Met de „Graf Zeppelin" over den Oceaan. Liefde de Sterkste IJMUIDER COURANT DONDERDAG 1 DECEMBER 1932 een lange reis zóó fit gevoeld. Dat is het ge- t heim der luchtscheepvaart, het geheim der Zeppelin-vaart. Daar kwamen al douane en politie aan boord om de papieren te inspecteeren; van bagagevisitatie hebben we niets bespeurd, wèl een bewijs, hoe beminnelijk men 't Zep pelin-reizend publiek weet te behandelen. Alleen naar de paspoorten werd gevraagd Wij toonden het onze. Of we geen andere papieren hadden mee gebracht? Met een fotootje beplakt? Andere papieren?Als een flits schoot het door ons brein. Ons „certificado negativo de antecedentes penaes". ons bewijs vair goed gedrag. En met triomfantelijk gebaar trok ken we 't kostbare papier, dat wettig en over tuigend bewijs voor ons ongekreukeld, lelie blank staatsburgerlijk strafregister, om welks bezit we Zaterdagmorgen een strijd op leven en dood hadden gestreden, uit onzen zak. Een tevreden knik, een klap op ons pas poort en we mochten aan wal. We daalden den valreep af en stonden op Braziliaanschen bodem. In Pernambuco Men verwachte van ons, Zuid-Amerika-in- 2-dagen-toerist, geen verhandeling over Bra- ziliaansche of ook maar Pemambucaansche toestanden, geen gedegen beschrijving van land en volk sedert den scheppingsdag -tot Donderdag van 'n week of vier geleden. Hoogstens wat luchtige, vluchtige indrukken zullen we weergeven. Instede met de overige passagiers direct stadswaarts te tijgen, zijn wij eerst nog wat op Pernambuco's luchthaven blijven rond kijken. Daar hing nu onze luchtreus, zoo echt goeiig en tevreden, met het puntje van zijn neus aan den mast, uit te rusten van den langen, verren tocht. Hij bleek geblesseerd, het brave beest, want boven in zijn stuur boordflank gaapte een wonde, 'n flinke scheur in het doek. Doch tien minuten later reeds waren ze doende de wonde te heelen, Oder in den buik van het schip waren ze aan het laden en lossen. Ingeladen werden o-m. groote staven ijs, die met een touwtje naar binnen werden geheschen. En gelost werden, met ernstige gezichten, de beide bakken van de toiletten. Heel afdoende is de „verankering" van de Zeppelin. Zit het voorschip scharnierend be vestigd aan den top van den mast op het veld. het achterschip rust, extra gestut door vier lange vakwerkstijlen, met den achtersten motorgondel op een soort spoorwagen, die op een cirkelbaan loopt van circa 420 meter doorsnee met den mast als vast middelpunt, zoodat de Zeppelin iedere beweging van den wind kan volgen; 't luchtschip is verankerd, dus niets anders dan een reusachtige wind wijzer. Voor de negers vertegenwoordigt die wagen de bijna volmaakte zaligheid. Want als de Zepp in Pernambuco is, zit er den gan- schen dag zoo'n kluitje zwarten op den wa gen, om zich in dolce far niente door den wind heen en weer te laten karren. Er is ook een eigen gasfabriek daar op het veld, opgezet en ontwikkeld door een inge nieur van de Zeppelin Luftschiffbau, den heer Roesch, een fijnen bescheiden jongen. Er wordt waterstofgas gemaakt, terwijl er ook stookgas wordt bereid. Het draaggas wordt in een tempo van 2000 kubieke meter per uur in het schip gedrukt. Het stook- of motoren-gas, dat daar „Pyrofax" heet (in Duitsehland spreken ze van Blaugas), wordt als vloeibare olie in groote blikken aange voerd. Het wordt door stoom verwarmd, zoo dat het verdampt, waarna het wordt ver mengd met waterstof. Voor de bemanning'van de Zeppelin is aan het vejd een flinke cantine gebouwd, waar de menschen goede slaapgelegenheid, badkamers