ARBEIDSTOESTANDEN IN ONZEN OOST. Liefde de Sterkste ÜMUIDER COURANT MAANDAG 12 DECEMBER 1932 De malaise in handel en cultures. Afwenteling van het werkloozen- vraagstuk op het moederland. Hebben de blijvers ongelijk? Wanneer wij de passagierslijsten van onze mailschepen in de dagbladen bezien, dan slaat ons de schrik vaak om het hart bij de gedachte aan het waarschijnlijk zeer groote percentage ontslagenen, welke zich onder de thuisvaren-den bevinden. En ook voor hen, die met een verheugd gemoed, na het weder vol brachte aantal Indische dienstjaren, naar het vaderland terugkeeren, bestaat veelal de mogelijkheid, dat ze tijdens hun welverdiend verlof hier het bericht zullen krijgen, dat op hun terugkomst in Indië geen prijs meer wordt gesteld; een meer en meer gebruike lijke term ter inleiding van een „door den noodzaak" gedrongen ontslag, al dan niet voorafgegaan door een wachtgeldtermijn, om den aspirant ontslagene in de gelegenheid te stellen, elders een betrekking te zoeken. Over het algemeen loopen de Gouverne mentsambtenaren niet zulk een groote kans, om hun betrekking te verliezen, als de par ticuliere werknemers, want de staatsmachine moet nu .eenmaal blijven draaien en al wordt ër dan wel flink geknabbeld aan de salaris sen, het aantal ontslagen onder de ambte naren in vasten dienst valt over het alge meen erg mee. Vadertje Staat laat zijn kin deren niet zoo heel gauw in den steek en wie op wachtgeld wordt gezet, behoeft zich nog .niet al te ongerust te maken. Erger is het gesteld met de werknemers in handel en cultures. Hier is geen Vadertje, die zjin armen beschermend over de hoof den zijner kinderen uitstrekt en hen, ondanks het gebrek aan werk, toch blijft onderhou den, zij het dan ook op bescheiden wijze. Een handelsondernemingen en een cultuurmaat schappij zijn geen philantropische instel lingen en waar niet verdiend wordt, worden de werknemers aan den dijk gezet, zonder vorm van proces en liefst met de minst mo gelijke kosten van de zijde der werkgevers. Wie geen behoorlijk contract heeft, waarin hem vrije overtocht voor hem en zijn gezin wordt gewaarborgd bij een eventueel eervol ontslag, ziet zich thans plotseling midden in het land, dat het zijne niet is, losgelaten met de armoede in het verschiet. Wie wèl in het bezit is van zulk een waardevol dïenst- document, heeft een kans, dat de bepalingen bij gebrek aan middelen niet door den werk nemer kunnen worden nagekomen (pluk maar eens veeren van een kikvorsch!) en hetzelfde lot valt ook hem ten deel. Geluk kig hebben onze groote maatschappijen wel zooveel gevoel voor sociale zorg, dat de over- tochtskosten worden vergoed. Gelukkig maar voor Indië, dat hierdoor met minder werkloozen blijft zitten; ongelukkig voor Ne derland, dat al deze menschen zonder middel van bestaan te onderhouden krijgt. En dan zijn er nog heel wat. die op Gou- vernementskosten naar Nederland worden opgezonden, hoewel deze nobele handelwijze uit een bezuinigingsoogpunt thans steeds minder wordt gevolgd. Er wordt in onzen Oost inderdaad krachtig gewerkt, om „zich aan de abnormale toestanden aan te passen". Men hoort zelfs van verschillende zijden be weren, dat Indië thans Nederland in dezen veel vooruit is en we hier voor veel moeilijker vraagstukken zitten met betrekking tot de algemeene malaise en de werkloosheid. Ja, ja, als we onze werkloozen hier ook het land konden doen verlaten, zouden we ons hier ook „in sneller tempo kunnen aanpassen". De Indische concerns maken zich wei op een zeer goedkoope manier van de zaak af. De Directies in het moederland ontslaan hun personeel, betalen een jaarlijkschë bijdrage aan het Nationaal Crisiscomité en wachten verder rustig betere tijden af. Het is inder daad ook een opvatting Ondertusschen geeft Indië tën aanzien van de daar gebleven werkloozen een beeld te zien, zooals