Over den Atlantischen Oceaan.
Liefde de Sterkste
IJMUIDER COURANT WOENSDAG 7 DECEMBER 1932
Gouvememencsptetn mei aan loran uuic. owu^o^on(ramuaiiuu.j.
BRUTALE BEROOVING TE
ROTTERDAM.
Looper f 1000.ontstolen.
JUFFROUW OP GELIJKE WIJZE BEROOFD.
CONFLICT AMERIKA—SPANJE?
Maandagochtend om half twaalf is in het
Bankgebouw van de Nederlandsche Handel
maatschappij aan de Zuidblaak te Rotterdam
de looper van de N.V. Loopuyt's Bank te
Schiedam, die een bedrag van 20.000.—
kwam deponeeren, voor 1000.— bestolen.
Toen hij' voor het loket van don kassier
kwam en hij de verschillende pakjes bank
biljetten op de balie had neergelegd, werd
hij aangesproken door een man, die rechts
van hem kwam staan. Deze liet hem een pa
piertje zien en sprak hem aan in een vreem
de taal. Op hetzelfde moment was ook aan
de linkerzijde van den looper een man ko
men staan. Beiden verdwenen toen de loo
per op de vraag, die hij niet begrepen had,
geen antwoord had kunnen geven. Hij had
toen nog geen kwade vermoedens en de
looper begon zijn bedrag van 20.000 uit te
tellen voor den kassier. Daarbij ontdekte hij
dat er 1000 te weinig was en bij nader on
derzoek bleek dat te zijn een pakje van hon
derd bankbiljetten van 10.Men begreep
toen, dat dit pakje gestolen moest zijn zeer
waarschijnlijk door een van de twee mannen
die naast den looper hebben gestaan. Inmid
dels was echter al weer een minuut of vijf
verloopen, zoodat de dieven alle kans heb
ben gehad om zich rustig in veiligheid te
brengen.
Tot op heden zijn zij nog niet opgespoord.
De Rotterdamsche politie vermoedt, dat
men hier te doen heeft met een bende van
vier vreemdelingen, die op deze wijze in Rot
terdamsche bankgebouwen opereeren.
Zaterdag is n.l. op dezelfde wijze en waar
schijnlijk door dezelfde mannen in de Incas-
sobank aan de Leuvehaven een bedrag van
195.geroofd. De benadeelde was een juf
frouw die voor haar patroon een groot be
drag kwam deponeeren. Deze juffrouw heeft
dezelfde ervaringen opgedaan als de looper
van de bank in Schiedam. Ook zij was juist,
nadat zij voor het loket was verschenen, aan
gesproken door een man, die in gezelschap
was van een anderen man. Eveneens hebben
deze mannen haar aandacht weten af te lei
den, waarna zij weer verdwenen. Toen de
juffrouw haar bedrag voortelde aan den kas
sier miste zij 195. De verdachten waren
toen ook al weer bijtijds verdwenen.
De Rotterdamsche politie waarschuwt dan
ook zich niet te laten afleiden bij het depo
neeren van geld bij banken.
VIJF SLACHTOFFERS BIJ AUTO-
ONGELUK.
WARSCHAU, 6 December (Realiter). Op
een spoorwegovergang is een auto met vijf
personen door een trisin gegrepen.
Vier inzittenden werdien op slag gedood,
de vijfde, een vrouw wist tijdig uit den wagten
te springen en bleef ongedeerd.
BOER DOOR WOLVEN VERSCHEURD.
WARSCHAU, 6 December (Reuter) Nabij
Kowel in Wolhinië is een boer door een troep
wolven overvallen en verscheurd. Ook twee
in de nabijheid grazende paarden werden door
de wilde uitgehongerde dieren aangevallen.
De bevolking heeft uitgebreide maatregelen
getroffen.
WEGENS NAASTINGSPLAN VOOR
TELEGRAAFBEDRIJF.
