reisbrieven uit rusland.
DE VEEDIEVEN
Een grapjas.
LU,DER COURANT
WOENSDAG 19 OCTOBER 1932
Dnjeprostroj.
Een stad is in aanbouw.
trein kwam aan in Alexandrowsk, tegen-
«ordig Zaparogië genoemd en vandaar
toaciït eën auto ons, naar de nieuwe stad
ÜJ.jeprostroj, die nog weinig bewoond is. We
JS.en kamers om ons op te frisschen in nog
bewoonde arbeiderswoningen, in groot-e
ÏÏkante blokken opgebouwd. Hierbij een
jleis met maten.
OWNtNPlAATa
^Trr.0f(O'ID
3AJ,-
'Voo»-
SlAtO-
r*
ff?
JJAuCON
fe gebruikten ons ontbijt in de toekomstige
Operatieve restauratie en gingen daarna te
r0et. naar den grooten nieuwen stuwdam in
cf Dnjepr. Het plan is, van het groote verval
dit gedeelte van de rivier gebruik te ma-
jen tot het opwekken van electrischen stroom,
iezen te benutten voor de industrie, de be
waarheid van de rivier te verhoogen en
v bevloeiing van het omliggende land moge-
Jk te maken. Het plan., dat te zamen het
«rootste project van dien aard is van de we
reld is doorgezet door Petrowski, den voorzit-
lervan liet Ukrainisch Excecutief Comité van
Comm. Partij.
(Inmiddels is, naar wij deze week gemeld heb-
de stuwdam van Dnjeprostroj voltooid.
...id.)
II We werden in een stoomboot over de rivier
Uracht of beter over het stuwmeer, want
L lag hier vroeger dieper en was smaller.
IS adat de dam het water 48 M. (in de toe-
Brast 51 M.) omhoog gebracht heeft (waarbij
stadje verplaatst moest worden) ontstond
Br. diep en bevaarbaar meer en tot 100 K.M.
nroomopwaarts is de gunstige invloed tot in
M zijrivieren merkbaar.
Aan de overzijde was een kleine primitieve
drijvende zweminrichting, waarop een aantal
ouden en jongen van beiderlei geslacht, bruin
is negers bijna, van zon en water genoten.
In de gemengde baden wordt zwemgoed ge
dragen, doch minimaal van afmeting, zwem
pakken ziet men zoo goed als niet, de vrou-
Ven dragen eeri zwembroek en een soort buste
bonder, zoodat de uitwerking van de zon zoo
groot mogelijk is.
In het kantoor van de Dnjeprostroj had een
uiteenzetting plaats in het Russisch over de
beteekenis van de Dnjeprostroj en vertaald
door onze gidsen.
De dam is 600 M. lang, 60 M. hóóg en 40 M.
breed, heeft een bassin van 450 K.M.2 doen
ontstaan, er is 750 millioen M3. beton in ver
werkt, het sluizensysteem is 360 M. lang en
!8 M. breed. Telkens werd in den zomer (als
e: weinig water was) gestort en in den win
ter alles voorbereid voor het volgende seizoen.
De energie die men zich voorstelt op te wek
ken zou 8 millioen PK. bedragen. Een tweede
dergelijk werk aan de Wolga is in voorberei
ding.
In practijk zijn hier gebracht de Woorden
Tan Lenin„Wat is Communisme?" Antwoord:
„Soviet plus electrificatie".
Kort en bondig heeft deze figuur aan Rus
land een soort strijdkreet gegeven en wel één
raar de niet-Russisehe wereld nog eens van
zal kunnen profiteeren en waar^'t Russische
volk zich op het oogenblik voor rantsoeneert
Waar is in de geschiedenis een ander voor-
beeld aan te wijzen van een land, waar boter
en suiker, maanden lang practisch niet te krij
gen zijn, nadat het eerst geëxporteerd is om
eld te krijgen voor den aankoop van ma
chines.
De bedoeling is, vooral stroom te krijgen
voor de ertssmelterijen in het Donetzbekken.