in de geschiedenis nog nimmer is vertoond. Nog slechts luttele jaren geleden was het een groote Inzonderheid, wanneer men een Hollander zag bedelen; wie zich het land nog herinnert van een tiental, of zelfs een vijftal jaren geleden, kent alleen de In- landsche' orang minta-minta, meestal een blinde, die op het voorerf gehurkt op den traditioneelen zeurigen toon om een aalmoes kwam vragen, specifiek stemmingsbeeld van den Zondagmorgen, blijkbaar de meest ge schikte tijd voor dit bedrijf. Maar wanneer een I-Iollander een aalmoes was komen vragen langs de huizen, zou men hier al zeer verwonderd van hebben opgeke ken. Buitendien zou de Hollandsche gemeen schap zooiets niet hebben geduld en zou men spoedig een werkkring voor zoo iemand heb ben gevonden. In dezen tijd echter wordt dit standpunt vaarwel gezegd en trekt men een onverschil lig gezicht, wanneer de bedienden op het achtererf met elkaar zitten te gnuiven, als ze een „toean Blanda" met een koffertje koopwaar langs de huizen zien gaan, die een laatste poging aanwendt, op een eerlijke ma nier met zijn „handeltje" een paar luttele centen voor vrouw en kinderen te verdienen. En als men dan nog van zoo'n armen stakker hoort, hoe hij dikwijls wordt behandeld door menschen, die „vanwege de malaise" niets van hem koopen, maar 's avonds met een vroolijk gezicht met vrouw en kroost gaan dansen in de soos, danja, lezer, dan be merkt men pas, hoezeer het moreel van ons Europeanen in de tropen in de laatste jaren is veranderd, hoe weinig er is overgebleven van de vroeger zoo hoog geroemde behulp zaamheid en vrijgevigheid, hoe ook de Indi sche Hollander door de tijdsomstandigheden is verhard en zonder blikken of blozen zijn rasgenooten naar de kampong drijft of laat verhongeren. Gelukkig zijn er nog wel vereenigingen en instellingen, welke zooveel als mogelijk is in het belang der tallooze werkloozen werken, terwijl ook sommige cultuurmaatschappijen trachten, zooveel mogelijk voor haar perso neel te doen, b.v. door hen, zij het dan ook zonder salaris, in het genot van vrije woning op de ondernemingen te laten verblijven, doch al deze hulp blijft natuurlijk absoluut ontoereikend. Vele ontslagenen trekken uit eigen bewe ging en met opoffering van hun laatste spaarduitjes derde klasse naar Holland, doch ook velen blijven in Indië hangen en trach ten op alle mogelijke manieren het daar uit te houden in de hoop op betere tijden. Het wil mij voorkomen, dat de laatsten het verstandigst handelen, want wanneer een maal deze crisis vooiAiij zal wezen, en de op leving weer begint, zullen zij, die achter bleven het eerst in de gelegenheid zijn, om weer een betrekking te bemachtigen; voor hen behoeven de maatschappijen geen hooge overtochtskosten te betalen, zij vormen dus de goedkoope werkkrachten, waaraan het eerst behoefte zal zijn. Dat hun moed en vol- hardign spoedig beloond mogen worden! J. W. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN (Zie ook elders in dit nummer.). KERSTMIS EN DE OORLOG. GETUIGENISSAMENKOMST VAN KERK EN VREDE. Vrijdagavond heeft de vereenigïng „Kerk en Vrede" te 'sGravenhage in den Dierentuin een openbare getuigenissamenkomst gehou- den voor het Westen des lands. Dr. A. K. Kuiper, doopsgezind emeritus pre dikant hield de openingsrede over „Kerstmis en Oorlog". Hij legde den nadruk op de te genstelling, die hierin ligt, en vroeg of wij nog wel Kerstmis mogen vieren wanneer wij in dit opzicht onze levenshouding niet .ver anderen. Prof. dr. G. van Riel (oud-katholiek) sprak over ,,Wat verwachten wij van Genève", Hij zei, dat de moreele ontwapening met ma terieels ontwapening gepaard moet gaan. anders wordt zij frase, volksmisleiding. Volks misleiding is het ook, als men onder de leuze God, Nederland en Oranje de jonge menschen infecteert met den geest van nationalen hoogmoed. Genève