WASHINGTON. 6 Dec. (V. D.) Van de zijde
van het Amerikaansche Staatsdepartement
wordt medegedeeld, dat de Amerikaansche
ambassadeur in Spanje Laughlin ongetwij
feld uit Madrid zal worden teruggeroepen en
dat de diplomatieke betrekkingen tusschen
de Vereenigde Staten en Spanje ernstig ge
vaar zullen loopen, wanneer het Spaansche
pa riem ent besluit om de indertijd door Ko
ning Alfonso aan de International Telephone
and Telegraph Company verleende concessie,
waardoor deze onderneming in Spanje een
zoo goed als monopolistische positie inneemt
en bijna het geheele telegraaf- en telefoon
verkeer in handen heeft, op te heffen en de
Spaansche telefonie en telegrafie te sociali-
seeren. De Amerikaansche beleggingen in
genoemde onderneming' worden geschat op
65 millioen dollars Het Staatsdepartement
acht den toestand zeer ernstig.
VAN MANDSJOEKWO NAAR
RUSLAND GEVLUCHT.
Duizend Chineesche soldaten
uitgeweken.
WAARONDER GENERAAL SOE TING WEN.
MOSCOU, 6 Dec. (Reuter). In den nacht
van den 5den December zijn ongeveer 1000
Chineesche soldaten van het station Man-
choeria per trein naar Russisch gebied ge
vlucht. Zij werden daar door de Russische
grenswachten ontwapend en geïnterneerd.
Onder hen bevond zich ook generaaü Soe
Ping Wen met zijn geheelen staf. Generaal
Soe Ping Wen is Chineesche commandant
van Mandsjoeli. 1-Iij begaf zich met zijn troe
pen naar het station van Mandchoeria, en.
vroeg aan den stationschef hen naar Rus
sisch gebied te transporteeren.
De stationschef weigerde echter, waarop
de Chineesche manschappen zelf een trein
in gereedheid brachten, bestaande uit niet
minder dan 433 wagens, waarmede zij naar
Russisch gebied vertrokken.
In den trein werden tevens meegevoerd
Chineesche en Japansche beambten van den
staat Mandsjoekwo, die op het door gene
raal Joe Ping Wen bezette gebied woonden.
Zij werden echter op last van de Russische
autoriteiten naar Mandsjoekwo of Japan te
ruggebracht.
Een deel van de troepen van generaal Soe
Ping Wen, dat geen plaats in den trein had
den kunnen vinden, begaf zich te voet naar
Russisch grondgebied, waar het werd ont
wapend en geïnterneerd.
„COMTE Dl SAVOYA" HEEFT PECH.
LONDEN, 6 December (Reuter)Volgens
een bericht van den specialen correspondent
van Reuter, aan boord van het Italiaansche
luxe- mailschip „Comte di Savoya" heeft het
schip op achthonderd mijl van New-York
moeten stoppen, wegens een defect aan den
turbine-generator. Het schip dat zijn eerste
reis maakt, stoomt met verminderde vaart ver
der.
Koning Gustaaf V van Zweden viert 8 December zijn 25-jarig regeerings-
jubïleum. Links: de populaire vorst bij zijn troonsbestijging in 1907; rechtseen kwart
eeuw later als redenaar op een open-luchtbijeenkomst.
Naar Suriname.
Wij waren rustig langs de kust, die als
flauwe bleekgroene band den blikken hemel
van de blikken zee' scheidt. Dichtbij is het
water groenachtig, niet mooi helder, zooals
in de Caraïbische zee. daar zorgen de rivieren
voor. De uitkijk heeft al een poosje geleden
het lichtschip voor de Surinamerivier gemeld,
als wij plotseling een koffie-met-melkvlakte
binnen varen, door een reepje slagroom van
de groene zee gescheiden. Dat is het zoete
modderwater van de Surinamerivier, dat
drijft bovenop het zeewater.
Wij gaan ten anker bij het lichtschip om
op hoog water te wachten. De loods komt
vast aan boord, een rasechte Surinamer met
kap itemsepauletten en 24 kinderen, die hij
toch allemaal goed terecht heeft gebracht in
de wereld. Zijn derde vrouiw is juist gestorven
en hij kijkt met kritischen blik naar de lucht,
het water en onze damespassagiers. „Met
Gods hulp zal het wel gaan om 3 uur" ora
kelt hij na deze' waarnemingen. Hij bedoelt
mi het hooge water en het binnenloopen.
Mooi tijd om te eten. Hij weet wat een mensch
toekomt en onze kapitein ook.