De stuwdam werd ook bezichtigd, 't Was
streng verboden foto's van de werken te ne
men; op den dam zelf werd dit plotseling wel
toegestaan.
't Was een imposant gezicht hoe daar reus
achtige turbines gemonteerd werden. Het zijn
enorme en dikke wielen die bij toelating van
water, door een sluis op te trekken in een
draaiende beweging komen en direct stroom
opwekken. Overal werd gewerkt door lasschers
schilders, monteurs. Kranen reden op breede
rails en brachten zware onderdeelen op hun
plaats. Vrouwen liepen twee aan twee en
droegen op een draagbaar zand of cement.
Mijn indruk was echter dat er op een bouw
werk in West-Europa en vooral in Duifschland
en Italië in veel sneller tempo gewerkt wordt
door de „opperlieden" en anderen.
Maar waarschijnlijk zijn het desondanks
nog goedkoope arbeidskrachten. We liepen
den geheelen dam over, nu eéns over een door
zichtig plankier, dan weer over een smalle
plank, dan weer door een nauwen doorgang
langs een kroan op rails, die ieder oogenblik
kon gaan rijden. Ik vermoed dat men in
West-Europa op een dergelijke plek geen be
zoekers toegelaten zou hebben. Aan het slot
zag ik de sluizen, die veel kleiner waren dan
die in IJmuiden, maar waarvan de diepte ont
zettend was. Er was nog geen water ingelaten
en we zagen de rotsen van de vroegere stroom
versnelling. Uit de hoogte van de deuren bleek
dat de groote diepte van de sluiskolken niet
opzettelijk was.
Daarna bezochten we woningen van seizoen
arbeiders. Hier was het nog oud-Rusland,
schilderachtig maar primitief. Er werd op
vuurtjes bij de huizen een soort meelbal ge
kookt in water, later werd deze weer even
geroosterd.
Ieder van het gezelschap was wel onder den
indruk van wat daar tot. stand gebracht was.
Men vraagt zich af of West-Europa te lang
achter gebleven is, de krachten van de natuur
dienstbaar te maken aan de behoeften van
de menschen.
Als men hoort hoe men nog veel grooter
Dlannen heeft, weet men niet of men hier
heeft te doen met een kinderlijk utopisme of
met werkelijk reëele plannen. Men wil den
Dnjepr bij Alexandrowsk recht door laten loo-
pen en over aquaducten naar de Krim bren
gen om op het plateau cultures mogelijk te
maken. Men wil in de Krim een groot station
bouwen om met hulp van den wind electrische
energie op te wekken. Ik vraag mij af of zoo
iets in Holland, waar het zooveel waait, ten
onrechte nagelaten is of dat men in Rusland
op onzakelijke wijze fantaseert Het één of het
ander moet toch het geval zijn.
Men wil de Wolga met de Don verbinden,
zoodat schepen van Noord naar Zuid kunnen
varen in Rusland, meer dan 1 1/2 duizend K.M.
ver, hemelsbreed gemeten, terwijl dan de
Woiga in de zee van Azow zou komen. Men
wil bloembollencultuur be'ginnen bij Soechoem
in Trans-Kaukasië!
Wie ziet dat het electrische licht hier een
vasten avond in de week niet brandt, omdat
de Dieselmotor in Jalta dan nagezien moet
worden, ook daar buiten het licht onverwachts
dikwijls uitgaat of zwak brandt, terwijl de
kaarsen en petroleumlampen overal klaar
staan, wie ziet of hoort van de verwaarloo-
zing van auto's, tractoren e-d. vraagt zich weer
al': zijn dit dezelfde menschen?
Maar het is hier natuurlijk als overal el
ders; eenige duizenden energieken deelen de
lakens uit. Vroeger gebeurde dit door slechts
eehige honderden en ze waren noch energiek
noch sociaal voelend. En het groote voordeel
is dat het Russische leger van den arbeid,
rekenen kan op esnige millioenen getrouwe,
hoewel nog onervaren werkers, die dolgraag
willen leeren van ieder die iets weet, Rus of
buitenlander.
