HET NIEUWE AVONDBLAD
VGDD VELSEN. BE VER WUK eO.
1fie 'JAARGANG No. 78
WOENSDAG 1 FEBR. 1933
IJMUIDEP COURANT
ABONNEMENTEN: per week ft) cents, per maand
40 cents plus cents incasso, per kwartaal ƒ1.20 plus
5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
KantoorKennemerlaan 42 - IJmuiden - Telefoon 521
VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN.
UITGAVE LOURENS COSTER, MAATSCHAPPIJ VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V.
DIRECTIE: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM.
ADVERTENTIEN: 1—5 regds ƒ0.75. Elke regel meer
15 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Advertenties
van Vraag en Aanbod 13 regels 25 cent, elke regel
meer 10 cent. Ingezonden medcdeelingen dubbele prijs.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
ƒ2000.— bij algeheele invaliditeit; ƒ600.— bij overlijden; f400.—bij verlies van
een hand, voet of oog; ƒ250.bij verlies van een duim; ƒ150.bij verlies van
een wijsvinger; 100.— bij breukrvan bovèn- en/of onderarm; 100.— bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen: 2000.bij over
lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen,
enz, 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze
verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam.
De Demagoog moet regeeren.
Duitschlands fantastische regeeringspoli-
tiek van het laatste jaar heeft nu geleid tot
een kabinet van „nationale concentratie".
Zoo heet het officieel. Maar het Centrum en
de Beiersche Volkspartij zijn er nog niet in
vertegenwoordigd. Vermoedelijk zal dat niet
lukken ook. Lukt het niet, dan heeft het ka
binet geen parlementaire meerderheid, en
hangt in den Rijksdag van de genade van
het Centrum af, dat het kan dulden zoolang
het verkiest. Natuurlijk kan het, evenals zijn
voorgangers, den Rijksdag negeeren en „per
aanstelling" van den rijkspresident von Hin
denburg het bewind voeren. Dit schijnt meer
Hitleriaansch. Hitler is de nieuwe, de zóo-
veelste na-oorlogsche Rijkskanselier. Zonder
den Rijksdag zou hij de dictatuur kunnen
gaan voerenals hij de meerderheid in
zijn eigen kabinet had. Maar die heeft hij
niet. Hij is in de minderheid tegenover de
Duitsch-Nationalen, Stahlhelm en de Land
volkpartij, die alle ook in het kabinet zitten.
Vooral tegenover de Duitsch-Nationalen is
hij in een minderheids-positie. Vlak naast
hem zit Von Papen, enkele maanden geleden
nog zijn „politieke doodsvijand", thans zijn
promotor tot het Rijkskanselierschap. En
daarnaast zit de Duitsch-Nationale leider
Hugenberg
De demagoog Hitier, de volksmenner en
partij-organisator, moet nu regeeren. Maar
hoe? Het meest lijkt het op een pijnlijke
noodzaak, hem opgelegd. Hij kon er, bij het
dalen van zijn demagogische fortuin, niet
meer van tussclien. Maar zóo, op deze manier,
heeft de man die eerst droomde van den
grooten opmarsch naar Berlijn, later van het
verwerven van een parlementaire meerder
heid, het nooit gewild. Hij heeft de dictatuur
niet, hij heeft de nationaal-socialistische
meerderheid evenmin. Hij is er netjes in ge
schoven, er tussehen geschoven, en voor hem
ligt de taak te manoeuvreeren, te marchan-
deeren met andere partijen en leiders, zooals
zijn voorgangers in het Rijkskanselierschap
dat ook hebben moeten doen. Maar het is
nimmer zijn plan geweest.
Hitier staat aan het hoofd van zijn partij
als een dictatoriaal leider. Zijn woord is wet
voor zijn volgelingen. De Leider, mét een.
hoofdletter (en een theatraal gebaar) is de
partij. In de oppositie was dat vol te houden.
Aan 'hét bewind had hij het willen voortzet
ten. Hij is nu aan het bewindmaar met
andere Leiders, die hun hoofdletter evenzeer
op prijs stellen als hij. Von Papen, Hugen
berg, Seldte, Schwerin, von Neuratlihet
zijn allerminst menschen die hun hart aan
I-Iitler verpand hebben. Buiten zijn eigen
partij heeft hij tot dusver uitgeblonken in
het alom scheppen van zoo fel mogelijke te
genstanders.
