Her petroleurnconflict in Perzië. UIT DE WERELD VAN DE FILM. Liefde de Sterkste IJMUIDER COURANT DINSDAG 13 DECEMBER 1932 Een stukje historie over de concessie der Anglo Persian Oil Cy. (Van onzen Londenschen correspondent) JOAN CRAWFORD. JOAN'S VRIJE DAG. Wat doet een filmartiste ais zij een vrijien dag heeft Is baar vrije dag evenals die van een typiste werkelijk een vacantiedag? Ik bad een idee dat het interessant zou zijn zoo'n dag mee te maken en belde Joan Craw ford op. die ik uit gezocht had als het slachtoffer voor deze proef. Het was moei lijk haar te berei ken, maar eindelijk gelukte het mij haar zelf aan de telefoon te krijgen gedurende het lunch uur. „Wanneer heb je een vrijen dag?" vroeg ik. „Een vrijen dag, daar heb ik meer van gehoord! Maar waaroan wil je het weten?" „Iedereen heeft gelezen over de vele uren die je voor de camera doorbrengt" ant woordde ik, „en er zijn reeds vele verhalen geschreven over je werk in de studio. Maar ik wilde graag een vrijen dag met je door brengen om te zien, hoe je dan den tijd pas seert". „O, goed" antwoordde Joan een beetje sarcastisch, „kom Vrijdagmorgen bij mij thuis, dien dag werk ik niet en dan zal ik je laten zien, hoe'n rustigen tijd ik dan heb. heelemaal voor mezelf alleen". Op den afgesproken tijd begroette Joan mij in haar gezellige woning. Zij had juist ontbe ten en een v-an haar geliefkoosde platen speelde op de gramofoon. „Zullen wij op de veranda gaan zitten inviteerde zij en ging mij voor naar buiten. „Het is heerlijk", merkte ik op, terwijl ik genoot van de rust om ons heen. „Hier zullen wij niet gestoord worden en eens kalmpjes kunnen praten". Joan antwoordde niet, maar keek mij aan op een manier, waaruit ik kon opma ken, dat zij dit reeds vroeger geprobeerd had en wist wat er gebeuren zou. Precies achttien minuten, volgens mijn horloge, werden wij niet gestoord. Toen werd zij opgebeld. Joan scheen niet verwonderd, ik geloof zelfs, dat zij het verwachtte. Nu krijg je een idee hoe een actrice haar vrijen dag doorbrengt" zeide zij, toen haar secretaresse haar mededeelde, dat uit de studio's was verzocht even een nieuwe japon te komen passen. „Het zal niet lang duren." verontschuldigde zij zich, toen wij in haar auto plaats namen. Adrian, de mode-ontwerper van de Metro wachtte ons in zijn atelier. „Ik zal mij haasten" riep Joan mij toe, toen zij naar bmnen ging om te passen. Doch inplaats van één japon bleken er drie op haar te wachten, bovendien moest zij ontwer pen voor nog twee andere goedkeuren, stof hiervoor uitzoeken en waren er ook enkele hoeden gereed om gepast te worden. Een schoenmaker wachtte om een paar speciale schoenen aan te meten en het duurde zeer lang voordat wij weer konden vertrekken. „Laten we even naar mijn kleedkamer gaan", Iriviteèrde Joan. Op weg hierheen kwam een kantoorbediende ons achterop. „Miss Crawford, in de montage-ateliers wacht men op u om de opnemingen van gisteren -door te draaien". „Vergeet niet, dat dit mijn vrije dag is." merkte Joan op, toen wij ons in de richting van het atelier begaven. Hier werden ver schillende scènes besproken en coupures aan gebracht. Intusschen was het ongeveer twaalf uu; geworden. „Tijd voor de lunch", zeide Joan. Maar nau welijks had zij haar lunch in het studio-res- tauranit besteld, of iemand van de publici- teits-afdeeling kwam haar zeggen, dat een correspondent van een dagblad, die slechts enkele uren in Hollywood was, baar wenschte te interviewen. Het volgende uur vertelde Joan over haar loopbaan, haar jeugd, haar toekomst haar