Her petroleurnconflict in Perzië.
UIT DE WERELD VAN
DE FILM.
Liefde de Sterkste
IJMUIDER COURANT DINSDAG 13 DECEMBER 1932
Een stukje historie over de concessie
der Anglo Persian Oil Cy.
(Van onzen Londenschen correspondent)
JOAN CRAWFORD.
JOAN'S VRIJE DAG.
Wat doet een
filmartiste ais zij een
vrijien dag heeft
Is baar vrije dag
evenals die van een
typiste werkelijk een
vacantiedag?
Ik bad een idee
dat het interessant
zou zijn zoo'n dag
mee te maken en
belde Joan Craw
ford op. die ik uit
gezocht had als het
slachtoffer voor deze
proef. Het was moei
lijk haar te berei
ken, maar eindelijk
gelukte het mij haar zelf aan de telefoon te
krijgen gedurende het lunch uur.
„Wanneer heb je een vrijen dag?" vroeg
ik.
„Een vrijen dag, daar heb ik meer van
gehoord! Maar waaroan wil je het weten?"
„Iedereen heeft gelezen over de vele uren
die je voor de camera doorbrengt" ant
woordde ik, „en er zijn reeds vele verhalen
geschreven over je werk in de studio. Maar
ik wilde graag een vrijen dag met je door
brengen om te zien, hoe je dan den tijd pas
seert".
„O, goed" antwoordde Joan een beetje
sarcastisch, „kom Vrijdagmorgen bij mij
thuis, dien dag werk ik niet en dan zal ik je
laten zien, hoe'n rustigen tijd ik dan heb.
heelemaal voor mezelf alleen".
Op den afgesproken tijd begroette Joan mij
in haar gezellige woning. Zij had juist ontbe
ten en een v-an haar geliefkoosde platen
speelde op de gramofoon.
„Zullen wij op de veranda gaan zitten
inviteerde zij en ging mij voor naar buiten.
„Het is heerlijk", merkte ik op, terwijl ik
genoot van de rust om ons heen. „Hier zullen
wij niet gestoord worden en eens kalmpjes
kunnen praten".
Joan antwoordde niet, maar keek mij
aan op een manier, waaruit ik kon opma
ken, dat zij dit reeds vroeger geprobeerd had
en wist wat er gebeuren zou.
Precies achttien minuten, volgens mijn
horloge, werden wij niet gestoord. Toen werd
zij opgebeld. Joan scheen niet verwonderd,
ik geloof zelfs, dat zij het verwachtte.
Nu krijg je een idee hoe een actrice haar
vrijen dag doorbrengt" zeide zij, toen haar
secretaresse haar mededeelde, dat uit de
studio's was verzocht even een nieuwe japon
te komen passen. „Het zal niet lang duren."
verontschuldigde zij zich, toen wij in haar
auto plaats namen.
Adrian, de mode-ontwerper van de Metro
wachtte ons in zijn atelier.
„Ik zal mij haasten" riep Joan mij toe, toen
zij naar bmnen ging om te passen. Doch
inplaats van één japon bleken er drie op
haar te wachten, bovendien moest zij ontwer
pen voor nog twee andere goedkeuren, stof
hiervoor uitzoeken en waren er ook enkele
hoeden gereed om gepast te worden. Een
schoenmaker wachtte om een paar speciale
schoenen aan te meten en het duurde zeer
lang voordat wij weer konden vertrekken.
„Laten we even naar mijn kleedkamer
gaan", Iriviteèrde Joan. Op weg hierheen
kwam een kantoorbediende ons achterop.
„Miss Crawford, in de montage-ateliers
wacht men op u om de opnemingen van
gisteren -door te draaien".
„Vergeet niet, dat dit mijn vrije dag is."
merkte Joan op, toen wij ons in de richting
van het atelier begaven. Hier werden ver
schillende scènes besproken en coupures aan
gebracht.
Intusschen was het ongeveer twaalf uu;
geworden.
„Tijd voor de lunch", zeide Joan. Maar nau
welijks had zij haar lunch in het studio-res-
tauranit besteld, of iemand van de publici-
teits-afdeeling kwam haar zeggen, dat een
correspondent van een dagblad, die slechts
enkele uren in Hollywood was, baar
wenschte te interviewen.
