ONZE TAAL Toen het volle maan was... Wat meer handelsbeweging in het najaar. Glijbaan. UMUIDER COURANT WOENSDAG 25 JANUARI 1933 Maar niet in den uitvoer. Wij zijn ver achtergeraakt. Op 16 Januari 1933 is in een Bijlage bij de Maandstatistiek van den in-, uit- en doorvoer over December 1932. een overzicht gegeven van het Nederlandsche handelsverkeer in 1932 Uit deze publicatie blijkt o.m.. dat aan de daling der absolute kwartaalcijfers van in voer plus uitvoer, die zich. van het vierde kwartaal van 1929 af onafgebroken voor deed voorloopig een einde is gekomen. Met behulp der indexcijfers voor groothandelprij- zen kon in het vorige kwartaaloverzicht reeds een toeneming van de totale handelsbeweging worden vastgesteld, thans wijzen de cijfers, niet omgerekend met het index-cijfer, reeds oen toeneming van 10 procent uit. Het blijft vooralsnog gevaarlijk, op grond dezer cijfers aanstonds te concludeeren, dat een betere economische toestand zou zijn ingetreden. In de eerste plaats, omdat zich met be trekking tot de ontwikkeling der handels cijfers. In de naaste toekomst nog niets laat voorspellen, maar voorts, omdat de maand cijfers, waarop het kwartaalgegeven berust, een grilligen loop hadden. In October. No vember en December 1932 bedroeg de invoer resp. 117, 106 en 107 millioen en de uitvoer resp 82. 70 en 70 millioen gulden. Daaruit volgt, dat zoowel bij den invoer als bij den uitvoer de maand October in zeer bijzondere mate heeft bijgedragen tot het gunstige eind resultaat. De maand December heeft, in te genstelling met de onmiddellijk voorafgaande jaren, cijfers te zien gegeven, welke lagen bo ven het maand-minimum gedurende 1932. De opleving in het laatstverstreken kwartaal was evenwel niet in staat aan het jaar 1932 als geheel een handelsomvang te geven, die te vergelijken zou zijn met dien der vooraf gaande jaren. Met een totale handelsbeweging van 2145 millioen gulden blijft deze ver achter bij de jaren 1924 tot en met 1930, wat duidelijk blijkt uit onderstaande gegevens. Totale in- en uitvoer in mill. gld. 1924 4024. 1925 4263. 1926 4191, 1927 4449, 1928 4670, 1929 4744 1930 4138, 1931 3206, 1932 2145. Wel namen invoer en uitvoer beide in het vierde kwartaal van 1932 in absoluten zin toe. doch de invoer sterker (n.l. met 12.3 pro cent) dan de uitvoer (slechts met 6.8 procent) In zooverre is daarin een tegenstelling gele gen met het voorafgaande kwartaal, toen het juist de uitvoer was die toenam, terwijl de invoer verminderde. Indien men rekening houdt met de geheele jaren, dan blijkt de invoer van 1931 op 1932 te zijn teruggeloopen van 1893 tot 1299 millioen gulden (d. i. met ruim 31 procent) en de uitvoer van 1313 tot 846 millioen gulden (d. i'. circa 36 procent). De uitvoer is dus zwaarder getroffen dan de invoer. Het invoersaldo, volgens de waarde, was vooral in de laatste twee kwartalen-van 1932 ongekend l#.g. Gezien over het geheeïe jaar.iwas het invoersaldo 453 millioen gulden tegenover 580 millioen gulden in 1931. Nu dient men aan dit gegeven op zichzelf slechts een beperkte beteekenis toe te kennen, wat duidelijk blijkt, wanneer men het percentage van den invoer, gedekt door uitvoer, berekent, Dit bedroeg, ondanks de absolute laagte van het