staat nog op het oude standpunt van het oorlogsgeweld, het handhaaft den oorlog als ultima ratio" onder de camou flage en fictie van den „verdedigingsoorlog"! Wanneer deze conferentie in haar houding volhardt, dan zullen de volken zelf moeten opstaan en zich scharen achter h.et ultimatum van de jonge kruisvaarders des vred-es in April van di't jaar, die tot Henderson zeiden: „Wij hebben besloten de ontwapening zelf tot stand te brengen. Wij weigeren om mede te doen aan een nieuwen oorlog, waarvan de jeugd het slachtoffer zal zijn." Dr. J. A. Riemens (Nederd. Hervormd) sprak over „Evangelie en Oorlog". Hij zei', dat slechts dan een Christen een compromis met de zon dige toestanden kan sluiten, wanneer er een gerechtigheidskern in schuilt, bijvoorbeeld po litiemaatregelen en wapenen uit noodweer. Dr. J. J. Buskes (Gereformeerden in Hersteld Verband) sprak over „In dienst van Christus" en zei, dat in onzen tijd de belijdenis der Christenen beteekent het weigeren van den dienst aan Mars. Ni'emand kan twee Heeren dienen. Geen korrel wierook mag op het altaar van Mars geofferd worden. Prof. dr. G.J. Heering (Remonstrant), voor zitter- der vereeniging, sprak over „De Kerk, -die Kerstmis viert". Hij noemde de kerk het beste wat wij hebben, maar er is cri'tiek op noodig. De kerk leeft uit de traditie; dat is haar kracht en haar gevaar. Bovendien is zij in klimmende mate geworden de vazal van den modernen staat, die zi'ch als een aardsche almacht heeft gevestigd, met alle middelen zich handhaaft en door het telkens opgezweep te nationalisme gedragen wordt. De „goden dezer eeuw" heerschen in de kerk en dwingen haar 0111 ook het ergste te sanc- tionneeren: den oorlog en zijn voorbereiding Mag de kerk, dïe dit systeem sanctionneert. Kerstmis vieren? Naar spr.'s overtuiging neen! Men wil ons binden aan de slavernij van het militaire systeem, doch wij laten ons niét binden; wij zijn geen slaven meer! Christus heeft ons vrijgemaakt! ONGELUKKIGE LANDING VAN EEN BALLON. Passagiers uit de mand geworpen. EEN HUNNER ERNSTIG GEWOND. Zondagmiddag omstreeks twaalf uur is nabij Kwintsheul in de gemeente Wateringen bij Den Haag een Duitsche ballon gedaald, waarbij een der inzittenden, doordat hij uit de mand viel, ernstig werd gewond. De ballon, gemerkt „Sport Düsseldorf", was Zondagochtend vroeg te Düsseldorf opgeste gen. Aan boord bevonden zich vier personen, onder wie de 28-jarige O. Gannitz en Dr. K. Münch. Met den Oostenwind maakte de bal lon, die reeds met dezelfde passagiers voor de tiende maal een vlucht ondernam, een vlotte reis. Boven het West-land zag men de Noordzee en daar men vreesde bij den Oostenwind (boven zee térecht te komen, werd besloten te landen. Het anker werd uitgeworpen en nadat dit korten tijd over den grond had gesleept bleef het plotseling haken in een sloot. De mand van de ballon stootte even daarna tegen den bodem, waardoor de heer O. Gannitz er uit NA HET AUTOBUSONGELUK OP DEN MUIDERSTRAATWEG. Op de Noor- deL'begraafplaats te Amsterdam heeft Vrijdag de begrafenis plaats gehad van den 20-jarigen A. v. d. Kolk, een der slachtoffers van het autobusongeluk op den Muiderstraatweg, -- De droeve stoet op weg naar de begraafplaats. viel en ernstig gewond bleef liggen. Bij een volgende botsing met den grond, die echter veel minder hevig was, gingen de drie andere inzittenden uit de mand, waarbij Dr. Münch een lichte verwonding opliep. Het bleek, dat men was neergekomen di rect achter de boerderij van den landbouwer J. Hanemeier, gelegen in den polder aan den Bovendijk bij Kwintsheul. Er was op het oogenblik van de landing niemand ter plaatse, doch spoedig verscheen een automobilist, die hulp ging halen, en eenige boeren. Korten tijd later verschenen de politie en dokter Hoogwater uit Waterin gen. Laatstgenoemde heeft den ernstig ge wonden passagier