ONDER EEN STERRENHEMEL
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
Balansfi]d.
NA DE MUITERIJ.
'JEANNETTE MAC DONALD.
IJMUIDER COURANT
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
24)
..Voor zoover ik weet ben je in dien tijd
allesbehalve een brave jongen geweest,
maar tegen mij was je altijd zoo onbevan
gen en zonder aanstellerij, dat ik in je kon
lezen als in een open boek. Je stelde me
nooit voor raadsels. En nu weetik niet wat
ik aan je hebje bent een vreemdeling.,..
en
Weer maakte ze den zin niet af en nog
maals hielp Endellion haar op-dreef met een
aanmoedigend,e vraag.
„Bob" antwoordde het meisje toen, „ik vind
het niet prettig om het te zeggen. „Het is
onvriendelijk en ik zal me wel vergissen,
maar ik heb een gevoel alsof je voortdurend
een masker draagt."
De woorden van het meisje wondden hem
als een vergiftigde pijl. Maar ofschoon hij
wist, dat dit de zwaarste vuurproef was, clie
hij tot nu toe had doorgemaakt, bleef hij
zichzelf volkomen meester.
„Een masker, Mirry?"
7. Ja, ik kan er geen beter woord voor vin
den".
„Trek dat masker dan weg", zei hij, haar
recht in het gezicht kijkend.
Een seconde ontmoetten hun oogen elkaar
en het zou hem niet verbaasd hebben, als zij
in dat korte oogenblik zijn geheim geraden
had. Gisteren had hij al beseft, dat Miriam
het groote gevaar voor hem vormde; nu was
hem dat nog tienmaal duidelijker.
„Dat kan ik niet, Bobmaar daarom
WOENSDAG 22 FEBRUARI 1933
voel ik toch heel goed, dat het er is. De
Bob, dien ik vroeger kende, was niet in staat
een masker te dragenzijn fout lag juist
in het tegenovergestelde. Die liep met zijn
losbandigheid en zijn wilde streken te koop,
zoodat de menschen hem voor erger hielden
dan hij in werkelijkheid was."
Even een pauze toen vervolgde ze:
„Zeker, je hebt je leven reusachtig gebe
terd en de heele buurt zal ongetwijfeld
trotscli zijn op den nieuwen landheer. Maar
jij bent Bob niet, snapje? Je hebt Bob's
gezicht en tot op zekere hoogte Bob's stem,
maar de werkelijke Bob is verdwenen. Je
manier van praten is zelfs heelemaal an
ders."
„Maar acht jaar rondzwerven over de aarde
maken een mensch anders, verzekerde Endel
lion. „Heb je wel eens geprobeerd je voor te
stellen wat ik heb uitgestaan?"
Ik ging hier met schande beladen van
daan; ben pract-isch gesproken van huis
weggejaagd. Als een paria trok ik de wijde
wereld in, verbitterd en vernederd. Dacht je
misschien, dat ik niet door het vuur van de
hel ben gegaan? En dan acht eindelooze ja
ren zonder een vriend, die zich erom bekom
merde of je een beest of een mensch was,
acht jaar van folterende herinneringen!
Kun je je een idee vormen van de voorstel
ling die ik had. Begrijp je niet,- dat een
mensch onder zulke omstandigheden letter
lijk binnenste buiten wordt gekeerddat
de verandering in hem, hem inderdaad on
herkenbaar maakt!"
Zeker, dit was allemaal volkomen waar;
er was geen speld tusschen te krijgen. Maar
het was Bob Dulverton niet. die sprakhet
leek een scène uit een tooneelstuk.
„Er zijn tijden geweest, dat ik in geen
weken een levende ziel zag," ging Endellion
voort. ,.Ik trok de wildernis in met geen an
der gezelschap dan mijn honden en het vee,
waarvoor ik te zorgen had. Urenlang heb ik
's nachts wakker gelegen, al-maar starend
naar de sterren, zonder een uitweg te vin-
den, vechtend met mezelf. Eindelijk, eindelijk
begon ik licht te zien, de flauwe hoop van een
nieuwe toekomst begon te schemeren. Ik
spande al mijn krachten in om de man te
worden die ik kon zijn, MiriamIk ben
niet teruggekomen als een slappeling of een
dronkaard, ik ben een vernieuwd mensch,
met nieuwe hoop een nieuwe idealen. Ik ben
teruggekomen met visioenen van een mooie,
gelukkige eervolle loopbaan. Maar alleen
mijn oude speelmakker, Mirrian Donnithorne
draait mij den rug toe."