en een uitstekende keuken vin den. Met enkele amicale Duitschers uit Per nambuco en den vroolijken kapitein Flem- ming met z'n zware stem, dronken we er een verkwikkend glas Aqua tonica met een scheu tje hartigs erin, en hoorden er het wereld nieuws van de laatste vier dagen. Want, een zaligheid op de oceaanvaarten der „Graf Zeppelin" is, dat er geen kranten zijn, zelfs geen draadlooze nieuwsberichten worden verstrekt. Je geniet er een zoete, vredige rust. Het laatste nieuws bleek dan, dat drie da gen te voren de „Graf Zeppelin" in Zwitser land was vergaan. Finaal vergaan! Men toonde ons de Pemambucaansche kranten, waar het in stond. Maar ook hoorden we, dat dergelijke jobstijdingen na elke tweede Zuid- Amerika-vaart, van Europa naar Zuid-Ame- rika, worden geseind, naar men aanneemt door een groep die er belang bij heeft de Zeppelin-reputatie in Zuid-Amerika te scha den. Vanuit den stuurgondel van den Zepp, die direct telefonisch met de stad is verbonden, werd voor ons een taxi besteld en met Colonel den Master of Sempill en Van Tijen vertrok ken we City-waarts. Alras constateeren we, dat een .strijd „klinkerwegen of asfaltwegen" in Pernambuco niet bestaat, hoogstens een strijd „wel wegen of geen wegen". Hevig hob belend, nu en dan van den dijk-achtigen weg afzakkend naar de zanderige vlakte rechts beneden, daarbij laveerend om telefoonpalen., om dan weer eens omhoog te kruipen tegen den weg, waarin, boven gaten, de tramrails- lijnen, kwam de stad. Toen werd het beter, Na in 't Hotel Central, misschien 't hoogste gebouw van Pernambuco, op de tiende ver dieping de lunch te hebben gebruikt, zijn we eerst de stad ingegaan- Qua architectonisch schoon bleek Pernambuco tamelijk pretentie loos. Er zijn wat mooie groote gebouwen, maar voor de rest weinig wat het oog bijzon der boeit. Van de zeer vele kerken zijn er van buiten gezien, maar enkele mooi te noe men. De bevolking bestaat uit een mengsel van Portugeezen en negerslaven en zuivere Portugeezen. Winkels zijn er vele, maar 't zijn in hoofdzaak kleine of grootere open hallen, zonder uitstalkasten. De trams, die, als zij vol zijn, ook werkelijk en waarachtig vol zijn, want zelfs op de treeplanken hangen dan de negers er bij als bananen aan een tros, schijnen te oordeelen naar het geluid dat ze verwekken, achthoekige wielen tc heb ben. Des middags bezochten we met Colonel Sempill en Van Tijen 'b alom aangeprezen Olinda. Olinda, dat „Holland" zou beteekenen zooals iemand ons verzekerd had, en welke verzekering aannemelijk bleek, omdat het woord zoo sprekend lijkt op 't Italiaansche „Olanda", dat Holland beteekent. Na een autorit van 'n twintig minuten bromde de wagen een berg op en hield voor een Fran- ciscanerlcloos-ter stil. Men had ons zóó gesui gereerd dat het klooster Hollandsch was, dat we ook werkelijk niets dan Hollandsch zagen. En al direct waren we alle drie in verruk king over dat schitterende „Delftsch", dat daar tegen de muren van die mooie open voorzaal prijkte. Toen belden we aan. Een broeder die Duitsch sprak, deed open. „Ga voor", zei onze Britsche vriend. „Gij staat hier op vaderlandschen bodem". En we gingen voor, met gepasten trots. Spoedig kwam de prior, frater Mathias Teves, die een allergemoede-lij leste Duitscher bleek te zijn. Zooals bijna de geheele communiteit van dit klooster uit Duitschers bleek te be staan, afkomstig uit het Rheinland, West- falen en Ruhrgebied. En toen kwam de ont goocheling, boen we spraken over Olinda, dat Holland moest zijn. „Hoe komen ze daar toch aan", zei