DE VEEDIEVEN
pE VAART VAN HET EERSTE STOOMSCHIP.
Veilig Verkeer.
umuider
COURANT
DINSDAG 18 OCTOBER 1932
Pe Clermontvan Fulton op de Hudson.
Honderd vijf en twintig jaar
geleden. Van New-York naar Al
bany.
Fvenals de spoorweg te land, heeft ook het
>L«schip op het water een groote ommekeer
f^Lfftrébracht in handel en verkeer. Daarom
Snt de honderd vijf en twintigste „ver-
rda"" van de vaart van het eerste stoom-
hiD eenige aandacht. Deze eerste vaart vond
?ats in het begin van de maand October van
1807, en wel op den Hudson, van
jaar
v-ï York naar Albany. Volgens sommigen is
Viniste datum 7 October; vaststaat deze
niet, doch wel kan de eerste helft der
So'ber-maand er voor aangenomen worden.
Reeds lang voor dien, had men allerlei po-
en in het werk gesteld, om stoom voor het
Sr-be we sen van SChepen te benutten. Ge-
nJiedschrljvers maken melding van het feit,
t zekere kapitein Blasco de Garay in het
ff j 1543 een machine construeerde, die „tot
"Vbeweging van zeeschepen en zeevaartui-
.„bij windstilte, zonder roeien en zonder
Ln» dienen moest en uit „een grooten ketel
Mkokend water en drijfraderen" bestond.
IU reeds het feit, dat Blasco's schip twee
honderd ton mat, wijst er op, dat dit schip
Jiet varen kon, want volgens den toenmaligen
Mi der wetenschap en techniek was het
onmogelijk, een stoomschip van dergelijke
grootte te bouwen!
- ook de mededeehngen van den natuurkun
de Papin uit Marburg over de vaart, welke
Mj In het jaar 1707 op een met raderen voor
den schip tusschen Kassei en Münden op de
fulda 'gedaan zou hebben, houden geen stand,
is men ze nader beschouwt. De uitvinder van
iet naar hem genoemde „Dampftopfs" heeft
tl, reen stoomschip gebouwd, aangezien de
taderen met menschenkracht in beweging ge-
tracht werden.
In het jaar 1736 deed een Engelschman,
rot name Hull, van zich spreken. Hij had een
grinding gedaan, welke werkelijk het gebruik
'iii stoom voor de scheepvaart mogelijk
bakte, doch op een buitengewoon omslach-
en ingewikkelde manier. Na hem kwamen
Jïin.de.achttiende eeuw nog een groot aan-
uitvinders van stoommachines voor sehe-
J:-n, doch geen enkele sorteerde eenig prac-
liisch nut.
I Anders was het gesteld met den Amerikaan
t Fulton. Deze man was eerst horloge
maker en daarna „fotograaf". In het begin
eer negentiende eeuw was hij door een he
rige uitvindingskoorts aangetast. Hij kwam in
het jaar 1803 naar Parijs, waar hij op de Seine
demonstraties hield met een door hem ver
vaardigd stoomschip. Nadat het eerste, schip
gezonken was, gelukte het hem den negenden
Augustus met een tweede schip, door middel
van stoom, stroomopwaarts te varen. Napo
leon interesseerde zich voor het geval; de uit-
i dacht hij, zou hem van dienst
kunnen zijn in den strijd tegen de Engelschen.
Doch de onderzoekingen van een wetenschap
pelijke commissie, welke hij voor een en an
der had ingesteld, waren zoo vernietigend, dat
alles afsprong: de poginge nvan Fulton, waren
naar het oordeel der commissie van geeneiiei
warde. Fulton keerde daarop- nadat hij bij
deEngelsche firma Boulton en Watt een nieu
we machine had laten maken, naar Amerika
terug. Het schip, waarin hij de machine liet
plaatsen, en dat den naam van „Clermont"
droeg, liep in de eerste dagen van October
"'7 te New-York van stapel. Het mat 162
'on, was ruim veertig meter lang en bijna vijf
meter breedhet had een machine van 20 pk.
en het kon honderd passagiers aan boord heb
ben. Ieder der reizigers mocht tweehonderd
pond aan vracht meevoeren. Bet schip bevat
te drie elegante kamers; een voor de dames.
en twee voor de heeren en een keuken, biblio
theek en andere geriefelijkheden".
