t
ADVERTEERT
Toen het volle maan was.
m j,|
RIJWIELBANDEN EN CONTINCENTEERING.
Nieuwe Borden
voor Rijwielpaden
Filmsteriliteit.
IN DIT BLAD
ijmuider courant
vrijdag 6 januari 1933
Invloed van den val van het pond.
De Nederlandsche rijwielbandenindustrie is
door den val van liet pond-sterling in ern
stige mate getroffen. Er ontstond een afzet-
stagnatie van de continentale producten op
de Engelsche markt, waardoor een over
strooming van onze markt met zijn rijwiel
buitenbanden werd verwekt. De ontwikkeling
van den invoer van rijwielbuitenbanden ont
wikkelde zich als volgtj
Invoer van rijwielbuitenbanden (in stuks)
October 1930: 96.347
November 1930: 76.875
December 1930: 76.904
October 1931: 122.211
November 1931: 93.192
December 1931: 156.207
De export van dit product leed een belang
rijk verlies in het voornaamste afzetgebied
Groot-Brittannië. Aanvankelijk wist deze uit
voer, niettegenstaande den val van het En
gelsche betaalmiddel, stand te houden, maar
het in December 1931 ingevoerde tarief werkte
volkomen prohibitief- zoodat deze markt
voorshands als verloren is te beschouwen. De
achteruitgang van dezen uitvoer blijkt uit
de navolgende cijfers.
Uitvoer van rijwielbuitenbanden (in stuks).
Januari 1931: 64.632
Februari 1931: 91.019
Maart 1931: 97.145
Januari 1932: 68.131
Februari 1932: 34.316
Maart 1932: 45.780
De gevolgen van deze situatie bleven niet
uit. Zoo werden o.m. niet minder dar. 270
arbeiders in deze industrie ontslagen. Van
regeeringszijde is daarna een onderzoek in
gesteld. Daaruit blijkt, dat de productie van
rijwielbihnen- en -buitenbanden in Neder
land voor meer dan 90 procent in handen is
van drie groote producenten. Over deze drie
ondernemingen strekte het onderzoek zich
uit, met de bedoeling de werking na het gaan
van het K. B. van 24 Maart 1932, tot regeling
van den invoer van banden. Het onderzoek
wees uit, dat de bedrijvigheid in 1932 alles
zins bevredigend was en de schommelingen
minder waren dan in 1931: Ook werd een
enquête ingesteld naar de omzetten gedu
rende de eerste acht maanden van 1931 en
1932. Gedurende die periode bedroeg de om
zet aan binnenbanden in 1931 in totaal 1216
maai duizend stuks, in 1932 in totaal 1267 maal
duizend stuks. De omzet aan buitenbanden
bedroeg in hetzelfde tijdvak van 1931 en 1932
resp. 1966 en 1746 maal duizend stuks. De
grootere afzet van binnenbanden in ons eigen
land heeft het exportverlies in dit artikel
ruimschoots gecompenseerd. Dit geldt even
wel niet voor het belangrijkste artikel; bui
tenbanden, waarvan de afzet zich in het bin
nenland overigens geheel heeft kunnen hand
haven. Het geleden exportverlies voor deze
banden bedraagt ongeveer veertien procent
van den omzet in dit artikel in 1931. Wat de
prijsvorming betreft is een onderzoek inge
steld naar de indexcijfers van de groothan
dels-, kleinhandels- en consumentenprijzen
voor een drietal courante rijwielbanden. Stelt
men den groothandelsprijs voor 1928 ou 100.
dan was deze voor 1920, 1930 en 1931 resp.:
88.75 en 62. In Januari 1932 bedroeg deze 59
en in October 1932 zelfs 48.
Wat den kleinhandelsprijs betreft, kan het
volgende opgemerkt worden. Bij een prijs ge
lijk te stellen met 100 in 1928, bedroeg deze in
1929, 1930 en 1931 resp. 90, 75 en 60. In Janu
ari 1932 liep deze een weinig op, tot 61; om
in October 1932 te dalen tot 51. En tenslotte
de consumentenprijs. Wanneer men dezen
voor 1928 ook aanneemt op 100, dan bedroeg
deze in 1929- 1930 en 1931 resp. 93, 82 en 71
In Januari 1932 was deze andermaal 71 en in
October 1932: 59. Gedurende de contingen
teeringsperiode heeft zich dus de prijsdaling
voortgezet.
