WILHELM RICHARD WAGNER. ZIJN LEVENSLOOP. EEN BRIDCEPROBLEEM. EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. |J M UID E R COURANT DINSDAG 7 FEBRUARI 1933 1883 13 Februari 1933. Richard Wagner Toen Wagner reeds lang een veelomstre den figuur was door sommigen blind ver good, "door anderen even consequent ver vloekt schreef hij„Het is met mijn leven heel vreemd gesteld. Wie het nauwkeurig nagaat, moet inzien, dat slechts één begeerte er een voorname rol in speelt: de behoefte aan rust en vrede. Daarentegen is mijn uiter lijke levensloop zoodanig, dat de meest op avonturen verzotte zonderling zich geen an dere had kunnen wenschen". Zoo teekent Wagner zelf de kwellende strij digheid van zijn willen en zijn moeten. Deze man, die tot de markantste persoonlijkheden van 'de kunstwereld der vorige eeuw behoort, die geheel nieuwe wegen insloeg en daarom verguisd werd, die een nieuwen vorm: het muzikale drama schiep, zou dus volgens zijn eigen verklaring een rustelo:ze zoe ker naar rust zijn geweest. Hij werd den 22sten Mei 1313 als negende zoon van een politie-ambtenaar te Leipzig geboren. Nadat zijn vader was gestorven, kreeg zijn stiefvader. Geyer, een veelzijdige kunstenaar, grooten invloed op den ontvan- kelijken jongen. Richard liep vrijwel voor al les warm, wat op muziek of litteratuur leek. Al vroeg begon hij te componeer en en zijn vlijt op school leed daar nogal onder. Op ze keren dag zette hij het zich in het hoofd, dat hij muziek zou studeeren. Deze studie bestond aanvankelijk in een uiterst losbandig leven. Eindelijk gelukte het den voorzanger Weinlig den jeugdigen, zeer begaafden losbol voor ernstig werk te interesseeren. Zijn eerste ouverture viel als een baksteen, maar met z'n C-dur symphonic, die werd uitgevoerd onder leiding van Heinrich Laube, boekte hij een artistiek succes. Dit leverde intusschen niet veel geld op en Wagner trok de -wereld in om te slagen. In 1833 werd hij te Würzburg, waar zijn broer operazanger en regisseur was, dirigent. Zijn eerste opera's „De feeën" en „Het lief desverbod" werden hier geschreven. Vermeld zij nog, dat Wagner te Würzburg tien gulden per maand ontving. Nadien was hij kapelmeester te Lauchstadt, Maag denburg en Riga en in November 1836 trouw de hij met de tooneelspeelster Minna Plan ner, die volgens hem „uit het schmieren- milieu als een heilige te voorschijn trad". Te Riga liep het eindelijk ook mis; zijn po gingen om zich daar door het schrijven van krantenartikelen te bedruipen, faalden en over Londen nam hij de vlucht naar Parijs, waar hij zijn opera „Riënzi" (naar den roman van Bulwer Lytton) wilde uitbrengen. Drie jaar bleef hij daar, om dan tot de ontdek king te komen, dat „een arm musicus, die redelijke eischen stelt", in Parijs geen kans heeft. Op het titelblad der partituur van „De vliegende Hollander", welk werk hij in zeven weken vervaardigde, zette hij: „Temidden van nacht en ellende! Per aspera ad astra. God geve het. R. W." Ook schreef hij in dien tijd: „Ik ben nog steeds dezelfde snuiter zonder geld met mooie vooruitzichtenDeze mooie vooruitzich ten bestonden in het hofkapelmeesterschap te Dresden. De betrekking kreeg hij inder daad na het sensationeele succes van .Riënzi" (op 20 October 1840 te Berlijn) en van „De vliegende Hollander" op 2 Januari 1843 te Dresden). Reeds in '42 was hij naar Duitsch- land teruggekeerd. Zeven jaar lang wijdde hij zich nu aan eén hervorming van tooneel en orkest en aan de opvoeding van het publiek. Hij bereikte niet veel. Bij de opvoering van „Tannhauser" in 1845 ontstonden al moeilijkheden. Een voor stelling te geven van „Lohengrin" bleek zelfs onmogeüjk. In 1849 was hij gedwongen Dresden te verlaten, daar hij had deelgenomen aan re- volutionnaire bewegingen. Vijftien jaren zwerven waren van dit laatste het gevolg. Hij trok eerst naar Weimar, hier wist Liszt een uitvoering van ..Lohengrin" te organisee- ren. Daarop toog hij naar Würzburg; van daar begaf hij zich naar Parijs en vervolgens naar Londen. Tenslotte vestigde hij zich in Zürich, na een verblijf te Bordeaux. Een te Zürich wonende koopman, Wesendonk ge naamd, bood hem een tuinhuis in het park van zijn villa als asyl aan. Voor 't eerst in zijn leven betrok Wagner een eigen, rustige en vredige woning. In die periode heeft hij zijn grootste daden op artistiek gebied verricht. Geïnspireerd werd hij o.a. door Mathilde Wesendonk, de vrouw van zijn gastheer, die hij zelf zijn eer ste en eenige liefde op het hoogtepunt van zijn levensweg noemt. Hij schreef in Zwitserland o.a. „De kunst en de revolutie", „Het kunstwerk der toe komst" en „Opera en drama". Ook de tekst van de tetralogie „Der Ring der Nibelungen" (Rheingold, Die Walküre, Siegfried, Gotter- damering) werd hier op papier gezet. Door de jaloezie van zijn vrouw was Wag ner genoodzaakt Zürich te verlaten en het zwerven begon opnieuw. Na Venetië, waar „Tristan und Isolde" werd afgeschreven, kwamen Luzern, Parijs en Weenen. Geen wonder dus, dat Wagner de uitnoodiging van Ludwig H, koning van Beieren, om naar Münehen te komen, met beide handen aan greep. De kunstenaar, die al heel lang zwer- vensmoe was, moet zijn tranen niet hebben kunnen bedwingen, toen de gelukstijding hem bereikte. Op den 4en Mei 1864 stond hij voor 't eerst van aangezicht tot aangezicht tegenover den Beierschen vorst, die drie jaar lang een van zijn trouwste vrienden werd. Deze Ludwig was een schoonheidzoeker, die als 't ware was overrompeld door 't manus cript van „De Ring der Nibelungen". Doch dezelfde mensch, die als aestheticus Wagner bewonderaar werd, kon het als vorst niet verhinderen, dat zijn vriend aan de hof intri ges ten'prooi viel. Na de catastrophe begaf de componist zich opnieuw naar Zwitserland. Ludwig zorgde er voor, dat Wagner geen financieele zorgen had. De laatste kon later het huis Tribschen bij Luzern koopen. Hans von Bülow, de knap pe Wagner-dirigent, bewerkte, dat de roem van den meester niet slonk. Von Bülow's echtgenoote Cosima Liszt (een dochter van Franz) werd Wagners tweede vrouw. Het huwelijk tusschen hen werd den 25sten Augustus 1870 voltrokken. Wagner had de lang ontbeerde geestelijke verzorg ster gevonden. Langzaam rijpte intusschen het plan, om na zoovele artistieke tegenslagen een apart theater in een bepaalde omgeving op eigen bodem te stichten, teneinde het Duitsche mu zikale drama tot bloei te brengen. Tenslotte werd dit denkbeeld werkelijkheid. Den 