^\V*ER
DE VEEDIEVEN
UIT DE PARIJSCHE KUNSTWERELD.
Droge nat-ie.
UAAUIDER courant
maandag 10 october 1932
De filmster Jeannette MacDonald voor het gerecht.
Emilienne Dux verlaat de Comédie Franqaise.
(Van onzen correspondent)
pe eene sensationeele zaak na de andere.
Iedereen zal zich nog de alarmeerende ge
ruchten herinneren hoe de filmster, doode-
Uk gewond ergens in een hospitaal aan
gene zijde van dc Alpen moest liggen, omdat
fii zich had weten in te dringen in het
huwelijksleven van een prins van konink-
Uike bloede, waarop de prinses a bout por
tent een schot op de lieftallige Jeannette zou
hebben gelost. En toen hoorde men er ineens
niets meer van: de wereldpers stond plotse
ling vol met photo's van een lachende prins
en een lachende prinses, die uiterlijk althans
niet de minste teekenen ervan gaven ge
mengd te zijn geweest in 'n bloedig drama
veertien dagen later sjouwden de Parijze
naars naar de Gare de Lyon om de film
diva, de ster van „Parade d'Amour" in triomf
binnen te halen. En Jeannette droeg geen
lidteekenen, maar liet zich twee avonden
later bejubelen in de musichall Empire. Ze
danste, ze zong, en dat alles had weliswaar
niets met Kunst te maken, maar enfin,
jeannette was nu eenmaal de partnerin van
Maurice, Maurice-Glimlach-Hanglip-Stroo-
hoed-Smokingze had succesze
streek eiken avond duizenden op.
Nn was t juist dat succes dat de direc
teuren van de Gaité-Lyrique deed besluiten
om aan Jeannette te vragen of ze er niets voor
voelde om de „Lustige Witwe" te spelen.
Catriens en Bravard stelden zich in verbin
ding met een agence artistique en de blonde
MacDonald verklaarde dat ze niets liever
zou doen dan een contract te sluiten. De
overeenkomst werd op het schrift gesteld:
voor vijf en dertig opvoeringen zou zij het
bescheiden bedragje van zeven honderd en
vijftig duizend francs toucheeren. Tot in
details werd alles overeengekomen, zelfs de
modellen van de affiches: Jeannette's naam
zou in grooter letters dan de titel van de
beroemde operette worden gedrukt.
In principe werd vastgesteld dat de voor
stellingen in begin November 1931 zouden
plaats hebben, maar een nadere bepaling
zeide dat op verzoek van een der beide par
tijen de voorstellingen desnoods tot later
konden worden uitgesteld. De film-prinses
werd ook alle vrijheid gelaten om de andere
artisten, die met haar de operette zouden
opvoeren, te kiezen.
Begin November '31 kwam Jeannette echter
riet opdagen. Ze was weer naar de Ver.
Staten vertrokken en niemand hoorde meer
iets van haar. De voorstellingen werden uit
gesteld tot Februari 1932. In Februari geen
Jeannette. Ze schreef een kort briefje, waar
in ze vertelde dat de filmcompany haar
lang aan het werk hield, dat het haar thans
weer onmogelijk was om over te komen. Ze
bleef in Los Angeles.
En daar, een paar dagen geleden, komt er
ineens bij de directie van de Gaité Lyrique
een telegram: begin October kom ik voor
Lustige Witwe.
Maar thans zijn de directeuren Catriens en
Bravard niet gedisponeerd. Er is ondertus-
schen een crisis gekomen, de economische
toestanden zijn gewijzigd en ze beweren dat
ze, zelfs aan een vedette als Jeannette Mac
Donald, onmogelijk meer van twintig duizend
francs per soirée kunnen betalen. Tegelijker
tijd hebben ze langs diplomatieken weg
Jeannette Mac Donald en haar echtgenoot
voer de rechtbank van de Seine gedaagd en
een eisch ingesteld tot schadevergoeding van
één millioen, omdat begin-October het con
tract afloopt en zij zich niet aan de afspraak,
heeft gehouden.
