HET NIEUWE AVONDBLAD
VGDB VELSEN, BEVERWIJKe.O
ESBJERG, DE CONCURRENT VAN IJMUIDEN.
EEN OUD-PLAATSCENOOT BIJ DEVISSCHERIJ
IN SOVJET-RUSLAND.
Van 1 Januari a.s. af
A. A. M
18e JAARGANG No. 50
VRIJDAC 30 DECEMBER 1932
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 cents, per maand
40 cents plus cents incasso, per kwartaal 1.20 plus
5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
KantoorKennemerlaan 42 - IJmuidcn - Telefoon 521
VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN.
UITGAVE LOURENS COSTER, MAATSCHAPPIJ VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V.
DIRECTIE: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM.
ADVERTENTIEN1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer
15 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Advertenties
van Vraag en Aanbod 13 regels 25 cent, elke regel
meer 10 cent. Ingezonden mcdcdeelingcn dubbele prijs.
Wij blijven de baas.
De Fiskebilzentrale.
Een collega van "Vestkysfcen", liet groote
dagblad in Esbjerg, - is zoo vriendelijk mij
wat gegevens te verschaffen. Hij vouwt met
een verheugd gezicht zijn krant open en
toont mij een juist dien dag uit Den Haag
ontvangen telegram. „Holland vil ikke spaer-
re for Indforsel af Fisk", staat er boven. Geen
contingenteering van den invoer van Deen-
sche visch dus. Het bericht bevat de ver
klaring van minister Verschuur in de Tweede
Kamer.
„Die werden böse sein in IJmuiden", zeg
ik.
,,Wir nicht", zegt hij glimlachend en hij legt
mij den weg uit naar de Fiskebilzentrale. de
centrale der vischauto's, waar de vijf en
veertig naar IJmuiden en andere plaatsen
afrijden
In Esbjerg wordt de vischerij uitgeoefend
met kotters, 40-tons schepen met krachtige
motoren. De vloot telt er 500 ruim en 2500
man vinden er werk op, terwijl in de neven-
bedrijven zeker nog wel evenveel menschen
werkzaam zijn. De kotters zijn met vier of
vijf man bemand. Onvervaarde visschers zijn
deze Denen, een ondernemend ras van lieden
die tot het scheppen van den grond, waarop
zij wonen zelf titanenarbeid moesten ver
richten. Want was niet eenige tientallen
jaren geleden dit deel van Jutland een en
al moeras en onbewoonbare grond? Nu heb
ben de Esbjergers een prachtig park in de
nabijheid der stad om zich in te vertreden.
Zooals men weet zijn de Denen de toe
passers van het „snurrevaad"-systeem, een
visc-hwijze, die men in Nederland begint na
te volgen, waarin de Urkers o.a. een goede
methode zien voor hun Noordzeevisscherij.
De visschersliaven van Esbjerg heeft zich
steeds uitgebreid, er zijn aldoor nieuwe
havens bijgekomen, zoodat een complex van
havens nu als een bolwerk om de stad ligt
met een gezamenlijke lengte van vijf kilo
meter, waarboven hoog de watertoren uit
steekt, die in afwijking van de meeste
watertorens nu eens aesthetisch- verantwoord
is. r~
In 1909 werd besloten tot-den aanleg-van
"een geheel nieuwe haven aan de Noordzijde
en 1 April 1933 werd een uitbreiding geopend
die de haven nog eens met een derde ver
grootte.