22sten Mei 1372 werd op den heuvel van Bayreuth de'eerste steen gelegd van een Wagnerthea- ter. „Parzifal", Wagners laatste werk, is te Bayreuth in het jaar 1882 niet minder dan zestien maal opgevoerd. In 1883 ondernam Wagner een reis naar Ve netië om daar genezing te vinden voor eeni ge kwalen. Op 13 Februari is hij daar door een beroerte getroffen. Zijn stoffelijk over schot werd naar Bayreuth vervoerd, waar het in den tuin van zijn huis „Wahnfried' (waar zijn „Walmen" „Frieden" vond) begraven werd. Over een tekort aan bekendheid heeft Wagner op lateren leeftijd niet te klagen ge had; over te weinig vijanden evenmin. Zijn tegenstanders moet hij meer hebben lief ge had dan zijn vergoders. tenminste wanneer hij ernstig meende, wat hij eens schreef over het genie. „Gelukkig is het genie, dat nooit geluk had. Het is zichzelf zoo dierbaar. Wat beteekent dan nog het geluk?" „Kan je liegen?" „Neen". Wagners tweede vrouw: Cosina Liszt. „Nu ben je verboden, veracht. Geen fat soenlijk mensch spreekt meer met je. Dus: hoop steeds, dat je goede genius je zooiets bespaart. Lach, wees lichtzinnig, maar duld en martel je zelf: zoo wordt alles nog goed. Droom! Dat is het allerbeste!" Deze woorden werden echter geschreven vóór Bayreuth. Hoe 't zij, Wagner behoort thans tot de officieel erkende genieën en zijn muziek zal wel geapprecieerd worden, zoo lang er menschen leven. Sommigen zullen haar mooi vinden, omdat de naam Wagner indruk op hen maakt, anderen zullen haar liefhebben om haars zelfs wil. Misschien dacht de muziekdramaturg', dien ieder ontwikkeld mensch thans herdenkt, bij het neerschrijven van hetgeen wij boven aan haalden wel aan de eerste soort aanbidders, wier oor gewillig is, maar ook lang. Een kostbaar geschenk (ingesloten bij een brief aan Mathilde Wesendonk). (In California moet de bridge-deskundige Culbertson optreden als getuige in een aanklacht wegens mishandeling door een vrouw tegen haar man, die tijdens een partijtje kaart tooedend werd, toen zij met harten uitkwam, nadat hij schoppen had geboden.) Culbertson. de hoogepriester van den eeredïenst der kaart, En als Salomo van wijsheid in de bridgekunst zeer vermaard, Is gedagvaard als getuige in een zaak van groot gewicht, Die de hevigste ontstichting bij een echtpaar heeft gesticht. Partners in het groote leven, was dit paar het ook in 't. spel, En waar dat op uit moest draaien, nou dat snappen jullie wel. Vrouwlief klaagde bij den kadi", dat zij wreed mishandeld was En zoo komt de vroede rechtbank aan dit bridgeprobleem te pas. Culbertson moet adviseeren als professor in de kunst En partijen dingen beiden om zijn hoogverheven gunst. 'k Weet niet of u bridge kunt spelen, maar de zaak is niet verward, Hij bood schoppen, zij moest openen en zij opende haar hart. Toen ontstak de man in woede, want dat vond hij geen systeem. Was zijn boosheid gerechtvaardigd? zie, daar heb je het probleem Ik sta vreemd voor vrouwenpsyche, want een vrouw, dat ben ik niet, Maar ik zou toch, dunkt me, zeggen: als een man me schoppen biedt En hij is dan nog mijn eigen wettig aangetrouwde man, Wel. dan bied ik, althans daarvoor, hem mijn hart niet gaarne an. Als die vrouw niettegenstaande alles