TERUG UIT BORNEO. Bloemen. EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. umuider courant VRIJDAG 27 JANUARI 1933 De heer H. F. Tillema over de Dajaks. De Dajaks, op Borneo, zijn een wreed, bloeddorstig volk, hetgeen wel blijkt uit het feit, dat zij het „koppensnellen" nog beoefe- n6Zóó, of zoo ongeveer, stond het in onze aardrijkskundeboek] es. H. F. Tillema. De Dajaks, op Borneo" zijn vriendelijke, hulpvaardiee, zachtzinnige, en toch dappere menschen, die geen vlieg kwaad zullen doen, wat duidelijk blijkt uit hun omgang met kinderen en uit al hun doen en laten". Ziedaar de meening over de Dajaks van den heer H. F. Tillema, te Bloemendaal. En hij kan het weten, want hij is pas van een reis naar en door Borneo teruggekeerd ('t is waarlijk niet zijn eerste reis naar „Neder land tusschen de tropen"!) en hij heeft maanden en maanden onder de Dajaks ge- ^Enthousiast over alles wat hij gehoord en gezien heeft; enthousiast over het feit dat de goede verwachtingen die hij van de Da jaks had, zijn bewaarheid; als het ware „be laden" met allerlei prachtig bewerkte voor werpen voor gebruik of sier, is de heer Til lema van zijn Borneosche reis teruggeko men. En hij vertelde ons er van. Zijn reis had uitsluitend een humanitair doel: het odium dat op de Dajaks rust, ten gevolge van de elkaar napratende aardrijks kunde boekjes, weg te nemen en aan te too- nen dat die slechte Dajaks menschen zijn als u en ik; menschen die, als u en ik, wor den voortgedreven door de zorg voor hun eigen belang en ook laboreeren aan dezelfde jjdelheld, die u en ikmisschien niet zoo gemakkelijk zullen erkennen. Hoe de heer Tillema dit doel denkt te be reiken? Door artikelen te schrijven in tijd schriften, door lezingen te houden en films te vertoonen. Want deze Bloemendaalsche ontdekkingsreiziger heeft op zijn tochten met groote inspanning 4000 M. film gemaakt en 700 foto's. Een gemakkelijk werk was dit niet en nu is hij bezig, titels voor de films te schrijven, evenzeer een inspannende arbeid, omdat in die bijschriften veel moet gezegd worden in weinig woorden. Over de Dajaks raakt de heer Tillema niet uitgepraat. Hij vertelde ons, hoe gemakkelijk dit goe dige volk te benaderen is, voor iemand die wat van hun taal kent. Hij heeft hun Heilige Feesten meegemaakt, die altijd binnenshuis worden gegeven, maar die nu voor hem in het daglicht zijn- gereconstrueerd, om hem gelegenheid te geven, ze te filmen. Wel 'n honderd men schen nemen in zoo'n kampong aan zulk een feest deel; de mannen, in vollen krijgsdos, met de prachtige veeren als hoofdtooi, dan sen vol geestdrift van 's nachts 1 uur tot 6 uur in den morgen, onvermoeid, want zij zijn overtuigd, dat de geesten in hen gevaren zijn en dat geeft hun kracht. Een gezicht, om nooit te vergeten. Op het koppensnellen gaf de heer Tillema ons een voor ons geheel nieuwen kijk. „U weet", zoo zei hij, „dat het Nederland- sche Gouvernement het koppensnellen ver boden heeft, omdat er internationale ver wikkelingen uit konden ontstaan, in verband met de nabijheid van Britsch Borneo. En nu ga ik u iets zeggen dat u paradoxaal zal voorkomen: Dat verbod is een wreed verbod. Het koppensnellen toch is het grondbegin sel van den godsdienst der Dajaks. Van een gesnelden kop gaat voor hen magische kracht uit: een gesnelde kop brengt geluk en voorspoed en geeft een goede oogst in den kampong. De koppensneller doet dus in de oogen der Dajaks goed werk. N u zijn zij hun houvast kwijt, te meer omdat wij voor het koppensnellen geen andex-e geestelijke waar den, hetzij zendings- of missiewerk of iets anders, in de plaats