Goede vlootorganisatie in Indië.
tjMUIDHR COURANT
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1933
Hoe de eenheden zich samentrokken.
De spanning gebroken.
Commandant Eikenboom tweemaal
gewaarschuwd
Over de ontmoeting van het eskader met
np Zeven Provinciën meldt de speciale ver-
van Aneta nog, dat deze zich ont
wikkelde volaens het ontworpen programma
De bom. van 50 K.G. is gevallen op een
no* niet bekende plaats.
Bij bet begin van de operaties ontwikkel
de zich de ontmoeting conform het van te
voren ontworpen programma. Hr. Ms. kruiser
Java" bleef met de torpedobootjagers, on-
Hprzeebooten gereed om in actie te komen op
verren afstand, terwijl de Dornier Wall-
vlicbooten over „De Zeven Provinciën" heen
vlogen. Bij deze vluchten werd de bom uitge-
WNa6radiotelegrafischen eisch van overgave
van der eskadercommandant ging de beman-
ninj, ongewapend in de booten. Inmiddels
voer het eskader in formatie op naar het
muiterschip.
Indien de overgave van het muiterschip
niet onmiddellijk gevolgd zou zijn dan had
men een zwaarder bom geworpen, nl. een van
200 K.G. gewicht van welke soort de vlieg-
booten er verscheidene meevoerden voor alle
omstandigheden.
Aneta verneemt van officieele zijde dat al
hoewel daartoe geen rechtstreeksche aanlei
ding of aanwijzingen waren, en uitsluitend
als voorzorgsmaatregel bij het vertrek uit
Soerabaja, maatregelen getroffen zijn om de
Inlandsche bemanning van de torpedoboot-
,Piet Hein" en „Evertsen" en een deel
van deze bemanning van Hr. Ms. „Java"
hoofdzakelijk te vervangen door Europeanen.
Aneta bevestigt ook, dat bij aankomst van
het eskader te Tandjong-Priok gevankelijk
een Europeesche kwartiermeester en twee
schepelingen uit het eskader zijn afgevoerd,
zulks als resultaat, van een telegram van de
commissie van onderzoek in zake de gebeur
tenissen bij de Marine te Soerabaja.
Het verslag van Aneta's specialen corres
pondent aan boord van Hr. Ms. „Java" be
helst de volgende bijzonderheden van de
overgave van het muiterschip,
Aan het drama van Hr. Ms. „De Zeven Pro
vinciën" kwam hedenmorgen een einde, toen
Hr. Ms. kruiser „Java", „De Zeven Provinciën"
sommeerde om zich over te geven.
De bemanning van Hr. Ms. „De Zeven Pro
vinciën" heeft langs radiografischen weg de
goede ontvangst van deze sommatie erkend,
vervolgens hebben de muitelingen tot drie
malen toe het antwoordtelegram uitgezon
den, inhoudende de geseinde bekendmaking
van'hun voornemens, welke tekst gevolgd
wercl. door dé'woorden „'Ons niet hinderen".
Aan de gewonden werd onmiddellijk ge
neeskundige hulp verleend -door de omlig
gende marineschepen.
De brand werd blijkbaar gebluscht. De mui
tende bemanning blijft voorloopig aan boord
van het schip. Aldaar worden de belhamels
uitgezocht.
Ontbinding van de strijdmacht.
BATAVIA, 10 Februari (Aneta).
De Dornier Wall-vliegbooten, die aan de
expeditie tegen „De Zeven Provinciën"
hebben deelgenomen zijn. met uitzondering
van de D 35, die in de buurt blijft, terugge
keerd naar Telok Betong.
TELOK, BETONG, 10 Februari (Aneta).
Hedenmiddag om twee uur keerden zes van
de acht vliegbooten, die aan de expeditie te
gen de „De Zeven Provinciën" hebben deel
genomen, terug naar Tandjong-Priok. De
vliegboot D 35 blijkt beschadigd te zijn en
moet op een nieuwen motor wachten.
De D 16 vertrekt morgen met den com
mandant van het eskader aan boord van hier.
Betoogingen van trouw.
Te Makassar, Pontianak en Padang zijn
aanhankelijkheidsbetoogingen gehouden, die
door duizenden bezocht waren.
Opruiing.
SOERABAJA, 10 Februari (Aneta).