invoersaldo, in 1932: 65.1 tegen 69.4 in 1931, hetgeen niet behoeft te verwonderen, aangezien immers de beteekenis van een zeker invoersaldo geheel afhangt van de absolute grootte der cijfers van in- en uitvoer. Uit de cijfers van den invoer, verdeeld over de bekende 15 groepen, blijkt, wanneer men die van 1932 en 1931 vergelijkt, dat allerwege een groote vermindering in gewicht en waar de is vast te stellen. Ten deele moet hierin een gevolg worden gezien van de in den loop van 1932 op. steeds meer goederensoorten toegepaste contingenteering, op welker re sultaten ik reeds meer dan eens de aandacht vestigde. In alle kwartalen van 1932 bewoog zich de invoer van fabrikaten op een veel lager niveau dan in 1931. Opvallend is daar bij, zoowel voor de voedingsmiddelen en dran ken, als voor de overige fabrikaten, de plot selinge sprong van het vierde kwartaal van 1931 op het eerste kwartaal van 1932. Bo vendien is het van belang te constateeren, dat de hier naar voren gebrachte verschijn selen zich zoowel wat betreft het gewicht, als de waarde voordoen. Tenslotte verdient nog de aandacht, dat in de fabrikaten de toe name van den invoer in het vierde kwartaal van 1932. in vergelijking met de voorafgaan de kwartalen ook merkbaar is. evenals in de algemeene handelsbeweging. Ook voor den uitvoer is nagenoeg in alle gevallen een achteruitgang, in gewicht en waarde vast te stellen. De eenige uitzonde ring daarop vormen de onbewerkte en half- be werk te stoffen van plantaardige herkomst, waarvan het gewicht een kleine vermeerde ring onderging, doch de waarde niettemin daalde. Wat betreft den uitvoer der fabrika ten. is ook hier een regelmatige achteruitgang van kwartaal tot kwartaal merkbaar in 1931 en 1932 (behalve het laatste kwartaal van 1932), evenwel met een minder markanten sprong van het eene jaar op het andere, dan voor den invoer der fabrikaten kenmerkend bleek. Een eenigszins meer gedetailleerd overzicht van den uitvoer van eenige belangrijke fa brikaten onzer industrie geeft onderstaande tabel. In mill. gld. 1931 1932 Uitvoer fabrikaten 773 480 Radio-artikelen 49 38 Kat. Manufacturen '48 24 Metaaldr. gloeilampen 13 7 Margarine 26 136 6 75 Overige fabrikaten. 637 405 De verschillende belangrijke Nederlandsche industrieën zijn wel heel zwaar getroffen in hun buitenlandschen afzet. Zoo is dan ook mogelijk dat, terwijl de totale uitvoer voor fabrikaten terugliep tot 62.1 procent van 1931. die van de ..overige fabrikaten" „slechts" daalde tot 63.6 procent. MOLLERUS KONINGIN EN PRINSES NAAR ZWITSERLAND. DE KONINGIN MOET RUST HOUDEN. Naar wij vernemen heeft de Koningin het voornemen om op medisch advies eenige weken rust te gaan nemen in Zwitserland. Prinses Juliana zal de Koningin vergezellen. De Koningin en Prinses Juliana zullen Zater dag 28 dezer vertrekken. - 't Heeft gesneeuwd en ?t heeft gevroren Op ons dagelijksche pad, De conclusie van die dingen Is, zou :k zeggen, nogal glad. Wij bewegen ons voorzichtig En met ongewoon beleid, Fietsend, auto'end of loopend Langs een lijn van glijdelijkheid. Zelfs de allergladste jongens Zijn voorzichtig voor een keer, Op de gladheid neer te komen, Komt op blauwe plekken neer. Buiten witte koek van gladheid In de stad een gladde pap, En van rechtop staan naar liggen Is slechts één (verkeerde) stap. 