MOLLERUS
Authentiek Russisch Nieuws
Oorzaken der Voedselschaarschte.
(Van onzen Londenschen correspondent)
Londen, 3 Januari 1933.
Er is een bureau in Birmingham voor on
derzoek van de economische toestanden in
Rusland. Het is een onpartijdige instelling,
die geen oordeel uitspreekt over het bestuurs
stelsel der Sovjets en die haar studie baseert
op officieele gegevens, dat zijn rapporten en
cijfers, welke door de Sovjet-autoriteiten zelf
zijn uitgegeven. Daarom hebben de memo-,
ran da, welke het bureau uitgeeft, voor de be
oordeeling van den toestand in Rusland veel
al meer waarde dan de artikelen en politieke
en partijdige beschouwingen, welke men tel
kens in de pers van vele landen tegenkomt.
Het nieuwste memorandum (No. 8) van liet
Bureau gaat over de Communistische politiek,
tegenover de boeren en de voedselcrisis. De
slotsom van de uiteenzettingen in het me
morandum is dat de bevolking van Rusland
voedselschaarschte heeft zonder oogstmis-
lukking. De voedselcrisis is niet ontstaan door
voor landbouw ongunstige weersgesteldheid
of als gevolg, van schadelijke maar tijdelijke
economische factoren maar, zooals de cijfers
aantoonen, door de werking van de algemeene
economische politiek, door de Sovjet-regee
ring een aantal jaren lang gevoerd. Alleen
een ingrijpende verandering van die potitiek,
die er op gericht zou zijn, de boeren normaal
te beloonen voor hun voedselproductie, zou
in staat zijn het Russische volk van voedsel
te voorzien. Pogingen om het overschot van
landbouwproductie onder regeeringscontrole
te stellen en het af te voeren naar de ste
den (de nijverheid) en het buitenland heb
ben tot resultaat gehad dat het aandeel van
den boer (de producent) van zijn eigen
voortbrenging werd verminderd evenals de
staatsvoorraad. De daling in de koopkracht
van het Russisch geld, de chervonet, en het
tekort aan fabrieksproducenten op de bin-
nenlandsclie markt aan den eenen kant en
de eigening van landbouwproducten tegen
vaste prijzen aan den anderen kant, moesten
er onvermijdelijk toe leiden dat de boer
weerstand bood aan de graaninzameling. De
regeering" moest daarom tot dwang overgaan
Vermindering van productie en desorgani
satie van den landbouw waren het gevolg.
Nimmer tevoren heeft er zooveel onkruid ge
staan op de landbouwgronden van Rusland.
In sommige streken kan geen graan worden
gekocht, zelfs niet tegen 100 maal den prijs
van voor den oorlog. In het gansche land zijn
de voorraden vleesch, melk en boter zeer
schaarsch en er is een verontrustend tekort
aan brood en aardappelen.
ELECTROCUTIE VAN RATTEN.
ELECTRISCHE DRADEN LOS OP DEN VLOER.
HEER HU GO W AARD, 5 Januari. Giste
renavond te omstreeks acht uur, toen de 17-
jarige knecht J. Burger in dienst van den
veehouder D. Wit te Hensbroek (Noord-Hol
land) in een der varkensstallen bezig was,
kwam hij in aanraking met de eleetrische
stroomdraden, welke onbeschermd op den
betonnen vloer ter verdelging van de ratten
lagen.
De jongeman was op slag dood.
Oudo toestand.
Bij een weg,
waarlangs een
goed rijwielpad
voorkomt, en
waar daarom de
rijweg voor rij
wielen verboden
is, plaatst men
het halfronde
verbodsbord
(rood van kleur)
terwijl boven
dien het rijwielpad met de bekende bordjes
aangeduid wordt (zie fig. 1.)
Vanaf 1 Januari 1933 wordt deze toestand
anders aangeduid (zie fig. 2): bij den rijweg
wordt geen bord meer geplaatst en alléén bij
het rijwielpad komt een rond blauw bord te
staan met een witte fiets erop. Dat beteekent:
„Gij, wielrijders, zijt verplicht op dit pad te rijden.de
rijweg is voor U onveilig en bovendien verboden."
De aanduidingen van fig. 1 blijven geldig.
Nadere inlichtingen verschaft zoo noodig de
A.N.V/.B. - Toe
ristenbond voor
Nederland, Den
Haag, Parkstraat
18-20; Am
sterdam, Kei-
ze rsg ra c h t
588-59 0.