Het volgende uur vertelde Joan over haar
loopbaan, haar jeugd, haar toekomst
haar huwelijksleven.
Na het interview zagen wij kans onge
stoord haar kleedkamer te bereiken in de
hoo-p een oogenblik rustig te kunnen praten,
maar de telefoon ging dadelijk al en Cla
rence Brown, haar regisseur, verzocht Joan
naar stud-io 3 te komen om de opnemingen
voor den volgenden dag te bespreken.
In het studio werden verschillende dingen
over de opnemingen besproken. Mr. Brown
vroeg Joan Crawford, hoe zij een bepaalde
scène wilde spelen. Een gedeelte van den dia
loog werd doorgenomen om het effect te
beoordeelen.
Toen wij het geluidsstudio verlieten, von
den wij den studio-fotograaf buiten wachfëH.
Hij had enkele nieuwe foto's gemaakten
wij volgden hem naar zijn atelier, waar een
honderd-tal foto's werd bekeken, goed- of
afgekeurd.
Het was bijna avond, toen wij in Joan's
kleedkamer terugkwamen. Zij belde haar
huis op om orders voor den avond te geven
en zeide haar kamenier een avondtoilet klaar
te leggen, daar zij naar de opera wilde
;aan.
De zon ging onder toen wij het studio-ter
rein verlieten op weg naar haar woning.
„Goeden avond, Miss Crawford" zeide de
portier „Mr. Mayer heeft de boodschap ach
ter gelaten, dat hij u morgenochtend spre
ken wil."
Op weg naar huis spraken wij niet. Joan
Crawford was moe van haar „vrijen dag".
Toen wij haar woning binnengingen over
handigde haar secretaresse haar een briefje
met de boodschap, dat zoo juist een nieuwe
bewerking van den dialoog bezorgd was,
waarin enkele veranderingen waren aange
bracht, en die den volgenden ochtend ge
bruikt moest worden.
Zoo waren al haar plannen voor den avond
in de war gestuurd. Aan de opera kon zij niet
meer denken.
Toen ik afscheid van haar nam was ik
overtuigd, dat het eenige verschil tusschen
een filmster en een normaal burger, die zijn
vrijen dag heeft, is, dat de ster doorgaat met
werken.
Cameramen plegen van het eene flimstudio
naar het andere over te loopen met de lucht
hartigheid van een Chineesch generaal
maar Walter Lundin, een van Hollywood's
beste fotografen, is de uitzondering op den
regel.
Lundin is lid van de Harold Lloyd Corporation,
Harold's eigen filmonderneming welke de
comedies produceert die door Paramount
worden uitgebracht. Reeds in 1917 fotogra
feerde hij de primitieve twee-acters van den
gebrilden komiek.
Zijn laatste werk is Movie Crazy", waarin
Lloyd met de charmante Constance Cum-
mings optreedt.
VELSEN
KEGELCONCOURS TEN BATE VAN HET
CRISISCOMITé.
Zaterdagavond vond in Hotel de Prins
onder voorzitterschap van den heer J. Ver
zij Ibergh een vergadering plaats ter be
spreking van de mogelijkheid tot het houden
van een nationaal kegel concours ten bate
van het crisisconiité. De vergadering werd
o.a. bijgewoond door de heeren P. Bosman,
wethouder van Sociale aangelegenheden, en
H. Meyer, beiden namens het crisiscomité,
terwijl van de kegelclub „Alles Om" behalve
de heer Verzij Ibergh nog aanwezig waren de
heeren H. van Rozendaal, J. Stals en A, Ros,
en van de kegelclub „Rang" de heeren J.
Coppens en A. Tabois. Men besloot een groot
nationaal concours uit te schrijven op 14,
15 en 16 Jan. 1933 en de volgende Zaterdagen,
Zondagen en Maandagen, in totaal 9
avonden.
Om het concours te doen slagen, zullen
verschillende prijzen noodig zijn, waarvoor
zooveel mogelijk de hulp der ingezetenen zal
worden ingeroepen, die om de baten voor het
erïsiscomité zoo groot mogelijk te doen zijn.