Het is nog niet officieel, maar we kunnen
nu toch reeds mededeelen dat Emilienne Dux
de Comédie Francaise en het tooneel voor
goed gaat vaarwel zeggen. Ook in Neder
land, waar ze meermalen in officïeele tour-
nées optrad is deze begaafde actrice een be
kende figuur. Contractbreuk is bij het Mo
lière-Huis nu eenmaal onmogelijk, maar de
minister van Schoone Kunsten moet zich wel
bij het besluit neerleggen, omdat Emilienne
Dux om gezondheidsredenen haar ontslag
vroeg. Het is voor de Comédie Francaise, toch
al zoo hoogst armelijk en miserabel bedeeld
inet behoorlijke krachten, een groot ver
lies. Na tromfen te hebben gevierd bij An-
toine, waar ze de rol van de vrouw in „Un
grand bourgeois" en in „Ventres dorés" van
Emile Fabre creëerde, deed ze haar intrede
in de Comédie Francaise, waar men haar
weldra de meeste hoofdrollen in stukken
van classieke, zoowel als van het moderne
repertoire toevertrouwde. Haar vervangen?
Er zijn wel actrices, maar wie harer wil deel
uitmaken van de Comédie Francaise? Wan
neer men bedenkt dat door het heengaan
van Emilienne Dux twee sociétaires, Mile
Nizan en Jean Weber (die de hoofdrol ver
vulde in l'Aiglon) een salarïsverhooging
krijgen vanhonderd francs, zoodat ze
dan iederzeven honderd francs (zeven
tig gulden) per maand zullen verdienen
(waarvoor ze avond aan avond hoofdrollen
moeten spelen in het eerste Nationale Thea
ter van Frankrijk), dat het hun strikt ver
boden is om er met filmen iets bij te ver
dienen, dan begrijpt men wel dat de animo
niet heel groot is. Van Kunst alléén kan
men niet leven. En misschien is dat wel de
voornaamste reden dat het eens zoo illustere
Molière-Huis meer en meer begint te lijken
op een versleten „hotel de passe" in een pro
vinciestadje.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
DE HITLERIANEN IN DEN
HAAG.
GEEN REDEN VOOR ONGERUSTHEID.
Onze Haagsche correspondent schrijft ons:
De soc.-democratische pers bracht dezer
dagen een artikel, dat niet nalaten kan eeni-
se ongerustheid te wekken. Eenise ongerust
heid, wijl daarin door den schrijver, die in
Den Haag een bezoek had gebracht aan het
café „Zum Ratskeller". als zeker wordt mede
«redeeld, dat hier te lande, en dan met Den
Haag als centrum, verschillende Hitfler-strïjd
organisaties zijn gevormd, welke allerminst
onschuldig zouden zijn aan wapensmokke
larij integendeel, in de Residentie zouden
de verschillende lijnen samenkomen. Het was
dus wel van beteekenis naar dit alles in Den
Haag onderzoek te doen.
Om twee redenen.
Allereerst, omdat het moeilijk is. rustig toe
te zien wanneer van ons land uit in een na
burig land een politieke actie zou worden on
dernomen, welke niet alleen een strijd der
geesten is de Hif°r-praotijken bij onze
Oosterburen hebben wel aangetoond, dat de
Nazi's ook voor h®4- gebruik van andere wa
penen, dan die d mondelinge overtuiging
niet terugdeinzen. In de tweede plaats, wijl
ons land in internationaal opzicht een zeer
slechten naam zou krijgen, wanneer er wa
pensmokkelarij zou plaats hebben over onze
grenzen en dan nog wel ten bate van een zoo
weinig internationaal denkende groep als de
Hitler-groep.