DUITSCHLAND KONDIGT NIEUW UITSTEL
AAN.
NEW YORK. 5 Januari (Reuter). Duitsch-
land zou den staatssecretaris van financiën
Mill hebben meegedeeld zekere op 31 Maart
vervallende betalingen te moeten uitstellen.
Dien dag vervalt een bedrag van 63.000.000
Mark op rekening van aangerichte schade en
de bezettingskosten van het Amerikaansche
leger.
(Bij een rechtzaak in Engeland
verklaarde dé rechter, clat hij
nog nooit gehoord had van
Greta Garbo.)
't Is, om eens iets nieuws te zeggen,
Toch een zonderlinge tijd,
Zie, terwijl de heele wereld
Aan de Gretagarbof lijdt,
Komt me daar een Engelsch rechter
Kalm met de verklaring aan,
Dat hij Greta nooit gezien heeft.
Zelfs niet wist van haar bestaan
Wie liad ooit nu kunnen denken,
Dat er nog een sterveling leeft,
Dien de garboa-constrictor
Steeds nog niet gevangen heeft.
Greta moet ervan verschieten
Aan haar* filmsterfirmament,
't Is om al zijn geest te géven
Voor haar armen persagent.
Zulk een anti-sterrenkijker,
Zulk een filmster-iliteit,
Zulk een bioscopisch duister,
Is een onvergeeflijkheid.
Voor 't veelzijdig ambt van rechter
Ligt het, dunkt me, in de- lijn,
Dat z' in kennis van het leven
Toch een beetje „linker'.' zijn.
P. GASUS.
DE KINDERMISHANDELING TE
MOORDRECHT.
DE MAN TOT 5 JAAR VEROORDEELD.
AMSTERDAM, 5 Januari (V. D.) Het Ge>
rechtshof deed heden uitspraak in de zaak
tegen den woonschuitbewoner en de vrouw
met wie hij samenwoonde.
Zij hadden zich te verantwoorden gehad
wegens het met opzet toebrengen van zwaar
lichamelijk letsel.
In Maart jl. werd in een stuk land bij de
gemeente Moordrecht een kistje opgegraven
waarin zich het lijkje van een ongeveer 5-
jarig meisje bevond, dat tengevolge van mis
handeling bleek te zijn overleden.
Het Hof vernietigde op formeele gronden
het vonnis van de Rechtbank (tegen den
man was 8 jaar gevangenisstraf geëischt
voor de vrouw vrijspraak) en veroordeelde
den man tot 5 jaar gevangenisstraf. Het
vrijsprekend vonnis ten opzichte van de
vrouw werd bevestigd.
ZOOVEELSTE SPOORWEG
ONGELUK IN FRANKRIJK.
PARIJS, 5 Jan. (Reuter). Nabij Lyon
kwam gisteravond een personentrein in bot
sing met" een rangeerlocomotief. Veertig per
sonen werden min of meer ernstig gewond.
BURGERLIJKE STAND
Een 'foto uit de stad Vorau in Stiermarken, icaar dezer dagen de toestand uiterst ge
s-pannen is geweest. Voor de voornaamste gebouwen surveilleerden afdeelingen van het
bondsleger.
HAARLEM, 5 Januari.
Ondertrouwd 4 Janunari: J. H. de Vendt
en C. K. Jongejans, F. Dijk en J. A. v. d. Meij;
M. G. Molenkamp en A. Sebrechts; J. Plas
en W. B. Krause; M. K. Been en J de Graaf
H. P. Klein en K. Barzen; J. H. Pot en H. M.
E. de Wijs; P. J. van Galen en M. Kramer
G. N. Schouten en M. M. Dijkstra; F. A.
Beurskens en J. C. Geelhoedt.
Getrouwd 4 Januari; W. J. Kleiman en E.
E. Schubert; C. Schuchhard en P. C. van
Wort; C. H. F. van Emmerik en C. W. C.
Govers; M. A. Benjamin en A. Asma; J. P.
van Hattum en A. P. v. d. Berg; W. Kemp
en W. H. Oudhoff.
