DE VEEDIEVEN pE VAART VAN HET EERSTE STOOMSCHIP. Veilig Verkeer. umuider COURANT DINSDAG 18 OCTOBER 1932 Pe Clermontvan Fulton op de Hudson. Honderd vijf en twintig jaar geleden. Van New-York naar Al bany. Fvenals de spoorweg te land, heeft ook het >L«schip op het water een groote ommekeer f^Lfftrébracht in handel en verkeer. Daarom Snt de honderd vijf en twintigste „ver- rda"" van de vaart van het eerste stoom- hiD eenige aandacht. Deze eerste vaart vond ?ats in het begin van de maand October van 1807, en wel op den Hudson, van jaar v-ï York naar Albany. Volgens sommigen is Viniste datum 7 October; vaststaat deze niet, doch wel kan de eerste helft der So'ber-maand er voor aangenomen worden. Reeds lang voor dien, had men allerlei po- en in het werk gesteld, om stoom voor het Sr-be we sen van SChepen te benutten. Ge- nJiedschrljvers maken melding van het feit, t zekere kapitein Blasco de Garay in het ff j 1543 een machine construeerde, die „tot "Vbeweging van zeeschepen en zeevaartui- .„bij windstilte, zonder roeien en zonder Ln» dienen moest en uit „een grooten ketel Mkokend water en drijfraderen" bestond. IU reeds het feit, dat Blasco's schip twee honderd ton mat, wijst er op, dat dit schip Jiet varen kon, want volgens den toenmaligen Mi der wetenschap en techniek was het onmogelijk, een stoomschip van dergelijke grootte te bouwen! - ook de mededeehngen van den natuurkun de Papin uit Marburg over de vaart, welke Mj In het jaar 1707 op een met raderen voor den schip tusschen Kassei en Münden op de fulda 'gedaan zou hebben, houden geen stand, is men ze nader beschouwt. De uitvinder van iet naar hem genoemde „Dampftopfs" heeft tl, reen stoomschip gebouwd, aangezien de taderen met menschenkracht in beweging ge- tracht werden. In het jaar 1736 deed een Engelschman, rot name Hull, van zich spreken. Hij had een grinding gedaan, welke werkelijk het gebruik 'iii stoom voor de scheepvaart mogelijk bakte, doch op een buitengewoon omslach- en ingewikkelde manier. Na hem kwamen Jïin.de.achttiende eeuw nog een groot aan- uitvinders van stoommachines voor sehe- J:-n, doch geen enkele sorteerde eenig prac- liisch nut. I Anders was het gesteld met den Amerikaan t Fulton. Deze man was eerst horloge maker en daarna „fotograaf". In het begin eer negentiende eeuw was hij door een he rige uitvindingskoorts aangetast. Hij kwam in het jaar 1803 naar Parijs, waar hij op de Seine demonstraties hield met een door hem ver vaardigd stoomschip. Nadat het eerste, schip gezonken was, gelukte het hem den negenden Augustus met een tweede schip, door middel van stoom, stroomopwaarts te varen. Napo leon interesseerde zich voor het geval; de uit- i dacht hij, zou hem van dienst kunnen zijn in den strijd tegen de Engelschen. Doch de onderzoekingen van een wetenschap pelijke commissie, welke hij voor een en an der had ingesteld, waren zoo vernietigend, dat alles afsprong: de poginge nvan Fulton, waren naar het oordeel der commissie van geeneiiei warde. Fulton keerde daarop- nadat hij bij deEngelsche firma Boulton en Watt een nieu we machine had laten maken, naar Amerika terug. Het schip, waarin hij de machine liet plaatsen, en dat den naam van „Clermont" droeg, liep in de eerste dagen van October "'7 te New-York van stapel. Het mat 162 'on, was ruim veertig meter lang en bijna vijf meter breedhet had