Hoe dit. nieuwste Duitschè experiment in
de practijk zal werken kan niemand voor
spellen. Er is nog niet eens een officieele re-
geeringsverklaring. Er zijn alleen wat mede-
deelingen van den Hitleriaan Frick, thans
minister van Binnenlandsche Zaken, en die
betreffen slechts dingen die de regeering niet
zal doen. Dit is kenmerkend-Hitleriaansch.
Het is evenwel veel moeilijker om uit te ma
ken wat men wèl zal doen. En de verklaring
dat de persvrijheid niet opgeheven zal wor
den „als de pers zich daarnaar gedraagt" is
minstgenomen van erg twijfelachtige waar
de. Hoe de socialistische pers te keer zal gaan,
om te zwijgen van de communistische, is nu
al wel duidelijk genoeg.
Belangwekkend zou het zijn de „histoire
intime" van deze kabinetsformatie te weten.
Von Papen is feitelijk als formateur opge
treden. Hij heeft het vertrouwen van clen
rijkspresident. Hitier heeft dat blijkbaar nim
mer gehad, hetgeen niemand verbazen kan,
want hoe moet een oude Pruisische landjon
ker over een nationaal-socialist, die zijn
kracht aan demagogisch beleid, aan het han
dig bewerken van een ontevreden volksmassa
ontleent, denken? Het kan bezwaarlijk opti
mistisch zijn, om van instemming maar te
zwijgen.
Toch heeft de rijkspresident zich door Von
Papen en eventueele andere raadgevers
laten bewegen Hitler het rijkskanselierschap
aan te bieden. Het is zeer eenzaam op de
hoogste toppen, vooral als de gids, di'e u er
heen bracht, uw persoonlijke tegenstander is.
En hij kan u laten vallen.
Misschien ontpopt Hitier zich nog als een
man van practische politiek, van marchan
deer enen partijmanoeuvres. Het zou een
nieuwe openbaring zijn, en algemeene ver
bazing wekken.
Voor de internationale toenadering is dit
uiterst-rechtsche Duitsche kabinet alleen een
rem. Hugenberg is de profeet-zelve van de
autarkie, en men zou zoo zeggen dat men
met de Economische Wereldconferentie beter
even kan wachten tot deze regeering geval
len is. Mogelijk zal het al heele gauw gebeu
ren. Wat de internationale ontwapening
aangaatenfin, dat begrijpt iedereen. In
welk land deze Duitsche regeering met in
stemming en vertrouwen, laat staan „nieuwe
hoop" ontvangen zal worden, weet ik niet.
Tot dusver is nog geen enkel bericht van dien
aard uit eenige hoofdstad binnengekomen.
R. P.
AGENDA TE HAARLEM
WOENSDAG 1 FEBRUARI
Stadsschouwburg: Ballet Kurt Jooss met
Der Grüne Tisch. 8.15 uur.
Cinema Palace: „Kiki". Op het tooneel:
Dumas, Neerlands populaire humorist.
7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: „Een meisje van he
den". Op het tooneel: Roosje Kohier met
haar vijf Harmony Ladies. 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Carnavalsvlinder"
gn „De gemaskerde ruiter". 8.15 uur.
IJMUIDEN
DE REDDINGBOOT IN 1932.
DE „NOORD- EN ZUID-HOLLANDSCHE"
REDDE SEDERT DE OPRICHTING
5602 MENSCHENLEVENS.
Eenigen tijd geleden verscheen in ons blad
een interessant artikel van de hand van
onzen plaatsgenoot den heer D. Kruyff over
het Engelsche reddingwezen; we hebben
kunnen lezen welk een menschlievend werk
deze reeds sedert meer dan een eeuw be
staande instelling heeft verricht. Tienduizen
den menschenlevens werden in den loop van
haar bestaan gered
Ook de Nedeiiandsche redders zijn
paraat.
Nederland is niet, als Engeland aan alle
kanten omringd door water. Maar dat ook
ons land een instelling bezit, die het mate
riaal heeft en de manschappen om bij schip
breuken op onze kust hulp te verleenen blijkt
wel uit het vólgende.