huwelijksleven. Na het interview zagen wij kans onge stoord haar kleedkamer te bereiken in de hoo-p een oogenblik rustig te kunnen praten, maar de telefoon ging dadelijk al en Cla rence Brown, haar regisseur, verzocht Joan naar stud-io 3 te komen om de opnemingen voor den volgenden dag te bespreken. In het studio werden verschillende dingen over de opnemingen besproken. Mr. Brown vroeg Joan Crawford, hoe zij een bepaalde scène wilde spelen. Een gedeelte van den dia loog werd doorgenomen om het effect te beoordeelen. Toen wij het geluidsstudio verlieten, von den wij den studio-fotograaf buiten wachfëH. Hij had enkele nieuwe foto's gemaakten wij volgden hem naar zijn atelier, waar een honderd-tal foto's werd bekeken, goed- of afgekeurd. Het was bijna avond, toen wij in Joan's kleedkamer terugkwamen. Zij belde haar huis op om orders voor den avond te geven en zeide haar kamenier een avondtoilet klaar te leggen, daar zij naar de opera wilde ;aan. De zon ging onder toen wij het studio-ter rein verlieten op weg naar haar woning. „Goeden avond, Miss Crawford" zeide de portier „Mr. Mayer heeft de boodschap ach ter gelaten, dat hij u morgenochtend spre ken wil." Op weg naar huis spraken wij niet. Joan Crawford was moe van haar „vrijen dag". Toen wij haar woning binnengingen over handigde haar secretaresse haar een briefje met de boodschap, dat zoo juist een nieuwe bewerking van den dialoog bezorgd was, waarin enkele veranderingen waren aange bracht, en die den volgenden ochtend ge bruikt moest worden. Zoo waren al haar plannen voor den avond in de war gestuurd. Aan de opera kon zij niet meer denken. Toen ik afscheid van haar nam was ik overtuigd, dat het eenige verschil tusschen een filmster en een normaal burger, die zijn vrijen dag heeft, is, dat de ster doorgaat met werken. Cameramen plegen van het eene flimstudio naar het andere over te loopen met de lucht hartigheid van een Chineesch generaal maar Walter Lundin, een van Hollywood's beste fotografen, is de uitzondering op den regel. Lundin is lid van de Harold Lloyd Corporation, Harold's eigen filmonderneming welke de comedies produceert die door Paramount worden uitgebracht. Reeds in 1917 fotogra feerde hij de primitieve twee-acters van den gebrilden komiek. Zijn laatste werk is Movie Crazy", waarin Lloyd met de charmante Constance Cum- mings optreedt. VELSEN KEGELCONCOURS TEN BATE VAN HET CRISISCOMITé. Zaterdagavond vond in Hotel de Prins onder voorzitterschap van den heer J. Ver zij Ibergh een vergadering plaats ter be spreking van de mogelijkheid tot het houden van een nationaal kegel concours ten bate van het crisisconiité. De vergadering werd o.a. bijgewoond door de heeren P. Bosman, wethouder van Sociale aangelegenheden, en H. Meyer, beiden namens het crisiscomité, terwijl van de kegelclub „Alles Om" behalve de heer Verzij Ibergh nog aanwezig waren de heeren H. van Rozendaal, J. Stals en A, Ros, en van de kegelclub „Rang" de heeren J. Coppens en A. Tabois. Men besloot een groot nationaal concours uit te schrijven op 14, 15 en 16 Jan. 1933 en de volgende Zaterdagen, Zondagen en Maandagen, in totaal 9 avonden. Om het concours te doen slagen, zullen verschillende prijzen noodig zijn, waarvoor zooveel mogelijk de hulp der ingezetenen zal worden ingeroepen, die om de baten voor het erïsiscomité zoo groot mogelijk te doen zijn. De heeren Bosman en Me.ver houden reeds een beker beschikbaar voor het grootste aan tal punten in den corpswedstrijd, terwijl ver schillende bekers, medailles en luxe voor werpen beschikbaar werden gesteld