Uit een grafisch overzicht van de resultaten
der visscherij in "Vestkysten" over de jaren
1881 tot 1931, blijkt, dat de waarde van den
omzet in Kronen van 1881 met een vrijwel
nihil bedrag in 1900 geklommen was tot een
half millioen waarna hij met eenige schom
melingen steeg tot 1.75 millioen in 1913. In
de oorlogsjaren vertoonen de cijfers zoowel
van Kronen als kilogrammen een geweldige
stijging, 4 millioen Kronen in 1915 en 12,3
millioen in 1916, het hoogste bedrag, dat ooit
bereikt werd. Daarna komt een snelle daling-
in 1917 tot 3 1/2 millioen, maar in 1919 is
weer een cijfer van bijna 8 1/2 millioen Kro
nen bereikt, dat nog slechts in 1924 over
troffen werd met 9 millioen. Daarna vertoont
de grafiek weer een inzinking, die in 1927
het diepst is met 6 millioen, waarna de curve
weer geleidelijk stijgt tot 8.7 millioen in 1930
met een daling in 1931 tot 6.5 millioen, een
bedrag, dat toch altijd nog ver staat boven
het gemiddelde tot na den oorlog toe. Uit
de grafiek kan men concludeenen, dat het
vooral de laatste jaren zijn, die Esbjerg's
visscherij zulk een groote vlucht deden nemen
Anders dan in de oorlogsjaren blijft echter
de lijn, die de geldwaarde aangeeft gestadig
beneden die van het aantal kilogrammen,
hetgeen op een afnemen van de prijzen
wijst.
Stellen wij de cijfers van IJmuiden daar
tegenover, dan blijkt, dat de omzetten in
IJmuiden steeds belangrijk grooter waren
dan in Esbjerg.
In 1905 begint de statistiek met een bedrag
van f 4 millioen, tot en met 1914 is dat ge
leidelijk opgeklommen tot 7 millioen gulden,
waarna in 1915 de stijging komt tot 18 mil
lioen en in 1916 ook in IJmuiden het top-
cijfer wordt bereikt van 36 1/2 millioen gul
den. In 1919 vertoont de curve ook in IJmui
den weer een opgang n.l. tot 24 millioen,
waarna in 1923 het diepste punt bereikt is
met bijna 11 millioen. Geleidelijk stijgt de op
brengst van den omzet vervolgens ook in
IJmuiden tot bijna 17 millioen in 1929 hetgeen
tot 14.5 in 1930 en 11.5 millioen in 1931 ge
daald is. Men ziet uit de bedragen, mede in
aanmerking nemende dat de Kroon tot het
grootste gedeelte van het vorig jaar een waar
de had van 66 cent, dat IJmuiden voorloopig
den Denen nog wel de baas is.
Van den omzet in kilogrammen geven wij
hier nog de volgende vergelijkende cijfers. In
1913 m Esbjerg 8 1/2 millioen K.G., in IJmui
den 48 1/2 millioen, in 1915 in Esbjerg 9 mil
lioen K.G. in IJmuiden 92 millioen, in 1916
Esbjerg 24 1/2 millioen K.G. in IJmuiden 102
in 1922 Esbjerg 5 1/2 millioen K.G., IJmuiden
62 millioen KG., in '27 in Esbjerg 16 millioen
K.G., in IJmuiden 27 1/2. millioen, in 1930 in
Esbjerg bijna 21 millioen K.G., in IJmuiden
69 1/2 millioen.
Uit de statistiek van den omzet in kilo
grammen blijkt dus, dat in de laatste jaren
het verschil tusschen Esbjerg en IJmuiden
kleiner geworden is. Bovendien leert een ver
gelijking der statistieken, dat in Esbjerg voor
een gelijk aantal kilogrammen tot 1930 toe,
hooger prijs betaald werd dan te IJmuiden.
Wanneer thans echter de prijzen hier niet
véél beter waren, dan zouden de Deenen niet
met hun auto's den langen tocht naar onzen
afslag ondernemen.
De afslag in Esbjerg is een modern
groot gebouw aan de nieuwste haven, waar
het treft, hoe weinig men er van vischlucht
bemerkt. Men heeft mij gezegd, dat Esbjerg
de zindelijkste en properste stad van Dene
marken is, en inderdaad, hier wordt wel het
bewijs geleverd. Geen rommel, geen stank
geen afval. De breede kaden waarover de
auto's rennen, met spoorrails en manden en
kisten visch aan de kanten zien er rein en
helder uit. Groote, hooge fabrieken blazen
wolken stoom uit, Voor het Sjömanshejm
staan visschers te turen naar het water en
naar de enkele kotters, die in de ruime
Nyhavn bijeen liggen. Bij de Engelsche boot
aan den steiger is drukte van passagiers, die
oversteken zullen. Waarlijk van een „stervend
Esbjerg" kan niet gesproken worden.
De Fiskebilzentrale is een instelling, die
nog lang niet bij alle Esbjergers bekend is.