Bevallen 2 Januari: M. WiebesZwiers, z.;
3 Januari: J. Jongejanv. Dijk, d.; B. Ver
meerde Vries, z.; M. KoenekoopHonne-
bier, d.; C. C. M. PostFoet, z.; H. Antonisse
Burmann, d.; J. J. Glas—Dubois, z.; 4 Jan.:
C. M. JoostenHijnen, z.
Overleden 2 Januari: J. T. Ketelaar, 71 j.,
Billitonstraat; M. Sluijters, 56 jTempe-
liersstr. 3 Jan.: N. v. d. HeuvelSipkes, 73 j.,
Kolkstraat; M. Hoebeke, 83 j., Kamperlaan;
DUITSCHE WAPENSMOKKELAARS
VEROORDEELD.
De Dusseldorfsche rechtbank heeft twee
wapensmokkelaars, die met een pantser
auto wapens uit Nederland naar Duitsch-
land hadden binnengebracht, veroordeeld
ieder tot een jaar en twee maanden hechte
nis.
'het heeft verreweg
'het crootste aantal
ABONNéS en waar
borgt u dus het
crootste resultaat
HET PRAACSCHE HOLLYWOOD
Het nieuwe A.B. filmatelier, dat op het
hoogste gedeelte van het Barandov-plateau
bij Praag wordt gebouwd, is thans bijna
klaar. Het ligt juist aan het einde van een
autowegc die dwars door Barandov loopt.
Met den bouw werd in het voorjaar van 1932
begonnen en nu reeds wordt aan het werk ae
laatste hand gelegd. Zoowel van binnen als
van buiten is alles hoogst modern: rechte,
strakke lijnen, groot horizontaal.
De A.B.-film hoopt over een maand de
nieuwe studio's in gebruik te kunnen ne
men en mag zich dan verheugen in het oe-
zit van een der best geoutilleerde ateliers in
Europa. Op het oogenblik zijn de metselaars
bezig in Amerikaansche tempo een paar
baksteenen muren te doen verrijzen, die net
midden deel in twee parten splitsen: twee
ateliers, ieder met een oppervlakte van 790
M2. De plafonds, lampengalerijen, en dienst
gangen en katrollen, welke laatste benut
worden bij het verzetten van decors, zou
men, indien men dat wilde, onmiddellijk in
dienst kunnen nemen.
Onder de beide groote ateliers bevindt
zich een geweldige ruimte om de requisietsn
op te bergen. Een toren van 27 Meter be-
heerscht het aspect. Deze toren bevat een
waterreservoir, dat voldoende oplevert m
alle voorkomende gevallen. Men zou met den
inhoud van genoemd reservoir de geheele
uitgestrekten requlsietenkelder kunnen vullen
Met het oog op eventueele branden zijn
bijzondere veiligheidsmaatregelen genomen.
Er is plaats voor 25.000 K.G. film (3.5 mil-
lioen M.) die in verschillende cellen kunnen
worden ondergebracht. Iedere cel is zoodanig
geconstrueerd, dat brand in één er van geen
gevaar voor de andere oplevert.
Het is de bedoeling, dat filmende en films
vervaardigde menschen tijdens den arbeid
dag en nacht in het gebouw blijven. De
tweede étage van den linkervleugel is daar
om ingericht als hotel. Alles beantwoordt
aan de eischen des tijds, Er zijn conversatie
kamers, garderobes, kleed- en kappers „sa
lons", Voorts is er een vleugel aan het nieu
we filmhuis, waar de administratie haar
taak zal verrichten. Twee kleine ateliers die
nen voor het na-synchroniseeren. Een eigen
bioscoop ontbreekt natuurlijk niet.
Groote zorg werd besteed aan de goede
accoustick en de isolatie van het filmische
geluid. De terrassen van het gebouw zijn
zelfs voorzien van een bepaald soort bedek
king, welke het getik der regendruppels voor
komt.
Tsjecho-Slowakije kan zich beroemen op
een der best uitgeruste filmateliers van de
wereld. Het is nu de beurt aan de filmkun
stenaars, om te bewijzen, dat zij van al deze
overwinningen der techniek een goed ge
bruik weten te maken.
FEUILLETON
Naar li et Engelsch
van
JEFFERY FARNOL.
„O, ja; ja natuurlijk, ik ik begrijp, 't
was alleen maar een koop".
„Ja een koop, wat anders", knikte Adam
„En dat geld kun de op zij legge veur de
hiepeteek. Een mooie duit, waar juffer An-
thea?"
„Ja".
„En as de hop wordt wat ie beloof, dan zij
de den olden Greims ook kwiet veur goed,
juffer Anthea".
„Ja Adam".
„En hedde nou geen bezware meer, juffer
Anthea, om da gefd te houde?"
„Neen, Adam, dank je wel. Ik weet nu
alles, wat ik weten wilde".