Wat nu dit laatste betreft het wapen
smokkelen het is reeds gebleken, dat ons
land aan de grens op zijn „qui vive" is. Hier
moet het toezicht wel scherp zijn, want ons
land kan op dit punt zijn goeden naam niet
verliezen. Intusschen is nog niet gebleken,
dat er wapen smokkelarij heeft plaats gehad
ten bate der nationaal-socialisten. En zeker is
nog met niets bewezen, dat dat alles dan uit
Den Haag als centraal punt zou geregeld zijn
We hebben, ten einde op dit punt volkomen
zekerheid te verkrijgen, en om eens te infor-
meeren naar de beteekenis, welke de autori
teiten hechten aan het samenkomen in Den
Haag van Nationaal-socialisten. bij de Haag
sche politie ons licht opgestoken.
Vooraf mogen we nog zeggen, dat de redac
tie der s.-d. pers voor vele niet-Hagenaars
natuurlijk wel iets nieuws bracht met hare
indrukken uit het Hitleriaansche stamcafé
„Zum Ratskeller". Den Hagenaar nl„ die een
beetje in zijn stad thuis is, was dit café en
zijn aard niet onbekend. Evenmin is het den
Hagenaars onbekend, dat er zich vele Hitle
rianen in Den Haag bevinden. Nu is ook dat
niet zoo verwonderlijk als het op het eerste
gezicht schijnt. In het Duitsche volk heeft de
Nazi-gedachte een geweldigen opgang ge
maakt en wie dezen zomer nog in Duitsch-
land is geweest zal daar hebben kunnen con
state eren, dat ook bij uitstek rustige burgers
Hitler-gezind waren geworden Wijl er nu in
Den Haag altijd door ook vóór den oorlog
vele Duitschers wonen, die uiteraard, door
nauwe relaties met het Moederland, politiek
bleven medeleven, is het niet verwonderlijk.
(Men verwacht dat de droge
partij in Amerika binnenkort
e enigszins aan de wenschen
der natten zullen moeten
tegemoetkomen.)
In de Staten die vereend zijn
Zit men altijd nog maar bar,
Met zijn natjes en zijn droogjes
In de harrewarrewar.
Voor de presidentsverkiezing
Maakt het vraagstuk weer gerucht,
Tusschen tobbers met de kwalen
Watervrees en waterzucht.
't Natte leger vocht al jaren,
Nochtans zonder veel succes,
Maar nu dreigt in 't fort der drogen,
Zegt men, eindelijk een bres.
Zijn de drogen al manhaftig
In hun onvermoeiden strijd,
't- Enthousiasme gaat wat tanen
En zij voelen nattigheid.
Nat zal 't nog voorshands niet worden,
Zooals wij dan nat verstaan,
Maar misschien voelt het toch eerlang
Weer een beetje vochtig aan.
Het gevoel is veld gaan winnen:
Als we nu verstandig zijn,
Doen w'om erger te voorkomen
In ons water gauw wat wijn.
P. GASUS
naliteit te verhinderen samen te komen. Tot
dusverre bestaat er naar ons werd medege
deeld ook niet de minste reden om dat te
verhinderen. Natuurlijk wordt met een waak
zaam oog (de politie heeft in zekeren zin als
een goed en voorzichtig huisvader op te tre
den, die ook maar niet zonder critiek alles
aanneemt, wat zijn kinderen hem vertellen)
het „schalten und walten" van groote groepen
vreemdelingen gevolgd, maar voor het ver
moeden, dat in Den Haag de centrale is van
zich in wapenhandwerk oefenende Nazi-storm
troepen of van de voorbereiding van, c.q. het
mede helpen aan een geweldadige actie in
Duitschland, is geen enkele deugdelijke grond.
Er is nog wel eens ruzie tusschen de heeren
dat komt veel voor, niet waar, bij extremisti
sche groepen maar ook dan blijkt er niets
van niet toe te laten of duistere acties. Toch
zegt het Hollandsche spreekwoord: „Als de
kok met de keukenmeid kijft, weet men waar
de boter blijft".
dat ook de Nazi-gedachte onder de Duitsche
kolonie in de residentie veld heeft gewonnen.
Een veld. dat ze wel weer kwijt zal raken,
wanneer Hitler's ster gaat dalen.
