t ADVERTEERT Toen het volle maan was. m j,| RIJWIELBANDEN EN CONTINCENTEERING. Nieuwe Borden voor Rijwielpaden Filmsteriliteit. IN DIT BLAD ijmuider courant vrijdag 6 januari 1933 Invloed van den val van het pond. De Nederlandsche rijwielbandenindustrie is door den val van liet pond-sterling in ern stige mate getroffen. Er ontstond een afzet- stagnatie van de continentale producten op de Engelsche markt, waardoor een over strooming van onze markt met zijn rijwiel buitenbanden werd verwekt. De ontwikkeling van den invoer van rijwielbuitenbanden ont wikkelde zich als volgtj Invoer van rijwielbuitenbanden (in stuks) October 1930: 96.347 November 1930: 76.875 December 1930: 76.904 October 1931: 122.211 November 1931: 93.192 December 1931: 156.207 De export van dit product leed een belang rijk verlies in het voornaamste afzetgebied Groot-Brittannië. Aanvankelijk wist deze uit voer, niettegenstaande den val van het En gelsche betaalmiddel, stand te houden, maar het in December 1931 ingevoerde tarief werkte volkomen prohibitief- zoodat deze markt voorshands als verloren is te beschouwen. De achteruitgang van dezen uitvoer blijkt uit de navolgende cijfers. Uitvoer van rijwielbuitenbanden (in stuks). Januari 1931: 64.632 Februari 1931: 91.019 Maart 1931: 97.145 Januari 1932: 68.131 Februari 1932: 34.316 Maart 1932: 45.780 De gevolgen van deze situatie bleven niet uit. Zoo werden o.m. niet minder dar. 270 arbeiders in deze industrie ontslagen. Van regeeringszijde is daarna een onderzoek in gesteld. Daaruit blijkt, dat de productie van rijwielbihnen- en -buitenbanden in Neder land voor meer dan 90 procent in handen is van drie groote producenten. Over deze drie ondernemingen strekte het onderzoek zich uit, met de bedoeling de werking na het gaan van het K. B. van 24 Maart 1932, tot regeling van den invoer van banden. Het onderzoek wees uit, dat de bedrijvigheid in 1932 alles zins bevredigend was en de schommelingen minder waren dan in 1931: Ook werd een enquête ingesteld naar de omzetten gedu rende de eerste acht maanden van 1931 en 1932. Gedurende die periode bedroeg de om zet aan binnenbanden in 1931 in totaal 1216 maai duizend stuks, in 1932 in totaal 1267 maal duizend stuks. De omzet aan buitenbanden bedroeg in hetzelfde tijdvak van 1931 en 1932 resp. 1966 en 1746 maal duizend stuks. De grootere afzet van binnenbanden in ons eigen land heeft het exportverlies in dit artikel ruimschoots gecompenseerd. Dit geldt even wel niet voor het belangrijkste artikel; bui tenbanden, waarvan de afzet zich in het bin nenland overigens geheel heeft kunnen hand haven. Het geleden exportverlies voor deze banden bedraagt ongeveer veertien procent van den omzet in dit artikel in 1931. Wat de prijsvorming betreft is een onderzoek inge steld naar de indexcijfers van de groothan dels-, kleinhandels- en consumentenprijzen voor een drietal courante rijwielbanden. Stelt men den groothandelsprijs voor 1928 ou 100. dan was deze voor 1920, 1930 en 1931 resp.: 88.75 en 62. In Januari 1932 bedroeg deze 59 en in October 1932 zelfs 48. Wat den kleinhandelsprijs betreft, kan het volgende opgemerkt worden. Bij een prijs ge lijk te stellen met 100 in 1928, bedroeg deze in 1929, 1930 en 1931 resp. 90, 75 en 60. In Janu ari 1932 liep deze een weinig op, tot 61; om in October 1932 te dalen tot 51. En tenslotte de consumentenprijs. Wanneer men dezen voor 1928 ook aanneemt op 100, dan bedroeg deze in 1929- 1930 en 1931 resp. 93, 82 en 71 In Januari 1932 was deze andermaal 71 en in October 1932: 59. Gedurende de contingen