gesteld hebben". De techniek van het weven, de kennis waarvan vroeger algemeen onder de Dajak- sche vrouwen was verspreid, bleek alleen nog bewaard te zijn gebleven in het geheugen van drie Dajaksche „besjes" en de oude vrouwen rustten niet, vóórdat zij voor den Europeaan, den vriend van den onder de Dajaks zoo populairen arts De Rooy (die den heer Tillema overal terzijde heeft gestaan, waar hij maar kon), een stukje hadden ge weven. Dankbaar heeft de heer Tillema dit staaltje van uitgestorven Dajaksche weef kunst meegenomen naar Bloemendaal! Het pottenbakken is een godsdienstige handeling, die slechts gedurende een zeker deel van het jaar mag plaats hebben, maar de heer Tillema wist den resident te bewe gen, het hoofd van een kampong er toe te brengen, dat eenige menschen den heer Til lema deden kennis maken met de aardige techniek van het potten bakken, buiten den daarvoor bepaalden Otijd. Er zijn blijkbaar dus ook .,des accomode- ments" met den Dajakschen hemel moge lijk! En zoo is de heer Tillema nu de geluk kige bezitter van een Dajaksch „pulletje", dat hij heeft zien bakken en'daarna bedekken met een laagje damar (hars) om het water dicht te maken. Dajaksche vrouw, hezig met kraalwerlc. Draagmand voor een kind. Van de mensche- lijke figuur ér op gaat magische kracht uit en daarom kunnen alleen personen van den allerhoogsten adel de mand dragen. Doet dit iemand van minderen rang, dan sterft het kind. In de vlucht der vogeïs zien de Dajaks goe de of slechte voorteeke.nen. Zij beginnen niet te planten, vóórdat de goden door middel der vogels een teeken 'gegeven hebben. Vliegt de vogel van links naar rechts, dan mag er geplant worden, maar vliegt hij van rechts naar links, dan mag het niet. Malaria en krop komen zeer veel voor onder de bevolwking maar dokter De Rooy neemt energiek maatregelen en spoedig zal er in den gezondheidstoestand een groote verandering ten goede merkbaar zijn. Van Tandjong Seilor (Boelangan) uit, maakte de heer Tillema den zwaarsten tocht: de rivier de Kajan op en zoo de binnen landen in met een militair transport, be staande uit een sergeant, vijf soldaten en 20 koelies: dwangarbeiders, die een ontzettende moeite hebben gehad met de 12 zwarq kof fers van den heer Tillema. Men vergete niet, dat niet de geheele weg met prauwen kon worden afgelegd, maar dat de tocht over een afstand van ongeveer 27 K.M. te voet moest worden gemaakt, waarbij zich tal van moei lijkheden voordoen. Toch doet zulk een mi litair transport denzelfden tocht iedere maand om voorraden te brengen aan een militairen post in de binnenlanden. Toen de heer Tillema eenmaal „boven" was, heeft hij met dokter De Rooy nog gedu rende 6 maanden tournees gemaakt, alle kampongs daar bezocht, waar tezamen 20.000 menschen wonen, hun godsdienst, zeden en gewoonten bestudeerd; foto's gemaakt cn ge filmd. Deze eerst tocht duurde uit en thuis 8 maanden; later is de heer Tillema nog zij rivieren op geweest, ook om op verzoek van de missie films te maken. In het geheel heeft hij in 15 maanden Bloemendaal niet gezien cn hij is thuisge komen, veel kennis, veel ervaring en veel herinneringen rijker. Wij durven voorspellen, dat hij nóg wel eens zal uitvliegen naar zijn geliefd Indië, dat (tenminste Java, waar hij op het gebied der hygiëne tal van verbeteringen wist te bren gen), zooveel aan hem te danken heeft cn waaraan hij, wederkeerig, zooveel dankt. 461e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 5<le Klasse Se Hjst Trekking van Donaerdae 26 -Januari 1933 HOOGE PRIJZEN 1000.— 1545 6108 8706 12357 16605 17027 j 400— 3471 9373 I 200.