dit toch heeft gedaan. Dan verdient, zij naar mijn meening. in een gouden lijst te staan. Als haar man haar dan mishandelt, lijkt dat een ondankbaar ding, Na de hartelijkheid, bewezen door haar als verschoppeling. En wanneer ik hoogepriester in de schoone bridgekunst was. En men vroeg mij om mijn oordeel, zou ik zeggen: nee, ik pas. Maar dit alles daargelaten, 't is toch wel een vreemde tijd, Als een zoo onschuldig kaartspel leidt tot zülken haat en nijd, Dat een echtelijke liefde wreed wordt in de war geschopt. Als een vrouwenhartje opent en al kloppend wordt geklopt. En ik hoop dat schoppenboer, straks voor den rechter, vol berouw, Down zal gaan en declareeren voor zijn meerdre, hartenvrouw. P. GASUS. 461e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 5de Klasse, 33de LUst Trekking van Maandag 6 Februari 1933 HOOGE PRIJZEN ƒ25.000.1621 1000.1910 2951 4612 15384 1 400.— 6241 6592 18909 19371 200.— 5682 6830 9692 12723 15524 17657 100.— 586 1635 1874 2621 2854 3400 3910 5106 5895 6850 7721 8305 9161 10959 11205 12352 13815 15451 17067 18722 .0320 20904 Prijzen van ƒ70. 8 100 210 223 372 636 651 722 897 941 970 1317 1359 1371 1401 1554 1563 1574 1705 1774 1786 1814 1366 1963 2035 2059 2211 2214 2271 2416 2445 2792 2906 2926 2979 3080 3182 3255 3324 3338 3399 3490 3611 3655 3685 3733 3821 3865 3946 3983 4071 4151 4442 4529 4638 4905 5173 5244 5311 5351 5357 5435 5705 5843 6039 6375 6495 6676 6778 6786 6883 7000 7133 7137 7446 7517 7689 7741 7758 7831 7935 8080 8157 3213 8235 8368 8406 8446 8513 8546 8576 8760 8902 8907 9065 9202 9210 9268 9440 9506 9611 9637 9651 9714 9746 9782 9823 9837 9848 9863 9908 9964 10102 10165 10207 10302 10337 10380 10406 10576 10738 10774 10944 11096 11148 11165 11183 11204 11228 11386 11662 11668 11689 11722 12009 12248 12265 12460 12509 12539 12573 12598 12650 12711 12729 12793 13049 13102 13132 13141 13385 13388 13497 13567 L3686 13830 13852 13939 13963 14044 14068 14105 14203 14213 14286 14306 14327 14435 14468 14586 14605 14662 14690 14701 14762 14823 14959 14993 L5058 15060 15070 15137 15440 15496 15502 15564 15596 15696 15821 15850 15897 15962 16079 16274 16359 16404 16504 16522 16662 16832 16908 16964 17084 17294 17364 17549 17591 17703 17716 18158 18248 18257 18325 18402 18510 18565 18639 18798 L8S33 18873 19073 19350 19523 19650 19704 19774 1.9783 19873 19988 20008 20170 20313 20523 20635 20640 20657 20803 20892 20898 NIETEN 3 63 78 119 197 227 246 263 277 283 361 397 400 405 418 453 490 506 516 513 560 583 625 631 663 666 684 685 690 770 806 817 840 854 861 895 899 909 913 930 954 967 988 1010 1023 1025 1033 1140 1156 1176 1280 1368 1390 1419 1438 1512 1520 1528 1580 1613 1620 1645 1682 1689 1891 1998 2023 2095 2104 2171 2213 2221 2250 2294 2333 2381 2390 2403 2418 2421 2542 2580 2582 2645 2714 2804 2834 2888 2908 2997 3013 3023 3113 3138 3146 3247 3285 3292 3335 3337 3401 3407 3432 3447 3466 3482 3495 3510 3584 3606 3652 3705 3732 3746 3753 3809 3824 3915. 