De heeren. die de leiding hebben van de
zich ook in den vreemde vereenigd hebbende
Nazi's maken van die leiding heelemaal geen
geheim. Uit de mededeelingen in de s.-d. or
ganen krijgt men zulk een geheimzinnigen
indruk wèl. Oris kwam dezer dagen een uit-
noodiging in handen voor een ..Abend Deut-
scher Volkskunst", welke in Den Haag op
Vrijdag 7 October zou gegeven worden in het
oeroude koffiehuis „Hof van Berlijn" in de
Papestraat, door de „Ortsgruppe" Den Haag
van de .Xandesgruppe Niederlande" der Nat.
Soz. Arbeiterpartij. Uit het nummer, dat deze
uitnoodiging droeg zij werd openlijk als
drukwerk verzonden bleek wel, dat men er
niet karig mee was.
Deze invitatie was ook al niet geheimzinni-
met de namen der leiders, welke de bewegins
hier te lande heeft. Zij vermeldde den naam
van Martin Patzig, welke ook „Het Volk"
noemde, ook die van den leider der Auslands-
abteilung te Hamburg, welke echter in „Het
Volk" verkeerd wordt geschreven. Het is niet
Dr. Hans Rieland. maar Nieland, lid van den
Rijksdag. We deelen dus tegelijk maar mee,
dat de „Ortsgruppe" Den Haag onder de lei
ding staat van den heer Paul Hollander.
Het gaat natuurlijk bij de in Holland wo
nende Hitlerianen al even opgeschroefd toe
als bij hen, die in Duitschland wonen, wan
neer ze samenkomen.
Hechten nu de autoriteiten aan deze Hitier-
formaties veel beteekenis? Op deze vraag
moet na ons onderzoek „neen" geantwoord
worden. De hier te lande wonenden zijn zoo
verstandig geen uniform te dragen. Boven
dien hebben zij de strengste instructies van
hun leiders om zich op geenerlei wijze, welke
ook, te bemoeien met de politiek van het land
hunner inwoning. Volgens de mededeelingen
ons door Haagsche autoriteiten, welke zich
speciaal bezig houden met de in de Residentie
wonende vreemdelingen, gedragen de Hitle
rianen zich volkomen naar dit voorschrift.
Van een overtreding daarvan is nog nooit
iets bespeurd.
Er is voorts geenerlei gewettigde reden om
een groep geestverwanten van andere natio
ALKMAAR TIJDENS FEESTEN IN
DONKER.
Te Alkmaar is Zaterdag tijdens de feesten
van het ontzet het electrische licht uitgegaan
tengevolge van een storing, die den geheelen
avond duurde. Alle feestelijkheden, waar
onder een illuminatie zijn daardoor 's avonds
mislukt.
DROEVE GEBEURTENIS OP EEN
BRUILOFTSFEEST.
OUDERS VAN DE BRUID DRONKEN
CREOLINE.
Te Collendoorn, gemeente Ambt Harden-
berg hebben, volgens de Tel. twee oude lieden
bij het feest van den ondertrouw hunner
dochter, doordat de bijziende vrouw een ver
keerde flesch nam, creoline gedronken. Man
en vrouw zijn in ernstigen toestand naar het
ziekenhuis vervoerd.
SCHRIFTVERVALSCHINGEN.
Dat er overal geestdriftige verzamelaars
van brieven en autografen worden gevonden
weet natuurlijk iedereen. Maar minder be
kend is het. dat er bijv. van Goethe twee
maal zooveel brieven en manuscripten in om
loop zijn, als hij er in zijn leven geschreven
heeft.
Hoe komt dat? zult ge vragen.
Wel omdat vervalschers daar een inkomen
in zoeken, omdat er altijd naïeve lieden zijn,
die er in loopen, en omdat, tot in den laat-
sten tijd. de middelen om een vervalsching
te ontdekken of zeer beperkt of peperduur
waren.
Zoo was er te Pressburg eens een archiva
ris, Kalmijn genaamd, die de handschriften
en handteekeningen van haast alle beroemde
personen verbazend goed wist na te maken.