Om drie uur schokt het anker omhoog en
zetten wij koers naar de groene streek, die
aardig helder is geworden. Om twee uur nog
waren er groote hiaten in, waar gietbuien
neerkletsten, nu zien wij al met het bloote
oog een paar lichte vlekjes, huizen of daken
oplichten .achter in den riviermond. Al spoe
dig komt er kleur en teekening. Boven de man
grove worden hooge kale stammen zichtbaar,
die op de kaart als het Verbrande Bosch
staan aangemerkt. Braam's punt licht even
igeel zandig op. Verder aan de kust niets bij
zonders, geen huisje, geen boot, gee'n zeil.
Daar wonen geen mensehen, maar in den
riviermond wordt het drukker. Precies in
onze koerslijn ligt een lage groene streep
vlak over het water. Wat witte en grijze
vlekjes er boven in een donkergroenen band.
De kijker lost het raadsel makkelijk op, een
dijk be'schermt den uilspringenden hoek bij
de samenvloeiing van Commewijne en Suri
namerivier, en daaroverheen zien wij de land
huisjes en daken van loodsen, afstekende te
gen achterliggend geboomte De breede Com
mewijne opent zich meer en meer, de land
huizen worden duidelijker zichtbaar, wij pas
seeren de punt en varen vlak langs den over-
wal, waar telkens plantagehuizen, koelie-
loodsen, aanlegsteigers en fabrieken de aan
dacht trekken. En dat alles omgeven door
een glorieuzen plantengroei, die maakt, dat
de huizen, alle van hout gelxmwd er allerge
zelligst uitzien met de groote veranda op de
ee'rste verdieping, die overvloeit van bloemen
en varens en wat al niet meer. Zoo passeeren
wij Nieuw Amsterdam en Voorburg, genieten
van de prachtige lichteffecten in de achter
ons liggende Commewijnenionding, waarin
wolkentorens weerspiegelen, die door de
laagstaande zon helder worden verlicht. Bij
Relwaarde wordt rond de bocht Paramaribo
zichtbaar, maar eerst vraagt de helaas ver
laten suikerfabriek van Lust en Rust de aan
dacht, passeeren wij Dordrecht en groeten
met de stoomfluit de eerste oude vrienden,
de bewoners van Jagtlust. Dan trekt de stad
meer en meer onze aandacht. De donkere
muren van Fort Zeelandia, het grastapijt van
het Gouvernementsplein met zijn omgeving
van palmen en de huizen van den waterkant,
alles ingebet in groen en bloemen met aller
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
Mrs. PATRICK MACGILL.
(Nadruk Verboden).
32)
„Hetty huilt en ik ben niet eens stout ge
weest", riep Dumpling met een beleedigd
gezichtje„Chick heeft vandaag zonder kruk
ken geloopen en ik heb gehold om 'het haar
te komen vertellen en nu huilt zij!"
Dumplings kleine onderlip trilde verdacht
en misschien beefde haar stemmetje ook wei,
want plotseling keerde Hetty zich om, nam
haar kleine zusje in haar armen en zei over
baar hoofd tot de verzamelde dienstmeisjes:
„Het is kinderachtig nietwaar om over
een goede tijding te huilen, waar ik geloof
dat het de schok was: Dumpling is mij zoo
juist komen vertellen dat dokter Renan in
derdaad mijn kleine broertje heeft genezen
Dumpling en bij zijn tweelingen en hij
was altijd verlamd; het is te mooi om te
gelooven. dat hij zal opgroeien en zal kun
nen loopen als andere menschen!"
Hetty sprak vlug in het Fransch, dat zij
bijna evengoed beheerschte als haar eigen
taal en onmiddellijk was die belangstelling
bij haar collega's opgewekt.
Jeanne, het andere meisje, dat juist klaar
stond om met haar verloofde uit te gaan,
rukte haar nieuwen, bebloemden hoed af
en verklaarde, dat zij Hetty's plaats zou in
nemen en dat Hetty onmiddellijk naar haar
kleine broertje moest gaan, dat door Gods
lei torens en torentjes er boven uit. Uiterst
links één groote grijze loods, dat moet nu een
maal, dat eischt de scheepvaart, maar ver
der ligt een zuiver, ongeschonden stads
beeld voor ons. En wat voor een stadsbeeld!