de goede prior,' terwijl hij vol verbazing zijn handen ineen sloeg. „Dat hoor ik nou al jaren, dat Olinda Holland zou beteekenen. Het woord Olinda is echter Portugeesch en wil zooveel zeggen als; Het schoone, het lieflijke". En hij noemde een paar jaartallen, memo reerde een paar historische feiten, vertelde iets vam dis Hollanders die vian 1630 af in Pernambuco een vijf-en-twintig-tal jaren geregeerd hadden, ineens zagen we diverse dingen in 't juiste historische verband, be grepen we, dat dit oude Franciscaner-klooster onmogelijk een stichting van de nazaten der Watergeuzen kon zijn. En ook al wisten we spoedig, dat die heerlijke tegeltablcaux geen Delftsch", maar mooie specimen1, van Por- tugeesche fayence-kunst waren. De kruisgang van het klooster toont, in blauwe tegels, voorstellingen uit het leven van den PI. Franciscus, terwijl, wij in de sa cristie heerlijk oud houtsnijwerk en prachtige plafondschilderingen bewonderden, welk genre schilderingen wij ook in de in barok stijl ontworpen kloosterkerk troffen. Ook den tegen -den heuvel gebouwden kloostertuin hebben we bezichtigd, waarin mooie exem plaren van kokospalmen, bananenstruiken en and-ere edele voortbrengselen van den Brazi liaanschen grond. Vreedzaam graasden er een paar koeien, waaronder één uit Friesland ten slotte de eenige „old Dutch scenery" in 't klooster van Sint Franciscus. En tóch, al was dit klooster Portugeesch en beteekende Olinda geen Holland, toch is Pernambuco eigenlijk Refice geheetcn, want Pernambuco is de naam van den Staat ongeveer 'n kwart eeuw lang Hollandsch bezit geweest. 't Was in 1630 dat admiraal Hendrik Come- lisz. Loncq met 'n Hollan-dsche vloot van 50 bodems met 7000 koppen bemand, voor Recife verscheen. De Portugeezen, die de „Hol- land-èzes" al langer kenden, begrepen aan stonds, dat die lieve jongens vast niet met „sight seeing" bedoelingen naar Brazilië wa ren gekomen. En dat was ook zoo, want Loncq had opdracht om voor de West Indi sche Compagnie een steunpunt voor den sui ker-export te veroveren. D-e aanval had suc ces. De Portugeesch-Spaan-sche troepen wer den de binnenlanden in gedreven en Holland was baas in een belangrijk brok van Brazilië. In 1637 trad Graaf Maurits van Nassau, een neef., van den Stadhouder, als gouver neur op, en de Hollan-dsche „piraten-invasie" ging over tot draaglijke dominatie. Maurits bracht orde, recht en beschaving en tol Ne derlands eer mag gezegd worden, dat zijn regeering tot een der voorspoedigste periodes in de geschiedenis van 't beheerschte gebied behoort. Dat het nageslacht geen kwade her inneringen aan dezen bewindsman heeft be waard, moge hieruit blijken, dat een der grootste bruggen van Recife de „Ponte Mau- ricio de Nassau" is geheeten. Ook is er een Maurits van Nassau school. Maar 't bleef niet goed gaan met de Hol landers. Maurits van Nassau kreeg van de West Indische Compagnie niet, wat hij voor een goed, veilig beheer noodig oordeelde, en verkoos in 1644 te ab-diceeren. De Portugee- sclie invloeden werden allengs sterker en ten slotte werd in 1661 de kolonie voor 8 millioen gulden aan Portugal verkocht. De ruïnes van enkele Hollandsche forten, waarin nog ka nonnen met de initialen der West Indische Compagnie, zijn nog stomme getuigen uit het korte maar glorierijke tijdperk der Hol landsche dominatie over het land van Recife. KINDERLIJKJE TE IJMUIDEN GEVONDEN. Ongeveer een kilometer ten Noorden van de Noordelijke pier te IJmuiden is het lijkje van een pasgeboren kind gevonden. DE OPBRENGST VAN WEGEN- EN RIJWIELBELASTING OVER 1931. Van het aan de provincie Noordholland toe gewezen aandeel van de ten bate van het We» genfonds komende opbrengst van de wegen belasting en van de rijwielbelasting over 1931 wordt uitgekeerd aan Haarlem f 11.800.