De hoofdredacteur van het alhier verschij
nende dagblad „Soeara Oemoem", de heer
Tjindar Boemi, werd heden gearresteerd we
gens een opruiend artikel in zijn blad.
BATAVIA, 10 Februari (Aneta).
De divisie-commandant, deelt ter voorko
ming van valsche geruchten mede, dat he
denmorgen op de corridor en op de tafel
van den compagniescommandant alsmede in
de chambree van de 1ste Europeesche com
pagnie, van het tiende bataljon en voorts op
het publicatiebord drie met wit krijt geschre
ven opschriften zijn aangetroffen, waarvan
het schrift uitwijst dat zij door één persoon
zijn geschreven. Deze opschriften luiden:
„Leve de Zeven Provinciën", „Ik wil geen broe
dermoord", „Leve de Marine" en „Weg met
het leger".
Als gevolg van liet een en ander is de Euro
peesche compagnie op haar eigen verzoek
onder commando van den compagniescom
mandant naar den Regimentscommandant
getrokken om haar spijt en verontwaardiging
over het gebeurde te betuigen.
Verschillende aanwijzingen omtrent de
identiteit van den dader zijn beschikbaar.
De onderofficieren behoorende tot de af-
deeling mariniers te Rotterdam, bij den af
bouw van de onderzeebooten te Rotterdam en
Torpedo-atelier te Hellevoetsluis publiceeren
een motie van onvoorwaardelijke trouw aan
het gezag.
MEDAN. 10 Februari. (Aneta).
Men meldt ons. dat de Atjeh-correspondent
van de Deli-Courant aan zijn blad seint, dat
de zeelieden en stokers van Hr. Ms. De Ze
ven Provinciën", die aan land zijn achterge
bleven, order gekregen hebben van den mi
litair-commandant, Kolonel Behrends, om
patrouillediensten te verrichten, zulks in sa
menwerking met de marechaussées. De pa
trouilles worden uitgevoerd in de richting
.yan Tjalong en Tang-Geumpang;.
Hierbij wordt gemeld, dat de inheemschen
aan dit bevel hebben gehoorzaamd, doch dat
alle Europeesche manschappen geweigerd
hebben aan dit bevel te voldoen.
Zij werden daarop allen gearresteerd.
Van officieele zijde wordt dit bericht ech
ter tegengesproken.
Men deelt aan Aneta mede. dat het bericht
van de „Deli-Courant" onjuist is, dat er geen
kwestie is geweest van het niet gehoorzamen
aan bevelen, dat de Europeesche schepelin
gen echter slechts gedurende korten tijd pa
trouillediensten verrichtten aangezien er wei
nig tijd was.
Ten rechte, aldus deelt men ons mede, is
slechts een Europeesche schepeling gearres
teerd en wel wegens dronkenschap.
Hoe het de Aldebaran
verging.
BATAVIA, 10 Februari (Aneta).
Wij vernemen thans de bijzonderheden van
de vervolging van Hr. Ms. ..De Zeven Provin
ciën" door den gouvernementsstoomer „Al
debaran".
Onmiddellijk toen de „Aldebaran" „De Ze
ven Provinciën" in zicht kreeg werd van af
den gouvernementsstoomer met de vlaggen
het signaal gegeven: „Wij hebben u iets te
zeggen".
De bemanning van „De Zeven Provinciën"
antwoordde hierop met een dreigement voor
het geval de „Aldebaran"' langszij zou komen.
Van de „Aldebaran" werd door den verrekij
ker geconstateerd, dat aan boord van „De
Zeven Provinciën" voorbereidingen werden
getroffen om uitvoering aan dit dreigement
te geven, indien dat noodzakelijk mocht zijn.
Vervolgens radiografeerde het zendstation
van „De Zeven Provinciën", dat de beman
ning besloten had naar Soerabaja door te
varen, aan welk bericht de bijzonderheden
waren toegevoegd, die reeds eerder zijn ge
seind.
Na ontvangst van deze berichten heeft de
„Aldebaran" een draadloos telegram afge
zonden aan den luitenant ter zee H. L. van
Boven, die zich aan boord bevond van het
muiterschip.
