A reisbrieven uit rusland. adverteert Over den Atlantischen Oceaan. DE VEEDIEVEN Een Zout-Boemelaar. IN DIT BLAD IJMUIC5ER courant dinsdag 27 september 1932 III. CharkovAlexandrovsk. IN DE EXPRESS. ne trein was voller, minder zindelijk en mder geriefelijk dan van de Poolsche grens Moskou. Door de volte werden ook nood- jSaatsen aangewezen, ligplaatsen die maller en korter waren dan de gewone en in X verlengde van de wagon langs de raam- ies uitgeklapt konden worden Ik kreeg ook no'n noodslaapptoats. Onze medepassagiers, nder wie veel Joden, die iets Duitsch spra ken. stelden veel belang in het gezelschap. Ze nreken onder elkaar veel een Duitsch dia- ippt het Jiddisch, zoodat het Duitsch voor hen gemakkelijk te leeren is. Een man niet Arabierenkop -was vrij arrogant doch hield Sin g-°mak nadat onze tolk hem op zijn nummer gezet had. Hij wist dat „klein" in 't ffransch petit" was en meende daardoor Lnspraak te mogen maken op de belangstel- jvL yan de vreemdelingen. Een ander vroeg nf één van ons schaak speelde en één onzer L van 't begin van de reis af tevergeefs naar een medespeler gezocht had, werd ge roepen, verloor een spel en leerde tegelijk Lt koningin" e.d. in 't Russisch was. Altijd werd gevraagd of we arbeiders wa- Tpn tenminste aan dengene die het eenvou- Jj«te pak aanhad. Degenen onder ons, die rich voor de reis „netjes" gekleed hadden, waren minder in tel. Ze vroegen wat ik deed in Rusland en toen ik zeide dat ik o.a. voor de „gazet" schreef, informeerde men direct naar de richting. Men meene niet dat al deze mensehen lid «in van de Communistische partij. Dat is maar een gering percentage, omdat het min der loon en meer verplichtingen meebrengt. Vaar ze zijn aanhangers van het regiem, om redenen, die ik in het vorige artikel uiteen zette en ze stemmen meestal op de commu nistische candidaten van hun Soviet. Tegen een uur of elf kregen we thee en orboesa" een zoete meloen, die zeer saprijk was en dus beter voor het lesschen van dorst dan water. Zelfs het drinkwater in Moskou wordt ongezuiverd in de waterleiding geperst, zoodat het niet voor drinken gebruikt kan worden, op gevaar paratyphus te krijgen. Thee wordt in Rusland veel gedronken, tegenwoordig zonder citroen, omdat voor in voerartikelen geen geld beschikbaar gesteld wordt. De thee wordt gekweekt in den zuide lijken Kaukasus. De conducteur haalde op een station kokend water, de tolk, een leera- res in het Duitsch deed er thee en suiker in .ieder kon uit de meegenomen glazen iets drinken. Tegen middernacht, nadat de tijd snel om gegaan was met praten over het geziene in Charkov, en gekheid maken en lachen met de Russische medepassagiers, gingen de [pesten slapen. Ook met behulp van een rem, die mij voor vallen moest beschermen, to ik niet behoorlijk liggen op mijn nood- applaats, een deelneemster die kleiner „j5 dan ik bleef, maar ik zocht een bagage ruimte die wel even smal maar langer was en die iets naar binnen helde, zoodat ik er niet gemakkelijk zou afvallen. De lezer kan zich mogelijk niet goed voorstellen, hoe er voor drie dwarse slaapplaatsen boven elkaar en dan nog twee in de lengte plus een doorloop- iuimte plaats is, maar door de grootere spoorbreedte is de wagon breeder en hooger dan bij ons. Verder gebruiken de verwaar loosde kinderen, half verwilderde jongens, die op de spoorlijnen e.d. geduld worden, ook het dak van de wagon, verstoppen zich op de stations tusschen andere stilstaande treinen om, ais de