Endellion had op hartstochtelijken toon
gesproken, de vreeselijke maanden van wan
hoop en vertwijfeling waren in zijn herinne
ring weer tot fel en heftig leven ontwaakt.
Het gevolg was een klank van oprechtheid in
zijn stem, die Miriam onmiddellijk opmerkte
en twijfel bij haar deed opkomen aan de
juistheid van haar gevoelens. Was ze wel bil
lijk geweest tegenover Bob? Had zij den
ouden Bob wel ten volle begrepen? Vroeger
had Bob nooit een boek aangeraakt, maar
scholen niet in elk mensch verborgen moge
lijkheden tot geestelijke ontplooiing? Welr.u,
waarom moest zij dan twijfelen aan den jon
gen man naast haar?
„Vergeef me, Bob," vroeg ze zacht, „ik ben
erg onbillijk tegen je geweestik weet
hetik heb altijd aan je gedacht als aan
den jongen, dien ik zoo graag mocht, na
tuurlijk wel in zijn voordeel veranderd, maar
toch altijd nog dezelfde Bob",
„Maar ben ik dat dan niet?" klonk het.
„Dezelfde Bob van vroeger, alleen met een-
nieuw doel voor oogen en zonder mijn oude
fouten?"
„Neen".
Als werktuigelijk, onwillekeurig kwam het
over haar lippen. Ten deele had hij haar
overtuigd, maar ook niet meer dan voor een
deel, want diep in haar hart bleef het met-
te-onderdrukken gevoel, dat de man naast
haar een rol speelde.
Endellion bleef het antwoord schuldig. De
strijd was nog zwaarder dan hij zich had
De debatten in den Volksraad.
Het antwoord van den Commandant
der Zeemacht.
BATAVIA., 21 Februari, (Aneta). Aan het
antwoord van den commandant der Zee
macht in Nederlandsch-Indië op de Volks
raad-debatten over de muiterij op Hr. Ms.
„De Zeven Provinciën" is het volgende ont
leend: „De Regeering betreurt dat haar
eerste berichtgeving, welke uiteraard van
het geschil zelf niet afkomstig kon zijn, tot
een onaangenaam misverstand aanleiding
gaf. De Regeering maakte, zoodra haar be
kend was dat ook een deel der Europeesche
korporaals en manschappen tot de muiters
behoorden, zulks onmiddellijk bekend. Te
spreken van „zoogenaamde muiterij" is vol
strekt onjuist. Voor de Regeerig staat vast,
dat hier welbewust is gehandeld. Bij het
werpen van de eerste bom moet in geen en
kel opzicht aan opzet of vergissing worden
gedacht. Den commandant van de Dornier-
vliegboot, die de bom wierp, treft geen en
kele blaam." De regeering stemt geheel In
met de rede van Ir. Sandkuyl, die betoogde,
dat de ontwikkeling van het streven der vak
ver eenigingen gaandeweg de oorzaak kan zijn
dat bij het bestaan van vermeende groote
grieven de krijgstucht in de gedachten der
schepelingen op den achtergrond raakt. Spr.
zet uiteen dat de commandant van het es
kader kapitein ter zee van Duim, niet de
geheele Inlandsche bemanning onbetrouw
baar achtte, doch slechts een gedeelte.
Tegenover den heer Thamring verklaart spre
ker, dat niet de Regeering, maar de muiters
geweld wilden. De Regeering zal de moge
lijkheid onder de oogen zien van de instel
ling van een recherchedienst bij de Marine.
Opinie van den voorzitter.
De voorzitter Dr. J. W. Meijer Ranneft,
sloot hierna de zitting met een rede waarin
hij o.a. het volgende zeide:
„De Zeven Provinciën"-zaak is geen zaak
van blank of bruin, doch een zaak van be
grijpen of aantasten van het Staatsbegrip of
het Staatsgezag. Het verdwaasde lachen, dat
in 'het ver van de werkelijkheid gelegen Ne
derland ook maar een oogenblik heeft kun
nen klinken, was ernstiger, dsn de ontplof
fing van de bom. Het incident is thans ge
ëindigd. Het genezingsproces is begonnen en
de genezing zelf is zeker, want dit is één
der woeligste hoeken gelegen Nederlandsch-
Indië is een oase van regelmaat en veilig
heid, één der meest stabiele landen van de
wereld.
