WILHELM RICHARD WAGNER.
ZIJN LEVENSLOOP.
EEN BRIDCEPROBLEEM.
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
|J M UID E R COURANT
DINSDAG 7 FEBRUARI 1933
1883
13 Februari 1933.
Richard Wagner
Toen Wagner reeds lang een veelomstre
den figuur was door sommigen blind ver
good, "door anderen even consequent ver
vloekt schreef hij„Het is met mijn leven
heel vreemd gesteld. Wie het nauwkeurig
nagaat, moet inzien, dat slechts één begeerte
er een voorname rol in speelt: de behoefte
aan rust en vrede. Daarentegen is mijn uiter
lijke levensloop zoodanig, dat de meest op
avonturen verzotte zonderling zich geen an
dere had kunnen wenschen".
Zoo teekent Wagner zelf de kwellende strij
digheid van zijn willen en zijn moeten. Deze
man, die tot de markantste persoonlijkheden
van 'de kunstwereld der vorige eeuw behoort,
die geheel nieuwe wegen insloeg en daarom
verguisd werd, die een nieuwen vorm: het
muzikale drama schiep, zou dus volgens
zijn eigen verklaring een rustelo:ze zoe
ker naar rust zijn geweest.
Hij werd den 22sten Mei 1313 als negende
zoon van een politie-ambtenaar te Leipzig
geboren. Nadat zijn vader was gestorven,
kreeg zijn stiefvader. Geyer, een veelzijdige
kunstenaar, grooten invloed op den ontvan-
kelijken jongen. Richard liep vrijwel voor al
les warm, wat op muziek of litteratuur leek.
Al vroeg begon hij te componeer en en zijn
vlijt op school leed daar nogal onder. Op ze
keren dag zette hij het zich in het hoofd,
dat hij muziek zou studeeren. Deze studie
bestond aanvankelijk in een uiterst losbandig
leven. Eindelijk gelukte het den voorzanger
Weinlig den jeugdigen, zeer begaafden losbol
voor ernstig werk te interesseeren.
Zijn eerste ouverture viel als een baksteen,
maar met z'n C-dur symphonic, die werd
uitgevoerd onder leiding van Heinrich Laube,
boekte hij een artistiek succes. Dit leverde
intusschen niet veel geld op en Wagner trok
de -wereld in om te slagen.
In 1833 werd hij te Würzburg, waar zijn
broer operazanger en regisseur was, dirigent.
Zijn eerste opera's „De feeën" en „Het lief
desverbod" werden hier geschreven.
Vermeld zij nog, dat Wagner te Würzburg
tien gulden per maand ontving. Nadien
was hij kapelmeester te Lauchstadt, Maag
denburg en Riga en in November 1836 trouw
de hij met de tooneelspeelster Minna Plan
ner, die volgens hem „uit het schmieren-
milieu als een heilige te voorschijn trad".
Te Riga liep het eindelijk ook mis; zijn po
gingen om zich daar door het schrijven van
krantenartikelen te bedruipen, faalden en
over Londen nam hij de vlucht naar Parijs,
waar hij zijn opera „Riënzi" (naar den roman
van Bulwer Lytton) wilde uitbrengen. Drie
jaar bleef hij daar, om dan tot de ontdek
king te komen, dat „een arm musicus, die
redelijke eischen stelt", in Parijs geen kans
heeft.
Op het titelblad der partituur van „De
vliegende Hollander", welk werk hij in zeven
weken vervaardigde, zette hij: „Temidden
van nacht en ellende! Per aspera ad astra.
God geve het. R. W."
Ook schreef hij in dien tijd: „Ik ben nog
steeds dezelfde snuiter zonder geld met mooie
vooruitzichtenDeze mooie vooruitzich
ten bestonden in het hofkapelmeesterschap
te Dresden. De betrekking kreeg hij inder
daad na het sensationeele succes van .Riënzi"
(op 20 October 1840 te Berlijn) en van „De
vliegende Hollander" op 2 Januari 1843 te
Dresden). Reeds in '42 was hij naar Duitsch-
land teruggekeerd.
