reisbrieven uit rusland. DE VEEDIEVEN Een grapjas. LU,DER COURANT WOENSDAG 19 OCTOBER 1932 Dnjeprostroj. Een stad is in aanbouw. trein kwam aan in Alexandrowsk, tegen- «ordig Zaparogië genoemd en vandaar toaciït eën auto ons, naar de nieuwe stad ÜJ.jeprostroj, die nog weinig bewoond is. We JS.en kamers om ons op te frisschen in nog bewoonde arbeiderswoningen, in groot-e ÏÏkante blokken opgebouwd. Hierbij een jleis met maten. OWNtNPlAATa ^Trr.0f(O'ID 3AJ,- 'Voo»- SlAtO- r* ff? JJAuCON fe gebruikten ons ontbijt in de toekomstige Operatieve restauratie en gingen daarna te r0et. naar den grooten nieuwen stuwdam in cf Dnjepr. Het plan is, van het groote verval dit gedeelte van de rivier gebruik te ma- jen tot het opwekken van electrischen stroom, iezen te benutten voor de industrie, de be waarheid van de rivier te verhoogen en v bevloeiing van het omliggende land moge- Jk te maken. Het plan., dat te zamen het «rootste project van dien aard is van de we reld is doorgezet door Petrowski, den voorzit- lervan liet Ukrainisch Excecutief Comité van Comm. Partij. (Inmiddels is, naar wij deze week gemeld heb- de stuwdam van Dnjeprostroj voltooid. ...id.) II We werden in een stoomboot over de rivier Uracht of beter over het stuwmeer, want L lag hier vroeger dieper en was smaller. IS adat de dam het water 48 M. (in de toe- Brast 51 M.) omhoog gebracht heeft (waarbij stadje verplaatst moest worden) ontstond Br. diep en bevaarbaar meer en tot 100 K.M. nroomopwaarts is de gunstige invloed tot in M zijrivieren merkbaar. Aan de overzijde was een kleine primitieve drijvende zweminrichting, waarop een aantal ouden en jongen van beiderlei geslacht, bruin is negers bijna, van zon en water genoten. In de gemengde baden wordt zwemgoed ge dragen, doch minimaal van afmeting, zwem pakken ziet men zoo goed als niet, de vrou- Ven dragen eeri zwembroek en een soort buste bonder, zoodat de uitwerking van de zon zoo groot mogelijk is. In het kantoor van de Dnjeprostroj had een uiteenzetting plaats in het Russisch over de beteekenis van de Dnjeprostroj en vertaald door onze gidsen. De dam is 600 M. lang, 60 M. hóóg en 40 M. breed, heeft een bassin van 450 K.M.2 doen ontstaan, er is 750 millioen M3. beton in ver werkt, het sluizensysteem is 360 M. lang en !8 M. breed. Telkens werd in den zomer (als e: weinig water was) gestort en in den win ter alles voorbereid voor het volgende seizoen. De energie die men zich voorstelt op te wek ken zou 8 millioen PK. bedragen. Een tweede dergelijk werk aan de Wolga is in voorberei ding. In practijk zijn hier gebracht de Woorden Tan Lenin„Wat is Communisme?" Antwoord: „Soviet plus electrificatie". Kort en bondig heeft deze figuur aan Rus land een soort strijdkreet gegeven en wel één raar de niet-Russisehe wereld nog eens van zal kunnen profiteeren en waar^'t Russische volk zich op het oogenblik voor rantsoeneert Waar is in de geschiedenis een ander voor- beeld aan te wijzen van een land, waar boter en suiker, maanden lang practisch niet te krij gen zijn, nadat het eerst geëxporteerd is om eld te krijgen voor den aankoop van ma chines. De bedoeling is, vooral stroom te krijgen voor de ertssmelterijen in het Donetzbekken. De stuwdam werd ook bezichtigd, 't Was streng verboden foto's van de werken te ne men; op den dam zelf werd dit plotseling wel toegestaan. 