teeringsperiode heeft zich dus de prijsdaling voortgezet. MOLLERUS Authentiek Russisch Nieuws Oorzaken der Voedselschaarschte. (Van onzen Londenschen correspondent) Londen, 3 Januari 1933. Er is een bureau in Birmingham voor on derzoek van de economische toestanden in Rusland. Het is een onpartijdige instelling, die geen oordeel uitspreekt over het bestuurs stelsel der Sovjets en die haar studie baseert op officieele gegevens, dat zijn rapporten en cijfers, welke door de Sovjet-autoriteiten zelf zijn uitgegeven. Daarom hebben de memo-, ran da, welke het bureau uitgeeft, voor de be oordeeling van den toestand in Rusland veel al meer waarde dan de artikelen en politieke en partijdige beschouwingen, welke men tel kens in de pers van vele landen tegenkomt. Het nieuwste memorandum (No. 8) van liet Bureau gaat over de Communistische politiek, tegenover de boeren en de voedselcrisis. De slotsom van de uiteenzettingen in het me morandum is dat de bevolking van Rusland voedselschaarschte heeft zonder oogstmis- lukking. De voedselcrisis is niet ontstaan door voor landbouw ongunstige weersgesteldheid of als gevolg, van schadelijke maar tijdelijke economische factoren maar, zooals de cijfers aantoonen, door de werking van de algemeene economische politiek, door de Sovjet-regee ring een aantal jaren lang gevoerd. Alleen een ingrijpende verandering van die potitiek, die er op gericht zou zijn, de boeren normaal te beloonen voor hun voedselproductie, zou in staat zijn het Russische volk van voedsel te voorzien. Pogingen om het overschot van landbouwproductie onder regeeringscontrole te stellen en het af te voeren naar de ste den (de nijverheid) en het buitenland heb ben tot resultaat gehad dat het aandeel van den boer (de producent) van zijn eigen voortbrenging werd verminderd evenals de staatsvoorraad. De daling in de koopkracht van het Russisch geld, de chervonet, en het tekort aan fabrieksproducenten op de bin- nenlandsclie markt aan den eenen kant en de eigening van landbouwproducten tegen vaste prijzen aan den anderen kant, moesten er onvermijdelijk toe leiden dat de boer weerstand bood aan de graaninzameling. De regeering" moest daarom tot dwang overgaan Vermindering van productie en desorgani satie van den landbouw waren het gevolg. Nimmer tevoren heeft er zooveel onkruid ge staan op de landbouwgronden van Rusland. In sommige streken kan geen graan worden gekocht, zelfs niet tegen 100 maal den prijs van voor den oorlog. In het gansche land zijn de voorraden vleesch, melk en boter zeer schaarsch en er is een verontrustend tekort aan brood en aardappelen. ELECTROCUTIE VAN RATTEN. ELECTRISCHE DRADEN LOS OP DEN VLOER. HEER HU GO W AARD, 5 Januari. Giste renavond te omstreeks acht uur, toen de 17- jarige knecht J. Burger in dienst van den veehouder D. Wit te Hensbroek (Noord-Hol land) in een der varkensstallen bezig was, kwam hij in aanraking met de eleetrische stroomdraden, welke onbeschermd op den betonnen vloer ter verdelging van de ratten lagen. De jongeman was op slag dood. Oudo toestand. Bij een weg, waarlangs een goed rijwielpad voorkomt, en waar daarom de rijweg voor rij wielen verboden is, plaatst men het halfronde verbodsbord (rood van kleur) terwijl boven dien het rijwielpad met de bekende bordjes aangeduid wordt (zie fig. 1.) Vanaf 1 Januari 1933 wordt deze toestand anders aangeduid (zie fig. 2): bij den rijweg wordt geen bord meer geplaatst en alléén bij het rijwielpad komt een rond blauw bord te staan met een witte fiets erop. Dat beteekent: „Gij, wielrijders, zijt verplicht op dit