Voor ons ligt „De Reddingboot" no. 35 van
Januari 1933, waarin een opsomming voor
komt van hetgeen door de reddingbooten van
de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-
Maatschappij in 1932 is verricht. Door het
aantal in genoemd jaar geredde schipbreuke
lingen steeg het totaal aantal geredden sedert
de oprichting der maatschappij in 1824 tot
5602, of gemiddeld meer dan 50 per jaar.
Als de stormwind loeit langs onze kusten,
als een dikke mist den zeeman het uitzicht
belemmert en de zeestoomers of visschers-
vaartuigen dreigen op het strand te loopen,
liggen in de havens de reddingbooten gereed,
om op het eerste noodsein uit te varen en
hulp te bieden aan den in nood verkeerenden
zeeman, van welke nationaliteit hij ook mag
zijn. Niets is er, dat de moedige bemanning
weerhoudt, om haar menschlievende taak te
verrichten en menigmaal moesten redders
hun heldenmoed met den dood bekoopen.
Nergens- beter dan in IJmuiden, waar we
het werk van de wachters van onze kust zoo
dikwijls van nabij hebben meegemaakt, betzij
bij oefeningen, betzij wanneer een scheeps
ramp nabij onze haven was geschied, kan
men eerbied hebben voor het werk van deze
dapperen en al hebben we geen Dorus Rijkers
in ons midden, ook onder de bemanningen
der hier gestationneerde booten of onder de
oud-gedienden zijn er aan te wijzen, die méér
dan éénmaal hun leven op het spel zetten om
dat van hun medeménschen te redden.
Sober en onopgesmukt zijn de beschrijvin
gen in „De Reddingboot" van de verrichte
reddingen. Men zou ze kunnen beschouwen
als het werk van den geschiedschrijver, die
dat alles heeft opgeteekend om aan het nage
slacht te vertellen wat er alzoo in het jaar
1932 is verricht, evenals in de annalen van de
maatschappij de onopgesmukte verhalen zijn
opgeteekend van het werk van een vorig ge
slacht.
Wat gebeurde er aan de kust?
Bij het doorlezen van de beschrijvingen der
verrichte reddingen komen weer herinnerin
gen op aan verschillende scheepsrampen, die
het vorig jaar op verschillende plaatsen in
ons lang geschiedden. Het jaar was nog
slechts eenige dagen oud toen de Stanfries
IV op haar reis van Amsterdam naar Leeuw
arden in een hevigen Zuidwesterstorm ten
onder ging. De boot was niet op tijd te Har-
lingen aangekomen. De motorreddingbooten
C. A. den Tex van Harlingen en Hilda van
Lemmer voeren uit ter redding. De Stanfries
IV was echter met man en muis vergaan.
Den 13en Maart redde de „Zeemanshoop"
van Scheveningen de bemanning van den
zeilschokker „De Valk". Den Hen April redde
de bemanning van de „Insulinde" de beman
ning van het op het Bornrif gestrandde s.s.
„Nobis" van Stettin.
Ziehier wat de heer H. Th. de Booy, ad
junct-secretaris der maatschappij o.a. over
deze redding schreef:
„Bürkow (de kapitein van de „Nobis") wil
nog niet van boord, maar roept Toxopeüs toe
gereed te blijven. De trossen komen stijf.
Volle kracht slaan de sleepbooten vooruit. Er
zit beweging in de „Nobis". Zal zij loskomen?
Maar het zwaar geladen schip is reeds te
veel vastgezogen in het Bornrif: de sleeptros
sen brekenen nu moet Bürkow ook con-
stateeren, dat zijn schip is lekgeslagen.
Er staat 2 meter water in de machine
kamer, de luiken van het voorruim dreigen
zich te begeven. De branding wordt heviger,
het tijdstip van hoogwater is voorbij en de
kans op vlotkomen is thans wel verkeken.
Hij praait de in de witrollende branding
dansende en springende „Insulinde". Nu is
het oogenblik voor Toxopeüs gekomen. Met
vaste hand brengt hij de „Insulinde" lang
zaam maar zeker naast de „Nobis", profitee-
rend van een „slechtje" en een tros wordt
overgeworpen. De twee Steegstra's vieren den
tros als een zware breker de „Insulinde"
achteruit gooit, Toxopeüs laat de motoren
dan volle kracht vooruit werken om de ver
loren plaats te herwinnén. en onderwijl
springt de bemanning van de „Nobis" één
voor één in het springnet van de „Insulinde".