„Nou dan, genach juffer. De hiepeteek is
zoo goed as zeker gepiept. Der is narges in 't
land hop zoo as de onze. En gé hoeft oe eiges
geen zorge meer te make".
„Neen dat is waar, Adam".
Maar toen Adam's zware stappen waren
weggestorven en ze heelemaal alleen was,
deed ze erg raar voor iemand, met een zoo
zorgelooze en blijmoedige toekomst. Er viel
iets glinsterends en vochtigs op de potlood
krabbels op het tafelblad, het potlood viel uit.
haar hand en met een plotselingen snik viel
haar hoofd voorover op haar armen.
HOOFDSTUK XV.
Waarin Adam een voorstel doet.
„Wat moet ik doen?" Bellew leunde tegen
den dikken stam van „Koning Arthur" en
keek naar de maan met gefronst voorhoofd.
„Moet ik maar over allen schroom heenstap
pen en hooge ongenaakbaarheid trotseeren
en vanavond met haar spreken en weten
waar ik aan toe ben; of zal ik nog een tijdje
zoo in gelukkige onzekerheid voortleven.
Zou ik mijn kans op geluk laten opwegen
tegen de kans van haar te verliezen en met
haar den kleinen Por en al de mooie en
lieve dingen in Arcadië? Want als haar ont-
wóord „neen" is, dan ben ik alles kwijt en
dan blijft me niets meer, dan weer opnieuw
te gaan zwerven. Och, wat moet ik doen, wat
moet ik doen?"
„Is u dat, meneer Belloe?"
„Om je te dienen, Adam. Kom hier zitten,
edele heer en aanschouw Diana's schoonheid
en steek een pijp op en laat ons spreken over
doode koningen".
„Koningen daarin ben ik niet best van
thuis, meneer of ze dood benne of levend.
Om u de waarheid te zeggen: ik heb er nog
nooit een gezien. Maar ik ben oe komen op
zoeken om u te vrage of oe me een handje
helpe wilt met een spelletje da 'k an spele
ben, meneer".
„Je kunt op me rekenen. Zit je in moeilijk
heden? Heb je raad noodig? Of geld? Stop
een pijp en vertel me wat je kwelt."
„Nou", begon Adam toen zijn pijp aan was,
„in de eerste plaats, meneer Belloe, wou ik
oe zegge dat juffer Anthea der meubels ver
kocht het om met de opbrengst van de hop
de hiepeteek af te lossen de laatste aflos
sing, meneer, met de rente".
„Ja".
„En nou roept juffer Anthea me vanavond
in der kamer en vraag me waarom u, me
neer Belloe, 't m oe heufd het. gekrege om al
die meubels te koopen".
„Zóó, vroeg ze dat?"
„ja waarom het ie dat gedaan", zeit ze.
„Wel om 't hier in huis te houde", zeg ik bot
der op.
„Goed", knikte Bellew.
„Maar 't gaf niks meneer", hernam Adam,
„want ze zeit dat ge hier in Engeland geen
huis heb en dat ge dus niks an al die meu
bels heb en ze wou oe het geld teruggeve
zei ze".
„Hm!" zei Bellew.
„En toen 'k dat heurde meneer Belloe, en
bedoch dat ze dat geld neudig het, wil ze het
dak van Dapplemere boven der hoofd houwe
toe he 'k een verhaaltje bedoch, of zoo
as de heere zeggen: èen zekere veurstelling
van 't geval gegeve, meneer Belloc".
„Prachtig! Machiavelli Vertel!"
„Ik heb 'r verteld, meneer, as dat oe die
meubels gekocht het omdat ge oe woudt ves
tigen hier in Engeland. Ze schrikt en kijkt
me met zukke groote oogén an en ik vertel
'r dat meneer Belloe me in vertrouwe het
meegedeeld as dat ie meubels noodig had
veur een eige huis want; dat ie op 't punt
stond van te trouwen met een rijke jonge-
juffer in London
..Wat
Adam ging van schrik een stap achteruit.
„Heb je haar dat verteld?"
„Ja meneer
„Maar je wist toch dat het een vierkante
leugen was!"
„Jawelle, maar ik vertel met plezier hon
derd leuges, vierkant of rond, om juffer An
thea te redde".
„Redden?"
