H
et werk program der
Economische Wereldconferentie
VOETBAL
DE TIENDE WEDSTRIJD TEGEN ZWITSERLAND.
Jithet Buitenland
HMUrDER COURANT VRIJDAG 20 JANUARI 1933.
TWEEDE BLAD
SPORT EN SPEL.
Het risico van de Januariwedstrijden. De
traditie der 9 vorige wedstrijden. Hebben
de Zwitsers nu een kans
Het organïseeren van een interlandwed
strijd in ons land in de maand Januari is
altijd een eenigszins gewaagde onderneming.
De vorst kan den organisators dan leelijk in
de wielen rijden. Vorst behoeft natuurlijk
niet dadelijk een beletsel te zijn voor het
doorgaan van zoo'n wedstrijd, doch het staat
wel vast, dat men op een hard bevroren veld
zich niet ten volle kan geven, daar de factor
gevaai* veel grooter is, dan op een normaal
veld. Bovendien hebben onze spelers niet zoo
veel* ervaring in het spelen op harde terrei
nen, iets dat men den vorigen Zondag in ver
schillende wedstrijden heeft kunnen waar
nemen. Men is er, wat de uitrusting betreft,
bovendien hier niet op ingericht. Heel wat
voetballers hebben tenminste op den jong-
sten Zondag met dezelfde dopjes onder de
schoenen gespeeld, die ze ook op modderige
velden gebruikt zouden hebben. Blijkbaar is
het hier niet voldoende bekend, dat men op
dergelijke harde terreinen zich uitstekend
kan staande houden, indien men speelt op
schoenen met zachte rubber zolen zooals
cricketschoenen of wel met zolen van vilt.
Ditmaal leek de vorst de K. N. V. B. leiders
in moeilijkheden te zullen brengen met het
oog op den wedstrijd tegen de Zwitsers. Sta
diondirecteur van den Berg nam onmiddel
lijk alle mogelijke maatregelen door het Sta
dion-terrein met stroo te bedekken, doch,
zooals het weer is op het oogenblik, dat we
dit schrijven, vermoeden we, dat er kans is,
dat op een vrijwel normaal terrein zal kun
nen worden gespeeld, wat natuurlijk wel
zoo aangenaam is. -
Ook de toeschouwers zullen liever zien, dat
de thermometer een flink stuk boven het
vriespunt staat, daar het toekijken bij een
wedstrijd terwijl het vriest, dat het kraakt,
niet bepaald een onverdeeld genoegen is.
De wedstrijden, die Nederland en Zwitser
land tot dusver tegen elkaar hebben gespeeld
hebben zich door een merkwaardig regelma
tig verloop gekenmerkt. Immers in alle tot
dusver gespeelde wedstrijden werd de over
winning behaald door de thuisspelende ploeg
De geschiedenis van deze wedstrijden is daar
door wel eenigszins eentonig. Men heeft ge-
ruimen tijd gezocht naar een verklaring van
dit eigenaardige feit. Het gekste is wel, dat
onze nationale ploeg er nooit in is kunnen
slagen in Zwitserland de overwinning te be
halen. Zelfs in tijden, dat het Zwitsersche
elftal uiterst zwak was en geen enkele over
winning kon veroveren, maakte de wedstrijd
tegen Nederland in Zwitserland daarop een
uitzondering. Steeds werd het dan een Zwit-
sersch succes. Het is voorgekomen, dat Ne
derland met vol vertrouwen een sterke ploeg
naar Zwitserland zond, een ploeg, die kort
te voren van België en van Duitschland had
gewonnen en die men daarom stellig in staat
achtte ook de Zwitsers te kloppen. Maar ook
tóen werd het weer dé traditioneele neder
laag'. De meest voor de hand liggende verkla
ring' van het regelmatig falen van de Neder-
ïandsche ploeg, zoodra ze in het land der
bergen gaat spelen, is die, dat onze spelers
niet tegen het Zwitsersche klimaat kunnen.
Zelfs de medische commissie van den K. N.