Zeven jaar lang wijdde hij zich nu aan eén
hervorming van tooneel en orkest en aan de
opvoeding van het publiek. Hij bereikte niet
veel. Bij de opvoering van „Tannhauser" in
1845 ontstonden al moeilijkheden. Een voor
stelling te geven van „Lohengrin" bleek zelfs
onmogeüjk.
In 1849 was hij gedwongen Dresden te
verlaten, daar hij had deelgenomen aan re-
volutionnaire bewegingen. Vijftien jaren
zwerven waren van dit laatste het gevolg.
Hij trok eerst naar Weimar, hier wist Liszt
een uitvoering van ..Lohengrin" te organisee-
ren. Daarop toog hij naar Würzburg; van
daar begaf hij zich naar Parijs en vervolgens
naar Londen. Tenslotte vestigde hij zich in
Zürich, na een verblijf te Bordeaux. Een te
Zürich wonende koopman, Wesendonk ge
naamd, bood hem een tuinhuis in het park
van zijn villa als asyl aan. Voor 't eerst in
zijn leven betrok Wagner een eigen, rustige
en vredige woning.
In die periode heeft hij zijn grootste daden
op artistiek gebied verricht. Geïnspireerd
werd hij o.a. door Mathilde Wesendonk, de
vrouw van zijn gastheer, die hij zelf zijn eer
ste en eenige liefde op het hoogtepunt van
zijn levensweg noemt.
Hij schreef in Zwitserland o.a. „De kunst
en de revolutie", „Het kunstwerk der toe
komst" en „Opera en drama". Ook de tekst
van de tetralogie „Der Ring der Nibelungen"
(Rheingold, Die Walküre, Siegfried, Gotter-
damering) werd hier op papier gezet.
Door de jaloezie van zijn vrouw was Wag
ner genoodzaakt Zürich te verlaten en het
zwerven begon opnieuw. Na Venetië, waar
„Tristan und Isolde" werd afgeschreven,
kwamen Luzern, Parijs en Weenen. Geen
wonder dus, dat Wagner de uitnoodiging van
Ludwig H, koning van Beieren, om naar
Münehen te komen, met beide handen aan
greep. De kunstenaar, die al heel lang zwer-
vensmoe was, moet zijn tranen niet hebben
kunnen bedwingen, toen de gelukstijding
hem bereikte. Op den 4en Mei 1864 stond hij
voor 't eerst van aangezicht tot aangezicht
tegenover den Beierschen vorst, die drie jaar
lang een van zijn trouwste vrienden werd.
Deze Ludwig was een schoonheidzoeker, die
als 't ware was overrompeld door 't manus
cript van „De Ring der Nibelungen". Doch
dezelfde mensch, die als aestheticus Wagner
bewonderaar werd, kon het als vorst niet
verhinderen, dat zijn vriend aan de hof intri
ges ten'prooi viel.
Na de catastrophe begaf de componist zich
opnieuw naar Zwitserland. Ludwig zorgde er
voor, dat Wagner geen financieele zorgen
had. De laatste kon later het huis Tribschen
bij Luzern koopen. Hans von Bülow, de knap
pe Wagner-dirigent, bewerkte, dat de roem
van den meester niet slonk.
Von Bülow's echtgenoote Cosima Liszt (een
dochter van Franz) werd Wagners tweede
vrouw. Het huwelijk tusschen hen werd den
25sten Augustus 1870 voltrokken. Wagner
had de lang ontbeerde geestelijke verzorg
ster gevonden.
Langzaam rijpte intusschen het plan, om
na zoovele artistieke tegenslagen een apart
theater in een bepaalde omgeving op eigen
bodem te stichten, teneinde het Duitsche mu
zikale drama tot bloei te brengen. Tenslotte
werd dit denkbeeld werkelijkheid. Den 22sten
Mei 1372 werd op den heuvel van Bayreuth
de'eerste steen gelegd van een Wagnerthea-
ter.
„Parzifal", Wagners laatste werk, is te
Bayreuth in het jaar 1882 niet minder dan
zestien maal opgevoerd.
