kantoren enz. "t Rad der voetbalcompetitie Heeft alweer een slag gedraaid, En het vuur van enthousiasme Is voor 't eerst weer opgelaaid; Jt Strijdperk lag er gladgeschoren, Ongehavend keurig groen, En het zal weer omgeploegd zijn, Aan het eind van het seizoen. Duizend ballen zijn vol schrammen. Duizend schenen zijn weer blauw, Duizend madeliefjes stierven. Duizend kelen zijn weer rauw. Schoten hebben weer geklonken, Schutters hebben weer gefaald, Keepers hebben weder bailen Drpevig uit het net gehaald. Kansen wórden weer besproken, Calculaties weer gemaakt. Spelers worden weer geprezen, Andre spelers weer gelaakt. Vaders zijn op Zondagmiddag Weer verloren voor 't gezin, Moeders zeggen weder spijtig: Hè, wat zie je daar toch in. Penningmeesters kijken zuinig, Tellen hun ontvangsten na De ontvangers van gemeenten Krijgen duiten in de la. 't Kampioenschap lokt van verre, Elke club strijdt voor haar kans, 't Voetballet is weer begonnen Aan zijn grooten winterdans. DE ZITTING DER STATEN-GENERAAL GESLOTEN Zaterdag is de gewone zitting der Staten- Generaal op de gebruikelijke wijze in ver- eenigde vergadering der Kamers gesloten. In de korte sluitingsrede, die de minister van Binnenlandsche Zaken Jhr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck hield, herinnerde hij er aan dat onderscheidene regelingen de crisis be treffende, zijn tot stand gekomen. HAARLEMSCHE AUTO VERONGELUKT Aan den Strooweg te Den Helder is, naar wij in de Crt. vermeld vinden, de luxe-auto van den heer J. uit Haarlem bij het nemen van een bocht geslipt en in een berm over den kop geslagen. De inzittenden konden zich door de ramen redden en werden niet gewond. HET NEST DER NEUSHOORN- VOGELS. De in Afrika en Azië tihuisbehoorende neushoornvogels (Buceroditoe) hebben een broedigewoonte, die eenig is in het rijk der dieren. Slechts een zeer geoefend oog is in staat te ontdekken, waar deze vogels hun nest hebben. Want de plaats van het nest wordt in den tijd van het broeden slechts aangeduid door een klein gaatje, hoog boven op een stam van een boom, dat zeker niet de aandacht zou trekken wanneer niét van tijd tot tijd het mannetje kwam, om wat voedsel in de opening te steken. Het voede ren der jongen en de moeder geschiedt in den geheelen broedtijd alleen door het man netje, omdat het wijfje, zoodra het met het broeden begint, zic-b diep in het inwendige van den boomstan terugtrekt en eerst weer te voorschijn komt wanneer de jongen in staat zijn te vliegen. Bij het begin van deze vrijwillige gevan genis wordt de opening van het nest, op een klein gaatje na, dichtgemetseld en nu blijft het wijfje vaak langer dan tien weken in dit kleine hol. volledig afgesneden van de buitenwereld, alleen zorgende voor haar jongen. Het schijnt, dat gedurende dien tijd het wijfje ruit. Zoodra de jongen kunnen vliegen, hakt het wijfje de opening weer verder open en laat het den jongen over, die intusschen dik geworden zijn: het nest te verlaten. Overigens weet men nog v 'rag van de levensgewoonten van deze z~me dieren. Het is tot nu toe onbekend. en wanneer de jonge vogels het vliegen leeren en hoe zij hun weg in de vrije natuur weten te vinden. BURGERLIJKE STAND Hel Roode Plein te Moskou. Rechts het Kremlin. ONTSLAG BIJ DE HAARL. MACHINE FABRIEK Naar wij vernemen heeft, nadat onlangs een groot werk was afgeloopen, de directie van de Haarl. Machinefabriek zich gedwon gen gezien, een gedeelte van het personeel te ontslaan. Komt er nieuw werk, dan is er waarschijnlijk weer aanleiding om arbeids krachten aan te stellen. HAARLEM, 19 September. M. E. ten Cate J. M. Hartman Bevallen 16 September: Oud, d.; 17 September: Vader, z. Overleden 16 September: J. C v. d. Ham Swaanswijk, 77 j„ Oranjeboomstraat; M. H. de DroogKales, 92 j., Hagestraat. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 7) „Ik geloof, dat u uw zaak verstaat, me vrouw", zei hij, nadat hij haar een paar mi nuten had aangekeken. „En ik ben blij, dat dit het geval is. De meeste vrouwen zouden zich nog al van streek gemaakt hebben over een slangenbeet." „Wel," antwoordde zij, zonder op te kijken, ®aar een weinig verlegen, wat zich openbaar de in een lichten blos, „ik geloof werkelijk, dat ik een beetje opgewonden was voor namelijk toen je naar de veranda- kwam ge reden." Zij dacht aan zijn woorden, hoe hij, toen hij haar verwijtend aankeek, gezegd had, dat zij „een duivelsche slang" was en de blos werd sterker en verspreidde zich over baar gelaat. Dit had hij natuurlijk niet ge iten en zou hij ook nooit weten, maar deze woorden hadden haar vannacht meermalen doen glimlachen. „U toonde het toch niet erg," merkte hij °P. „U moet u dadelijk weer beheerscht heb ben. Sommige vrouwen zouden geheel haar toofd kwijt zijn geweest. Zij zouden niet in staat zijn geweest, om iets te doen." Haar lippen trokken zich, maar zij schonk no? al haar aandacht aan haar naaiwerk en luisterde vriendelijk belangstellend naar zijn woorden. „Er is heelemaal geen reden, om zich druk te maken over een slangenbeet. Ter ete, wanneer zij tijdig behandeld wordt. lil dit geval belette het tourniquet het gif, om diep in je lichaam door te dringen. Wan neer je daar niet aan gedacht had, zou je een leelijke dobber gehad hebben." „Dat koord om mijn been zou mij niet veel geholpen hebben, mevrouw, wanneer ik niet toevallig bij uw huis was gekomen. Ik weet niet, dat ik ooit met meer pleizier iemand gezien heb." Zij glimlachte raadselachtig, waarbij haar wimpers licht bewogen. Maar zij gaf geen antwoord. Tot den middag bleef zij naaien en hij lag lui achterover in zijn stoel, nu eens naar haar, dan weer naar het land rondom hem kijkende. Zij praatten heel weinig. Eens toen hij langen tijd naar haar had liggen kijken, sloeg zij plotseling haar oogen op en keek hem aan. Beide glimlachten, maar hij zag, hoe een blos naar haar wangen steeg. Om twaalf uur stond zij op en ging het huisje binnen. Even later riep zij hem en zei. dat het middageten klaar was. Hij waschte zich in de tinnen kom, die op de bank even buiten de deur stond, ging naar binnen en zette zich aan de tafel, waar hij met smaak at. Na het eten zag hij haar een tijdlang niet en daar hij moe werd in zijn stoel, maakte hij 'n kort wandelingetje naar de rivier. Toen hij terugkwam, zat zij op de veranda en keek hem met een verlegen glimlachje aan. „Je zult morgen weer zoo vlug zijn als ge woonlijk," zei ze. „Ik voel me nu ook niet bepaald lui," ant woordde hij. terwijl hij verrassend snel zijn stoel bereikte. „Mij dunkt, dat die ratelslang een streep door de rekening kree'g, gisteravond", zei hij. „Maar wanneer ik het alleen had moeten doen, zou het leelijk met mij afgeloopen zijn. Maar ik denk wel, dat haar laatste uurtje ge slagen was gisteravond, toer. de zon onder ging. En ik ben er nog. En ik zal voortgaan om haar broertjes en zusjes tot doelwit te kiezen wanneer ik mij wil oefenen." „Je hebt de slang dus gedood?" „Wel natuurlijk, mevrouw. Ik was niet van plan, om die ratelslang de kans te geven, haar kaken in een anders lichaam te slaan. Dat zou al te aanmoedigend voor haar zijn geweest". Zij lachte, blijkbaar amuseerde zij zich over den ernst waarmee hij sprak. „O, ik begrijp het", zei ze. „Dus je was niet alleen boos op haar, omdat zij je beet? Je doodde haar, om te voorkomen, dat andere p.ersonen gebeten werden?" Hij lachte. „Zeker was ik boos", antwoord de hij. „En ik geloof niet, dat ik op het oogenblik zelf, veel aan andere menschen dacht. Er was genoeg, om mij bezig te hou den". „Maar je doodde haar toch. Hoe?" „Wel, ik schoot haar dood, mevrouw. Dacht u. dat ik hem met het een of ander dood sloeg?" Weer vertrokken haar lippen, waarbij de hoeken een weinig naar binnen gingen. Van daar sloeg zij haar blik op zijn gelaat. „Niet alle cowboys dragen twee revolvers", zei ze plotseling. Hij keek haar ernstig aan. „Neen, mevrouw, dat doen zij niet. Er zijn er die beweren, dat het onhandig is. om twee revolvers te dragen. Maar er zijn tijden geweest-, waarop ik het heel gemakkelijk vond". Zij zei niets meer en keek naar haar naai werk. Een