B., door den bond omtrent dit punt ge
polst, kwam tot deze conclusie. Deze com
missie gaf dan ook in overweging om in de
toekomst bij wedstrijden in Zwitserland het
zóó te regelen, dat het elftal eerst op den
dag van den wedstrijd in Zwitserland aan
komt. De invloed van het Zwitsersche kli
maat bemerkt men gewoonlijk eerst nadat
men er een dag geweest is, zoodat men juist
den wedstrijd onder normale omstandighe
den zou hebben kunnen speelen. Het is vrij
zeker, dat men in de toekomst, als er nog
meen .wedstrijden tegen Zwitserland worden
gespeeld, met dezen wenk van de medische
Commissie rekening zal houden.
Intusscïïeii zrttèn wé hier mét onze 5
Zwitsersche nederlagen, waar op het oogen
blik nog slechts 4 Nederlandsche overwinnin
gen tegenover staan, daar de vijfde thuis
wedstrijd tegen de Zwitsers eerst op a.s. Zon
dag gespeeld zal worden.
Dat Nederland op eigen terrein steeds
won, is niet bepaald te danken aan het feit,
dat wij bij de thuiswedstrijden geen last
van het Zwitsersche klimaat hebben, doch
ook voor een deel aan de omstandigheid, dat
het tot dusver voor den Zwitserschen V. B.
slechts zelden mogelijk was een volledige
ploeg naar ons land te brengen. Dat zat in
de oude amateursbepalingen, die voorschre
ven, dat aan de spelers geen vergoeding
wegens tijdverlies gegeven mocht worden.
Daar verschillende Zwitsersche spelers er
bezwaar tegen hadden, eenige dagen voor
de reis naar Nederland afwezig te zijn, zon
der een vergoeding voor den daardoor voor
hun aagelijksch werk verloren geganen tijd
te krijgen, moest men vaak zijn toevlucht
tot invallers nemen. Naar men weet, heeft
men op het oogenblik echter in Zwitserland
ook beroepspelers, waardoor dus de hierbo
ven bedoelde bezwaren wel niet meer zullen
voorkomen. De Zwitsersche V. B. hoopt dan
ook ditmaal in staat te zijn een sterke ploeg
naar Nederland te sturen.
Onze internationale wedstrijden tegen
Zwitserland dateeren eerst van na den groo-
ten oorlog, trouwens de opkomst van het
Zwitsersche voetbal tot het tegenwoordige
peil, vond pas tijdens den oorlog plaats. Daar
vóór heeft Zwitserland natuurlijk wel inter
nationale wedstrijden gespeeld, doch heel
veel kracht ging er toen van de ploeg nog
niet uit.
In 1920 kreeg Nederland een uitnoodiging
van den Italiaanschen V. B. tot het spelen
van een wedstrijd te Genua. In verband met
de groote kosten, in die dagen aan een reis
naar Italië verbonden, trachtte men daar
aan een tweeden wedstrijd, en wel een tegen
Zwitserland, vast te knoopen. Dit plan ge
lukte, zoodat ons elftal in Mei 1920 de groote
reis naar Italië en Zwitserland ging aan
vaarden. In die dagen kort na den oorlog
was dat een onderneming van beteekenis.
Immers, de spoorverbindingen waren nog
niet geheel normaaal en er waren nog aller
lei maatregelen, die het reizen niet bepaald
tot een genoegen maakten.
Onze ploeg wist te Genua met Italië gelijk
té spelen, een mooie prestatie, waarover men
dan ook zeer tevreden was. Men was er van
overtuigd, dat de wedstrijd tegen de Zwit
sers een zacht eitje zou zijn na de zware
Jost, die men met succes te Genua had we
ll te verwerken. Helaas was het al in de
eerste plaats een teleurstelling te bemerken,
dat de wedstrijd tegen de Zwitsers te Basel
op een zeer slecht terrein gespeeld moest
v/orden. Het ongunstige weer had het veld
in een modderpoel veranderd. Met allerlei
hulpmiddelen wist men het moeras echter
droog te leggen, doch in die jaren waren
onze spelers nog niet zoo aan het spelen op
zulke slechte velden gewend als tegenwoor
dig. zoodat dit voor ons een handicap van
beteekenis was. Toen echter de Natris voor
een goed doelpunt had gezorgd, schudde men
alle vrees van zich af. Na 20 minuten moest-
Mommers wegens een ongeval uitvallen. Hij
werd door een anderen Zuiderling, Verlegh,
vervangen. In de eerste helft kwam er geen
verandering in den stand. Na de pauze kreeg
echter blijkbaar het Zwitsersche klimaat onze
spelers te pakken, Ze speelden tenminste ver
der vrij loom, waardoor Zwitserland in staat
gesteld werd een tweetal doelpunten te ma
ken en daardoor met 21 de eerste over
winning op de oranjemannen te behalen.