3931 3943 3989 3991 4108 4169 4212 4263 4331 4343 4393 4444 4450 4494 4513 4524 4531 4537 4600 4605 4620 4622 4653 4683 4735 4742 4817 4824 4840 4934 4946 4955 4970 4990 5006 5056 5060 5089 5107 5115 5156 5215 5230 5237 5258 5295 5373 5403 5427 5429 5433 5434 5489 5512 5545 5552 5597 5686 5687 5718 5728 5747 5756 5794 5833 5835 5864 5877 5890 5897 5911 5917 5963 5977 6053 6083 6089 6136 6150 6177 6209 6228 6256 6290 6325 6341 6353 6359 6378 6398 6410 6422 6424 6442 6500 6518 6532 6535 6551 6660 6708 6732 6741 6749 6769 6799 6814 6839 6347 6896 6905 6910 6943 6966 6969 7003 7012 7073 7074 7088 7105 7112 7119 7163 7170 7194 7213 7260 7264 7276 7309 7351 7371 7432 7454 7475 7480 7544 7554 7557 7639 7656 7765 7771 7788 7790 7795 7812 7834 7851 7862 7866 7929 7969 8035 8046 8105 8112 8114 8117 8127 8134 8232 8241 8259 8266 8300 8306 8335 8339 8345 8362 8401 8408 8414 8423 8432 8490 8532 8552 8558 8602 8645 8652 8677 8718 8741 3746 8757 8763 8773 8817 8822 8874 8910 8917 8950 8998 9021 9023 9042 9048 9198 9203 9230 9247 9281 9332 9415 9468 9471 9500 9533 9560 9609 9610 9704 9709 9734 9749 9759 9779 9781 9816 9830 9880 9833 9910 9917 9957 9958 9969 9977 10047 10049 10055 10094 10113 10193 10232 10243 10375 10420 10478 10577 10612 10652 10653 10663 10690 10756 10762 10779 10799 10812 10895 10917 10950 10977 10983 10993 11017 11024 11098 11116 11193 11260 11279 11387 11430 11470 11476 11561 11599 11602 11652 11673 11701 11716 11729 11753 11759 11807 11837 11843 11846 11870 11917 11922 11925 11972 12001 12036 12080 12081 12086 12100 12108 12150 12167 12185 12212 12243 12246 12260 12341 12393 12401 12475 12487 12521 12540 12564 12583 12585 12586 12613 12615 12636 12653 12766 12784 12797 12853 12869 12900 12959 13014 13040 13050 13076 13101 13187 13214 13276 13293 13306 13317 13422 13428 13435 13461 13468 13519 13532 13562 13659 13746 13766 13782 13804 13814 13901 13952 13977 14032 14036 14058 14139 14176 14201 14204 14215 14233 14308 14388 14406 14451 14460 14478 14540 14544 14574 14691 14695 14699 14807 34809 14868 14904 14946 14962 15036 15046 15099 15113 15158 15189 15331 15369 15383 15386 15389 15405 15472 15488 15540 15549 15559 15570 15603 15665 15680 15689 15690 15704 15816 15881 15921 15947 16011 16027 16060 16110 16145 16151 16257 16363 16452 16459 16538 16636 16644 16657 16728 16784 16797 16881 16888 16897 16942 16963 16974 17022 17025 17037 17095 17159 17167 17229 17273 17290 17301 17310 17403 17469 17479 17519 17544 17580 17583 17592 17593 17617 17727 17787 17799 17809 17813 17830 17904 17965 17967 17977 17998 18049 18067 18079 18188 18192 18414 18415 18449 18518 18531 18641 18677 18698 18713 1.8718 18874 18913 1894.0 18967 18985 19128 19190 19216 19275 19305 19426 19472 19505 19535 19547 19554 19612 19623 19644 19744 19761 19851 19914 19916 19936 19938 20036 20038 20063 20068 20114 20202 20234 20353 20397 20412 20584 20621 20701 20710 20726 20940 20971 20973 Verbeteringen 5e klasse, 12e 14532; 15217 m. z. 15270. 