HET NIEUWE AVONDBLAD VGDD VELSEN. BE VER WUK eO. 1fie 'JAARGANG No. 78 WOENSDAG 1 FEBR. 1933 IJMUIDEP COURANT ABONNEMENTEN: per week ft) cents, per maand 40 cents plus cents incasso, per kwartaal ƒ1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. KantoorKennemerlaan 42 - IJmuiden - Telefoon 521 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MAATSCHAPPIJ VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM. ADVERTENTIEN: 1—5 regds ƒ0.75. Elke regel meer 15 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Advertenties van Vraag en Aanbod 13 regels 25 cent, elke regel meer 10 cent. Ingezonden medcdeelingen dubbele prijs. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: ƒ2000.— bij algeheele invaliditeit; ƒ600.— bij overlijden; f400.—bij verlies van een hand, voet of oog; ƒ250.bij verlies van een duim; ƒ150.bij verlies van een wijsvinger; 100.— bij breukrvan bovèn- en/of onderarm; 100.— bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen: 2000.bij over lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen, enz, 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. De Demagoog moet regeeren. Duitschlands fantastische regeeringspoli- tiek van het laatste jaar heeft nu geleid tot een kabinet van „nationale concentratie". Zoo heet het officieel. Maar het Centrum en de Beiersche Volkspartij zijn er nog niet in vertegenwoordigd. Vermoedelijk zal dat niet lukken ook. Lukt het niet, dan heeft het ka binet geen parlementaire meerderheid, en hangt in den Rijksdag van de genade van het Centrum af, dat het kan dulden zoolang het verkiest. Natuurlijk kan het, evenals zijn voorgangers, den Rijksdag negeeren en „per aanstelling" van den rijkspresident von Hin denburg het bewind voeren. Dit schijnt meer Hitleriaansch. Hitler is de nieuwe, de zóo- veelste na-oorlogsche Rijkskanselier. Zonder den Rijksdag zou hij de dictatuur kunnen gaan voerenals hij de meerderheid in zijn eigen kabinet had. Maar die heeft hij niet. Hij is in de minderheid tegenover de Duitsch-Nationalen, Stahlhelm en de Land volkpartij, die alle ook in het kabinet zitten. Vooral tegenover de Duitsch-Nationalen is hij in een minderheids-positie. Vlak naast hem zit Von Papen, enkele maanden geleden nog zijn „politieke doodsvijand", thans zijn promotor tot het Rijkskanselierschap. En daarnaast zit de Duitsch-Nationale leider Hugenberg De demagoog Hitier, de volksmenner en partij-organisator, moet nu regeeren. Maar hoe? Het meest lijkt het op een pijnlijke noodzaak, hem opgelegd. Hij kon er, bij het dalen van zijn demagogische fortuin, niet meer van tussclien. Maar zóo, op deze manier, heeft de man die eerst droomde van den grooten opmarsch naar Berlijn, later van het verwerven van een parlementaire meerder heid, het nooit gewild. Hij heeft de dictatuur niet, hij heeft de nationaal-socialistische meerderheid evenmin. Hij is er netjes in ge schoven, er tussehen geschoven, en voor hem ligt de taak te manoeuvreeren, te marchan- deeren met andere partijen en leiders, zooals zijn voorgangers in het Rijkskanselierschap dat ook hebben moeten doen. Maar het is nimmer zijn plan geweest. Hitier staat aan het hoofd van zijn partij als een dictatoriaal leider. Zijn woord is wet voor zijn volgelingen. De Leider, mét een. hoofdletter (en een theatraal gebaar) is de partij. In de oppositie was dat vol te houden. Aan 'hét bewind had hij het willen voortzet ten. Hij is nu aan het bewindmaar met andere Leiders, die hun hoofdletter