In dit telegram werd den officier verzocht
te trachten de bemanning te overreden. In
antwoord hierop kwam een telegram van „De
Zeven Provinciën", waarin deze zee-officier
antwoordde, dat dé bemanning bleef volhar
den in haar houding.
Nog weer later zond „De Zeven Provinciën"
een radiogram af aan de „Aldebaran", waarin
gevraagd werd waarom de „Aldebaran" stoom
de met gedoofde lichten.
Op dit telegram heeft de „Aldebaran" geen
antwoord gegeven.
De heer Eikenboom geen
commandant meer.
De speciale correspondent van De Telegraaf
telefoneert nóg, dat gebleken 'is, dat com
mandant Eikenboom zelfs van twee zijden is
gewaarschuwd, dat het aan boord van „De
Zeven Provinciën" niet pluis was. Ook den
vlootvoogd, schout-bij-nacht Osten, was het
bekend geworden, dat vermoedelijk ernstige
dingen te gebeuren stonden en hij vond hier
in aanleiding, den heer Eikenboom onmid
dellijk te verwittigen.
„Wees op uw hoede" seinde schout-bij-
nacht Osten den commandant van „De Ze
ven Provinciën", doch ook deze goedgemeen
de waarschuwing trof geen doel.
Zoo kon het gebeuren, dat de commandant
zich, ondanks de twee hem geworden waar
schuwingen, toch aan land begaf en den rad
draaiers aan boord van zijn schip vrij spel
liet. De heer Eikenboom zal dan ook na het
voorgevallene niet opnieuw met een comman
do worden belast.
Terwijl wij hedenochtend, vervolgt de cor
respondent,. te Tandjong Priok in de grootst
mogelijke spanning wachtten op de schaars
binnenkomende berichten over de ont
knooping van het drama, arriveerde op de
reede reeds de torpedojager „Piet Hein", met
aan boord den officier, die door de bom,
welke „De Zeven Provinciën heeft getroffen,
werd gewond. In den loop van den avond zal
de „Piet Hein" worden gevolgd door de ove
rige torpedojagers. Zij zullen de dood en mee
brengen, die het avontuur heeft geëischt.
Van de overige officieren, -die door de
muiters aan boord van De Zeven Provinciën
gevangen werden gehouden, is intusschen
een telegram ontvangen: „Alles wel!"
Ondragelijke spanning.
De correspondent van het Handelsblad te
Batavia telefoneert:
De spanning te Batavia was gisteravond
nadat bekend was geworden, dat in den loop
van den dag het eskader was uitgevaren van
Priok, tot het ondragelijke gestegen. Deze
spanning is nu ten einde, doch men is diep
onder den indruk van het feit, dat het einde
slechts mogelijk is geweest ten koste van
slachtoffers.
De spanning in de stad was tijdens de
ochtenduren tot het kookpunt gestegen, te
meer daar allerlei geruchten de ronde deden
over onrust in het leger. Deze geruchten
blijken terug te brengen te zijn, tot het
eene geval insubordinatie, waarover de be
trokken compagnie op eigen verzoek ver
ontschuldigingen is gaan aanbieden bij den
regimentscommandant.
Goede geest in het leger.
De goede geest in het leger openbaarde
zich verder bij het vertrek van de Menado-
neesche compagnie van het 10de bataljon,
die de muiters gaat bewaken op het eiland
Onrust, waar deze voorloopig worden op
gesloten.
Deze compagnie vertrok onder donderend
gejuich. Zij ging rechtstreeks per trein naar
Priok, een bijzondere lijn, wegens een dérail
lement, dat zich gisteren om het emplace
ment van Manggarai heeft voorgedaan en
waarbij men aan sabotage heeft gedacht. In
tijden van spanning gaan de gedachten ech
ter wel eens al te vlug in de richting van
misdaad.
De verklaring van den vlootvoogd in den
Volksraad, die in de diepste stilte werd ont
vangen en waarover niet werd gedebatteerd,
maakte een rustigen indruk.
De publieke opinie richt zich nu de zoo
noodige ontspanning is ingetreden, in de
eerste plaats tegen de Europeesche schepe
lingen, die aan de muiterij hebben deelge
nomen, en tegen den commandant, die goe
den raad in den wind sloeg.
Kolonel Van Duim.