een machine van 20 pk. en het kon honderd passagiers aan boord heb ben. Ieder der reizigers mocht tweehonderd pond aan vracht meevoeren. Bet schip bevat te drie elegante kamers; een voor de dames. en twee voor de heeren en een keuken, biblio theek en andere geriefelijkheden". Eenige dagen na het van stapel loepen, deed de „Clermont" zijn eerste vaart. In twee en dertig uur voer het schip van New-York naar Albany, een afstand van twee honderd kilo meter. Hiermee was de eerste regelmatige stoombootdienst geopend. De prijs voor dezen tocht werd bepaald op zeven dollar, waaronder middageten, thee, lo gies en ontbijt begrepen waren. Met een zeilschip deed men over dezen af stand vier dagen, dikwijls zelfs tien. En met de postkoets nam het ook langer in beslag; de prijs met dit laatste vervoermiddel beliep tien dollar, een bedrag, dat nog met vijf dol lar verhoogd werd voor bijkomende kosten. Het aantal passagiers nam snel toe en ook de bouw van stoomschepen werd krachtig ter hand genomen. In het jaar 1812 voeren op de Amerikaansche rivieren reeds meer dan vijf tig stoomschepen! In dit jaar bouwde Henry Bell in Glasgow het eerste stoomschip, dat daarna eerst in Europa in gebruik kwam. Zijn schip onderhield het verkeer op de Clyde, in Schotland. Tijdens zijn verblijf te Parijs heeft Fulton nog ee'n vertegenwoordiger van de Beiersche regeering aangeboden, om op den Don au een stoomvaartdienst te openen, tusschen Ulm en Weenen. Men onderzocht zijn voorstellen zeer ernstig, doch in het begin van het jaar 1810 bracht de directeur eener technische fabriek een vernietigend rapport over deze voorstellen uit. Volgens den expert zou de slechtste post koets het vlugger doen dan een stoomboot; de plannen van den Amerikaan moesten zijn in- ziens op een groot fiasco uitloopen. Enkele jaren later, in 1816, verscheen het eerste stoomschip op den Rijn, in Duitschland. Drie jaren daarna, in 1819, ging er voor het eerst een „schip met stoom" over den Atlanti- schen Oceaan: het was de Amerikaansche boot „Savanna", die voor een overtocht van New York naar Liverpool ze's en twintig dagen noo- dig had. Veel succes heeft men er evenwel niet in gezien, want het duurde nog dertien jaar., eer wederom een stoomschip een dergelijke reis ondernam. En dan te weten, dat nu de groote Oceaan stoomers er nog geen vijf dagen over doen OVEREENSTEMMING DUITSCHLAND- ITALIë? Volgens de Tel. zou de Duitsche delegatie, die te Rome onderhandeld heeft over de con tingenteering met Italië, principieele over eenstemming bereikt hebben over de devie- zenkwestie, op een basis gelijk ook tusschen Duitschland en Zweden bestaat. Duitschland heeft eenige toezeggingen gedaan met be trekking tot de contingenteering, doch de voornaamste bezwaren van Italië moeten nog niet overwonnen zijn. MOORDAANSLAG TE DEN HAAG. Ongeveer 6.45 gisteravond vervoegde zich aan een perceel in de Balistraat de 31-jarige chauffeur W.. gewezen minnaar van de daar wonende 22-jarige Duitsche dienstbode E. S. Er ontwikkelde zich een gesprek, waarbij bleek dat het meisje den chauffeur op een gegeven oogenblik niet meer te woord wenschte te staan. Deze werd toen woedend, en trok een mes, waarmee hij het meisje een steekwonde in de borst toebracht, waarop de dader de vlucht nam. Later op den avond werd hij in de buurt van zijn woning aangehouden. Het slacht offer werd aan den Centralen Post van den Geneeskundigen Dienst verbonden. De wond bleek niet ernstig te zijn, zoodat zij naar huis kon worden vervoerd. (Te Amsterdam wordt een Veilig Verkeer week gehouden.) 