Nu geen vergelijkingen, dit is eenig. Dit mag
misschien herinneren aan een vroeger Bata
via, dat reeds lang niet meer bestaat, maar
voor mij heeft het ee'n absoluut eigen cachet.
En een zeer aantrekkelijk. De uiterste rech
tervleugel wordt gevormd door het Ford Zee
landia, waarvan de dragende muren nu
schuil gaan achter weelderigen plantengroei,
waar bovenuit de driekleur wappert, afste
kend tegen een donkere onweerslucht. De
officierswoningen liggen half verscholen in
den aanzwellenden plantengroei, die culmi
neert rond het Gouvernementshuis, het
mooie paleis, dat juist fel verlicht wordt door
een paar langs den wolkenrand ontsnappen
de zonnestralen. Helder groen en wit. voor
een donkergrauwe lucht, wit en roze en vu
rige wolkenkoppen er boven en weer het wijd
uitwaaiende rood, wit en blauw.
Dan volgen de huizen van den Waterkant,
weer twee of drie verdiepingen, alles van
hout en wit of althans licht geschilderd, alle
met een door zuilen gedragen verandah,
waar een weelde van planten overheen puilt.
En nu verzamelt zich overal het volk, veel wit
bij de mannen, veel kleur bij de vrouwen.
Daar schommelen de eerste Kottomissies, de
typische figuren van Suriname, maar er is
ook roze en lichtblauw van hoofdsluiers en
stemmig bruin van sarongs onder wit kanten
baadjes. Dat is ee'n land met karakter, met
eigen karakter, al is het uit een mengvat van
talrijke beschavingen ontstaan. Hier leeft
een eenheid die uit veelheden bestaat en bo
ven al dat gewemel van kleuren van kleeren
en menschen zelf, wappert vroolijk het rood
wit en Mauw.
Wij wandelen langs den waterkant, genie
tende van de avondkoelte, van het verge
zicht over de rivier, nu de luchten kleuren
tegen zonsondergang en.... van wat wij te
gen komen. Het meest opvallend zijn de Kot
tomissies, de vrouwen uit het volk, meest
niet een 6099 pet. nege'rbloed. Ze dragen de
ouderwetsche Hernhutterskleeding, haar in
dertijd door de zending voorgeschreven, maar
thans zonder onderscheid van geloof. Een
kort jak met losse poffen, afdakjes boven de
mouwen, een rok, die door een aantal on
derrokken of door een band van stroo hoog
om de heupen wordt opgebonden, overbloest
en wijd uitstaat. Boven het jak uit het vaak
glimmend zwarte gezicht, haast zonder uit
zondering glunder lachend en boven dat
zwart en wit van ooghoeken en tanden de
kleurige fleurige muts, eigenlijk een gevou
wen hoofddoek. Rijkdom en staat, de heele
levensgeschiedenis kan men uit kleur en tee
kening en vorm dier hoofddoek afleiden,
maar dat vereischt diepgrondige' studie. Maai
de Kottomissies behooren tot de aantrekke-
ijkste en gezelligste figuren van Paramari
bo's straten. Of er nu op dien hoofddoek een
kruik rum balanceert of een mud sinaas
appelen, een tros bananen of een parapluie,
altijd kijkt er een glunder snuit onderuit.
Bukken, omdraaien, staan kletsen of hard-
'oopen, de hoofdlast gaat automatisch mee.
lis een dienstmeisje stof afneemt, zal ze uw
«ostbaar bonbonschaaltje even van tafel ne
men en bovenop haar krullerigen haardos
planten, dan wrijven, boenen, even uit het
en door dien goaden dokter was gered en
dat zij met eigen oogen moest zien hoe hij
liep.
Wild klopte Hetty's hart van vreugde,
toen zij met Dumpling aan haar hand het
bergpad besteeg om het wonder te aan
schouwen, dat de groote chirurg volbracht
had.
Het was een aanblik, die Chicks moeder als
zij geleefd zou hebben, had verblijd op een
wijze, die met geen pen te beschrijven zou
zijn, om het kleine ventje door de kamer te
Zien loopen zonder eenige hulp, zelfs zonder
de hand, die hem vasthield.
Hetty drukte de a'dem bijna uit het kleine
lichaam in haar hartstochtelijke omhelzing
en nog eens welden de tranen in haar oogen
toen zij den dokter dankte voor het wonder
dat hij had gedaan.