trein begint te loopen, als ratten tegen den trein op te klimmen of zich te ver stoppen op plaatsen waar maar een jongen zitten, staan of liggen kan. Ze leven van etensresten, stukken peer en appel, stukken brood die ze gretig aanpakken, zeggen alleen „spasibo" (dank U) als ze ertoe aangespoord worden. Vroeger waren er veel meer dan nu. maakten zich schuldig aan zakkenrollerij en erger en waren een voortdurende oorzaak van last en onrust. Nu dit grootendeels voorbij is worden de overgeblevenen met Russische gemoede lijkheid geduld, al verstoppen ze zich wel voor den conducteur. Maar ze voelen zich veilig, ze loopen toch harder dan wie ook en als ze gepakt zouden worden rukken ze z;.ch wel los, want veel houvast zou de conducteur aan het beetje lompen niet hebben, dat los om hun bruine lichaam hangt. Zoo goed als ik andere nachten sliet) zoo slecht ging het nu. In een naburige af deeling n.l. was het allesbehalve rustig. Wat was het geval? Een slaper op de bo venste slaapplaats, die wakker had had gezien dat een medepassagier van zijn jas beroofd werd. Hij sprong naar beneden, waarschuw de den bestolene, die zonder zich te bedenken den dief te lijf ging, hem een blauw oog sloeg en alleen door zijn medepassagiers, onzen tolk en den conducteur verder in be dwang gehouden kon worden. De dief in tranen want hij begreep wat hem wachtte. Op het volgende station kwam een beambte van de G.P.E.O.E., die alles noteerde, namen van den dader, bestolene en getuigen, wat juist den tijd vulde tot het volgende station en daar verdween hij met den dief naar den post van den plaatselijken commandant. Toch wilde de rust niet wederkeeren. Een onzer had namelijk een passagiere ontdekt, die landbouw-economie gestudeerd had. Deze gaf ons titels van Duitsche boeken over den Russischen landbouw, geschreven voor de Duitsche Wolga-boeren en vertelde veel wat voor ons van waarde was. Waar inifwh te kort schoot, deed een woordenboek dienst. We kregen zoo een waardevol lijstje gege vens. Om een uur of 6 was het licht en zagen we het landschap. Bossschen waren er niet, wel kalkheuvels, waarvan hier en daar het ge steente zichtbaar was, velden met mais- en zonnebloemen die hier al uitgebloeid waren. Troepen kraaien deden zich te goed aan de olierijke zaden. Langs den spoorweg veel bloemen van steppeplanten: distels, kroon - kruid (Coronilla). Kaardebol, Slangenkruid en vooral planten die bij ons in Zuid Limburg voorkomen als Hegge-Clematis, Kruidvlier en soorten van Mid den-Europa als de Prui kenboom (Rhus Cotinus). Eindelijk kwam de trein in Alexandrowsk, het naaste station bij één van de grootste werken van de wereld, de Dnjepostroj, een stuwdam in den Dnjepr, die de rivier over honderd K.M. bevaarbaar gemaakt heeft en met een turbine-systeem een ontzettende hoeveelheid electrische energie ontwikkelen kan en groote oppervlakten land door be vloeiing voor den landbouw geschikt ge maakt heeft. Dit geheele project, met den bouw van een nieuwe stad met fabrieken, die lang nog niet klaar is, is het grootste van dien aard op de wereld en met grootere moet men nog beginnen, In een volgend artikel zal ik er meer van vertellen en volsta verder met dit gezichtspunt: als het Rusland niet lukken zou zulke plannen, die nog seehts half klaar zijn en nog maar zeer ten deele functionee- ren tot een goed einde te brengen, zoodat alles gebruikt zou blijven op de manier van de leegstaande bouwwerken in Delft bij de Technische