— 'Heemstede f 9.705. Bloemendaal f 41,000.— Zandvoort f 17.400. Beverwijk f 1.150.— Haarlemmermeerpolder f 16.900.— VRIJDAG BESPREKINGEN TE GENèVE. OOK DUITSOHI.AND ZAL ER ZIJN. door HEHRI HEGEMER. Pernambuco (Recife), 27 October. Wij ointdekken Amerika. Land'ingsscène te Pernambuco. Toen we vanochtend vroeg in onze sponde overeind sprongen, was ons eerste werk een zij 't nog ietwat slaperigen blik te werpen door de mica-ruitjes van ons hemelschip, om te kijken of „de over leant" al bereikt was. Er viel echter nog geen. land te bespeuren. Toch kon het gauw komen; Dies zijn we fluks op gestaan, gingen in het salon ontbijten, en toen op verkenning. Toen kwam het. We hadden Amerika ont dekt! Eerst groezelig vaag, dan zich losma kend uit den lichten nevel, allengs scherper wordend, kwam de kolos Zuid-Amerika op ons toedrijven. Totdat we vlakbij waren en evenwijdig aan de kust voeren. „De waereld is wel schoon en waardig om 't aanschouwen", heeft Vader Vondel eens uitgeroepen, toen hij gebukt lag over een at las van Bl-aeu. Dat was maar een atlas, was maar druk werk! Maar wat wij zagen, was de schoone globe aan onze voeten in haar onvolprezen werkelijkheid. Wondere belevenis! Zaterdag nog in de oude Amste-lstad, Maandag nog in Friedrichs- hafen. En nu, drie dagen later, trekken daar langs ons de feeërieke stranden van Zuid- Amerika, zoemt onze luchtreus tevreden brommend langs elegant geboetseerde in hammen, afgewisseld door rechtlijnig strand, dat scherp contrasteert met de er nauw aan sluitende groenende palmentoossch-en die rei ken zoo ver we kijken kunnen. Hier en daar, vlak aan 't strand, wat schamele -hutjes, een agglomeratie van leem en stroo, waartusschen fel do-mineerend een wit kerkje. Mysti-sch be licht de jonge zon 't wondere land. Zwarte kindertjes in knalroode jurkjes, .kom-en te voorschijn uit de palmen weelde, hollen het strand op en turen het luchtverschijnsel na. V/at zal er omgaan in de zwarte kopjes? Even wordt het sprookjesbeeld van dien tropen rijkdom wreedelijk verstoord door 't wrak van een kapitalen stoomer, die met z'n boven zijn bloote ribben uitpuilende, zwaar verroeste stoomketel vloekt in deze' gezegen de natuur. Gesloopt hebben ze 'm, tot op zijn mggegraat. Geen lapje dekplaat zit er meer op. Kort voor zevenen komt het doel, komt Pernambuco in zicht. „Daar ligt Olinda", zegt een hoffelijk iemand achter ons, ,,'n oud-Hol - landsche nederzetting. Ook 'n oud-Hol- landsch klooster is er. Moet li beslist gaan Kien". We danken! We schuiven langs een witten vuurtoren, langs een radio-station en armoedige huis jes, die staan pal aan het strand. Dan gaat het over de haven en Pernambuco's rivieren, en s toornen we dwars over de stad naar het landingsterrein. En ineens staan we stil. In de lucht. Indrukwekkend, die plotselinge stilte, na drie dagen en drie nachten. Z-e zijn nu den Zepp. aan 't afwegen, zijn bezig gas uit te laten, om den kol-os bijna net zooveel te la ten wege'n als het gewicht van de lucht di-e hij verplaatst. Alleen de achterste motor maalt dof zoemend door. 