Gannitz voorloopig ver bonden, waarop hij per auto naar het R.K. Ziekenhuis St.. Johann-us de Deo aan het Westeinde te Den Haag werd overgebracht. De drie andere inzittenden bleven voorloopig op de boerderij van den heer Hanemeier en gingen in den loop van den middag, nadat zij de ballon geborgen gehadden, per autobus eveneens naar Den Haag. Zondagavond was de toestand van het slachtoffer hoogst érnstig. EEN JOEGO-SLAVISCH SCHIP AAN DEN KETTING. Bemanning van alles verstoken. HUN REGEERING DOET NIETS, DE BONDEN HELPEN. In de Rotterdamsche haven ligt sinds een drietal weken het Joegoslavische stoomschip „Gjuro Milosevic", eigenaar Luka Milosévic te Kotor (Dalmatië), wegens onbetaalde reke ningen aan een kolenleverancier, aan de ket ting. Dit moge onaangenaam zijn voor den eigenaar, het is aanmerkelijk onaangenamer voor de uit 30 man bestaande bemanning, die niet alleen sinds Juli geen loon meer heeft ontvangen, maar wat haar voeding betreft, afhankelijk is van de vraag of de leverancier nog voldoende vertrouwen heeft in de blijk baar failliete firma of in de Joegoslavische regeering, om nog langer voedingsmiddelen op crediet te leveren. Het schip is bezocht door afgevaardigden van de I.T.F. en de A.I.O.M. (Internationale van Scheepsofficieren), alsmede van de Ver eeniging van Scheepswerktuigkundigen, de Vereeniging v-a-n Nederlandsche Gezagvoer ders eii den Cêntralen Bond van Transport arbeiders, tot welke organisaties de officie ren en manschappen van de „Gjuro Milosé vic" zich om bijstand hadden gewend. Bij het door deze afgevaardigden ingestelde onder zoek bleek hun, dat zoowel officieren als manschappen absoluut zonder eenige midde len zijn, zelfs het geld voor zeep om zichzelf en hun kleeren te wasschen of voor het schrij ven van een brief naar huis is niet aanwezig. Het Joegoslavïsch gezantschap wacht blijk baar op instructies, die niet schijnen te komen. De afgevaardigden der beide internationale organisaties, zoowel als die der drie Neder landsche organisaties, besloten de beman ning den gevraagden bijstand te verleenen en zoo noodig krachtige maatregelen te nemen om de rechten van officieren en man schappen te besehermen. EEN ISLAMITISCHE BEGRAAFPLAATS IN DEN HAAG. Men deelt het Haagsch Corr. Bur. mede, dat B. en W. van 's-Graven-hage bij missive van 9 Dec. gunstig hebbe-n beschikt op het door het bestuur der Perkoempoelau-Islam gedane verzoek om een eigen Islamitische be graafplaats te mogen hebben. Naar wij vernemen zal hiervoor een ge deelte van de Algemeene Begraafplaats wor den ingericht. LOOS ALARM Te Rotterdam is Zaterdagavond het pu bliek opgeschrikt doordat de alarmsir-ene van een bank, daar aangebracht voor geval va-n overval, begon te gillen. Een groote me nigte stroomde samen, maar spoedig bleek, dat van onraad geen sprake was. De sirene was 's morgens gerepareerd, maar blijkbaar niet goed, zoodat er contact ontstaan was. Het alarminstrument was spoedig' stop gezet en de rust keerde op straat weer. VIERJARIG KINDJE OVERREDEN. Zaterdagmiddag is te Wassenaar een doo- delijk ongeluk gebeurd, waarvan het 4-ja-ris zoontje van de familie Terpstra het slacht offer is geworden. Het kindje, dat op straat speelde, werd overreden door een vrachtauto van de Zwit- sersche wasscherij. Een wiel ging het kindje, dat op slag dood w-as, over het hoofdje. Het lijkje is door de politie in beslag genomen. Naar de schuldvraag wordt een onderzoek ingesteld. LANGS DE STRAAT. Acrobatiek. Er liepen gestadig vele haastige menschen voorbij den man, die zdoh bij dUn -hoek dei- straat als Js werelds beroemdste acrobaat aanprees, maar er bleven in zijn onmiddel lijke nabijheid ook wel eenige goe-d-geloovi- gen stilstaan en lokte zoo nog" anderen tot kijken. Wat zij zagen was een uitzonderlijk lange en buitengewoon magere man, in wiens ge zicht de oogen nog meer