— 664 800 2984 6985 7373 10890 20767 100.— 2093 2643 5206 9064 11705 12U1 12517 13184 14814 16734 17554 Prijzen van i 70. 61 65 80 112 242 324 330 354 359 375 385 916 923 957 1001 1080 1093 1115 1154 1170 1565 1708 1775 1902 1917 2054 2099 2131 2325 2341 2346 235C 2491 2569 2593 2689 2762 2827 2858 2863 2972 2992 3022 3112 3141 3161 3188 3208 3310 3313 3486 3523 3730 4021 4045 4086 4147 4244 4413 4533 4644 4733 4845 4862 4906 5140 5175 5233 5389 5475 5603 5654 5692 5960 5995 6024 6155 6651 6663 6709 6788 6810 6953 7125 7442 7605 7609 7663 7734 7754 7784 7829 7332 7852 7872 7926 7927 8030 8102 8361 8370 8573 8779 8951 9011 9193 9219 9221 9372 9436 9491 9556 9589 9776 9798 9857 B873 9941 9949 10142 10152 '0236 10445 10726 10773 10933 10981 11041 11078 11095 11166 11167 11241 11290 11512 11548 11580 11631 11633 11751 12018 12250 12280 12369 12662 12798 12886 13009 13012 13037 13080 13126 13255 13274 13339 13539 13662 13754 13776 13979 14088 14994 14321 14359 14497 14600 14714 1472.; 14898 15091 15202 15323 15406 15422 15437 1545C 15534 15539 15653 15685 15800 15803 15807 15928 16008 16053 16101 16154 16179 16323 10339 16407 16580 16684 16798 16801 1 jL.M 1CÖ24 1707S 17169 17356 17369 17578 17678 17691 17752 17925 17935 18221 18273 18279 18379 18380 18489 18492 18498 18538 13637 18714 18811 18831 10025 19949 19180 19348 19438 19466 19762 19915 19953 1998! 20047 20103 20528 20233 20291 20312 20350 20529 20751 20777 20810 20858 20909 NIETEN 5 35 37 59 66 129 141 194 203 232 239 olO 316 345 378 382 389 404 420 439 442 512 591 678 767 795 904 917 924 961 998 1016 1039 1062 1074 1153 1179 1206 1217 1223 1349 1366 1370 1381 1495 1552 1585 1588 1631 1638 1646 1700 1709 1726 1780 1783 1820 1850 1979 2031 2041 2121 2132 2160 2187 2296 2302 2332 2343 2349 2492 2524 2599 2620 2641 2718 2729 2746 2767 2826 2828 2927 2985 3003 3015 3073 3098 3110 3115 3131 3211 3230 3232 3233 3264 3272 3369 3378 3404 3406 3449 3513 3608 3665 3703 3731 3754 3782 3819 3835 3922 3923 3939 4009 4075 4093 4112 4137 4157 4172 4188 4207 4252 4284 4301 4358 4424 4456 4472 4476 4478 4507 4566 4580 4588 4591 4667 4723 4773 4779 4796 4813 4821 4846 4877 4889 4890 4899 4966 5020 5041 5054 5098 5172 5181 5218 5306 5314 5325 5363 5393 5410 5426 5462 5488 5519 5553 5596 5611 5623 5691 5772 5844 5850 5912 5915 5919 5926 5940 5961 6029 6038 6102 6117 6157 6162 6172 6175 6188 6198 6205 6213 6232 6235 6403 6411 6428 6472 6569 6643 6645 6681 6726 6728 6734 6771 6808 6841 6872 6903 6916 6931 6942 7017 7028 7029 7099 7156 7161 7182 7238 7271 7285 7288 7293 7450 7460 7490 7501 7523 7532 7534 7538 7558 7581 7590 7597 7634 7646 7662 7673 7688 7694 7724 7766 7789 7798 7865 7916 7921 7934 7975 7978 7981 7989 8007 8020 8050 8090 8098 8120 8135 8179 8186 8236 8260 8341 8363 8369 8382 8384 8391 8459 8516 8521 8539 8563 8584 8585 8669 8685 8700 8702 8777 8811 8827 8831 8920 8931 8959 9067 9079 9137 9151 9158 9169 9177 9251 9262 9273 9274 9294 9348 9390 9425 9526 9591 9592 9645 9657 9665 9669 9689 9707 9728 9736 9740 9763 9849 9866 10003 10007 10052 10127 10158 10166 10185 10217 10223 10312 10391 10394 10407 10422 10449 10458 10465 10485 10521 10578 10620 10645 10707 1071.2 10718 10750 10326 10837 10844 1.0847 10849 10851 10896 10916 1C028 10949 10967 10971 11025 11091 11151 11155 11175 11177 11195 11203 11208 11223 11224 11233 11280 11291 11320 11334 11392 11393 11395 11398 11474 11495 11538 11554 11609 11610 11644 11647 11665 11703 11724 11731 11752 11771 11805 11806 11855 11890 11938 11973 11984 12003 12052 12106 12169 12251 12276 12287 12290 12310 12315 12335 12372 12380 12383 