De menschen der oudere generatie, die oor
log, revolutie en drie jaren van hongersnood
meegemaakt hebben, zeggen per ongeluk nog
..Mijnheer", als het „Kameraad" moest zijn,
zijn moe en helpen 't Soviet-bewind met een
soort rustige vaderlandsliefde en plichtsbe
trachting.
Maar de jongere generatie, die zich van de
laren 19141921 niet meer herinnert en van
de ouderen evenmin iets goeds te hooren krijgt
van het Czarisme, is enthousiast, wordt bij
gestaan door de vele Duitschers, met hun vak
kennis en organisatorische talenten, door de
vele Russische Joden met hun talenkennis en
hun snelle wijze van aanpassing en hun be
vattelijkheid en geschiktheid om wetenschan-
oelijk werk te verrichten. Ook de Joden heb
ben in Rusland een sprong vooruit gemaakt
en niet alleen zij, ook Tataren. Armeniërs,
Kaukasiërs. Mongolen, ze behoeven geen pro-
groms meer te vreezen, ze studeeren in Mos
kou, worden eveneens met „Towaritsj" aange
sproken. Geen klasse- en rassenverschil wordt
gemaakt, behalve dat degene die nog tracht
te leven van den arbeid van anderen hier een
>aria is, geen burgerrecht heeft, met den nek
aangezien wordt en economisch geboycot,
't Zal velen onzer in Holland te ver gaan hier,
maar wat geeft ons het recht den Russen,
hun tempo van vooruitgang te betwisten,
daar ze immers zoo lang dom gehouden en
onderdnikt werden?
Tot slot van dit artikel nog iets over Haar
lem uit een Russischen reisgids. Mijn gast
heer in Nikita had een oude Baedeker van
6 en sloeg voor mij Haarlem op. Het zal
den lezer intei-esseeren wat da ai-van verteld
wordt en ik laat dit hieronder volgen:
Haarlem (1906) is een rijke en rustige stad,
de hoofdstad van Noord-Holland. Er wonen
veel menschen, die hun tijd geven kunnen aan
wetenschap en kunst, er zijn musea, verzame
lingen, bibliotheken, boulevards, tuinen (be
doeld is wel: parken, dat is in het Russisch
één woord) en in Bloemendaal worden veel
tulpen, hyacinthen en anjers (bedoeld zal zijn
narcissen) gekweekt, die op zandbodem
groeien. Bekend is de tulpenspeculatie in de
17e eèuw toen 1 bol van de tulp Viceroy voor
25000 gulden verkocht werd en 3 bollen van
Semper Augustus voor 30.000 gulden.
Bij de stad is een mooi bosch beuken (be
doeld is den Hout).
In Haarlem wonen vele menschen, beroemd
op het gebied van kunst én wetenschap.
De geschiedenis is roemrijk, want de Haar
lemmermeer is droog gelegd en er zijn groote
bloemen-beplantingen gemaakt. (Sic.!).
De stad is de prettigste van Holland met zijn
zindelijkheid, rust en landelijkheid.
Het centrum is de Groote Markt met Groote
Kerk, Raadhuis met museum
Het Markthuis (Vleeschhal?) is origineel.
Daar is een archief. In de 17e eeuw is een
toren gebouwd van SO M. op de kerk. Het
raadhuis is van de 1213e eeuw.
Het Museum heeft beroemde schilderijen
van Rembrandt, en Frans Hals.
Het Teyler-Museum heeft interessante din
gen als mineralen, boeken, medailles en gra
vures.
Bij Haarlem zijn goede wegen, uit de stad
naar Overveen, tusschen tuinen en goede vil
la's en duinen, die Ruysdael geteekend heeft.
Iets verder ligt Bloemendaal (zeer mooi met
waranda's in hotel Zomerzorg). De omnibus
uit Haarlem naar Overveen kost 15 cent, naar
Bloemendaal 20 cent"
Tot zoover de Russische Baedeker
Wat tegenwoordig de Russen interesseert is
de vraag of de sociaal-democraten in Holland
al evenveel voor Holland gedaan hebben als
de communisten in Rusland voor hun land en
of er bij ons een „Arbeiberrepubliek" komen
kan!