In 1883 ondernam Wagner een reis naar Ve
netië om daar genezing te vinden voor eeni
ge kwalen. Op 13 Februari is hij daar door
een beroerte getroffen. Zijn stoffelijk over
schot werd naar Bayreuth vervoerd, waar het
in den tuin van zijn huis „Wahnfried' (waar
zijn „Walmen" „Frieden" vond) begraven
werd.
Over een tekort aan bekendheid heeft
Wagner op lateren leeftijd niet te klagen ge
had; over te weinig vijanden evenmin. Zijn
tegenstanders moet hij meer hebben lief ge
had dan zijn vergoders. tenminste wanneer
hij ernstig meende, wat hij eens schreef over
het genie. „Gelukkig is het genie, dat nooit
geluk had. Het is zichzelf zoo dierbaar. Wat
beteekent dan nog het geluk?"
„Kan je liegen?" „Neen".
Wagners tweede vrouw: Cosina Liszt.
„Nu ben je verboden, veracht. Geen fat
soenlijk mensch spreekt meer met je. Dus:
hoop steeds, dat je goede genius je zooiets
bespaart. Lach, wees lichtzinnig, maar duld
en martel je zelf: zoo wordt alles nog goed.
Droom! Dat is het allerbeste!"
Deze woorden werden echter geschreven
vóór Bayreuth. Hoe 't zij, Wagner behoort
thans tot de officieel erkende genieën en
zijn muziek zal wel geapprecieerd worden, zoo
lang er menschen leven. Sommigen zullen
haar mooi vinden, omdat de naam Wagner
indruk op hen maakt, anderen zullen haar
liefhebben om haars zelfs wil. Misschien
dacht de muziekdramaturg', dien ieder
ontwikkeld mensch thans herdenkt, bij het
neerschrijven van hetgeen wij boven aan
haalden wel aan de eerste soort aanbidders,
wier oor gewillig is, maar ook lang.
Een kostbaar geschenk (ingesloten bij een brief aan Mathilde Wesendonk).
(In California moet de bridge-deskundige
Culbertson optreden als getuige in een
aanklacht wegens mishandeling door een
vrouw tegen haar man, die tijdens een
partijtje kaart tooedend werd, toen zij met
harten uitkwam, nadat hij schoppen had
geboden.)
Culbertson. de hoogepriester van den eeredïenst der kaart,
En als Salomo van wijsheid in de bridgekunst zeer vermaard,
Is gedagvaard als getuige in een zaak van groot gewicht,
Die de hevigste ontstichting bij een echtpaar heeft gesticht.
Partners in het groote leven, was dit paar het ook in 't. spel,
En waar dat op uit moest draaien, nou dat snappen jullie wel.
Vrouwlief klaagde bij den kadi", dat zij wreed mishandeld was
En zoo komt de vroede rechtbank aan dit bridgeprobleem te pas.
Culbertson moet adviseeren als professor in de kunst
En partijen dingen beiden om zijn hoogverheven gunst.
'k Weet niet of u bridge kunt spelen, maar de zaak is niet verward,
Hij bood schoppen, zij moest openen en zij opende haar hart.
Toen ontstak de man in woede, want dat vond hij geen systeem.
Was zijn boosheid gerechtvaardigd? zie, daar heb je het probleem
Ik sta vreemd voor vrouwenpsyche, want een vrouw, dat ben ik niet,
Maar ik zou toch, dunkt me, zeggen: als een man me schoppen biedt
En hij is dan nog mijn eigen wettig aangetrouwde man,
Wel. dan bied ik, althans daarvoor, hem mijn hart niet gaarne an.
Als die vrouw niettegenstaande alles dit toch heeft gedaan.
Dan verdient, zij naar mijn meening. in een gouden lijst te staan.
Als haar man haar dan mishandelt, lijkt dat een ondankbaar ding,
Na de hartelijkheid, bewezen door haar als verschoppeling.
En wanneer ik hoogepriester in de schoone bridgekunst was.