opvielen, dan de puntig-gedraaide snor. Natuurlijk trok het groezelig geel tapijt, dat op de steenen was gespreid en waarop een gore pet lag, ook de aandacht, maar van die oogen kwammen haast niet meer los, als men er eenmaal in gekeken had. Die oogen drukten het tegendeel uit, van wat een acrobaat te verwachten gaf, want er lag bovenop en dieper weg een ontzettends angst in. Het was niet de gewone angst v-an een straatartist voor de politie, het was anders, het was meer, maar wie kon weten, wat het was? Trouwens, als men gezien had dien angst in die oogen, dan lette men ook orp het lichtelijk beven van zijn handen en dan vroeg men zich af, wat te duiden had een zóó onzekere houding. Het belette evenwel den artist niet met 't aanprijzen van zijn kundigheden waarvoor hij nooit gehoorde, uiterst technische termen vond, door te gaan en lokte nog meerderen naar hem toe. Hij sprak nu rap en hij herhaalde in- tusschen zijn voorwaarde, ndiets te vertoonen nog niet één hoogstandje, voor-dat een gul den bij elkaar was. De eerste cent -werd geworpen jn de pet en nu scheen het geluk voor den mageren acro baat te komen. 1-Iet bleef vreemd, dat ook dit den angst in.zijn oogen niet minderde, doch eer deed toenemen. Het geluk gang er met kracht tegen dn, wamt de offers groeiden aan tot ruim zeventig' centen en het zag ei- naar uit, dat de magere straks een uitstekend maal v-oor zijn verdiende gulden zou kun nen koopen. Als hij dat geregeld -de'sd en de angst zijn voedsel naet bleef verteren, zou hij zeker minder mager worden, anaar het was d-ie angst, welke hem dwars zat en nu toch ook ntet zonder reden. De opbrengst was 78 1/2 cent, toen om den hoek, zeer dicht nabij, een kleine agent ver scheen en het was uit met het geluk van den acrobaat. Hij deed het eenige, wait hij nog doen kon; snel het tapijt en de pet weg grissen en 'malden dat hij wegkwam. Toen zocht hij een.ander gedeelte van de stad op en spreidde zijn tapijt en legde zijn pet. En hij sprak, weer rap-, met wéér dien angst in zijn oogen, over zich zelf en zijn groote kunde, tot dat die kleine agent het geluk kwam verstoren, bij een opbrengst van 89 1/2 cent. Met nog niet heelemaal 90 centen het tapijt en zijn pet en met zij-n verschrik kelijke angst ging hij er nog' juist bijtijds van door, want er waren nog meerdere stads gedeelten. Maar des avonds was hij moe, dood-op, niet van het werken, want hij had niet éénmaal daartoe de kans gekregen, doch dooi- het gestadig heen en weer trekken En hij zocht een café'tje op, waar hij habitué scheen te zijn, want de waard zei dadelijk: Vandaag bent u de eerste. Uw kameraad is er nog niet. Hij knikte,, te moe om véél te zeggen. Zal wel komen, zei hij. Mankeert nooit. Hebt u gelijk in De acrobaat draaide zij-n hoofd nog niet om, toen vijf minuten later zijn kameraad inderdaad bimneptrad en -hem luidruchtig begroette. Hij het hem praten, praten, zoo-als hij dat kon, druk, luidruchtig met veel ge baren. Maar ineens keek bij op, de lange acrobaat, en de woorden, wellke zijn kleinen kameraad nog voor de tong lagen, rolden terug. Er was even zoo'n stilte, dis de kelen dichtkneep en t-oen pas begon de lange te spreken, langzaam en zwaar, met daarachter een messcherpe dreiging. Acht dagen duurt dat nou al, acht dagenIk zal niet zeggen, dat het jouw schuld is, wanit ik wist ook niets beters te verzinnen en het leek ook wel aardig, dat ik voor acrobaat zou spelen en jij voor agent. Aan zoo'n pakkie was ankommen an, zei je en dab heb je bewezen, acht dagen lang, als je met je uniform kwam aangewandeld, tot dat je hefc 's avonds uittrok, omdat we het dan niet meer noodig haddenMaar net zoo gemakkelijk als je an zoo'n pakkie komt, leer je geen acrobatiek en daar krijg ik de zenuwen nog vanIn het begin kwam je bij een kwartje, hoogstens dertig centen op brengsten vanmiddag bleef je al weg tot 89 1/2 cent2?e hadden me lam geslagen als ik dear gulden had gehaald en ik had daar gestaan als piasIk hoorde vanmiddag nog 'n kerel als een boom zeggen, dat.je 't an me kop kon zien, dat ik angst had voor de komst van een agent! Ze hadden het moe-ten wete-n, hoe ik zweette, omdat jij als agent bijna te laat kwamEn daarom draaien we het nou een week om; jij acrobaat en ik agentAn 't nieuwe pakkie is anteomen an. TON RUYGROK. FEUILLETON. Naar het Engelsch van Mrs, PATRICK MACGILL. (Nadruk Verboden). 