Het zijn uiterst spannende en gevaarvolle
momenten.
Bürkow wil nog niet weg, hij kan zijn
schip, dat hein lief is geworden, nog niet ver
laten. De„Insulinde" verlaat het wrak, blijft
wachten. Toxopeüs wil den kapitein niet
achterlaten, de zeeën worden gevaarlijker,
reeds is een der sloepen zwaar beschadigd,
het voorluik is ingeslagen, het schip zakt die
per weg.
Hij komt weer'langszij de kapitein is niet
meer te zien; Toxopeüs vreest het ergste, er
zijn zooveel voorbeelden van kapiteins die
met hun schip ondergingen.
De luchtsirene van de „Insulinde" loeit,
wit stuift de branding over het achterschip
van de „Nobis", groote watermassa's storten
op het dek. Daar komt Bürkow aan dek. Hij
heeft de Duitsche vlag onder zijn arm, loopt
naar het achterschip, neemt zijn pet af en
hijscht langzaam en statig de vlag van zijn
vaderland. De geredde bemanning op de „In
sulinde" ontbloot eveneens het hoofd.
Dan rent Bürkow naar de plaats waar lilj
op de „Insulinde" kan springen, een gewel
dige zee" breekt over het achterschip, vlag,
vlaggestok en een sloep die aan s.b. in de
takels hing, meesleurend.
Net op tijd springt Bürkow aan boord van
de reddingboot. Toxopeüs vaart nu direct
naar buiten, zijn scheepje springt als .een
dartel veulen door de schuimende zee. Hij
laat de vlag van de N.Z.H. Reddingmij in top
hijschen, helder staat het oranje en blauw
tegen de stormlucht.
Allé hens gered!
Drie uur later is hij te Oostmahorn. 18 uur
aan één stuk door hebben de beide Kromhout-
motoren gedraaid. De „Insulinde" heeft een
goeden dag gehad."
In den vroegen morgen van den 2jlen
Juni bracht de „Insulinde" de drie opva
renden van een Duitsch zeil jachtje te Oost
mahorn binnen.
Het te Kopenhagen thuisbehoorende zeil
jacht „Astrid" met6 opvarenden (vier
heeren en twee dames) aan boord heeft eerst
(den 26en Juli) de „Insulinde", later (den
Ten Augustus)) de „Dorus Rijkers tot uitva
ren genoopt. Men zal zich de avontuurlijke
reis van dit scheepje herinneren. Schipper
Toxopeüs van de „Insulinde" was uitge
varen op het bericht, dat de „Astrid" binnen
het Pinkegat aan den grond was geloopen.
De bemanning wilde het schip echter niet
verlaten met uitzondering van één der dames
die genoeg van het avontuur had. Het jacht
kwam vlot, om in den nacht van 1 op 2
Augustus op de Zuidkust van Texel te stran
den. Op Zondagmorgen 7 Augustus verkeer
den de bergers aan boord van het jacht in
gevaar. De bemanning redde echter zichzelf
door overboord te springen en naar het
strand te zwemmen,.
Den 25en October redde de „Dorus Rijkers"
de bemanning van den op den Z.W.-punt
van Texel gestranden motorkotter II. D. 108;
in den vroegen morgen van den len Decem
ber bracht de Hilda de opvarenden, schip
per, vrouw, zoon en knecht van het op het
ondiepe water van het Vrouwezand in nood
verkeer end motorschip „Margrietha" van
Zuidhorn te Stavoren binnen.
Zondag 18 December verrichtte de „Bran-
daris" mooi werk met de redding van de uit
19 man bestaande equipage van den te Leer
thuisbehoorenden stoomharinglogger Harald.
De „Neeltje Jacoba" is eenige malen uit
gevaren in verband met strandingen van
loggers nabij en in onze haven. Haar hulp
was echter niet noodig.
Het boekje bevat voorts een verslag van de
3e Internationale Conferentie van Reddings
diensten, gehouden 2124 Juni te Rotterdam,
op welke conferentie ons land o.a. vertegen
woordigd was door den heer C. Oud.