De tijden veranderen.
C. SEPKES.
Nitika aan de Zwarte Zee, 28 Aug. '32.
GANDHI DOOR EEN BEROERTE
GETROFFEN?
NIEMAND 'WORDT TOEGELATEN.
CALCUTTA, 18 October (Reuter). Thans
wordt het gerucht verspreid, dat Gandhi on
middellijk na het beëindigen van zijn honger
staking een beroerte zou hebben gekregen,
doch van officieele zijde wordt dit gerucht
tegengesproken
Zijn aanhangers verklaren echter, dit be
richt langs geheimen weg te hebben ontvan
gen, aangezien de autoriteiten hen nog
steeds den toegang t-ot Gandhi ontzeggen,
vermoedelijk om zijn gezondheidstoestand te
verbergen, teneinde onlusten te voorkomen.
NOG EEN SPOORWEGONGELUK
SNELTREIN BIJ MOSKOU ONTSPOORD.
MOSKOU 18 October (Reuter). De
sneitrein uit den Kaukasus is even voor
Moskou ontspoord.
Twee wagens werden vernield.
Omtrent persoonlijke ongelukken is niets
bekend.
VALSCHE MUNTERSBENDE TE HAMBURG
HAMBURG, 19 October (Wolffbureau)
De politie heeft hier een valsche-munters-
werkplaats ontdekt in een schilderswinkel.
Een aanaal leden van de bende werd gear
resteerd.
De inval werd gedaan juist op het oogen
blik dat de misdadigers een serie valsche 20
Mark-biljetten wilden maken.
Hoover bezocht op zijn verkiezingstocht door de Vereenigde Staten ook Des Moines in den
staat Iowa, ivaar hij met veel enthousiasme werd ontvangen. In de straten waren trans
paranten opgehangen met het portret van den president en het onderschrijt „Iowa heet
U ivelkom".
(Een Rotterdammer heeft bijna
60 uur onafgebroken voor een
kleedingmagazijn gewacht, om
Maandagochtend zeker te zijn
van een jas, die door den win
kelier uit reclameoogpunt voor
1 cent te koop aangeboden
iverd).
Wat zegt u nu van die historie
En van zoo'n geduldigen heer,
Die zestig uur ijskoud bleef wachten
En niet in het prettigste weer.
Geeri regen wist hem te verdrijven,
Geen nacht die vol eenzaamheid was.
Hij was er en wist er te blijven
Totdat hij zijn loon kreeg: de jas.
Amerika heeft idioten,
Ik heb ze reeds vroeger genoemd,
Die boomen of daken be,.zitten",
Dat maakt ze bij dwazen beroemd.
Maar deze geduldige jasser
Heeft niet die verdwazing gekend,
Hem wachtte naast hoon en bespotting
Iets tastbaars: een jas voor een cent.
Wanneer hij een tijd had gezeten,
Dan ging hij een wijle eens staan.
De jasband bond hem aan den winkel,
Liet hem geen minuut er vandaan;
En mocht hem 't geduld haast begeven,
Wat wel onvermijdelijk was,
Dan gluurde hij schielijk weer even
Naar 't loon van zijn wachten: de jas.
Zoo bleef voor hem werk aan den winkel.
Waar glorie het eind van zou zijn,
Ik huldig dien held in gedachte
Met ruikers van geurend jas-mijn;
Want ik heb respect voor dien grapjas,
Dien 'k zelf nimmer navolgen kan,
U ziet het wel vrienden, de kleeren,
Die maken nog altijd den man.
P. GASUS
GEEN MOORD TE ROTTERDAM.
GEBRUIKTE DE VROUW VERKEERDE
MEDICIJNEN?
