Met de „Graf Zeppelin" over den Oceaan.
Liefde de Sterkste
IJMUIDER COURANT DONDERDAG 1 DECEMBER 1932
een lange reis zóó fit gevoeld. Dat is het ge- t
heim der luchtscheepvaart, het geheim der
Zeppelin-vaart.
Daar kwamen al douane en politie aan
boord om de papieren te inspecteeren; van
bagagevisitatie hebben we niets bespeurd,
wèl een bewijs, hoe beminnelijk men 't Zep
pelin-reizend publiek weet te behandelen.
Alleen naar de paspoorten werd gevraagd
Wij toonden het onze.
Of we geen andere papieren hadden mee
gebracht? Met een fotootje beplakt?
Andere papieren?Als een flits schoot
het door ons brein. Ons „certificado negativo
de antecedentes penaes". ons bewijs vair goed
gedrag. En met triomfantelijk gebaar trok
ken we 't kostbare papier, dat wettig en over
tuigend bewijs voor ons ongekreukeld, lelie
blank staatsburgerlijk strafregister, om welks
bezit we Zaterdagmorgen een strijd op leven
en dood hadden gestreden, uit onzen zak.
Een tevreden knik, een klap op ons pas
poort en we mochten aan wal. We daalden
den valreep af en stonden op Braziliaanschen
bodem.
In Pernambuco
Men verwachte van ons, Zuid-Amerika-in-
2-dagen-toerist, geen verhandeling over Bra-
ziliaansche of ook maar Pemambucaansche
toestanden, geen gedegen beschrijving van
land en volk sedert den scheppingsdag -tot
Donderdag van 'n week of vier geleden.
Hoogstens wat luchtige, vluchtige indrukken
zullen we weergeven.
Instede met de overige passagiers direct
stadswaarts te tijgen, zijn wij eerst nog wat
op Pernambuco's luchthaven blijven rond
kijken. Daar hing nu onze luchtreus, zoo echt
goeiig en tevreden, met het puntje van zijn
neus aan den mast, uit te rusten van den
langen, verren tocht. Hij bleek geblesseerd,
het brave beest, want boven in zijn stuur
boordflank gaapte een wonde, 'n flinke
scheur in het doek. Doch tien minuten later
reeds waren ze doende de wonde te heelen,
Oder in den buik van het schip waren ze
aan het laden en lossen. Ingeladen werden
o-m. groote staven ijs, die met een touwtje
naar binnen werden geheschen. En gelost
werden, met ernstige gezichten, de beide
bakken van de toiletten.
Heel afdoende is de „verankering" van de
Zeppelin. Zit het voorschip scharnierend be
vestigd aan den top van den mast op het veld.
het achterschip rust, extra gestut door vier
lange vakwerkstijlen, met den achtersten
motorgondel op een soort spoorwagen, die op
een cirkelbaan loopt van circa 420 meter
doorsnee met den mast als vast middelpunt,
zoodat de Zeppelin iedere beweging van den
wind kan volgen; 't luchtschip is verankerd,
dus niets anders dan een reusachtige wind
wijzer. Voor de negers vertegenwoordigt die
wagen de bijna volmaakte zaligheid. Want als
de Zepp in Pernambuco is, zit er den gan-
schen dag zoo'n kluitje zwarten op den wa
gen, om zich in dolce far niente door den
wind heen en weer te laten karren.
Er is ook een eigen gasfabriek daar op het
veld, opgezet en ontwikkeld door een inge
nieur van de Zeppelin Luftschiffbau, den
heer Roesch, een fijnen bescheiden jongen.
Er wordt waterstofgas gemaakt, terwijl er
ook stookgas wordt bereid. Het draaggas
wordt in een tempo van 2000 kubieke meter
per uur in het schip gedrukt. Het stook- of
motoren-gas, dat daar „Pyrofax" heet (in
Duitsehland spreken ze van Blaugas), wordt
als vloeibare olie in groote blikken aange
voerd. Het wordt door stoom verwarmd, zoo
dat het verdampt, waarna het wordt ver
mengd met waterstof.
