H et werk program der Economische Wereldconferentie VOETBAL DE TIENDE WEDSTRIJD TEGEN ZWITSERLAND. Jithet Buitenland HMUrDER COURANT VRIJDAG 20 JANUARI 1933. TWEEDE BLAD SPORT EN SPEL. Het risico van de Januariwedstrijden. De traditie der 9 vorige wedstrijden. Hebben de Zwitsers nu een kans Het organïseeren van een interlandwed strijd in ons land in de maand Januari is altijd een eenigszins gewaagde onderneming. De vorst kan den organisators dan leelijk in de wielen rijden. Vorst behoeft natuurlijk niet dadelijk een beletsel te zijn voor het doorgaan van zoo'n wedstrijd, doch het staat wel vast, dat men op een hard bevroren veld zich niet ten volle kan geven, daar de factor gevaai* veel grooter is, dan op een normaal veld. Bovendien hebben onze spelers niet zoo veel* ervaring in het spelen op harde terrei nen, iets dat men den vorigen Zondag in ver schillende wedstrijden heeft kunnen waar nemen. Men is er, wat de uitrusting betreft, bovendien hier niet op ingericht. Heel wat voetballers hebben tenminste op den jong- sten Zondag met dezelfde dopjes onder de schoenen gespeeld, die ze ook op modderige velden gebruikt zouden hebben. Blijkbaar is het hier niet voldoende bekend, dat men op dergelijke harde terreinen zich uitstekend kan staande houden, indien men speelt op schoenen met zachte rubber zolen zooals cricketschoenen of wel met zolen van vilt. Ditmaal leek de vorst de K. N. V. B. leiders in moeilijkheden te zullen brengen met het oog op den wedstrijd tegen de Zwitsers. Sta diondirecteur van den Berg nam onmiddel lijk alle mogelijke maatregelen door het Sta dion-terrein met stroo te bedekken, doch, zooals het weer is op het oogenblik, dat we dit schrijven, vermoeden we, dat er kans is, dat op een vrijwel normaal terrein zal kun nen worden gespeeld, wat natuurlijk wel zoo aangenaam is. - Ook de toeschouwers zullen liever zien, dat de thermometer een flink stuk boven het vriespunt staat, daar het toekijken bij een wedstrijd terwijl het vriest, dat het kraakt, niet bepaald een onverdeeld genoegen is. De wedstrijden, die Nederland en Zwitser land tot dusver tegen elkaar hebben gespeeld hebben zich door een merkwaardig regelma tig verloop gekenmerkt. Immers in alle tot dusver gespeelde wedstrijden werd de over winning behaald door de thuisspelende ploeg De geschiedenis van deze wedstrijden is daar door wel eenigszins eentonig. Men heeft ge- ruimen tijd gezocht naar een verklaring van dit eigenaardige feit. Het gekste is wel, dat onze nationale ploeg er nooit in is kunnen slagen in Zwitserland de overwinning te be halen. Zelfs in tijden, dat het Zwitsersche elftal uiterst zwak was en geen enkele over winning kon veroveren, maakte de wedstrijd tegen Nederland in Zwitserland daarop een uitzondering. Steeds werd het dan een Zwit- sersch succes. Het is voorgekomen, dat Ne derland met vol vertrouwen een sterke ploeg naar Zwitserland zond, een ploeg, die kort te voren van België en van Duitschland had gewonnen en die men daarom stellig in staat achtte ook de Zwitsers te kloppen. Maar ook tóen werd het weer dé traditioneele neder laag'. De meest voor de hand liggende verkla ring' van het regelmatig falen van de Neder- ïandsche ploeg, zoodra ze in het land der bergen gaat spelen, is die, dat onze spelers niet tegen het Zwitsersche klimaat kunnen. Zelfs de medische commissie van den K. N. B., door den bond omtrent dit punt ge polst, kwam