1303Z 13227 13432 13571 13839 14099 14278 14479 14712 15006 15210 15434 15573 15766 16032 16368 16676 16906 17068 17293 17529 17646 17833 18008 18009 18590 18725 18995 19322 20164 20436 20755 18627 18750 19087 19354 19591 19812 19976 20178 20464 20D29 13260 13433 13648 13867 14134 14285 14499 14798 15015 15255 15470 15582 15771 16047 16403 16692 16937 17075 17295 17541 17653 17903 18040 18348 18636 18817 19119 19358 20183 20552 20936 lijst: 14531 m. Z. DE IN VRIJHEID GESTELDE NOTARIS. VELE VOORWAARDEN GESTELD. Naar het Handelsblad meedeelt heeft het Gerechtshof te Amsterdam voor de in vrij heid stelling van den notaris uit de Aufwer- tungszaak een uitgebreide reeks voorwaarden gesteld. Zoo moest de notaris weer een cautie van f 30.000 storten en zich verplichten op de zitting van het Hof, waar zijn zaak behandeld zal worden, te verschijnen. HAARLEMSCIIE ORKEST VEREENIGING. Dinsdagavond zal het Ledenconcert der Haarlemsche Orkest Vereeniging, dat onder leiding van haar dirigent Frits Schuurman in de Gemeentelijke Concertzaal te Haarlem aptreedt, de bekende cellist Max Orobio de Castro medewerken. Deze zal het Concert in G-groot voor cello met orkestbegeleiding van Eugen d'Albert uitvoeren. Vooraf gaan de Ouverture Manfred van Schumann en de Unvollendete, terwijl de Préludes van Liszt het.programma besluiten. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 6 Februari. Bevallen 3 Februari: J. C. v. d. Put—Staal, d.; C. SmitGeurts, d.; A. J. M. Petriv. Huizen, z.; A. E. Dijkstra—Vergouw, z.; 4 Februari: M. B. Kooreman—Versteeg, d. Overleden 2 Februari: J. P. G. van Kraa- lingen, 50 j., {jfcjaanschevaartstraat; C. A. v. Nes, 40 j„ Zijlweg; 3 Februari: P. J., 9 d„ z. v. J. J. van Eerden, Emosstraat; J. van Zomeren 81 j., Ged. Voldergracht. FEUILLETON Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. 11) (Nadruk verboden.) Een vreemde spanning tintelde door En dellion's zenuwen. Hij kreeg de eigenaardige gewaarwording in zekeren zin werkelijk Robert Dulverton te zijn en dat ge voel maakte de rol, die hij te spelen had, minder moeilijk. Na eenige minuten hadden ze den heuvel top bereikt en tegen de helling van de te genovergestelde zijde van de vallei, lag het huis, dat lange weken het voorwerp van Ralph Endellion's droomen was geweest. Hij kreeg een schok, toen het zich aan zijn be- tooverde oogen opdeed. Het overtrof zijn stoutste verwachtingen, het was veel mooier dan zelfs de enthousiaste beschrijving van den gestorven erfgenaam had kunnen doen vermoeden. Hooge olmen en eiken omgaven het met een gordel van lommer, schitterend- aangelegde tuinen en een uitgestrekt park glooiden naar de rivier, die zich als een breed lint van glinsterend zilver door het dal slinn gerde. Het statige en tegelijk vriendelijke huis was opgetrokken uit grijs graniet een juweel van oud-Engelschen kasteelenbouw. Endellion keek en keek het was alsof zijn blik zich niet kon verzadigen aan de schoon heid en liefelijkheid van dit kostelijke stuk architectuur. ,,'n Pracht van een bezitting", merkte Enny Yelland peinzend op. „Het goed van meneer Donnithorne kunt u Van hier ook zien". „Waar?.... Ik wist niet.... dat wil zeg gen „U moet het van dit punt honderden kee- ren gezien hebben!" riep Enny uit. „Kijk, hier!" Endellion's oogen volgden de richting van Enny's zweep en hij zag op een drie kilome ter afstand een groot, vierkant massief hee renhuis. „Miss Miriam is nog ongetrouwd, hè?" De oude man knikte. „Ja, ze vertellen wel dat de jonge meneer Arthur met haar wil trouwen, maar dan kan ook wel een praatje zijn." Endellion werd zich bewust dat hij Ar thur Dulverton haatte en hij deed zichzelf de gelofte