't Menschelijke glijvermogen Is wel beter dan het was. En dat komt in deze dagen Ons nu wel weer goed te pas. 't Heeft gesneeuwd en' 't heeft gevroren Op ons stroeve levenspad, 't Resultaat dier combinatie Is, zou 'k zeggen, nogal" glad. P. GASUS. SNEEl'WOPRUIMING OP RIJWIELPADEN? De A. N. W. B. en de K. N. A. C. vragen in een adres aan den minister van Waterstaat sneeuwploegen voor rijwielpaden in gebruik te stellen. MARKTNIEUWS DE REORGANISATIE VAN AMSTERDAM'S TRAM. Het Handelsblad weet tè melden, dat de concept-voordracht voor reorganisatie van de tram te Amsterdam in de commissie van bijstand voor de gemeentebedrijven geen een stemmige beoordeeling vond. De voordracht zal nu door wethouder Abrahams bij B. en W. aanhangig worden gemaakt. PURMEREND. Kaasaanvoer 19 stapels kleine, f 22 a f 26.50 per 50 K.G. Boteraanvoer 538 K.G., prijs f 1.70 a f 1.85 per K.G. Vee. 362 runderen, waaronder zijn 235 vette en 18 stieren. 10 paarden f 60 a f 120 per stuk. 62 vette kalveren f 0.70 a f 0.90 per K.G. 189 nuchtere dito f 8 a f 20 per stuk. 295 vette varkens f 0.26 a f 0.30 per K.G. 68 magere dito f 6 a f 17 per stuk. 158 biggen f 6 a f 10 per stuk. 1046 schapen f 6 a f 18 per stuk. Kuikens f 0.70 a f 2 per stuk. Eieren kip-, per 100 stuks f 3.25 a f 4.25 Vette koeien, prijshoudend f 0.56 a f 0.64 per K.G. Gelden koeien, prijshoudend f 80 a f 140 per stuk. Melkkoeien, prijshoudend f 120 a f 220 per stuk. BEVERWIJK. Noteering van den 24en Januari 1933. Andijvie per kist f 0.90f 1.10 Koolrapen per zak f 0.85. Wortelen per K.G. f 0.03 1/2—0.13. Bieten per K.G. f 0.03 Aardappelen, klei per K.G. f 0.01f 0.05 Spruitjes per K.G. f 0.20f 0.30 Boerenkool per bak f 0.30f 0.50 Roodekool per 100 f 8 Uien per Kilo f 0.05 Prei per bos f 0.12f 0.18 Rabarber per bos f 0.18 Selderie per bos f 0.05 Appelen per kilo f 0.24 Peren per Kilo f 0.20 Witlof f 0.16—f 0.24 Woorden, die men vroeger niet kende. Er wordt wel eens over geklaagd, dat we leven in een geweldig tempo, en dat de evo lutie op ieder gebied langzamerhand op een revolutie gaat gelijken. Te oordeelen naar onze moderne spreek- en schrijftaal valt er op deze bewering weinig af te dingen. Onze taal ontwikkelt zich, of juister gaat achteruit met een vaartje, dat doet betwijfelen, of er over tien jaar nog wel zuiver Nederlandsch zal bestaan. Het aantal woorden, dat de laatste dertig veertig jaar als wettige of onwettige Neder landsche kindertjes is geboren, is eenvou dig ontstellend. Onze moderne beschaafde conversatie is voor een mensch met normale hersenen haast niet meer bij te houden. En vergeten we vooral de kranten niet. Sommi ge schrijvers schijnen maar één ideaal te kennen: het scheppen van nieuwe woorden of woordvei-bindingen! Als we onzen grootvader hadden gevraagd waar hij zijn weekend ging doorbrengen, dan zou hij ongetwijfeld vol verachting hebben neergezien op iemand, die van de 7 dagen geen zes volle dagen werkte. Grootmoeder droeg japonnen van zware zijde, geen k u n s t z ij d e en haar dochters waren nog van ouderwetsche degelijkheid zonder bubikop of polkahaar. Als het regende, dan was haar coiffure alijd eenigs zins balsturig want permanent