Zelfs een taxi-chauffeur moest er den weg
naar vragen. En toch, in deze vi'schautomo-
bielcentrale komen de draden samen van het
net, dat de ondernemende Denen over Europa
spanden. In dit kleine gebouwtje op zij van
den vischafslag berust de gansche regeling
van den rooster der vischchauffeurs, hier is
bekend wie er rijden en met welke lading
en voor wiens rekening; men kan er inlich
tingen bekomen en van hier gaan de orders
uit naar die vaste pleisterplaatsen op de
routes in Europa, waar zij de chauffeurs be
reiken kunnen. De groote wagens, de Volvo's
en de Triangels, (een Deensch merk)worden
er geladen, rijden af en rijden aan en brengen
bedrijvigheid. Hier, aan den afslag en aan
de autocentrale vindt men hoofd en hart van
Esbjerg.
De Fiskebilzentrale is het beste bewijs van
Deensche ondernemingslust in kwade tij
den.
Over het peil, waarop de Esbjergsche en
in het algemeen de Deensche bevolking staat,
het hooge cultureele peil in dit ontwikkelde
land, zullen wij in een volgend artikel nog
iets zeggen.
K. Pk.
AGENDA TE HAARLEM
VRIJDAG 30 DECEMBER
Stadsschouwburg: N.V. Het Schouwtott^
neel. „De doofpot".
Cinema Palace: „Das blaue Licht". Op
het tooneel: Edith Hagedorn, licht- en wa
terfeeërie. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: „Ich will nicht wis
sen wer Du bist". Op het tooneel: de wereld
attractie liet Raimonda-ballet (tien perso
nen). 2.30 7, en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „De reis naar het ge
luk". 2.30 en 8.15 uur.
ZATERDAG 31 DECEMBER
Cinema Palace: één avondvoorstelling.
7.30 uur.
Rembrandt Theater: één avondvoorstel
ling, 7.30 uur.
Luxor Sound Theater: één avondvoorstel
ling, 7 uur.
In deze theaters ook matinée.
De Duitsche handelsvloot zal het volgend jaar met twee nieuwe schepen uitgebreid worden, n.l, de Caribia en de Cordillera voor
den dienst op Midden-Amerika.
Van Oemar naar Astrakan over land en ijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
In een nieuwen brief beschrijft onze vriend 1
instructeur bij de visscherij van Sovjet-
Rusland een reis van Oemar naar Astrakan.
Reeds langen tijd had hij het voornemen
opgevat, naar Astrakan te gaan, maar door
het kwakkelweer was het ijs niet te ver
trouwen om met de slede te gaan en het was
te dik, dat de booten konden varen. Het was
wachten en nog eens wachten of het ging
vriezen. Onze vriend benutte den tijd door
het maken van een uitstapje naar Ougiteene,
waar de visch wordt ingevroren, speciaal voor
export.
Weer terug in Oemar hoorde onze vriend,
dat er eenige menschen van Astrakan waren
aangekomen. Ze waren drie dagen onderweg,
geweest. Ik ging mezelf een beetje opwarmen
en op een gegeven oogenblik zeide ik tegen
mijn pisiwots (tolk): „Zorg dat er morgen
ochtend om 8 uur een paarcl en wagen is, we
gaan ook weg", aldus de reisbrief. Voor den
tolk was dat natuurlijk niet zoo prettig wanr
hij wist, dat dit voor hem ontslag beteekende,
want de tolk moest in Astrakan weer afge
leverd worden.
Paard en wagen waren 's morgens present.
De „wagen" was een ruwe as, twee wielen,
daarover aan beide zijden een paal, voor en
achter verbonden als een langwerpig vier
kant. Daarop getimmerd een paar planken,
ziehier het voertuig, waarmede men een reis
gaat ondernemen van 36 uur in een tempe
ratuur van 4 gr. bij het vertrek, 16 gr.
tijdens de laatste 8 uren. De wagen kwam
voor, hooi en bagage opladen en daarbovenop
„wij", d.w.z. de koetsier, een vriend die
gaarne meewilde, de „pisiwots" en de schrij
ver.