voor den vrije baan- en crisisbaan-wed-strijd. Met de regeling van deze wedstrijden -zfjn belast de volgende heeren; J. Verzijlbergh, voorzitter, J. Coppens, vice, A. Tabois, le secretaris-penningmeester, H. van Rozendaal, 2e secretaris, J. Stals en A. Ros, commissaris sen. Aan het efnde der vergadering dankte wethouder Bosman den voorzitter van „Alles Om" en de andere aanwezigen voor hun wel willendheid tegen het crisiscomité. Hij sprak de hoop uit, dat de wedstrijd goed zal mogen slagen. Tevens verklaarde hij zich bereid, den wedstrijd goed zal mogen slagen. Tevens verklaarde hij zich bereid, den wedstrijd op 14 Januari a.s. te openen. Verschillende clubs te Amsterdam en Haarlem zullen voor deze wedstrijden worden uitgenoodigd hare mede werking te verleenen. Nadat de voorzitter een woord van dank had gesproken, werd de vergadering ge sloten. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 12 December. Getrouwd: 10 December: P. J. te Winkel en C. D. Tadema. Bevallen 9 December: J. A. Hulsbosch Huiberts, d.; E. van BolhuisMoring, d.; H. M. de BoerScholte, z.; 10 December: E. RoosHoek, z. Overleden 8 December: P. C., 1 mnd., z. v. C. Admiraal, Populierstraat. GENèVE, 8 December. De Anglo Persian Oil Company, die van de Perzische regeering de aanzegging heeft ont vangen dat deze de concessie, waaronder de maatschappij petroleum uit Perzisohen grond haalt, heeft opgeheven, is om te beginnen geen gewone petroleum-maatschappijwant haar voornaamste aandeelhouder is de Brit- solie regeering wier aandeel in het kapitaal meer dan 7.000.000 bedraagt. Dit bedrag vertegenwoordigt meer dan de helft van het gewone aandeelenkapitaal, zoodat men kan neggen dat Groot Brittannië in de onderne ming' een controleerende positie heeft. De Anglo Persian werd opgericht in 1909 voor de exploitatie van een concessie voor petro- jeumwinning in Zuid- en Midden-Perzïë, welke reeds acht jaar tevoren aan een onder nemend' financier uit Nieuw Zeeland, D'Arcy ge'heeten, door den toenmaligen Shah was verleend. D'Arcy had een aanzienlijk kapitaal dat hij voorheen met goud delven had ver diend, nagenoeg zien verdwijnen in zijn po gingen olie te boren toen het geluk hem ten slotte diende. De bepalingen van de oorspron kelijke concessie omvatten o.a. de betaling aan de Perzische regeering van 16 percent van de netto winst, welke D'Arcy of een an der persoon of andere onderneming die de concessie zou exploiteeren zou maken. Toen de olievelden tenslotte weiden ontdekt en de maatschappij weid gevormd bleef deze be paling bestaan. In 1913 had de maatschappij meer geld noodig en Britsche beleggers ble ken niet bereid het te verschaffen. De toen malige Eerste Lord van de Admiraliteit, Fisher, die sinds jaren had gestreden voor de vervanging van steenkool door petroleum als brandstof voor de vloot, wist geholpen door het rapport van een commissie die zijn voorstellen steunde van de regeer ing-As- quith gedaan te krijgen het nieuwe kapi taal, dat de maatschappij noodig had, te verschaffen. Hoewel de Britsche regeering daardoor een financieel overwicht kreeg in de onderneming liet zij de commercieele lei ding geheel aan de particuliere bestuurders over. Dat is zoo gebleven tot op dezen dag. Spoedig nadat het nieuwe kapitaal vrucht dragend was gebleken en de welvaart van de maatschappij als gevolg van intensiever voortbrenging zeer wastoegenomen ontstond er wrijving met de Perzische regeering over de wijze van berekening van de netto-winst en het winstaandeel van Perzië. Een verge lijk kwam in 1920 tot stand en