Voor de bemanning'van de Zeppelin is
aan het vejd een flinke cantine gebouwd,
waar de menschen goede slaapgelegenheid,
badkamers en een uitstekende keuken vin
den. Met enkele amicale Duitschers uit Per
nambuco en den vroolijken kapitein Flem-
ming met z'n zware stem, dronken we er een
verkwikkend glas Aqua tonica met een scheu
tje hartigs erin, en hoorden er het wereld
nieuws van de laatste vier dagen. Want, een
zaligheid op de oceaanvaarten der „Graf
Zeppelin" is, dat er geen kranten zijn, zelfs
geen draadlooze nieuwsberichten worden
verstrekt. Je geniet er een zoete, vredige rust.
Het laatste nieuws bleek dan, dat drie da
gen te voren de „Graf Zeppelin" in Zwitser
land was vergaan. Finaal vergaan! Men
toonde ons de Pemambucaansche kranten,
waar het in stond. Maar ook hoorden we, dat
dergelijke jobstijdingen na elke tweede Zuid-
Amerika-vaart, van Europa naar Zuid-Ame-
rika, worden geseind, naar men aanneemt
door een groep die er belang bij heeft de
Zeppelin-reputatie in Zuid-Amerika te scha
den.
Vanuit den stuurgondel van den Zepp, die
direct telefonisch met de stad is verbonden,
werd voor ons een taxi besteld en met Colonel
den Master of Sempill en Van Tijen vertrok
ken we City-waarts. Alras constateeren we,
dat een .strijd „klinkerwegen of asfaltwegen"
in Pernambuco niet bestaat, hoogstens een
strijd „wel wegen of geen wegen". Hevig hob
belend, nu en dan van den dijk-achtigen weg
afzakkend naar de zanderige vlakte rechts
beneden, daarbij laveerend om telefoonpalen.,
om dan weer eens omhoog te kruipen tegen
den weg, waarin, boven gaten, de tramrails-
lijnen, kwam de stad. Toen werd het beter,
Na in 't Hotel Central, misschien 't hoogste
gebouw van Pernambuco, op de tiende ver
dieping de lunch te hebben gebruikt, zijn we
eerst de stad ingegaan- Qua architectonisch
schoon bleek Pernambuco tamelijk pretentie
loos. Er zijn wat mooie groote gebouwen,
maar voor de rest weinig wat het oog bijzon
der boeit. Van de zeer vele kerken zijn er
van buiten gezien, maar enkele mooi te noe
men. De bevolking bestaat uit een mengsel
van Portugeezen en negerslaven en zuivere
Portugeezen. Winkels zijn er vele, maar 't zijn
in hoofdzaak kleine of grootere open hallen,
zonder uitstalkasten. De trams, die, als zij
vol zijn, ook werkelijk en waarachtig vol
zijn, want zelfs op de treeplanken hangen
dan de negers er bij als bananen aan een
tros, schijnen te oordeelen naar het geluid
dat ze verwekken, achthoekige wielen tc heb
ben.
Des middags bezochten we met Colonel
Sempill en Van Tijen 'b alom aangeprezen
Olinda. Olinda, dat „Holland" zou beteekenen
zooals iemand ons verzekerd had, en welke
verzekering aannemelijk bleek, omdat het
woord zoo sprekend lijkt op 't Italiaansche
„Olanda", dat Holland beteekent. Na een
autorit van 'n twintig minuten bromde de
wagen een berg op en hield voor een Fran-
ciscanerlcloos-ter stil. Men had ons zóó gesui
gereerd dat het klooster Hollandsch was, dat
we ook werkelijk niets dan Hollandsch zagen.
En al direct waren we alle drie in verruk
king over dat schitterende „Delftsch", dat
daar tegen de muren van die mooie open
voorzaal prijkte. Toen belden we aan. Een
broeder die Duitsch sprak, deed open.
„Ga voor", zei onze Britsche vriend. „Gij
staat hier op vaderlandschen bodem". En we
gingen voor, met gepasten trots. Spoedig
kwam de prior, frater Mathias Teves, die
een allergemoede-lij leste Duitscher bleek te
zijn. Zooals bijna de geheele communiteit
van dit klooster uit Duitschers bleek te be
staan, afkomstig uit het Rheinland, West-
falen en Ruhrgebied. En toen kwam de ont
goocheling, boen we spraken over Olinda, dat
Holland moest zijn.
„Hoe komen ze daar toch aan", zei de
goede prior,' terwijl hij vol verbazing zijn
handen ineen sloeg. „Dat hoor ik nou al
jaren, dat Olinda Holland zou beteekenen.