Een woord tot alle Nederlanders.
Het volgende slotwoord nemen we uit het
boekje over:
Er waait een zware storm. Een schip komt
in gevaar van stranden. De kustwacht van
den vuurtoren ziet het. Hij waarschuwt. Dan
komen onze zwijgende mannen van de red
dingboot. Zij hebben vertrouwen in hun boot,
die door allerbeste krachten en van allerbest
materiaal is gebouwd en die, door de wijze
waarop zij is samengesteld, de ervaring toont
van een eeuw van reddingswerk. Zij hebben
ook vertrouwen in zich zeiven. Zij willen
toonen wat ze kunnen. Zij weten, dat er
menschen in gevaar zijn. Wie zal er gaan als
zij niet gaan. Dus gaan ze. Langer dan 108
jaar wordt dit mooie en onmisbare werk ge
organiseerd en uitgeoefend door de Noord
en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij.
De kosten van dit werk, de dure redding
booten, de oefeningen, de premies na red
dingen, zorg voor oude redders en voor hun
nagelaten betrekkingen, tezamen nu circa
150.000 gulden per jaar bedragende, ze wor
den niet van u geëischt in den vorm van be
lastingen. Ze worden vrijwillig bijeengebracht
door hen, die de noodzakelijkheid inzien,
dat het Reddingwezen aan onze kust in
goeden staat verkeert en die sympathie heb
ben met onze moedige kustbewoners, die
hun diensten vrijwillig geven in de moei
lijke omstandigheden.
Mogen wij u het bovenstaande eens ernstig
in overweging geven. Wij weten, dat de moei
lijke tijden bezuiniging eischen. Het is echter
mogelijk, dat gij er niet mede bekend zijt,
hoezeer wij uwe hulp noodig hebben om
onze taak naar den eisch te kunnen ver
vullen. Alle beetjes helpen.
Wij kunnen uwe bijdrage niet missen.
Vermelden we tenslotte nog. dat de „vloot"
der maatschappij bestaat uit 32 redding
booten, waarvan 9 motorreddingbooten.
HET FONDS VOOR SOCIALE
VOORZIENINGEN
Men meldt ons het volgende:
In verband met het schrijven van de hee
ren Krijger en van der Steen aan den Raad
van Toezicht en Advies op het Fonds voor
Sociale Voorzieningen inzake het Notulen
boek van de vergaderingen van den Raad van
Beheer van dat Fonds, heeft de Secretaris
van den Raad van Toezicht en Advies Mr. J.
H. Thiel te Haarlem, een bespreking gehad
zoowel met den heer Krijger als niet den
heer Brandsteder.
Deze besprekingen hadden plaats op 31
Januari.
EEN TRAWLER VERKOCHT
VOOR 590.—.
EERSTE BODEEN RONDJE KOFFIE!
Het is alweer eenige jaren geleden, dat in
de Visschershaven binnenliep de te Gees-
temünde thuisbehoorenre stoomtrawler Jade.
Sinsdien heeft de trawler de Visschershaven
niet meer verlaten. Het was een eenigszins
vreemde geschiedenis. De trawler kwam van
Antwerpen en in IJmuiden werd er beslag op
gelegd namens de bemanning, omdat de
reederij achterstallig was met het uitbetalen
der gages. Met was dus een geval, analoog
met dat van het Maandag te Rotterdam
verkochte Joego-Slavische stoomschip Gjuro
Milosevic, met dit verschil, dat de beman
ning van den Joego-Slaaf met geen stok van
boord te krijgen was en die van de Jade haar
schip vaarwel zeide en er niet meer naar om
keek. En sindsdien lag de Jade in de Vis
schershaven op haar lauweren te rusten.
Het schip is er in die jaren niet beter op
geworden. De huid is natuurlijk ingevreten
door roest en clandestiene sloopers hebben
natuurlijk hun best gedaan om het den wet
tigen slooper wat gemakkelijker te maken,
zoodat de trawler die toen hij in IJmuiden
binnenkwam, misschien wél f 20.000 zou heb
ben opgebracht nu heel wat in waarde is
achteruitgegaan.