Over den commandant van het Java-
eskader kapitein ter zee M. H. van Duim,
schrijft de Tel. nog, dat hij thans boven
aan de ranglijst staat, en weldra tot schout
bij nacht zal worden bevorderd. Kolonel Van
Duim staat bij de marine bekend als een
streng en rechtvaardig officier, bij wien de
dienst boven alles gaat.
Vóór hij naar Indië ging, was hij hier te
lande commandant van het artillerie-instruc
tieschip „Gelderland", aan boord waarvan
ook een strenge tucht heerschte.
Kapitein ter Zee Van Duim. die thans 53
jaar oud is. is van het jaar 1900 in de marine
Hij is officier in de Orde van Oranje-Nassau
Hij was vroeger een bekend schermer en
draagt ook de gouden medaille van het Ne-
derlandsch Olympisch Comité. O.a. maakte
hij in 1924 deel uit van de Nederlandsche
scliermequipe op de Olympische Spelen te
Parijs.
OVERZICHT VAN HET HEELE
AVONTUUR.
VIJF DAGEN VRIJBUITERIJ.
BATAVIA. 10 Februari (Aneta). Aan
de mededeelingen, die door den commandant
van de zeemacht in de zitting van den Volks
raad van heden zijn gedaan is nog het
volgende te ontleenen als samenvatting van
de gebeurtenissen aan boord van „De Zeven
Provinciën".
Op Zaterdag 4 Februari j.l. te ongeveer
tien uur des avonds is de muiterij aan boord
van Hr. Ms. „De Zeven Provinciën" uitge
broken.
Het schip lag toen geankerd op de reede
van Oleh-Leh. De commandant en een deel
van de officieren, onderofficieren en de be
manning waren aan land toen de schepelin
gen, die aan boord waren achtergebleven
bezit namen van de geweren, zich voorzagen
van munitie en de officieren en onderoffi
cieren overweldigden nadat zij de lichten
hadden uitgedraaid.
De eerste berichten maakten er alleen mel
ding van, dat de Inlandsche schepelingen
in muiterij waren gekomen, maar later kwam
aan het licht, dat ook de Europeesche sche
pelingen aan de muiterij deelnamen.
Aldebaran teruggewezen.
Het schip moet de reede van Oleh Leh om
ongeveer twee uur in den Zondagmorgen
verlaten hebben en werd anderhalf uur
later gevolgd door den gouvernements
stoomer „Aldebaran", aan boord waarvan
zich de commandant van De Zeven Pro
vinciën, de kapitein-luitenant ter zee P.
Eikenboom, bevond met verscheidene offi
cieren en schepelingen, gewapend met kara
bijnen. Onmiddellijk daarna kwam de „Al
debaran" dicht genoeg bij De Zeven Pro
vinciën" dat verbinding door middel van vlag
gesignalen mogelijk was.
De commandant van de „Zeven Pro
vinciën, trachtte in verbinding te komen
met zijn schip, dat echter absoluut weigerde
welke weigering begeleid werd door bedrei
gingen. Hierop heeft de „Aldebaran" den af
stand met „De Zeven Provinciën" vergroot
en zij vervolgde het schip langs de Westkust
van Sumatra, gedurende al dien tijd de auto
riteiten op de hoogte stellende van de positie.
De officieele rapporten houden in, dat zich
aan boord van het muiterschip bevonden 16
officieren, 9 Europeesche en 3 Inlandsche
onderofficieren, 44 Europeesche korporaals en
minderen en 184 Inheemsche korporaals en
minderen.
Uitgebreide maatregelen.
Inmiddels waren de autoriteiten en scheep
vaartmaatschappijen gewaarschuwd. De es
kadercommandant, die zich met den kruiser
„Java" en de torpedobootjagers „Evertsen"
en „Piet Hei" op de reede van Bonthain
(Gelebes) bevond kreeg order zoo spoedig
mogelijk naar Tandjong Priok te vertrekken.
De commandant der Marine te Soerabaja
kreeg order twee onderzeebooten uit te rus
ten met oorlogtorpedo's en deze beide sche
pen in gereedheid te houden voor uitvaren.
Tegelijkertijd kreeg de commandant order
drie Dornier Wall-vliegbooten gereed te
maken, beladen met bommen en deze naar
Tandjong Priok te zenden.