evenzeer op prijs stellen als hij. Von Papen, Hugen berg, Seldte, Schwerin, von Neuratlihet zijn allerminst menschen die hun hart aan I-Iitler verpand hebben. Buiten zijn eigen partij heeft hij tot dusver uitgeblonken in het alom scheppen van zoo fel mogelijke te genstanders. Hoe dit. nieuwste Duitschè experiment in de practijk zal werken kan niemand voor spellen. Er is nog niet eens een officieele re- geeringsverklaring. Er zijn alleen wat mede- deelingen van den Hitleriaan Frick, thans minister van Binnenlandsche Zaken, en die betreffen slechts dingen die de regeering niet zal doen. Dit is kenmerkend-Hitleriaansch. Het is evenwel veel moeilijker om uit te ma ken wat men wèl zal doen. En de verklaring dat de persvrijheid niet opgeheven zal wor den „als de pers zich daarnaar gedraagt" is minstgenomen van erg twijfelachtige waar de. Hoe de socialistische pers te keer zal gaan, om te zwijgen van de communistische, is nu al wel duidelijk genoeg. Belangwekkend zou het zijn de „histoire intime" van deze kabinetsformatie te weten. Von Papen is feitelijk als formateur opge treden. Hij heeft het vertrouwen van clen rijkspresident. Hitier heeft dat blijkbaar nim mer gehad, hetgeen niemand verbazen kan, want hoe moet een oude Pruisische landjon ker over een nationaal-socialist, die zijn kracht aan demagogisch beleid, aan het han dig bewerken van een ontevreden volksmassa ontleent, denken? Het kan bezwaarlijk opti mistisch zijn, om van instemming maar te zwijgen. Toch heeft de rijkspresident zich door Von Papen en eventueele andere raadgevers laten bewegen Hitler het rijkskanselierschap aan te bieden. Het is zeer eenzaam op de hoogste toppen, vooral als de gids, di'e u er heen bracht, uw persoonlijke tegenstander is. En hij kan u laten vallen. Misschien ontpopt Hitier zich nog als een man van practische politiek, van marchan deer enen partijmanoeuvres. Het zou een nieuwe openbaring zijn, en algemeene ver bazing wekken. Voor de internationale toenadering is dit uiterst-rechtsche Duitsche kabinet alleen een rem. Hugenberg is de profeet-zelve van de autarkie, en men zou zoo zeggen dat men met de Economische Wereldconferentie beter even kan wachten tot deze regeering geval len is. Mogelijk zal het al heele gauw gebeu ren. Wat de internationale ontwapening aangaatenfin, dat begrijpt iedereen. In welk land deze Duitsche regeering met in stemming en vertrouwen, laat staan „nieuwe hoop" ontvangen zal worden, weet ik niet. Tot dusver is nog geen enkel bericht van dien aard uit eenige hoofdstad binnengekomen. R. P. AGENDA TE HAARLEM WOENSDAG 1 FEBRUARI Stadsschouwburg: Ballet Kurt Jooss met Der Grüne Tisch. 8.15 uur. Cinema Palace: „Kiki". Op het tooneel: Dumas, Neerlands populaire humorist. 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Een meisje van he den". Op het tooneel: Roosje Kohier met haar vijf Harmony Ladies. 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Carnavalsvlinder" gn „De gemaskerde ruiter". 