Hetgeen op de verkooping, die Dinsdag
morgen ten overstaan van den deurwaarder
Kollenberg plaats vond, duidelijk zou blij
ken.
Het ging niet vlot. Vóórdat de afslager zijn
stem liet hooren, stond een der candidaat-
koopers op.
Is de boot vrij van schuld?
Dat wist de deurwaarder niet. In elk geval
wordt hij verkocht met de eventueele schul
den die er op de boot rusten.
Dan koopen we hem niet.
Net zooals u wilt, zeide de deurwaarder.
Maar men zou het toch maar eens pro-
beeren.
Wat wordt er geboden, heeren?
Een stem: „Een rondje koffie."
Ten slotte zette de afslager de trawler in
op 100 gulden.
Toen ging het langzaam, met 10 gulden
tegelijk omhoog. Er waren slechts twee aan
bod, de deurwaarder en een handelaar in
oud ijzer.
Deze laatste werd tenslotte „reeder" voor
de somma vanf 590.
Als nu de bemanning maar niet met haar
vordering komt.
DE STAKING IN HET
VISSCHERIJBEDRIJF
DE VISCHHANDEL EN DE LOGGERVISCH.
Zooals men uit de in ons blad van gisteren
opgenomen circulaire heeft kunnen lezen
heeft het bestuur der IJmuider Federatie zich
op het standpunt gesteld, dat de loggerlos-
sing niets met de staking heeft uit te staan.
Om deze reden werd dan ook toegestaan, dat
de loggers door de leden der IJmuider Fede
ratie werden gelost.
Toen Maandagnacht eenige havenarbei
ders, leden van de IJmuider Federatie zich
voor het werk kwamen melden, weigerde de
factoor, toevallig zelf vischhandelaar, deze
aan te nemen, wetende, dat de visch, wan
neer bij de lossing leden der Federatie hulp
hadden verleend, door den vischhandel niet
gekocht zou worden. Er werden toen eenige
leden van den Christelijken Bond aange
nomen.
Naar wij vernemen zullen zoolang de
Vischhandelvereeniging haar te dezer zake
genomen besluit handhaaft, geen leden der
IJmuider Federatie voor de loggerlossing
worden aangenomen.
GEM. VISSCHERIJSCHOOL
Bij het op 26. 27, 28 en 30 Januari gehou
den schooleindexamen. slaagden voor het
diploma „Motordrijver op visschersvaartui-
gen" de heeren E. F. de Leeuw, J. Kraak en
C. Ripper, allen te IJmuiden:
en voor het diploma „motordrijver ter
koopvaardij" de heeren J. Koningstein, D.
D. v. d. Laag, H. Wiegman en D. Koudenburg
allen te IJmuiden.
LEGER DES HEILS.
Donderdag 2 Februari a.s. des avonds 8
uur hoopt majoor Knuttel een causerie te
houden over het Heilige Land.
De Majoor heeft Palestina enkele malen be
zocht en heeft daar zeer'interessante foto's
gemaakt, zij zal haar toespraak verduidelij
ken met lichtbeelden.
VELSEN
EINDSTAND KEGELCONCOURS TEN BATE
VAN HET CRISlS-COMITé
Korpsbaan. Drietallenwedstrijd.
1. Rang, Beverwijk. 195. 2. N. W. T. L., Am
sterdam 187, 3. Twee Duifjes, Amsterdam 183
4. Rang III, Beverwijk 182. 5. D. O. K., Bloe-
mendaal 173. 6. Twee Duifjes II. Amsterdam
172, 7. Koekoek, Alkmaar 172. 3. Alles Om,
IJmuiden 172. 9. N. W. T. L„ Amsterdam 170,
10. S. S. S., Haarlem 168.
Hoogste Korpswerpers:
G. Genefaas, Alkmaar 72, J. Coppens, Ee-
verwyk 71, C. P. Verkroost, Amsterdam 67.
Crisisbaan:
C. Twisk. IJmuiden-Oost 74. J. Verwer,
IJmuiden 72, C. M. Meyer. Bloemcndaal 69,
v. d. Wiel, IJmuiden-Oost 65.