„En nooitnooit zal ik in staat zijn u
met iets anders dam woorden te danken",
riep zij met inhigen spijt uit.
Dr. Renan's 'kalme stem had een lachenden
ondertoon, toen hij zei: „Jullie hebt in Enge
land een spreekwoord, dat zegt: „Nooit is
een zeer lange dag! En dat is ook waar
jufrouw Loring. Maar als de kleine jongen
opgroeit zooals zijn zuster, is dat voor mij
al belooning genoeg" en hij legde zijn hand
op haar slanken schouder.
„O dokter, u bent veel te goed", riep Hetty,
terwijl zij impulsief zijn hand greep en die
met kussen bedekte.
Men verzekerde haar, dat de genezing
blijvend zou zijn en daar zij den
volgenden dag niet naar boven kon komen,
beloofde men haar Chick naar beneden te
rijden met een der zusters, opdat zij hem
kon zien loopen.
Maar tot Hetty's verwondering- kwam geen
zuster den volgenden dag met Chick naar
benedien; het was dokter Renan zelf en
Hetty was benieuwd of er iets niet in den
haak zou zijn dat hij haar voorzichtig wilde
mededeelen. Maar de groote man stelde haar
spoedig gerust.
faam kijken, nog eens wrijven, een schoon
kleedje uit de kast halen, „als maar" met uw
kleinood op het hoofd en het dan weer dood
voorzichtig midden op tafel zetten!
Maar wij wandelen langs den waterkant.
Ik ben gewend, mijn oogen goed den kost te
geven maar hier was zoo geweldig veel te
eien! Behalve die der zeilende Kottomissies
vallen eerst andere kleederdrachten op.
Daar loopt een Javaan van Djocja in zijn
nauwsluitende zwarte pantalon, het zwarte
buis en den keurigen hoofddoek met het
driehoekige puntje op het voorhoofd. Even
verder een Britsch-Indiër, Brahmanen type.
witgetulband met dunne grijze baard, wit
hemd, de sarong hoog tusschen de 'oeenen
opgetrokken, zoodat zoowat 95 cM. broodma
gere spillebeenen zichtbaar zijn. Dan ee'n
heerlijk rond Soendaneesje in rood geruite sa
rong met roze baadje, drie zilveren spelden
in het van klapperolie glanzende blauwzwar
te haar. Maar haar aardige snuitje valt in
het niet bij de schoonheid van haar buur
vrouw, Tenger, een Madonnagezicht, waaruit
een paar koolzwarte oogen stralen, prachtig
omlijst door een roze zijden shawl, die on
vergelijkelijk elegant verder om de slanke
lee'st gedrapeerd is. Alleen jammer, dat ze
drie voortanden mist, een gouden broche in
den neusvleugel en een gouden hangslotje
voor den mond draagt. Maar kijk verder en
ge zult typische Javanen, Soendaneezen,
Britsch-Indiërs ennegers tegenkomen.
Daar komt een boschneger, „meisje" aanhol
len. Een stevige peuter van een jaar of zes
tien, zoo zwart als schoensmeer. Vier pot
sierlijke vlechtjes dansen op haar kruin
mee. Een rood-geel-groen gestreepte deken
golft om haar heeh. Een eindje verder vader
en moeder in groote dekens gehuld, hun
pagaaien dragende. En wat er dan verder in
jurkjes en japonnetjes rond loopt: ik heb
nog nooit zooveel knappe en lieve meisjes bij
elkaar gezien. En „elck wat wils", van zwavel
gele over licht gebronsd en licht noten tot
ebbenhout aan toe. En.... elk vindt zijn
kleur het mooist. Ik ook!
Dan vraagt het water weer onze aandacht.
Een groot houtvlot komt stroomop drijven
met den vloed. Een g eva art van meest onder
gedoken stammen, die door bamboe drijven
de moet worden gehouden. Op de vier hoeken
ebbenhouten standbeelden. Reuzenkerels met
geweldige spieren, klaar om als het noodig is
den wrikriem te hanteeren. Breed in de
schouders, met zware armen, maar akelig
dunne, lange beenen. Midden op het vlot een
blader hutje, waarvoor een paar gedaanten
gehurkt zitten. Een boot drijft met het vlot
mee. Achterin een groote neger, gekleed in
zijn lendenlapje van boombast, middenin de
boot, vol aandacht voor het gebeuren op den
wal. Vlak bij een groote forsche negervrouw
een zuigeling op haar knie. Uiterst langzaam
drijft het werk der wilden langs. Heen en
weer drentelende passeer ik ze' vier keer.