Hoogeschool, dan is het fiasco van dien aard dat het Sovjet-systeem, econo misch gesproken, In elkaar zou zakken. Zou het echter lukken (en dit blijkt al binnen enkele jaren) dan krijgt de Russische industrie een productie-capaciteit die zoo enorm is, dat ze m.i. alleen met die van Amerika vergeleken kan worden. Dit is, waar op iedereen hier rekent. En wie zal dan beter kunnen concurreeren, de Amerïkaansche of de nieuwe Russische in dustrie, volgens de nieuwste eischen opge bouwd, met sober levende werkkrachten, die nog niet aan hooge loonen gewoon zijn en die een goedkoope productie mogelijk maken? Een nadeel blijft hier altijd de mindere er varing maar deze zal met behulp van vreem de werkkrachten altijd verbeterd kunnen worden. Zoo kan Rusland de groote industrie van overig Europa dooddrukken, maar dui zenden vakmenschen zullen werk vinden in de jonge industrie en ons land zal zij tuin bouwproducten weer kwijt kunnen want het gevolg zal zijn: meer welvaart, mgpr behoef ten en de Russische bodem is goed voor graan, zonnebloemen en mais, maar onge schikt voor tuinbouw. Dat is het lichtpunt voor ons land in deze verplaatsing van pro ducten-centra. En dan zal de groote vraag beantwoord worden: welk systeem zal het meest bevre digend blijken en het meest economisch, het kapitalistisch-Amerikaansche of het Staats socialistische Russische? Ieder lezer zal al naar zijn richting daarop een verschillend antwoord geven, maar we mogen ons wel gelukkig voelen dat, zonder direct risico voor ons, door twee groote volken ons binnenkort reeds een antwoord op die vraag gegeven zal worden. C. SIPKES. CV er scheid-ene inwoners van Zalt- Bommel hébben aldaar in de Waal een zeehond gezien.) Wel een ongewoon verschijnsel Is een zeehond in de Waal, De Zalt-Boemelaars tenminste Zagen 't voor de eerste maal. Nu de hondsdagen voorbij zijn, Moet ik afzien van den gis. Dat die vreemde Waalsche zeehond Een vermomde zeeslang is. Neen. we moeten hem aanvaarden En dan vraag je slechts, waarom Deze zeerob bij Zalt-Bommel Juist zijn hondenbaantje zwom. Er lijkt mij maar één conclusie, Hij was 't hondenleven moe In de zee, en wilde liever Voor zijn rust naar Artis toe. Bij de Zuiderzee gekomen, Vond hij daar zijn weg versperd En hij moest toen wel aanvaarden, Dat een omweg noodig werd. Daarna is hij ongetwijfeld Wel wat erg ver afgedwaald, Maar toch heb ik wel vertrouwen, Dat hij nog zijn einddoel haalt. Laat ons honds (niet menschlijk) wezen, En hem vredig laten gaan, Met zijn zeespeurhond-instincten Komt hij wel in Artis aan. Daar, bij zijn familieleden, Heeft hij verder niets te doen, En wie gunt een ouden zeerob, Na veel zwerven, geen pensioen. P. GASUS MACDONALD STEMT TOE. Gandhi kan zijn vasten opgeven SIMLA, 26 Sept. (Reuter). Naax hier wordt vernomen heeft Mac Donald de overeenkomst van Poona, ten aanzien van de verkiezingen en vertegenwoordiging van de Paria's goed gekeurd. Gandhi zal dus zijn vasten op kunnen ge ven, zooals hij heeft aangekondigd. TWEEDE PREDIKANT VOOR SCHOTEN. ƒ1500— OP DE RIJKSBEGROOTING. Op de begrooting van Financiën voor 1933 wordt f 1500 uitgetrokken voor een tweeden predikant te Schoten. Rijikstracteiment zegt min. de Geer in zijn toelichinig voor een tweeden predikant is onoodig geworden tengevolge van de groote uitbreiding van de sedert 1915 zelfstandig geworden kerkelijke gemeente Schoten (te voren Sclhoterkwartiex) Het ledental (pl.m. 8000 zielen) is snel toege nomen, niet alleen door