tot deze conclusie. Deze com missie gaf dan ook in overweging om in de toekomst bij wedstrijden in Zwitserland het zóó te regelen, dat het elftal eerst op den dag van den wedstrijd in Zwitserland aan komt. De invloed van het Zwitsersche kli maat bemerkt men gewoonlijk eerst nadat men er een dag geweest is, zoodat men juist den wedstrijd onder normale omstandighe den zou hebben kunnen speelen. Het is vrij zeker, dat men in de toekomst, als er nog meen .wedstrijden tegen Zwitserland worden gespeeld, met dezen wenk van de medische Commissie rekening zal houden. Intusscïïeii zrttèn wé hier mét onze 5 Zwitsersche nederlagen, waar op het oogen blik nog slechts 4 Nederlandsche overwinnin gen tegenover staan, daar de vijfde thuis wedstrijd tegen de Zwitsers eerst op a.s. Zon dag gespeeld zal worden. Dat Nederland op eigen terrein steeds won, is niet bepaald te danken aan het feit, dat wij bij de thuiswedstrijden geen last van het Zwitsersche klimaat hebben, doch ook voor een deel aan de omstandigheid, dat het tot dusver voor den Zwitserschen V. B. slechts zelden mogelijk was een volledige ploeg naar ons land te brengen. Dat zat in de oude amateursbepalingen, die voorschre ven, dat aan de spelers geen vergoeding wegens tijdverlies gegeven mocht worden. Daar verschillende Zwitsersche spelers er bezwaar tegen hadden, eenige dagen voor de reis naar Nederland afwezig te zijn, zon der een vergoeding voor den daardoor voor hun aagelijksch werk verloren geganen tijd te krijgen, moest men vaak zijn toevlucht tot invallers nemen. Naar men weet, heeft men op het oogenblik echter in Zwitserland ook beroepspelers, waardoor dus de hierbo ven bedoelde bezwaren wel niet meer zullen voorkomen. De Zwitsersche V. B. hoopt dan ook ditmaal in staat te zijn een sterke ploeg naar Nederland te sturen. Onze internationale wedstrijden tegen Zwitserland dateeren eerst van na den groo- ten oorlog, trouwens de opkomst van het Zwitsersche voetbal tot het tegenwoordige peil, vond pas tijdens den oorlog plaats. Daar vóór heeft Zwitserland natuurlijk wel inter nationale wedstrijden gespeeld, doch heel veel kracht ging er toen van de ploeg nog niet uit. In 1920 kreeg Nederland een uitnoodiging van den Italiaanschen V. B. tot het spelen van een wedstrijd te Genua. In verband met de groote kosten, in die dagen aan een reis naar Italië verbonden, trachtte men daar aan een tweeden wedstrijd, en wel een tegen Zwitserland, vast te knoopen. Dit plan ge lukte, zoodat ons elftal in Mei 1920 de groote reis naar Italië en Zwitserland ging aan vaarden. In die dagen kort na den oorlog was dat een onderneming van beteekenis. Immers, de spoorverbindingen waren nog niet geheel normaaal en er waren nog aller lei maatregelen, die het reizen niet bepaald tot een genoegen maakten. Onze ploeg wist te Genua met Italië gelijk té spelen, een mooie prestatie, waarover men dan ook zeer tevreden was. Men was er van overtuigd, dat de wedstrijd tegen de Zwit sers een zacht eitje zou zijn na de zware Jost, die men met succes te Genua had we ll te verwerken. Helaas was het al in de eerste plaats een teleurstelling te bemerken, dat de wedstrijd tegen de Zwitsers te Basel op een zeer slecht terrein gespeeld moest v/orden. Het ongunstige weer had het veld in een modderpoel veranderd. Met allerlei hulpmiddelen wist men het moeras echter droog te leggen, doch in die jaren waren onze spelers nog niet zoo