't Kan verikeeren, zeide Breero In een lang verganen tijd, Waarlijk, zegt men in de hoofdstad. En 't kan zelfs in veiligheid. Auto's, fietsen, kinderwagens, Karren, wand'laars en de rest, Als ze maar elkander helpen Gaat het ook in druikte best. Daarom wordt in deze dagen In de hoofdstad eens gedeerd, Hoe men ook in de verdeeldheid Veilig met elkaar verkeert. Velen raken onnadenkend. In 't verkeer der groote stad. Zooals algemeen bekend is, Licht op het verkeerde pad. Nimmer gaat een pad op rozen, Als je 't onvoorzichtig gaat; Als dit geldt voor 't heele leven, 't Geldt speciaal voor d' asfaltstraat, 't Is een kwestie van beheersdhing, Reedlijkibeid en overleg. Als bij elk een goede wil is, Is voor elk een veil'ge weg. P. GASUS. DE ZIEKTE VAN „ZUS BRAUN' EEN INJECTIE ONMOGELIJK GEACHT? AMSTERDAM, 17 October (V.D.) Het verhaal van een injectie, die aan mevrouw PhilipsenBraun tijdens de Olympische Spelen zou zijn toegediend, heeft in de lande nogal indruk gemaakt en eenigszms jegens den Amerikaanschen sportgeest wre velig gestemd De heer v. d. Putte, de leider en trainer van de Olympische ploeg, heeft in een propagandavergaderimg te Apeldoorn een en ander over zijn ervaringen medege deeld. Volgens hem hebben zeven doctoren geconstateerd, dat Mevrouw Philipsen door een „black widow" (een gevaarlijke spin) een zeldzaam voorkomend insect, gestoken kan zijn. De meening, dat haar door Ameri kanen een injectie zou zijn toegediend, leek den heer v. d. Putte erg gezocht. Volgens hem bestond er voor de Amerikanen ook geen aanleiding om haar voor het kampioen schap als gevaarlijk te besc-hou/wen. ERNSTIG TREINONGEVAL. ZEVEN DOODEN EN VIJFTIEN GEWONDEN. DE COMMISSIE-WELTER EN DE KEURINGSDIENSTEN. Vergissingen door ondeskundigheid. RETRIBUTIE ALS VERGOEDING DER KOSTEN? PARIJS, 17 October (VD.) Een ernstig spoorweg ongeluk, waarbij zeven personen gedood en vijftien gedeeltelijk ernstig ge wond werden, heeft Zondagavond laat plaats gehad' nabij het station Cerences tusschen de stations Folligney en Coutances. Een per sonentrein die geheel bezet was, kwam 500 M. vóór het station in botsing met een rangee- rendeai' goederentrein. De eerste waggon van den personentrein werd in elkaar geschoven, terwijl ook de eerste wagens van den goede rentrein werden vernield. Tot laat in den nacht- waren zeven lijken geborgen. Vijftien gewonden waren reeds naar het ziekenhuis overgebracht. Men vreest, dat onder de overblijfselen van de vernielde wagons nog twee lijken liggen. De schuldvraag. PARIJS, 17 October (V.D.) Uit 't onder zoek is gebleken, dat de schuld aan het ern stige spoorwegongeluk bij Cerences moet worden geweten aan den stationschef van Cerences, die den machinist van den goede rentrein had toegestaan op het traject met enkel spoor terangeeren, hoewel de personen trein reeds was aangekondigd. Het tot-aal aantal dooden zal waarschijnlijk stijgen tot negen. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 17 October. Bevallen 12 October: A. MaathuisHed- mann, z.; 13 October: M. J. A. Wennink Hoogenbosch, d.; 14 A. M. C. VeldmanRijs wijk, z.; P. M. KooijGeerevliet, d.; N. W. Heimringde Vries, z.; C. M. v. d. Linden Dam, z.; H. NowakLöhr, d.; 15 October: A. J. Nee venFe ij en, z. Overleden 13 October; H. W. Bernhard, 72 j., Lange Raamstraat; Ï4 October: C. Neder- koorn, 80 j., Linschotenstraat; J. Seijsener, 48 j.. Gasthuisvest. In Het Volk levert dr. H. van Raalte, direc teur van den Amsterdamschen keuringsdienst van waren een critiek op het rapport der com- missie-Welter voor zoover betreft de plannen met de keuringsdiensten. Hij verwijt de commissie ondeskundigheid en een foutieve, om niet te zeggen oneerlijke voorstelling van de kosten van de keurings diensten van Waren, die sinds den aanvang met 185 pet. zouden zijn gerezen. Immers de minister raamde de kosten in 1919 den goedkoopen tijd op f 600.000; zij bedragen nu f 1.700.000. Feit is echter, dat de uitgaven in 1923 22 ent per jaar per inwoner bedroegen en dat dit ook thans nog het geval is. In het rapport heet het, dat de vele Ko ninklijke besluiten ex de Warenwet de con trole te duur maken, b.v. het Papierbesluit en het Behangselbesluit. De controle op de naleving van het Papier- besluit berust echter niet bij de Keurings diensten en de controle op die van het Be hangselbesluit die een zuiver hygiënisch doel heeft brengt nauwelijks eenige kosten met zich mee. De omstandigheid, dat het personeel van de Keuringsdiensten na de verschijning van al die Koninklijke besluiten volstrekt niet is vergroot, bewijst bovendien afdoende de on juistheid van de argumenteering van de com missie-Van Beresteyn, waarop de commissie Weiter zich baseert. Deze commissie meent tenslotte, dat groote diensten goedkooper zijn dan kleine zij mekt enkele diensten uit, om dit te bewijzen en wil dus concentratie van het toezicht, door opheffing van acht diensten. Besparing 2 ton. Dan wil de commissie, dat de gemeenten '■■uilen worden gedwongen, hare salarissen ge- ijk te maken aan die van de rijksambtena ren. Dat gaat in een vloek en een zucht, niet waar? Besnaring nog eens 1 1/2 ton. Totaal der besparing 3 1/2 ton. Top. zegt de commissie-Weh-er. Dat doen we. Zij geeft geen enkel argument, waarom op de Keuringsdiensten ruim 20 pet. moet worden bezuinigd, terwijl dit bii andere over heidsbemoeiingen 12 pet. op personeelsuitga ven en 15 pet. op materiele uitgaw* zal 7ii^ 3 1/2 Ton besparing! Maar nu begaat de commissiè-Welter eenvergissing. Zij denk( er niet aan, dat rijk en gemeenten in de kosten van de Keuringsdiensten evenveel be talen entrekt die 3 1/2 ton in haar geheel af van de rijksbijdrage. Gevolg: de bezuiniging on de uitgaven van de Keuringsdiensten zal ruim 40 pet. worden, namelijk 7 ton van 1.7 millioen. (Vergissen is menschelijk. Zelfs een zoo vrove vergissing als de commissie hier begaat. Maar helaas heeft ook de regeering deze ver gissing over het hoofd gezien. Op de begroo ting prijkt voor de Keuringsdiensten van Waren inderdaad een bedrag van f 485.000. tegen f 835.000.