Reeds in het volgend jaar op Paasch-
Maandag speelde Zwitserland te Amster
dam. Men had van dezen wedstrijd groote
verwachtingen. Het oude Amsterdamsche
Stadion was tot de laatste plaats gevuld, doch
het spel heeft geen oogenblik de duizenden
toeschouwers in geestdrift kunnen brengen.
De wind waaraan men in Zwitserland niet
gewend is maakte het spelen, uiterst las
tig. Hierdoor speelde de Zwitsersche ploeg
ook beduidend onder den normalen vorm;
zoo konden wij er in slagen een 2—0 over
winning te behalen.
Een jaar later, November 1922, trok voor
de tweede maal een Nederlandsch elftal naar
Zwitserland. Men zorgde er wel voor, dit
maal niet te veel hooi op den vork te nemen,
er werd tenminste op deze toer slechts één
wedstrijd gespeeld. Helaas werd ook ditmaal
op een slecht terrein gespeeld, een terrein,
dat eigenlijk te klein was voor een interna
tionale ontmoeting. Men had in ons land het
elftal met vertrouwen zien vertrekken, doch
de ploeg kon desondanks aan de traditio
neele nederlaag niet ontkomen. Ditmaal werd
bovendien zeer zwak gespeeld, zoodat met
niet minder dan 50 werd verloren. Als
eenige verontschuldiging kon gelden, dat het
drukkende weer onze spelers vrijwel ver
lamde.
In 1923 kwamen de Zwitsers weer naar ons
land. Ditmaal speelde onze nationale ploeg
iets beter, al waren er nog wel eenige zwakke
plekken. Bij de pauze had Nederland een 2-0
leiding. In de tweede helft maakten de onzen
nog twee doelpunten en gunde men, be
leefdheidshalve, er ook een aan de gasten.
Nederland won dus met 41.
Hierna kwam er een pauze in de reeks
wedstrijden tegen Zwitserland, doch in 1925
werden de wedstrijden weer voortgezet, waar
bij Zwitserland dus aan de beurt was om onze
ploeg te ontvangen. Ditmaal gingen we met
een sterke ploeg, die het volle vertrouwen
van het Nederlandsch voetbal had, daar vrij
wel dezelfde ploeg in de voorafgaande maand
eerst met 1—0 van België te Antwerpen en
daarna met 21 van Duitschland te Amster
dam had weten te winnen. De Zwitsers had
den in die periode in hun internationale
wedstrijden heel weinig succes, zoodat men
algemeen er op rekende, dat het ditmaal
eindelijk eens een Nederlandsche overwin
ning zou worden. Het elftal bestaande uit:
van de Meulen, Denis en van Dijke, Lefèvre,
Bul en van Heel, Gielens, Volkers, Buitenweg
Baer van Slangenburg en de Natris stond bij
de pauze met 2—1 achter. Daarna verslapte
ons spel nog meer en zoo werd het een 41
nederlaag.
Het verhaal begint nu steeds eentoniger te
worden. In 1926 weer een Amsterdamsche
overwinning, waarbij de gasten het vermoe
delijk met het mistige weer te kwaad hadden.
Met niet minder dan 50 verloren de Zwit
sers, die zich, ondanks hun onvolledigheid
toch dapper hebben geweerd en eigenlijk een
veel beter resultaat hadden verdiend. Het
noodlot wil echter nu eenmaal, dat de Zwit
sers te Amsterdam verliezen en zoo werd ook
in dien wedstrijd deze traditie gehandhaafd.