De heeren Bosman en Me.ver houden reeds
een beker beschikbaar voor het grootste aan
tal punten in den corpswedstrijd, terwijl ver
schillende bekers, medailles en luxe voor
werpen beschikbaar werden gesteld voor den
vrije baan- en crisisbaan-wed-strijd.
Met de regeling van deze wedstrijden -zfjn
belast de volgende heeren; J. Verzijlbergh,
voorzitter, J. Coppens, vice, A. Tabois, le
secretaris-penningmeester, H. van Rozendaal,
2e secretaris, J. Stals en A. Ros, commissaris
sen.
Aan het efnde der vergadering dankte
wethouder Bosman den voorzitter van „Alles
Om" en de andere aanwezigen voor hun wel
willendheid tegen het crisiscomité. Hij sprak
de hoop uit, dat de wedstrijd goed zal mogen
slagen. Tevens verklaarde hij zich bereid, den
wedstrijd goed zal mogen slagen. Tevens
verklaarde hij zich bereid, den wedstrijd op
14 Januari a.s. te openen. Verschillende clubs
te Amsterdam en Haarlem zullen voor deze
wedstrijden worden uitgenoodigd hare mede
werking te verleenen.
Nadat de voorzitter een woord van dank
had gesproken, werd de vergadering ge
sloten.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 12 December.
Getrouwd: 10 December: P. J. te Winkel
en C. D. Tadema.
Bevallen 9 December: J. A. Hulsbosch
Huiberts, d.; E. van BolhuisMoring, d.; H.
M. de BoerScholte, z.; 10 December: E.
RoosHoek, z.
Overleden 8 December: P. C., 1 mnd., z. v.
C. Admiraal, Populierstraat.
GENèVE, 8 December.
De Anglo Persian Oil Company, die van de
Perzische regeering de aanzegging heeft ont
vangen dat deze de concessie, waaronder de
maatschappij petroleum uit Perzisohen grond
haalt, heeft opgeheven, is om te beginnen
geen gewone petroleum-maatschappijwant
haar voornaamste aandeelhouder is de Brit-
solie regeering wier aandeel in het kapitaal
meer dan 7.000.000 bedraagt. Dit bedrag
vertegenwoordigt meer dan de helft van het
gewone aandeelenkapitaal, zoodat men kan
neggen dat Groot Brittannië in de onderne
ming' een controleerende positie heeft. De
Anglo Persian werd opgericht in 1909 voor
de exploitatie van een concessie voor petro-
jeumwinning in Zuid- en Midden-Perzïë,
welke reeds acht jaar tevoren aan een onder
nemend' financier uit Nieuw Zeeland, D'Arcy
ge'heeten, door den toenmaligen Shah was
verleend. D'Arcy had een aanzienlijk kapitaal
dat hij voorheen met goud delven had ver
diend, nagenoeg zien verdwijnen in zijn po
gingen olie te boren toen het geluk hem ten
slotte diende. De bepalingen van de oorspron
kelijke concessie omvatten o.a. de betaling
aan de Perzische regeering van 16 percent
van de netto winst, welke D'Arcy of een an
der persoon of andere onderneming die de
concessie zou exploiteeren zou maken. Toen
de olievelden tenslotte weiden ontdekt en de
maatschappij weid gevormd bleef deze be
paling bestaan. In 1913 had de maatschappij
meer geld noodig en Britsche beleggers ble
ken niet bereid het te verschaffen. De toen
malige Eerste Lord van de Admiraliteit,
Fisher, die sinds jaren had gestreden voor
de vervanging van steenkool door petroleum
als brandstof voor de vloot, wist geholpen
door het rapport van een commissie die zijn
voorstellen steunde van de regeer ing-As-
quith gedaan te krijgen het nieuwe kapi
taal, dat de maatschappij noodig had, te
verschaffen. Hoewel de Britsche regeering
daardoor een financieel overwicht kreeg in
de onderneming liet zij de commercieele lei
ding geheel aan de particuliere bestuurders
over. Dat is zoo gebleven tot op dezen dag.