vestiging van fo rensen uit de hoofdstad, maar meer nog dóór die van arbeiders, werkzaam in het Hoogovenbedrijf. Bovendien hebben er zich gevestigd geëmployeerden bij de gemeente lijke en provinciale bedrijven, bij de werk plaats der Spoorwegen enz. uw Uoedef' Waar dit bord (mei rooden rand) staat, dreigt onverwacht gevaar. Wees daar extra oplettend, ver minder de snelheid. Uit voorzorg! BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 26 September. Bevallen 21 September; J. van Schie—Pal men, z.; 23 September: M. H. Ransijn—Boes- mans, z.; A. FerronLakebrink, z.; 24 Sep tember: J. A. Verhaarvan Rijswijk, d. Overleden 22 September; H. J. Prevost, 71 j., Jansstraat; 23 September: J. C. M. ten Brinkte Welscher, 73 j., Coornhertstraat; M. Schuurman, 29 j., Paul Krugerkade; J. H. BeltermanKemp, 46 j., Bantamstraat; F. Driessen, 17 j., Gasthuisvest. Naar Noordkust en Westpunt vanCuraqao Ford zal moeten helpen vandaag, want 1 het wordt weer ruw terrein. Eerst gaat alles natuurlijk weer over een asfaltweg, dan macadam, maar het duurt niet lang of de koraalbrokken springen weer weg onder onze wielen, als wij de Noordkust naderen en wel bij Hato. Hato is een plantage, een landhuis voor den Gouverneur, maar vóór alles een grot. De grot van Hato is een der beroemd heden van Curagao, een druipsteengrot met alle merkwaardigheden van dien, Maria met het kindeke incluis. Voor mij is het een der bewijzen, dat het eiland vroeger veel hooger moet zijn geweest, want de grot maakt ge heel den indruk, dat ze door stroomend water is ontstaan. Ook bij Hato kan men gemakkelijk het strand bereiken en dan weer een kilometer of dertig doorrijden over de ideale autobaan, vooral zoo ideaal om de hindernissen, die de aandacht gespannen houden. Doornstruiken, cactusbosschen, slikpoelen, steenbanken, diep ingesneden ravijnen, zelfs baaien, die een paar honderd meter ver landwaarts in door dringen. Langs één daarvan, waarin weer een droog rivierdal mondt, slaan ook wij land waarts in langs het oude zeerooversnest Avennon naar Dokterstuintje, waar nu de districtsmeester woont, die ons ook graag wat wil laten zien. Hier in het derde district baart de watervoorziening de plattelandsbevolking nog al wat zorg en is het gouvernement bezig putten met windmolens te laten maken met overdekte reservoirs, waar het water uit kra nen kan worden getapt, wat natuurlijk veel hygiënischer is en minder morserij geeft, dan wanneer ieder met zijn eigen smerige em mertje het water opputst. Mooi werk is er daar den laatsten tijd gedaan en ook op veel eenvoudiger manier, bij Westpunt bijv. door een breede gang schuin omlaag te graven tot den grondwaterspiegel, zoodat het vee, vooral ezels en geiten, zelf kan komen drinken. Dat Westpunt is een heel mooi plekje. Men nadert er de zee door een mooi Manzan":lla- bosch en komt dan aan een vlak stukje strand, dat aan weerszijden aan de hooge rotspunt aansluit. Even verder ligt het dorp je met een flinke kerk, een politiepost, waar de driekleur wappert en dan openen zich voor ons de hekken van de plantage Kuip, een der meest woeste en schilderachtige deelen van het eiland, aan den voet van den Christoffelberg. Een rijke plantengroei al zijn het meest doornstruiken, veel vogels en door het hoog en daag een sterk varleerend land schap. Groote waterpoelen langs den weg, waar het vee rustig staat te drinken en van de hoogere rotsachtige gedeelten prachtige panorama's over de St. Kruisbaai en