pad te rijden.de rijweg is voor U onveilig en bovendien verboden." De aanduidingen van fig. 1 blijven geldig. Nadere inlichtingen verschaft zoo noodig de A.N.V/.B. - Toe ristenbond voor Nederland, Den Haag, Parkstraat 18-20; Am sterdam, Kei- ze rsg ra c h t 588-59 0. DUITSCHLAND KONDIGT NIEUW UITSTEL AAN. NEW YORK. 5 Januari (Reuter). Duitsch- land zou den staatssecretaris van financiën Mill hebben meegedeeld zekere op 31 Maart vervallende betalingen te moeten uitstellen. Dien dag vervalt een bedrag van 63.000.000 Mark op rekening van aangerichte schade en de bezettingskosten van het Amerikaansche leger. (Bij een rechtzaak in Engeland verklaarde dé rechter, clat hij nog nooit gehoord had van Greta Garbo.) 't Is, om eens iets nieuws te zeggen, Toch een zonderlinge tijd, Zie, terwijl de heele wereld Aan de Gretagarbof lijdt, Komt me daar een Engelsch rechter Kalm met de verklaring aan, Dat hij Greta nooit gezien heeft. Zelfs niet wist van haar bestaan Wie liad ooit nu kunnen denken, Dat er nog een sterveling leeft, Dien de garboa-constrictor Steeds nog niet gevangen heeft. Greta moet ervan verschieten Aan haar* filmsterfirmament, 't Is om al zijn geest te géven Voor haar armen persagent. Zulk een anti-sterrenkijker, Zulk een filmster-iliteit, Zulk een bioscopisch duister, Is een onvergeeflijkheid. Voor 't veelzijdig ambt van rechter Ligt het, dunkt me, in de- lijn, Dat z' in kennis van het leven Toch een beetje „linker'.' zijn. P. GASUS. DE KINDERMISHANDELING TE MOORDRECHT. DE MAN TOT 5 JAAR VEROORDEELD. AMSTERDAM, 5 Januari (V. D.) Het Ge> rechtshof deed heden uitspraak in de zaak tegen den woonschuitbewoner en de vrouw met wie hij samenwoonde. Zij hadden zich te verantwoorden gehad wegens het met opzet toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. In Maart jl. werd in een stuk land bij de gemeente Moordrecht een kistje opgegraven waarin zich het lijkje van een ongeveer 5- jarig meisje bevond, dat tengevolge van mis handeling bleek te zijn overleden. Het Hof vernietigde op formeele gronden het vonnis van de Rechtbank (tegen den man was 8 jaar gevangenisstraf geëischt voor de vrouw vrijspraak) en veroordeelde den man tot 5 jaar gevangenisstraf. Het vrijsprekend vonnis ten opzichte van de vrouw werd bevestigd. ZOOVEELSTE SPOORWEG ONGELUK IN FRANKRIJK. PARIJS, 5 Jan. (Reuter). Nabij Lyon kwam gisteravond een personentrein in bot sing met" een rangeerlocomotief. Veertig per sonen werden min of meer ernstig gewond. BURGERLIJKE STAND Een 'foto uit de stad Vorau in Stiermarken, icaar dezer dagen de toestand uiterst ge s-pannen is geweest. Voor de voornaamste gebouwen surveilleerden afdeelingen van het bondsleger. HAARLEM, 5 Januari. Ondertrouwd 4 Janunari: J. H. de Vendt en C. K. Jongejans, F. Dijk en J. A. v. d. Meij; M. G. Molenkamp en A. Sebrechts; J. Plas en W. B. Krause; M. K. Been en J de Graaf H. P. Klein en K. Barzen; J. H. Pot en H. M. E. de Wijs; P. J. van Galen en M. Kramer G. N. Schouten en M. M. Dijkstra; F. A. Beurskens en J. C. Geelhoedt. Getrouwd 4 Januari; W. J. Kleiman en E. E. Schubert; C. Schuchhard en P. C. van Wort; C. H. F. van Emmerik en C. W. C. Govers; M. A. Benjamin en A. Asma; J. P. van Hattum en A. P. v. d. Berg; W. Kemp en W. H. Oudhoff. Bevallen 2 Januari: M. WiebesZwiers, z.; 3 Januari: J. Jongejanv. Dijk, d.; B. Ver meerde Vries, z.; M. KoenekoopHonne- bier, d.; C. C. M. PostFoet, z.; H. Antonisse Burmann, d.; J. J. Glas—Dubois, z.; 4 Jan.: C. M. JoostenHijnen, z. Overleden 2 Januari: J. T. Ketelaar, 71 j., Billitonstraat; M. Sluijters, 56 jTempe- liersstr. 