Hij schreef op verlangen een brief met een
„echten Napoleon" en terstond daarop een
niet minder „echte Goethe", die slechts door
uitstekende kenners als onecht verklaard
konden worden.
Deze Kalmijn deed het natuurlijk maar
voor de aardigheid en schrok dus geweldig,
t-oen hij op zekeren dag een dagvaarding
thuis kreeg. Een vriend had hem een paar
dozijn van zijn nagemaakte handschriften
ontfutseld en ze voor goed geld verkocht aan
een verzamelaar van oudheden, die weer
niets beters wist te doen dan ze aan eenige
musea aan te bieden.
Toen kwam de vervalsching aan het licht.
De verzamelaar was natuurlijk absoluut on
schuldig en ook de archivaris werd. na on
derzoek, vrijgelaten met de waarschuwing in
het vervolg voorzichtiger te zijn met zijn
liefhebberij
Niet zoo onschuldig was de Oostenrijksche
geleerde Spiegel, toen hij tegen het einde der
vorige eeuw wegens een dergelijk iets aan
gehouden werd. Spiegel kon niet alleen uit
stekend handschriften vervalschen. maar hij
besteedde ook de grootste zorg aan papier en
inkt. Hij fabriceerde op deze manier „echte"
autografen, zóó misleidend echt, dat deze
vervalschingen, waarvan er thans nog en
kele in het politie-museum van Weenen te
zien zijn, haast overal voor echt werden
aangenomen.
Om den kooper te misleiden en pijnlijke»
onderzoekingen te ontgaan voegde hij bij
zijn vervalschingen gezaghebbende verkla
ringen van de beste kenners uit zijn tijd, die
natuurlijk óók valsch waren. Hij koos daar
voor persoonlijkheden, die buiten Weenen
woonden en van wie hij veronderstellen kon,
dat zij zijn falsificaties nooit onder de oogen
zouden krijgen.
Een valsch Beethovenblad kwam bij toe
val terecht in het Conservatoire te Leipzig,
waarvan de bestuurder een hartstochtelijk
verzamelaar was van autografen van musici.
Deze toonde het blad aan een professor in
de muziekgeschiedenis van de Leipziger Uni
versiteit en deze ontdekte aan een bijna on
zichtbaar teeken, aan het begin van den no
tenbalk geplaatst, de falsificatie. Spiegel had
voor het gerecht, dat hem tot twee jaar ge
vangenisstraf veroordeelde, nog de voldoe
ning, dat erkende deskundigen vol bewonde
ring over zijn werk waren.
Sedert dit geval heeft men een grooten
vooruitgang in de vervalsching van hand
schriften gemaakt, maar ook de methode
van ontdekking der vervalschingen is niet in
rebreke gebleven. De ultraviolette stralen van
de kwartslamp brengen alle falsificatiën on
barmhartig aan het licht. De groote verdien
ste van deze stralen bestaat hierin, dat zij
vooral wijzen op den ouderdom van inkt en
papier.
EEN KANON IN HET VATICAAN.
In de Vaticaan-stad wilde men tennis
banen aanleggen voor de leerlingen van een
seminarium. Men was bijna klaar met de
toebereidselen, toen men in den grond een
3 1/2 M. lang kanon vond. Men legde het
kanon vrij en constateerde, dat het nog ge
laden was. Men neemt aan, dat het in 1843 ter
verdediging van de Pauselijke Zouaven. daar
is neergezet. Het kanon is ondergebracht in
het museum, dat bij het Vaticaan behoort.
HÉT
en sloegen den raad
van den vakman In den wind.
Weest gij verstandiger en
iv auto vóór het
van mist en sneeuw
gladde wegen, nazien.
.C.-Veiligheids-
van 3-8 October
LUCHTVAARTBERICHTEN
Oehoe 8 te Bandoeng van Amsterdam.
Us vogel, thuisreis 8 te Rolak.