aan het spelen op zulke slechte velden gewend als tegenwoor dig. zoodat dit voor ons een handicap van beteekenis was. Toen echter de Natris voor een goed doelpunt had gezorgd, schudde men alle vrees van zich af. Na 20 minuten moest- Mommers wegens een ongeval uitvallen. Hij werd door een anderen Zuiderling, Verlegh, vervangen. In de eerste helft kwam er geen verandering in den stand. Na de pauze kreeg echter blijkbaar het Zwitsersche klimaat onze spelers te pakken, Ze speelden tenminste ver der vrij loom, waardoor Zwitserland in staat gesteld werd een tweetal doelpunten te ma ken en daardoor met 21 de eerste over winning op de oranjemannen te behalen. Reeds in het volgend jaar op Paasch- Maandag speelde Zwitserland te Amster dam. Men had van dezen wedstrijd groote verwachtingen. Het oude Amsterdamsche Stadion was tot de laatste plaats gevuld, doch het spel heeft geen oogenblik de duizenden toeschouwers in geestdrift kunnen brengen. De wind waaraan men in Zwitserland niet gewend is maakte het spelen, uiterst las tig. Hierdoor speelde de Zwitsersche ploeg ook beduidend onder den normalen vorm; zoo konden wij er in slagen een 2—0 over winning te behalen. Een jaar later, November 1922, trok voor de tweede maal een Nederlandsch elftal naar Zwitserland. Men zorgde er wel voor, dit maal niet te veel hooi op den vork te nemen, er werd tenminste op deze toer slechts één wedstrijd gespeeld. Helaas werd ook ditmaal op een slecht terrein gespeeld, een terrein, dat eigenlijk te klein was voor een interna tionale ontmoeting. Men had in ons land het elftal met vertrouwen zien vertrekken, doch de ploeg kon desondanks aan de traditio neele nederlaag niet ontkomen. Ditmaal werd bovendien zeer zwak gespeeld, zoodat met niet minder dan 50 werd verloren. Als eenige verontschuldiging kon gelden, dat het drukkende weer onze spelers vrijwel ver lamde. In 1923 kwamen de Zwitsers weer naar ons land. Ditmaal speelde onze nationale ploeg iets beter, al waren er nog wel eenige zwakke plekken. Bij de pauze had Nederland een 2-0 leiding. In de tweede helft maakten de onzen nog twee doelpunten en gunde men, be leefdheidshalve, er ook een aan de gasten. Nederland won dus met 41. Hierna kwam er een pauze in de reeks wedstrijden tegen Zwitserland, doch in 1925 werden de wedstrijden weer voortgezet, waar bij Zwitserland dus aan de beurt was om onze ploeg te ontvangen. Ditmaal gingen we met een sterke ploeg, die het volle vertrouwen van het Nederlandsch voetbal had, daar vrij wel dezelfde ploeg in de voorafgaande maand eerst met 1—0 van België te Antwerpen en daarna met 21 van Duitschland te Amster dam had weten te winnen. De Zwitsers had den in die periode in hun internationale wedstrijden heel weinig succes, zoodat men algemeen er op rekende, dat het ditmaal eindelijk eens een Nederlandsche overwin ning zou worden. Het elftal bestaande uit: van de Meulen, Denis en van Dijke, Lefèvre, Bul en van Heel, Gielens, Volkers, Buitenweg Baer van Slangenburg en de Natris stond bij de pauze met 2—1 achter. Daarna verslapte ons spel nog meer en zoo werd het een 41 nederlaag. Het verhaal begint nu steeds eentoniger te worden. In 1926 weer een Amsterdamsche overwinning, waarbij de gasten het vermoe delijk met het mistige weer te kwaad hadden. Met niet minder dan 50 verloren de Zwit sers, die zich, ondanks hun onvolledigheid toch dapper hebben geweerd en eigenlijk een veel