Eenige dagen na het van stapel loepen, deed
de „Clermont" zijn eerste vaart. In twee en
dertig uur voer het schip van New-York naar
Albany, een afstand van twee honderd kilo
meter. Hiermee was de eerste regelmatige
stoombootdienst geopend.
De prijs voor dezen tocht werd bepaald op
zeven dollar, waaronder middageten, thee, lo
gies en ontbijt begrepen waren.
Met een zeilschip deed men over dezen af
stand vier dagen, dikwijls zelfs tien. En met
de postkoets nam het ook langer in beslag;
de prijs met dit laatste vervoermiddel beliep
tien dollar, een bedrag, dat nog met vijf dol
lar verhoogd werd voor bijkomende kosten.
Het aantal passagiers nam snel toe en ook
de bouw van stoomschepen werd krachtig ter
hand genomen. In het jaar 1812 voeren op de
Amerikaansche rivieren reeds meer dan vijf
tig stoomschepen! In dit jaar bouwde Henry
Bell in Glasgow het eerste stoomschip, dat
daarna eerst in Europa in gebruik kwam. Zijn
schip onderhield het verkeer op de Clyde, in
Schotland.
Tijdens zijn verblijf te Parijs heeft Fulton
nog ee'n vertegenwoordiger van de Beiersche
regeering aangeboden, om op den Don au een
stoomvaartdienst te openen, tusschen Ulm en
Weenen. Men onderzocht zijn voorstellen zeer
ernstig, doch in het begin van het jaar 1810
bracht de directeur eener technische fabriek
een vernietigend rapport over deze voorstellen
uit. Volgens den expert zou de slechtste post
koets het vlugger doen dan een stoomboot; de
plannen van den Amerikaan moesten zijn in-
ziens op een groot fiasco uitloopen.
Enkele jaren later, in 1816, verscheen het
eerste stoomschip op den Rijn, in Duitschland.
Drie jaren daarna, in 1819, ging er voor het
eerst een „schip met stoom" over den Atlanti-
schen Oceaan: het was de Amerikaansche boot
„Savanna", die voor een overtocht van New
York naar Liverpool ze's en twintig dagen noo-
dig had. Veel succes heeft men er evenwel niet
in gezien, want het duurde nog dertien jaar.,
eer wederom een stoomschip een dergelijke
reis ondernam.
En dan te weten, dat nu de groote Oceaan
stoomers er nog geen vijf dagen over doen
OVEREENSTEMMING DUITSCHLAND-
ITALIë?
Volgens de Tel. zou de Duitsche delegatie,
die te Rome onderhandeld heeft over de con
tingenteering met Italië, principieele over
eenstemming bereikt hebben over de devie-
zenkwestie, op een basis gelijk ook tusschen
Duitschland en Zweden bestaat. Duitschland
heeft eenige toezeggingen gedaan met be
trekking tot de contingenteering, doch de
voornaamste bezwaren van Italië moeten
nog niet overwonnen zijn.
MOORDAANSLAG TE DEN HAAG.
Ongeveer 6.45 gisteravond vervoegde zich
aan een perceel in de Balistraat de 31-jarige
chauffeur W.. gewezen minnaar van de daar
wonende 22-jarige Duitsche dienstbode E. S.
Er ontwikkelde zich een gesprek, waarbij
bleek dat het meisje den chauffeur op een
gegeven oogenblik niet meer te woord
wenschte te staan. Deze werd toen woedend,
en trok een mes, waarmee hij het meisje een
steekwonde in de borst toebracht, waarop de
dader de vlucht nam.
Later op den avond werd hij in de buurt
van zijn woning aangehouden. Het slacht
offer werd aan den Centralen Post van den
Geneeskundigen Dienst verbonden.
De wond bleek niet ernstig te zijn, zoodat
zij naar huis kon worden vervoerd.