12391 12459 12474 12503 12531 12550 12576 12609 12672 12748 12790 12799 12816 12881 12882 12893 12953 12974 12999 13059 13075 13119 13151 13160 13191 13232 13278 13287 13331 13343 13360 13364 13371 13448 13451 13486 13506 13516 13534- 13623 13670 1.3699 13700 13790 13798 13813 13837 13363 13872 13890 13923 13927 13928 13997 14000 14040 14136 14151 14179 14186 14196 14246 14247 14258 14261 14262 14263 14299 14364 14438 14534 14578 14613 14625 14630 14633 14693 14727 14783 15042 15062 15067 15071 15111 15138 15196 15209 15218 15228 15278 15293 15254 15381 15436 15466 15476 15503 15514 15531 15551 15591 15624 15633 15647 15662 15674 15703 15755 15758 15763 15796 15818 15872 15879 15888 15924 15946 16000 16024 16037 16065 16075 16077 16164 16203 16229 16249 16266 16291 16473 16478 16491 1G495 16637 16666 16681 16696 16834 16929 16933 16943 16990 17021 17030 17041 17043 17100 17114 17119 17125 17135 17140 17148 171C1 17164 17176 17230 17245 17253 17308 17343 17345 17377 17431 17436 17441 17443 17456 17457 17530 17550 17616 17619 17621 17636 17715 17847 17893 17974 18007 1801& 18058 18238 18251 18298 18307 '18322 18407 184118438 18459 18533 18557 18558 18581 18643 18649 18662 18GS0 18685 18819 18835 18857 18936 18942 13950 18951 18984 18993 19071 19201 19327 19353 19360 19375 19459 19509 19519 19595 19601 19641 19652 19655 19667 19689 19731 19750 19758 19S14 19820 19325 19895 19905 19907 19908 19931 19987 20002 20135 20191 20204 20254 20256 20257 20304 20316 20323 20330 20374 20376 20392 20494 20495 20618 20642 206-14 20649 20666 20676 20682 20775 20841 20854 20861 20880 20924 Verbetering 5c kl. 7e lijst: 5885 m. z. 5885 met ƒ70; 9339 met 70 m. z. met niet. De natuur zegt het met bloemen Als je door het venster kijkt, Zie je bloemen, louter bloemen, En zoover de blik je reikt, Welk een gave, reine schepping, Welk een teere sierlijkheid, Welk een prozastof, tot vormen Vol van poëzie herleid. Welk vergankelijke schoonheid, j Welk een zuiverheid van lijn, Welk een veel volmaakter kunstwerk, Dan ooit menschenkunst kan zijn. En toch kan ik ze niet aanzien Met verlangen naar behoud, Toch, hoezeer ik ze bewonder, Laten ze me ijzig koud. Rillend keer 'k me af, niet langer Kijk ik meer het venster uit- De natuur zegt het met bloemen, Dikke bloemen op mijn ruit. P. GASUS. NEDERLANDSCH SCHIP IN NOOD. BIJ DE LORELEY. KOBLENS, 25 Januari (Wolffbureau) Een Nederlandsch schip is even ten Zuiden van de Lorelei op den Rijn in grooten nood geraakt. Het is een motorboot van den Wijk dienst Amsterdam, De naam is neit bekend. Daar de Rijn van de Lorelei tot Wezel volkomen dicht zit, is het schip, dat stroom afwaarts voert, bij het begin van het ijs- gebied vastgeloopen tusschen het drijfijs, dat allengs in grootere lagen zich opstapelde Tegenover de gevaarlijke rotsgroep „Die sieben Jungfern" was het varen in de zeer smalle vaargeul niet meer mogelijk. Onmiddellijk heeft men van den wal af pogingen in het werk gesteld om met behulp van springstoffen een geul voor het schip open te houden, maar het gelukte niet. Het schip zit nu op een afstand van 500 M. ten Zuiden van de Loreley bijna vast. Het ver keert in zorgwekkenden toestand. Door voort durend heen en weer varen tracht het al thans een wak open te houden, om vrijheid van beweging te houden. Hedenochtend (Donderdag) zullen ijs- brekers ter assistentie uitvaren. Zoolang er geen hulp geboden wordt is het schip in ge vaar, daar er veel ijsgang is. MISVERSTAND De heer J. C. v. Wageningen, leer aar in de Russische taal in Den Haag. die dezer dagen een aanklacht wegens mishandeling tegen kapitein der grenadiers en directeur der Kon. Mil. Kapel C. L. Walther Boer heeft ingediend verzoekt aan de pers mede te deelen, dat hij het slachtoffer is geworden van een persoons verwisseling en dat de heer Walther Boer aan de hem toegebrachte mishandeling, zoo goede alsl aan het geheele incident, dat tot die mishandeling leidde, volmaakt onschul dig is De heer v. Wageningen heeft zijn aan klacht tegen dezen officier dan ook inge trokken. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 26 Januari. Ondertrouwd 25 Januari: J. D. Kiekens en C. de Boo; F. A. Hirs en A. Schellingerhout; W. T. M. v. d. Veer en J. A. M. Simons; B. B. Evers en A. A. Schonewille; W. H. van Vessum en C. R. E. Horsten;C. W. de Graaff en M. Dekker; R. C. Petersen en N. Dort- mundt; A. Tiesma en B. Koopraans; W. van Merrienboer en M. v. d. Aar; J. A. P. Lam fers en M. J. L. van Schaik. Getrouwd 25 Januari: G. Oostendorp en A. W. v. d. Voort; J. G. W. de Droog en A. Schoffelmeer; W. Nijssen en J. de Vries; P. Kooiman en L. Koele veld; A. H. Doornebosch en A. G. Best; C. van Gelder en R. J. A. E. Loman; J. J. Groenewoud en E. M. Hogen; D. J. Wïjmer en C. Bruneel; J. P. Wielders en M. B. Pleger; J. Zwaanswijk en A. M. Goed koop; W. F. 1c Fèvre en E. J. M. Jeursen. Bevallen 21 Januari: G. v. d. Tuijn—van Diemen, z.; 22 Januari: A. Pitlov. d. Pijl, d.; J. de HoosHaartsen, z.; 24 Januari; E. M. v. d. BroekKruup, d.; R. C. Smitde Wolf, z. Overleden 22 Januari: A. de Graaff— Boven, 62 j.. Leidschevaart; 23 Januari: S. Swierenga—Havenschmidt. 63 j., Coornhert- straat; 24 Januari: A. E. PielepratKoole, 77 j., Spaarnoogstraat; J. H. W. de Bell, 72 j., Bosch en Vaartstraat; J. Kraaïjerde Wit, 47 j., Nassaulaan; T. KrijtenburgWoudstra, 64 j., Vrouwenhskstraat. Bioscoop. Tenslotte blijft toch alles gelijk. Een re genachtige Zondag regenachtig is goed een Zondag dus, overstroomd, ovevplensd door een gietregen, die we een verschrikke lijke onweersbui genoemd zouden hebben, als ze een kwartier geduurd had. Nu duurde ze den heelen dag. „Thuisblijven" zeiden we, ons behagelijk schurkend. Dekker thuis blijven, bij de kachel, lezen theedrinken, in de bibliotheek rondsnuffelen, platen kijken. Met geen stok zijn we vandaag de deur uit te krijgen." Aldus geschiedde. En tegen vier uur in den namiddag begon er een te geeuwen en een tweede stond met de handen in zijn zakken voor het raam naar de lucht te kijken, die niet te zien was, want de lieve regen-enge len speelden yo-yo met de wolken en ze de den het slecht, want het heele dal hing er voortdurend vol van, zoodat de toppen der bergen niet eens te zien waren, laat staan de hemel. En een derde begon heimelijk naar de krant te zoeken en keek tersluiks de lijst der publieke vermakelijkheden na in de dichtstbijzijnde stad. En de vierde zei ten slotte openlijk: „Er is hier een bioscoop. Wat denken jullie daarvan?" We dachten er allemaal goed van. Van het uitje. Niet van de bioscoop want wat kan dat tenslotte voor een bioscoop zijn in een klein Zuid-Duitsch nest, een bioscoop die de helft van het jaar gesloten is en in de an dere helft alleen maar 's Zondags geopend? We trokken dus enthousiast regenjassen en laarzen aan, want het plensregende nog steeds, zooals het alleen maar op regen achtige Zondagen plensregenen kan en de bestrating was, zooals die in kleine Zuid- Duitsche nesten met geen enkele rechte en geen enkele horizontale straat pleegt te zijn kinderkopjes noemen wij dat. We sprongen zoo van steen tot steen naar de bioscoop Naar d e bioscoop. En ziedaar, welk een vreugde: Willy Fritsch Willy Fritsch