De scheepvaartmaatschappijen kregen het
advies om haar schepen eemigen tijd dn
Sabang aan te houden en ze overigens op
veiligen afstand te doen blijven, wanneer
zij in het gezicht mochten komen van het
muitende oorlogsschip. Deze schepen kregen
ook een waarschuwing door de draadlooze
telegraaf.
De gouverneur van Sumatra's Oostkust te
Medan en de residenten van Sumatra's
Westkust en Tapanoell kregen telegrafische
waarschuwingen met het oog op de voor
zorgsmaatregelen, die onmiddellijk geno
men moesten worden.
Voorts kregen de Nederlandsche consulaire
ambtenaren te Colombo, Penang en Singa
pore bericht omtrent het gebeurde met het
verzoek de locale autoriteiten te waarschu
wen.
Op 5 Februari te 4.30 des namiddags werd
een draadloos bericht opgepikt van de muiters
waarin verklaard werd, dat het reisdoel van
het schip Soerabaja was en de bedoeling van
de actie de vrijheid te verkrijgen van de
te Soerabaja gearresteerde marineschepelin
gen.
Voorts gaven zij hun voornemen te kennen
om koopvaardijschepen te berooven, indien zij
die mochten tegenkomen, voor het geval zij
gebrek aan voedsel zouden hebben. Deze en
dergelijke telegrammen, die natuurlijk on
beantwoord bleven, werden met eendge va
riatie uitgezonden, maar opgemerkt werd, dat
de min of meer bombastische stijl van de
aanvankelijke telegrammen op den duuj- ge
wijzigd werd. Een complicatie deed zich voor
door den geringen brandstofvoorraad van
de „Aldebaran". Hierdoor was eerdere aflos
sing door de „Eridanus" noodzakelijk, welk
schip gestationneerd was te Padang. De hulp
van de Kon. Paketvaart Mij. werd ingeroepen
Men verzocht haar, om haar stoomschip
„Heemskerck" dat op 6 Februari in de mor
genuren te Sinkel werd verwacht, tijdelijk
ter beschikking van de regeering te stellen
totdat de „Eridanus" aangekomen zou zijn.
Aangezien „De Zeven Provinciën" haar koers
later veranderde, in Oostelijke richting ging
varen in plaats van bewesten het eiland
Simeuloe en aangezien de „Heemskerck"
geen radio-installatie aan boord had, ont
moette laatstgenoemd schip de „Aldebaran"
niet. Dit heeft echter geen ongunstige ge
volgen gehad. De „Aldebaran" die het y
bevel had om tot het uiterste vol te houden
werd afgelost door.de „Eridanus" en juist
op tijd. Eerstgenoemd schip voer toen naar
Padang en keerde vervolgens naar Oleh Leh
terug. Laat in de avonduren van 9 Februari
werd de ..Eridanus" afgelost door de „Orion"
die uit Tandjong Priok was gekomen.
Natuurlijk was het noodzakelijk een einde
te maken aan de reis van het muiterschip en
wel zoo spoedig mogelijk.
Verschillende moeilijkheden deden zich
voor en een daarvan was het feit, dat de
meest nabije marinekrachten ongeveer 1500
mijlen weg waren, terwijl het eskader zich
te Boutham op een afstand van 2000 mijlen
bevond. Daarom kwam een snelle actie, ge
wapend met bommen, het eerst in aanmer
king. Brandstofvoorziening van deze vlieg
tuigen was noodzakelijk en daarvoor zijn
onmiddellijk maatregelen getroffen. Benzine
en olie zijn altijd in voorraad te Tandjong
Priok en in Padang. Voor de zwaar geladen
vliegtuigen was extra brandstofvoorziening
tusschen Tandjong Priok en Emmahaven
noodzakelijk en daarom werd brandstof en
olie gezonden naar Oosthaven (Zuid-Suma-
tra) uit Tandjong Priok en naar Veeckers-
baai op het Zuider Pagai-eiland uit Padang.
Men oordeelde een bommenaanval zonder
meer niet aan te raden. Ofschoon de „Zeven
Provinciën niet modern is, heeft het schip
een zware bewapening. Een mislukte of
slechts half geslaagde aanval moest voorko
men worden.
Bescherming van Padang.