En men vroeg mij om mijn oordeel, zou ik zeggen: nee, ik pas.
Maar dit alles daargelaten, 't is toch wel een vreemde tijd,
Als een zoo onschuldig kaartspel leidt tot zülken haat en nijd,
Dat een echtelijke liefde wreed wordt in de war geschopt.
Als een vrouwenhartje opent en al kloppend wordt geklopt.
En ik hoop dat schoppenboer, straks voor den rechter, vol berouw,
Down zal gaan en declareeren voor zijn meerdre, hartenvrouw.
P. GASUS.
461e STAATSLOTERIJ
(Niet officieel)
5de Klasse, 33de LUst
Trekking van Maandag 6 Februari 1933
HOOGE PRIJZEN
ƒ25.000.1621
1000.1910 2951 4612 15384
1 400.— 6241 6592 18909 19371
200.— 5682 6830 9692 12723 15524 17657
100.— 586 1635 1874 2621 2854 3400 3910
5106 5895 6850 7721 8305 9161 10959
11205 12352 13815 15451 17067 18722
.0320 20904
Prijzen van ƒ70.
8
100
210
223
372
636
651
722
897
941
970
1317
1359
1371
1401
1554
1563
1574
1705
1774
1786
1814
1366
1963
2035
2059
2211
2214
2271
2416
2445
2792
2906
2926
2979
3080
3182
3255
3324
3338
3399
3490
3611
3655
3685
3733
3821
3865
3946
3983
4071
4151
4442
4529
4638
4905
5173
5244
5311
5351
5357
5435
5705
5843
6039
6375
6495
6676
6778
6786
6883
7000
7133
7137
7446
7517
7689
7741
7758
7831
7935
8080
8157
3213
8235
8368
8406
8446
8513
8546
8576
8760
8902
8907
9065
9202
9210
9268
9440
9506
9611
9637
9651
9714
9746
9782
9823
9837
9848
9863
9908
9964
10102
10165
10207
10302
10337
10380
10406
10576
10738
10774
10944
11096
11148
11165
11183
11204
11228
11386
11662
11668
11689
11722
12009
12248
12265
12460
12509
12539
12573
12598
12650
12711
12729
12793
13049
13102
13132
13141
13385
13388
13497
13567
L3686
13830
13852
13939
13963
14044
14068
14105
14203
14213
14286
14306
14327
14435
14468
14586
14605
14662
14690
14701
14762
14823
14959
14993
L5058
15060
15070
15137
15440
15496
15502
15564
15596
15696
15821
15850
15897
15962
16079
16274
16359
16404
16504
16522
16662
16832
16908
16964
17084
17294
17364
17549
17591
17703
17716
18158
18248
18257
18325
18402
18510
18565
18639
18798
L8S33
18873
19073
19350
19523
19650
19704
19774
1.9783
19873
19988
20008
20170
20313
20523
20635
20640
20657
20803
20892
20898
NIETEN
3
63
78
119
197
227
246
263
277
283
361
397
400
405
418
453
490
506
516
513
560
583
625
631
663
666
684
685
690
770
806
817
840
854
861
895
899
909
913
930
954
967
988
1010
1023
1025
1033
1140
1156
1176
1280
1368
1390
1419
1438
1512
1520
1528
1580
1613
1620
1645
1682
1689
1891
1998
2023
2095
2104
2171
2213
2221
2250
2294
2333
2381
2390
2403
2418
2421
2542
2580
2582
2645
2714
2804
2834
2888
2908
2997
3013
3023
3113
3138
3146
3247
3285
3292
3335
3337
3401
3407
3432
3447
3466
3482
3495
3510
3584
3606
3652
3705
3732
3746
3753
3809
3824
3915.