3 Jan.: N. v. d. HeuvelSipkes, 73 j., Kolkstraat; M. Hoebeke, 83 j., Kamperlaan; DUITSCHE WAPENSMOKKELAARS VEROORDEELD. De Dusseldorfsche rechtbank heeft twee wapensmokkelaars, die met een pantser auto wapens uit Nederland naar Duitsch- land hadden binnengebracht, veroordeeld ieder tot een jaar en twee maanden hechte nis. 'het heeft verreweg 'het crootste aantal ABONNéS en waar borgt u dus het crootste resultaat HET PRAACSCHE HOLLYWOOD Het nieuwe A.B. filmatelier, dat op het hoogste gedeelte van het Barandov-plateau bij Praag wordt gebouwd, is thans bijna klaar. Het ligt juist aan het einde van een autowegc die dwars door Barandov loopt. Met den bouw werd in het voorjaar van 1932 begonnen en nu reeds wordt aan het werk ae laatste hand gelegd. Zoowel van binnen als van buiten is alles hoogst modern: rechte, strakke lijnen, groot horizontaal. De A.B.-film hoopt over een maand de nieuwe studio's in gebruik te kunnen ne men en mag zich dan verheugen in het oe- zit van een der best geoutilleerde ateliers in Europa. Op het oogenblik zijn de metselaars bezig in Amerikaansche tempo een paar baksteenen muren te doen verrijzen, die net midden deel in twee parten splitsen: twee ateliers, ieder met een oppervlakte van 790 M2. De plafonds, lampengalerijen, en dienst gangen en katrollen, welke laatste benut worden bij het verzetten van decors, zou men, indien men dat wilde, onmiddellijk in dienst kunnen nemen. Onder de beide groote ateliers bevindt zich een geweldige ruimte om de requisietsn op te bergen. Een toren van 27 Meter be- heerscht het aspect. Deze toren bevat een waterreservoir, dat voldoende oplevert m alle voorkomende gevallen. Men zou met den inhoud van genoemd reservoir de geheele uitgestrekten requlsietenkelder kunnen vullen Met het oog op eventueele branden zijn bijzondere veiligheidsmaatregelen genomen. Er is plaats voor 25.000 K.G. film (3.5 mil- lioen M.) die in verschillende cellen kunnen worden ondergebracht. Iedere cel is zoodanig geconstrueerd, dat brand in één er van geen gevaar voor de andere oplevert. Het is de bedoeling, dat filmende en films vervaardigde menschen tijdens den arbeid dag en nacht in het gebouw blijven. De tweede étage van den linkervleugel is daar om ingericht als hotel. Alles beantwoordt aan de eischen des tijds, Er zijn conversatie kamers, garderobes, kleed- en kappers „sa lons", Voorts is er een vleugel aan het nieu we filmhuis, waar de administratie haar taak zal verrichten. Twee kleine ateliers die nen voor het na-synchroniseeren. Een eigen bioscoop ontbreekt natuurlijk niet. Groote zorg werd besteed aan de goede accoustick en de isolatie van het filmische geluid. De terrassen van het gebouw zijn zelfs voorzien van een bepaald soort bedek king, welke het getik der regendruppels voor komt. Tsjecho-Slowakije kan zich beroemen op een der best uitgeruste filmateliers van de wereld. Het is nu de beurt aan de filmkun stenaars, om te bewijzen, dat zij van al deze overwinningen der techniek een goed ge bruik weten te maken. FEUILLETON Naar li et Engelsch van JEFFERY FARNOL. „O, ja; ja natuurlijk, ik ik begrijp, 't was alleen maar een koop". „Ja een koop, wat anders", knikte Adam „En dat geld kun de op zij legge veur de hiepeteek. Een mooie duit, waar juffer An- thea?" „Ja". „En as de hop wordt wat ie beloof, dan zij de den olden Greims ook kwiet veur goed, juffer Anthea". „Ja Adam". „En hedde nou geen bezware meer, juffer Anthea, om da gefd te houde?" „Neen, Adam, dank je wel. Ik weet nu alles, wat ik weten wilde". „Nou dan, genach