Spoedig nadat het nieuwe kapitaal vrucht
dragend was gebleken en de welvaart van
de maatschappij als gevolg van intensiever
voortbrenging zeer wastoegenomen ontstond
er wrijving met de Perzische regeering over
de wijze van berekening van de netto-winst
en het winstaandeel van Perzië. Een verge
lijk kwam in 1920 tot stand en dit hield het
uit tot 1928, dus ook nadat de nieuwe Shah
aan het bewind was gekomen. In het laatst
genoemde jaar echter stelde de regeering te
Teheran aan de maatschappij voor de con
cessie te hei-zien. Na veel getalm werd men
liet in het begin van dit jaar eens over een
ontwerp-overeenkomst, welke echter ten
slotte de goedkeuring van het Perzisch lands
bestuur niet kon wegdragen. En daarop is nu
eenige dagen geleden de formeele opzegging
van de concessie gevolgd, met de mededee-
ling dat Perzië bereid was een nieuwe con
cessit te geven.
Perzië acht klaarblijkelijk zijn belang met
de D'Arcy-concessie slecht gediend en meent
dat de Anglo Persian het land, waaraan deze
maatschappij haar rijkdommen ontleent, te
kort doet. De maatschappij heeft onmiddel
lijk tegengeworpen dat de overeenkomst, die
in 1901 voor 60 jaar is verleend, geen opzeg
gingsbepaling bevat. De Perzische regeering
heeft daarop geantwoord dat zij zich niet
gebonden acht door een contract dat is aan
gegaan of door een concessie welke is ver
leend voordat Perzië een constitutioneel be
stuur had. Men mag aannemen dat toene
mende nationale zelfbewustheid ook een
woord heeft meegesproken in deze zaak.
Het Engelsche standpunt is dat Perzië door
de concessie op te zeggen zich aan een twee
ledige schending van de overeenkomst heeft
schuldig gemaakt, ten eerste door het feit
der opzegging zelf, ten tweede door de be
paling betreffende arbitrage van geschillen,
welke de concessie bevat, te veronacht
zamen.
Verder wordt van Engelischen bant opge
merkt dat het argument dat Perzië consti
tutioneel niet gebonden zou zijn geien steek
kan houden aangezien het land zoowel voor
als na de grondwettelijke b e stuur sber-vor-
mjng zijn winstaandeel in ontvangst heeft
genomen.
De maatschappij heeft geweigerd de op
heffing van de concessie te erkennen. De
Pei'zisice autoriteiten hebben die opheffing
intusschen bevestigd. En thans is uit mede,-
deelingen in het Lagerhuis gebleken dat de
Britsche regeering zich de zaak heeft aange-
FEUILLETON
Naar hot Engelsch van
Mrs. PATRICK MACGILI
(Nadruk Verboden).
37)
„Lord Perivale heeft ons hierheen gezon
den, omdat er een aanslag op uw leven ge
pleegd zou worden. Wis is diie jongedame?"
zei een vian den zich tot de verwonderde
Lizzie keerendi, die steeds mot de speld in
haar hand in het volle licht der koplan
taarns stond.
„Deze jongedame heeft door haar moed en
flinkheid mijn lieven gered; de man, dis jullie
moet hrtoben, is binnen in. Het is 'het beste
als een paar van jullie hem in den wagen
neemt en naar den diohtstoijzijnden dokter
rijdt. Er woont er een op Pinchley Road.
Verwacht mijn vader mij eigenlijk?" vroeg
hij den chauffeur.
„Ja meneer; hij zei mij in het bijzonder u
mee naar huis 'te brengenwas het eerbiedige
antwoord; waarbij Lizzie's ooigen steeds
grcoter werden.
„Ik heb altijd wel geweten, dat j'ij niet
w.as voor wden jij je uitgaf!" snikte zij diep
ongelukkig, terwijl zij naast Jack gezeten,
naar huis reed.
Zij gevoeld- zich diep rampzalig.
„Ben je een graaf of een Lord? Of wat ben
je eigenlijk? En wat was je bedoeling om te
doen of je maar een arme drommel was,
daardoor een eenvoudig meisje van je is gaan
trokken en een krachtig vertoog tot Perzië
heeft gericht.
De regeering heeft aangekondigd dat zij
alle wettige middelen zal gebruiken oan de
rechtvaardige en onbetwistbare belangen van
Engeland te beschermen.
De Engelsche belastingbetalers hebben
7.000.000 in de maatschappij. Daarbij zijn
de Perzischs olievelden de voornaamste bron
van stookolie van de vloot. Het is dus geen
wonder dat de Britsche regeering met eenige
kracht zich in de kwestie dost gelden.