't Was een imposant gezicht hoe daar reus achtige turbines gemonteerd werden. Het zijn enorme en dikke wielen die bij toelating van water, door een sluis op te trekken in een draaiende beweging komen en direct stroom opwekken. Overal werd gewerkt door lasschers schilders, monteurs. Kranen reden op breede rails en brachten zware onderdeelen op hun plaats. Vrouwen liepen twee aan twee en droegen op een draagbaar zand of cement. Mijn indruk was echter dat er op een bouw werk in West-Europa en vooral in Duifschland en Italië in veel sneller tempo gewerkt wordt door de „opperlieden" en anderen. Maar waarschijnlijk zijn het desondanks nog goedkoope arbeidskrachten. We liepen den geheelen dam over, nu eéns over een door zichtig plankier, dan weer over een smalle plank, dan weer door een nauwen doorgang langs een kroan op rails, die ieder oogenblik kon gaan rijden. Ik vermoed dat men in West-Europa op een dergelijke plek geen be zoekers toegelaten zou hebben. Aan het slot zag ik de sluizen, die veel kleiner waren dan die in IJmuiden, maar waarvan de diepte ont zettend was. Er was nog geen water ingelaten en we zagen de rotsen van de vroegere stroom versnelling. Uit de hoogte van de deuren bleek dat de groote diepte van de sluiskolken niet opzettelijk was. Daarna bezochten we woningen van seizoen arbeiders. Hier was het nog oud-Rusland, schilderachtig maar primitief. Er werd op vuurtjes bij de huizen een soort meelbal ge kookt in water, later werd deze weer even geroosterd. Ieder van het gezelschap was wel onder den indruk van wat daar tot. stand gebracht was. Men vraagt zich af of West-Europa te lang achter gebleven is, de krachten van de natuur dienstbaar te maken aan de behoeften van de menschen. Als men hoort hoe men nog veel grooter Dlannen heeft, weet men niet of men hier heeft te doen met een kinderlijk utopisme of met werkelijk reëele plannen. Men wil den Dnjepr bij Alexandrowsk recht door laten loo- pen en over aquaducten naar de Krim bren gen om op het plateau cultures mogelijk te maken. Men wil in de Krim een groot station bouwen om met hulp van den wind electrische energie op te wekken. Ik vraag mij af of zoo iets in Holland, waar het zooveel waait, ten onrechte nagelaten is of dat men in Rusland op onzakelijke wijze fantaseert Het één of het ander moet toch het geval zijn. Men wil de Wolga met de Don verbinden, zoodat schepen van Noord naar Zuid kunnen varen in Rusland, meer dan 1 1/2 duizend K.M. ver, hemelsbreed gemeten, terwijl dan de Woiga in de zee van Azow zou komen. Men wil bloembollencultuur be'ginnen bij Soechoem in Trans-Kaukasië! Wie ziet dat het electrische licht hier een vasten avond in de week niet brandt, omdat de Dieselmotor in Jalta dan nagezien moet worden, ook daar buiten het licht onverwachts dikwijls uitgaat of zwak brandt, terwijl de kaarsen en petroleumlampen overal klaar staan, wie ziet of hoort van de verwaarloo- zing van auto's, tractoren e-d. vraagt zich weer al': zijn dit dezelfde menschen? Maar het is hier natuurlijk als overal el ders; eenige duizenden energieken deelen de lakens uit. Vroeger gebeurde dit door slechts eehige honderden en ze waren noch energiek noch sociaal voelend. En het groote voordeel is dat het Russische leger van den arbeid, rekenen kan op esnige millioenen getrouwe, hoewel nog onervaren werkers, die dolgraag willen leeren van ieder die iets weet, Rus of buitenlander. De menschen der oudere generatie, die oor log, revolutie en drie jaren van hongersnood meegemaakt hebben, zeggen per ongeluk nog ..Mijnheer", als het „Kameraad" moest zijn, zijn moe en helpen 't Soviet-bewind met een soort rustige vaderlandsliefde en plichtsbe trachting. Maar de jongere generatie, die zich van de laren 19141921 niet meer herinnert en van de ouderen evenmin iets goeds te hooren krijgt van het Czarisme, is enthousiast, wordt bij gestaan door de vele Duitschers, met hun vak kennis en organisatorische talenten, door de vele Russische Joden met hun talenkennis en hun snelle wijze van aanpassing en hun be vattelijkheid en geschiktheid om wetenschan- oelijk werk te verrichten. Ook de Joden heb ben in Rusland een sprong vooruit gemaakt en niet alleen zij, ook Tataren. Armeniërs, Kaukasiërs. Mongolen, ze behoeven geen pro- groms meer te vreezen, ze studeeren in Mos kou, worden eveneens