Oeman was nog niet uit het gezicht of daar
begon de pret al. Alles om ons heen was riet,
ongeveer 3 M. hoog en 3 c.M. dik. Ik vraag
den koetsier of we over Okraine, een dorp
aan de route van de stoombooten gaan. Neen
zegt hij, want daar kunnen we niet over het
ijs.
Na een uur rijden, steeds tusschen het riet,
dat als brandstof wordt gebruikt, door ko
men we aan een dorp waar we een van de 20
monden van de Wolga moeten oversteken.
Eerst liepen we met ons vieren gearmd en
flink stampende, over het ijs. Dat ging. Toen
kreeg onze vriend het paard onder z'n hoede
en de anderen trokken den wagen over het
ijs. „Ik heb niet veel haren, maar aan elke
haar hing een droppel zweet, want het ijs
golfde als een zeetje aan het strand". Maar
we kwamen aan den overkant, ook de wagen
met de bagage. En nu ging het de steppen in.
„Die steppen" schrijft hij, „zal ik dat ooit van
mijn leven vergeten?" Wagensporen in slijk-
grond over eenige duizenden meters hard be
vroren en daarover rechthoekig rijden met
een kar zonder veeren. Na een paar uur
moest onze briefschrijver even loopen.
De heele weg voerde langs niet anders dan
woeste grond met hier en daar wat riet. Dan
kwamen we weer bij een rivierovergang, waar
het gezelschap tenslotte ook veilig over
kwam.
De voerman vertelt, dat het land 's zomers
geheel onder water staat en dat er dan volop
gelegenheid is om er mooie karpers te van
gen. Zoodra de bergen het water loslaten,
loopt alles onder water, eenige duizenden
De visschei'shaven
biedt het abonnement van
Het Nieuwe Avondblad
IJmuider Courant
een nieuwe attractie
Van dien datum af zijn
week-, maand- en kwartaal-
abonnés,zoodra zij veertien
dagen staan ingeschreven,
GRATIS veszekerd
tegen ongevallen.
Inclusief zeeverzekering.
vierkante kilometers en de visschen vinden
rijk voedsel in hetgeen koeien en paarden op
het land hebben achtergelaten.
Het wemelde er van rietvinken, men kon ze
met de hand vangen.
Wat zou hier een goede bouwgrond te
maken zijn, gaat de brief dan voort. Men
legt bij ons de Zuiderzee droog om bouwgrond
te verkrijgen, die grond is vol zand, maar
hier, waar alles overstroomd wordt met zoet
water is een rijke teelgrond in een onult-
puttelijken voorraad beschikbaar.
We gaan weer een rivier over. Het ijs wordt
beter, paard en wagen gaan over zonder ba
gage en 's middags 4 uur. bij den vierden
overgang gaan paard, wagen èn bagage over,
de vier mannen er naast. Aan den overkant
gekomen meende de voerman, dat we wel een
glas thee zouden willen drinken. Maar een
restaurant of iets dergelijks is in geen velden
of wegen te vinden. We gaan er met drie
man op uit en „met m'n ongelukkig Russisch
krijg ik een huis te pakken, waar de huis
vrouw zegt: „pasaltse", hetgeen alstublieft
beteekent. Gauw zitten we binnen. De oven
wordt opgestookt, de theeketel klaargemaakt
evenals broody en na verloop van 20 minuten
is de zaak klaar. Ik vraag* aan de huisvrouw,
aldus onze vriend, of er geen melk te krijgen
is. „Natuurlijk"''. En spoedigstond een kan
met 5 L. melk van eigen koeien voor ons. De
room dreef er dik op.
De vriendelijke hospita zette zich bij ons
,aan tafel en zorgde er voor, dat onze kom
men of glazen niet leeg werden. Wij hebben
heerlijk gegeten en gedronken en onze
waardin legde een gastvrijheid aan den dag
waar een Hollander een puntje aan kan
zuigen.
Toen ik vroeg wat het kostte werd gezegd:
„nitsjewo".. Onze vriend gaf de dochter, va
der of moeder wilden het niet aannemen, 10
Roebel. Nadat de voerman weer had inge
spannen werd de reis onder een hartelijk
„deswidania" (tot weerziens) voortgezet.