spottend glimlachje was over zijn gelaat gekomen. Dit gesprek had het feit geopenbaard, dat zij een vreemdelinge was in dit land. Geen West-Amerikaansch meisje zou deze opmer king omtrent de revolvers gemaakt hebb n. Hij wist niet, of hij al of niet ingenomen was met- deze ontdekking. Een zeker iets in haar had hem van den beginne gewaar schuwd, dat zij anders was dan andere vrou wen, die hij kende, n\aar hij had er niet aan gedacht, dat zij een vreemdelinge kon zijn, dat zij uit een' andere landstreek het Oos ten, bijvoorbeeld hierheen gekomen kon zijn. Wanneer zij uit het Oosten kwam, dan zou dit vele dingen verklaren. Ten eerste werd het hem dan duidelijk waarom zij, onder hun gesprekken, meermalen had gelachen over dingen, waarin hij niets belachelijks kon zien. Dan zou het ook de vraag beantwoorden, die in zijn geest was opgerezen, betreffende haar gemak van spreken. Westersche meisjes, die hij ontmoette, hadden nooit- zoo gemakkelijk en nadrukkelijk gesproken, zooals haar zoo natuurlijk afging. Maar, ondanks deze be gaafdheid, was zij in alle opzichten vrouw met verlegen oogen, die even spoedig bloosde en in verwarring geraakte als een Westersche vrouw. Hiervan overtuigd, liet hij de lichte te rughouding, die tot nu toe duidelijk Ln zijn stem te bekennen was, varen en een heime lijke pret scheen de hoeken van zijn mond licht naar beneden te trekken „Ik geloof, dat de mannen in het land, waar u vandaan -komt heelemaal geen revolvers dragen, mevrouw", zei hij langzaam. Zij keek snel op. verbaasd dat- zij zijn eer lijken blik ontmoette. Zijn oogen bleven vast op haar gerioht. Zij begon hard te schommelen en keek eenigs- zins verlegen, met onnoodige aandachit op haar naaiwerk. Hoe weet je dat?" vroeg zij, terwijl zij -har hoofd ophief en hem plotseling uit dagend aankeek. .Ik weet niet, dat ik je vertelde, dat ik een vreemdelinge ben! Vindt je niet, dat je er nu maar naar raadt?" Zijn oogen werden listig een weinig dicht geknepen. „Ik geloof niet, dat ik er maar naar raad, mevrouw", antwoordde hij. Wanneer een man een heel ander meisje ontmoet, hoef: hij niets te raden". Het „heel andere" meisje keek hem me'. steelschen blik aan, ziohbbaar verlegen door zijn besliste woorden. Maar haar oogen stonden uitdagend, alsof zij zioh bewust was van de beteekenis van zijn woorden en vast besloten, om hem te verschalken. „Ik geloof, dat je een bijzonder man moet zijn", zei ze, met nauwelijks merkbaren spot in haar stem., ,.om zooiets zoo gauw te ont dekken. Of mischien zit het in de lucht het is verwonderlijk". „Ik geloof niet, dat het precies verwonder lijk is", antwoordde hij. den nadruk leg gende op dit woord. „Wanneer een meisje heel anders handelt, kan een man dit licht weten". Hij boog zich een weinig voorover en sprak ernstig: ,,Ik weet, dat ik vrij duidelijk tegen u spreek, mevrouw", vervolgde hij. „Maar wanneer een man gebeten wordt door een ratelslang en alle hoop zoowat opgege ven heeft en zijn leven dan gered wordt door een meisje, dan kan men hem niet kwalijk nemen, wanneer hij het gevoel heeft, dat di"t meisje een goede kennis van hem is. En wanneer hij dan ontdekt, dat zij -heel anders is dan de meisjes, die hij gewoon is te ont moeten, dan zie ik niet in, waarom hij niet veel belang in haar mag stellen". „O!", riep zij uit en sloeg haar oogen neer. En toen, terwijl haar oogen tintelden, als zü een snellen blik op hem wierp „dat noem ik aardig gezegd". Hij kleurde var. verlegenheid. „Ik geloof, dat u nij nu uitlacht, mevrouw", zei hij „Maar ik dacht er niet aan om iets aardigs te zeggen. Ik vertelde u de waarheid". Zij werkte kalm door met haar naald en hij zat, achterover geleund, naar haar te kijken. „Ik geloof, dat je zelf hier een vreemdeling bent", zei ze eensklaps, terwijl haar oogen zich verscholen achter de neergeslagen wim pers. „Hoe weet je, dat je het recht hebt, om daar te zitten en mij te vertellen, dat je belang in mij stelt? Hoe weet je, dat ik niet getrouwd ben?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3