Het woord Olinda is echter Portugeesch en
wil zooveel zeggen als; Het schoone, het
lieflijke".
En hij noemde een paar jaartallen, memo
reerde een paar historische feiten, vertelde
iets vam dis Hollanders die vian 1630 af in
Pernambuco een vijf-en-twintig-tal jaren
geregeerd hadden, ineens zagen we diverse
dingen in 't juiste historische verband, be
grepen we, dat dit oude Franciscaner-klooster
onmogelijk een stichting van de nazaten der
Watergeuzen kon zijn. En ook al wisten we
spoedig, dat die heerlijke tegeltablcaux geen
Delftsch", maar mooie specimen1, van Por-
tugeesche fayence-kunst waren.
De kruisgang van het klooster toont, in
blauwe tegels, voorstellingen uit het leven
van den PI. Franciscus, terwijl, wij in de sa
cristie heerlijk oud houtsnijwerk en prachtige
plafondschilderingen bewonderden, welk
genre schilderingen wij ook in de in barok
stijl ontworpen kloosterkerk troffen. Ook
den tegen -den heuvel gebouwden kloostertuin
hebben we bezichtigd, waarin mooie exem
plaren van kokospalmen, bananenstruiken en
and-ere edele voortbrengselen van den Brazi
liaanschen grond. Vreedzaam graasden er
een paar koeien, waaronder één uit Friesland
ten slotte de eenige „old Dutch scenery" in
't klooster van Sint Franciscus.
En tóch, al was dit klooster Portugeesch
en beteekende Olinda geen Holland, toch is
Pernambuco eigenlijk Refice geheetcn,
want Pernambuco is de naam van den Staat
ongeveer 'n kwart eeuw lang Hollandsch
bezit geweest.
't Was in 1630 dat admiraal Hendrik Come-
lisz. Loncq met 'n Hollan-dsche vloot van 50
bodems met 7000 koppen bemand, voor Recife
verscheen. De Portugeezen, die de „Hol-
land-èzes" al langer kenden, begrepen aan
stonds, dat die lieve jongens vast niet met
„sight seeing" bedoelingen naar Brazilië wa
ren gekomen. En dat was ook zoo, want
Loncq had opdracht om voor de West Indi
sche Compagnie een steunpunt voor den sui
ker-export te veroveren. D-e aanval had suc
ces. De Portugeesch-Spaan-sche troepen wer
den de binnenlanden in gedreven en Holland
was baas in een belangrijk brok van Brazilië.
In 1637 trad Graaf Maurits van Nassau,
een neef., van den Stadhouder, als gouver
neur op, en de Hollan-dsche „piraten-invasie"
ging over tot draaglijke dominatie. Maurits
bracht orde, recht en beschaving en tol Ne
derlands eer mag gezegd worden, dat zijn
regeering tot een der voorspoedigste periodes
in de geschiedenis van 't beheerschte gebied
behoort. Dat het nageslacht geen kwade her
inneringen aan dezen bewindsman heeft be
waard, moge hieruit blijken, dat een der
grootste bruggen van Recife de „Ponte Mau-
ricio de Nassau" is geheeten. Ook is er een
Maurits van Nassau school.
Maar 't bleef niet goed gaan met de Hol
landers. Maurits van Nassau kreeg van de
West Indische Compagnie niet, wat hij voor
een goed, veilig beheer noodig oordeelde, en
verkoos in 1644 te ab-diceeren. De Portugee-
sclie invloeden werden allengs sterker en ten
slotte werd in 1661 de kolonie voor 8 millioen
gulden aan Portugal verkocht. De ruïnes van
enkele Hollandsche forten, waarin nog ka
nonnen met de initialen der West Indische
Compagnie, zijn nog stomme getuigen uit
het korte maar glorierijke tijdperk der Hol
landsche dominatie over het land van Recife.
KINDERLIJKJE TE IJMUIDEN
GEVONDEN.
Ongeveer een kilometer ten Noorden van
de Noordelijke pier te IJmuiden is het lijkje
van een pasgeboren kind gevonden.
DE OPBRENGST VAN WEGEN- EN
RIJWIELBELASTING OVER 1931.