UIT HAARLEM
VEREENIGING VOOR VROUWENBELANGEN
EN GELIJK STAATSBURGERSCHAP
Voor bovengenoemde vereeniging zal op
Donderdag 13 October in de Theosofia Stich
ting, Nassauplein. mej. Mr. Dr. E. C. Lek-
kerkerker uit Amsterdam een lezing houden
over: „Wat de vrouwen in Amerika van de
vrouwengevangenissen maakten."
Mej. Lekkerkerker is secretaresse van de
door het Genootschap tot Zedelijke Verbe
tering van Gevangenen ingestelde Commis
sie tot Onderzoek van de Rijksgestichten voor
vrouwen en meisjes. In de Ver. Staten heb
ben de vrouwenorganisaties veel invloed ge
had op de ontwikkeling van de moderne, zoo
goed aan de vrouwelijk psyche aangepaste,
vrouwengevangenissen. Dit is ook hier de
weg, om onze in wezen zoo „mannelijk" in
gerichte gestichten te verbeteren.
Mej. L. is zelf in deze Amerikaansche re
formatories werkzaam geweest. Zij vertoefde
daar van 19241926, het eerste jaar met be
hulp van een fellowship van Radcliffe Col
lege. het 2e jaar met een beurs van het
Laura Spelman Rockefeller Memorial Fund,
dat haar in staat stelde heel de Ver.Staten
rond te reizen.
Na haar terugkeer in Holland schreef zij
een serie artikelen over: „Consultatiebu-
reaux voor moeilijke kinderen", in Amerika,
welke leidde tot de oprichting van een ver
eeniging tot organisatie van dergelijke con-
sultatiebureaux hier te lande. In Amster
dam werd een consultatiebureau opgericht
in 1923 en in Den Haag in 1932. Gedurende 1
jaar was zij werkzaam aan den Amsterdam-
schen Armenraad, welken werkkring zij moest
neerleggen om aan haar proefschrift te wer
ken over: „Reformatories for Women in the
U. S.", waarop zij in 1931 met lof promo
veerde.
PERSONALIA.
Geslaagd is te Rotterdam voor het examen,
hoofdonderwij zeres aan een bewaarschool,
acte B, mej. C. van Welsenes te Haarlem.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
24)
Ferguson en Miss Radford volgden met
belangstelling het tooneel. Blijkbaar was de
eerste man een indringer. Of, wanneer dit
niet het geval was, dan was hij de bond
genoot van den veedief en de derde man
bespionneei'de hem. Miss Rad ford en Fergu
son zouden spoedig ontdekken, hoe de zaak
in elkaar zat.
„Denk je, dat die man daar tusschen
het vee een dief is?" vroeg Miss Radford. In
haar opwinding drukte zij zich dicht tegen
Ferguson aan en kneep hem stevig in den
arm.
„Ik vermoed van wel", antwoordde Fergu
son. „Ik geloof niet dat één rancho koeien
heeft, die ongemerkt buiten rondloopen, voor
namelijk niet, wanneer de koe een kalf
heeft."
Hij boog zich voorover, want de man had
het vuur verlaten en liep naar de gevallen
hoe toe. Naast haar gekomen boog de man
zich over haar heen en drukte het heete
ijzer onder tegen haar hoeven. Een dun
rookwolkje steeg op; de koe verzette zich.
Ferguson keek Miss Radford aan. „Hij
heeft haar hoeven gebrand" zei hij kortaf,
i.dan kan zij niet volgen, wanneer hij haar
kalf wegdrijft".
„Wat een bruut!" verklaarde Miss Rad-
lord, die wit werd van boosheid.
De man was bezig met het touw dat de
pooten der koe vasthield, toen die eerste man
aan het einde van de geul kwam en hem
dadelijk in het oog kreeg. Miss Rad ford en
Ferguson konden van den afstand, waar zij
stonden, de uitdrukking op beider gelaat
niet zien, maar zij zagen de hand van den
veedief naar beneden gaan; zagen zijn re
volver schitteren in het zonlicht.