3931
3943
3989
3991
4108
4169
4212
4263
4331
4343
4393
4444
4450
4494
4513
4524
4531
4537
4600
4605
4620
4622
4653
4683
4735
4742
4817
4824
4840
4934
4946
4955
4970
4990
5006
5056
5060
5089
5107
5115
5156
5215
5230
5237
5258
5295
5373
5403
5427
5429
5433
5434
5489
5512
5545
5552
5597
5686
5687
5718
5728
5747
5756
5794
5833
5835
5864
5877
5890
5897
5911
5917
5963
5977
6053
6083
6089
6136
6150
6177
6209
6228
6256
6290
6325
6341
6353
6359
6378
6398
6410
6422
6424
6442
6500
6518
6532
6535
6551
6660
6708
6732
6741
6749
6769
6799
6814
6839
6347
6896
6905
6910
6943
6966
6969
7003
7012
7073
7074
7088
7105
7112
7119
7163
7170
7194
7213
7260
7264
7276
7309
7351
7371
7432
7454
7475
7480
7544
7554
7557
7639
7656
7765
7771
7788
7790
7795
7812
7834
7851
7862
7866
7929
7969
8035
8046
8105
8112
8114
8117
8127
8134
8232
8241
8259
8266
8300
8306
8335
8339
8345
8362
8401
8408
8414
8423
8432
8490
8532
8552
8558
8602
8645
8652
8677
8718
8741
3746
8757
8763
8773
8817
8822
8874
8910
8917
8950
8998
9021
9023
9042
9048
9198
9203
9230
9247
9281
9332
9415
9468
9471
9500
9533
9560
9609
9610
9704
9709
9734
9749
9759
9779
9781
9816
9830
9880
9833
9910
9917
9957
9958
9969
9977
10047
10049
10055
10094
10113
10193
10232
10243
10375
10420 10478 10577 10612 10652 10653 10663 10690
10756 10762 10779 10799 10812 10895 10917 10950
10977 10983 10993 11017 11024 11098 11116 11193
11260 11279 11387 11430 11470 11476 11561 11599
11602 11652 11673 11701 11716 11729 11753 11759
11807 11837 11843 11846 11870 11917 11922 11925
11972 12001 12036 12080 12081 12086 12100 12108
12150 12167 12185 12212 12243 12246 12260 12341
12393 12401 12475 12487 12521 12540 12564 12583
12585 12586 12613 12615 12636 12653 12766 12784
12797 12853 12869 12900 12959 13014
13040 13050 13076 13101 13187 13214
13276 13293 13306 13317 13422 13428
13435 13461 13468 13519 13532 13562
13659 13746 13766 13782 13804 13814
13901 13952 13977 14032 14036 14058
14139 14176 14201 14204 14215 14233
14308 14388 14406 14451 14460 14478
14540 14544 14574 14691 14695 14699
14807 34809 14868 14904 14946 14962
15036 15046 15099 15113 15158 15189
15331 15369 15383 15386 15389 15405
15472 15488 15540 15549 15559 15570
15603 15665 15680 15689 15690 15704
15816 15881 15921 15947 16011 16027
16060 16110 16145 16151 16257 16363
16452 16459 16538 16636 16644 16657
16728 16784 16797 16881 16888 16897
16942 16963 16974 17022 17025 17037
17095 17159 17167 17229 17273 17290
17301 17310 17403 17469 17479 17519
17544 17580 17583 17592 17593 17617
17727 17787 17799 17809 17813 17830
17904 17965 17967 17977 17998
18049 18067 18079 18188 18192
18414 18415 18449 18518 18531
18641 18677 18698 18713 1.8718
18874 18913 1894.0 18967 18985
19128 19190 19216 19275 19305
19426
19472 19505 19535 19547 19554
19612 19623 19644 19744 19761
19851 19914 19916 19936 19938
20036 20038 20063 20068 20114
20202 20234 20353 20397 20412
20584 20621 20701 20710 20726
20940 20971 20973
Verbeteringen 5e klasse, 12e
14532; 15217 m. z. 15270.
1303Z
13227
13432
13571
13839
14099
14278
14479
14712
15006
15210
15434
15573
15766
16032
16368
16676
16906
17068
17293
17529
17646
17833
18008 18009
18590
18725
18995
19322
20164
20436
20755
18627
18750
19087
19354
19591
19812
19976
20178
20464
20D29
13260
13433
13648
13867
14134
14285
14499
14798
15015
15255
15470
15582
15771
16047
16403
16692
16937
17075
17295
17541
17653
17903
18040
18348
18636
18817
19119
19358
20183
20552
20936
lijst: 14531 m. Z.