Toch was het voor de verdediging van Pa
dang noodig daarheen vliegbooten te zenden
uit Soerabaja. De mijnenleger „Gouden
Leeuw", die onlangs te Tandjong Priok was
aangekomen uit Holland, was ter beschik
king van de marineautoriteiten, maar het
schip was te licht bewapend om bij een even-
tueele sommatie kracht bij te zetten. Toch
werd dit schip 6 Februari naar de Westkust
van Sumatra gezonden voor eventueele as
sistentie. Voorzorgen en maatregelen voor
Padang waren inderdaad noodzakelijk, aan
gezien, indien de „Zeven Provinciën" haar
oorspronkelijke ronde had vervolgd, een ac
tie tegen deze stad zou kunnen plaats vin
den.
De eerste groep Dornier-Wallvliegbooten
vertrok uit Soerabaja in den morgen van 6
Februari, volkomen uitgerust en arriveerde
te Tandjong Priok in den namiddag van
denzelfden dag. Vandaar vertrokken ze op 7
Februari via Oosthaven naar Veeckersbaai
en naar Padang.
Intusschen voer de „Zeven Provinciën" be
westen de eilanden. Indien het muiterschip
Padang genaderd zou hebben, zou een bom
aanval hebben plaats gehad na de somma
tie „Wijzig uw koers". Toen het oorlogsschip
Padang voorbij was gevaren, werden de vlieg
tuigen teruggeroepen naar Oosthaven, zoodra
het gevaar beschouwd werd als te zijn ge
weken. De „Gouden Leeuw" verliet Emma
haven op 8 Februari 's morgens en voegde
zich bij de „Eridanus" op den avond van den
zelfden dag.
Tactische organisatie.
Verdere concentratie van marine-eenhe
den had van dat oogenblik geregeld plaats.
Op 8 Februari arriveerde de tweede groep
Dornier Wallvliegbooten te Tandjong Priok
op 9 Februari gevolgd door een derde groep
bommenwerpers.
De concentratie van luchtstrijdmiddelen,
die beschouwd .werd als een noodzakelijke
vóóractie was voltooid op 9 Februari' te Oöst-
haven. De onderzeebooten K VII en KXI met
oorlogstorpedo's verlieten Soerabaja op 6 Fe
bruari en arriveerden op 9 Februari te Tand
jong Priok. Vandaar gingen zij naar straat
Soenda op denzelfden avond. Het eskader
bestaande uit de kruiser „Java", de torpedo
bootjagers „Evertsen" en „Piet Hein" arri
veerde 7 Februari te Soerabaja, teneinde het
inlandsch deel der bemanning voor een deel
tc vervangen door Europeanen.
Dit deel werd namelijk beschouwd als on
betrouwbaar. Tezelfder tijd werd de brand
stofvoorraad aangevuld. Het eskader kon
denzelfden dag naar Priok vertrekken en
ankerde in den avond van 8 Februari op de
reede van Priok. Na een besprekjng tusschen
vlootvoogd en eskadercommandant verlieten
de schepen de reede in den morgen van 9
Februari naar straat Soenda.
Het was hedenmorgen 9 uur toen de eerste
sommatie door de vliegbooten plaats had. Op
dat oogenblik was e„De Zevn Provinciën" den
Westelijken ingang van straat Soenda gena
derd. Op de eerste sommaties antwoordden
de muitelingen met hun welbekend telegram
en het verzoek het schip niet te hinderen.
Om 9.18 werd „De Zeven Provinciën" getrof
fen door een bom uit een Dornier Wall-vlieg
boot, die 18 mannen doodde en 25 verwondde.
Onmiddellijk daarna heesch „De Zeven
Provinciën" de witte vlag. Brand brak uit
aan boord.
Particuliere hulp.
De „Gouden Leeuw", de „Orion" en de par
ticuliere sleepboot „Kraus", welk laatste
schip op eigen gelegenheid en initiatief naar
Straat Soenda was gekomen en assisteerde,
waren in de nabijheid.
De „Kraus" redde vier personen, die over
boord waren gesprongen, uit het water en
gaf ze over aan de „Java". De muitelingen
zullen opgesloten worden op het eiland „On
rust'' en zullen daar onder voortdurende be
waking staan. Het onderzoek zal zoo spoe
dig mogelijk beginnen.
Onrust-deportatie-eiland.