Van het aan de provincie Noordholland toe
gewezen aandeel van de ten bate van het We»
genfonds komende opbrengst van de wegen
belasting en van de rijwielbelasting over 1931
wordt uitgekeerd aan
Haarlem f 11.800.—
'Heemstede f 9.705.
Bloemendaal f 41,000.—
Zandvoort f 17.400.
Beverwijk f 1.150.—
Haarlemmermeerpolder f 16.900.—
VRIJDAG BESPREKINGEN TE
GENèVE.
OOK DUITSOHI.AND ZAL ER ZIJN.
door HEHRI HEGEMER.
Pernambuco (Recife),
27 October. Wij ointdekken
Amerika. Land'ingsscène te
Pernambuco.
Toen we vanochtend vroeg in onze sponde
overeind sprongen, was ons eerste werk een
zij 't nog ietwat slaperigen blik te werpen
door de mica-ruitjes van ons hemelschip, om
te kijken of „de over leant" al bereikt was. Er
viel echter nog geen. land te bespeuren. Toch
kon het gauw komen; Dies zijn we fluks op
gestaan, gingen in het salon ontbijten, en
toen op verkenning.
Toen kwam het. We hadden Amerika ont
dekt! Eerst groezelig vaag, dan zich losma
kend uit den lichten nevel, allengs scherper
wordend, kwam de kolos Zuid-Amerika op
ons toedrijven. Totdat we vlakbij waren en
evenwijdig aan de kust voeren.
„De waereld is wel schoon en waardig om
't aanschouwen", heeft Vader Vondel eens
uitgeroepen, toen hij gebukt lag over een at
las van Bl-aeu.
Dat was maar een atlas, was maar druk
werk! Maar wat wij zagen, was de schoone
globe aan onze voeten in haar onvolprezen
werkelijkheid.
Wondere belevenis! Zaterdag nog in de
oude Amste-lstad, Maandag nog in Friedrichs-
hafen. En nu, drie dagen later, trekken daar
langs ons de feeërieke stranden van Zuid-
Amerika, zoemt onze luchtreus tevreden
brommend langs elegant geboetseerde in
hammen, afgewisseld door rechtlijnig strand,
dat scherp contrasteert met de er nauw aan
sluitende groenende palmentoossch-en die rei
ken zoo ver we kijken kunnen. Hier en daar,
vlak aan 't strand, wat schamele -hutjes, een
agglomeratie van leem en stroo, waartusschen
fel do-mineerend een wit kerkje. Mysti-sch be
licht de jonge zon 't wondere land. Zwarte
kindertjes in knalroode jurkjes, .kom-en te
voorschijn uit de palmen weelde, hollen het
strand op en turen het luchtverschijnsel na.
V/at zal er omgaan in de zwarte kopjes?
Even wordt het sprookjesbeeld van dien
tropen rijkdom wreedelijk verstoord door 't
wrak van een kapitalen stoomer, die met z'n
boven zijn bloote ribben uitpuilende, zwaar
verroeste stoomketel vloekt in deze' gezegen
de natuur. Gesloopt hebben ze 'm, tot op zijn
mggegraat. Geen lapje dekplaat zit er meer
op.
Kort voor zevenen komt het doel, komt
Pernambuco in zicht. „Daar ligt Olinda", zegt
een hoffelijk iemand achter ons, ,,'n oud-Hol -
landsche nederzetting. Ook 'n oud-Hol-
landsch klooster is er. Moet li beslist gaan
Kien".
We danken!
We schuiven langs een witten vuurtoren,
langs een radio-station en armoedige huis
jes, die staan pal aan het strand. Dan gaat
het over de haven en Pernambuco's rivieren,
en s toornen we dwars over de stad naar het
landingsterrein. En ineens staan we stil. In
de lucht.
Indrukwekkend, die plotselinge stilte, na
drie dagen en drie nachten. Z-e zijn nu den
Zepp. aan 't afwegen, zijn bezig gas uit te
laten, om den kol-os bijna net zooveel te la
ten wege'n als het gewicht van de lucht di-e
hij verplaatst. Alleen de achterste motor
maalt dof zoemend door. 't Is een gr-ootsch
oogenblak.
fi.
Opeensdaar golft weer 't sonore ge
ronk der vijf Maybachs over het Amerikaan-
sche land, beschrijven we een groote, royale
ronde. Om even later opnieuw boven het lan
dingsterrein te hangen Beneden hollen men
schen, zwarte en donker-bruine menschen.