— in het vorige jaar). Aan een budget van tweemaal f 485.000 is f 970.000, zal men nog niet eens genoeg heb ben, als.. ..alle keuringsdiensten werden Op geheven! Er wordt immers 1.3 millioen gulden aan' salarissen betaald; hiervan 70 pet. (wachtgel den) is f 910.000. De vaste lasten (rente en afschrijving op gebouwen, enz.) bedragen f 164.000 per jaar. Bij volledige liquidatie van de keurings diensten blijft dus nog jaren lang f 1.074.000 oer jaar noodig. Bij de geprojecteeïde bezuiniging van f 700.000 is geen rekening gehouden met de wachtgelden. Wie zal die betalen? De centrale gemeen - dn. die tegen haar zin haar keuringsdiensten verliezen? Menige centrale gemeente zal dan oan haar bijdragen voor den gecentraliseer- den dienst, aan wachtgelden en aan blijvende vaste lasten meer betalen dan thans! Vanwege 1e bezuiniging! Of wil men er de centrale gemeenten, die een (geconcentreerden) dienst houden, mee belasten, ofschoon de op wachtgeld te stellen afwentelen op de consumenten. Ons volk betaalt thans f 150 millioen per jaar voor den tijdelijken accijns' on boter, tarwe. enz. Zou het dan geen 1 1/2 millioen. 1 oct. daarvan, kunnen betalen voor een con trole, die het de garantie geeft, dat zijn eet waren aan redelijke eischen voldoen en dat deze onder hygiënisch gunstige omstandighe den worden bereid? ambtenaren nooit in haar dienst zijn geweest? Zal men de benadeelde centrale gemeenten zonder vergoeding laten zitten met een ge bouw, dat voor een ander doel dan waarvoor het is gebouwd en ingericht niet bruikbaar is? Zal men die gemeenten, die hunne diensten verliezen, laten zitten met een inventaris, die voor haar geen cent waard is? Allemaal vragen, waarop de commissie- Weiter geen antwoord geeft. De commissie-Weiter spreekt wel terloops van de wachtgelden, maar zij houdt er geen rekening mee. (De regeering volgt haar op dezen weg!) Zoo kan men wel op papier bezuinigen! De schrijver niet de noodzaak van elke be zuiniging willende ontkennen, meent, dat de commissie had moeten uitzien naar vermeer dering van inkomsten, in een vorm, gelijk bij de Vleeschkeuringsdiensten toegepast wordt. Belanghebbenden kunnen een retributie afwentelen op de consumenten. Ons volk betaalt thans f 150 millioen per jaar voor den tijdelijken accijns op boter, tarwe, enz. Zou het dan geen 11/2 millioen, 1 pet. daarvan, kunnen betalen voor een con trole, die het de garantie geeft, dat zijn eet waren aan redelijke eischen voldoen en dat deze onder hygiënisch gunstige omstandighe den worden bereid? LOONSVERLAGING BIJ DE SPOORWEGEN AFGEWEZEN. STERK VERZET VAN DEN PERSONEEL- RAAD. In antwoord op het voorstel der directie der Nederlandsche Spoorwegen om een loons verlaging van 10 pCt. toe te passen, heeft de personeelraad een brief aan de directie ge zonden, waarin hij de voorstellen afwijst. Hiervoor wordt aangevoerd dat de spoor wegen een algemeen maatschappelijke functie vervullen, zoodat dan ook maar het algemeen en niet het personeel de verliezen moet dra gen. De personeelraad meent, dat de regee- ring eerst een einde dient te maken aan den bestaanden verkeerschaos en de concurrentie van het autoverkeer dient te beteugelen. Het is een onrechtvaardigheid de gevolgen der verkeerde politiek op het personeel te ver halen. Wat de verwijzing naar de verlaging der kosten van levensonderhoud betreft, de tendenz gaat reeds geruimen tijd in omge keerde richting. Verder komt de personeelraad er tegen op, dat het spoorwegpersoneel steeds grooter ver mindering van inkomsten is opgelegd dan het overige rijkspersoneel, het verschil be draagt 25 pCt. In het verleden is het spoor wegpersoneel reeds steeds sterker getroffen dan het Rijkspersoneel. In den loop der jong ste 10 jaren heeft het spoorwegpersoneel zóó