beter resultaat hadden verdiend. Het noodlot wil echter nu eenmaal, dat de Zwit sers te Amsterdam verliezen en zoo werd ook in dien wedstrijd deze traditie gehandhaafd. Op den zesden Mei van 1928 ging Neder land zijn vierden wedstrijd in Zwitserland spelen. In verband met de komende Olym pische Spelen zag men het optreden van onze ploeg in dezen wedstrijd met belangstelling tegemoet. Het werd echter weer een neder laag, al was onze ploeg ditmaal niet zoo'n gewillig slachtoffer als gewoonlijk. Veel heb ben we echter in dezen strijd te danken aan het schitterend spel van v. d. Meulen tus- schen de palen. Deze bekwame doelman, die toen zijn vijf en twintigsten interlandwed strijd speelde, handhaafde zijn reputatie door er een groot aantal oogenschijnlijk om houdbare schoten uit te houden. De laatste wedstrijd van de Zwitsers te Am sterdam werd in 1929 gespeeld. Deze kamp zal den voetballiefhebbers nog wel in het ge heugen liggen. Zwitserland kwam met een der sterkste ploegen, die het tot dusver tegen ons in het veld had gebracht. Wij werden daarbij gehandicapt doordat van Nellen reeds na 5 minuten moest uitvallen. Na een span- nenden strijd werd met een 32 overwinning de traditie gehandhaafd. De laatste wedstrijd, die November 1930 te Zurich werd gespeeld, bracht een 6—3 ne derlaag. Dit was de eerste wedstrijd, waarin Adam en Lagendaal, twee spelers, die later zoo n groote rol in het Nederlandsche in ternationale voetbal hebben gespeeld, van de partij waren. Hun aanwezigheid vermocht echter toen niet de schaal in het voordeel der onzen te doen doorslaan Zouden zij daarin a.s. Zondag slagen? Op het oogenblik staat nog niet vast of Lagendaal meespeelt, daar men ditmaal 16 spelers heeft aangewezen en de definitieve samenstelling eerst op den dag van den wed strijd zal geschieden. Maar men moet wel aannemen, dat Lagendaal, nu hij zich weer beschikbaar heeft gesteld, ook zal worden opgesteld, zelfs al weet men, dat hij in het Amsterdamsche Stadion nog nooit den vorm heeft laten zien, dien hij in enkele uitwed strijden heeft vertoond Zeker is het echter, dat Nederland een elftal van beproefde en ingespeelde krach ten in het veld zal brengen en dat de Zwit sers wel heel goed zullen moeten spelen, willen ze van deze ploeg winnen. Toch zou men verkeerd doen met beslist heid op een Nederlandsche overwinning te rekenen. Het Zwitsersche spel is in den laat- sten tijd zeer vooruitgegaan. Het Zwitsersche elftal heeft dan ook 'eenige mooie overwin ningen behaald, die Zwitserland stellig wel het recht geven met vertrouwen den strijd tegemoet te zien. VcJgens de traditie hebben we een goede kans, doch volgens het spel van onze ploeg in thuiswedstrijden cn ook volgens de kwa liteiten van het Zwitsersche spel, is een ne derlaag heelemaal niet onmogelijk. C. J. GROOTHOFF. Bilthoven, 18 Jan. 1933. ZATERDAGMIDDAG COMPETITIE Het programma voor Zaterdag luidt als volgt: Af deeling A: IJ.F.C.—Ulysses. V.E.W—Z.S.V. Tweede JeugdTramvogels. KennemeiiandV.V.IJ. Af deeling B: IJ.F.C. 2Kennemerland 2 Ulysses 2—V.V.IJ. 2. Tramvogels 2Frigo. Afdeeling C: Kennemerland 4V.E.W. 2 V.V.IJ. 3—Z.S.V. 2. V.V.R.A.—IJ.F.C. 3. DE WERKLOOZENWEDSTRUD VOOR DE H. O. V. Men schrijft ons: Door het bestuur der Werkloozencompeti- tie is voor a.s. Zondag op het H.F.C.