andere diep in het landschap dringende baaien en lagunen. Op St. Martha is het druk. Eindelijk na lange jaren is er weer eens een goede oogst geweest en dat moet met een oogstfeest wor den gevierd. Eenige honderden negers, vrou wen en kinderen vooral verzamelen zich in hun beste plunje bij een der laatste velden, waar de trossen van peperachtig korrels nog boven het veld uitsteken. Eén voor één wor den ze afgesneden en in mandjes gelegd, die door vrouwen op het hoofd worden wegge dragen naar een kar, die met palmbladeren versierd is, met een versierden muilezel be spannen en met een keurigen koetsier op den bok: een neger in een zwart pak met een wit vest, roode das en hoogen hoed. Al spoedig is alles klaar. Hoornblazers gaan voorop, dan volgt de kar, daarna vrouwen met mandjes op het hoofd, terwijl trommels en vlaggen in den optocht worden meegedragen en overal ijzer op ijzer gesla gen wordt. Muziek is er niet, rhythme ge noeg. De vrouwen gaan al heupwiegend, ma ken af en toe een rondedansje en zoo gaat het in langzamen optocht naar de hofstede. Daar moet de rum de beenen losmaken en wordt er lustig gehost en gedanst, echter meest onder oudere vrouwen en slechts een enkelen jongen kerel. Het is al net als bij ons, oude gewoonten gaan verloren en wor den slechts hier en daar nog met moeite in stand gehouden. Op den terugweg gaan wij dwars over het eiland weer op Dokterstuintje aan en dan langs de kloof. Wat een mooi punt! De weg stijgt eerst zoo hoog. dat men aan beide kan ten de zee kan zien en daalt dan steil langs mooi begroeide hellingen. Dan weer planta ges, Krakeel en Siberië met de groote slaven- muren, twee meter hoog, van kalksteenbrok- ken opgebouwd en door de slavenhanden met doornstruiken bedekt, om hun zelf het ont snappen te beletten Daar ook weer overblijf selen van een der oude cultures, agaves (Si sal), wat eens beloofde een belangrijk uit- voerproduct van het eiland te zullen worden, maar dat wordt ook al weer niets. Thans rij zen overal uit het landschap de reusachtige bloeistengels op, vijf en zes meter hoog met tuilen rechtopstaande gele bloemen. En als het dan huiswaarts gaat, rijzen donkere wolkengevaarten al hooger en hoo ger voor ons op. Bliksemflitsen verlichten rechts den horizont en een ver gerommel laat zich hooren. Vaart zetten baat. niet meer. De bergen in de verte, dan de Is'.a en de dich terbij zijnde heuvels, alles verdwijnt in een gordijn van regen en dat gaat zóó snel en zoo hard, dat er geen sprake' van Is om ook zelfs maar de zijzeiltjes aan te brengen. Vóór dien tijd zijn wij al kletsnat. En in een mi nimum van tijd vloeit het water in stroomen langs de lage kanten van den weg. Ook wel eens dwars er over en weldra beginnen de rooien te loopen, d.w.z. het regenwater begint bovengrondsch af te stroomen, door geulen, die in den loop der jaren zoo zijn uitgespoeld en stroomt op bepaalde, versterkte plaatsen in groote golven over den weg. Dan wordt het oppassen. Als de rooi diep is en onze accu natslaat hebben wij een kans er middenin te blijven staan ep dat lijkt niet gezellig. Dus voorzichtig er door en voorzichtig verder. Hier een foto, daar een filmopneming hoe het wa ter stroomt en voortschiet over de velden en wegens van het droge Curasao, In twee uur viel er buiten 82 en in de stad zoowat 50 m.M. regen en heel Curacao was vol van dezen waterovervloed. Want een voortdurend overloopende regenton is hier een zeldzame weelde. Maar 's avonds stonden