belangrijke offers gebracht, dat bij een nieu we verlaging het spook van het gebrek op den drempel zal verschijnen. De jaarloonen zijn sinds 1921 tot 26.88 pCt. en de uurloonen tot 30 pCt. verminderd. Gememoreerd worden ook tal van slechtere arbeidsvoorwaarden en een inkrimping van het personeel met 12.000 man bij uitbreiding van werkzaamheden. Onder het personeel heerscht de meening dat er misbruik van wordt gemaakt, dat het personeel zich wettelijk niet mag verweren met het scherpste verzetsmiddel, dat het ten dienste staat. Tenslotte wordt om een bespreking ver- ioeht. ECHTPAAR IN DEN SLAAP OVERVALLEN. Man door inwonenden knecht ernstig gewond. PLEEGDE DE DADER ZELFMOORD? In den nacht van Zaterdag op Zondag i3 ten huize van het jeugdige echtpaar J. La- ninga te Ide, onder De Punt (Groningen) een inbraak en poging tot moord gepleegd. Des nachts om drie uur werd de familie, welke haar slaapkamer heeft boven de bak kerij, door een man overvallen. Laninga werd met- een stuk ijzer een slag op het hoofd toe gebracht, waardoor een wonde van 2 cM. diepte ontstond. Ook de vrouw werd, zij het licht, gewond. Het gelukte haar het electrisch licht aan te knippen, waarop de dader, die gekleed was in pull-over en die een pet achterstevoren op het hoofd had, op de vlucht ging. Dr. Van den Berg uit Vries heeft den man, wiens toestand ernstig is, verbonden. Hij mocht niet worden vervoerd. Van deze inbraak en poging tot moord wordt verdacht een 20-jarige bakkersknecht, die zijn slaapkamer heeft boven de bakkerij, doch geheel geisoleerd van de woning der familie. Een geldkistje, dat vermoedelijk het doel van deze inbraak is geweest, heeft hij bij zijn vlucht laten staan. Men vermoedt, dat de jongeman 11a zijn daad zelfmoord heeft ge pleegd. Tot hedenavond bleef het dreggen in net Noordwillemskanaal zonder resultaat. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 31) HiJ" ving haar blik op em hield dien vast onafgebroken. „Ik geloof wel, dat ik naar ]e keek" zei hij. „Wel wel" antwoordde zij, plotseling -angst, dat Ben iets overkomen was „is er »ts gebeurd?" glimlachte. „Er is niets gebeurd", ant woordde hij. „Maar ik wilde een praatje je maken en ik verwachtte je hier te ïinüen". was een zachtheid in zijn stem, die zij w nooit tevoren in gehoord had en een kal- nadruk in zijn woorden, die haar een weinig verlegen de oogen deed neerslaan. Zij gordde, zonder hem aan te kijken. ;Maar ik kwam hierheen om te schrij- Te zei ze. Hij keek haar ernstig aan, trok zijn eene omhoog op het rotsblok en sloeg de «an'ren om zijn knie. „Ik heb veel nage- Qacht over dat boek", verklaarde hij, eenigs- a»ns verlegen, „nadat je mij vertelde, dat je w echte mannen en vrouwen in zoudt be- Mnrijven. ik vermoed, dat je hen hebt laten wen, wat jij wilde, dat zij doen zouden en jaten zeggen, wat jij hen wilde laten zeggen ot zoover is dat recht en billijk het zou z'n hebben, wanneer men een boek cn(eef en er niet in zou zetten, wat men cflt dat goed was. Maar wat mij niet met rust laat is dit:: hoe kun je er zeker van zijn, dat de dingen, die je hen laat zeggen, 'dezelfde zijn, die zij gezegd zouden, hebben, wanneer zij werkelijk konden spreken. En hoe kun je weten., welke hun gevoelens zijn, wanneer je hen iets laat doen?" Zij lachte. „Dat is een voorrecht, dat de schrijver zich ongevraagd toeeigent", ant