Maar de revolver werd niet opgeheven. De
revolver van den eersten man kwam juist
een onderdeel van een seconde eerder te
voorschijn en zij zagen dat het dreigend op
den veedief was gericht.
Een oogenblik stonden de mannen onbe
wegelijk. Ferguson voelde den druk op zijn
arm toenemen en hij keerde zijn hoofd om
naar Miss Radford's gelaat dat bleek en
verwrongen was; haar oogen werden met
een langzaam opstijgenden angstigen blik op
hem gericht.
„O!" riep zij uit. „Zij gaan schieten!" Zij
trok haar hand terug van Ferguson's arm en
hield deze, met de andere, tegen haar ooren
terwijl zij tot den rand van de rots terug
deinsde. Zij wachtte ademloos naar het
haar toescheen verscheidene minuten het
hoofd van de mannen afgewend en de oogen
gesloten uit angst dat zij, in oogenblikke-
lijke vrees, naar de vlakte zou kijken. Zij
hield zichzelf voor, dat zij niet wilde om-
keerenjnaar al gauw werd ondanks haar
besluit de spanning te groot en zij keerde
zich snel en angstig om, niet anders ver
wachtende dan een paard zonder ruiter te
zien.Dat zou al verschrikkelijk genoeg zijn
geweest.
Tot haar verbazing, stonden beide mannen
nog in dezelfde houding, die zij aangenomen
hadden, toen zij zich afwendde. De revol
ver van den pas aangekomen man bedreigde
nog altijd den ander. Zij keek op naar Fer
guson's gezicht, om daarop een grimmigen
lach te ontdekken en zijn oogen, koel en half
dichtgeknepen, vast gericht te zien op de
beide ruiters.
„O!" riep zij uit, „is het voorbij?"
Ferguson hoorde de vraag en schudde
met een norsch glimlachje het hoofd.
„Ik geloot niet, dat het noodig is nog
niet", antwoordde hij. „Maar ik geloof wel
dat het gauw voorbij zal zijn, wanneer die
kerel, die zijn revolver op den veedief ge
richt heeft niet allemachtig vlug handelt.
Die andere kerel is bij den hoek van de geul
en wanneer hij een vriend van den dief is,
zal die man met de revolver gauw zijn be
komst krijgen." Zijn stem verhief zich een
weinig er klonk een weinig bezorgdheid in.
„Waarom keert hij zich niet om? Als hij
het deed, kon hij dien laatsten man nu
zien. Nu, wat dunkt je daarvan?" Fergusons'
stem klonk scherp en gespannen en Miss
Radford's blik dwaalde, tegen haar wil, naar
de vlakten beneden haar. Geboeid, terwijl
haar angst week voor de ontzettende span
ning van het oogenblik, volgde zij de bewe
gingen van het trio.
De derde man was nu om den hoek van de
geul gekomen. Hij was niet meer dan hon
derd voet verwijderd van den man, die den
veedief overvallen had en hij liet zijn paard
nu stappen.
De toeschouwers op den rand van het
plateau konden zien, dat hij den toestand
overzien had en nu toesloop op den man, die
den dief gedwongen had. en met zijn rug
naar den naderenden ruiter gekeerd, in het
zadel zat.
Toen hij wat dichterbij kwam liet de derde
man zich ongemerkt van zijn pony glijden
en sloop nader. De beteekenis van deze be
weging werd Miss Radford plotseling ge
openbaard en weer greep zij Ferguson's arm
en trok er verwoed aan.
„O. maar hij gaat dien man dooden!" riep
zij uit. „Kun je niets doen? Om 's hemels
wil, doe het! Roep, of schiet je revolver af
doe iets om hem te waarschuwen!"
Ferguson wierp een vluchtigen blik op
haar en zij zag, dat zijn gelaat wonderlijk,
bleek was. De uitdrukking van zijn gezicht
was nog grimmiger geworden, maar hij lach
te een weinig droevig, naar zij dacht.