De volle aandacht verdient de vraag van
het bestaan der bonden en de vraag, of recht
van vereeniging voor militairen, dat door
velen jaren lang als goed en modern werd
beschouwd, thans niet zoodanig is gebruikt of
misbruikt, dat het in strijd is gekomen met
de hoogste belangen van den Staat en moet
verdwijnen of moet worden beperkt, zooals
reeds in vele landen is geschied".
Strijd is onafwendbaar.
De Volksraadebatten gaven klaarheid,
richting en stimulans doch geen oplossing.
Spreker eindigt zijn rede met de woorden:
„Moge God dan aan de Regeering kracht
geven voor de komendet maanden; aan den
Volksraad en het land het oordeel dés onder
scheids en den wil tot samengaan, die in de
komende maanden wel eens meer noodig
kunnen zijn, dan ooit te voren". (Teekenen
van instemming).
Herhaald verzoek om antwoord.
De leden van den Volksraad, Mr. Fruin,
Roep en de Hoog dienden een verzoek aan de
regeering in om alsnog schriftelijk in te gaan
op de vragen die in de rede van den regee-
ringsgemachtigde voor de afdeeling Marine
Maandagavond onbeantwoord bleven.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
HOLLAND - AMERIKA LLJN.
Binnendijk New Orleans n. Rotterdam 20
n.m. voorgaats Waterweg verw.
HOLLAND-AFRIKA LIJN.
Nieuwkerk thuisr. 19 te Suez.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Soekaboemi thuisreis 20 4 n.m. te Marseille.
K. N. S. M.
Achilles 19 van Rotterdam n. Faro.
Amazone 18 18 u. van Stettin n. Am
sterdam 20 1 u. Brunsbuttel gepass.
Ariadne 18 te Torrevieja n. Alicante.
Berenice 18 van Rotterdam n. Tanger.
voorgesteld en zijn begeerte om het meisje te
overtuigen werd van een zaak van persoon
lijk belang tot een van zelfrespect. Zijn trots
was in het geding gebracht: een sterk man
koestert altijd het verlangen een vrouw te
veroveren die eveneens sterk is en zich on
willig toont. „Ik geloof dat ik het begrijp ver.
klaarde hij ten laatste. „Wat de reden ook
mag zijn, je bent bevooroordeeld tegen me; je
gelooft niet in mij. Je had me liever terugge
zien zooals ik was dan zooals ik nu ben.
Er zit niets anders op, dan me daarin te
schikken, want ik ben nu eenmaal een an
der mensch geworden. Jij gelooft er niet in.
mijn innerlijke ommekeer heeft mij mijn
oude vriendin gekost!"
Er klonk zooveel waarachtig gevoel in zijn
toon; hij had haar niet overtuigd, maar ze,
bewonderde hem. Ze moest de heele situatie
rustig overdenken.
„Nu goedenmorgen, Bob".
„Dus nog steeds geen woord van welkom,
Mirry? Ben je heelemaal niet blij me te
zien?"
„Let er alsjeblieft niet op, Bob", smeekte
ze. „Ik zal gauw genoeg gaan inzien hoe
dwaas ik ben, heusch.. Natuurlijk wensch ik
je het. allerbeste, toe. Ik hoop dat je heel
gelukkig zult zijn in de oude omgeving en op
de plaats van je vader."
„En je vindt het prettig als ik je af en toe
kom opzoeken, al is het alleen maar terwille
van de oude tijden, niet?"
Miriam Donnithorne was te eerlijk om
haar toevlucht te nemen tot' een beleefde
noodleugen.
„Ik weet zeker, dat vader het buitengewoon
op prijs zal stellen je dikwijls te zien," ant
woordde ze diplomatiek.
„En jij, Mirry?"
„Ik kom er niets op aan, Bob."
Enkele minuten later galoppeerde Ralph
Endellion in woeste vaart in de richting van
Dulverton manor, ziedend van grimmige te
leurstelling. Hij was er opuit getrokken om
VOETBAL.