8.15 uur. IJMUIDEN DE REDDINGBOOT IN 1932. DE „NOORD- EN ZUID-HOLLANDSCHE" REDDE SEDERT DE OPRICHTING 5602 MENSCHENLEVENS. Eenigen tijd geleden verscheen in ons blad een interessant artikel van de hand van onzen plaatsgenoot den heer D. Kruyff over het Engelsche reddingwezen; we hebben kunnen lezen welk een menschlievend werk deze reeds sedert meer dan een eeuw be staande instelling heeft verricht. Tienduizen den menschenlevens werden in den loop van haar bestaan gered Ook de Nedeiiandsche redders zijn paraat. Nederland is niet, als Engeland aan alle kanten omringd door water. Maar dat ook ons land een instelling bezit, die het mate riaal heeft en de manschappen om bij schip breuken op onze kust hulp te verleenen blijkt wel uit het vólgende. Voor ons ligt „De Reddingboot" no. 35 van Januari 1933, waarin een opsomming voor komt van hetgeen door de reddingbooten van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding- Maatschappij in 1932 is verricht. Door het aantal in genoemd jaar geredde schipbreuke lingen steeg het totaal aantal geredden sedert de oprichting der maatschappij in 1824 tot 5602, of gemiddeld meer dan 50 per jaar. Als de stormwind loeit langs onze kusten, als een dikke mist den zeeman het uitzicht belemmert en de zeestoomers of visschers- vaartuigen dreigen op het strand te loopen, liggen in de havens de reddingbooten gereed, om op het eerste noodsein uit te varen en hulp te bieden aan den in nood verkeerenden zeeman, van welke nationaliteit hij ook mag zijn. Niets is er, dat de moedige bemanning weerhoudt, om haar menschlievende taak te verrichten en menigmaal moesten redders hun heldenmoed met den dood bekoopen. Nergens- beter dan in IJmuiden, waar we het werk van de wachters van onze kust zoo dikwijls van nabij hebben meegemaakt, betzij bij oefeningen, betzij wanneer een scheeps ramp nabij onze haven was geschied, kan men eerbied hebben voor het werk van deze dapperen en al hebben we geen Dorus Rijkers in ons midden, ook onder de bemanningen der hier gestationneerde booten of onder de oud-gedienden zijn er aan te wijzen, die méér dan éénmaal hun leven op het spel zetten om dat van hun medeménschen te redden. Sober en onopgesmukt zijn de beschrijvin gen in „De Reddingboot" van de verrichte reddingen. Men zou ze kunnen beschouwen als het werk van den geschiedschrijver, die dat alles heeft opgeteekend om aan het nage slacht te vertellen wat er alzoo in het jaar 1932 is verricht, evenals in de annalen van de maatschappij de onopgesmukte verhalen zijn opgeteekend van het werk van een vorig ge slacht. Wat gebeurde er aan de kust? Bij het doorlezen van de beschrijvingen der verrichte reddingen komen weer herinnerin gen op aan verschillende scheepsrampen, die het vorig jaar op verschillende plaatsen in ons lang geschiedden. Het jaar was nog slechts eenige dagen oud toen de Stanfries IV op haar reis van Amsterdam naar Leeuw arden in een hevigen Zuidwesterstorm ten onder ging. De boot was niet op tijd te Har- lingen aangekomen. De motorreddingbooten C. A. den Tex van Harlingen en Hilda van Lemmer voeren uit ter redding. De Stanfries IV was echter met man en muis vergaan. Den 13en Maart redde de „Zeemanshoop" van Scheveningen de bemanning van den zeilschokker „De Valk". Den Hen April redde de bemanning van de „Insulinde" de beman ning van het op het Bornrif gestrandde s.s. „Nobis" van Stettin. Ziehier wat de heer H. Th. de Booy, ad junct-secretaris der maatschappij o.a. over deze redding schreef: „Bürkow (de kapitein van de „Nobis") wil nog niet van boord, maar roept Toxopeüs toe gereed te blijven. De trossen komen stijf. Volle kracht slaan de sleepbooten vooruit. Er zit beweging in de „Nobis". Zal zij loskomen? Maar het zwaar geladen schip is reeds te veel vastgezogen in het Bornrif: de sleeptros sen brekenen nu moet Bürkow ook con- stateeren, dat zijn schip is lekgeslagen. Er staat 2 meter water in de machine kamer, de luiken van het voorruim dreigen zich te begeven. De