DE IN VRIJHEID GESTELDE
NOTARIS.
VELE VOORWAARDEN GESTELD.
Naar het Handelsblad meedeelt heeft het
Gerechtshof te Amsterdam voor de in vrij
heid stelling van den notaris uit de Aufwer-
tungszaak een uitgebreide reeks voorwaarden
gesteld. Zoo moest de notaris weer een cautie
van f 30.000 storten en zich verplichten op de
zitting van het Hof, waar zijn zaak behandeld
zal worden, te verschijnen.
HAARLEMSCIIE ORKEST VEREENIGING.
Dinsdagavond zal het Ledenconcert der
Haarlemsche Orkest Vereeniging, dat onder
leiding van haar dirigent Frits Schuurman
in de Gemeentelijke Concertzaal te Haarlem
aptreedt, de bekende cellist Max Orobio de
Castro medewerken. Deze zal het Concert in
G-groot voor cello met orkestbegeleiding van
Eugen d'Albert uitvoeren. Vooraf gaan de
Ouverture Manfred van Schumann en de
Unvollendete, terwijl de Préludes van Liszt
het.programma besluiten.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 6 Februari.
Bevallen 3 Februari: J. C. v. d. Put—Staal,
d.; C. SmitGeurts, d.; A. J. M. Petriv.
Huizen, z.; A. E. Dijkstra—Vergouw, z.; 4
Februari: M. B. Kooreman—Versteeg, d.
Overleden 2 Februari: J. P. G. van Kraa-
lingen, 50 j., {jfcjaanschevaartstraat; C. A. v.
Nes, 40 j„ Zijlweg; 3 Februari: P. J., 9 d„ z. v.
J. J. van Eerden, Emosstraat; J. van Zomeren
81 j., Ged. Voldergracht.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
11)
(Nadruk verboden.)
Een vreemde spanning tintelde door En
dellion's zenuwen. Hij kreeg de
eigenaardige gewaarwording in zekeren zin
werkelijk Robert Dulverton te zijn en dat ge
voel maakte de rol, die hij te spelen had,
minder moeilijk.
Na eenige minuten hadden ze den heuvel
top bereikt en tegen de helling van de te
genovergestelde zijde van de vallei, lag het
huis, dat lange weken het voorwerp van
Ralph Endellion's droomen was geweest. Hij
kreeg een schok, toen het zich aan zijn be-
tooverde oogen opdeed. Het overtrof zijn
stoutste verwachtingen, het was veel mooier
dan zelfs de enthousiaste beschrijving van
den gestorven erfgenaam had kunnen doen
vermoeden. Hooge olmen en eiken omgaven
het met een gordel van lommer, schitterend-
aangelegde tuinen en een uitgestrekt park
glooiden naar de rivier, die zich als een breed
lint van glinsterend zilver door het dal slinn
gerde. Het statige en tegelijk vriendelijke
huis was opgetrokken uit grijs graniet een
juweel van oud-Engelschen kasteelenbouw.
Endellion keek en keek het was alsof zijn
blik zich niet kon verzadigen aan de schoon
heid en liefelijkheid van dit kostelijke stuk
architectuur.
,,'n Pracht van een bezitting", merkte
Enny Yelland peinzend op.
„Het goed van meneer Donnithorne kunt u
Van hier ook zien".
„Waar?.... Ik wist niet.... dat wil zeg
gen
„U moet het van dit punt honderden kee-
ren gezien hebben!" riep Enny uit. „Kijk,
hier!"
Endellion's oogen volgden de richting van
Enny's zweep en hij zag op een drie kilome
ter afstand een groot, vierkant massief hee
renhuis.
„Miss Miriam is nog ongetrouwd, hè?"
De oude man knikte.