höchstselbst, onweerstaanbaar als steeds, zooals dat in filmprogrammaversla gen gemeenlijk heet, zou ons twee uren achtereen onweerstaanbaar zijn. Met de charmante Camilla Horn. Het voorprogramma ontging ons, want we waren een uur te laat, maar dat was niet erg zei de juffrouw van de cassa. die we eerst van uit de zaal naar buiten hadden getrommeld want eerst werd er maar een snert- film gedraaid (de netste vertaling van het Duitsche woord dat ze gebruikte) en meer bedoeld voor de kinderen. De kinderen het publiek al rumoerig zoolang de deur nog dicht was en oorverdoovend brullend, toen die open ging, zaten op een kluitje op de goedkoopste plaatsen, die hier achter in de zaal waren. En omdat wij o o k de goedkoop ste plaatsen hadden, zaten we dan eindelijk klaar om te leeren allemaal met een kind op schoot van wege de volte en gechape ronneerd door de familieleden van den eige naar, die op hun beste stoelen tegen den wand zaten en „stilte" brulden als het plezier ten top steeg. En wij ondergingen het slot van de snert- film. Een heerlijke snertfilm, verrukke lijk! alsof we weer in onze prille jeugd na een zwaar afgebedelde vergunning van thuis op een regenachtigen Zondagmiddag naar de bioscoop hadden mogen gaan. De zelfde film die we dan altijd zagen. Met een man in korte hemdsmouwtjes en een dop hoed en een blondlokkige primadonna en een dikke schoonmoeder, die met haar rok ken als parachute het'heele zaakje na span nende vluchten voor een knuppelende ban dietenbende- en nog spannendere ritten in een, vanwege de schoonmoeder, die er achter in zat, wild steigerende auto en na het be kende hangen aan een afbrekende, vlagge- stok boven den bekenden afgrond van een Amerikaansche straat met wolkenkrabbers, nog weer veilig doet landen. Maar toen gingen wc er in onze krakende stoelen voor zitten. Want Willy Fritsch kwam. Kwam, zag en overwon als gewoon lijk. En gelukkig kwam ook Ralf Arthur Ro berts, de eenige van de heele troep die neen, ik wil niet hatelijk worden. En Ca- mille Horn kwam, blond, en smachtend cn noch Camilla Horn, noch de dame die ze voor moest stellen, maar de knapste Greta Garbo- imitatie die ik tot nu toe op het witte doek gezien heb elke blik en elk gebaar ge gapt. Bravo! En na twee uur complicaties, die we niet snapten, omdat het geluid tot ons kwam als het beeld door een onzuiver gestelden verre kijker en waarbij de kinderen op onze schoot en rondom lachten om alles wat ze begre pen en om alles wat ze hopelijk niet begre pen na twee uur kwam tot slot de ge bruikelijke omhelzing. Buiten plensregende het nog steeds. Net als vroeger na de bioscoop op regenachtige Zondagmiddagen. En thuisgekomen namen we onze onder broken lectuur weer op. schurkten ons beha- gelijk en zeiden: „Heerlijk, zoo'n regen- Zondag thuis. Met geen stok.:.." En zegenden de bioscoop. MIES BLOMSMA. FEUILLETON Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. (Nadruk verboden.) 2) Hij had nu een kleur en zijn oogen schit terden; de alcohol begon te werkan. Aaron deed open en keek naar buiten. De late reiziger was al afgestegen en stond bij de deur. „Kan ik hier vannacht blijven?" vroeg hij. „Ik kan Nova niet halen bij deze wolkbreuk en het is zoo donker dat ik geen. hand voor oogen kan zien". „Natuurlijk kun je hier blijven", deelde de jongeman die het eerst gekomen was, opgewekt mede, In het aangenaam vooruit zicht van gezelschap te kunnen krijgien, had hij zich bij het tweetal aan de deur ge voegd. „Waar kom je vandaan?" „Van Golders Creek, twaalf mijl van hier. Het weer was nog niet zoo slecht, toen ik vertrok." Even later, nadat zijn