De aangelegenheid is thans in het sta
dium van diplomatieke onderhandelingen
getreden. En de Londensche pers heeft een
zijlichtje geworpen op diplomatieke onder
handelingen door waar te nemen en met il
lustraties bekend te maken dat de gezant
van de Sovjet-republiek in Londen een be
zoek 'heeft gebracht aan zijn collega van
Perzië. Of dit bezoek iets uitstaande heeft
met de petroleum kwestie, hierboven ge
schetst, moet in 'het midden worden gelaten.
Maar de Engelsche pers schijnt in haar voor
stelling van deze kleine diplomatieke ge
beurtenis haar best te doen het verband
te leggen.
De Engelsche lezers hebben tot heden een
zeer eenzijdig beeld van het geval gekregen,
waarmede niet gezegd wil worden dat het
beeld onjuist is. Maar voor een zuiver oor
deel zou het gunstiger zijn geweest indien
de.Perzische zienswijze ook 'beschikbaar was
'geweest. Uit Perzische brommen liet men ons
iets van den anderen kant van de medaille
zien. Daar stelde men vast dat Perzië eerst
in 1914, nadat de concessie 13 jaar had be
staan en toen zij reeds rijk vruchten had
gegeven, een eerste betaling van 9000 had
ontvangen. Tusschen 1914 en 1919, geduren
de den grooten oorlog toen er voortdurend
intensief werd geproduceerd in verband met
de behoeften van de Britsche vloot, ontving
Perzië ook niets. Eerst na 1919 werd de be
taling hervat en is ze voortgezet tot dezen
tijd. De Perzische regeering heeft alles te
zamen een bedrag van tenmaastenbij
10.000.000 ontvangen, terwijl de ontvang
sten van de maatschappij zijn geschat op
200.000.000. Dat wil zeggen dat Perzië niet
16 maar 5 percent van de winst heeft ont
vangen. (In de Persisehe kringen waar dit
wordt verklaard sprak men van 200.000.000
„ontvangsten", niet van „netto-winst").
Het besluit van de Anglo Persian om dit
jaar slechts 300.000 te geven heeft bij de
Perzen diepe ontevredenheid gewskt, omdat
zij heb gevoel hebben dat zij met dit bedrag
ernstig tekort worden gedaan. Dit bedrag
vertegenwoordigt slechts een derde deel van
de Perzische tantièmes van verleden jaar
terwijl nochtans aan de aandeelhouders enor
me dividenden zijn gegeven.
Aldus de verklaringen aan Perzische zijde.
Nu weet men iets van 'het voor en tegen van
een -geschil dat den last van verschrikkelijke'
zorgen, waaronder Engeland gebukt gaat,
nog' 'heeft verzwaard,
A. K. VAN R.
ROOFOVERVAL OP OUDEN
MAN.
DE BUIT SLECHTS GERING.
OLDENZAAL, 12 Dec. (V.D.) Zaterdag
namiddag had te Oldenzaal een brutale
roofoverval plaats op den bejaarden heer
I-Ieinink, in de Molenstraat tegenover de ka
zerne der marechaussee. Twee personen ver
voegden zich aan zijn woning om hem te
spreken over zaken; zij waren volkomen op
de hoogte met relaties waarover de heer H-
op het kantoor der Rotterdamsche Bank te
Oldenzaal had gesproken. Daar de bank ge
sloten was en zij direct 1200,noodig
hadden, vroegen zij H. dit bedrag ter leen.
De heer H. zei, geen geld in huis te hebben.
Plotseling haalde een van de beide bezoekers
een revolver te voorschijn. Na een korte wor
steling werd H. overmand en gebonden. Zij
doorzochten zijn zakken en vonden een por-
temonnaie met wat kleingeld. Op zeker mo
ment vermoedden zij onraad; ongemerkt
verlieten zij het huis. De heer H. wist het
touw om zijn been los te krijgen; strompe
lend verliet hij de woning om hulp bij de
marechausseekazerne te halen. Hij kon een
volledig signalement opgeven, onmiddellijk
werd een uitvoerig onderzoek ingesteld.
houdenO, Jack, heit kacn mij niet schelen of
je mij brutaal vindt, maar ik moet een kus
van je hebben om een herinnering aan jie
te houden als je getrouwd bent met een uit
je eigen kring", en terwijl de auto even bij
een overweg stilhield, kwam Lizzie's hoofdje
met een ruk naar voren en kreeg Jack ten
harteiijken kus op zijn mond.