Star en stil zitten de figuren, als betooverd
door het kleurige tafereel en de lichten, die
zachtjes aan ontstoken worden. De omtrek
ken van vlot, boot en menschen worden
schemerig onder de schaduw van hooge boo-
men en steken even later weer scherp af tegen
het water van de rivier, dat den lichten
avondhemel weerkaatst. Venus teekent een
lichtlijn over het water.
Daar in de verte maakt een zilveren romp
zich los van den wal, vier ijle masten steken
af tegen water en lucht als een groote schoe
ner stroom,af komt. Die gaat naar de Sara-
macca om hout te halen voor Kersten en Co.
Wij zullen ze er straks voorbijvaren. Als de
maan uit zijn eerste kwartier vol is gewor
den! Eerst meer van stad en land zien, thuis
raken. VAN DER SLEEN.
„Als je je goed herinnert zei ik gisteravond
dat „Nooit een zeer lange dag is", 'glimlachte
dokter Renan en terwijl hij sprak, diepte hij
een courant uit zijn zak.
„Hier, lees dat eens", verzocht hij, op een
mieit inkt omlijnde advertentie wijzend. Het
was de Parijsche editie van een Engelsiche
krant en ongeveer een week geleden geda
teerd. Hetty's hart sprong op, toen zij las;
„Hetty Loring, als dit onder je oogen komt,
stel je dan dadelijk melt mij in verbinding.
Ik heb zeer belangrijk' en dringend nieuws
voor je. Als je geld: noodig hebt, telegrafeer
d'an Hotel Ritz.
Vader".
Zij kon haar oogen niet gelocxven en
kleine Chick, die trotsch bij zijn pony
wagentje stond, geraakte even op den achter
grond.
„O, dokter Renan, wat beteefcenit dat? Wat
kan het beteekenen? Het het schijnt wel
dat mijn vader vrij is. Hij zou nooit zoo
openlijk durven adiverteeren, als hij die
politie moest vreezen. Wat zal ik dioen?"
Zij zag er zoo jong uit in haar eenvoudig,
zwart japonnetje en wit schortje; zij leek
bijna nog een kind.
„Wat je doen moet? Wel, mijn kind er is
maar één ding te doen. Je moet onmiddellijk
erheen gaan vanavond nog hier weg en
dan morgen de boot naar Engeland nemen.
Ik zal dadelijk bij de autoriteiten voor je
pas zorgen. Wat het geld betreft, moet je
mij maar zoolang als bankier laten optreden
dan kan je vader later wel met me afrekenen.
Maar veel tijd heb je niet te verliezen; blijf
jij hier bij Chick, dan zal ik alles voor je
verzorgen. En zoo goed verzorgde de energieke
chirurg alles, dat Hetty dien avond om acht
uur in den trein zat en het eerste deel
van haar reis naar Engeland ondernam.
HOOFDSTUK 28.
Een hoofstuk vol verrassingen.
Een lange door de zon gebruinde man,
met den blos der gezondheid op zijn wangen
en mannelijken trots in zijn oogen kwam
Hetty tegemoet op den treeplank van de
boot en met verwondering herkende zij haar
vader!
Maar welk een andere vadier was dit! Zijn
oogen waren niet langer onrustig dwalend,
hij was goed gekleed:, kalm en bezadigd en
zag eruit als een beschaafd Engelschman.
„Mijn kleine meisje, mijn moediig, klein
meisje", zei hij zachtjes toen hij Hetty in
zijn armen nam en haar kuste.
Hetty hunkerde naar liefde.
„Iko, wat heerlijk u te zien vader;
ik begrijp er niets van, maar ik ben gekomen
zoodra ik uw advertentie gelezen had",
stamelde zij, terwijl zij naar het gereser
veerde eerste klasse-compartiment, van den
trein liepen, die hen naar Londen zou bren
gen.