dat van dit huwelijk nooit iets zou komen. Hij was de landheer van Dulverton... maar op dit punt aangeland, weigerden zijn gedachten verder te gaan. Het rijtuigje daalde langzaam naar de val lei af en hoe dichter hij het landgoed nader de hoe onwezenlijker zijn aanspraken hem gin gen toeschijnen. Waar haalde hij den moed vandaan, het huis dat eeuwenlang aan on getelde generaties van Dulvertons had be hoord, binnen te treden en zich uit te geven als eigenaar? Maar tegelijk betrapte hij zich erop dat een nieuw tot nog toe ongekend element, zijn geest was binnengeslopen. Ten slotte had hij iets van zijn vaders aard ge- erfd.. Op stuk van zaken was het leven een stuk kansspel en er was iets onweerstaan- baars-fascineerends. en opwindends in, om zijn aanspraken te laten gelden. Er vloeide speculantenbloed in zijn aderen, dat hem prikkelde met een worp alles op het spel te zetten. De rol, die hij moest-volhouden was zeker geen gemakkelijke, maar ieder spoor van vrees of beklemming had hij thans uit zijn hart gebannen. Als hij de eerste paar dagen kon doorkomen zonder argwaan te wekken zou de rest weinig moeilijkheden opleveren de eerste dagen, die brachten het grootste risico mee. Het feit, dat Trevor, "de halte-chef, de kruiers op het station en Enny Yelland hem zonder aarzelen als Robert Dulverton hadden geaccepteerd, vervulde hem met zelfvertrou wen en hij voelde grimmige vastbeslotenheid toen hij ten laatste voor den hoofdingang van de Manor uit het rijtuigje stapte. „Wil je even bellen, Enny?" verzocht hij, terwijl hij deed alsof hij met zijn bagage be zig was. Eenige seconden later hoorde hij het tinkelen van de bel, gevolgd door het geluid van voetstappen. De deur ging open en een hoogbejaard manhij moest minstens zeventig zijnwerd zichtbaar. Endellion besefte, dat nu de werkelijke vuurproef ging beginnen. „Hallo, meneer Peters, ik kom u iemand brengen!" riep Enny opgewonden. Endellion wendde een oogenblik het hoofd af. Nu dui zelde het hem toch even. „Wie?" vroeg de man in de deuropening. „Kunt u het niet zien?" vroeg Enny. Endellion keerde zich om en liep langzaam in de richting van den ingang. Toen hij op een afstand van den ouden man gekomen was bleef hij staan en keek hem rustig en onbevangen aan. De oude gaf hem zijn door dringenden, onderzoekenden blik terug en wel een halve minuut stonden ze elkaar zoo aan te staren. Herkenning, twijfel, hef tige verbazing, blijdschap, teekenden zich achtereenvolgens op het gelaat van den grij zen dienaar aftoen klonk het, een juich kreet opwellend uit het diepst van zijn hart: „De Hemel zij geprezen, het is meneer Ro bert!" „Dus je herkent me, Peters? Het is bijna acht jaar geleden, sinds we elkaar het laatst gezien hebben. Een heele-tijd! Maar jij ziet eruit alsof je geen dag ouder bent geworden." „Ja, ik herken u. ik herken u. U bent ver ouderd, maar ik herken u. Welkom, thuis." Ontroerd, de oogen vol tranen, greep hij Endellion's rechterhand. „Nog even kijken, meneer, om me te over tuigen dat ik niet droom, dat het meneer Robert is en niemand anders." Hij wreef zijn oogen uit en liet nogmaals zijn blik lang en ernstig op den ander rus ten. „U bent veranderd, meneer, dat staat vast maar