De Russen houden er een eigenaardige on
hebbelijkheid op na. Als je vraagt, hoever
het van hier is naar die en die plaats zeggen
ze bijv.: 5 K.M. gang! Dat „gang" beteekent
dan „en nog wat" en dit „en nog wat" is
meestal meer dan de genoemde afstand. Zoo
vroeg onze vriend aan de hospita, hoever het
nog was naar Astrakan. „30 K.M. gang". Hij
kende deze gewoonte toen nog niet, rekende
15 K.M. naar het dorp waar men zou over
nachten en nog 15 K.M. van daar naar As
trakan. 1-Ialf negen op stap, half elf in As
trakan werd uitgerekend. Die 15 K.M. naar
het naaste dorp kwam vrijwel uit.
I-Iet begon na het afscheid van de gulle
Russische boeren spoedig donker te worden
en de voerman verdwaalde. We gingen het
ijs weer over en dan weer terug en eindelijk
is de voerman weer op het goede spoor. Hij is
in z'n hum. Hij zingt: „ik zit op mijn wagen,
mijn paard loopt goed, ik heb drie man bij
mij op den wagen zitten, ik was den weg
kwijt maar nu heb ik hem weergevonden.
Ginds zie ik het dorp waar we gaan slapen".
We kwamen in een groot dorp. waar naar
ik vernam visscherij en veeteelt wordt uitge
oefend. De pisiwots en de vriend gaan op
zoek naar een slaapgelegenheid. Ze hebben
geen succes. Onze vriend trad een kantoor
binnen, denkende dat het een vergaderlokaal
was van de partij. De tolk volgde. Aange
klopt. Morsna! (binnen). Het bleek dat we
verzeild waren in een visscherijtrust. We
vroegen naar een gelegenheid om te over
nachten. Direct staat iemand van het gezel
schap op, brengt ons naar een familie, waar
we allen slapen kunnen.
Ook hier was mén zeer vriendelijk tegen de
gasten. De huisvrouw kookte een pot soep,
waarvoor de gasten het vleesch dat zij bij
zich hadden, leverden. En om 9 uur 's avonds
zaten er 9 man, 8 Russen en 1 IJmuidenaar
rond een pot fijne soep. Men smulde kostelijk.
Na een verkwikkende rust werden de gas
ten den volgenden morgen 7 uur door de
huisvrouw gewekt met een herhaald „sta-
wag". De thee was al klaar. De kosten? Voor
het paard 2 roebel, voor de mannen elk 1
roebel. Dankbaar waren de menschen, dat ze
wat extra's kregen.
Voor het vertrek vroeg onze vriend hoever
het nog was naar Astrakan, waarop werd ge
antwoord: 30 K.M. gang! Als het zoo door
gaat zijn we het volgend jaar nog niet in
Astrakan, meende onze vriend.
Onder hevige koude werd het laatste ge
deelte van de reis afgelegd. Om één uur
kwam de toren van Astrakan in het gezicht
en de voerman zong. „ik zie den toren van
Astrakan en als ik daar ben heb ik geld ver
diend, dan ga ik inkoooen doen op de markt
en ga morgen weer naar huis"
De reizigers komen langs de werf „Stalin",
waar allerlei machinerieën gemaakt worden.
Alle gebouwen die daar zijn verrezen, zijn
Domaniale Anthraciet
en eierkolen de beste
l Zeeweg 263 t. 907
I
groot en mooi. Een electrische tramlijn is
aangelegd naar een dorp, speciaal voor het
vervoer van arbeiders. Grootsch is het werk,
dat daar tot stand wordt gebracht. Een groot
verschil met het- armoedige Oemar.
Te kwart voor vier kwam het gezelschap
in de buitenwijken van Astrakan aan. Onze
vriend liet. niet zoodra er een electrische
tram te zien was, den voerman stoppen en
een paar minuten later bracht de electrische
tram hem naar de plaats van bestemming,
het Moskba-Hotel.
De avontuurlijke tocht was volbracht.
De Nederlandsche Reederijen
in 1932.