Het programma voor a.s. Zondag.
AFDEELING I.
Eerste klasse.
*t Gooi—H. B. S. (scheidsrechter J. H. Ver.
meer)
Hermes-D. V. S.—R. C. H. (scheidsrechter
Theo Bosch).
Blauw WitFeijenoord (scheidsrechter Mr.
E. G. van Bisselick).
A. D. O.V. S. V. (scheidsrechter W. h.
Breethoff).
D.H.C.Z.F.C. (scheidsrechter C. H. Vrugt).
Tweede klasse A:
Zeeburgia—E.D.O. (scheidsrechter Chr.
Boeree).
T.O.G.H.R.C.
Z.V.V.—W.F.C.
VV.A.Alcm. Victrix
Tweede klasse B:
Alphen—Hercules
D.W.S.A.F.C.
HT.C.Spartaan (scheidsrechter G. j.
Hommes)
BaarnB.F.C.
VeloxBloemendaal (scheidsrechter H.
Brits)
Derde klasse B:
O.V.V.O.—W.M.S.
D.J.K.Schoten
ZeemeeuwenOosterpark
De KennemersHalfweg
Derde klasse C:
Rodi—De Meteoor
WatergraafsmeerZandvoort
Z.R.C.A.P.G.S.
O.D.E.Holland
Vierde klasse A:
SchagenE.V.C.
Q.S.C.—Texel
ZilvermeeuwenD.T.S.
VroneUitgeest
AlkmaarBeverwijk
Reserve eerste klasse:
Hilversum 2Blauw Wit 2
A.F.C. 2Haarlem 2
E.D.O. 2—Zeeburgia 2
Ajax 2H.F.C. 2
Reserve tweede klasse A:
W.F.C. 2V.S.V. 2
H.R.C. 2K.F.C. 2
Ajax 3West Frisia 2
Alom. Victrix 2V.V.A. 2
Reserve derde klasse A:
W.F.C. 3O.S.V. 2
Hollandia 2De Kennemers 2
Z.F.C. 3—Q.S.C. 2
Alcm. Victrix 3—Z.V.V. 2
AFDEELING II.
Eerste klasse.
StormvogelsSparta (scheidsrechter J. H.
de Wolf).
West FrisiaAjax (scheidsrechter M. Is-
raëls).
HaarlemV.U.C. (scheidsrechter H. Vuijk),
K.F.C.—Hilversum (scheidsrechter J. I. H.
Kapteijn)
Xerxes—D.F.C. (scheidsrechter S. H. v. d.
Kraats).
Tweede klasse A:
UnitasB.E.C.
NeptunusH.V.V.
Steeds HoogerR.F.C.
Quick—O.D.S.
Tweede klasse B:
C.V.V.For tuna.
OvermaasS.V.V.
ExcelsiorV.O.C.
Vierde klasse A:
De Jagers—Leidsohe Boys
T.H.B.S.V.C.
HillegomKranenburg
D.V.S.—B.C.L.
Reserve eerste klasse:
Xerxes 2D.H.C. 2
V.U.C. 2Excelsior 2
Feijenoord 2C.V.V. 2
Soarta 2Gouda 2
H.B.S. 2A.D.O. 2
AFDEELING III.
Eerste klasse:
HeraclesVitesse
Ensch. BoysTubantia
Robur et Velocitas—A.G.O.V.V.
P.E.C.Wageningen
Go aheadr—Enschedé
AFDEELING IV.
Eerste klasse
Bleij erhei cleLong a
N.O.A.D.M.V.V.
P.S.V.—B.V.V.
MiddelburgWillem n
AFDEELING V
Eerste klasse:
Veen damAlcides
AchillesFriesland
Be QuickFrisia
SneekG.V.A.V.
Leeuwarden—V elocitas
(Sportkr.)
Miriam Donnithorne te overwinnen en had
gefaald! Haar aangeboren eerlijkheid had
zijn aanspraken afgewezen, Ze twijfelde welis
waar niet aan zijn identiteit, maar toch wan
trouwde zij hemze had een intuitieve af
keer van hem. Ze vormde thans een grooter
gevaar dan tevoren. Hij had zijn duel met
baar gehad en hij, niet zij, was er het
slechtst aan toe. Hij had geen enkele maal
de wapenrusting van waarheid, die haar om
hulde, kunnen doorboren, terwijl zij hem tel
kens getroffen had.