Grappig, dat gedoe! Vanuit onze volumi
neuze verhevenheid, ons schellinkje met no
minaal 1500-gu klep-zitplaatskijken we neer
op het tooneel daar beneden, vergenoegd,
genietend. Wat schreeuwen die zwarten. En
wat holl-en ze' onzeker op en neer. Maar
commandogroep van een blanke, schept in
eens orde, brengt discipline. Behoedzaam ko
men nu de mannen op -den kolos, die breed uit
den hemel komt gezakt, toeloop en. Ze zijn vol
aandacht! Daar gulpt 300 kilo waterbaliast
tegen de vlakte Een der zwarten krijgt een
heele scheut op zijn colbertje. Groot gelach
bij de colleganegers. Oo-k uit 't hemelschip
klinkt gelach. Maar geen nood, want 't „col
bertje" is gelijk Gruyère kaas, meer gat dan
goed.
We zakken dieper en dieper, heel langzaam,
worden middels de bereids afgeworpen lan-
dingstouwen omlaag gehaald. Aan beide zij
den loopt ee'n troepje Brazilianen op den
gondel toe, ze pakken de grijpstangen en
hebben beet. We kijken m 'n heele rij zwarte
en donkerbrunc facies, die zich plooien in
vriendelijken lach en na ons „Goeie morgen
jongens" nóg vriendelijker plooien.
Nu boegseeren ze den klos in de richting
van den landingsplaat, waar de reus wordt
vastgeknoopt als een koe. Alleen wat solieder
natuurlijk.
Toen waren we gemeerd, lagen voor anker;
76 uren 5 minuten bleek de reis te hebben
geduurd, waarbij 7769 kilometer non-stop
waren afgelegd. Nog nooit hebben we ons na
LONDEN, 29 November (Reuter). Naar
men hoopt zullen op 2 December te Genève
besprekingen worden geopend tusschen de
vertegenwoordigers van Duitsehland, Enge
land, Frankrijk, Italië en- de Vereenigde Sta
ten over Duitschland's weder deelneming aan
de ontwapeningsconferentie.
Behoudens onvoorziene omstandigheden
zullen MacDonald en Sir John Simon op 1
December uit Londen naar Genève vertrek
ken ter deelneming aan de onderhandelingen.
Havas meldt nog, dat Herriot Donderdag
of Vrijdagavond eveneens behoudens onvoor
ziene omstandigheden met hetzelfde doel
naar Genève zal vertrekken.
De „Graf Ze^ipelin" aan den verankermast te Pernambuco
FEUILLETON.
Naair heit Eng-etsch van
Mrs. PATRICK MACGILL.
(Nadruk Verboden).
27)'
Hat was er uit! Nu kon hij niet meer
terug en Olga's hart sprong op van vreugde
toen zij de verlovingskus ontving van den
man, die -oud genoeg was om haar vader te
zijn!
„Wanneer zullen wij trouwen, kindlief?
Al te lang wil ik niet meer oip mijn geluk
wachten", zei Lo-rd Perivialie na een korte
'stilte.
Wanneer u wilt en geloof mij, de jaren
tellen niet als er liefde in het spel is!"
..Zullen wij dan zeggen over een week of
zes? En ik geloof, ook dat het het beste is,
die ongelukkige vrouw vrij te laten.; dat is
in ieder geval beter dan een nieuw schandaal
Natuurlijk schrap ik Jack uit mijn testa
ment, zijn gedrag was infaam", hernam Lord
Perivale terwijl hij met zijn aanstaande vrouw
de studeerkamer verliet, waar nog geen zes
maanden geleden zijn zoon had gestaan me-t
glanzend goudblond haar en b-etraande
oogen, die smeekten om zijn liefde.
„Ik ben er zeker van. dat alles wat u be
sluit edel-moediig en rechtvaardig is", merk., r-
Lady Olga beseheiden op.
Om twaalf uur was zij bij Max Reiss, dien
zij mededeelde, dat Lord Perivale er niet
aan dacht iets te betalen om de zaak dood
te zwijgen.