met „Towaritsj" aange sproken. Geen klasse- en rassenverschil wordt gemaakt, behalve dat degene die nog tracht te leven van den arbeid van anderen hier een >aria is, geen burgerrecht heeft, met den nek aangezien wordt en economisch geboycot, 't Zal velen onzer in Holland te ver gaan hier, maar wat geeft ons het recht den Russen, hun tempo van vooruitgang te betwisten, daar ze immers zoo lang dom gehouden en onderdnikt werden? Tot slot van dit artikel nog iets over Haar lem uit een Russischen reisgids. Mijn gast heer in Nikita had een oude Baedeker van 6 en sloeg voor mij Haarlem op. Het zal den lezer intei-esseeren wat da ai-van verteld wordt en ik laat dit hieronder volgen: Haarlem (1906) is een rijke en rustige stad, de hoofdstad van Noord-Holland. Er wonen veel menschen, die hun tijd geven kunnen aan wetenschap en kunst, er zijn musea, verzame lingen, bibliotheken, boulevards, tuinen (be doeld is wel: parken, dat is in het Russisch één woord) en in Bloemendaal worden veel tulpen, hyacinthen en anjers (bedoeld zal zijn narcissen) gekweekt, die op zandbodem groeien. Bekend is de tulpenspeculatie in de 17e eèuw toen 1 bol van de tulp Viceroy voor 25000 gulden verkocht werd en 3 bollen van Semper Augustus voor 30.000 gulden. Bij de stad is een mooi bosch beuken (be doeld is den Hout). In Haarlem wonen vele menschen, beroemd op het gebied van kunst én wetenschap. De geschiedenis is roemrijk, want de Haar lemmermeer is droog gelegd en er zijn groote bloemen-beplantingen gemaakt. (Sic.!). De stad is de prettigste van Holland met zijn zindelijkheid, rust en landelijkheid. Het centrum is de Groote Markt met Groote Kerk, Raadhuis met museum Het Markthuis (Vleeschhal?) is origineel. Daar is een archief. In de 17e eeuw is een toren gebouwd van SO M. op de kerk. Het raadhuis is van de 1213e eeuw. Het Museum heeft beroemde schilderijen van Rembrandt, en Frans Hals. Het Teyler-Museum heeft interessante din gen als mineralen, boeken, medailles en gra vures. Bij Haarlem zijn goede wegen, uit de stad naar Overveen, tusschen tuinen en goede vil la's en duinen, die Ruysdael geteekend heeft. Iets verder ligt Bloemendaal (zeer mooi met waranda's in hotel Zomerzorg). De omnibus uit Haarlem naar Overveen kost 15 cent, naar Bloemendaal 20 cent" Tot zoover de Russische Baedeker Wat tegenwoordig de Russen interesseert is de vraag of de sociaal-democraten in Holland al evenveel voor Holland gedaan hebben als de communisten in Rusland voor hun land en of er bij ons een „Arbeiberrepubliek" komen kan! De tijden veranderen. C. SEPKES. Nitika aan de Zwarte Zee, 28 Aug. '32. GANDHI DOOR EEN BEROERTE GETROFFEN? NIEMAND 'WORDT TOEGELATEN. CALCUTTA, 18 October (Reuter). Thans wordt het gerucht verspreid, dat Gandhi on middellijk na het beëindigen van zijn honger staking een beroerte zou hebben gekregen, doch van officieele zijde wordt dit gerucht tegengesproken Zijn aanhangers verklaren echter, dit be richt langs geheimen weg te hebben ontvan gen, aangezien de autoriteiten hen nog steeds den toegang t-ot Gandhi ontzeggen, vermoedelijk om zijn gezondheidstoestand te verbergen, teneinde onlusten te voorkomen. NOG EEN SPOORWEGONGELUK SNELTREIN BIJ MOSKOU ONTSPOORD. MOSKOU 18 October (Reuter). De sneitrein uit den Kaukasus is even voor Moskou ontspoord. Twee wagens werden vernield. Omtrent persoonlijke ongelukken is niets bekend. VALSCHE MUNTERSBENDE TE HAMBURG HAMBURG, 19 October (Wolffbureau) De politie heeft hier een valsche-munters- werkplaats ontdekt in een schilderswinkel. Een aanaal leden van de bende werd gear resteerd. De inval werd gedaan juist op het oogen blik dat de misdadigers een serie valsche 20 Mark-biljetten wilden maken. Hoover bezocht op zijn verkiezingstocht door de Vereenigde Staten ook Des Moines in den staat Iowa, ivaar hij met veel enthousiasme