Hij was zich nauwelijks bewust van de
snelheid waarmee hij reed. Het paard rende
met dreunende hoefslagen over den landweg,
terwijl Endellion aan niets anders dacht dan
aan de mislukking van zijn bezoek bij Mi
riam. Zoo kwam het, dat hij niet lette op de
langzaam naderende boerenkar noch op den
man die naast den kop van het paard liep.
Het gevolg van zijn onachtzaamheid was, dat
het paard tegen den schouder van den kar-
revoerder botste en hem zeker omvergewor
pen hebben, als hij niet tegen zijn eigen
paard was gevallen.
„Hallo, wat moet dat".
De schok en de toornige stem van den man,
riepen Endellion tot de werkelijkheid terug.
In enkele seconden had hij zijn merrie tot
stilstand gebracht.
„Neem me niet kwalijk", verontschuldig-
digde hij zich, „ik was in gedachten en lette
niet op."
Terwijl hij sprak, nam hij den man wat
nauwkeuriger op. Het was blijkbaar een boer,
die zijn eigen paard geleidde; in elk geval
geen landarbeider, iemand van een jaar of
dertig, vijf-en-dertig. Hij was forsch ge
bouwd, op het plompe af. Maar de dikke
stierennek en de breede borst getuigden van
groote lichaamskracht.
Endellion steeg af en ging op den boer
toe.
(Wordt vervolgd.)
MET
(Van onzen Parijschen correspondent).
Een nachtelijke hemel met honderden flon
kerende sterren. Dan drijft ineens een wolk
langs, vaagt de lichtpunten weg. En weer
vonkt het in het nachtelijk duister en weer
glijden vage wolkgroepen in grillige gestal
ten langsIn de verte, aan den einder
spookachtig hooge cypressen, wier kruinen
verdoezelen in het donker. Een oneindig
hooge toren-van-Babel, mysterieus met de
vensters waaruit een groen licht straalt, een
sprookjesslot half-verdoken in een oranje
schijnsel en in de verte, achter gazen sluiers
en kristalhelder stemmetje dat zingt van
eeuwige „Love"
De vaste, de traditioneele uitgang van alle
provincialen en van alle buitenlanders die in
Parijs kwamen is altijd het Casino de Paris
en de Folies Bergère geweest. Thans is er
„Rex", theater-bioscoop-zaal van Jacques
Haïk, op den Boulevard Poissonnière. Maar
als we „zaal" hebben gezegd dan was dat
slechts uit taal-armoede. Want men heeft in
deze enorme ruimte geen oogenblik den in
druk zich in een besloten ruimte te bevinden.
Boven ons het kunstmatige hemeldak, links
en rechts de verre sprookjesdecors en voor
zich het eene feeërieke schouwspel dat op
het andere volgt in een bonte mengeling van
kleuren en in een zoete harmonie van klan
ken. Men moge héél wat beroemde music-
halls ter wereld hebben gezien en zelfs blasé
zijn, maar men komt toch in extase wanneer
men voor het eerst in Rex komt en ziet wat
de huidige techniek gediend door unieke sier
kunstenaars vermag. Hoe ver achter ons lijkt
nu de tijd van rood-pluche loges gedragen
door vergulde caryatiden en van geschilderde
draperieën en marmeren pilaren; hier vinden
we voor het eerst de droom van alle groote
regisseurs verwezenlijkt: de omgeving in stijl,
in de sfeer van het kunstwerk. Men wil ons
hier doorloopend iets feeërieks geven, iets
onwezenlijks, iets dat ons voor een oogenblik
geheel moet losscheuren uit onze eigen omge
ving, uit onzen gedachtengang. Onze buur-
man-in-de-stalles, de rug van de dame-voor-
ons, de kale schedel van den meneer naast
haar, het souffleurshokje, dat alles moet ver
dwijnen; werkeloos, slechts in gedachten en
in gevoel, moeten we één zijn met de scène.