-terrein (voor deze gelegenheid welwillend afge staan) een wedstrijd georganiseerd tusschen een Haarlemsch Werkloozen-elftal en een sterk elftal uit IJmuiden dat dadelijk gehoor gaf aan het verzoek om dezen wedstrijd voor dit mooie doel te spelen. Vijftig pet. der op brengst zal dienen voor het behoud der H. O. V., de andere vijftig pet. voor een steden- wedstrijd van het Werkloozen-proefelftal. Om een ieder in de gelegenheid te stellen dezen wedstrijd, die zeker de moeite waard zal zijn, te gaan zien. is de prijs zoo laag mo gelijk gesteld. Aan het terrein 25 cent en 10 cent bij voorverkoop Zaterdagmorgen van 9 tot 11 uur: Spaarne 92, gebouw Sint Bavo Smedestraat en aan het N.A.S.-gebouw Bake- nessergracht. De heer Hartman is door den H.V.B. aan gewezen om dezen wedstrijd, die te elf uur begint, te leiden. De volgende elftallen zul len in het veld verschijnen: Haarlem: Hollenberg, Van den Berg, Pfevost, De Kruijf, de Wit. v. d. Valk, Nottrot, Kok, de Roode, Riethof, v. d. Steen. IJmuiden: De Jonge, Kuiper, Pol, Rijkeboer, v. d. Steen, Effern, v. d. Steen, Wildeson, v. Dongen, Braveboer, Wagenaar. IJ.F.C.-NIEUWS. Zaterdag 21 Januari: IJ.F.C. IUlysses aanvang 2.30 uur. IJ.F.C. II—Kennemerland H aanvang 2.30 uur. Het eerste elftal ontvangt Ulysses. Dit elftal bezet de derde plaats en slaat ook dit jaar een goed figuur. Vorige week speelde ze gelijk (33) tegen Kennemerland, zoodat de IJ.F.C.-ers wel op een goeden tegenstand kunnen rekenen, al gelooven we niet, dat ze IJ.F.C. een punt zullen ontnemen. De stand van beide elftallen is: gesp. gew. gel. verl. pnt. v.- IJ.F.C. I 8 7 0 1 14 45—13 Ulysses 1 8 5 1 2 11 36—24 Het tweede elftal ontvangt de Kennemer- land-reserves, waar we een aardige ontmoe ting kunnen verwachten, daar beide elftallen aan elkaar gewaagd zijn. Het derde elftal is vrij, de wedstrijd V.V.R.A.IJ.F.C. III is uit gesteld IJ.F.C. Ir v. Urk, de Vries, Zwart, Post, Rebs, de Graaff, Smit. Blinkhof, Jochems, de Jong, Ninaber. Reserves: Meyboom en Hogeland. IJ.F.C. II r Oldenburg, H. v. Strien, Bresser, Dijkhuizen, de Valk, Meijboom, Rietdijk,' Groen, v. Duijn, Huhl, Kist de Ruijter. Reserves: Blok en Jimmink. Uit Parijs: Aftreden van minister Chéron? SCHAKEN. CLUBNIEUWS SCHAAKCLUB „KIJK UIT". „Kijk Uit" is dit seizoen wel op den goeden weg wat betreft de wedstrijden in de compe- tie van den Noord-Hollandschen Schaakbond. De laatste weken kunnen wij geregeld een overwinning melden. De Dinsdagavond in ons clublokaal gespeelde wedstrijd Kijk Uit Hl- Haarlem Noord II werd door Kijk Uit ge wonnen. Kijk Uit Hl—Haarlem Noord H W. Post-J. C. Strengers (afgebr.).. J. Koelemey-A. Molenkamp S. de Vries-J. A. Hoeben G. Bal jetv. Wielingen Mr. A. Hellema-J. Dijkstra W. Deelder-J. D. v. Ravensbergen M. Spetter-G. Suurendonk H. Oderkerk-A. Vogelenzang A. de Ruiter-Th. A. Suurendonk 1—0 1/2—1/2 0—1 1/2—1/2 1—0 1—0 1- 1—0 6—2 Wegens het laat komen van enkele spelers van „Kijk Uit" en eveneens van Haarlem werd te ruim kwart over acht begonnen aan 9 borden. Werd in een vorige wedstrijd een partij in elf zetten gewonnen voor Kijk Uit, de heer de Ruiter heeft het record verbeterd door in vijf zetten zijn tegenstander mat te zet ten. Het verdere verloop van den wedstrijd was een gelijk opgaand spel met aan sommige borden voor Kijk Uit iets beteren stand, wat tot uitdrukking kwam toen de heeren Oder- kerk, J. Koelemey en Spetter, den stand brachten op 20. 