En toen deed hij iets, diait bijna Lizzie's
hart brak, ook al gaf het haiar op dat oogen
blik een gevoel van wilde, bitter-zoets vreug
de. Hij nam haar in zijn armen en trok het
slanke, jonge figuurtje naar zicili toe.
,,Je bent een hartelijke, kleine vriendin,,
Lizzie, ds beste., die ik op de wereld heb"
zei hij, terwijl hij de naar hem opgeheven
lippen kuste maar het was geen kus uit
liefde en dat was het was Liizzde zoo be
droefd maakte.
HOOFDSTUK 31.
Het laatste bedrijf.
„Was ik toch maar dooid gegaa-n! O, waar
om heb ik niet den moed om mijzelf te
dooden!" Lady Perivale wierp haar hoofd
onrustig heen en weer in die vruchtelooze po
ging om rust Ce vinden.
Haar baby, wat een meisje en geen jongen
was, was twee dagen na de geboorte ge
storven en misschien was dat wel het beste
voor het arme schepseltje, had Lord Perivale
opgemerkt.
Er was een stormachtige scène geweest
zoodra zijn vrouw, diie volgens de doktoren
noioolt in echt levensgevaar had verkeerd,
hem kon ontvangen.
„Ik heb te veel zorgen en verdriet in
mijn leven gehad, om dit nog te verigrooten
door jouw giemeene handeling aan de wereld
bekend te maken. Als je majn naam maar
niet droeg!", riep Lord Perivale in toorne-
looze woede uit. Toen hij bij he.c bed van
zijn vrouw kwam.
AMERIKA EN DE SCHULDEN
NOTA'S.
AANVAARDING ZONDER EENIGE
VOORWAARDE.
WASHINGTON, 12 Dec. (V.D.) Van de
zijde van het Amerikaansche Staatsdeparte-
ment wordt medegedeeld, dat de Amerikaan
sche regeering de op 15 December a.s. verval
lende betaling van den Franschen schulden
termijn niet zal aanvaarden indien Frankrijk
bepaalde voorwaarden aan de betaling
knoopt. Wanneer de schulden aars-landen de
Decemberbetalingen voldoen, geschiedt dat
op hun eigen verantwoordelijkheid en met de
nadrukkelijke verklaring, dat elke voorwaar
de door de Amerikaansche regeering wordt
afgewezen.
WASHINGTON, 12 Dec. (V.D.) Na een
conferentie met Hoover en Ogden Mills heeft
Staatssecretaris Stimson het antwoord op de
laatste Engelsche schuldennota opgesteld. De
Amerikaansche regeering kan het acceptee
ren van de December-betaling van geen en
kele voorwaarde afhankelijk maken. De pre
sident heeft niet de bevoegdheid, verdrags
bepalingen zonder toestemming van het
Congres te wijzigen. De Amerikaansche re
geering neemt aan, dat de Engelsche regee
ring de Decemberbetaling zal doen in over
eenstemming met de bepalingen van de
schuldenovereenkomst. Zij 'beschouwt de in
de Engelsche nota genoemde voorwaarden
slechts als een uiteenzetting van het Engel
sche standpunt en van de stappen, die men
van Britsche zijde later denkt te doen.
ECONOMISCHE TOENADERING
MET BELGIë.
WIJ MOETEN STRIJDEN VOOR DE
RECHTEN VAN OUCHY.
In een plechtige zitting is te Brussel het
dertigjarig bestaan van de Nederlandsche
Kamer van Koophandel in België gevierd.
Tal van gezanten van Europeesche landen
waren aanwezig, alsook kroonprins Leopold
en de burgemeester van Amsterdam, dr. W.
de Vlugt, voorts dr. F. E. Posthuma, dr. J. A.
Nederbragt en dr. H. M. Hirsehfeld en ver
tegenwoordigers van Kamers van Koophan
del in Nederland en België.