wave bracht nog geen uitkomst. Neen, het waren door en door degelijke meisjes, volstrekt geen flappers, ze deden niet aan mensen dieken, dansten in besloten clubjes en een gigolo zou aan haar geen droog brood hebben kunnen verdienen. Ze trouwden met een even degelijken jongeman en dachten niet aan een proefhuwe- 1 ij k. Grootvader deed zijn zaken nog zonder dictaphone of cyclostile en als ge gesproken hadt over marktanalyse, dan zou hij waarschijnlijk gedacht hebben, dat ge door de hitte bevangen waart en de eerste de beste van zijn personeel, die het zou gehad hebben over medezeggen schap in het bedrijf, zou op straat hebber, gelegen, zonder dat vakbond of scheidsgerecht een hand hadden uit gestoken. Ja,( dat moet toen een heerlijke tijd ge weest zijn. Alles ademde nog rust en vrede; geen ja zzband verscheurde de ooren, geen Mexicaansche ho n d blafte in den aether en geen zingende zaag of claxon bracht onze zenuwen van streek. De luistervinken zaten allen nog in het ei en geen antennes vormden een draadversperring op de daken. Het luchtverkeer lag nog in dé wind selen en op de vl i e g v e 1 d e n graasden nog koeien en paarden. Als ge eens dagje wilde uitgaan, naamt ge een Janplezier. Deze had wel geen ballon banden of vierwielremmen, maar er was ook geen verkeersagent, die uw weg kruiste, de motorbrigade bekeurde u nooit wegens overtreding der maximumsnelheid en overal was zooveel ruimte dat parkee r e n niet noodig was. In de politiek kende men nog geen sovjet of fascisme, Volkenbon d en. P a n Euro p a waren in de ooren onzer groot ouders klanken uit een andere wereld ge weest. De r e 1 a t i v i t e i t s-t li e o r i e van Einstein zouden ze "niet hebben begrepen in tegenstelling met hun kleinkinderen, wien ze natuurlijk volkomen duidelijk is. Aan den anderen kant moesten onze voor ouders toch veel missen. Grootvader rookte zijn pijpje in zijn leunstoel, geen stalen meubel, met naast zich zijn bittertje, want van cocktail had hij geen idee. In zijn eenzame uren had hij geen kruiswoord- puzzle, dat den tijd hielp passeeren en geen kauwgom om zijn verhemelte te ver frisschen. Nooit kon hij eens genieten van een Ii2o2o2r2s2p2e21 of g flnoenaalh ietjtf 1 een hoorspel of gramofoon. En grootmoederwat had die afgetob de vrouw dagelijks geen moeite en zorgen! Geen stofzuiger, die het werk voor haar deed en geen ij s k a s t, die door kunstmatige bevriezing het voedsel tegen bederf be waarde. Geen centrale verwar ming, die in den winter den zomer in huis bracht. Welke gevaren hebben het leven der beide oudjes bedreigd! Want ze sliepen op geen gezondheidsmatrassen en ze aten maar waar ze trek in hadden, zonder er aan te denken of het voedsel wel voldoende v i- taminen AenB bevatte. Wat hebben die oude menschen een kost baren tijd verspild. Ze wisten niet eens wat efficiency was! Geen wonder ook, dat ze al vroeg verouderden, want ze zorgden niet voor de slanke 1 ij n, die je zoo ge makkelijk kunt behouden met punkt rollen. Wat wordt er tegenwoordig een zorg be steed aan de jeugd! We hebben jeugddagen, jeugdker- ken, jeugdherbergen, jeugd b e- w e g i n g en als we dit alles lezen, komen we langzaam maar zeker tot de ontstellende conclusie, dat wij eigenlijk geen jeugd heb ben gehad. Wij zijn te vroeg geboren, want ongetwij feld zal over eenige jaren de mensch met zijn veertigurige werkweek een gulden tijdperk gaan beleven. W. S. Links: Hoe de carricaturist Sepes onzen nieuwen wereldrecordhouder Heiden ziet. RechtsEngneslangen, de Noor. die eerste werd in de wedstrijden te Davos. BURGERLIJKE STAND HAARLEM. 