„Ja, ze vertellen wel dat de jonge meneer
Arthur met haar wil trouwen, maar dan kan
ook wel een praatje zijn."
Endellion werd zich bewust dat hij Ar
thur Dulverton haatte en hij deed zichzelf
de gelofte dat van dit huwelijk nooit iets zou
komen. Hij was de landheer van Dulverton...
maar op dit punt aangeland, weigerden zijn
gedachten verder te gaan.
Het rijtuigje daalde langzaam naar de val
lei af en hoe dichter hij het landgoed nader
de hoe onwezenlijker zijn aanspraken hem gin
gen toeschijnen. Waar haalde hij den moed
vandaan, het huis dat eeuwenlang aan on
getelde generaties van Dulvertons had be
hoord, binnen te treden en zich uit te geven
als eigenaar? Maar tegelijk betrapte hij zich
erop dat een nieuw tot nog toe ongekend
element, zijn geest was binnengeslopen. Ten
slotte had hij iets van zijn vaders aard ge-
erfd.. Op stuk van zaken was het leven een
stuk kansspel en er was iets onweerstaan-
baars-fascineerends. en opwindends in, om
zijn aanspraken te laten gelden. Er vloeide
speculantenbloed in zijn aderen, dat hem
prikkelde met een worp alles op het spel te
zetten.
De rol, die hij moest-volhouden was zeker
geen gemakkelijke, maar ieder spoor van
vrees of beklemming had hij thans uit zijn
hart gebannen. Als hij de eerste paar dagen
kon doorkomen zonder argwaan te wekken
zou de rest weinig moeilijkheden opleveren
de eerste dagen, die brachten het grootste
risico mee.
Het feit, dat Trevor, "de halte-chef, de
kruiers op het station en Enny Yelland hem
zonder aarzelen als Robert Dulverton hadden
geaccepteerd, vervulde hem met zelfvertrou
wen en hij voelde grimmige vastbeslotenheid
toen hij ten laatste voor den hoofdingang
van de Manor uit het rijtuigje stapte.
„Wil je even bellen, Enny?" verzocht hij,
terwijl hij deed alsof hij met zijn bagage be
zig was.
Eenige seconden later hoorde hij het
tinkelen van de bel, gevolgd door het geluid
van voetstappen. De deur ging open en een
hoogbejaard manhij moest minstens
zeventig zijnwerd zichtbaar. Endellion
besefte, dat nu de werkelijke vuurproef ging
beginnen.
„Hallo, meneer Peters, ik kom u iemand
brengen!" riep Enny opgewonden. Endellion
wendde een oogenblik het hoofd af. Nu dui
zelde het hem toch even.
„Wie?" vroeg de man in de deuropening.
„Kunt u het niet zien?" vroeg Enny.
Endellion keerde zich om en liep langzaam
in de richting van den ingang. Toen hij op
een afstand van den ouden man gekomen
was bleef hij staan en keek hem rustig en
onbevangen aan. De oude gaf hem zijn door
dringenden, onderzoekenden blik terug en
wel een halve minuut stonden ze elkaar
zoo aan te staren. Herkenning, twijfel, hef
tige verbazing, blijdschap, teekenden zich
achtereenvolgens op het gelaat van den grij
zen dienaar aftoen klonk het, een juich
kreet opwellend uit het diepst van zijn hart:
„De Hemel zij geprezen, het is meneer Ro
bert!"
„Dus je herkent me, Peters? Het is bijna
acht jaar geleden, sinds we elkaar het
laatst gezien hebben. Een heele-tijd! Maar
jij ziet eruit alsof je geen dag ouder bent
geworden."
„Ja, ik herken u. ik herken u. U bent ver
ouderd, maar ik herken u. Welkom, thuis."
Ontroerd, de oogen vol tranen, greep hij
Endellion's rechterhand.
„Nog even kijken, meneer, om me te over
tuigen dat ik niet droom, dat het meneer
Robert is en niemand anders."
Hij wreef zijn oogen uit en liet nogmaals
zijn blik lang en ernstig op den ander rus
ten.