De sectie, die gistermiddag verricht is op
het lijk van de 64-jarige vrouw, die Zondag
avond dood in haar woning te Rotterdam
gevonden werd, heeft uitgewezen, dat er
geen misdaad in 't spel is. De vrouw, die de
gewoonte had zich medicijnen van haar
eigen keuze toe te dienen, is vermoedelijk
plotseling onwel geworden en doordat er geen
hulp aanwezig was, overleden, meldt de Maas
bode.
Dat er in het huis van allerlei overhoop
gehaald zou zijn, is niet juist gebleken.
SCHEEPSRAMP OP DE NOORD-
ZEE?
OVERBLIJFSELEN VAN EEN SCHIP
GEVONDEN.
LONDEN, 18 Oct. (V.D.) Volgens een
draadloos bericht van het Nederlandsche
stoomschip ..St. Annaland". dat zich heden
morgen vijf mijlen ten Noord-Oosten van
het lichtschip „Cross Sands" bevond, is op
deze hoogte hedenmorgen tijdens den hevi-
gen storm op ongeveer één mijl afstand van
de „St. Annaland" een onbekend schio ge
zonken. Het schip verdween plotseling in de
diepte. De „St. Annaland" heeft de omge
ving afgezocht, doch heeft alleen wat drijf
hout en een kleine boot gevonden
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM,18 October.
Ondertrouwd 17 October: T. Hart de Ruij-
ter en J. E. Wagenaar Reisiger.
Bevallen 15 October: A. C. van Tunen—van
Musscher, z.; A. H. SpeeLammers, z.; P.
W. AmandFortgens, z.; 16 October: H.
DirksWaterman, z.; J. C. v. d. AarWitte-
man, d.; 17 October; D. SchoemakerSijt-
sema, z.; E. M. WillemseNagtegaal, z.; E.
J. KamphuisSpierings, z.
Overleden 14 October: C. Nieuwenhuysan,
73 j., Duinoordstraat; 15 October; C. C. dt>
GoeïjenNoë, 72 j.; T. van Deursen, 78 j.,
Kamperlaan; 16 October: J. E. Schilderman,
60 j., Kracht; T. G. TimmermansBroers, 58
j.. Leliestraat; A. M. TerhorstRozenhart,
65 j., Eendrachtstraat; H. Burger, 89 j„ Ged.
Oude Gracht; 17 October: D. D. Klinkenberg,
60 j„ Van Oosten de Bruijnstraat.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
32)
Hij antwoordde niet dadelijk, maar vouwde
zijn armen over zijn borst en stond haar aan
te kijken. De uitdrukking van zijn gezicht
verried veel zelfverwijt en niet weinig teleur
stelling. De hoop, die zijn droomen vervul
de, was vernietigd door haar frivole woor-
den! hij zag op dit oogen blik in haar een
vrouw, die hem bespot had, die hem handig
tot een liefdesverklaring had weten te be
jegen, om hem tenslotte op te offeren aan
kaar kunst.
Maar op dit oogenblik, waarop hij alle re-
oen had voor een uitbarsting van woede, om
naar te overstelpen met de bitterste verwij-
ten van een geschon den vertrouwen, was hij
buitengewoon kalm. De kleur verdween van
2jjn gelaat, dat een weinig verbleekte en in
2'jn oogen straalde een diep gevoel dat ge
tuigde van den strijd, dien hij streed.
•■Dat had ik niet van je gedacht, juffrouw"
zei hij tenslotte een weinig schor. „Maar ik
vermoed dat je zelf het best weet wat je te
ooen staat." Hij glimlachte even. ..Ik geloof,
oat het geen zin heeft, wanneer wij elkander
oog meer ontmoeten ik verkies niet verder
voort te gaan om een voorwero te zijn dat je
kur.t bestudeeren. Maar het dóet mij plezier,
oat ik je een beetje geamuseerd heb en het
beeft mij genoegen gedaan om met je te
Praten. Maar ik vermoed, dat je gedaan hebt
wat je wilde doen en daarom zal ik maar
weggaan."
Hij lachte grimmig, keerde zich met een
ruk om en liep langs den rand van het rots
blok, van plan om den heuvel af te dalen en
zijn pony te bestijgen Maar toen hij langs
het rotsblok liep, hoorde hij haar stem.