30, en 40 voor Kijk Uit. Waarna de heer Bal jet door een blunder zijn Dame verloor en daardoor tevens zijn goed staande partij. Tegen twaalf wist de heer Deelder zijn goed gespeelde partij te win nen, terwijl de heeren Hellema en S. de Vries genoegen namen met remise, waardoor het voorloopig eindresultaat werd dat Kijk Uit gewonnen had met 62. De afgebroken partij van den heer W. Post zal nader worden beslist. Aan het tiende bord kon niet gespeeld worden wegens het niet opkomen van een lid van Haarlem-Noord Reglementair geeft dit een winstpunt. Besloten werd die partij later te laten spelen. ONDERLINGE COMPETITIE. Ie groep A: A. de Groot-H. Koelemey C. Pels-J. Zoontjes (afgebr.) J. Klaver-J. Gordijn Voorzichtige terugkeer tot den gouden standaard. - Opvoering van het internationale prijzenniveau. - Streven naar een rechtvaardige douane- en crediet- politiek. - Afschaffing der deviezenregeling. - Overeenstemming tusschen Hoover en Roosevelt? HET BELANGRIJKSTE NIEUWS GENèVE De groote deskundigencommissie voor de Economische Wereldconferentie is Donder dagavond met haar werkzaamheden ge reed gekomen. Het werkprogram bestaat uit drie deelen: Een inleiding met algemeen ka rakter (praeambule), de eigenlijke agenda der conferentie en het commentaar der des kundigencommissie op de door de conferen tie op te lossen groote economische en fi- nancieele problemen. In het eerste gedeelte wordt de tegen woordige noodtoestand van het wereldbe drijfsleven geschilderd. Voorts wordt de va- luta-chaos behandeld. Zekere aanwijzingen voor verbetering in den toestand bestaan, hoewel een definitief herstel natuurlijk slechts dan zal kunnen worden bereikt, wan neer de huidige strijd tusschen de afzonder lijke nationale bedrijven zal worden gestaakt Het werkprogram der Londensche confe rentie moet daarom een program van eco nomische ontwapening zijn. Het interna tionale schuldenprobleem behoort als zoo danig niet tot de competentie der conferen tie; doch is zonder een regeling van deze be slissende kwestie een economische en finan- cieele saneering volkomen ondenkbaar. De wereld moet definitief bevrijd worden van de ernstige onrust en belasting der interna tionale schulden. Het werkprogram voor de conferentie van Londen wordt dan in de vol gende vier punten samengevat: 1. Herstel der betrekkingen door langza- men, voorzichtigen terugkeer tot den gou den standaard in samenwerking met de cen trale circulatiebanken. 2. Opvoering van het internationale prijzen niveau en herstel van het bedrijfsleven door een algemeene rechtvaardige douane- en credietpolitiek, organisatie van den uit voer en van de productie, in het bijzonder van graan. 3. Afschaffing der deviezenregeling als on vermijdelijke voorwaarde voor het herstel van het bedrijfsleven, voorts herstel van het evenwicht op de begrooting en economische en financieele aanpassing aan den toestand. De regeling der schulden op korten termijn is ontoelaatbaar. Voor alles moet het ver trouwen op de internationale kapitaalmark ten terugkeeren. Het herstel van het vrije deviezenverkeer zou door de aanwending der geïmmobiliseerde fondsen en stabilisatiecre- dieten voor de staten met passieve handels balans vergemakkelijkt kunnen worden. 