branding wordt heviger, het tijdstip van hoogwater is voorbij en de kans op vlotkomen is thans wel verkeken. Hij praait de in de witrollende branding dansende en springende „Insulinde". Nu is het oogenblik voor Toxopeüs gekomen. Met vaste hand brengt hij de „Insulinde" lang zaam maar zeker naast de „Nobis", profitee- rend van een „slechtje" en een tros wordt overgeworpen. De twee Steegstra's vieren den tros als een zware breker de „Insulinde" achteruit gooit, Toxopeüs laat de motoren dan volle kracht vooruit werken om de ver loren plaats te herwinnén. en onderwijl springt de bemanning van de „Nobis" één voor één in het springnet van de „Insulinde". Het zijn uiterst spannende en gevaarvolle momenten. Bürkow wil nog niet weg, hij kan zijn schip, dat hein lief is geworden, nog niet ver laten. De„Insulinde" verlaat het wrak, blijft wachten. Toxopeüs wil den kapitein niet achterlaten, de zeeën worden gevaarlijker, reeds is een der sloepen zwaar beschadigd, het voorluik is ingeslagen, het schip zakt die per weg. Hij komt weer'langszij de kapitein is niet meer te zien; Toxopeüs vreest het ergste, er zijn zooveel voorbeelden van kapiteins die met hun schip ondergingen. De luchtsirene van de „Insulinde" loeit, wit stuift de branding over het achterschip van de „Nobis", groote watermassa's storten op het dek. Daar komt Bürkow aan dek. Hij heeft de Duitsche vlag onder zijn arm, loopt naar het achterschip, neemt zijn pet af en hijscht langzaam en statig de vlag van zijn vaderland. De geredde bemanning op de „In sulinde" ontbloot eveneens het hoofd. Dan rent Bürkow naar de plaats waar lilj op de „Insulinde" kan springen, een gewel dige zee" breekt over het achterschip, vlag, vlaggestok en een sloep die aan s.b. in de takels hing, meesleurend. Net op tijd springt Bürkow aan boord van de reddingboot. Toxopeüs vaart nu direct naar buiten, zijn scheepje springt als .een dartel veulen door de schuimende zee. Hij laat de vlag van de N.Z.H. Reddingmij in top hijschen, helder staat het oranje en blauw tegen de stormlucht. Allé hens gered! Drie uur later is hij te Oostmahorn. 18 uur aan één stuk door hebben de beide Kromhout- motoren gedraaid. De „Insulinde" heeft een goeden dag gehad." In den vroegen morgen van den 2jlen Juni bracht de „Insulinde" de drie opva renden van een Duitsch zeil jachtje te Oost mahorn binnen. Het te Kopenhagen thuisbehoorende zeil jacht „Astrid" met6 opvarenden (vier heeren en twee dames) aan boord heeft eerst (den 26en Juli) de „Insulinde", later (den Ten Augustus)) de „Dorus Rijkers tot uitva ren genoopt. Men zal zich de avontuurlijke reis van dit scheepje herinneren. Schipper Toxopeüs van de „Insulinde" was uitge varen op het bericht, dat de „Astrid" binnen het Pinkegat aan den grond was geloopen. De bemanning wilde het schip echter niet verlaten met uitzondering van één der dames die genoeg van het avontuur had. Het jacht kwam vlot, om in den nacht van 1 op 2 Augustus op de Zuidkust van Texel te stran den. Op Zondagmorgen 7 Augustus verkeer den de bergers aan boord van het jacht in gevaar. De bemanning redde echter zichzelf door overboord te springen en naar het strand te zwemmen,. Den 25en October redde de „Dorus Rijkers" de bemanning van den op den Z.W.