't Is een gr-ootsch oogenblak. fi. Opeensdaar golft weer 't sonore ge ronk der vijf Maybachs over het Amerikaan- sche land, beschrijven we een groote, royale ronde. Om even later opnieuw boven het lan dingsterrein te hangen Beneden hollen men schen, zwarte en donker-bruine menschen. Grappig, dat gedoe! Vanuit onze volumi neuze verhevenheid, ons schellinkje met no minaal 1500-gu klep-zitplaatskijken we neer op het tooneel daar beneden, vergenoegd, genietend. Wat schreeuwen die zwarten. En wat holl-en ze' onzeker op en neer. Maar commandogroep van een blanke, schept in eens orde, brengt discipline. Behoedzaam ko men nu de mannen op -den kolos, die breed uit den hemel komt gezakt, toeloop en. Ze zijn vol aandacht! Daar gulpt 300 kilo waterbaliast tegen de vlakte Een der zwarten krijgt een heele scheut op zijn colbertje. Groot gelach bij de colleganegers. Oo-k uit 't hemelschip klinkt gelach. Maar geen nood, want 't „col bertje" is gelijk Gruyère kaas, meer gat dan goed. We zakken dieper en dieper, heel langzaam, worden middels de bereids afgeworpen lan- dingstouwen omlaag gehaald. Aan beide zij den loopt ee'n troepje Brazilianen op den gondel toe, ze pakken de grijpstangen en hebben beet. We kijken m 'n heele rij zwarte en donkerbrunc facies, die zich plooien in vriendelijken lach en na ons „Goeie morgen jongens" nóg vriendelijker plooien. Nu boegseeren ze den klos in de richting van den landingsplaat, waar de reus wordt vastgeknoopt als een koe. Alleen wat solieder natuurlijk. Toen waren we gemeerd, lagen voor anker; 76 uren 5 minuten bleek de reis te hebben geduurd, waarbij 7769 kilometer non-stop waren afgelegd. Nog nooit hebben we ons na LONDEN, 29 November (Reuter). Naar men hoopt zullen op 2 December te Genève besprekingen worden geopend tusschen de vertegenwoordigers van Duitsehland, Enge land, Frankrijk, Italië en- de Vereenigde Sta ten over Duitschland's weder deelneming aan de ontwapeningsconferentie. Behoudens onvoorziene omstandigheden zullen MacDonald en Sir John Simon op 1 December uit Londen naar Genève vertrek ken ter deelneming aan de onderhandelingen. Havas meldt nog, dat Herriot Donderdag of Vrijdagavond eveneens behoudens onvoor ziene omstandigheden met hetzelfde doel naar Genève zal vertrekken. De „Graf Ze^ipelin" aan den verankermast te Pernambuco FEUILLETON. Naair heit Eng-etsch van Mrs. PATRICK MACGILL. (Nadruk Verboden). 27)' Hat was er uit! Nu kon hij niet meer terug en Olga's hart sprong op van vreugde toen zij de verlovingskus ontving van den man, die -oud genoeg was om haar vader te zijn! „Wanneer zullen wij trouwen, kindlief? Al te lang wil ik niet meer oip mijn geluk wachten", zei Lo-rd Perivialie na een korte 'stilte. Wanneer u wilt en geloof mij, de jaren tellen niet als er liefde in het spel is!" ..Zullen wij dan zeggen over een week of zes? En ik geloof, ook dat het het beste is, die ongelukkige vrouw vrij te laten.; dat is in ieder geval beter dan een nieuw schandaal Natuurlijk schrap ik Jack uit mijn testa ment, zijn gedrag was infaam", hernam Lord Perivale terwijl hij met zijn aanstaande vrouw de studeerkamer verliet, waar nog geen zes maanden geleden zijn zoon had gestaan me-t glanzend goudblond haar en b-etraande oogen, die smeekten om zijn liefde. „Ik ben er zeker van. dat alles wat u be sluit edel-moediig en rechtvaardig is", merk., r- Lady Olga beseheiden op. Om twaalf uur was zij bij Max Reiss, dien zij mededeelde, dat Lord Perivale er niet aan dacht iets te betalen om de zaak dood te zwijgen. „Ik heb- .nooit toestemming gege-vein om ÏKH'd Perivale hiermee lastig te vallen, en ook gaf ik ge-en ordier om zijn zoon te vervolgen; dit was heelemaal mijn bedoeling niet. Ai dis drukte is gemaakt door die lastige be moeial daar", en kwaadaardig wees hij naai' de