36) „Bier heb je een versnaperingetje tusschen de maaltijden; jullie moet wel rammelen v-an den honger, zoo altijd in de buitenlucht", babbelde Li-zzie -opgewekt en Jack, die wist dat zij een. deel van haal karig zakgeld voor hem had besteed, voelde een -geldstuk in zijn zak en wilde wel dat hij het haar zou durven aanbieden. „Dank je wel; j.e bent een goed kind, Lizzie. Wat kom jij vanmiddag hier in de buurt doen Kom je eens rondkijken?" vroeg Jack, toen Li-zzie nog bleef staan. „Ja", zei het meisje. Ze sprak achteloos en Jack had er ge,en idee v-an bo-e ze na-ar dien middag had ver langd, hoe ze de dag-en had geteld, de uren en zelfs de minuten, totdat zij 'eindelijk eens vrij zou zijn en een middag met hem door brengen. Ze w-as oen levendig persoontje en sprak honderd uit, terwijl Jack -meer dan eens har- terlijk lachen moest over h-aiar origineele opmebking-en over de dingen,, di,e rondom (hen ge-beurden. Af en toe moest hij een vrachtje rijden, maar dan vermaakte Lizzie zich intusschen wel met de andere chauffeurs en trippelde naar hem toe, zoodr-a hij weer verscheen. Zij -ging ergens in de buurt een k-opj.e thee drinken, maar kwam later weer terug en langzamerhand kreeg Jack genoeg van haa-r gebabbeld temeer- waar hij een zijner collega's 'had hooren fluisteren, dat hij nooit had ge weten dat Jack een meisje had. Het werd avond en Lizzie begon moe te wordien... het w-as bijna half tien en zij be gon er o'ver te denken een eind aan haar uitstapje te maken en naar huis te gaan. Ze stond oip leienigen afs-tand van de taxi toen zij zag dat een -groote, vreemd uitziende man op die taxi toekwam. Hij had een groeten baard, was in avoiidcostuum en droeg een -hoogen hoed, witten shawl en lichten over jas. Zijn stem klonk heesch en hij sprak -de woorden slecht uit, maar Lizzie's scherpe oor en hoorde-n alles wat h ij aelde. „Ik wil gebracht worden naar den weg van West-Heath in Hampstead, zei hij lang zaam tot Jack. „Het spijt mij, mijnheer, maar dat is te ver-.ik zou zoo laat geen vrachtje terug kunnen krijgen", antwoordde J-adk -beleefd. .Natuurlijk niet. Waarom k-an die vent geen bus nemen, die vlak bij is en er hem veel vlugger naar toe brengt", mompeld' Lizzie aan den anderen kant van de taxi. Zij kende Hampstead Heath heel goed; me- niigen vrijen dag had zij e-r met haar kame raadjes doorgebracht. De vreemdeling scheen een oo-genbli-k na te denken en zei toen: „Als ik den ritprijs terug ook betaal, wil je er me dan heenbrengen?" „O, natuurlijk, als 1 dat wilt dio-eni Stap u maar in", en opgewekt opende Jack het por tier van de auto, knikte vriendelijk tot af scheid naar Lizzie, zette zijn motor aan en reed weg. Lizzie keek de taxi na op zijn weg dooi Piccadilly Circus in de richting van Regent streelt en kreeg plotseling een idee, dat haar zeker door Jack's bijzonderen beschermengel w-as ingegeven. „Als ik nu de bus neem ben ik er eerder dan hij en dan neemt hij me misschien wel mee terug als hij toch geen vrachtje heeft. Dat zou een reuzen pret zijn", en Lizzie was zoo verrukt -van het denkbeeld met Jack in den maneschijn naai: huis te rijden dat zij -bij het oversteken van den weg bijna over reden werd. Zij kwam voor Jack in Hampstead aan, zooalis zij wel geweiten had. Op haar gemak wandelde zij den heuvelweg -naar bove-n en kwam