-punt van Texel gestranden motorkotter II. D. 108; in den vroegen morgen van den len Decem ber bracht de Hilda de opvarenden, schip per, vrouw, zoon en knecht van het op het ondiepe water van het Vrouwezand in nood verkeer end motorschip „Margrietha" van Zuidhorn te Stavoren binnen. Zondag 18 December verrichtte de „Bran- daris" mooi werk met de redding van de uit 19 man bestaande equipage van den te Leer thuisbehoorenden stoomharinglogger Harald. De „Neeltje Jacoba" is eenige malen uit gevaren in verband met strandingen van loggers nabij en in onze haven. Haar hulp was echter niet noodig. Het boekje bevat voorts een verslag van de 3e Internationale Conferentie van Reddings diensten, gehouden 2124 Juni te Rotterdam, op welke conferentie ons land o.a. vertegen woordigd was door den heer C. Oud. Een woord tot alle Nederlanders. Het volgende slotwoord nemen we uit het boekje over: Er waait een zware storm. Een schip komt in gevaar van stranden. De kustwacht van den vuurtoren ziet het. Hij waarschuwt. Dan komen onze zwijgende mannen van de red dingboot. Zij hebben vertrouwen in hun boot, die door allerbeste krachten en van allerbest materiaal is gebouwd en die, door de wijze waarop zij is samengesteld, de ervaring toont van een eeuw van reddingswerk. Zij hebben ook vertrouwen in zich zeiven. Zij willen toonen wat ze kunnen. Zij weten, dat er menschen in gevaar zijn. Wie zal er gaan als zij niet gaan. Dus gaan ze. Langer dan 108 jaar wordt dit mooie en onmisbare werk ge organiseerd en uitgeoefend door de Noord en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij. De kosten van dit werk, de dure redding booten, de oefeningen, de premies na red dingen, zorg voor oude redders en voor hun nagelaten betrekkingen, tezamen nu circa 150.000 gulden per jaar bedragende, ze wor den niet van u geëischt in den vorm van be lastingen. Ze worden vrijwillig bijeengebracht door hen, die de noodzakelijkheid inzien, dat het Reddingwezen aan onze kust in goeden staat verkeert en die sympathie heb ben met onze moedige kustbewoners, die hun diensten vrijwillig geven in de moei lijke omstandigheden. Mogen wij u het bovenstaande eens ernstig in overweging geven. Wij weten, dat de moei lijke tijden bezuiniging eischen. Het is echter mogelijk, dat gij er niet mede bekend zijt, hoezeer wij uwe hulp noodig hebben om onze taak naar den eisch te kunnen ver vullen. Alle beetjes helpen. Wij kunnen uwe bijdrage niet missen. Vermelden we tenslotte nog. dat de „vloot" der maatschappij bestaat uit 32 redding booten, waarvan 9 motorreddingbooten. HET FONDS VOOR SOCIALE VOORZIENINGEN Men meldt ons het volgende: In verband met het schrijven van de hee ren Krijger en van der Steen aan den Raad van Toezicht en Advies op het Fonds voor Sociale Voorzieningen inzake het Notulen boek van de vergaderingen van den Raad van Beheer van dat Fonds, heeft de Secretaris van den Raad van Toezicht en Advies Mr. J. H. Thiel te Haarlem, een bespreking gehad zoowel met den heer Krijger als niet den heer Brandsteder. Deze besprekingen hadden plaats op 31 Januari. EEN TRAWLER VERKOCHT VOOR 590.—. EERSTE BODEEN RONDJE KOFFIE! Het is alweer eenige jaren geleden, dat in de Visschershaven binnenliep de te Gees- temünde thuisbehoorenre stoomtrawler Jade. Sinsdien heeft de trawler de Visschershaven niet meer verlaten. Het was een eenigszins vreemde geschiedenis. De trawler kwam van Antwerpen en in IJmuiden werd er beslag op gelegd namens de bemanning, omdat de reederij achterstallig was met het uitbetalen der gages. Met was dus een geval, analoog met dat van het Maandag te Rotterdam verkochte Joego-Slavische stoomschip Gjuro Milosevic, met dit verschil, dat de beman ning van