„Ik heb deze coupé gereserveerd omdat ik
je dingen te vertellen heb, die niet voor
vreemde ooren geschikt zijn. Maar zet eerst
je hoed af en maakt liet je gemakkelijk en
eet iets", sprak Hetty's vader en hij haalde
een goed gevulde provisiemand voor den
dag.
Wat was het heerlijk om nu eens bediend
te worden! Hetty leunde achterover en
genoot van alles, zich afvragend of het
slechts geen seihioo'ne droom zou zijn.
Haar geheele leven, behalve de korte periode
van haar verloving met Jack, was zij een
rots geweest, waar anderen op gesteund had
den.
Eerst was het haar moeder, toen haar
kleine broertje en zusje en nu, nu zat zij
hier in een eerste-klasse coupé op weg naar
het beste hotel van Londen met een knap-
uitzienden vader, die haar bediende en haar
liefderijk voerde met kipsandwiches ter,wijl
GANDHI WEER AANGESTERKT.
POONA, 6 Dec. (V. D.) Nadat Gandhi zijn
tijdelijke hongerstaking heeft opgegeven, is
hij thans weer zoodanig aangesterkt, dat hij
gisteren voor het eerst niet meer op een
draagbaar moest liggen doch dat hij weer
op de gevangenis-binnenplaats kon wande
len.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM.
Ondertrouwd: 5 December: T. C. de Jong
en A. J. ter Heege.
Bevallen. 2 December: E. Waleveldvan
Buuringen, d. 3 December: S. Kannegie-
terAgsteribbe d. J. M. E. Gennissenv. d.
Horst, z. 4 December: H. A. de Nooijer
Christiansen, z. M. Dorst—Los, z. C. A.
HeeremansMesman, z. 5 December: C.
G. MokkenstormDe Boode, z.
Overleden. 3 December:M. A. G. Cats, 36 j.,
Paul Krugerstraat. L. Guijtv. Gulik, 80 j.,
Jansstraat. A. P., 8 j„ zoon van F. P.
Schmidt, Jacobijnestraat. S. v. Frank—Frons-
man, 69 j.. Lange Wijngaardstraat. A. Nagel
houtDraaijer, 78 j„ Barendsestraat.
4 December: C. M. Biemondt, 75 j„ Brou
wersstraat. H. N. Berg, 51 j., Doelstraat. A.
W. H. Kenter, 22 j„ Lirischotenstraat.
hij er op aandrong, dat zij een glas wijn
zou gebruiken.
„Ik ka.n niets meer eten, vader, voordat
je me verteld hisbt, wat dit allemaal be-
teekent. Ik heb genoeg gehad, heusch, meer
dan genoeg", weerde zij af, toen haar vader
haar nog een sandwich wilde geven.
„Kom dan hier op mijn knie zitten, Bub
bles, zoo noemde ik je toen je nog een
baby was. Kom hier en vergeet dat je een
volwassen jongedame bent denk alleen
maar aan je ouden vader, die al die jaren
zoo naar je verlangd heeft".
Hetty smoorde een snik, toen zij aan haar
vader's wensch voldeed, lrgde haar armen
om zijn hals en borg haar gouden kopje aan
zijn schouder; toen vertelde hij haar alles wat
zij weten wilde.
„Om je alles te doen begrijpen, moet ik
even teruggaan naar die ellendige geschie
denis de misdaad, waarvoor ik veroordeeld
werd", begon hij en onwillekeurig klonk zijn
stem .hard en verbitterd.
Hetty knikte, maar zei niets.
„Lord Perivale's broer en ik waren tezamen
op de Universiteit en wij hielden zooveel
van elkaar, dat wij de Siameesche tweelin
gen werden genoemd- omdat men den een
nooit zag zonder den ander. Wij studeerden
tegelijkertijd af en zelfs toen onze wegen
uiteenliepen, hij leidde het weeldeleven van
een rijken, jongen edelman en ik koos de
advocatenloopbaan, in de hoop later te kun
nen pleiten zelfs toen zagen wij elkander
nog dikwijls en werd onze vriendschap, zoo
mogelijk nog hechter".
Thomas Loring's stem beefde; het was
duidelijk merkbaar, dat hij niet iemand was,
die de dingen licht opnam, wanneer hij nu
nog onder den indruk was bij het vertellen
van een vriendschap die zoo laag verraden
werd.
(Wordt vervolgd).