aan liet einddoel van Jack's tocht: West Heath Road. Het was een weg, dis overd-ag meestal voor wagens met paarden gebruikt werd en midden over den heuvel voerde. He-t was zelfs overdag een eenzame plek, maar des avonds 'kwam er bijna n-ooit iemand, hetgeen te wijten was aan de onheilspellende stilte, die er -heerschite. „Er is geen huis hier te bekennen, wat zou die oude gek hier te doen hebben; het lijkt wel een kerkhof hier", zei Lizzie bij zich,zelf. „Jack moet een panne géh-ad hebben mompelde zij, toen zij door de avondstilte de kl-ok half elf boorde slaan. Het maakte haar zenuwachtig in die een zame stilte te wandelen; zij was ju-iat v-an plan naar huis te gaan, toen het ronken van een .motor haar aandacht trok. „Gelukkig dat ik maar even -gewacht heb", dacht zij. Plotseling werd heit geluid van den m-o-tor overstemd door dat van brekend glas en daarna volgde een doodelijk-e stilte. Een inwendige stem zei Lizzie langs het zandpad te rennen, zoo vlug als haar -kleine voeten haar dragen konden. Zij zag de taxi midden op den weg staan en Jack sitapte juist af. toen zij hem zag. Met haar ellebogen in haar zijde rende zij nog harder en bereikte juist de plaat-s, waa-r Max Reiss schijnbaar bewustel-oos op den grond lag, terwijl Jack, die het li-chaam van zijn passagier met moeite uit den- wagen had getrokken, zieJh over hean heenboog om zijn boord en das los te maken. Een O-ogenblik stond zij stil om op adem te, komen, maar in het volgende moment kwamen er geen woorden, doch slechts een waarschuwende gil over haar lippen. I11 het heldere licht der lantaarn zag zij iets flikkeren, zij zag dat er een voorwerp opgeheven werd, dat in het volgende oogen blik i-n Jack's hart gestoken zou worden. Niemand anders dan een meisje uit het volk, een kind dat van -haar jeugd af aan gewend was geweest voor zichzelf te zorgen en zichzelf, indien noodig, te verdedigen, zou zoo vlug en handelend hebben kunnen op treden als Lizzie het deed. In een ondeel baar oongeniblik rukte zij de sierspeld uit haar h-o-ed en naar voren springend stootte zij dde met alle macht in het witte gezicht var den schijnbaar zieken man. Een rauwe kreet, als van een gemarteld dier kwam uit dis keel van Max Reiss toen d-e speld zijn rechter oog doorboordehet ge zicht werd hem volkomen benomen en late-r zeiden de doktoren, dat heit (een wonder was, dat de speld zijn hersens niet geraakt en hem opslag gedo-od had! De gefingeerde flauwte was werkelijkheid geworden. Max Reiss lag daar als een lijk; een dunne bloedstraal stroomde uit het ge wonde oog en Lizzie stond er bij met de speld in haar hand, zonder- de mimsite wroeging. „I'k hoop, dat ik dien ouden boosdoenier gedood he-b! Wat beteekende dat alles Jack?" vroeg zij nieuwsgierig, want zij wist dat be halve in een roman en op de film men maar niet voor de grap een aanslag pleegt op het leven van een armen taxichauffeur. „Wat hij van Plan was weet ik niet Lizzie, maar wie het is weet ik drommels goed", zei Jack grimmig, terwijl hij Max Reiss den valsehen baard van zijn gezicht afrukte. Het was hem juist gelukt liet bewustelo-oze Lichaam weer in de taxi te hijschen, toen het geluid van - een auto, die in vliegende vaart kwam aanrijden, zijn -hart met schrik vervulde. Er was geen tijd om zijn motor aan te zetten en zijn wagen rechts op den weg te plaatsen. „Zij zullen regelrecht op ons inrijden! Schreeuw Lizzie, schreeuw zoo hard je kan!" riep Jack en hij liet zijn geroep naast dat v-an Lizzie weerklinken met het gevolg dat de nad-erendc wagen juist op enkele meters afstand stilhield. „Wel drommelslieve deugd, w-at be te e-kend dat allemaal? Jackson en jij Pilkins en Watson! Wat doen jullie allemaal hier? riep Jack, toen bij een voor een de bedienden van zijn vader herkende. (Slot volgt);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 5