(Te Amsterdam wordt een Veilig
Verkeer week gehouden.)
't Kan verikeeren, zeide Breero
In een lang verganen tijd,
Waarlijk, zegt men in de hoofdstad.
En 't kan zelfs in veiligheid.
Auto's, fietsen, kinderwagens,
Karren, wand'laars en de rest,
Als ze maar elkander helpen
Gaat het ook in druikte best.
Daarom wordt in deze dagen
In de hoofdstad eens gedeerd,
Hoe men ook in de verdeeldheid
Veilig met elkaar verkeert.
Velen raken onnadenkend.
In 't verkeer der groote stad.
Zooals algemeen bekend is,
Licht op het verkeerde pad.
Nimmer gaat een pad op rozen,
Als je 't onvoorzichtig gaat;
Als dit geldt voor 't heele leven,
't Geldt speciaal voor d' asfaltstraat,
't Is een kwestie van beheersdhing,
Reedlijkibeid en overleg.
Als bij elk een goede wil is,
Is voor elk een veil'ge weg.
P. GASUS.
DE ZIEKTE VAN „ZUS BRAUN'
EEN INJECTIE ONMOGELIJK GEACHT?
AMSTERDAM, 17 October (V.D.) Het
verhaal van een injectie, die aan mevrouw
PhilipsenBraun tijdens de Olympische
Spelen zou zijn toegediend, heeft in de
lande nogal indruk gemaakt en eenigszms
jegens den Amerikaanschen sportgeest wre
velig gestemd De heer v. d. Putte, de leider
en trainer van de Olympische ploeg, heeft in
een propagandavergaderimg te Apeldoorn
een en ander over zijn ervaringen medege
deeld. Volgens hem hebben zeven doctoren
geconstateerd, dat Mevrouw Philipsen door
een „black widow" (een gevaarlijke spin)
een zeldzaam voorkomend insect, gestoken
kan zijn. De meening, dat haar door Ameri
kanen een injectie zou zijn toegediend, leek
den heer v. d. Putte erg gezocht. Volgens
hem bestond er voor de Amerikanen ook
geen aanleiding om haar voor het kampioen
schap als gevaarlijk te besc-hou/wen.
ERNSTIG TREINONGEVAL.
ZEVEN DOODEN EN VIJFTIEN GEWONDEN.
DE COMMISSIE-WELTER EN DE
KEURINGSDIENSTEN.
Vergissingen door
ondeskundigheid.
RETRIBUTIE ALS VERGOEDING DER
KOSTEN?
PARIJS, 17 October (VD.) Een ernstig
spoorweg ongeluk, waarbij zeven personen
gedood en vijftien gedeeltelijk ernstig ge
wond werden, heeft Zondagavond laat plaats
gehad' nabij het station Cerences tusschen de
stations Folligney en Coutances. Een per
sonentrein die geheel bezet was, kwam 500 M.
vóór het station in botsing met een rangee-
rendeai' goederentrein. De eerste waggon van
den personentrein werd in elkaar geschoven,
terwijl ook de eerste wagens van den goede
rentrein werden vernield.
Tot laat in den nacht- waren zeven lijken
geborgen. Vijftien gewonden waren reeds
naar het ziekenhuis overgebracht. Men
vreest, dat onder de overblijfselen van de
vernielde wagons nog twee lijken liggen.
De schuldvraag.
PARIJS, 17 October (V.D.) Uit 't onder
zoek is gebleken, dat de schuld aan het ern
stige spoorwegongeluk bij Cerences moet
worden geweten aan den stationschef van
Cerences, die den machinist van den goede
rentrein had toegestaan op het traject met
enkel spoor terangeeren, hoewel de personen
trein reeds was aangekondigd. Het tot-aal
aantal dooden zal waarschijnlijk stijgen tot
negen.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 17 October.
Bevallen 12 October: A. MaathuisHed-
mann, z.; 13 October: M. J. A. Wennink
Hoogenbosch, d.; 14 A. M. C. VeldmanRijs
wijk, z.; P. M. KooijGeerevliet, d.; N. W.