„Ik heb- .nooit toestemming gege-vein om
ÏKH'd Perivale hiermee lastig te vallen, en ook
gaf ik ge-en ordier om zijn zoon te vervolgen;
dit was heelemaal mijn bedoeling niet. Ai
dis drukte is gemaakt door die lastige be
moeial daar", en kwaadaardig wees hij naai'
de troostelooze .gedaante van Belle Lucas, die
in een armstoel gedoken zat nog geheel on
der den indruk van haar onderhoud met
Lord Perivale.
Wanneer Lady Olga ook maar een flauw
vermoeden had .galiad van alle ellende^ die
zou voortspruiten uit haar kennismaking met
Max Reiss, zou zij van ontzetting ineenge
krompen zijn; maar zij vertrok in het trot-
sche -bewustzijn van de aanstaande v-rouiw te
zijn van een der rijkste edellieden van het
land.
HOOFDSTUK 23.
Heiligdom.
Het was een moeizame klautenpartij langs
den ste-ilen weg, die van het kleine station
netje' voerde naar het groote hospitaal en
sanatorium voor zieke kinderen, dat beheerd
werd door den beroemden Zwifesersch-en
specialist, dokter Ren an.
Hetty ademde diep de zonrijike lucht in en
haar blik lichtte op, terwijl zij luisterde naar
het vroolijk gebabbel van -haar kleine zusje.
„Hier wil ik wonen; wat een mooie bloe
men!" kondigde Dumpling zeer gedecideerd
aan, terwijl zij langs de bloeiende hagen
Mepen.
Dumpling's verlangen, dat zij hier wilde
blijven, bracht haar op een idee. Waarom
zo-u zij niet op dit kleine van de wereld af
gezonderde plaatsj? blij-ven. alis zij hier de-
een of andere betrekking zou kunnen vin
den om haar en de kinderen te onderhouden?
Toen zij in de studeerkamer van den
groeten dokter was toegelaten werd zij ont
vangen met een glimlach' en met de mede
deling dat Chick -den crisis -wonderwel had
doorstaan, dat hij de operatie, die wanneer
zij gelukte, voor,hem gezondheid en kracht
zou beteekenen, te boven was gekomen en
dat zijn toestand zeer 'bevredigend was., ook
al was hij nog uiterst zwak.
„Nu zal hij wel ga-uw beter worden. U
moet in het dorp blijven om dicht in de
buurt te zijn, er is een uitstekend hotel voor
Engelsehe gasten. Uw aanwezigheid zal zijn
genezing bespoedigen; als hij geduldig' is, kan
hij in drie maanden hersteld zijn en de
vriendelijke chirurg, die zelf verrukt was
over zijn succes, streek Hetty bemoedigend
over het hoofd.
Een snik welde op in Hetty's keel en
belette haar te antwoorden, terwijl een waas
voor haar oogen -kwam. Hoe kon zij in een
duur hotel gaan wonen, met vijf Pond in
haar zak en twee kinderen, in wier onder
houd zij mo-est voorzien? Want zij veronder
stelde zeer terecht, dat er van Mar R-eiss
-geen geld meer te verwachten was, nu zij
voor de tweede maal haar belofte jegens hem
verbroken had.
De groote chirurg had nog van meer din
gen verstand dan van kinderziekten; zijn goed
hart en zijn medelijden met de nood'en dier
zwakken hadden hem zijn beroep doen kie
zen.
Hij was een grootte, forsch-gebouwde man.
iets over de vijf en veertig, met een ge
bruind gezicht, waarin de levendigste oogen
schitterden, die I-Ietty ooit had gezien.
„Ik ga je groote zuster van je weghalen,
maar ik zal de kleine een poosje bij je laten"
zei dokter Renan lachend tot Chick, terwij1
hij Hetty bij den arm nam en naar zijn
eigen kamer leidde, -en klein vertrek dat ge
zellig doch eenvoudig was gemeubeld, en
waarvan de ramen uitzagen op de toppen dei-
bergen, d-ie n-u juist met een gulden gJan-
omcirkeld waren.
„Ga nu hier zitten en voordat je me iets
gaat vertellen, moet je dit drinken'..
De dokter gaf Hetty een glas rood-en wijn.
dat hij haar geheel liet uitdrinken.
Toen zij begon te spreken had haar stem
weer de oude, heldere klank en haar groote
oogen keken open en eerlijk in die van den
man, dJie oplettend naar -haar luisterde.