„Van den ondergang. Van Dapplemere te
verliezen Dapplemere én al wat ze in de
wereld bezit. De hop alleen brengt nooit de
drie duizend pond op. die van 't jaar betaald
motte. En as die drie duizend pond niet op
tijd dat is aanstaanden Zaterdag over een
week aan Greims betaald worden, dan zet
Greims juffer Anthea het huis uit, met den
kleinen George en juffer Priscilla der bij. En
wat 'r dan van ze worde mot, weet ik niet.
Ziede, meneer Belloe, veryolgde hij, ziende
dat Bellew stil bleef zitten rooken, juffer An
thea is trotsch, onafhankelijk! Zóó trotsch
dat ze nog nooit een cent van iemand het
aangenome en ze zou dat geld veur de meu
bels nooit hebben wille houde, meneer, as ik
'r dat leugentje niet verteld had daarom
heb ik 't gedaan".
„Jawel", knikte Bellew, „jawel, ik begrijp je
je hebt heel goed gedaan. Je deedt het
om haar bestwil en hebt heel goed gedaan,
hoor".
„Dank je meneer".
„En dat spelletje moet ik nou meespelen?"
„Ja! meneer, asjeblief. As ze oe vraagt
gao de gauw trouwe? dan mot ge zegge
„ja" en met een dame, die ge al kent van
jare her en die in Londen woont dat is
alles meneer".
„Dat is alles, niet Adam?" zei Bellew lang
zaam. Hij keerde zich om en keek naar de
maan. „Het lijkt me niet erg moeilijk, wel?
Nu ik beloof je dat ik mee doe. We zullen
dat spelletje samen wel spelen, je kunt op
me rekenen, Adam".
„Dank je meneer Belloe, dank je! En ik
hoop 'dat meneer me niet kwalijk zal neme
dat ik zoo vrij met z'n hartzaken ben omge-
spronge!"
„Wel neen, Adam natuurlijk niet het
was het beste wat je doen kon".
„Dat doch me ook goeden avond me
neer".
„Goeden avond. Adam!"
En Adam wandelde weg. trotsch op de slim
me intrige, die hij bedacht had, en Bellew
achterlatend met zijn gedachten, de maan
en zijn pijp.
HOOFDSTUK XVI.
Hoe Bellew het spel begon.
In dit leven bestaan allerhande soorten van
spelletjes en die spelen zijn er altijd op. be
rekend den moed, het vernuft of de handig
heid der spelers te stalen en te scherpen.
Bellew had in zijn tijd heel wat spelen ge
speeld. Onder anderen was hij eenmaal be
roemd geweest als rechts uiterste in het Har
vard Elftal. Hij had nog verscheidene littee-
kens, afkomstig van den gedenkwaardigen
dag waarop het succesvolle Yale-elftal ver
slagen werd.
Ik weet niet of Bellew hieraan dacht, ter
wijl hij zoo naar de maan zat te staren, maar
zeker is het dat hij. als de keuze hem gelaten
was, honderdmaal liever zulk een verwoed
spel zou gekozen hebben, dan het spelletje
dat Adam juist had voorgesteld.
Hij klopte de asch uit zijn pijp, stond op
en slenterde naar het huis terug. Toen hij
den tuin inkwam hoorde hij piano spelen. Hij
liep den rozentuin door naar het terras en
bleef daar staan kijken. De tuindeuren van
de woonkamer stonden open en hij kon An
thea aan de piano zien zitten. Ze was gekleed
in 'n wit japonnetje en in haar donker haar
had ze een roode roos gestoken. Terwijl hij
zoo stond te kijken, zei hij tot zich zelf dat
ze nog nooit zoo mooi was geweest als op dit
oogenblik in den zachten schijn der kaarsen,
want haar gezicht weerkaatste den teederen
weemoed der muziek en zij meende zich on
bespied.
Schuins achter haar zat tante Priscilla,
druk bezig met haar naald, zooals gewoonlijk,
maar nu staakte zij haar werk plotseling en
bleef eenigen tijd naar Anthea zitten kijken.
„Anthea, kind", zei ze opeens, „ik hou erg
veel van muziek en ik vind het heerlijk naar
je te luisteren, maar ik heb je nog nooit zóó
treurig hooren spelen, 't Is bijna om te hui
len".
„Ik dacht dat u zooveel van Grieg hield,
tante Priscilla".
„Dat doe ik ook, maar hemel! daar
staat meneer Bellew. Dag meneer Bellew,
kom binnen en vertel ons hoe Peterday en
de spiering u bevallen zijn".
(Wordt vervolgd).