paard gestald en verzorgd was, trad de tweede gast binnen. De vrouw schrikte toen ze hem zag. Afgezien van het feit dat hij een krachtigen gezon den indruk maakte en zijn gezicht bruinge brand was door een leven in de open lucht, leek hij haast het spiegelbeeld van den eersten bezoeker. Hij was ongeveer van den zelfden leeftijd en gestalte. Maar zijn gelaat vertoonde geen spoor van uitspattingen en vertoonde evenmin den koortsaehtigen blos, die een maar al te duidelijke karakteristiek yan den ander gaf. Het water sijpelde uit zijn kleeren en vorm de plassen op den vloer. Het waren de ruwe kleeren van den kolonist. Maar die konden niet verbergen dat ook de nieuwe gast iemand van goede geboorte was, een „gentle man". „Jullie konden warempel wel tweeling broers zijn!" hijgde de vrouw. „Dat is mij ook al opgevallen", viel de eerste bezoeker haar lachend bij, „behalve dat onze vriend hier er in verschillende op zichten heel wat beter uitziet dan ik. En ik geef je mijn woord van eer, dat dit de eerste keer in mijn leven is, dat ik hem ontAoet." „Jullie lijken op elkaar als twee druppels water", hernam de vrouw. „En toch", voegde zij er op nadenkelijken toon aantoe, „als ik jullie goed bekijk, lijken jullie eigenlijk ook weer niet op elkaar." „Wat mij persoonlijk het meest interes seert", stoorde de diepe haast metalen stem van nummero twee haar overpeinzing," is de vraag of jullie me hier aan droge kleeren kunt helpen." „Neen; hij heeft Aaron's Zondagsche pak al aan." „Maar hij kan zoo toch niet blijven", zei nummero een. „Je hebt mijn kleeren voor het vuur in de achterkamer gehangen. Die zul len toch wel zoo ongeveer droog zijn?" „Dat is wel mogelijk; tenminste die in het pak zaten. Die waren niet zoo doornat". De vrouw verliet het vertrek om poolshoog te te nemen. „Ja, het goed dat in het pak zat is droog", vertelde ze bij haar terugkomst. „Kan ik ze leenen?" „Met alle plezier. Je komt eenvoudig alsof je geroepen bent. Ga je maar gauw verklee- den dan maken we er een gezellig avondje van met 'n stuk van den nacht er desnoods bij". Kort daarop was de tweede gast terug in de kleeren van den ander. Er was nu geen zweem van twijfel meer de beide mannen leken sprekend op elkaar en het grijze tweedpak dat nummero twee thans aanhad, maakte de gelijkenis met den eigenaar ervan, die achter zijn glas groc aan de tafel zat, nog opmerkelijker. „Je ziet er uit om door een ringetje te ha len, waarde heer," prees deze laatste. „Naar jouw uiterlijk te oordeelen, moet ik werkelijk een presentabele kerel zijn. Tusschen haakjes hoe heet je? Ik heet Richard voor deze bij zondere gelegenheid." „Juist! Noem mij dan maar John!" „Prachtig! Eet je soep dan maar op, John dan kunnen we praten." Nummero twee at met smaak zijn bord leeg. Buiten huilde de wind met onverminderd geweld en de regen plaste nog steeds in- stroomen neer. Het werd steeds killer en ze schoven allen dichter naar het vuur, dat de vrouw had aangestoken. Ik heb niets geen lust om te gaan sla pen," merkte Richard met een onderdrukte huivering" op. „Jij?" „Neen! niet bijzonder." De beide mannen, die door een wonderlij ken loop der dingen op deze eenzame ulek waren samengebracht, keken elkaar uitvor- schend aan; de herbergier en zijn'vrouw be gonnen inmiddels blijkbaar slaperig te wor den en zaten telkens te gapen. „Als jullie liever naar bed gaat", richtte de gast, die zich Richard had genoemd, tot hen, „geneer je dan maar niet. Wij redden ons wel". De vrouw gaf hen een achterdochtigen blik. Het scheen haar eigenaardig dat deze twee, die zoo zonderling op elkaar leken, elkaar alleen