„Ik heb geen ouders, geen vrienden en
geen geld, dokter Renan; het is door louter
toeval, dat ik genoeg geld had om de verre
reis hierheen te kunnen maken. Wanneer ik
hier in Vevey zal blijven, moet ik op de
een of andere manier werk zien te .krijgen
want ik heb nog maar weinig over en be
halve aan mijzelf moet ik ook aan mijn kleine
zus-je denken.
„Uit de woorden van Max Reiss heb ik
opgemaakt, dat u beiden binnenkort zoudt
trouwen en dat verklaarde ook zijn belang
stelling- in uw kleine broertje", sprak de dok
ter, terwijl hij Hetty van onder zijn zware
wenkbrauwen onderzoekend aankeek.
„Wij waren verloofd, maar het is uit
ikikzal nu nooit meisx trouiwen"
zei Hetty met trillende lippen.
Plotseling gleed zij van den stoel o.p haar
klooster in Frankrijk", zei Hetty, uiterlijk
kalm, maar de glans liarer oogen verried
knieën en nam de groote band van den
chirurg in de hare; de tranen, die zij zoo
lang had ingehouden, stroomden haar langs
de wangen, toen zij angstig uitriep: „Zend
Chick niet terug, omdat mijnbeer Reiss niet
meer voor hem betalen zal. 11c sta alleen op
de wereld en ik ben bang om naar Engeland
terug 'te gaan. Ikikheb de wet over
treden, hoewel ik eigen-lijk niets anders ge
daan heb, dan wat ieder ander in mijn
plaats ook gedaan zou hebben. Ik ben nie
slecbt en als u mij hier zoudt kunnen ge
bruiken als verpleegster, als dienstmeisje o'
hoed dan ook. zou ilk het vleescfli van mijr
vingers werken om u mijn dankbaarheid tc
oonen".
Zachtjes tilde dokter Renan het overspan
nen meisje op en liet haar weer in den dieper
gemakke-lijken stoel zitten.
„Je moet- me dat alles eens een beetje
uitvoeriger vertellen en ik -kan niet luisteren
als je jezelf niet een beetje meer in bedwang
houdt", zei hij op opzettelijk konten toon,
die het effect van een kalmeerend middel
op Hetty's zenuwen had.
Hij luisterde aandachtig en wendde zijn
oogen ge-en moment van het bleelke, kleine
gezichtje af. Toen Hetty haar heele hart
voor hem had uitgestort, sprak hij: ,,Ik zou
in jouw plaats ook zoo gehandeld hebben,
Ik weet, dat je verhaal de volle waarheid
is hoe ik dat weet, komt er niets op aan.
Je kleine broertje is een te mooi voorbeeld
van wat ex in zijn geval bereikt kan worden,
dan dat ik hem wegens geldgebrek weg zou
sturen. Nu heb ik een plannetje voor je
uitgedacht. Je hebt gezegd, dat je bereid bent
te werken. Hier is geen vrije plaats en voor-
loopig zal er ook wel geen komen, maar in
het hotel in het dorp hebben ze voor- het
seizoen extra hulp noodig. Spreek je Fransch?
vroeg hij plotseling,
haar innerlijke gevoelens.
„Dat is prachtig! Hier op dit plaatje is
absoluut geen gelegenheid om werk te krij
gen on daar het toch je oprecht verlangen,
is op de beste manier geld te verdienen, is
de betrekking als meisje in dat hotel abso
luut bet beste, wat ik je kan aanraden de
ioonen zijn behoorlijk, het eten is goed en
de meisjes verdienen ieder seizoen een hoop
aan wat zij fooi en" normen. Je moet nu
maar eerst een kopje thee gaan drinken
in de kamer van d-e zusters je kunt
Dumpling meenemen en dan de bus zien
te halen, die drie keer per week naar het
dorp gaat. Dan kun je rijden tot vlak voor
bet hotel; ik zal intussohen den directeur
opbellen en hem over je spreken. En verder"
voegde de goedhartige man er aan toe, toen
Hetty op het punt stond hem t? bedanken,
„Ik heb -bepaald mijn hart verloren aan dat
aardige, kleine zusje van je; die houd ik hier
als een aanwinst voor mijn tehuis, al-s je het
goed vindt; zij zal door haar vrooli-jkbeid en
uitgelatenheid niet alleen 'tot Ch-ick's gene
zing, maar ook tot die van de and-ere kinde
ren bijdragen".
('Wondt vervolgd).