24 Januari Bevallen 19 Januari: M. 6. EichhornZui- derduijn, d.; 20 Januari: A. M. CornetBoer, z.; 21 Januari: C. Harskamp—Berk, z.; A. A. v. EedenKrul, z.; A. van BragtJansen, d.; 22 Januari: M. H. W. HoogkamerOtto. z.; M. H. G. Spoorvan Elferen, z.; L. A. M. IJsselmuidenGerritsen, z.; E. D. VisBla zer, d.; L. van Laarv. d. Meij, d. Overleden 20 Januari: G. D. Breukelaar, 39 j., Frans Halsplein; J. A. v. d. Meij, 70 j., Vooruitgangstraat; 21 Januari: M. L. van Halst, 75 j., Amsterdamsche vaart; 22 Jan.: C. C. Koper, 68 j., Pres. Steijnstraat; W. P. van Eekhötft,76 j., M. V-.' Heemskerkstraat. NIEUWS UIT INDIE. DE OVERSTROOMING IN ATJEH. 40 arbeiders vermist. ƒ250.000 SCHADE. MEDAN, 24 Januari (Aneta). De schade door de overstrooming toegebracht aan de bruggen van de B. O. W., de wegen en irri- gatiewerken bedraagt, uitgezonderd de scha de aan de werken van het Atjeh spoor en de landschapswerken naar schattng 250.000 gul den. Een 40-tal rotanzoekers wordt vermist. Het water zakt. MUUR INGESTORT. 16 DOODEN, 7 GEWONDEN. BANJOEWANGI, 24 Januari (Aneta). Bij de afgebroken rijstpellerij te Gendo is een 12 M. hooge alleenstaande gevelmuur als ge- "olg van den hevigen wind ingestort. Zestien kapoksorteerders werden gedood, terwijl 7 werden gewond. Onder de slachtoffers be vinden zic.h enkele vrouwen. FEUILLETON Naar het Engelsch van JEFFERY FARNOL. 35) Weer waren ze op den maanbeschenen weg. Ze stapte in den auto en Peterday, met zijn hoed in zijn hand, richtte 't woord tot haar was het werkelijk tot haar? „Mevrouw Bellew", zei hij, „bij deze ge denkwaardige gebeurtenis „Gedenkwaardig is het juiste woord", knikte de sergeant. Bij deze gedenkwaardige gebeurtenis, me vrouw Beliew", vervolgde de matroos, „ver zoeken mijn kameraad Dick en ik zelf, met alle eerbied om de gunst, de bruid te mogen begroeten. Mevrouw Bellew gezondheid en geluk voor 't heele leven Hierop kuste de oude man haar recht har telijk en maakte daarna plaats voor den ser geant. die, na een oogenblik van angstige aarzeling, zijn voorbeeld volgde. „Gunstige wind en mooi weer!" Peterday met zijn pet wuivend. „En de hemel zegene u beiden", zei de sergeant plechtig, toen de auto wegreed. En zoo was het dus gebeurd de onher roepelijke stap was gedaan. Haar leven en toekomst had ze gelegd in de handen van hem die daar zoo stil naast haar zat, geen blik of woord tot haar richtte en maar voor zich uit keek naar den eenzamen nachtelij ken weg. Sneller en sneller reed de auto, maar niet zoo snel als het kloppen van haar hart, waarin nog wel altijd schaamte en vrees stre den, maar dat langzamerhand geheel gevuld werd door één groot, sterk gevoel: vreugde. En eensklaps verminderde hij den gang- van den auto en sprak tegen haar, maar hij keerde zijn hoofd niet om: en toch was er een klank in. zijn stem,, die haar hart deed opspringen. De wageii stópte! „Daar is onze neef