In zijn openingswoord heeft de voorzitter
van de Kamer, de heer M. Springer in het
bijzonder hulde gebracht aan de heeren Sue-
tens, Braun en dr. Nederbragt, de belang
rijkste ontwerpers van het verdrag van
Ouchy.
De Belgische minister van Staat de heer
A. Deveze heeft vervolgens een referaat ge
houden over de mogelijkheid eener econo
mische toenadering tusschen Nederland en
de Belgisch-Luxemburgsche tolunie. De heer
Deveze stelde in het licht hoe Nederland en
België elkaar economisch aanvullen en hoe
bij beide er tegenzin is in de handelsbelem
meringen. Het eindresultaat van het stre
ven naar opheffing der tolbarrières zal zijn
de Europeesch^ tolunie als ideale oplossing.
De oplossing voor de hindernis der meestbe-
gunstigingselausule, die nog in den weg staat
is het z.g. „open verdrag", het plurilateral
verdrag, vertegenwoordigende een nieuw be
ginsel.
■V-" Tenslotte zei spreker nog„ dat de Belgi
sche landbouw zich ten onrechte ongerust
maakt over de verdragen van Oslo en Ouchy
Hij kan slechts baat vinden bij vermeerde
ring van de koopkracht.
Voor het tot stand komen van de andere
hangende verdragen tusschen beide landen,
had spreker de beste verwachtingen.
Over hetzelfde onderwerp heeft daarna ge
sproken dr. E. Heldring, oud-voorzitter van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Amsterdam.
Na eveneens herinnerd te hebben aan wat
Nederland en België door wederzijdsche
sympathie voor den vrijhandel tot stand
brachten, zei hij niet al te optimistische ver
wachtingen te willen hebben van de econo
mische wereldconferentie. De recente bekee
ring van Engeland tot het protectionisme
en zijn enthousiasme er voor en de overeen
komst van Ottawa bedreigen het succes van
deze conferentie. Maar het verdrag van
Ouchy is althans één initiatief, dat de con
ferentie een uitweg wijst. Hoewel Engeland
de uitzondering op de meestbegunstiging
niet aanvaarden wil, gelooft spreker niet,
dat het op grond van zijn tractaatsrecliten
bij deze houding kan volharden. De meest-
begunstigingsclausule is een instrument ge
worden voor het verhoogen van invoerrech
ten. Zij mag echter, nu de plurilaterale over
eenkomsten een onmogelijkheid zijn, niet in
den weg staan aan bi-laterale overeenkom
sten.
Is dit wel 't gen'al, dan kan men niet anders
dan een heillooze ontwikkeling van zaken ver
wachten. Daarom moeten beide landen on
versaagd voor het beginsel van den vrijhan
del blijven strijden.
Dien morgen had hij Max Rieiss in het
hospitaal bezocht en het dliauiainlten collier
teruigigevraaigid, dat een gedeelte was van de
betaling voor den moord op Jack.
„Jij laff eellendeling; ik hoop, dat de tois-
„Jij laffe ellendeling; ik (hoop dat de toe-
en alleen die naam van mijn vrouw weerhoudt
mij om je aan de politie ovler te leveren,
opdiait je de straf zou kiunnen krijgen, die
je eigenlijk toekomt"Dat waren zijn laat
ste woonden tot Max Reiss, die van een oog
beroofd needs weer in staat was in bed op
te zitten.
De gebeurtenissen van dien dag waren
bijna de laatsten uilt Lord Perivale's leven,
bijnaniet geheel.
Den volgenden dag was hij zwaar ziek en
den dag daarna ook nog, maar den dienden
dag liet hij zijn advocaten bij zich komen en
onderging zijn testament' eenige toevoeging'
en een belangrijke wijzigihg.
„Aan mijn vrouw laat ,iik één stuiver na,
boven het bedrag dat haar volgens die wet
toiekomlt"', luidde hist testament- dat een
groot aanitai gissingen teweeg bracht in Lady
Perivale's kring, toen het bekend werd.
„Aan Elizabeth Kent, wonende Taplow
Street 5, WaTthamstow. legateer ik heit be
drag va,n 'tien duizend pond' benevens het
landhuis Perivale's Cottage in het dorp Little
Keston, welke bezitting vrij van erfpacht
is".