door toeval in dezen nacht van noodweer hier hadden getroffen Maar was het inderdaad zoo vreemd? Behalve die ge lijkenis. was deze ontmoeting toch eigenlijk niet zoo heel ongewoon. Bovendien, veel te stelen viel er niet en ze maakten den indruk van stand en beschaving. „Hebben jullie niets meer noodig?" „Neen, niets." „Kom dan maar mee, Aaron. Ik kan mijn oogen haast niet meer openhouden.". Na eenig tegenstribbelen volgde de her bergier, die kennelijk tot het geslacht dei- pantoffelhelden behoorde, zijn echtgenoote naar de slaapkamer en de twee reizigers ble ven alleen. c „Ik ben deksels blij, vreemdeling", verbrak Richard na eenige seconden de stilte, „dat de goden je hierheen gezonden hebben. Ik heb behoefte aan 'n praatje. Wil je niet wat drinken?" „Dank je; ik zal rooken". Hij stopte een pijp, terwijl de ander hem aandachtig gadesloeg. n. DULVERTON VERTELT ZIJN GESCHIEDENIS.. Het duurde een poosje eer een van beiden weer sprak. De man die zich Richard noem de, leunde vermoeid achterover in den ruwhouten armstoel; nu eens staarde hij in het knappende vuur, dan weer liet hij den blik glijden over zijn metgezel, die rustig zat te rooken. Eindelijk begon hij weer te spreken. „De oude vrouw had gelijk", zei hij. „Het is een poos geleden dat ik mezelf nauwkeu rig in een spiegel heb bekeken, maar uit wat ik me herinner, zou ik ook zeggen dat we best tweelingbroers konden zijn. We zijn ongeveer even groot en hebben precies de zelfde kleur en soort haar. En alsof de Na tuur besloten had, de gelijkenis in alle per fectie af te werken, heeft ze ons ook nog eendere gelaatstrekken en dezelfde kleur oogen toebedeeld.". De ander had geen oog van den spreker af maar zei niets. Hij scheen geen bijzonder spraakzame aard te hebben. „Overigens zie jij eruit, of je er heel wat beter aan toe bent dan ik", vervolgde Richard. Je moet verscheidene kilo's zwaar der zijn en ik zou zeggen dat er geen zwak plekje in je heele body is," „Ik weet tenminste niet wat ziekzijn is." Richard zuchtte. „Lieve Hemel; ik zou er, ik weet-niet-wat voor over hebben om het zelfde te kunnen zeggen." „Ja, je ziet er wel een beetje slapjes uit!" „Slapjes? Ik ben opgeschreven, zooals je dat noemt; tenminste ik geloof vast en ze ker, dat ik niet lang meer te leven heb. Ik moe^t eigenlijk in mijn bed liggen." m 'arom ga je dan niet?" ben bangbang in 't donker. Ik weet dat het laf is, maar ik kan er niets aan doen. Ik ben niets meer dan een ellendige bonk zwakheid en beroerdigheid. Niets deugt meer aan mehart, longen't is alle maal mis." Een rilling ging door hem heen terwijl hy sprak. „Ja, ik geloof vast dat het afgeloopen is met me", herhaalde hij. „En toch wil ik zoo graag leven. Ik heb nooit zoo'n sterke orik- kel gehad om te blijven leven als juist nu". „Niet?" Er was een vragende uitdrukking in de oogen van nummero twee, maar behalve die ééne lettergreep, kwam er geen woord over zijn lippen. Richard keek weer gespannen naar het gezicht van zijn metgezel. Hij wilde vrijuit spreken naar het leek en toch scheen er iets te zijn, dat hem weerhield. De ander kwam hem ook absoluut niet te hulp. Hij zat kalm te rooken en tuurde bijna onafgebroken in het vuur. Uit de aangrenzende kamer dron gen geluiden tot hen door. die bewezen, dat de herbergier en zijn vrouw in diepen slaap waren. „Zeg John". „Ja?" „Bij je allang in Australië?" „Ja, al een tijdje". „Waarom ben je hierheen gekomen?" „Waarom komt men hierheen?" „Succes gehad?" „Neen: ik ben niet van het slag dat suc ces heeft". Het werd op bitteren toon gezegd. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 3