4. Een grootere bewegingsvrijheid van het internationale handelsverkeer kan op de beste wijze worden bereikt door de opheffing der huidige handelsbelemmeringen. De hui dige handelspolitiek verlamt alle interna tionale handelsbetrekkingen. De regeeringen moeten daarom onverwijld overgaan tot een herstel van het normale internationale han delsverkeer. Vooral moeten de contingenten en de uitvoerverboden worden opgeheven en moet worden overgegaan tot een alge meene verlaging en stabiliseering der douanetarieven. De algemeene agenda der Londensche Economische conferentie (het tweede deel) bevat dan de volgende zes punten: 1. Valuta en credietpolitiek. 2. Warenprijzen. 3. Herstel van het kapitaalsverkeer. 4. Opheffing van de belemmeringen van den internationalen handel. 5. de politiek der douanetarieven en han delsverdragen. 6. Organisatie der productie en van het deviezenverkeer. Het derde deel van het werkprogram bevat de tot nu toe nog niet gepubliceerde, doch op afzonderlijke punten reeds bekend gewor den commentaren der deskundigencommissie op de afzonderlijke punten der agenda. Vandaag zullen deze commentaren door het secretariaat van den Volkenbond wor den gepubliceerd. FRANKRIJK De financieele commissie heeft, naar V. D. uit Parijs verneemt, in haar Donderdag ge houden zitting het grootste aantal artikelen van het regeeringsprogram verworpen en deze vervangen door de socialistische* tegen voorstellen. De voorzitter der commissie, Malvy, heeft zich hedenavond naar Chéron begeven om met hem in bijzijn van den premier den nieuwen toestand te bespreken. In parlementaire kringen acht men het niet uitgesloten, dat de minister van Finan ciën nog voor de behandeling van zijn pro gram door de Kamer, zal aftreden. AMERIKA Hoover en Roosevelt zijn h<»t. volgens Reuter eens. dat het schu!.„a-probleem zonder verwijl moet worden opgelost. Zij hopen een overeenkomst te bereiken waarop het mogelijk zal zijn de schuldenaren, die 15 December hebben betaald, een reductie toe te staan, aldus schrijft de Herald Tribune. Zij verwachten, dat hierdoor de economi sche wereldconferentie wordt vervroegd. Naar Reuter verder meldt, is men op het ministerie van buitenlandsche zaken over tuigd, dat Engeland bereid is te onderhan delen, zoodra Washington bereid is te luiste ren. Volgens Hoover moet het eerste doel van de Economische wereldconferentie zijn, En geland te bewegen terug te keeren, tot den Gouden Standaard, teneinde het economisch evenwicht in de wereld te herstellen. De New-York Times is, naar Reuter verder bericht, niet zoo zeker dat Hoover en Roose velt tot een overeenkomst zijn gekomen. Hoover heeft een goed verzorgd plan opge steld en bij de laatste bespreking van beide staatslieden is gebleken, dat Roosevelt liever zelf een plan uitwerkt. Roosevelt heeft nog een tweede onder houd met Hoover voorgesteld klaarblijkelijk om den indruk te vermijden, dat hij weigert in belangrijke zaken met Hoover samen te werken. NOORSCH S.S. VERBRAND. BEMANNING VAN DE „TAItONGO" GERED. PARIJS, 19 Januari (V.D.) Te Rijssel in Noord-Frankrijk is telegrafisch bericht ont vangen, dat het Noorsche stoomschip „Ta- ronga" metende ongeveer 15.000 ton. dat met 12.000 balen Australische wol aan boord, op weg was naar Frankrijk, in de Roode Zee nabij Perim in brand is geraakt. De. beman ning zo-u gered zijn, terwijl het schip geheel een prooi der vjammen werd en inmiddels zou zijn vergaan. Nog een scheepsbrand. ROME, 19 Januari (Reuter). De bladen melden uit Triest dat er op de „San Giorgio" die den dienst met Isfcrië onderhoudt, plotse ling brand uitbrak terwijl het schip voor herstellingen in het bassin van het arsenaal lag. Het vuur greep snel om zich heen Men was het na twee uur meester. De schade bedraagt meer dan een half millioen lire. Ie groep B: A. Lanser-H. Woudenberg A. Kok-J. Polderman 2e groep A: J. de Vrïes-Th. Klauwers G. Schuurman-G. Post 0—1 1/2—1/2 1/2—1/2 1—0 Vrijdagavond 20 Januari wordt in ons clublokaal een wedstrijd gespeeld tusschen H.S.G. IV en ,De Pion" uit Castricum. Ook voor de leden van Kijk Uit bestaat gelegen heid, partijen uit de onderlinge competitie te komen spelen. ARROND.