Op den zesden Mei van 1928 ging Neder
land zijn vierden wedstrijd in Zwitserland
spelen. In verband met de komende Olym
pische Spelen zag men het optreden van onze
ploeg in dezen wedstrijd met belangstelling
tegemoet. Het werd echter weer een neder
laag, al was onze ploeg ditmaal niet zoo'n
gewillig slachtoffer als gewoonlijk. Veel heb
ben we echter in dezen strijd te danken aan
het schitterend spel van v. d. Meulen tus-
schen de palen. Deze bekwame doelman, die
toen zijn vijf en twintigsten interlandwed
strijd speelde, handhaafde zijn reputatie
door er een groot aantal oogenschijnlijk om
houdbare schoten uit te houden.
De laatste wedstrijd van de Zwitsers te Am
sterdam werd in 1929 gespeeld. Deze kamp
zal den voetballiefhebbers nog wel in het ge
heugen liggen. Zwitserland kwam met een
der sterkste ploegen, die het tot dusver tegen
ons in het veld had gebracht. Wij werden
daarbij gehandicapt doordat van Nellen reeds
na 5 minuten moest uitvallen. Na een span-
nenden strijd werd met een 32 overwinning
de traditie gehandhaafd.
De laatste wedstrijd, die November 1930 te
Zurich werd gespeeld, bracht een 6—3 ne
derlaag. Dit was de eerste wedstrijd, waarin
Adam en Lagendaal, twee spelers, die later
zoo n groote rol in het Nederlandsche in
ternationale voetbal hebben gespeeld, van
de partij waren.
Hun aanwezigheid vermocht echter toen
niet de schaal in het voordeel der onzen te
doen doorslaan
Zouden zij daarin a.s. Zondag slagen?
Op het oogenblik staat nog niet vast of
Lagendaal meespeelt, daar men ditmaal 16
spelers heeft aangewezen en de definitieve
samenstelling eerst op den dag van den wed
strijd zal geschieden. Maar men moet wel
aannemen, dat Lagendaal, nu hij zich weer
beschikbaar heeft gesteld, ook zal worden
opgesteld, zelfs al weet men, dat hij in het
Amsterdamsche Stadion nog nooit den vorm
heeft laten zien, dien hij in enkele uitwed
strijden heeft vertoond
Zeker is het echter, dat Nederland een
elftal van beproefde en ingespeelde krach
ten in het veld zal brengen en dat de Zwit
sers wel heel goed zullen moeten spelen,
willen ze van deze ploeg winnen.
Toch zou men verkeerd doen met beslist
heid op een Nederlandsche overwinning te
rekenen. Het Zwitsersche spel is in den laat-
sten tijd zeer vooruitgegaan. Het Zwitsersche
elftal heeft dan ook 'eenige mooie overwin
ningen behaald, die Zwitserland stellig wel
het recht geven met vertrouwen den strijd
tegemoet te zien.
VcJgens de traditie hebben we een goede
kans, doch volgens het spel van onze ploeg
in thuiswedstrijden cn ook volgens de kwa
liteiten van het Zwitsersche spel, is een ne
derlaag heelemaal niet onmogelijk.
C. J. GROOTHOFF.
Bilthoven, 18 Jan. 1933.
ZATERDAGMIDDAG
COMPETITIE
Het programma voor Zaterdag luidt als
volgt:
Af deeling A:
IJ.F.C.—Ulysses.
V.E.W—Z.S.V.
Tweede JeugdTramvogels.
KennemeiiandV.V.IJ.
Af deeling B:
IJ.F.C. 2Kennemerland 2
Ulysses 2—V.V.IJ. 2.
Tramvogels 2Frigo.
Afdeeling C:
Kennemerland 4V.E.W. 2
V.V.IJ. 3—Z.S.V. 2.
V.V.R.A.—IJ.F.C. 3.
DE WERKLOOZENWEDSTRUD VOOR DE
H. O. V.
Men schrijft ons:
Door het bestuur der Werkloozencompeti-
tie is voor a.s. Zondag op het H.F.C.-terrein
(voor deze gelegenheid welwillend afge
staan) een wedstrijd georganiseerd tusschen
een Haarlemsch Werkloozen-elftal en een
sterk elftal uit IJmuiden dat dadelijk gehoor
gaf aan het verzoek om dezen wedstrijd voor
dit mooie doel te spelen. Vijftig pet. der op
brengst zal dienen voor het behoud der H.