dit hield het uit tot 1928, dus ook nadat de nieuwe Shah aan het bewind was gekomen. In het laatst genoemde jaar echter stelde de regeering te Teheran aan de maatschappij voor de con cessie te hei-zien. Na veel getalm werd men liet in het begin van dit jaar eens over een ontwerp-overeenkomst, welke echter ten slotte de goedkeuring van het Perzisch lands bestuur niet kon wegdragen. En daarop is nu eenige dagen geleden de formeele opzegging van de concessie gevolgd, met de mededee- ling dat Perzië bereid was een nieuwe con cessit te geven. Perzië acht klaarblijkelijk zijn belang met de D'Arcy-concessie slecht gediend en meent dat de Anglo Persian het land, waaraan deze maatschappij haar rijkdommen ontleent, te kort doet. De maatschappij heeft onmiddel lijk tegengeworpen dat de overeenkomst, die in 1901 voor 60 jaar is verleend, geen opzeg gingsbepaling bevat. De Perzische regeering heeft daarop geantwoord dat zij zich niet gebonden acht door een contract dat is aan gegaan of door een concessie welke is ver leend voordat Perzië een constitutioneel be stuur had. Men mag aannemen dat toene mende nationale zelfbewustheid ook een woord heeft meegesproken in deze zaak. Het Engelsche standpunt is dat Perzië door de concessie op te zeggen zich aan een twee ledige schending van de overeenkomst heeft schuldig gemaakt, ten eerste door het feit der opzegging zelf, ten tweede door de be paling betreffende arbitrage van geschillen, welke de concessie bevat, te veronacht zamen. Verder wordt van Engelischen bant opge merkt dat het argument dat Perzië consti tutioneel niet gebonden zou zijn geien steek kan houden aangezien het land zoowel voor als na de grondwettelijke b e stuur sber-vor- mjng zijn winstaandeel in ontvangst heeft genomen. De maatschappij heeft geweigerd de op heffing van de concessie te erkennen. De Pei'zisice autoriteiten hebben die opheffing intusschen bevestigd. En thans is uit mede,- deelingen in het Lagerhuis gebleken dat de Britsche regeering zich de zaak heeft aange- FEUILLETON Naar hot Engelsch van Mrs. PATRICK MACGILI (Nadruk Verboden). 37) „Lord Perivale heeft ons hierheen gezon den, omdat er een aanslag op uw leven ge pleegd zou worden. Wis is diie jongedame?" zei een vian den zich tot de verwonderde Lizzie keerendi, die steeds mot de speld in haar hand in het volle licht der koplan taarns stond. „Deze jongedame heeft door haar moed en flinkheid mijn lieven gered; de man, dis jullie moet hrtoben, is binnen in. Het is 'het beste als een paar van jullie hem in den wagen neemt en naar den diohtstoijzijnden dokter rijdt. Er woont er een op Pinchley Road. Verwacht mijn vader mij eigenlijk?" vroeg hij den chauffeur. „Ja meneer; hij zei mij in het bijzonder u mee naar huis 'te brengenwas het eerbiedige antwoord; waarbij Lizzie's ooigen steeds grcoter werden. „Ik heb altijd wel geweten, dat j'ij niet w.as voor wden jij je uitgaf!" snikte zij diep ongelukkig, terwijl zij naast Jack gezeten, naar huis reed. Zij gevoeld- zich diep rampzalig. „Ben je een graaf of een Lord? Of wat ben je eigenlijk? En wat was je bedoeling om te doen of je maar een arme drommel was, daardoor een eenvoudig meisje van je is gaan trokken en een krachtig vertoog tot Perzië heeft gericht. De regeering heeft aangekondigd dat zij alle wettige middelen zal gebruiken oan de rechtvaardige en onbetwistbare belangen van Engeland te beschermen. De Engelsche belastingbetalers hebben 7.000.000 in de maatschappij. Daarbij zijn de Perzischs olievelden de voornaamste bron van stookolie van de vloot. Het is