troostelooze .gedaante van Belle Lucas, die in een armstoel gedoken zat nog geheel on der den indruk van haar onderhoud met Lord Perivale. Wanneer Lady Olga ook maar een flauw vermoeden had .galiad van alle ellende^ die zou voortspruiten uit haar kennismaking met Max Reiss, zou zij van ontzetting ineenge krompen zijn; maar zij vertrok in het trot- sche -bewustzijn van de aanstaande v-rouiw te zijn van een der rijkste edellieden van het land. HOOFDSTUK 23. Heiligdom. Het was een moeizame klautenpartij langs den ste-ilen weg, die van het kleine station netje' voerde naar het groote hospitaal en sanatorium voor zieke kinderen, dat beheerd werd door den beroemden Zwifesersch-en specialist, dokter Ren an. Hetty ademde diep de zonrijike lucht in en haar blik lichtte op, terwijl zij luisterde naar het vroolijk gebabbel van -haar kleine zusje. „Hier wil ik wonen; wat een mooie bloe men!" kondigde Dumpling zeer gedecideerd aan, terwijl zij langs de bloeiende hagen Mepen. Dumpling's verlangen, dat zij hier wilde blijven, bracht haar op een idee. Waarom zo-u zij niet op dit kleine van de wereld af gezonderde plaatsj? blij-ven. alis zij hier de- een of andere betrekking zou kunnen vin den om haar en de kinderen te onderhouden? Toen zij in de studeerkamer van den groeten dokter was toegelaten werd zij ont vangen met een glimlach' en met de mede deling dat Chick -den crisis -wonderwel had doorstaan, dat hij de operatie, die wanneer zij gelukte, voor,hem gezondheid en kracht zou beteekenen, te boven was gekomen en dat zijn toestand zeer 'bevredigend was., ook al was hij nog uiterst zwak. „Nu zal hij wel ga-uw beter worden. U moet in het dorp blijven om dicht in de buurt te zijn, er is een uitstekend hotel voor Engelsehe gasten. Uw aanwezigheid zal zijn genezing bespoedigen; als hij geduldig' is, kan hij in drie maanden hersteld zijn en de vriendelijke chirurg, die zelf verrukt was over zijn succes, streek Hetty bemoedigend over het hoofd. Een snik welde op in Hetty's keel en belette haar te antwoorden, terwijl een waas voor haar oogen -kwam. Hoe kon zij in een duur hotel gaan wonen, met vijf Pond in haar zak en twee kinderen, in wier onder houd zij mo-est voorzien? Want zij veronder stelde zeer terecht, dat er van Mar R-eiss -geen geld meer te verwachten was, nu zij voor de tweede maal haar belofte jegens hem verbroken had. De groote chirurg had nog van meer din gen verstand dan van kinderziekten; zijn goed hart en zijn medelijden met de nood'en dier zwakken hadden hem zijn beroep doen kie zen. Hij was een grootte, forsch-gebouwde man. iets over de vijf en veertig, met een ge bruind gezicht, waarin de levendigste oogen schitterden, die I-Ietty ooit had gezien. „Ik ga je groote zuster van je weghalen, maar ik zal de kleine een poosje bij je laten" zei dokter Renan lachend tot Chick, terwij1 hij Hetty bij den arm nam en naar zijn eigen kamer leidde, -en klein vertrek dat ge zellig doch eenvoudig was gemeubeld, en waarvan de ramen uitzagen op de toppen dei- bergen, d-ie n-u juist met een gulden gJan- omcirkeld waren. „Ga nu hier zitten en voordat je me iets gaat vertellen, moet je dit drinken'.. De dokter gaf Hetty een glas rood-en wijn. dat hij haar geheel liet uitdrinken. Toen zij begon te spreken had haar stem weer de oude, heldere klank en haar groote oogen keken open en eerlijk in die van den man, dJie oplettend naar -haar luisterde. „Ik heb geen ouders, geen vrienden en geen geld, dokter Renan; het is door louter toeval, dat ik genoeg geld had om de verre reis hierheen te