O. V., de andere vijftig pet. voor een steden-
wedstrijd van het Werkloozen-proefelftal.
Om een ieder in de gelegenheid te stellen
dezen wedstrijd, die zeker de moeite waard
zal zijn, te gaan zien. is de prijs zoo laag mo
gelijk gesteld. Aan het terrein 25 cent en 10
cent bij voorverkoop Zaterdagmorgen van 9
tot 11 uur: Spaarne 92, gebouw Sint Bavo
Smedestraat en aan het N.A.S.-gebouw Bake-
nessergracht.
De heer Hartman is door den H.V.B. aan
gewezen om dezen wedstrijd, die te elf uur
begint, te leiden. De volgende elftallen zul
len in het veld verschijnen:
Haarlem:
Hollenberg,
Van den Berg, Pfevost,
De Kruijf, de Wit. v. d. Valk,
Nottrot, Kok, de Roode, Riethof, v. d. Steen.
IJmuiden:
De Jonge, Kuiper, Pol, Rijkeboer, v. d. Steen,
Effern, v. d. Steen, Wildeson,
v. Dongen, Braveboer,
Wagenaar.
IJ.F.C.-NIEUWS.
Zaterdag 21 Januari:
IJ.F.C. IUlysses aanvang 2.30 uur.
IJ.F.C. II—Kennemerland H aanvang 2.30
uur.
Het eerste elftal ontvangt Ulysses. Dit
elftal bezet de derde plaats en slaat ook dit
jaar een goed figuur. Vorige week speelde ze
gelijk (33) tegen Kennemerland, zoodat de
IJ.F.C.-ers wel op een goeden tegenstand
kunnen rekenen, al gelooven we niet, dat ze
IJ.F.C. een punt zullen ontnemen. De stand
van beide elftallen is:
gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-
IJ.F.C. I 8 7 0 1 14 45—13
Ulysses 1 8 5 1 2 11 36—24
Het tweede elftal ontvangt de Kennemer-
land-reserves, waar we een aardige ontmoe
ting kunnen verwachten, daar beide elftallen
aan elkaar gewaagd zijn. Het derde elftal is
vrij, de wedstrijd V.V.R.A.IJ.F.C. III is uit
gesteld
IJ.F.C. Ir
v. Urk,
de Vries, Zwart,
Post, Rebs, de Graaff,
Smit. Blinkhof, Jochems, de Jong, Ninaber.
Reserves: Meyboom en Hogeland.
IJ.F.C. II r
Oldenburg,
H. v. Strien, Bresser,
Dijkhuizen, de Valk, Meijboom,
Rietdijk,' Groen, v. Duijn, Huhl,
Kist de Ruijter.
Reserves: Blok en Jimmink.
Uit Parijs:
Aftreden van
minister Chéron?
SCHAKEN.
CLUBNIEUWS SCHAAKCLUB „KIJK UIT".
„Kijk Uit" is dit seizoen wel op den goeden
weg wat betreft de wedstrijden in de compe-
tie van den Noord-Hollandschen Schaakbond.
De laatste weken kunnen wij geregeld een
overwinning melden. De Dinsdagavond in ons
clublokaal gespeelde wedstrijd Kijk Uit Hl-
Haarlem Noord II werd door Kijk Uit ge
wonnen.
Kijk Uit Hl—Haarlem Noord H
W. Post-J. C. Strengers (afgebr.)..
J. Koelemey-A. Molenkamp
S. de Vries-J. A. Hoeben
G. Bal jetv. Wielingen
Mr. A. Hellema-J. Dijkstra
W. Deelder-J. D. v. Ravensbergen
M. Spetter-G. Suurendonk
H. Oderkerk-A. Vogelenzang
A. de Ruiter-Th. A. Suurendonk
1—0
1/2—1/2
0—1
1/2—1/2
1—0
1—0
1-
1—0
6—2
Wegens het laat komen van enkele spelers
van „Kijk Uit" en eveneens van Haarlem
werd te ruim kwart over acht begonnen aan
9 borden.