dus geen wonder dat de Britsche regeering met eenige kracht zich in de kwestie dost gelden. De aangelegenheid is thans in het sta dium van diplomatieke onderhandelingen getreden. En de Londensche pers heeft een zijlichtje geworpen op diplomatieke onder handelingen door waar te nemen en met il lustraties bekend te maken dat de gezant van de Sovjet-republiek in Londen een be zoek 'heeft gebracht aan zijn collega van Perzië. Of dit bezoek iets uitstaande heeft met de petroleum kwestie, hierboven ge schetst, moet in 'het midden worden gelaten. Maar de Engelsche pers schijnt in haar voor stelling van deze kleine diplomatieke ge beurtenis haar best te doen het verband te leggen. De Engelsche lezers hebben tot heden een zeer eenzijdig beeld van het geval gekregen, waarmede niet gezegd wil worden dat het beeld onjuist is. Maar voor een zuiver oor deel zou het gunstiger zijn geweest indien de.Perzische zienswijze ook 'beschikbaar was 'geweest. Uit Perzische brommen liet men ons iets van den anderen kant van de medaille zien. Daar stelde men vast dat Perzië eerst in 1914, nadat de concessie 13 jaar had be staan en toen zij reeds rijk vruchten had gegeven, een eerste betaling van 9000 had ontvangen. Tusschen 1914 en 1919, geduren de den grooten oorlog toen er voortdurend intensief werd geproduceerd in verband met de behoeften van de Britsche vloot, ontving Perzië ook niets. Eerst na 1919 werd de be taling hervat en is ze voortgezet tot dezen tijd. De Perzische regeering heeft alles te zamen een bedrag van tenmaastenbij 10.000.000 ontvangen, terwijl de ontvang sten van de maatschappij zijn geschat op 200.000.000. Dat wil zeggen dat Perzië niet 16 maar 5 percent van de winst heeft ont vangen. (In de Persisehe kringen waar dit wordt verklaard sprak men van 200.000.000 „ontvangsten", niet van „netto-winst"). Het besluit van de Anglo Persian om dit jaar slechts 300.000 te geven heeft bij de Perzen diepe ontevredenheid gewskt, omdat zij heb gevoel hebben dat zij met dit bedrag ernstig tekort worden gedaan. Dit bedrag vertegenwoordigt slechts een derde deel van de Perzische tantièmes van verleden jaar terwijl nochtans aan de aandeelhouders enor me dividenden zijn gegeven. Aldus de verklaringen aan Perzische zijde. Nu weet men iets van 'het voor en tegen van een -geschil dat den last van verschrikkelijke' zorgen, waaronder Engeland gebukt gaat, nog' 'heeft verzwaard, A. K. VAN R. ROOFOVERVAL OP OUDEN MAN. DE BUIT SLECHTS GERING. OLDENZAAL, 12 Dec. (V.D.) Zaterdag namiddag had te Oldenzaal een brutale roofoverval plaats op den bejaarden heer I-Ieinink, in de Molenstraat tegenover de ka zerne der marechaussee. Twee personen ver voegden zich aan zijn woning om hem te spreken over zaken; zij waren volkomen op de hoogte met relaties waarover de heer H- op het kantoor der Rotterdamsche Bank te Oldenzaal had gesproken. Daar de bank ge sloten was en zij direct 1200,noodig hadden, vroegen zij H. dit bedrag ter leen. De heer H. zei, geen geld in huis te hebben. Plotseling haalde een van de beide bezoekers een revolver te voorschijn. Na een korte wor steling werd H. overmand en gebonden. Zij doorzochten zijn zakken en vonden een por- temonnaie met wat kleingeld. Op zeker mo ment vermoedden zij onraad; ongemerkt verlieten zij het huis. De heer H. wist het touw om zijn been los te krijgen; strompe lend verliet hij de woning om hulp bij de marechausseekazerne te halen. Hij kon een volledig signalement opgeven, onmiddellijk werd een uitvoerig onderzoek ingesteld. houdenO, Jack, heit kacn mij niet schelen