werd ontvangen. In de straten waren trans paranten opgehangen met het portret van den president en het onderschrijt „Iowa heet U ivelkom". (Een Rotterdammer heeft bijna 60 uur onafgebroken voor een kleedingmagazijn gewacht, om Maandagochtend zeker te zijn van een jas, die door den win kelier uit reclameoogpunt voor 1 cent te koop aangeboden iverd). Wat zegt u nu van die historie En van zoo'n geduldigen heer, Die zestig uur ijskoud bleef wachten En niet in het prettigste weer. Geeri regen wist hem te verdrijven, Geen nacht die vol eenzaamheid was. Hij was er en wist er te blijven Totdat hij zijn loon kreeg: de jas. Amerika heeft idioten, Ik heb ze reeds vroeger genoemd, Die boomen of daken be,.zitten", Dat maakt ze bij dwazen beroemd. Maar deze geduldige jasser Heeft niet die verdwazing gekend, Hem wachtte naast hoon en bespotting Iets tastbaars: een jas voor een cent. Wanneer hij een tijd had gezeten, Dan ging hij een wijle eens staan. De jasband bond hem aan den winkel, Liet hem geen minuut er vandaan; En mocht hem 't geduld haast begeven, Wat wel onvermijdelijk was, Dan gluurde hij schielijk weer even Naar 't loon van zijn wachten: de jas. Zoo bleef voor hem werk aan den winkel. Waar glorie het eind van zou zijn, Ik huldig dien held in gedachte Met ruikers van geurend jas-mijn; Want ik heb respect voor dien grapjas, Dien 'k zelf nimmer navolgen kan, U ziet het wel vrienden, de kleeren, Die maken nog altijd den man. P. GASUS GEEN MOORD TE ROTTERDAM. GEBRUIKTE DE VROUW VERKEERDE MEDICIJNEN? De sectie, die gistermiddag verricht is op het lijk van de 64-jarige vrouw, die Zondag avond dood in haar woning te Rotterdam gevonden werd, heeft uitgewezen, dat er geen misdaad in 't spel is. De vrouw, die de gewoonte had zich medicijnen van haar eigen keuze toe te dienen, is vermoedelijk plotseling onwel geworden en doordat er geen hulp aanwezig was, overleden, meldt de Maas bode. Dat er in het huis van allerlei overhoop gehaald zou zijn, is niet juist gebleken. SCHEEPSRAMP OP DE NOORD- ZEE? OVERBLIJFSELEN VAN EEN SCHIP GEVONDEN. LONDEN, 18 Oct. (V.D.) Volgens een draadloos bericht van het Nederlandsche stoomschip ..St. Annaland". dat zich heden morgen vijf mijlen ten Noord-Oosten van het lichtschip „Cross Sands" bevond, is op deze hoogte hedenmorgen tijdens den hevi- gen storm op ongeveer één mijl afstand van de „St. Annaland" een onbekend schio ge zonken. Het schip verdween plotseling in de diepte. De „St. Annaland" heeft de omge ving afgezocht, doch heeft alleen wat drijf hout en een kleine boot gevonden BURGERLIJKE STAND HAARLEM,18 October. Ondertrouwd 17 October: T. Hart de Ruij- ter en J. E. Wagenaar Reisiger. Bevallen 15 October: A. C. van Tunen—van Musscher, z.; A. H. SpeeLammers, z.; P. W. AmandFortgens, z.; 16 October: H. DirksWaterman, z.; J. C. v. d. AarWitte- man, d.; 17 October; D. SchoemakerSijt- sema, z.; E. M. WillemseNagtegaal, z.; E. J. KamphuisSpierings, z. Overleden 14 October: C. Nieuwenhuysan, 73 j., Duinoordstraat; 15 October; C. C. dt> GoeïjenNoë, 72 j.; T. van Deursen, 78 j., Kamperlaan; 16 October: J. E. Schilderman, 60 j., Kracht; T. G. TimmermansBroers, 58 j.. Leliestraat; A. M. TerhorstRozenhart, 65 j., Eendrachtstraat; H. Burger, 89 j„ Ged. Oude Gracht; 17 October: D. D. Klinkenberg, 60 j„ Van Oosten de Bruijnstraat. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 32) Hij antwoordde niet dadelijk, maar vouwde zijn armen over zijn borst en stond haar aan te kijken. De uitdrukking van zijn gezicht verried veel zelfverwijt en niet weinig teleur stelling. De hoop, die zijn droomen vervul de, was vernietigd door haar frivole woor- den! hij zag op dit oogen blik in haar een vrouw, die hem bespot had, die hem handig tot een liefdesverklaring had weten te be jegen, om hem tenslotte op te offeren aan kaar kunst. Maar op dit oogenblik, waarop hij alle re- oen had voor een uitbarsting van woede, om naar te overstelpen met de bitterste verwij- ten van een geschon den vertrouwen, was hij buitengewoon kalm. De kleur verdween van 2jjn gelaat, dat een weinig verbleekte en in 2'jn oogen straalde een diep gevoel dat ge tuigde van den strijd, dien hij streed. •■Dat had ik niet van je gedacht, juffrouw" zei hij tenslotte een weinig schor. „Maar ik vermoed dat je zelf het best weet wat je te ooen staat." Hij glimlachte even. ..Ik geloof, oat het geen zin heeft, wanneer wij elkander oog meer ontmoeten ik verkies niet verder voort te gaan om een voorwero te zijn dat je kur.t bestudeeren. Maar het dóet mij plezier, oat ik je een beetje geamuseerd heb en het beeft mij genoegen gedaan om met je te Praten. Maar ik vermoed, dat je gedaan hebt wat je wilde doen en daarom zal ik maar weggaan." Hij lachte grimmig, keerde zich met een ruk om en liep langs den rand van het rots blok, van plan om den heuvel af te dalen en zijn pony te bestijgen Maar toen hij langs het rotsblok liep, hoorde hij haar stem. „Wacht even, alsjeblieft" zei ze met nau welijks hoorbare stem. Hij stond stil en keek haar ernstig aan van den anderen kant van het rotsblok. „Heb je nog iets meer noodig voor je boek?" vroeg hij. Zij keerde zich om en keek over haar schouder heen naar hem, in haar oogen schitterde een verraderlijke uitdrukking, haar gelaat was vuurrood. „Wel" zei ze glim lachend tegen hem, „denk je werkelijk dat ik zoo gemeen zou kunnen zijn?" Met een half dozijn stappen was hij weer aan den anderen kant der rots en stond over haar heengebogen, met stralende oogen zijn lippen een weinig geopend van verras sing en verlangen. „Wil je zeggen dat je niet alleen terwille van je boek zekerheid wilde hebben, dat ik je liefhad?" vroeg hij snel. Zij sloeg haar oogen neer voor zijn blik. „Zei je niet, dat een schrijver verliefd moest zijn om over liefde te kunnen schrijven?" vroeg zij, met afgewend gelaat. „Ja," Hij beefde een weinig en boog zich tot haar over. In deze houding hing hij haar zacht antwoord op. „Ik geloof, dat mijn liefdesverklaring echt zal zijn", antwoordde zij- „Ik heb geleerd..." Maar wat zij nog had willen zeggen, werd gesmoord in zijn armen, die stevig om haar heengeslagen werden. Een poosje later slaakte zij een diepe zucht en keek hem met vochtige, welspre kende oogen aan. „Misschien zal ik het verhaal een weinig moeten veranderen".zei ze. Hij trok haar hoofd tegen zijn schouder en streelde met zijn hand over haar haren.,,Wan neer je dat doet" zei hij glimlachend, „laat de held dan niet denken dat het meisje hem voor den gek houdt". Hij trok haar dichter tegen zich aan. „Dat was een allemachtig beroerd oogenblik, dat je mij bezorgde", voegde hij er aan toe. HOOFDSTUK XVIII, Het vage spoor. Er viel een schaduw op het rotsblok. Fer guson keerde zijn hoofd om en keek naar het Westen, waar de zon reeds achter de bergen verdwenen was. „Wel de zon gaat onder!" zei hij en keek miss Radford glimlachend in de oogen. „Ik geloof dat de dagen korter worden." „Gelukkige dagen zijn altijd kort" ant woordde zij blozend. Hij kuste haar voor dit antwoord. Zij zaten een poosje samen te kijken naar den veelkleurigen hemel. Zij zaten dicht bij elkaar zonder veel te spreken, want zelfs woorden zijn somtijds onvoldoende. Spoedig verbleekten de kleuren, de bergtoppen be gonnen sombere schaduwen af te werpen; de schemering grauw en koud breidde zich plotseling uit over de vlakte. Toen hief Miss Radford li aar hoofd op van Ferguson's schouder en zuchtte. „Tijd om naar huis te gaan", zei ze. „Ja, het is tijd", antwoordde hij. „Ik rijd zoover met je mee." Zij stonden op en klauterden den heuvel af, waarop hij haar in het zadel hielp. Toen besteeg hij Mustard en reed naast haar over de vlakte. De duisternis