Georgie", zei hij, „mijn lieve kleine Por. Als hij er niet geweest was, zou het geluk aan mij voorbij zijn gegaan, Anthea. Hij heeft gedroomd dat de maan iets tegen hem zei en maar hij zal het je zelf wel vertellen". Hoe vreemd dat hij haar niet aankeek. Het leek wel of hij haar blik opzettelijk ver meed en zijn diepe stem trilde nu en dan zooals ze nog nooit had gehoord. Haar hart klopte luid en ze boog haar hoofd en zoo viel haar blik op de glinstering aan haar vin ger. Ze bloosde en verborg haar hand in een plooi van haar rok. ..Anthea". „Ja?" „Heb je geen spijt?" „Neen", fluisterde' zè. „We zijn nu gauw thüis". „Ja". „En je bent nu van mij voor altijd An thea. Ben je niet meer bang 'voor me?" „Neen". „Nooit meer?" ..Nooit meer". Twee wandelaars waren hen nu genaderd. „Hola. kapitein!" riep een stemmetje. De kleine Por snelde naar hen toe. maar eens klaps bedacht hij zich: tante Priscilla kor. hem met haar stokje niet bijhouden. Du? keerde hij weer om en nam haar als eer. kleine ridder bij de hand en samen kwamen ze nu naar den auto. Anthea en het oude dametje omhelsden elkaar en fluisterden met elkaar, zooals lief hebbende vrouwen dat doen en de jonger bekeek den auto en alles wat er aan en in was, en vooral d.e stralende lantaarns, unet schitterende oogen. Toen ten slotte de vrouwen gezeten waren, klom hij naast Bel lew en gaf het sein tot vertrek. Welke pen kan zijn stralend genot be schrijven, zooals hij daar zat, met zijn eene hand in den zak van Oom Por en zijn krul len dansend in den koelen nachtwind. Het was zóó stralend, dat Bellew zich genood zaakt voelde een grooten omweg te maken, enkel vanwege de vreugde op het gezicht van den kleinen Por. En toen ze eindelijk Dapplemere bereikten en de groote wagen brommend de laan in reed, zuchtte hij en- zeide: „Tante Anthea. weet je nu wel zeker dat je echt en vast getrouwd bent?" „Ja jongenlief", zei ze, „natuurlijk. Dacht je dat het niet echt was?" „Ik weet het niet. Jelui ziet er nog zoo precies hetzelfde uit. Ben je wel vast en ze ker? Ik zou :t vreeselijk vinden als 't nu weer verkeerd ging".' ..Wees maar niet bang Por", zei Bellew. „Ik heb de gelegenheid, die jij me gaf, goed ge bruikt, het is beschreven en bezegeld kijk maar". Onder het spreken nam hij Anthea's hand en hield die in het maanlicht, zoodat de jon gen den trouwring zien kon. „O", zei hij, „dan isr't zeker goéd! En ben je niet boos op me dat ik je heb laten wegdra gen door dien grooten kabouter, tantetje?" „Neen. schat". „Hè, isan is alles rrO ïiëerlijk en mooi niet? En nu gaan we „gelukkig en tevreden leven, nog vele jaren na dezen". En Por neemt ons mee op zijn schip. Hij heeft een eigen schip, zeg! Heelemaal alleen van hem. En alles is mooi en fijn, net als in de sprook jes!" En zoo kwamen ze tenslotte voor de deur van het oude Dapplemere. Daar kwam Adam om den hoek. Hij was nog laat in den stal oezig geweest met een oud tuig. dat versteld moest worden, dus had hij geen jas aan en zijn mouwen waren opgestroopt Hij keek van Bellew's stralend gezicht naar het verlegen lachje om Anthea's mond, gooide zijn hoofd achterover en lachte zijn luiden lach, waarna hij dadelijk zeer ernstig keek. „Juffer Anthea", zei hij, „of eigenlijk most ik