juffer. De hiepeteek is zoo goed as zeker gepiept. Der is narges in 't land hop zoo as de onze. En gé hoeft oe eiges geen zorge meer te make". „Neen dat is waar, Adam". Maar toen Adam's zware stappen waren weggestorven en ze heelemaal alleen was, deed ze erg raar voor iemand, met een zoo zorgelooze en blijmoedige toekomst. Er viel iets glinsterends en vochtigs op de potlood krabbels op het tafelblad, het potlood viel uit. haar hand en met een plotselingen snik viel haar hoofd voorover op haar armen. HOOFDSTUK XV. Waarin Adam een voorstel doet. „Wat moet ik doen?" Bellew leunde tegen den dikken stam van „Koning Arthur" en keek naar de maan met gefronst voorhoofd. „Moet ik maar over allen schroom heenstap pen en hooge ongenaakbaarheid trotseeren en vanavond met haar spreken en weten waar ik aan toe ben; of zal ik nog een tijdje zoo in gelukkige onzekerheid voortleven. Zou ik mijn kans op geluk laten opwegen tegen de kans van haar te verliezen en met haar den kleinen Por en al de mooie en lieve dingen in Arcadië? Want als haar ont- wóord „neen" is, dan ben ik alles kwijt en dan blijft me niets meer, dan weer opnieuw te gaan zwerven. Och, wat moet ik doen, wat moet ik doen?" „Is u dat, meneer Belloe?" „Om je te dienen, Adam. Kom hier zitten, edele heer en aanschouw Diana's schoonheid en steek een pijp op en laat ons spreken over doode koningen". „Koningen daarin ben ik niet best van thuis, meneer of ze dood benne of levend. Om u de waarheid te zeggen: ik heb er nog nooit een gezien. Maar ik ben oe komen op zoeken om u te vrage of oe me een handje helpe wilt met een spelletje da 'k an spele ben, meneer". „Je kunt op me rekenen. Zit je in moeilijk heden? Heb je raad noodig? Of geld? Stop een pijp en vertel me wat je kwelt." „Nou", begon Adam toen zijn pijp aan was, „in de eerste plaats, meneer Belloe, wou ik oe zegge dat juffer Anthea der meubels ver kocht het om met de opbrengst van de hop de hiepeteek af te lossen de laatste aflos sing, meneer, met de rente". „Ja". „En nou roept juffer Anthea me vanavond in der kamer en vraag me waarom u, me neer Belloe, 't m oe heufd het. gekrege om al die meubels te koopen". „Zóó, vroeg ze dat?" „ja waarom het ie dat gedaan", zeit ze. „Wel om 't hier in huis te houde", zeg ik bot der op. „Goed", knikte Bellew. „Maar 't gaf niks meneer", hernam Adam, „want ze zeit dat ge hier in Engeland geen huis heb en dat ge dus niks an al die meu bels heb en ze wou oe het geld teruggeve zei ze". „Hm!" zei Bellew. „En toen 'k dat heurde meneer Belloe, en bedoch dat ze dat geld neudig het, wil ze het dak van Dapplemere boven der hoofd houwe toe he 'k een verhaaltje bedoch, of zoo as de heere zeggen: èen zekere veurstelling van 't geval gegeve, meneer Belloc". „Prachtig! Machiavelli Vertel!" „Ik heb 'r verteld, meneer, as dat oe die meubels gekocht het omdat ge oe woudt ves tigen hier in Engeland. Ze schrikt en kijkt me met zukke groote oogén an en ik vertel 'r dat meneer Belloe me in vertrouwe het meegedeeld as dat ie meubels noodig had veur een eige huis want; dat ie op 't punt stond van te trouwen met een rijke jonge- juffer in London ..Wat Adam ging van schrik een stap achteruit. „Heb je haar dat verteld?" „Ja meneer „Maar je wist toch dat het een vierkante leugen was!" „Jawelle, maar ik vertel met plezier hon derd leuges, vierkant of rond, om juffer An thea te redde". „Redden?" „Van den ondergang. Van Dapplemere te verliezen Dapplemere én al wat ze in de wereld bezit. De hop alleen brengt nooit de drie duizend pond op. die van 't jaar betaald motte. En as die drie