Werd in een vorige wedstrijd een partij in
elf zetten gewonnen voor Kijk Uit, de heer
de Ruiter heeft het record verbeterd door
in vijf zetten zijn tegenstander mat te zet
ten.
Het verdere verloop van den wedstrijd was
een gelijk opgaand spel met aan sommige
borden voor Kijk Uit iets beteren stand, wat
tot uitdrukking kwam toen de heeren Oder-
kerk, J. Koelemey en Spetter, den stand
brachten op 20. 30, en 40 voor Kijk Uit.
Waarna de heer Bal jet door een blunder zijn
Dame verloor en daardoor tevens zijn goed
staande partij. Tegen twaalf wist de heer
Deelder zijn goed gespeelde partij te win
nen, terwijl de heeren Hellema en S. de Vries
genoegen namen met remise, waardoor het
voorloopig eindresultaat werd dat Kijk Uit
gewonnen had met 62.
De afgebroken partij van den heer W. Post
zal nader worden beslist.
Aan het tiende bord kon niet gespeeld
worden wegens het niet opkomen van een
lid van Haarlem-Noord Reglementair geeft
dit een winstpunt. Besloten werd die partij
later te laten spelen.
ONDERLINGE COMPETITIE.
Ie groep A:
A. de Groot-H. Koelemey
C. Pels-J. Zoontjes (afgebr.)
J. Klaver-J. Gordijn
Voorzichtige terugkeer tot den gouden standaard.
- Opvoering van het internationale prijzenniveau. -
Streven naar een rechtvaardige douane- en crediet-
politiek. - Afschaffing der deviezenregeling. -
Overeenstemming tusschen Hoover en Roosevelt?
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
GENèVE
De groote deskundigencommissie voor de
Economische Wereldconferentie is Donder
dagavond met haar werkzaamheden ge
reed gekomen. Het werkprogram bestaat uit
drie deelen: Een inleiding met algemeen ka
rakter (praeambule), de eigenlijke agenda
der conferentie en het commentaar der des
kundigencommissie op de door de conferen
tie op te lossen groote economische en fi-
nancieele problemen.
In het eerste gedeelte wordt de tegen
woordige noodtoestand van het wereldbe
drijfsleven geschilderd. Voorts wordt de va-
luta-chaos behandeld. Zekere aanwijzingen
voor verbetering in den toestand bestaan,
hoewel een definitief herstel natuurlijk
slechts dan zal kunnen worden bereikt, wan
neer de huidige strijd tusschen de afzonder
lijke nationale bedrijven zal worden gestaakt
Het werkprogram der Londensche confe
rentie moet daarom een program van eco
nomische ontwapening zijn. Het interna
tionale schuldenprobleem behoort als zoo
danig niet tot de competentie der conferen
tie; doch is zonder een regeling van deze be
slissende kwestie een economische en finan-
cieele saneering volkomen ondenkbaar. De
wereld moet definitief bevrijd worden van
de ernstige onrust en belasting der interna
tionale schulden. Het werkprogram voor de
conferentie van Londen wordt dan in de vol
gende vier punten samengevat:
1. Herstel der betrekkingen door langza-
men, voorzichtigen terugkeer tot den gou
den standaard in samenwerking met de cen
trale circulatiebanken.
2. Opvoering van het internationale prijzen
niveau en herstel van het bedrijfsleven door
een algemeene rechtvaardige douane- en
credietpolitiek, organisatie van den uit
voer en van de productie, in het bijzonder
van graan.
3. Afschaffing der deviezenregeling als on
vermijdelijke voorwaarde voor het herstel
van het bedrijfsleven, voorts herstel van het
evenwicht op de begrooting en economische
en financieele aanpassing aan den toestand.
De regeling der schulden op korten termijn
is ontoelaatbaar. Voor alles moet het ver
trouwen op de internationale kapitaalmark
ten terugkeeren. Het herstel van het vrije
deviezenverkeer zou door de aanwending der
geïmmobiliseerde fondsen en stabilisatiecre-
dieten voor de staten met passieve handels
balans vergemakkelijkt kunnen worden.