den Joego-Slaaf met geen stok van boord te krijgen was en die van de Jade haar schip vaarwel zeide en er niet meer naar om keek. En sindsdien lag de Jade in de Vis schershaven op haar lauweren te rusten. Het schip is er in die jaren niet beter op geworden. De huid is natuurlijk ingevreten door roest en clandestiene sloopers hebben natuurlijk hun best gedaan om het den wet tigen slooper wat gemakkelijker te maken, zoodat de trawler die toen hij in IJmuiden binnenkwam, misschien wél f 20.000 zou heb ben opgebracht nu heel wat in waarde is achteruitgegaan. Hetgeen op de verkooping, die Dinsdag morgen ten overstaan van den deurwaarder Kollenberg plaats vond, duidelijk zou blij ken. Het ging niet vlot. Vóórdat de afslager zijn stem liet hooren, stond een der candidaat- koopers op. Is de boot vrij van schuld? Dat wist de deurwaarder niet. In elk geval wordt hij verkocht met de eventueele schul den die er op de boot rusten. Dan koopen we hem niet. Net zooals u wilt, zeide de deurwaarder. Maar men zou het toch maar eens pro- beeren. Wat wordt er geboden, heeren? Een stem: „Een rondje koffie." Ten slotte zette de afslager de trawler in op 100 gulden. Toen ging het langzaam, met 10 gulden tegelijk omhoog. Er waren slechts twee aan bod, de deurwaarder en een handelaar in oud ijzer. Deze laatste werd tenslotte „reeder" voor de somma vanf 590. Als nu de bemanning maar niet met haar vordering komt. DE STAKING IN HET VISSCHERIJBEDRIJF DE VISCHHANDEL EN DE LOGGERVISCH. Zooals men uit de in ons blad van gisteren opgenomen circulaire heeft kunnen lezen heeft het bestuur der IJmuider Federatie zich op het standpunt gesteld, dat de loggerlos- sing niets met de staking heeft uit te staan. Om deze reden werd dan ook toegestaan, dat de loggers door de leden der IJmuider Fede ratie werden gelost. Toen Maandagnacht eenige havenarbei ders, leden van de IJmuider Federatie zich voor het werk kwamen melden, weigerde de factoor, toevallig zelf vischhandelaar, deze aan te nemen, wetende, dat de visch, wan neer bij de lossing leden der Federatie hulp hadden verleend, door den vischhandel niet gekocht zou worden. Er werden toen eenige leden van den Christelijken Bond aange nomen. Naar wij vernemen zullen zoolang de Vischhandelvereeniging haar te dezer zake genomen besluit handhaaft, geen leden der IJmuider Federatie voor de loggerlossing worden aangenomen. GEM. VISSCHERIJSCHOOL Bij het op 26. 27, 28 en 30 Januari gehou den schooleindexamen. slaagden voor het diploma „Motordrijver op visschersvaartui- gen" de heeren E. F. de Leeuw, J. Kraak en C. Ripper, allen te IJmuiden: en voor het diploma „motordrijver ter koopvaardij" de heeren J. Koningstein, D. D. v. d. Laag, H. Wiegman en D. Koudenburg allen te IJmuiden. LEGER DES HEILS. Donderdag 2 Februari a.s. des avonds 8 uur hoopt majoor Knuttel een causerie te houden over het Heilige Land. De Majoor heeft Palestina enkele malen be zocht en heeft daar zeer'interessante foto's gemaakt, zij zal haar toespraak verduidelij ken met lichtbeelden. VELSEN EINDSTAND KEGELCONCOURS TEN BATE VAN HET CRISlS-COMITé Korpsbaan. Drietallenwedstrijd. 1. Rang, Beverwijk. 195. 2. N. W. T. L., Am sterdam 187, 3. Twee Duifjes, Amsterdam 183 4. Rang III, Beverwijk 182. 5. D. O. K., Bloe- mendaal 173. 6. Twee Duifjes II. Amsterdam 172, 7. Koekoek, Alkmaar 172. 3. Alles Om, IJmuiden 172. 