zegge mevr. Belloe der benne geen woorde veur, geen woorde! En hij gaf een knipoogje aan Bellew en daarna aan Pru dence, die uit een raam keek met een ondeu gend lachend dienstmeisjesgezicht boven el- ken schouder. „En a:k :t zegge mag", vervolgde hij, „ik zij starfelijk blij dat gij 't zijt, meneer Belloe". „Dat is erg vriendelijk van je, Adam. Laten we elkaar daar de hand op geven". Na een plechtigen handdruk maakte Adam rechtsomkeert en verdween in de richting van de keuken, niet geheel zonder vermoe den dat daar nog wel wat geschonken zou worden vóór het naar bed gaan „O, kindêren", zei tante Priscilla, „hierop heb ik gehoopt hier heb ik voor gebeden, want ik ben er zeker van dat hij je waard is, Anthea, en dat jelui van het eerste oogen blik van elkaar gehouden hebt, ja dat heb ben jelui! O, lieve kinderen, jullie geluk is het mijne en o, hemeltje, hier sta ik sen- timenteelen onzin te praten, terwijl onze kleine Por omvalt van de slaap!" „Ja, ik geloof dat ik moe ben", zei de kleine George, „maar 't was alles heerlijk. En Oom Por, als we in je schip gaan, varen we dan eerst Kaap Hoorn om? Nou wel te rusten alle maal!" Hij knikte slaperig, gaf Anthea een droo- merigen nachtkus en liep slaapdronken het huis in aan de hand van tante Priscilla. Het leek Bellew of hij zijn heele leven op dit uur gewacht had en al sprak hij die ge dachte niet uit, Anthea verstond ze intuitief evenals ze verstaan had waarom hij haar blik had ontweken en waarom zijn stem on vast was geworden ondanks zijn krachtige zelfbeheersching. En omdat ze nu alleen wa ren en ze de spanning wilde breken, sprak ze snel de gedachten uit, die in haar op kwamen. „Wat zei Georgie van een schip?" vroeg ze. „Ik heb hem beloofd hem mee te nemen op een tocht met mijn yacht. Ga je ook mee, Anthea?" „Yacht?" herhaalde ze. „Ben je dan zoo vreeselijk rijk?" „Ik vrees dat we erg rijk zijn, ja", ant woordde hij. „Maar dat is in elk geval beter dan erg arm, niet?" Nu stond daar midden in den tuin een oude s.teenen zonnewijzer, verweerd en ge barsten; en het toeval wilde dat zij daar een oogenblik bleven staan en dat hun blik viel op de spreuk die in den steen was gegra veerd. „Wat staat daar op, Anthea?" vroeg hij. Maar Anthea schudde haar hoofd. „Lees maar zelf", zei ze zonder hem aan te zien. Dus nam hij haar hand in de zijne en met den fijner, teeren vinger spelde hij de woor den: „lek en weet hoe d' uure ylt; smaeckt de min so lang sy wylt". „Anthea", zei hij en weer hoorde zij zijn stem beven, „je bent al een uur lang mijn vrouw en al dien tijd heb ik je niet durven aanzien, omdat als ik het gedaan had, had ik je moeten kussen en ik wilde wachten tot jouw eigen tijd. Maar je hebt me nog niet eenmaal gezegd dat je mij lief hebt, Anthea". „Ze sprak niet en bewoog zich niet ze stond zóó stil dat hij zich moest neerbuigen om haar gezicht te kunnen zien. En toen, olotseling sloeg zij haar oogen op en keek diep in de zijne met een hartstochtelijk teederen blik. „Tante Priscilla heeft het goed gezegd", zei ze met haar lage, zachte stem. „Ik heb je lief eehad van het eerste oogenblik af". En met een diepe, zoete zucht gaf zij zich over aan zijn omhelzing. EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 3