Heimringde Vries, z.; C. M. v. d. Linden
Dam, z.; H. NowakLöhr, d.; 15 October: A.
J. Nee venFe ij en, z.
Overleden 13 October; H. W. Bernhard, 72
j., Lange Raamstraat; Ï4 October: C. Neder-
koorn, 80 j., Linschotenstraat; J. Seijsener,
48 j.. Gasthuisvest.
In Het Volk levert dr. H. van Raalte, direc
teur van den Amsterdamschen keuringsdienst
van waren een critiek op het rapport der com-
missie-Welter voor zoover betreft de plannen
met de keuringsdiensten.
Hij verwijt de commissie ondeskundigheid
en een foutieve, om niet te zeggen oneerlijke
voorstelling van de kosten van de keurings
diensten van Waren, die sinds den aanvang
met 185 pet. zouden zijn gerezen. Immers de
minister raamde de kosten in 1919 den
goedkoopen tijd op f 600.000; zij bedragen
nu f 1.700.000.
Feit is echter, dat de uitgaven in 1923 22
ent per jaar per inwoner bedroegen en dat
dit ook thans nog het geval is.
In het rapport heet het, dat de vele Ko
ninklijke besluiten ex de Warenwet de con
trole te duur maken, b.v. het Papierbesluit en
het Behangselbesluit.
De controle op de naleving van het Papier-
besluit berust echter niet bij de Keurings
diensten en de controle op die van het Be
hangselbesluit die een zuiver hygiënisch
doel heeft brengt nauwelijks eenige kosten
met zich mee.
De omstandigheid, dat het personeel van de
Keuringsdiensten na de verschijning van al
die Koninklijke besluiten volstrekt niet is
vergroot, bewijst bovendien afdoende de on
juistheid van de argumenteering van de com
missie-Van Beresteyn, waarop de commissie
Weiter zich baseert.
Deze commissie meent tenslotte, dat groote
diensten goedkooper zijn dan kleine zij
mekt enkele diensten uit, om dit te bewijzen
en wil dus concentratie van het toezicht,
door opheffing van acht diensten. Besparing
2 ton.
Dan wil de commissie, dat de gemeenten
'■■uilen worden gedwongen, hare salarissen ge-
ijk te maken aan die van de rijksambtena
ren. Dat gaat in een vloek en een zucht, niet
waar? Besnaring nog eens 1 1/2 ton. Totaal
der besparing 3 1/2 ton.
Top. zegt de commissie-Weh-er. Dat doen
we. Zij geeft geen enkel argument, waarom
op de Keuringsdiensten ruim 20 pet. moet
worden bezuinigd, terwijl dit bii andere over
heidsbemoeiingen 12 pet. op personeelsuitga
ven en 15 pet. op materiele uitgaw* zal 7ii^
3 1/2 Ton besparing! Maar nu begaat de
commissiè-Welter eenvergissing. Zij denk(
er niet aan, dat rijk en gemeenten in de
kosten van de Keuringsdiensten evenveel be
talen entrekt die 3 1/2 ton in haar geheel
af van de rijksbijdrage.
Gevolg: de bezuiniging on de uitgaven van
de Keuringsdiensten zal ruim 40 pet. worden,
namelijk 7 ton van 1.7 millioen.
(Vergissen is menschelijk. Zelfs een zoo
vrove vergissing als de commissie hier begaat.
Maar helaas heeft ook de regeering deze ver
gissing over het hoofd gezien. Op de begroo
ting prijkt voor de Keuringsdiensten van
Waren inderdaad een bedrag van f 485.000.
tegen f 835.000.— in het vorige jaar).
Aan een budget van tweemaal f 485.000 is
f 970.000, zal men nog niet eens genoeg heb
ben, als.. ..alle keuringsdiensten werden Op
geheven!
Er wordt immers 1.3 millioen gulden aan'
salarissen betaald; hiervan 70 pet. (wachtgel
den) is f 910.000.
De vaste lasten (rente en afschrijving op
gebouwen, enz.) bedragen f 164.000 per jaar.
Bij volledige liquidatie van de keurings
diensten blijft dus nog jaren lang f 1.074.000
oer jaar noodig.