of je mij brutaal vindt, maar ik moet een kus van je hebben om een herinnering aan jie te houden als je getrouwd bent met een uit je eigen kring", en terwijl de auto even bij een overweg stilhield, kwam Lizzie's hoofdje met een ruk naar voren en kreeg Jack ten harteiijken kus op zijn mond. En toen deed hij iets, diait bijna Lizzie's hart brak, ook al gaf het haiar op dat oogen blik een gevoel van wilde, bitter-zoets vreug de. Hij nam haar in zijn armen en trok het slanke, jonge figuurtje naar zicili toe. ,,Je bent een hartelijke, kleine vriendin,, Lizzie, ds beste., die ik op de wereld heb" zei hij, terwijl hij de naar hem opgeheven lippen kuste maar het was geen kus uit liefde en dat was het was Liizzde zoo be droefd maakte. HOOFDSTUK 31. Het laatste bedrijf. „Was ik toch maar dooid gegaa-n! O, waar om heb ik niet den moed om mijzelf te dooden!" Lady Perivale wierp haar hoofd onrustig heen en weer in die vruchtelooze po ging om rust Ce vinden. Haar baby, wat een meisje en geen jongen was, was twee dagen na de geboorte ge storven en misschien was dat wel het beste voor het arme schepseltje, had Lord Perivale opgemerkt. Er was een stormachtige scène geweest zoodra zijn vrouw, diie volgens de doktoren noioolt in echt levensgevaar had verkeerd, hem kon ontvangen. „Ik heb te veel zorgen en verdriet in mijn leven gehad, om dit nog te verigrooten door jouw giemeene handeling aan de wereld bekend te maken. Als je majn naam maar niet droeg!", riep Lord Perivale in toorne- looze woede uit. Toen hij bij he.c bed van zijn vrouw kwam. AMERIKA EN DE SCHULDEN NOTA'S. AANVAARDING ZONDER EENIGE VOORWAARDE. WASHINGTON, 12 Dec. (V.D.) Van de zijde van het Amerikaansche Staatsdeparte- ment wordt medegedeeld, dat de Amerikaan sche regeering de op 15 December a.s. verval lende betaling van den Franschen schulden termijn niet zal aanvaarden indien Frankrijk bepaalde voorwaarden aan de betaling knoopt. Wanneer de schulden aars-landen de Decemberbetalingen voldoen, geschiedt dat op hun eigen verantwoordelijkheid en met de nadrukkelijke verklaring, dat elke voorwaar de door de Amerikaansche regeering wordt afgewezen. WASHINGTON, 12 Dec. (V.D.) Na een conferentie met Hoover en Ogden Mills heeft Staatssecretaris Stimson het antwoord op de laatste Engelsche schuldennota opgesteld. De Amerikaansche regeering kan het acceptee ren van de December-betaling van geen en kele voorwaarde afhankelijk maken. De pre sident heeft niet de bevoegdheid, verdrags bepalingen zonder toestemming van het Congres te wijzigen. De Amerikaansche re geering neemt aan, dat de Engelsche regee ring de Decemberbetaling zal doen in over eenstemming met de bepalingen van de schuldenovereenkomst. Zij 'beschouwt de in de Engelsche nota genoemde voorwaarden slechts als een uiteenzetting van het Engel sche standpunt en van de stappen, die men van Britsche zijde later denkt te doen. ECONOMISCHE TOENADERING MET BELGIë. WIJ MOETEN STRIJDEN VOOR DE RECHTEN VAN OUCHY. In een plechtige zitting is te Brussel het dertigjarig bestaan van de Nederlandsche Kamer van Koophandel in België gevierd. Tal van gezanten van Europeesche landen waren aanwezig, alsook kroonprins Leopold en de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, voorts dr. F. E. Posthuma, dr. J. A. Nederbragt en dr. H. M. Hirsehfeld en ver tegenwoordigers van Kamers van Koophan del in Nederland en België. In zijn openingswoord heeft de voorzitter van de Kamer, de heer M. Springer in het bijzonder hulde gebracht aan de heeren Sue- tens, Braun en dr. Nederbragt, de belang