Op deze manier werd de hartewemsch van
Lizzie Kent en baar moeder vervuild; zij
badiden altijd gehoopt eens op het land te
kunnen wonen en genoeg geld itie hebben om
niet te boevisn schrikken wanneer er op bun
deur geklopt werd door een sehuldieischer
Lizzie's gebroken hart werd door dit legaat
een heel stuk genezen en verschafte haar
toch ook nog di? romantiek van de liefde,
dae haar leven lang duurde.
Jack hielp Hetty uit de auto; zij werd ge
volgd door haar vader, die er jaren jonger
en bijna zoo gelukkig uitzag als zijn doch
ter.
Zij konden niet ontkomen aan een leger
van persfotografen, die voor hun huis heen
en weer liepen en die, zoodra Hetty ver
scheen, hun camera's op haar richtten niet
tegenstaande haar lachehd protest.
Jack en mijnheer Loring moesten het
proces ook ondergaan.
Alle couranten in Engeland evenals d:ie in
Amerika, waren vol van de „Perivale-roman"
zooals zij de geschiedenis noemden.
Er werd veel geschreven over Jack's verlo
ving met de dochter van den man, dae zoo
veel zwaarder had geboet dan voor zijn ver
grijp noodig' was geweest en zij raakten niet
uitgepraat over Hetty's schoonheid en mo?d,
zoodat er met iedere post aanbiddingen van
ondernemende filmregisseurs kwamen!
Eindelijk ontvluchtten zij de fotografen en
•kwamen in het groote, stillis huis. waar nog
grootere rust lueersclite dan andiers.
„Is er iets niet in orde?" vroeg Jack aan
den bediende.
„Lord Perivale heeft ai meer dan een uur
naar u en juffrouw Loring en ook naar
mijnheer Loring gevraagd, mijnheer. Hij wil
graag dat u onmiddellijk bij hean komt".
Zij gingen samen naar boven en wisten
alle tfhie dat de schaduw des doods over het
huis lag.
Zij waren dan ook niet visrwoniderd een
geestelijke te zien, die opstond toen zij bin
nenkwamen, maar wél waren zij verbaasd
toen de uitgeteerde figuur in het bed op
zachten, zwakk-n toon sprak;
„Ik heb een verzoek aan jou, Jack en ook
aan jou, Heltty".
Hij knikte tegen het jonge meisje, wier
verschijning in de schemurige kanier als een
zonnestraal was.
„Ja vader", zeiden belden tegelijk en bo
gen zich over het bed.
„Mijn leven is spoedig tien ©iridie en vol
gens de dwaze wet van dit land zouden jullie
na mijn dood minstens driie maanden op
jullie geluk moeten wachten, Val mij niet in
de nedeik heb niet veel kracht meer",
protesteerde hij, toen Jack hem in de rede
wilde vallen.
„Daarom heb ik Harrisson laten roepen
om jullie nu te trouwen met een speciale
vergunning en hij heeft een ring bij zich, die
ook als hij niet past, toch wel voor de ge
legenheid kan dienen. In ieder geval aal het
een troost voor mij zijn, jullie nog getrouwd
te zien".
Jack greep Hetty's hand die was ijs
koud.
„Wees niet bang, lievelingJe wilt toch niet
terug?" vroeg hij, toen de geestelijke naar
voren trad met den ge openden Bijbel en de
zuster naast Mr. Loring ging staan als twee
de getuige.
„Neen Jack, duizendmaal neen", was Hetty's
antwoord. Toen keek zij naar het bied en
haar oogen werden vochtig.
„Van dezen dag af voor altijd, ten goede
en ten kwadi?, in rijkdom en armoede, in
ziekte en gezondheid, tot de dood ons zal
scheiden".
He jonge paar herhaalde de woorden van
de schoonste geïoftj op deze aarde en in de
kamer was het zoo stil als in een kerk.
Twee dagen later stierf Lord Perivale en
de nieuwe Lady Perivale zei, terwijl zij haar
kleine hand door den arm van haar echtge
noot liet glijden:
„Ik ben blij,, dat we op deze manier ge
brouwd zijn. Jack; want ik geloof dat ons
geiuk je vader met een glimlach op dl? lippen
heeft doen sterven".
EINDE,