4. Een grootere bewegingsvrijheid van het
internationale handelsverkeer kan op de
beste wijze worden bereikt door de opheffing
der huidige handelsbelemmeringen. De hui
dige handelspolitiek verlamt alle interna
tionale handelsbetrekkingen. De regeeringen
moeten daarom onverwijld overgaan tot een
herstel van het normale internationale han
delsverkeer. Vooral moeten de contingenten
en de uitvoerverboden worden opgeheven
en moet worden overgegaan tot een alge
meene verlaging en stabiliseering der
douanetarieven.
De algemeene agenda der Londensche
Economische conferentie (het tweede deel)
bevat dan de volgende zes punten:
1. Valuta en credietpolitiek.
2. Warenprijzen.
3. Herstel van het kapitaalsverkeer.
4. Opheffing van de belemmeringen van
den internationalen handel.
5. de politiek der douanetarieven en han
delsverdragen.
6. Organisatie der productie en van het
deviezenverkeer.
Het derde deel van het werkprogram bevat
de tot nu toe nog niet gepubliceerde, doch
op afzonderlijke punten reeds bekend gewor
den commentaren der deskundigencommissie
op de afzonderlijke punten der agenda.
Vandaag zullen deze commentaren door
het secretariaat van den Volkenbond wor
den gepubliceerd.
FRANKRIJK
De financieele commissie heeft, naar V. D.
uit Parijs verneemt, in haar Donderdag ge
houden zitting het grootste aantal artikelen
van het regeeringsprogram verworpen en
deze vervangen door de socialistische* tegen
voorstellen.
De voorzitter der commissie, Malvy, heeft
zich hedenavond naar Chéron begeven om
met hem in bijzijn van den premier den
nieuwen toestand te bespreken.
In parlementaire kringen acht men het
niet uitgesloten, dat de minister van Finan
ciën nog voor de behandeling van zijn pro
gram door de Kamer, zal aftreden.
AMERIKA
Hoover en Roosevelt zijn h<»t. volgens
Reuter eens. dat het schu!.„a-probleem
zonder verwijl moet worden opgelost. Zij
hopen een overeenkomst te bereiken waarop
het mogelijk zal zijn de schuldenaren, die 15
December hebben betaald, een reductie toe
te staan, aldus schrijft de Herald Tribune.
Zij verwachten, dat hierdoor de economi
sche wereldconferentie wordt vervroegd.
Naar Reuter verder meldt, is men op het
ministerie van buitenlandsche zaken over
tuigd, dat Engeland bereid is te onderhan
delen, zoodra Washington bereid is te luiste
ren.
Volgens Hoover moet het eerste doel van
de Economische wereldconferentie zijn, En
geland te bewegen terug te keeren, tot den
Gouden Standaard, teneinde het economisch
evenwicht in de wereld te herstellen.
De New-York Times is, naar Reuter verder
bericht, niet zoo zeker dat Hoover en Roose
velt tot een overeenkomst zijn gekomen.
Hoover heeft een goed verzorgd plan opge
steld en bij de laatste bespreking van beide
staatslieden is gebleken, dat Roosevelt liever
zelf een plan uitwerkt.
Roosevelt heeft nog een tweede onder
houd met Hoover voorgesteld klaarblijkelijk
om den indruk te vermijden, dat hij weigert
in belangrijke zaken met Hoover samen te
werken.
NOORSCH S.S. VERBRAND.
BEMANNING VAN DE „TAItONGO" GERED.
PARIJS, 19 Januari (V.D.) Te Rijssel in
Noord-Frankrijk is telegrafisch bericht ont
vangen, dat het Noorsche stoomschip „Ta-
ronga" metende ongeveer 15.000 ton. dat met
12.000 balen Australische wol aan boord, op
weg was naar Frankrijk, in de Roode Zee
nabij Perim in brand is geraakt. De. beman
ning zo-u gered zijn, terwijl het schip geheel
een prooi der vjammen werd en inmiddels
zou zijn vergaan.
Nog een scheepsbrand.
ROME, 19 Januari (Reuter). De bladen
melden uit Triest dat er op de „San Giorgio"
die den dienst met Isfcrië onderhoudt, plotse
ling brand uitbrak terwijl het schip voor
herstellingen in het bassin van het arsenaal
lag.
Het vuur greep snel om zich heen Men
was het na twee uur meester.