Bij de geprojecteeïde bezuiniging van
f 700.000 is geen rekening gehouden met de
wachtgelden.
Wie zal die betalen? De centrale gemeen -
dn. die tegen haar zin haar keuringsdiensten
verliezen? Menige centrale gemeente zal dan
oan haar bijdragen voor den gecentraliseer-
den dienst, aan wachtgelden en aan blijvende
vaste lasten meer betalen dan thans! Vanwege
1e bezuiniging!
Of wil men er de centrale gemeenten, die
een (geconcentreerden) dienst houden, mee
belasten, ofschoon de op wachtgeld te stellen
afwentelen op de consumenten.
Ons volk betaalt thans f 150 millioen per
jaar voor den tijdelijken accijns' on boter,
tarwe. enz. Zou het dan geen 1 1/2 millioen. 1
oct. daarvan, kunnen betalen voor een con
trole, die het de garantie geeft, dat zijn eet
waren aan redelijke eischen voldoen en dat
deze onder hygiënisch gunstige omstandighe
den worden bereid?
ambtenaren nooit in haar dienst zijn geweest?
Zal men de benadeelde centrale gemeenten
zonder vergoeding laten zitten met een ge
bouw, dat voor een ander doel dan waarvoor
het is gebouwd en ingericht niet bruikbaar is?
Zal men die gemeenten, die hunne diensten
verliezen, laten zitten met een inventaris, die
voor haar geen cent waard is?
Allemaal vragen, waarop de commissie-
Weiter geen antwoord geeft.
De commissie-Weiter spreekt wel terloops
van de wachtgelden, maar zij houdt er geen
rekening mee. (De regeering volgt haar op
dezen weg!)
Zoo kan men wel op papier bezuinigen!
De schrijver niet de noodzaak van elke be
zuiniging willende ontkennen, meent, dat de
commissie had moeten uitzien naar vermeer
dering van inkomsten, in een vorm, gelijk bij
de Vleeschkeuringsdiensten toegepast wordt.
Belanghebbenden kunnen een retributie
afwentelen op de consumenten.
Ons volk betaalt thans f 150 millioen per
jaar voor den tijdelijken accijns op boter,
tarwe, enz. Zou het dan geen 11/2 millioen, 1
pet. daarvan, kunnen betalen voor een con
trole, die het de garantie geeft, dat zijn eet
waren aan redelijke eischen voldoen en dat
deze onder hygiënisch gunstige omstandighe
den worden bereid?
LOONSVERLAGING BIJ DE
SPOORWEGEN AFGEWEZEN.
STERK VERZET VAN DEN PERSONEEL-
RAAD.
In antwoord op het voorstel der directie
der Nederlandsche Spoorwegen om een loons
verlaging van 10 pCt. toe te passen, heeft de
personeelraad een brief aan de directie ge
zonden, waarin hij de voorstellen afwijst.
Hiervoor wordt aangevoerd dat de spoor
wegen een algemeen maatschappelijke functie
vervullen, zoodat dan ook maar het algemeen
en niet het personeel de verliezen moet dra
gen. De personeelraad meent, dat de regee-
ring eerst een einde dient te maken aan den
bestaanden verkeerschaos en de concurrentie
van het autoverkeer dient te beteugelen. Het
is een onrechtvaardigheid de gevolgen der
verkeerde politiek op het personeel te ver
halen. Wat de verwijzing naar de verlaging
der kosten van levensonderhoud betreft, de
tendenz gaat reeds geruimen tijd in omge
keerde richting.
Verder komt de personeelraad er tegen op,
dat het spoorwegpersoneel steeds grooter ver
mindering van inkomsten is opgelegd dan
het overige rijkspersoneel, het verschil be
draagt 25 pCt. In het verleden is het spoor
wegpersoneel reeds steeds sterker getroffen
dan het Rijkspersoneel. In den loop der jong
ste 10 jaren heeft het spoorwegpersoneel zóó
belangrijke offers gebracht, dat bij een nieu
we verlaging het spook van het gebrek op den
drempel zal verschijnen. De jaarloonen zijn
sinds 1921 tot 26.88 pCt. en de uurloonen tot
30 pCt. verminderd. Gememoreerd worden
ook tal van slechtere arbeidsvoorwaarden en
een inkrimping van het personeel met 12.000
man bij uitbreiding van werkzaamheden.