-RECHTBANK. INBRAAK IN EEN IJMUIDEN- SCHEN HORLOGEWINKEL. OFFICIER PERSISTEERT BIJ ZIJN EISCH. Men zal zich herinneren dat op 22 De cember voor de Haarlemsche rechtbank terecht heeft gestaan een 27-jarig los werk man uit IJmuiden, verdacht van den diefstal bij den heer Repko in de Kalverstraat van ringen ter waarde van ongeveer 450. De verdachte bekende (er was geen getuige aawezig) en de officier eischte tegen hem een gevangenisstraf van anderhalf jaar. De rechtbank beval, dat er nog enkele getuigen gehoord moesten worden, wat Don derdag 19 Januari geschiedde. Gedagvaard waren een politieman en twee LJmuidenaren, die van verdachte o.a. een ring te koop aan geboden hebben gekregen en tenslotte de politie ermee in kennis stelden. Naar aan leiding hiervan is verdachte aangehouden. Verdachte begon met op te merken dat hij zijn afgelegde bekentenis herroept. Hij heeft het niet gedaan, doch hij wilde onderdak hebben, liet toen tegen eenige loslippige mannen zich iets ontvallen over den dief stal, in de hoop, dat zij het zouden over brieven. Hetgeen gelukte. Pres.: „Waarom bekende u dan eerst en herroept u die bekentenis nu?" Verd.: „Eerst vind je 't niet erg. Maar als je al vier maanden zitIk heb 't er goed in die tent. Alleen wou ik nog een ledikant hebben". Officier: "Dat moet u dan zelf betalen". Verd.: „Voor mekaar". Op de vraag, waar hij dien te koop aan geboden ring vandaan had, antwoordde verdachte „Ja, dat is voor jullie een vraag, voor mij een weet". De verdediger merkt bij het verhoor der twee getuigen eenige malen op, dat hun verklaringen niet kloppen. De politieman verklaart heel IJmuiden af gezocht te hebben op zoek naar steenen die precies gelijk zijn aan dien, welke door de ruit van den horiogewinkel is geworpen. Hij heeft die soort alleen gevonden in den tuin van de woning van verdachte. Een gepensionneerd agent uit IJmuiden als getuige a décharge voorgebracht, weet te vertellen dat verdachte heel vaak de schuld voor anderen op zich nam Verd. is ook nog nooit voor vermogensdelicten veroordeeld. Aan verdachte wordt gevraagd waarom hij niet anders gehandeld heeft, dan hij deed. Verd. „Ik ben niet zoo bij den tijd als jullie". Pres.: „In sommige opzichten meer bij den tijd dan wij!" De officier persisteert bij zijn eisch. Het verhaal dat verd. ophangt, acht hij fantas tisch. Hij hecht waarde aan de oorspronke lijke bekentenis in verband met den steen en het badpak, dat om den steen gewikkeld was en dat aan verdachte toebehoord heeft, al zegt deze ook het pak ergens in den polder weggeworpen te hebben. Mr. A. Beets acht echter de voorstelling van zaken zooals verd. die geeft, zeer logisch Aan de getuigenverklaringén heeft men geen enkel houvast, en het zwempak en de steen zeggen niets: die kunnen door anderen ge bruikt zijn. Hij vraagt vrijspraak en anders een re- classeeringsrapport. Uitspraak over 14 dagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5