De zeevaart is evenals de industrie, handel
enz. al eenige jaren in de verdrukking, maar
1932 is wel een buitengewoon slecht jaar
geweest voor onze reederijen. Staatssteun is
in die mate noodig gebleken, dat een organi
satie daarvoor moest, worden gevormd.
Onze krachtigste reederijen de Stoomvaart
Mij. Nederland en de Rotterdamsche Lloyd
hebben de afvaarten met de mailbooten moe
ten inkrimpen tot een driewekelijkschen
dienst. Vele schepen zijn naar het buiten
land of voor sloop verkocht geworden, waar
bij schepen, die nog geen 20 jaar oud waren
en die nog in uitstekenden staat verkeerden.
Wanneer we de reederijen de revue laten
passeeren, zien wij, dat de Stoomvaart Mij.
Nederland drie harer schepen verkocht; n.l.
de Bali naar Griekenland, het passagiersschip
Koningin der Nederlanden (dat aanvankelijk
evenals verleden jaar de Prinses Juliana, aan
de Kon. Ned. Stoomboot Mij. was verkocht
en na ombouw door deze reederij voor haar
lijn op West-Indië zou gebruikt worden) en
de vrachtboot Borneo voor sloop. Verder ver
loor de Mij. Nederland de vorige maand
door brand haar prachtige passagiersschip
Pieter Corneliszoon Hooft.
De Rotterdamsche Lloyd verkocht verschil
lende vrachtschepen n.l. de Toba (een vroeger
in Japan gekocht schip) naar Griekenland,
de Merauke en Deli voor sloop in ons land
en de Samarinda voor sloop naar België.
De Holland-Amerika Lijn verkocht haar
passagiersschip Nieuw Amsterdam voor sloop
naar Japan en de vrachtschepen Noorderdijk
naar Italië en Stadsdijk naar Griekenland.
Van de Vereenigde Scheepvaart Maat
schappij te 's Gravenhage werd het stoom
schip Ridderkerk naar Griekenland verkocht,
de Bovenkerk en Wissekerk voor sloop naar
Italië en de Oostkerk voor sloop naar Japan.
De Hollandsche Stoomboot Mij. te Amster
dam verkocht het stoomschip Scheldestroom,
dat geregeld in den dienst op West-Afrika
voer. voor sloop naar Italië. De Java-China-
Japan Lijn verkocht de stoomschepen Tjipa-
nas en Tjimenteng evenals de Scheldestroom
vroegere vrachtschepen van de Mij. Neder
land, benevens de Tjiliwong, voor sloop naar
Japan.
De NederlandschZuid-Afrikaansehe
Stoomvaart Mij. te Amsterdam, korter Hol-
land-Zuid-Afrika Lijn genaamd, hield op te
bestaan. Het stoomschip Jagersfontein van
deze reederij werd naar Griekenland ver
kocht, de vier andere schepen dezer reederij
gingen over aan de Vereenigde Nederlandsche
Scheepvaart Mij.
De Koninklijke Nederlandsche Stoomboot
Maatschappij te Amsterdam verkocht de oude
passagiersschepen Nickerie en Commewyne,
die jaren lang dienst deden in de lijn Am
sterdamParamaribo, naar Italië, terwijl
het vrachtschip Eos ook naar Italië verkocht
werd.
De Stoomvaart Mij. Hilligersberg te Amster
dam verkocht haar oudste stoomschip Boom
berg naar Estland, de Stoomvaart Mij. Noord
zee haar stoomschepen Ruurlo en Groenlo
naar Finland.
Van de Stoomvaart Mij. Triton (firma
Ruysj te Rotterdam werden de in 1919 ge
bouwde stoomschepen Walchex-cn en Marken
naar Griekenland verkocht. De firma Th. van
Ommeren te Rotterdam verkocht haar in
1925 gebouwd stoomschip Killdrecht naar
Duitschland.
De Nederl. Indische Tankboot Mij. te 's Gra
venhage verkocht het stoomschip Pearl Shell
voor sloop naar Japan, hetgeen de Koloniale
Petroleum Mij. te 's Gravenhage deed met
haar stoomschip Soengei Gerong.
De N.V. Wester Scheepvaart Mij. te Rotter
dam verkocht haar stoomschip Slotlaan naar
Griekenland. Deze reederij bezat voor eenige