duizend pond niet op tijd dat is aanstaanden Zaterdag over een week aan Greims betaald worden, dan zet Greims juffer Anthea het huis uit, met den kleinen George en juffer Priscilla der bij. En wat 'r dan van ze worde mot, weet ik niet. Ziede, meneer Belloe, veryolgde hij, ziende dat Bellew stil bleef zitten rooken, juffer An thea is trotsch, onafhankelijk! Zóó trotsch dat ze nog nooit een cent van iemand het aangenome en ze zou dat geld veur de meu bels nooit hebben wille houde, meneer, as ik 'r dat leugentje niet verteld had daarom heb ik 't gedaan". „Jawel", knikte Bellew, „jawel, ik begrijp je je hebt heel goed gedaan. Je deedt het om haar bestwil en hebt heel goed gedaan, hoor". „Dank je meneer". „En dat spelletje moet ik nou meespelen?" „Ja! meneer, asjeblief. As ze oe vraagt gao de gauw trouwe? dan mot ge zegge „ja" en met een dame, die ge al kent van jare her en die in Londen woont dat is alles meneer". „Dat is alles, niet Adam?" zei Bellew lang zaam. Hij keerde zich om en keek naar de maan. „Het lijkt me niet erg moeilijk, wel? Nu ik beloof je dat ik mee doe. We zullen dat spelletje samen wel spelen, je kunt op me rekenen, Adam". „Dank je meneer Belloe, dank je! En ik hoop 'dat meneer me niet kwalijk zal neme dat ik zoo vrij met z'n hartzaken ben omge- spronge!" „Wel neen, Adam natuurlijk niet het was het beste wat je doen kon". „Dat doch me ook goeden avond me neer". „Goeden avond. Adam!" En Adam wandelde weg. trotsch op de slim me intrige, die hij bedacht had, en Bellew achterlatend met zijn gedachten, de maan en zijn pijp. HOOFDSTUK XVI. Hoe Bellew het spel begon. In dit leven bestaan allerhande soorten van spelletjes en die spelen zijn er altijd op. be rekend den moed, het vernuft of de handig heid der spelers te stalen en te scherpen. Bellew had in zijn tijd heel wat spelen ge speeld. Onder anderen was hij eenmaal be roemd geweest als rechts uiterste in het Har vard Elftal. Hij had nog verscheidene littee- kens, afkomstig van den gedenkwaardigen dag waarop het succesvolle Yale-elftal ver slagen werd. Ik weet niet of Bellew hieraan dacht, ter wijl hij zoo naar de maan zat te staren, maar zeker is het dat hij. als de keuze hem gelaten was, honderdmaal liever zulk een verwoed spel zou gekozen hebben, dan het spelletje dat Adam juist had voorgesteld. Hij klopte de asch uit zijn pijp, stond op en slenterde naar het huis terug. Toen hij den tuin inkwam hoorde hij piano spelen. Hij liep den rozentuin door naar het terras en bleef daar staan kijken. De tuindeuren van de woonkamer stonden open en hij kon An thea aan de piano zien zitten. Ze was gekleed in 'n wit japonnetje en in haar donker haar had ze een roode roos gestoken. Terwijl hij zoo stond te kijken, zei hij tot zich zelf dat ze nog nooit zoo mooi was geweest als op dit oogenblik in den zachten schijn der kaarsen, want haar gezicht weerkaatste den teederen weemoed der muziek en zij meende zich on bespied. Schuins achter haar zat tante Priscilla, druk bezig met haar naald, zooals gewoonlijk, maar nu staakte zij haar werk plotseling en bleef eenigen tijd naar Anthea zitten kijken. „Anthea, kind", zei ze opeens, „ik hou erg veel van muziek en ik vind het heerlijk naar je te luisteren, maar ik heb je nog nooit zóó treurig hooren spelen, 't Is bijna om te hui len". „Ik dacht dat u zooveel van Grieg hield, tante Priscilla". „Dat doe ik ook, maar hemel! daar staat meneer Bellew. Dag meneer Bellew, kom binnen en vertel ons hoe Peterday en de spiering u bevallen zijn". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 3