de sterren weer helder aan den hemel en kon den wij een afspraakje maken voor den vol genden dag. En die ochtend zal ik niet licht vergeten, niet alleen om het goede gezelschap dat heb ik wel meer, maar om de ongelooflij ke bloemenweelde na één zoo'n bui Want niet alleen was alles heerlijk ongefrischt en de otontengroei, vooral langs den weg van grijs weer groen geworden, maar bovendien toon den verscheidene planten, die ik eerst heele- maal niet had opgemerkt een kleurige bloem. Zoo komt er op het eiland een soort haag winde, een Convolvulus voor. hier blauwkelk genoemd, die een weelde van bloemen uitgoot over cactus, divi-divi en wabi en zelfs langs het prikkeldraad welig tierde. En ook de vol gende dagen sproot overal jong groen uit, ontloken kale boomstammen in eenige uren een ongekende bloemenpracht in één woord, het mooie eiland was van den regen nog mooier en kleuriger geworden. Wij rijden naar Bullenbaai en gaan met een visscher mee fuiken (kanaster) leegen. En dat is hier de moeite waard om naar te kijken. De inhoud van één zoo'n fuik zou heel Amsterdam naar het aquarium- lokken. En bier gaat alles de braadpan in. Maar wij ge nieten weer even van vorm en kleur en de zeekijker vertelt ons dat wij voor deze baaien maar weer eens een heelen dag moeten ne men. Glashelder water en overal koraalgroei. Prachtige visschen. Een groote schildpad zwemt onder de boot door .helaas te diep om er iets mee te beginnen. Terug komen dus maar weer! En ondertusschen eens verder uit zien naar geschikte plekken voor dat werk. VAN DER SLEEN. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 13) Leviatt was ook met den wagen meege gaan. In de week, die verloopen was tus sen de botsing bij de slaaploods en het vertrek van den wagen, had de opzichter ™or geen enkel teeken laten blijken, dat hij tekend was met het bestaan van Ferguson. Evenmin had hij door woord of gebaar ver raden, dat hij op wraak zon jegens Rope, omdat deze laatste op dien dag partij had getrokken voor den knecht. Wanneer hij een «orgelijke bedoeling koesterde, dan verborg "•J die met buitengewone handigheid Hij be handelde Rope met een beleefdheid, die een i-imlach te voorschijn riep op het gelaat der «Jdere mannen Maar Ferguson zag in deze ooieefdheid een bedoeling, die een bijzonder jjcnt wierp op het karakter van den opaich- daM man- met zbn wraakzuchtige ge huil koop lieP> zou de moeite genomen obbên, om Rope te toonen, dat hij geen ge- k w^chten had Wanneer Leviatt open- nk zijn vijandschap voor Rope had getoond, Ja\fa<^ ^eze geweten, wat hem te tali sk°1K*- wanneer de beide mannen path 8 °P€n vlakte bereikten en de dsn on<lsr 016 directe bevelen stond van tal man' <ken ki) beleedigd had. Er waren j.va? wege'n, waarop een lichte wraakzucht vredigin.g kon vinden. De opzichter had het in zijn macht, om den herder het leven nagenoeg ondragelijk te maken. Wanneer hij zulks deed, zou het natuurlijk een onwaar dige wraakoefening zijn en Ferguson twijfel de er geen oogenblik aan, of een wraakne ming van Leviatt zou niet gering zijn. Ferguson ging zijn eigen weg, in gedach ten verdiept. Hij wachtte zijn tijd af. Zekere vragen 'verwarden hem. Welke plaats nam Leviatt in bij de veediefstallen? Dat was een deel van het geheim. Stafford had hem ver teld, dat hij op Leviatt's verklaring afging, dat Radford de dief was, die het veé van de Two Diamond had gestolen. Stafford had ook gezegd, dat Leviatt voor gesteld had om een goed