rijkste ontwerpers van het verdrag van Ouchy. De Belgische minister van Staat de heer A. Deveze heeft vervolgens een referaat ge houden over de mogelijkheid eener econo mische toenadering tusschen Nederland en de Belgisch-Luxemburgsche tolunie. De heer Deveze stelde in het licht hoe Nederland en België elkaar economisch aanvullen en hoe bij beide er tegenzin is in de handelsbelem meringen. Het eindresultaat van het stre ven naar opheffing der tolbarrières zal zijn de Europeesch^ tolunie als ideale oplossing. De oplossing voor de hindernis der meestbe- gunstigingselausule, die nog in den weg staat is het z.g. „open verdrag", het plurilateral verdrag, vertegenwoordigende een nieuw be ginsel. ■V-" Tenslotte zei spreker nog„ dat de Belgi sche landbouw zich ten onrechte ongerust maakt over de verdragen van Oslo en Ouchy Hij kan slechts baat vinden bij vermeerde ring van de koopkracht. Voor het tot stand komen van de andere hangende verdragen tusschen beide landen, had spreker de beste verwachtingen. Over hetzelfde onderwerp heeft daarna ge sproken dr. E. Heldring, oud-voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. Na eveneens herinnerd te hebben aan wat Nederland en België door wederzijdsche sympathie voor den vrijhandel tot stand brachten, zei hij niet al te optimistische ver wachtingen te willen hebben van de econo mische wereldconferentie. De recente bekee ring van Engeland tot het protectionisme en zijn enthousiasme er voor en de overeen komst van Ottawa bedreigen het succes van deze conferentie. Maar het verdrag van Ouchy is althans één initiatief, dat de con ferentie een uitweg wijst. Hoewel Engeland de uitzondering op de meestbegunstiging niet aanvaarden wil, gelooft spreker niet, dat het op grond van zijn tractaatsrecliten bij deze houding kan volharden. De meest- begunstigingsclausule is een instrument ge worden voor het verhoogen van invoerrech ten. Zij mag echter, nu de plurilaterale over eenkomsten een onmogelijkheid zijn, niet in den weg staan aan bi-laterale overeenkom sten. Is dit wel 't gen'al, dan kan men niet anders dan een heillooze ontwikkeling van zaken ver wachten. Daarom moeten beide landen on versaagd voor het beginsel van den vrijhan del blijven strijden. Dien morgen had hij Max Rieiss in het hospitaal bezocht en het dliauiainlten collier teruigigevraaigid, dat een gedeelte was van de betaling voor den moord op Jack. „Jij laff eellendeling; ik hoop, dat de tois- „Jij laffe ellendeling; ik (hoop dat de toe- en alleen die naam van mijn vrouw weerhoudt mij om je aan de politie ovler te leveren, opdiait je de straf zou kiunnen krijgen, die je eigenlijk toekomt"Dat waren zijn laat ste woonden tot Max Reiss, die van een oog beroofd needs weer in staat was in bed op te zitten. De gebeurtenissen van dien dag waren bijna de laatsten uilt Lord Perivale's leven, bijnaniet geheel. Den volgenden dag was hij zwaar ziek en den dag daarna ook nog, maar den dienden dag liet hij zijn advocaten bij zich komen en onderging zijn testament' eenige toevoeging' en een belangrijke wijzigihg. „Aan mijn vrouw laat ,iik één stuiver na, boven het bedrag dat haar volgens die wet toiekomlt"', luidde hist testament- dat een groot aanitai gissingen teweeg bracht in Lady Perivale's kring, toen het bekend werd. „Aan Elizabeth Kent, wonende Taplow Street 5, WaTthamstow. legateer ik heit be drag va,n 'tien duizend pond' benevens het landhuis Perivale's Cottage in het dorp Little Keston, welke bezitting vrij van erfpacht is". Op deze manier werd de hartewemsch van Lizzie Kent