Onder het personeel heerscht de meening
dat er misbruik van wordt gemaakt, dat het
personeel zich wettelijk niet mag verweren
met het scherpste verzetsmiddel, dat het ten
dienste staat.
Tenslotte wordt om een bespreking ver-
ioeht.
ECHTPAAR IN DEN SLAAP
OVERVALLEN.
Man door inwonenden knecht
ernstig gewond.
PLEEGDE DE DADER ZELFMOORD?
In den nacht van Zaterdag op Zondag i3
ten huize van het jeugdige echtpaar J. La-
ninga te Ide, onder De Punt (Groningen) een
inbraak en poging tot moord gepleegd.
Des nachts om drie uur werd de familie,
welke haar slaapkamer heeft boven de bak
kerij, door een man overvallen. Laninga werd
met- een stuk ijzer een slag op het hoofd toe
gebracht, waardoor een wonde van 2 cM.
diepte ontstond. Ook de vrouw werd, zij het
licht, gewond. Het gelukte haar het electrisch
licht aan te knippen, waarop de dader, die
gekleed was in pull-over en die een pet
achterstevoren op het hoofd had, op de vlucht
ging. Dr. Van den Berg uit Vries heeft den
man, wiens toestand ernstig is, verbonden.
Hij mocht niet worden vervoerd.
Van deze inbraak en poging tot moord wordt
verdacht een 20-jarige bakkersknecht, die
zijn slaapkamer heeft boven de bakkerij, doch
geheel geisoleerd van de woning der familie.
Een geldkistje, dat vermoedelijk het doel
van deze inbraak is geweest, heeft hij bij zijn
vlucht laten staan. Men vermoedt, dat de
jongeman 11a zijn daad zelfmoord heeft ge
pleegd. Tot hedenavond bleef het dreggen in
net Noordwillemskanaal zonder resultaat.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
31)
HiJ" ving haar blik op em hield dien vast
onafgebroken. „Ik geloof wel, dat ik naar
]e keek" zei hij.
„Wel wel" antwoordde zij, plotseling
-angst, dat Ben iets overkomen was „is
er »ts gebeurd?"
glimlachte. „Er is niets gebeurd", ant
woordde hij. „Maar ik wilde een praatje
je maken en ik verwachtte je hier te
ïinüen".
was een zachtheid in zijn stem, die zij
w nooit tevoren in gehoord had en een kal-
nadruk in zijn woorden, die haar een
weinig verlegen de oogen deed neerslaan. Zij
gordde, zonder hem aan te kijken.
;Maar ik kwam hierheen om te schrij-
Te zei ze.
Hij keek haar ernstig aan, trok zijn eene
omhoog op het rotsblok en sloeg de
«an'ren om zijn knie. „Ik heb veel nage-
Qacht
over dat boek", verklaarde hij, eenigs-
a»ns verlegen, „nadat je mij vertelde, dat je
w echte mannen en vrouwen in zoudt be-
Mnrijven. ik vermoed, dat je hen hebt laten
wen, wat jij wilde, dat zij doen zouden en
jaten zeggen, wat jij hen wilde laten zeggen
ot zoover is dat recht en billijk het zou
z'n hebben, wanneer men een boek
cn(eef en er niet in zou zetten, wat men
cflt dat goed was. Maar wat mij niet met
rust laat is dit:: hoe kun je er zeker van
zijn, dat de dingen, die je hen laat zeggen,
'dezelfde zijn, die zij gezegd zouden, hebben,
wanneer zij werkelijk konden spreken. En
hoe kun je weten., welke hun gevoelens zijn,
wanneer je hen iets laat doen?"
Zij lachte. „Dat is een voorrecht, dat de
schrijver zich ongevraagd toeeigent", ant
woordde zij. De schrijver van een boek laat
zijn karakters denken en handelen, zooals
hij denkt, dat hij zelf in dergelijke omstan
digheden zou handelen."