schutter in dienst te nemen en zelfs met hem naar Dry Bot tom was gegaan, met het doel er een te zoe ken. En nu er een in het werk was gesteld, was Leviatt plotseling zijn tegenstander ge worden. En Leviatt was gewoon, om bezoeken af te legigen bij de Rad fords. Natuurlijk was het mogelijk, dat hij dit deed, om Ben Radford te bespionneeren, maar wanneer dit het ge val was, waarom was hij dan zoo giftig ge worden, toen hij Ferguson op de veranda zag zitten op den avond van den dag, waarop ieze laatste door de ratelslang werd gebeten? Mary Radford had hem verteld dat Leviatt de vriend van haar broeder was. Wanneer hij een vriend van dien broeder was, waarom had hij dan voorgesteld, dat Stafford een scherpschutter zou huren, om hem dood te schieten? Hier waren nog meer raadselen. Op een dag, kort na het vertrek van het personeel, reed hij uit in den namiddag-zon- neschijn. Niet lang vertoefden zijn gedach ten bij het raadsel van den opzichter en Ben Radford. Hij zag voortdurend een jonge rouw, die voor hem neerknielde en zijn voet waschte en verbond Gedeelten van een ge sprek, dat hij niet vergeten had kwamen hem weer voor den geest en brachten een glim lach op zijn lippen. „Zij hoefde niet zoo'n ernstig gezicht te trekken, toen zij mij zei, dat ik niet wist, of k het recht had, om daar te zitten en mooie praatjes tegen haar te houden.Zij had mij niet hoeven te vragen, om den heelen nacht in het huisje te blijven. Ik had best door kunnen gaan naar de Two Diamond. Ik geloof niet, dat die slan genbeet zoo beslist doodelijk was, dat ik ge storven zou zijn, als ik nog een eindje verder had gereden". Toen hij een kleine rivierbedding verliet, eenige mijlen hoogerop en langs den top van een heuvelrij reed, die zich verhief hoven eindelooze mijlen vlakte, gingen zijn ge dachten terug naar den eersten avond in de slaaploods, nadat het personeel van het veld was teruggekeerd. Voldoening straal de uit zijn oogen. Ik geloof dat die jongens het niet goed aanpakken bij haar. En mij dunkt, dat Le viatt op zekeren dag ook zal merken, dat hij zijn tijd verknoeid heeft". Hij trok een zuur gezicht bij de gedachte aan Leviatt en drukte onbewust zijn sporen krachtig tegen de flanken van zijn pony. Fer guson lachte en klapte berouwvol met zijn hand op zijn zijde. „Kom, kom, Mustard" zei hij „ik was niet van plan om mijn wrevel op jou te koelen. Je denkt toch niet, dat ik jou voor Leviatt aanzag." En weer streelde hij zijn flanken. Hij reed de lange helling van de heuvelrij af en bereikte de vlakte, waar hij in lang zamen draf door een ondiepe geul reed. De bodem was hier hobbelig en steenig en de tongvormige cactus streek langs zijn stijg- beugelriemen. Een ratelslang liet haar waar schuwing weerklinken van uit de schaduw van eenige saliestniiken en, daar hij zich zijn vorig avontuur herinnerde, hield hij lang genoeg stil, om haar kop af te schieten. „Ziedaar", zei hij, toen hij naar de ver minkte slang keek, „ik geloof wel niet, dat jij het kunt helpen, dat ik door je oom of je neefje gebeten werd, maar ik ben nooit erg kieskeurig, wanneer ik een lid van je famlie zoo veelbeteekenend haar hoofd zie zwaaien. Hij reed weer verder en laadde zijn revolver Een tijdje reed hij in gestrekte galop en stond toen stil, om Mustard op adem te laten komen. Hij wierp zijn eene been over den zadelknop en keerde zich halverwege in het zadel om, terwijl hij onwillekeurig zijn blik over de vlakten liet dwalen. Plotseling zat