BATAVIA, 10 Februari. (Aneta)
Een detachement infanterie is heden van
't garnizoen Meester-Cornelis uitgerukt naar
Tandjong-Priok, alwaar het gedirigeerd is
ter bewaking van de muiters op Onrust.
Het eilandje Onrust, aldus vermeldt de Tel.
er van, ligt in het Westen van de Baai van
Batavia, ruim 3 uur varens ten N.W. van In-
dië's hoofdstad. Het heeft een oppervlakte
van ruim 9 hectaren. Tijdens het bewind
van de Oost-Indische Compagnie was het
van grooter beteekenis dan tegenwoordig.
Toen was er een groote scheepstimmerwerf
en een tuighuis. De schepen van de Com
pagnie konden daar worden hersteld.
Het had den naam ongezond te zijn. De
laatste 20 jaar is het quarantainestation voor
de haven van Tandjong Priok.
Goed overlegde aanval.
Over den eigenlijken aanval heeft com
mandant Osten volgens Aneta in den Volks
raad nog meegedeeld, dat de aanval gepro
jecteerd was in drie phasen. Deze bestonden
uit ten eerste een aanval met bommen uit
Dornier Wall-vliegbooten. ten tweede een
aanval met oorlogstorpedo's en ten derde
een aanval met geschut.
Deze volgorde werd door de autoriteiten ge
kozen door de overweging eenerzijds, dat de
bomaanval reeds daarvóór, n.l. bij de nade
ring van de vliegbooten, een dieper indruk
maakt en anderzijds uit de overweging, dat
de kruiser „Java", bewapend met middelbaar
geschut en hebbende een betrekkelijk lichte
pantsering, niet mocht worden blootgesteld
aan het zware geschut, dat „De Zeven Pro
vinciën" voert.
21 dooden?
De correspondent van de Maasbode tele
foneerde nog:
Volgens geruchten zijn van de zwaarge
wonden nog drie personen overleden, waar
door het aantal dooden stijgt tot 21.
De dooden worden met den torpedojager
„Evertsen" aangebracht op het eiland „On
rust" om daar begraven te worden. De ge
wonden komen Vrijdagavond te Batavia aan.
Het is zoo goed als zeker, dat de gevangen
officieren zich aan boord van „De Zeven
Provinciën" vrij mochten bewegen. Of eenigen
hunner aandeel hadden in de navigatie, zij
het ender dwang van de muiters, staat op
het moment nog niet vast.
Zaterdagmiddag komen de gevangenen
op het eiland „Onrust" aan.
Hand in eigen boezem.
BATAVIA, 10 Februari. (Aneta.)
De „Java-bode" vraagt na de critieken die
in het buitenland zijn geoefend op ons ko
loniaal beleid of de Engelsche pers niet eens
moet letten op de troebelen in eigen kolo
niën.
Het blad zegt dat uit de opmerkingen die
door de „Angriff" zijn gemaakt, blijkt dat
men zich in het buitenland bezig houdt met
de vraag of wij wel in staal zijn met eigen
kracht „oplaaiend" vuur te blusschen.
Het blad adviseert den Europceschen en
inlandschen extremisten, die opmerking in
hun ooren te knoopen. Gelukkig is Holland
nog stevig in het zadel, doch wanneer het,
wat de hemel verhoede, niet in staat zou
zijn de orde te handhaven, dan zullen de on-
rus'tstokers eventueel de gelegenheid krijgen
het liedje der conspirateurs uit „La Fille de
madame Angot" aan te heffen dat luidt: „Ce
n'était pas la peine de assurément de chan
ger de gouvernement".
Integendeel, verklaart het. blad, men zou er
dan geweldig mee achteruit gaan.
Het „Nieuws van den Dag van Ned.-Indië"
critiseert eveneens den commentaar van de
„Evening Standard". De hooge Britten, die
Indië in de laatste jaren hebben bezocht we
ten wel beter.
Het blad meent, dat wij geen lesjes van
buitenlanders noodig hebben, wier falen in
elk opzicht in de laatste decennia juist voor
ons Nederlanders als een baken in zee is ge
weest, een falen, dat ons gevaarlijke klippen
heeft doen vermijden.
Drukte tc Amsterdam.
Te Amsterdam lieten de bladen Vrijdag
den geheelen morgen extra-edities en bulle
tins verschijnen die natuurlijk gretig gele
zen werden.