„Wacht even, alsjeblieft" zei ze met nau
welijks hoorbare stem. Hij stond stil en keek
haar ernstig aan van den anderen kant van
het rotsblok.
„Heb je nog iets meer noodig voor je
boek?" vroeg hij.
Zij keerde zich om en keek over haar
schouder heen naar hem, in haar oogen
schitterde een verraderlijke uitdrukking,
haar gelaat was vuurrood. „Wel" zei ze glim
lachend tegen hem, „denk je werkelijk dat
ik zoo gemeen zou kunnen zijn?"
Met een half dozijn stappen was hij weer
aan den anderen kant der rots en stond
over haar heengebogen, met stralende oogen
zijn lippen een weinig geopend van verras
sing en verlangen.
„Wil je zeggen dat je niet alleen terwille
van je boek zekerheid wilde hebben, dat ik
je liefhad?" vroeg hij snel.
Zij sloeg haar oogen neer voor zijn blik.
„Zei je niet, dat een schrijver verliefd moest
zijn om over liefde te kunnen schrijven?"
vroeg zij, met afgewend gelaat.
„Ja," Hij beefde een weinig en boog zich
tot haar over. In deze houding hing hij haar
zacht antwoord op.
„Ik geloof, dat mijn liefdesverklaring echt
zal zijn", antwoordde zij- „Ik heb geleerd..."
Maar wat zij nog had willen zeggen, werd
gesmoord in zijn armen, die stevig om haar
heengeslagen werden.
Een poosje later slaakte zij een diepe
zucht en keek hem met vochtige, welspre
kende oogen aan.
„Misschien zal ik het verhaal een weinig
moeten veranderen".zei ze.
Hij trok haar hoofd tegen zijn schouder en
streelde met zijn hand over haar haren.,,Wan
neer je dat doet" zei hij glimlachend, „laat
de held dan niet denken dat het meisje hem
voor den gek houdt". Hij trok haar dichter
tegen zich aan. „Dat was een allemachtig
beroerd oogenblik, dat je mij bezorgde",
voegde hij er aan toe.
HOOFDSTUK XVIII,
Het vage spoor.
Er viel een schaduw op het rotsblok. Fer
guson keerde zijn hoofd om en keek naar
het Westen, waar de zon reeds achter de
bergen verdwenen was.
„Wel de zon gaat onder!" zei hij en keek
miss Radford glimlachend in de oogen. „Ik
geloof dat de dagen korter worden."
„Gelukkige dagen zijn altijd kort" ant
woordde zij blozend. Hij kuste haar voor dit
antwoord.
Zij zaten een poosje samen te kijken naar
den veelkleurigen hemel. Zij zaten dicht bij
elkaar zonder veel te spreken, want zelfs
woorden zijn somtijds onvoldoende. Spoedig
verbleekten de kleuren, de bergtoppen be
gonnen sombere schaduwen af te werpen;
de schemering grauw en koud breidde
zich plotseling uit over de vlakte. Toen hief
Miss Radford li aar hoofd op van Ferguson's
schouder en zuchtte.
„Tijd om naar huis te gaan", zei ze.
„Ja, het is tijd", antwoordde hij. „Ik rijd
zoover met je mee."
Zij stonden op en klauterden den heuvel
af, waarop hij haar in het zadel hielp.
Toen besteeg hij Mustard en reed naast haar
over de vlakte.
De duisternis was ingetreden, toen
zij over de open plek bij het huisje reden en
voor de deur afstegen. Het licht van de olie
lamp wierp een vaag schijnsel door de keu
kendeur en daar binnen zagen zij eenige
schotels op tafel staan met koud eten.
Ferguson stond naast zijn pony, toen
Miss Radford naar binnen ging en het huis
doorzocht. Spoedig kwam zij weer naar de
deur en hield haar hand boven de oogen,
om in het donker te kijken.