hij recht overeind, zijn blik geconcentreerd op een plek, die opdoemde in een stofwolk, op eenige mijlen afstand. Een tijdlang hield hij die plek in het oog, terwijl zijn oogen een weinig dichtgeknepen werden. Tenslotte zag hij, dat de vlek een man was op een pony. „Die heeft ook haast", merkte hij op, ter wijl hij zijn hand boven de oogen hield; hij rijdt zoo snel als de bliksem". Hij dacht lang na, een critisoh glimlachje steeg naar zijn lippen. „Het is flink warm vandaag. Niet bepaald een atmosfeer, waarin een man zijn paard maar roekeloos voortjaagt." Weer dacht hij na. „Hoe ver zou je denken, dat hij weg is. Mustard? 'Tien mijlen, dunkt mij, dat je zoudt zeggen, wanneer je een met rede be gaafd paard waart." De ruiter had een kleinen heuvel bereikt en verscheen een oogenblik op den top hier van, toen hij zijn pony voortjoeg naar de rivier. Toen verdween hij plotseling uit het gezicht. Ferguson glimlachte koeltjes. Weer gleed zijn blik over de vlakten en de heuvels, die voor hem togen. „Ik zie niets, waarvoor een man zoo moet rijden in deze hitte", zei hij. ..Waar zou hij vandaan komen?" Hij keek op -jj uit naar een diepe geul, die haast verbor gen lag onder een, daarnaast gelegen heu vel. „Het is bijna eeh uur geleden, sedert ik die slang schoot. Omstreeks dien tijd zag ik nie mand. Wanneer hij hier in de buurt was, i OVERVAL DOOR GEMASKERDE MANNEN. Vrijdagavond werd naar het Handelsblad meldt bij een landbouwer te Ovezande (Zuid- Beveland) op de deur geklopt. Toen hij open deed, drongen drie gemaskerde mannen, die met revolvers dreigden, de woning binnen en dwongen den landbouwer, dien zij slagen op hoofd en rug toebrachten en dien zij tot in de slaapkamer volgden hun 500 te geven. Zij verdwenen toen en namen ook het geweer van den man, dien zij hadden afgeperst, mede. 'het heeft verreweg hetcrootsteaantal ABONNeS en waar borgt u dus het grootste resultaat moet hij mijn schot gehoord hebben". Hij tochte en liet zijn pony verder gaan. „Ik ge- oor, dat wij eens bij die geul moeten gaan kijken, Mustard", zei hij. uur Iater daald€ hij af in de geul. Nadat hij een klein eindje verder gegaan was, kwam hij bij een doode koe, die dicht tegen een overhangenden rotsrand lag. Een kogelwond In het voorhoofd der koe was het welsprekend bewijs, hoe zij aan haar eind gekomen was. Ferguson steeg af en legde een hand op haar zijde. Het lichaam was nog warm. Een kalf van vier maanden besnuffelde de moe der met een onderzoekend snuitje. Ferguson keek oplettend naar zijn ooren en joeg het toen opzij, om naar het brandmerk te kij ken. Er was geen merk. „Slaapkoppen", zei hij kalm. ..Het oor-merk van de Two Diamond. De meeste opzichters oegaan de vergissing, om hun kalveren niet te branden. Het schijnt, dat zij er op ver trouwen, dat de veedieven hen met rust zul len toten. Ik moet dezen op de vlucht gejaagd hebben". Hij' sprong in het zadel, een vreemde gloed in zijn oogen „Mustard, oude jongen, wij gaan naar Bear Flat. Misschien is Radford nu daar in de buurt. En misschien ook niet. Maar dat zullen wij eens gaan onderzoeken". Hij bleef een oogenblik staan, om een me- deiijdenden blik op het kalf te werpen. „Arm diertje", zei hij; „arm weesje. Je moeder te moeten verliezen net als een mensch. Dat noem ik pech hebben". Toen was hij weg, Mustard liep in gesta- digen draf door de geul en naar den heuvel- Top, die naar het pad bij de rivier leidde. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3