9. N. W. T. L„ Amsterdam 170, 10. S. S. S., Haarlem 168. Hoogste Korpswerpers: G. Genefaas, Alkmaar 72, J. Coppens, Ee- verwyk 71, C. P. Verkroost, Amsterdam 67. Crisisbaan: C. Twisk. IJmuiden-Oost 74. J. Verwer, IJmuiden 72, C. M. Meyer. Bloemcndaal 69, v. d. Wiel, IJmuiden-Oost 65. Vrije baan: 1. J. Coppens. Beverwijk 43 43 41 41 39, 2. H. v. Duinen, Haarlem 43 43 41 41 35 3. W. v. Heyst, Driehuis, 41 41 41 40 40, 4. A. Snep, Amsterdam 41 40 40 39, 5. J. Tabois. Velsen 41 40 40 38, 6. H. H. Meyer. Volsen 41 37 36, 7. J. Diepen, Alkmaar 41, 3. W. de Graauw, Beverwijk 40 33 33, 9. J. Ros. IJmuiden 40 32 32, 10. C. Schoo, Velsen 39, 88, 11. J. Jan- son, IJmuiden-O. 39 37 35, 12. G. Haeyen, Amsterdam 39 37 32. 13. J. dc Vries, Amster dam 39 36. 14. De Ridder. Amsterdam 39 36, 15. H. v. Roozendaal, Velsen 39 35, 16. Ree- mers, Haarlem 39, 28; 17. Jimmink. Alkmaar 39 27; 18. j. Metz, Alkmaar 39; 19. Th. J. Ver- zijlbergh. IJm.-O. 39; 20. J. H. Cottaar, IJm.- Oost 38 37 36 36 „DE NEDERLANDSCHE PADVINDERS". De afdeeling Velsen-Beverwijk van „de Nederlandsche Padvinders" houdt Dinsdag 14 Februari a.s. haar jaarvergadering in het Troepenhuis in Velserbeek. BEVERWIJK DE BURGEMEESTER GAAT HEEN. NA 35 DIENSTJAREN. In de Dinsdagmiddag gehouden vergade ring van den gemeenteraad heeft de voor zitter medegedeeld, dat hij aan H.M. de Ko ningin ontslag zal vragen als burgemeester dezer gemeente en zulks met ingang van 1 Juni a.s. De mededeeling kwam voor vele raadsle den geheel onverwacht, hoewel het sinds eenigen tijd geen geheim meer was, dat de ontslagname van den burgemeester tegemoet kon worden gezien. Burgemeester Jhr. J. C. W. Strick van Lin- schoten, meent, dat thans (je i tijd gekomen is, om van zijn rust te gaau genieten, na gedurende een periode van 35 jaren als hool'd dezer gemeente een zeer werkzaam aandeel te hebben gehad in den groei en ontwikke ling van Kennemerland's marktplaats. Inder daad een belangrijk aandeel, want burge meester Jhr. Strick van Linschoten was een zeer actief man, wien tijd noch moeite te veel was, waar het gold de belangen van zijn in menig opzicht zoo mooie gemeente te dienen. In de volle kracht van zijn leven heeft hij zich daaraan altijd met groote am bitie gegeven. Hij bestuurde een gemeente, die haar eigenaardige moeilijkheden had, maar die hem als vlottende gemeente aan den anderen kant toch ook weer veel voldoe ning schonk. In de verfraaiing en de ontwikkeling van Beverwijk had de burgemeester een zeer groot aandeel en bijna spreekwoordelijk was onder de burgeren zijn groote zin voor orde en regel, vooral ook voor netheid, niet alleen ten raadhuize. maar vooral ook in zijn ge meente zelf. Beverwijk heeft burgemeester Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Lin schoten stellig zeer veel te danken. Populair in den waren zin van het woord was de bur gemeester niet en hij streefde daarnaar ook niet. Hij voelde zich naar eigen verklaring soms zelfs geïsoleerd. Nochtans is de erkenning van zijn vele verdiensten voor de. gemeente algemeen en. vrijwel iedere ingezetene weet hoe het hoofd der gemeente met een bijna rusteloozen ijver de zaak van het algemeen belang diende. 15 Maart 1898 volgde Jhr. J. C. W. Strick van Linschoten den heer Jhr. G. S. Boreel, die toen benoemd was tot lid van Gedepu teerde Staten, als burgemeester op. Zijn loopbaan in de gemeentezaken begon hij als secretaris van Anna Paulowna en daarna in dezelfde functie te Haarlemmer- liede. Van 18921898 was Jhr. Strick van Linschoten burgemeester yan Texel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 1