Dank van „Onze Vloot".
De Kon. Vereeniging „Onze Vloot" heeft
een telegram gezonden aan den minister van
defensie, waarin zij twijfelende aan de be
trouwbaarheid van een belangrijk deel van
het militaire marinepersoneel beneden den
rang van officier, de regeering dank betuigt
voor haar krachtige houding en den hart-
grondigen wensch uitspreekt, dat de door de
regeering bevolen en nog te nemen maatre
gelen mogen leiden tot een spoedig herstel
van orde en tucht op de Nederlandsche vloot
en gerustheid van de Nederlandsche natie
omtrent de gezindheid van het gansche ma
rinepersoneel dat zich te scharen heeft ach
ter het wettig gezag wil de zeemacht aan
haar doel in belang van ons dierbaar vader
land, het rijk in- en buiten Europa, kunnen
beantwoorden.
„Krankzinnige zorgeloosheid"
Het Handelsblad ontleent aan een lange
beschouwing van La Nation Beige het vol
gende
„Men staat toe, dat er vakvereenigingen
van zeelieden zijn aan boord van de Neder
landsche oorlogsschepen. Het is ongehoord,
maar het is inderdaad zoo. Er bestaat bij
de zeemacht een gezag, dat zich kan verzet
ten tegenover het militaire gezag, tegenover
de macht van den Staat. Een muiterij, die
altijd te vreezen is, maar zich overigens
slechts zou beperken tot een individuoele
beweging, neemt hier het karakter aan van
een oproer, van te voren beraamd en geor
ganiseerd. Ten slotte zal men verbaasd zijn
te vernemen dat „De Zeven Provinciën tot
artillerie-schoolschip diende voorin
heemsche schepelingen.
Dit brengt het geheele kolonisatieprobleem
aan het wankelen evenals de quaestie van
de Europeesche politiek ten opzichte der
Aziaten, waarvan steeds duidelijker blijkt,
dat zij den opstand voorbereidt die onze be
schaving in gevaar zal brengen. De Hollan-
lers leeren den Javanen kanonnon bedie
nen.
Met een zorgeloosheid, die aan het krank
zinnige grenst, leeren de Hollanders een
pantserschip bedienen en het spelenderwijs
gevechtklaar maken aan den inlander die den
eerste den besten blanke, al is hij ongelet
terd en van minderwaardig allooi, kan dwin
gen hem uit den weg te gaan en voor hem
de houding aan te nemen van een verne
derden slaaf. Is het dan te verwonderen,
dat deze Inlanders op een gegeven moment er
van door gaan met het speelgoed dat hun is
toevertrouwd, en lust krijgen hun blanke
meesters, die zij minachten, te toonen, hoe zij
van de lessen hebben geprofiteerd?
Laten wij voor onze Hollandsche buren, in
het belang van de goede orde en in dat dei-
blanken, die zij zoo ernstig in opspraak
hebben gebracht, hopen, dat dit alles zal ein
digen met een snelle onderdrukking en zon
der dat er ernstige dingen gebeuren. Het gaat
hier niet alleen om het prestige van Neder
land, maar om dat van het Westen dat be
trokken is bij dit belachelijke avontuur. De
Hollanders zullen deze les niet te duur heb
ben betaald als zij er voordeel uit trekken".
Vergadering van het Cambo.
In den Helder heeft Donderdagavond het
Cambo, comité uit de marinebonden verga
derd.
De vergadering was alleen toegankelijk
voor militairen in uniform, ook niet voor de
pers.
Er was veel politie op de been.
Aan de Msb werd het volgende meegedeeld:
De vergadering was buitengewoon druk be
zocht. Als spreker trad op de heer P. S.
van der Vaart, socialistisch wethouder van
Den Helder en bestuurder van het „Cambo".
Spr. crïtiseerde de houding van den minister
van Defensie, omdat de indruk gewekt was,
dat de salariskorting niet zou doorgaan en
eerst bij de aangekondigde salarisherzie
ning nader zou worden toegepast.
Verder werd critiek uitgeoefend op het
niet toestaan van een audiëntie bij den mi
nister.
Muiterij afgekeurd.
Sprekende over de muiterij werd een zoo
danig optreden sterk afgekeurd, maar men
vestigde er de aandacht op, dat door