„U bent veranderd, meneer, dat staat vast
maar het is hetzelfde gezicht". Hij staarde
even in gepeins voor zich uit; toen: „O, waar
om is u toch niet eerder thuisgekomen! Uw
vader heeft zoo'n verdriet gehadik geloof
dat het tenslotte zijn hart gebroken heeft.
Ik hoop dat hier alles even goed zal gaan als
vroeger, meneer. U moet mij mijn openhar
tigheid ten goede houden, maar uw vader
maakte zich bezorgd over de toekomst. U
weet hoe na het landgoed hem aan het hart
lag en dat udat u weg bent gegaan
heeft hij zich verschrikkelijk aangetrokken."
Enny Yelland was inmiddels weggereden
en de - beide mannen waren nu alleen. „Ik
begrijp het volkomen. Maar je hoeft niet
bang te zijnik ben heelemaal veranderd
de verandering is niet alleen uiterlijk,....
en ik zal mijn plicht doen tegenover ieder
een."
„Neemt u mij niet kwalijk, dat ik zoo vrij
postig ben geweest, meneer. Ik heb met u ge
speeld, toen u niet veel meer dan een baby
was en toen u ouder werd, heb ik mij mis
schien te veel vrijheden gepermitteerd dcor
u ongevraagd raad te geven. Maar ik hield
van u, meneer Bob en daarom
„Ik weet het, Peters. Het is niet te verwon
deren, dat je ongerust was over mij. Maar
voor de toekomst is die ongerustheid niet
meer noodig."
„Ik was bang, dat u nooit meer terug zou
komen, meneer Bob en ik was bang, dat als
u terugkwamenfin, u weet wat ik bedoel
meneer Bob. Vergeeft u het mijik ben
meer dan vijftig jaar in dit huis in dienst
geweest
„Natuurlijk is er geen sprake van kwalijk
nemen. Peters, vertel mij nu maar alles."
Ze stonden nu in de hall en Peters begon
zijn hart te luchten.
„O, u hebt geen idee hoe opgewonden en
van streek ik ben. Ik had het u al eerder
moeten zeggen, meneer: ze zijn al vier uur
hier".
„Wie is hier?"
„Uw oom".
„Oom Arthur?"
„Ja en uw neef en de advocaat".
„De advocaat? Wat voor een advocaat?"
„Komt u even mee in de eetzaal, meneer;
daar kunnen we beter praten.
Ze zijn op het oogenblik in de bibliotheek.
„Maar wat doen ze daar in vredesnaam?"
„Ik weet het niet, meneer Bob; niemand
van ons weet het, maar je hoort zoo van alles
en nog wat en ik zou zeggen dat het er op
leek. dat er wat waar moet zijn van die ge
ruchten. Maar uw terugkomst verandert na
tuurlijk alles. Ik wilde maar dat u vooruit be
richt had dat u kwam."
„Over wat voor geruchten heb je het eigen
lijk. Peters?"
„Eerlijk gezegd meneer, ze vertelden dat u
dood was."
„Wie vertelde dat?"
„Uw oom. Hij zei dat het langer dan een
jaar geleden was dat uw vader het laatst
van u gehoord hadenenfin, maan
denlang gedraagt hij zich alsof hij hier de
baas is. De jonge meneer Arthur comman
deert ons allemaal, alsofoch, u kent
zijn njanier van optreden, meneer Bob. En
mevrouw Dixon is opgezegd, omdat
„Nu,' waarom Peters?" moedigde Endellion
aan. toen cle oude man de zin niet afmaakte.
„Er is sprake van dat hij met Miss Miriam
Donnithorne gaat trouwen. Maar als dat
werkelijk zoo is, heeft hij immers toch ook
geen huishoudster noodig. En mevrouw
Dixon is hier ruim twintig jaar geweest."
Endellion's brein werkte snel. Hij kende
weliswaar mevrouw Dixon niet, maar Peter's
opmerkingen hadden hem voldoende wegwijs
gemaakt.
„Dus mijn oom is hier in huis met Arthur
en een advocaat?"
(Wordt vervolgd.)