woordde zij. De schrijver van een boek laat zijn karakters denken en handelen, zooals hij denkt, dat hij zelf in dergelijke omstan digheden zou handelen." Hij keek haar met spotzieke oogen aan. „Dat is juist waar ik je wilde hebben", zei hij. „Je hebt mij in je boek gezet en mij dingen laten doen en. zeggen, die je zelf be dacht hebt. Maar je weet niet zekere of ik die dingen zou doen en zeggen, zooals jij die beschreven hebt. Wanneer ik er iets over te zeggen had, zou ik misschien heelemaal niet in jouw zin gehandeld hebben." „Ik weet zeker van wel", antwoord de zij beslist. „Och kom", antwoordde zij glimlachend, „je spreekt, alsof pe er nagenoeg zeker van bent. Je moet het boek al een heel eind klaar hebben." Twee derde is af", antwoordde zij, met een zekere voldoening in haar stem, die hem niet ontging. „En je hebt al je karakters dingen laten deen en denken, die je denkt dat- zij zouden doen?" Zijn oogen glinsterden spottend. „Komt er een man en een meisje in voor?" „Natuurlijk". „En zij krijgen elkander lief?" „Een ander slot vinden de lezers niet gewenscht", antwoordde zij. Hij schoof heen, en weer, zijn oogen dwaal den langs den heuvelrand in de verte. „Ik vermoed, dat dit slot ook het meest g.wenscht is in het werkelijke leven", merkte hij op. „Wanneer het anders afloopt praat men er niet over". „Ik geloof dat liefde altijd een geliefd onderwerp is", antwoordde zij glimlachend Zijn oogen waren nog altijd op den verwij derden heuvelrand gevestigd. „Heb je er ook een liefdesverklaring in gezet tusschen den man en het meisje?" vroeg hij. „Natuurlijk." „Dat is heel interessant", antwoordde hij. „Ik vermoed, dat zij heel wat te zeggen hebben?" „Zij zeggen niet zoo heel veel", verdedigde zij. o „Dan vermoed ik, dat het heel goed is", antwoordde hij, „Ik houdt niet van woorden rijke liefdesgeschiedenissen". En nu keerde hij zich om en keek haar strak aan. „Na tuurlijk" zei hij, „weet ik niet, of het be slist noodig is, maar ik zou zoo denken, dat een schrijver, om een goede liefdesgesehie- denis te beschrijven zelf hef moet hebben. In dat geval zou hij beter weten, wat het zeg gen wil om verliefd te zijn." Zij bewonderde de handigheid, waarmee hij haar op dit onderwerp had gebracht, maar zij liet zich niet vangen. Zij keek hem openhartig aan. „Ik ben er zeker van, dat het niet noodig is, dat de schrijver verliefd is", zei zij rustig, maar beslist. „Ik vlei mij, dat mijn liefdes geschiedenis tamelijk echt is en ik heb het toch niet noodig gevonden om op iemand verliefd te worden". Dit antwoord deed hem tamelijk inbinden. „Och kom", zei hij en keek haar. naar zij dacht, een weinig verwijtend aan. „dat stelt mij bijna te leur. Maar", vervolgde hij, ter wijl er een listige uitdrukking in zijn oogen kwam, „je zegt, dat je nog maar twee derde van het boek af hebt. Misschien ben je wel verliefd voor het heelemaal klaar is. En dan zul je ontdekken, dat je het niet goed beschreven hebt en het allemaal over moeten doen. Dat zou toch al te erg zijn, wanneer je verliefd hadt kunnen worden en het dade lijk goed beschrijven". „Ik geloof niet, dat ik verliefd zal worden" zei ze lachend. Hij keek haar vluchtig aan en werd ern stig gestemd. „Ik zou niet graag aannemen, dat je dit meent" zei hij. „Waarom?" vroeg zij met zachte stem, terwijl haar lach overging in ernst. „Wel zei