„Ben is thuis geweest en weer wegge
gaan", zei ze. „Hij kan nog niet ver weg
zijn. Wil je niet binnenkomen?"
Hij lachte. „Ik zal maar niet binnenko
men", antwoordde hij. „Deze liefdesgeschie
denis is nog nieuw voor mij en ik zou niet
graag hebben, dat Ben terugkwam en mij,
blozende en verlegen aantrof".
„Maar hij moet het toch weten", darong
zij lachende aan.
„Zeker", zei hij, zich veilig voelende in de
duisternis, „maar vertel het hem maar".
„Dat doe ik niet!" verklaarde zij beslist en
stampte met haar voet.
„Dan vermoed ik, dat hij het niet te we
ten komt", antwoordde hij rustig.
„Goed" zei ze lachend, „dan is dat afge
daan".
Zij kwam naar den rand van de veranda,
weg van de deur waar de lichtstraal van
binnen niet op hen viel en daar namen zij af
scheid van elkander. Zij ging terug naar
het huis en hij besteeg Mustard en reed weg
in de duisternis.
Hij was vroolijk gestemd, want hij had
veel, waar hij dankbaar voor moest zijn.
Terwijl hij voortreed, langs het bosch op de
vlakte, liet hij zijn gedachten rondzwerven.
Zijn weigering om het huis binnen te gaan
was niet maar een gril geweest; hij was
van plan om den volgenden morgen Ben op
te zoeken en het hem te vertellen, waar zij
bij was, om den toestand nog niet inge
wikkelder te maken.
Toen hij bedacht, hoe zij hem voor den gek
gehouden had door te doen alsof zij hem -zoo
ver gebracht had, om stof te krijgen voor
haar liefdesverklaring, maakte hij zich hei
melijk vroolijk. „Maar ik vond het beslist
niet grappig, toen zij het zei, merkte hij, on
der het voortrijden op.
Hij was nog geen kwart mijl van. het huis
verwijderd en reed langs een boschje dicht
kreupelhout, toen een man plotseling op
sprong uit de schaduwen naast het pad.
Mustard steigerde verschrikt en toen hij
zag dat de verschijning maar een man was,
werd hij kalm en stond stil, terwijl hij woest
zijn hoofd schudde. Ferguson's rechterhand
was vlug naar zijn rechterholsber gegaan,
maar werd oogenblikkelijk weer opgeheven,
toen de stem van den man, koel en kalm,
zei:
„Steek je handen opvlug!"
Ferguson's handen werden opgestoken,
maar hij toonde geen spoor van angst of op
winding. In plaats daarvan boog hij zich
voorover en probeerde in het onzekere licht
het gelaat van den man de onderscheiden.
Deze laatste stond nog altijd in de schaduw.
Maar nu kwam hij iets meer naar Ferguson
toe en deze hijgde naar adem. Maar toen hij
sprak, was het met kalme stem.
„Wel, het is Ben Radford" zei hij.
„Precies", antwoordde Radford. „Ik heb
op je gewacht"
„Dat is heel verstandig van je", ant
woordde Ferguson, op lichi gerekten toon.
Hij was verbaasd over deze ongewone ge
beurtenis, maar zijn gelaat verried hier
niets van. „Je wilde m- dus sprekaen", ver
volgde hij.
„Je bent erg helder", antwoordde Radford
licht spottend.
Ferguson kleurde. „Ik ben geen vervloekte
gek", zei hij scherp. „En ik houd er niet van
om zoo met mijn handen in de lucht te
staan. Ik vindt, dat je. wac. je doen wilt
gauw kunt doen."
„Ik zal gauw zijn", antwoordide Radford
kortaf. „Trek je revolvers met de toppen van
je eene vinger en den duim en Iaat ze val
len. Maak geen grappen en probeer niet om
mij voor den gek te houden."
Hij wachtte tot Ferguson zijn eene revolver
had laten vallen. En daar hij wist. dat deze
gewoonlijk twee wapens droeg, vervolgde hij
op scherpen toon: „ik wacht op het andere."
(Wordt vervolgd.)