De schade bedraagt meer dan een half
millioen lire.
Ie groep B:
A. Lanser-H. Woudenberg
A. Kok-J. Polderman
2e groep A:
J. de Vrïes-Th. Klauwers
G. Schuurman-G. Post
0—1
1/2—1/2
1/2—1/2
1—0
Vrijdagavond 20 Januari wordt in ons
clublokaal een wedstrijd gespeeld tusschen
H.S.G. IV en ,De Pion" uit Castricum. Ook
voor de leden van Kijk Uit bestaat gelegen
heid, partijen uit de onderlinge competitie te
komen spelen.
ARROND.-RECHTBANK.
INBRAAK IN EEN IJMUIDEN-
SCHEN HORLOGEWINKEL.
OFFICIER PERSISTEERT BIJ ZIJN EISCH.
Men zal zich herinneren dat op 22 De
cember voor de Haarlemsche rechtbank
terecht heeft gestaan een 27-jarig los werk
man uit IJmuiden, verdacht van den diefstal
bij den heer Repko in de Kalverstraat van
ringen ter waarde van ongeveer 450. De
verdachte bekende (er was geen getuige
aawezig) en de officier eischte tegen hem
een gevangenisstraf van anderhalf jaar.
De rechtbank beval, dat er nog enkele
getuigen gehoord moesten worden, wat Don
derdag 19 Januari geschiedde. Gedagvaard
waren een politieman en twee LJmuidenaren,
die van verdachte o.a. een ring te koop aan
geboden hebben gekregen en tenslotte de
politie ermee in kennis stelden. Naar aan
leiding hiervan is verdachte aangehouden.
Verdachte begon met op te merken dat hij
zijn afgelegde bekentenis herroept. Hij heeft
het niet gedaan, doch hij wilde onderdak
hebben, liet toen tegen eenige loslippige
mannen zich iets ontvallen over den dief
stal, in de hoop, dat zij het zouden over
brieven. Hetgeen gelukte.
Pres.: „Waarom bekende u dan eerst en
herroept u die bekentenis nu?"
Verd.: „Eerst vind je 't niet erg. Maar
als je al vier maanden zitIk heb 't er
goed in die tent. Alleen wou ik nog een
ledikant hebben".
Officier: "Dat moet u dan zelf betalen".
Verd.: „Voor mekaar".
Op de vraag, waar hij dien te koop aan
geboden ring vandaan had, antwoordde
verdachte
„Ja, dat is voor jullie een vraag, voor mij
een weet".
De verdediger merkt bij het verhoor der
twee getuigen eenige malen op, dat hun
verklaringen niet kloppen.
De politieman verklaart heel IJmuiden af
gezocht te hebben op zoek naar steenen
die precies gelijk zijn aan dien, welke door
de ruit van den horiogewinkel is geworpen.
Hij heeft die soort alleen gevonden in den
tuin van de woning van verdachte.
Een gepensionneerd agent uit IJmuiden
als getuige a décharge voorgebracht, weet te
vertellen dat verdachte heel vaak de schuld
voor anderen op zich nam Verd. is ook nog
nooit voor vermogensdelicten veroordeeld.
Aan verdachte wordt gevraagd waarom hij
niet anders gehandeld heeft, dan hij deed.
Verd. „Ik ben niet zoo bij den tijd als
jullie".
Pres.: „In sommige opzichten meer bij
den tijd dan wij!"
De officier persisteert bij zijn eisch. Het
verhaal dat verd. ophangt, acht hij fantas
tisch. Hij hecht waarde aan de oorspronke
lijke bekentenis in verband met den steen
en het badpak, dat om den steen gewikkeld
was en dat aan verdachte toebehoord heeft,
al zegt deze ook het pak ergens in den polder
weggeworpen te hebben.
Mr. A. Beets acht echter de voorstelling
van zaken zooals verd. die geeft, zeer logisch
Aan de getuigenverklaringén heeft men geen
enkel houvast, en het zwempak en de steen
zeggen niets: die kunnen door anderen ge
bruikt zijn.
Hij vraagt vrijspraak en anders een re-
classeeringsrapport.
Uitspraak over 14 dagen.