„Het heeft geen nut, om te probeeren, iets
te doen", antwoordde hij, zijn blik weer op
de mannen bevestigd. „Wij zijn twee mijlen
van hen verwijderd en een duizend voet bo
ven hen. Geen enkel revolverschot is daar te
hooren. Wij kunnen niets anders doen dan
toekijken. Misschien kunnen wij een hunner
herkenenWat nou!"
Deze uitroep werd hem ontlokt door een
plotselinge beweging van de zijde van den
man, die den veedief overvallen had. De der
de man had zeker eenig geluid gemaakt,
want de eerste keerde zich eensklaps om. Op
hetzelfde oogenblik flikkerde de revolver van
den dief in den zonneschijn.
De toeschouwers op het plateau hoorden
niet dadelijk den knal en toen zij hem hoor
den, was het slechts heel flauw een zwak
geluid, dat nauwelijks te onderscheiden
was. Maar zij zagen plotseling een vlam en
rook. De overvaller waggelde, als dron
ken in het zadel, greep onzeker naar den
zadelknop en gleed toen langzaam naar be
neden in het gras der vlakte.
Ferguson slaakte een diepen zucht en keek
zich omkeerende, Miss Radford scherp aan.
Zij had haar gelaat in haar handen verbor
gen en zwaaide duizelig heen en weer. In
een oogwenk was hij bij haar en leidde haar.
ondersteunend weg, van den rand van het
plateau. Zij ging mee, zonder weerstand te
bieden, haar slank figuurtje schokte kramp
achtig en zij hield haar handen nog altijd
voor haar gelaat.
„O! riep zij uit, toen het vreeselijke van
dit tooneel goed tot haar doordrong. „Die
beesten! Die beesten!"
Daar hij voelde, dat zij sneller zou beko
men van den schok van dit voorval, wanneer
hij zich stilhield, zei Ferguson niets in ant
woord op haar uitbarsingen. terwijl hij haar
naar de noy's leidde. Toen zij ze bereikt
hadden, bleef zij een oogenblik leunen tegen
den* schouder van haar dier, terwijl zij haar
gezicht in zij n manen verborg. Toen ging hij
naast haar staan en sprak haar flink aan.
„Je moet hier weggaan", zei hij. „Ik had je
weg moeten laten gaan voor voor dat ge
beurde."
Zij keek op en toonde hem een paar
groote, droge oogen, waarin nog een spoor
van ontzetting was overgebleven. De zijne
vxertoonden een uitdrukking van ernstig
zelfverwijt.
„Je had geen schuld", zei ze dof. „Je hebt
misschien verwacht, dat er een strijd zou
ontstaan tusschen deze mannen, maar je kon
het einde niet voorzien. O!" Weer huiverde
zij. „Als ik er aan denk, dat ik een man
met opzet heb zien vermoorden!"
„Dat is precies, wat er gebeurd is" ant
woordde hij kalm, „je reinste moord. Zij had
den hem tusschen zich in. Hij had geen
kans. Hij moest het van den een of van den
ander hebben. Het lijkt wel, alsof zij hem in
een hinderlaag lieten loopen; hem met opzet
daarheen lokken". Hij hield haar stijgbeugel
vast.
„Mij dunkt, dat je genoeg gezien hebt,
mevrouw" vervolgde hij. „Het zou het beste
zijn als je op je paard springt en terug
rijdt naar Bear Flat".
Zij huiverde en hief haar hoofd op, keek
hem aan met een angstigen blik in haar
oogen. „Je gaat er heen!" riep zij uit, ter
wijl haar oogen zich verwijdden.
Hij lachte grimmig. „Natuurlijk ga ik er
heen, mevrouw", antwoordde hij. „Het is het
beste, dat je dadelijk naar huis gaat. Ik
rijd daarheen om te zien, hoe erg de man
getroffen is".
Zij wendde zich protesteerend tot hem.
„Maar ze zullen jou ook dooden!" ver
klaarde zij.
Hij lachte weer, nu met grimmig pleizier.
„Er is niet het minste gevaar", antwoordde
hij. „Zij zijn verdwenen".
(Wordt vervolgd.)