het is hetzelfde gezicht". Hij staarde even in gepeins voor zich uit; toen: „O, waar om is u toch niet eerder thuisgekomen! Uw vader heeft zoo'n verdriet gehadik geloof dat het tenslotte zijn hart gebroken heeft. Ik hoop dat hier alles even goed zal gaan als vroeger, meneer. U moet mij mijn openhar tigheid ten goede houden, maar uw vader maakte zich bezorgd over de toekomst. U weet hoe na het landgoed hem aan het hart lag en dat udat u weg bent gegaan heeft hij zich verschrikkelijk aangetrokken." Enny Yelland was inmiddels weggereden en de - beide mannen waren nu alleen. „Ik begrijp het volkomen. Maar je hoeft niet bang te zijnik ben heelemaal veranderd de verandering is niet alleen uiterlijk,.... en ik zal mijn plicht doen tegenover ieder een." „Neemt u mij niet kwalijk, dat ik zoo vrij postig ben geweest, meneer. Ik heb met u ge speeld, toen u niet veel meer dan een baby was en toen u ouder werd, heb ik mij mis schien te veel vrijheden gepermitteerd dcor u ongevraagd raad te geven. Maar ik hield van u, meneer Bob en daarom „Ik weet het, Peters. Het is niet te verwon deren, dat je ongerust was over mij. Maar voor de toekomst is die ongerustheid niet meer noodig." „Ik was bang, dat u nooit meer terug zou komen, meneer Bob en ik was bang, dat als u terugkwamenfin, u weet wat ik bedoel meneer Bob. Vergeeft u het mijik ben meer dan vijftig jaar in dit huis in dienst geweest „Natuurlijk is er geen sprake van kwalijk nemen. Peters, vertel mij nu maar alles." Ze stonden nu in de hall en Peters begon zijn hart te luchten. „O, u hebt geen idee hoe opgewonden en van streek ik ben. Ik had het u al eerder moeten zeggen, meneer: ze zijn al vier uur hier". „Wie is hier?" „Uw oom". „Oom Arthur?" „Ja en uw neef en de advocaat". „De advocaat? Wat voor een advocaat?" „Komt u even mee in de eetzaal, meneer; daar kunnen we beter praten. Ze zijn op het oogenblik in de bibliotheek. „Maar wat doen ze daar in vredesnaam?" „Ik weet het niet, meneer Bob; niemand van ons weet het, maar je hoort zoo van alles en nog wat en ik zou zeggen dat het er op leek. dat er wat waar moet zijn van die ge ruchten. Maar uw terugkomst verandert na tuurlijk alles. Ik wilde maar dat u vooruit be richt had dat u kwam." „Over wat voor geruchten heb je het eigen lijk. Peters?" „Eerlijk gezegd meneer, ze vertelden dat u dood was." „Wie vertelde dat?" „Uw oom. Hij zei dat het langer dan een jaar geleden was dat uw vader het laatst van u gehoord hadenenfin, maan denlang gedraagt hij zich alsof hij hier de baas is. De jonge meneer Arthur comman deert ons allemaal, alsofoch, u kent zijn njanier van optreden, meneer Bob. En mevrouw Dixon is opgezegd, omdat „Nu,' waarom Peters?" moedigde Endellion aan. toen cle oude man de zin niet afmaakte. „Er is sprake van dat hij met Miss Miriam Donnithorne gaat trouwen. Maar als dat werkelijk zoo is, heeft hij immers toch ook geen huishoudster noodig. En mevrouw Dixon is hier ruim twintig jaar geweest." Endellion's brein werkte snel. Hij kende weliswaar mevrouw Dixon niet, maar Peter's opmerkingen hadden hem voldoende wegwijs gemaakt. „Dus mijn oom is hier in huis met Arthur en een advocaat?" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 3