Hij keek haar met spotzieke oogen aan.
„Dat is juist waar ik je wilde hebben",
zei hij. „Je hebt mij in je boek gezet en mij
dingen laten doen en. zeggen, die je zelf be
dacht hebt. Maar je weet niet zekere of ik
die dingen zou doen en zeggen, zooals jij die
beschreven hebt. Wanneer ik er iets over te
zeggen had, zou ik misschien heelemaal
niet in jouw zin gehandeld hebben."
„Ik weet zeker van wel", antwoord
de zij beslist.
„Och kom", antwoordde zij glimlachend,
„je spreekt, alsof pe er nagenoeg zeker van
bent. Je moet het boek al een heel eind
klaar hebben."
Twee derde is af", antwoordde zij, met een
zekere voldoening in haar stem, die hem
niet ontging.
„En je hebt al je karakters dingen laten
deen en denken, die je denkt dat- zij zouden
doen?" Zijn oogen glinsterden spottend.
„Komt er een man en een meisje in voor?"
„Natuurlijk".
„En zij krijgen elkander lief?"
„Een ander slot vinden de lezers niet
gewenscht", antwoordde zij.
Hij schoof heen, en weer, zijn oogen dwaal
den langs den heuvelrand in de verte.
„Ik vermoed, dat dit slot ook het meest
g.wenscht is in het werkelijke leven", merkte
hij op. „Wanneer het anders afloopt praat
men er niet over".
„Ik geloof dat liefde altijd een geliefd
onderwerp is", antwoordde zij glimlachend
Zijn oogen waren nog altijd op den verwij
derden heuvelrand gevestigd.
„Heb je er ook een liefdesverklaring in
gezet tusschen den man en het meisje?"
vroeg hij.
„Natuurlijk."
„Dat is heel interessant", antwoordde hij.
„Ik vermoed, dat zij heel wat te zeggen
hebben?"
„Zij zeggen niet zoo heel veel", verdedigde
zij. o
„Dan vermoed ik, dat het heel goed is",
antwoordde hij, „Ik houdt niet van woorden
rijke liefdesgeschiedenissen". En nu keerde
hij zich om en keek haar strak aan. „Na
tuurlijk" zei hij, „weet ik niet, of het be
slist noodig is, maar ik zou zoo denken, dat
een schrijver, om een goede liefdesgesehie-
denis te beschrijven zelf hef moet hebben. In
dat geval zou hij beter weten, wat het zeg
gen wil om verliefd te zijn."
Zij bewonderde de handigheid, waarmee
hij haar op dit onderwerp had gebracht,
maar zij liet zich niet vangen. Zij keek
hem openhartig aan.
„Ik ben er zeker van, dat het niet noodig
is, dat de schrijver verliefd is", zei zij rustig,
maar beslist. „Ik vlei mij, dat mijn liefdes
geschiedenis tamelijk echt is en ik heb het
toch niet noodig gevonden om op iemand
verliefd te worden".
Dit antwoord deed hem tamelijk inbinden.
„Och kom", zei hij en keek haar. naar zij
dacht, een weinig verwijtend aan. „dat stelt
mij bijna te leur. Maar", vervolgde hij, ter
wijl er een listige uitdrukking in zijn oogen
kwam, „je zegt, dat je nog maar twee derde
van het boek af hebt. Misschien ben je wel
verliefd voor het heelemaal klaar is. En
dan zul je ontdekken, dat je het niet goed
beschreven hebt en het allemaal over moeten
doen. Dat zou toch al te erg zijn, wanneer je
verliefd hadt kunnen worden en het dade
lijk goed beschrijven".
„Ik geloof niet, dat ik verliefd zal worden"
zei ze lachend.
Hij keek haar vluchtig aan en werd ern
stig gestemd. „Ik zou niet graag aannemen,
dat je dit meent" zei hij.
„Waarom?" vroeg zij met zachte stem,
terwijl haar lach overging in ernst.