Vrije baan:
1. J. Coppens. Beverwijk 43 43 41 41 39,
2. H. v. Duinen, Haarlem 43 43 41 41 35 3. W.
v. Heyst, Driehuis, 41 41 41 40 40, 4. A. Snep,
Amsterdam 41 40 40 39, 5. J. Tabois. Velsen
41 40 40 38, 6. H. H. Meyer. Volsen 41 37 36,
7. J. Diepen, Alkmaar 41, 3. W. de Graauw,
Beverwijk 40 33 33, 9. J. Ros. IJmuiden 40
32 32, 10. C. Schoo, Velsen 39, 88, 11. J. Jan-
son, IJmuiden-O. 39 37 35, 12. G. Haeyen,
Amsterdam 39 37 32. 13. J. dc Vries, Amster
dam 39 36. 14. De Ridder. Amsterdam 39 36,
15. H. v. Roozendaal, Velsen 39 35, 16. Ree-
mers, Haarlem 39, 28; 17. Jimmink. Alkmaar
39 27; 18. j. Metz, Alkmaar 39; 19. Th. J. Ver-
zijlbergh. IJm.-O. 39; 20. J. H. Cottaar, IJm.-
Oost 38 37 36 36
„DE NEDERLANDSCHE PADVINDERS".
De afdeeling Velsen-Beverwijk van „de
Nederlandsche Padvinders" houdt Dinsdag
14 Februari a.s. haar jaarvergadering in het
Troepenhuis in Velserbeek.
BEVERWIJK
DE BURGEMEESTER GAAT
HEEN.
NA 35 DIENSTJAREN.
In de Dinsdagmiddag gehouden vergade
ring van den gemeenteraad heeft de voor
zitter medegedeeld, dat hij aan H.M. de Ko
ningin ontslag zal vragen als burgemeester
dezer gemeente en zulks met ingang van 1
Juni a.s.
De mededeeling kwam voor vele raadsle
den geheel onverwacht, hoewel het sinds
eenigen tijd geen geheim meer was, dat de
ontslagname van den burgemeester tegemoet
kon worden gezien.
Burgemeester Jhr. J. C. W. Strick van Lin-
schoten, meent, dat thans (je i tijd gekomen
is, om van zijn rust te gaau genieten, na
gedurende een periode van 35 jaren als hool'd
dezer gemeente een zeer werkzaam aandeel
te hebben gehad in den groei en ontwikke
ling van Kennemerland's marktplaats. Inder
daad een belangrijk aandeel, want burge
meester Jhr. Strick van Linschoten was een
zeer actief man, wien tijd noch moeite te
veel was, waar het gold de belangen van zijn
in menig opzicht zoo mooie gemeente te
dienen. In de volle kracht van zijn leven
heeft hij zich daaraan altijd met groote am
bitie gegeven. Hij bestuurde een gemeente,
die haar eigenaardige moeilijkheden had,
maar die hem als vlottende gemeente aan
den anderen kant toch ook weer veel voldoe
ning schonk.
In de verfraaiing en de ontwikkeling van
Beverwijk had de burgemeester een zeer
groot aandeel en bijna spreekwoordelijk was
onder de burgeren zijn groote zin voor orde
en regel, vooral ook voor netheid, niet alleen
ten raadhuize. maar vooral ook in zijn ge
meente zelf. Beverwijk heeft burgemeester
Jhr. Jan Carel Wendel Strick van Lin
schoten stellig zeer veel te danken. Populair
in den waren zin van het woord was de bur
gemeester niet en hij streefde daarnaar ook
niet. Hij voelde zich naar eigen verklaring
soms zelfs geïsoleerd.
Nochtans is de erkenning van zijn vele
verdiensten voor de. gemeente algemeen en.
vrijwel iedere ingezetene weet hoe het hoofd
der gemeente met een bijna rusteloozen ijver
de zaak van het algemeen belang diende.
15 Maart 1898 volgde Jhr. J. C. W. Strick
van Linschoten den heer Jhr. G. S. Boreel,
die toen benoemd was tot lid van Gedepu
teerde Staten, als burgemeester op.
Zijn loopbaan in de gemeentezaken begon
hij als secretaris van Anna Paulowna en
daarna in dezelfde functie te Haarlemmer-
liede. Van 18921898 was Jhr. Strick van
Linschoten burgemeester yan Texel.