kunnen maken. Wanneer ik hier in Vevey zal blijven, moet ik op de een of andere manier werk zien te .krijgen want ik heb nog maar weinig over en be halve aan mijzelf moet ik ook aan mijn kleine zus-je denken. „Uit de woorden van Max Reiss heb ik opgemaakt, dat u beiden binnenkort zoudt trouwen en dat verklaarde ook zijn belang stelling- in uw kleine broertje", sprak de dok ter, terwijl hij Hetty van onder zijn zware wenkbrauwen onderzoekend aankeek. „Wij waren verloofd, maar het is uit ikikzal nu nooit meisx trouiwen" zei Hetty met trillende lippen. Plotseling gleed zij van den stoel o.p haar klooster in Frankrijk", zei Hetty, uiterlijk kalm, maar de glans liarer oogen verried knieën en nam de groote band van den chirurg in de hare; de tranen, die zij zoo lang had ingehouden, stroomden haar langs de wangen, toen zij angstig uitriep: „Zend Chick niet terug, omdat mijnbeer Reiss niet meer voor hem betalen zal. 11c sta alleen op de wereld en ik ben bang om naar Engeland terug 'te gaan. Ikikheb de wet over treden, hoewel ik eigen-lijk niets anders ge daan heb, dan wat ieder ander in mijn plaats ook gedaan zou hebben. Ik ben nie slecbt en als u mij hier zoudt kunnen ge bruiken als verpleegster, als dienstmeisje o' hoed dan ook. zou ilk het vleescfli van mijr vingers werken om u mijn dankbaarheid tc oonen". Zachtjes tilde dokter Renan het overspan nen meisje op en liet haar weer in den dieper gemakke-lijken stoel zitten. „Je moet- me dat alles eens een beetje uitvoeriger vertellen en ik -kan niet luisteren als je jezelf niet een beetje meer in bedwang houdt", zei hij op opzettelijk konten toon, die het effect van een kalmeerend middel op Hetty's zenuwen had. Hij luisterde aandachtig en wendde zijn oogen ge-en moment van het bleelke, kleine gezichtje af. Toen Hetty haar heele hart voor hem had uitgestort, sprak hij: ,,Ik zou in jouw plaats ook zoo gehandeld hebben, Ik weet, dat je verhaal de volle waarheid is hoe ik dat weet, komt er niets op aan. Je kleine broertje is een te mooi voorbeeld van wat ex in zijn geval bereikt kan worden, dan dat ik hem wegens geldgebrek weg zou sturen. Nu heb ik een plannetje voor je uitgedacht. Je hebt gezegd, dat je bereid bent te werken. Hier is geen vrije plaats en voor- loopig zal er ook wel geen komen, maar in het hotel in het dorp hebben ze voor- het seizoen extra hulp noodig. Spreek je Fransch? vroeg hij plotseling, haar innerlijke gevoelens. „Dat is prachtig! Hier op dit plaatje is absoluut geen gelegenheid om werk te krij gen on daar het toch je oprecht verlangen, is op de beste manier geld te verdienen, is de betrekking als meisje in dat hotel abso luut bet beste, wat ik je kan aanraden de ioonen zijn behoorlijk, het eten is goed en de meisjes verdienen ieder seizoen een hoop aan wat zij fooi en" normen. Je moet nu maar eerst een kopje thee gaan drinken in de kamer van d-e zusters je kunt Dumpling meenemen en dan de bus zien te halen, die drie keer per week naar het dorp gaat. Dan kun je rijden tot vlak voor bet hotel; ik zal intussohen den directeur opbellen en hem over je spreken. En verder" voegde de goedhartige man er aan toe, toen Hetty op het punt stond hem t? bedanken, „Ik heb -bepaald mijn hart verloren aan dat aardige, kleine zusje van je; die houd ik hier als een aanwinst voor mijn tehuis, al-s je het goed vindt; zij zal door haar vrooli-jkbeid en uitgelatenheid niet alleen 'tot Ch-ick's gene zing, maar ook tot die van de and-ere kinde ren bijdragen". ('Wondt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3