was ingetreden, toen zij over de open plek bij het huisje reden en voor de deur afstegen. Het licht van de olie lamp wierp een vaag schijnsel door de keu kendeur en daar binnen zagen zij eenige schotels op tafel staan met koud eten. Ferguson stond naast zijn pony, toen Miss Radford naar binnen ging en het huis doorzocht. Spoedig kwam zij weer naar de deur en hield haar hand boven de oogen, om in het donker te kijken. „Ben is thuis geweest en weer wegge gaan", zei ze. „Hij kan nog niet ver weg zijn. Wil je niet binnenkomen?" Hij lachte. „Ik zal maar niet binnenko men", antwoordde hij. „Deze liefdesgeschie denis is nog nieuw voor mij en ik zou niet graag hebben, dat Ben terugkwam en mij, blozende en verlegen aantrof". „Maar hij moet het toch weten", darong zij lachende aan. „Zeker", zei hij, zich veilig voelende in de duisternis, „maar vertel het hem maar". „Dat doe ik niet!" verklaarde zij beslist en stampte met haar voet. „Dan vermoed ik, dat hij het niet te we ten komt", antwoordde hij rustig. „Goed" zei ze lachend, „dan is dat afge daan". Zij kwam naar den rand van de veranda, weg van de deur waar de lichtstraal van binnen niet op hen viel en daar namen zij af scheid van elkander. Zij ging terug naar het huis en hij besteeg Mustard en reed weg in de duisternis. Hij was vroolijk gestemd, want hij had veel, waar hij dankbaar voor moest zijn. Terwijl hij voortreed, langs het bosch op de vlakte, liet hij zijn gedachten rondzwerven. Zijn weigering om het huis binnen te gaan was niet maar een gril geweest; hij was van plan om den volgenden morgen Ben op te zoeken en het hem te vertellen, waar zij bij was, om den toestand nog niet inge wikkelder te maken. Toen hij bedacht, hoe zij hem voor den gek gehouden had door te doen alsof zij hem -zoo ver gebracht had, om stof te krijgen voor haar liefdesverklaring, maakte hij zich hei melijk vroolijk. „Maar ik vond het beslist niet grappig, toen zij het zei, merkte hij, on der het voortrijden op. Hij was nog geen kwart mijl van. het huis verwijderd en reed langs een boschje dicht kreupelhout, toen een man plotseling op sprong uit de schaduwen naast het pad. Mustard steigerde verschrikt en toen hij zag dat de verschijning maar een man was, werd hij kalm en stond stil, terwijl hij woest zijn hoofd schudde. Ferguson's rechterhand was vlug naar zijn rechterholsber gegaan, maar werd oogenblikkelijk weer opgeheven, toen de stem van den man, koel en kalm, zei: „Steek je handen opvlug!" Ferguson's handen werden opgestoken, maar hij toonde geen spoor van angst of op winding. In plaats daarvan boog hij zich voorover en probeerde in het onzekere licht het gelaat van den man de onderscheiden. Deze laatste stond nog altijd in de schaduw. Maar nu kwam hij iets meer naar Ferguson toe en deze hijgde naar adem. Maar toen hij sprak, was het met kalme stem. „Wel, het is Ben Radford" zei hij. „Precies", antwoordde Radford. „Ik heb op je gewacht" „Dat is heel verstandig van je", ant woordde Ferguson, op lichi gerekten toon. Hij was verbaasd over deze ongewone ge beurtenis, maar zijn gelaat verried hier niets van. „Je wilde m- dus sprekaen", ver volgde hij. „Je bent erg helder", antwoordde Radford licht spottend. Ferguson kleurde. „Ik ben geen vervloekte gek", zei hij scherp. „En ik houd er niet van om zoo met mijn handen in de lucht te staan. Ik vindt, dat je. wac. je doen wilt gauw kunt doen." „Ik zal gauw zijn", antwoordide Radford kortaf. „Trek je revolvers met de toppen van je eene vinger en den duim en Iaat ze val len. Maak geen grappen en probeer niet om mij voor den gek te houden." Hij wachtte tot Ferguson zijn eene revolver had laten vallen. En daar hij wist. dat deze gewoonlijk twee wapens droeg, vervolgde hij op scherpen toon: „ik wacht op het andere." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3