„Wel zei hij rustig, alsof hij een volmaakt
duidelijk feit constateerde, „ik heb aldoor
gedacht, dat je van mijhield. Natuurlijk
was ik ndet zoo dwaas om te denken dat je
mij liefhad" nu bloosde hij een weinig
„maar ik kan niet ontkennen, dat ik hoopte
dat dit er van zou komen."
„Lieve help!" lachte zij, dat heb je dus al
lemaal uitgedacht! En ik hoopte, dat het
niet zoo diep bij je zou zitten. Zie je", ver
volgde zij, „je beloofde mij een heelen tijd
geleden dat je niet verliefd op mij zoudt
worden."
„Ik geloof niet dat ik dit gezegd heb",
antwoordde hij. „Ik zei, dat ik niet brutaal
zou worden. Ik geloof niet, dat ik nu bru
taal ben. Maar ik kan er niets aan doen
dat ik je liefheb ik heb dat gedaan van
den eersten dag af".
Zij kon niet beletten, dat zij bloosde
het bloed steeg haar naar de wangen. Even
min kon zij die sterke, den adem benemen
de aandoening bedwingen. Nooit had een
man zoo tegen haar gesproken, geen man had
haar ooit doen voelen, wat zij op dit oogen
blik voelde. Zij keerde een vuurrood gelaat
naar hem toe.
„Maar je had heelemaal geen recht om
mij lief te hebben", verklaarde zij, over
tuigd dat zij hem niet aan zijn verstand kon
brengen dat zij hem af wilde wijzen. Blijk
baar begreep hij niet, dat zij van plan was
om dit te doen, want hij maakte zijn handen
die om zijn knie geslagen waren, los en kwam
dichter bij haar, aan den rand van
het rotsblok staande, waar hij zijn eene hand
op liet rusten.
„Natuurlijk had ik daar heelemaal geen
recht op" zei hij ernstig, „maar ik had je
toch lief. Ik heb in mijn leven enkele din
gen gedaan, waar ik niet aan kon doen. Dat
ik jou liefheb is er een van. Ik vrees dat je
me tamelijk brutaal zult vinden maar ik heb
zooveel over je nagedacht en ik moet het je
zeggen. Je bent heel anders dan de vrou
wen diie ik gewoon ben En ik vermoed, dat
ik ook niet precies ben als de mannen die jij
jij heele leven gekend hebt Je bent gewoonn
aan mannen e die erg netjes en knap zijn.
Ik vermoed dat dat soort mannen in den
smaak valt bij de vrouwen Ik beweer niet,
dat ik tot de knappe behoor, maar ik heb
een beetje rondgekeken en heb nooit iets
gedaan waarover ik mij moet schamen. Ik
heb je niet veel aan te bieden, maar wan
neer je
Zij had vluchtig opgekeken, haar wangen
gloeiden.
„Och zeg dat niet", smeekte zij, hief haar
hand op en legde deze op zijn arm. die zij
stevig vastgreep. „Ik heb je langen tijd ge
kend, maar ik ik moet zekerheid hebben".
Hij kon niet weten, dat zij eerst nu begon
te merken dat zij gevaar liep. om zich ge
wonnen te geven en dat deze ontdekking
haar schrik aanjoeg.
„Je moet zekerheid hebben?" vroeg hij,
terwijl zijn gelaat betrok. „Waarvan moet je
zekerheid hebben?"
„Wel" antwoordde zij en lachte om haar
verlegenheid te verbergen, „ik moet zeker
heid hebben dat je mij liefhebt!"
„Welnu, nu heb je zekerheid", zei hij.
„Ik geloof het ook", lachte zij, „En", ver
volgde zij. daar zij het moeilijk vond om
ernstig te blijven, „nu ik dit weet zal het
schrijven nog gemakkelijker gaan."
Weer betrok zijn gelaat. „Ik zie ndet in wat
je schrijven hiermee te maken heeft", zei
hij.
„Niet?" vroeg zij met groote oogen van
geveinsde verwondering. „Wel, zie je dan niet
dat ik zeker moest zijn van je liefde om een
echte liefdesverklaring in mijn boek te kun
nen beschrijven
(Wordt vervolgd.)