hij rustig, alsof hij een volmaakt duidelijk feit constateerde, „ik heb aldoor gedacht, dat je van mijhield. Natuurlijk was ik ndet zoo dwaas om te denken dat je mij liefhad" nu bloosde hij een weinig „maar ik kan niet ontkennen, dat ik hoopte dat dit er van zou komen." „Lieve help!" lachte zij, dat heb je dus al lemaal uitgedacht! En ik hoopte, dat het niet zoo diep bij je zou zitten. Zie je", ver volgde zij, „je beloofde mij een heelen tijd geleden dat je niet verliefd op mij zoudt worden." „Ik geloof niet dat ik dit gezegd heb", antwoordde hij. „Ik zei, dat ik niet brutaal zou worden. Ik geloof niet, dat ik nu bru taal ben. Maar ik kan er niets aan doen dat ik je liefheb ik heb dat gedaan van den eersten dag af". Zij kon niet beletten, dat zij bloosde het bloed steeg haar naar de wangen. Even min kon zij die sterke, den adem benemen de aandoening bedwingen. Nooit had een man zoo tegen haar gesproken, geen man had haar ooit doen voelen, wat zij op dit oogen blik voelde. Zij keerde een vuurrood gelaat naar hem toe. „Maar je had heelemaal geen recht om mij lief te hebben", verklaarde zij, over tuigd dat zij hem niet aan zijn verstand kon brengen dat zij hem af wilde wijzen. Blijk baar begreep hij niet, dat zij van plan was om dit te doen, want hij maakte zijn handen die om zijn knie geslagen waren, los en kwam dichter bij haar, aan den rand van het rotsblok staande, waar hij zijn eene hand op liet rusten. „Natuurlijk had ik daar heelemaal geen recht op" zei hij ernstig, „maar ik had je toch lief. Ik heb in mijn leven enkele din gen gedaan, waar ik niet aan kon doen. Dat ik jou liefheb is er een van. Ik vrees dat je me tamelijk brutaal zult vinden maar ik heb zooveel over je nagedacht en ik moet het je zeggen. Je bent heel anders dan de vrou wen diie ik gewoon ben En ik vermoed, dat ik ook niet precies ben als de mannen die jij jij heele leven gekend hebt Je bent gewoonn aan mannen e die erg netjes en knap zijn. Ik vermoed dat dat soort mannen in den smaak valt bij de vrouwen Ik beweer niet, dat ik tot de knappe behoor, maar ik heb een beetje rondgekeken en heb nooit iets gedaan waarover ik mij moet schamen. Ik heb je niet veel aan te bieden, maar wan neer je Zij had vluchtig opgekeken, haar wangen gloeiden. „Och zeg dat niet", smeekte zij, hief haar hand op en legde deze op zijn arm. die zij stevig vastgreep. „Ik heb je langen tijd ge kend, maar ik ik moet zekerheid hebben". Hij kon niet weten, dat zij eerst nu begon te merken dat zij gevaar liep. om zich ge wonnen te geven en dat deze ontdekking haar schrik aanjoeg. „Je moet zekerheid hebben?" vroeg hij, terwijl zijn gelaat betrok. „Waarvan moet je zekerheid hebben?" „Wel" antwoordde zij en lachte om haar verlegenheid te verbergen, „ik moet zeker heid hebben dat je mij liefhebt!" „Welnu, nu heb je zekerheid", zei hij. „Ik geloof het ook", lachte zij, „En", ver volgde zij. daar zij het moeilijk vond om ernstig te blijven, „nu ik dit weet zal het schrijven nog gemakkelijker gaan." Weer betrok zijn gelaat. „Ik zie ndet in wat je schrijven hiermee te maken heeft", zei hij. „Niet?" vroeg zij met groote oogen van geveinsde verwondering. „Wel, zie je dan niet dat ik zeker moest zijn van je liefde om een echte liefdesverklaring in mijn boek te kun nen beschrijven (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3