en baar moeder vervuild; zij badiden altijd gehoopt eens op het land te kunnen wonen en genoeg geld itie hebben om niet te boevisn schrikken wanneer er op bun deur geklopt werd door een sehuldieischer Lizzie's gebroken hart werd door dit legaat een heel stuk genezen en verschafte haar toch ook nog di? romantiek van de liefde, dae haar leven lang duurde. Jack hielp Hetty uit de auto; zij werd ge volgd door haar vader, die er jaren jonger en bijna zoo gelukkig uitzag als zijn doch ter. Zij konden niet ontkomen aan een leger van persfotografen, die voor hun huis heen en weer liepen en die, zoodra Hetty ver scheen, hun camera's op haar richtten niet tegenstaande haar lachehd protest. Jack en mijnheer Loring moesten het proces ook ondergaan. Alle couranten in Engeland evenals d:ie in Amerika, waren vol van de „Perivale-roman" zooals zij de geschiedenis noemden. Er werd veel geschreven over Jack's verlo ving met de dochter van den man, dae zoo veel zwaarder had geboet dan voor zijn ver grijp noodig' was geweest en zij raakten niet uitgepraat over Hetty's schoonheid en mo?d, zoodat er met iedere post aanbiddingen van ondernemende filmregisseurs kwamen! Eindelijk ontvluchtten zij de fotografen en •kwamen in het groote, stillis huis. waar nog grootere rust lueersclite dan andiers. „Is er iets niet in orde?" vroeg Jack aan den bediende. „Lord Perivale heeft ai meer dan een uur naar u en juffrouw Loring en ook naar mijnheer Loring gevraagd, mijnheer. Hij wil graag dat u onmiddellijk bij hean komt". Zij gingen samen naar boven en wisten alle tfhie dat de schaduw des doods over het huis lag. Zij waren dan ook niet visrwoniderd een geestelijke te zien, die opstond toen zij bin nenkwamen, maar wél waren zij verbaasd toen de uitgeteerde figuur in het bed op zachten, zwakk-n toon sprak; „Ik heb een verzoek aan jou, Jack en ook aan jou, Heltty". Hij knikte tegen het jonge meisje, wier verschijning in de schemurige kanier als een zonnestraal was. „Ja vader", zeiden belden tegelijk en bo gen zich over het bed. „Mijn leven is spoedig tien ©iridie en vol gens de dwaze wet van dit land zouden jullie na mijn dood minstens driie maanden op jullie geluk moeten wachten, Val mij niet in de nedeik heb niet veel kracht meer", protesteerde hij, toen Jack hem in de rede wilde vallen. „Daarom heb ik Harrisson laten roepen om jullie nu te trouwen met een speciale vergunning en hij heeft een ring bij zich, die ook als hij niet past, toch wel voor de ge legenheid kan dienen. In ieder geval aal het een troost voor mij zijn, jullie nog getrouwd te zien". Jack greep Hetty's hand die was ijs koud. „Wees niet bang, lievelingJe wilt toch niet terug?" vroeg hij, toen de geestelijke naar voren trad met den ge openden Bijbel en de zuster naast Mr. Loring ging staan als twee de getuige. „Neen Jack, duizendmaal neen", was Hetty's antwoord. Toen keek zij naar het bied en haar oogen werden vochtig. „Van dezen dag af voor altijd, ten goede en ten kwadi?, in rijkdom en armoede, in ziekte en gezondheid, tot de dood ons zal scheiden". He jonge paar herhaalde de woorden van de schoonste geïoftj op deze aarde en in de kamer was het zoo stil als in een kerk. Twee dagen later stierf Lord Perivale en de nieuwe Lady Perivale zei, terwijl zij haar kleine hand door den arm van haar echtge noot liet glijden: „Ik ben blij,, dat we op deze manier ge brouwd zijn. Jack; want ik geloof dat ons geiuk je vader met een glimlach op dl? lippen heeft doen sterven". EINDE,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1932 | | pagina 3