En zoo, met dat Zeiss-hemeldak, met de verre
verschieten is Rex de plaats geworden waar
dit ideaal wordt bereikt. De gazen sluiers
worden ijler. Eerst vaag, dan duidelijker wanen
we ons in een zaal. We staan voor een groot
praalbed, één weelde van kant en dons. Mid
den in de luxe, verloren bijna „un petit bout
de femme", een kind-vrouwtje, dat wakker
wordt: Jeannette MacDonald. Jeannette de
magnifique blondine, Jeannette die met
Maurice Chevalier in de „Love Parade" in
eens beroemd werd, wier kristalhelder stem
metje over héél de wereld heeft geklonken.
En daar, net als in de Parade d' Amour,
schieten de nymphen toe om haar te hullen
in kanten gewaden en 't orkest verstomt om
Ineens de beroemde marche aan te vangen
voor een nieuw decor, een oud gobelin, waar
in de personagiën verlevendigen tot de ele
gante garde-soldaten uit de charmant sen-
timenteele Weensche geschiedenis. En weer
verandert het decor: nu zijn het tientallen
dancing girls die van een Amerikaansch
hakken-klakkend rhythme overgaan in een
sleepend walsen op Wiener-Musik. Dan weer
Jeannette die in een heerlijke mengeling van
bonte lichtstralen kweelt als een nachtegaal.
De begeleidende muziek komt nu niet- meer
uit een orkestkuil maar dringt tot ons door
uit het mysterieuze hemeldak, zooals de
himmliche stimme van een orgel. Zesduizend
menschen, ademloos, leven mee met het
sprookjeswonder dat zich daar voltrekt. Door
een onzichtbare hand wordt het decor weg
geschoven, er groeit een Meiboom op, een
enorme bos anjers valt uiteen en elke bloem,
gebonden aan kleurige linten waait om den
boom in heerlijk rhythmische bewegingen.
Dan voert men ons op langs een schier einde
loos trappenhuis naar een zaal van licht
waarin als één enorme diamant de „Star"
flonkert: Jeannette MacDonald.
Een zaal (want dat blijft het toch) plaats
biedend aan 6000 bezoekers, die ieder een
breede fauteuil vinden, een enorm tooneel,
een orkestkuil voor een tachtig man, en ge
kunt nagaan welke afmetingen dit enorme
theater dat een van de grootste attracties
van Parijs is.Hieeft. Want alles is naar even
redigheid, en er is aan de grootst mogelijke
comfort gedacht. Enorme liften om het pu
bliek naar de balcons te voeren, breede gan
gen met vestiaires en american-bars, kap
salons, beneden zelfs een speciale zaal ken
nels voor hen die hun hond willen meenemen
naar het theater en een speciaal personeel
om de dieren te verzorgen en dat alles
gratis. Geen fooien, geen extra-kosten en
waar 't spectable permanent is, daar kan
men, het entreegeld eenmaal betaald, des
noods den heelen dag van al die luxe genie
ten. Is 't wonder dat het nieuwe theater dag-
aan-dag bestormd wordt en dat héél Parijs
uitstroomt om één oogenblik te leven onder
een sterrenhemel met Jeannette MacDonald?
Het Is in- één van de pauzen dat we in de
luxueuse kleedkamer werden toegelaten tot
Jeannette. Er wordt héél veel van deze mo
derne sprookjes-prinses gevergd, maar ze is
ook nog zoo jong.
Yes, I will go to Holland, lacht ze. En ze
stelt er zich héél veel van voor. Wie heeft
toch dat sombere koningsdrama verzonnen
waarin dit poppetje een zwaar tragische rol
zou hebben gespeeld? Het is alles leven en
levensvreugde en zonnigheid. Of ze in Hol
land ook zal optreden?ze weet het nog
niet met zekerheid: may be
Mademoiselle Mac Donalden scène,
nous allons commencer, zoo bromt de zware
stem van den regisseur. En ze zweeft weg in
een wervelwind van kantde Regina van
Rex.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
GEWELDIGE EXPLOSIE IN EEN
RUBBERFABRIEK.
MEN VREEST VOOR 200 DOODEN.
SJANGHAI, 21 Februari. (Reuter). In een
rubberfabriek alhier heeft een geweldige ont
ploffing plaats gehad.
Tot dusver zijn 80 lijken geborgen en 70
zwaar gewonden naar de ziekenhuizen ver
voerd.
Men vreest, dat het aantal dooden 200 zal
bedragen.
DE HEER H. SNEEVLIET
GEARRESTEERD.
Deze maand van Februari
Is de tijd van de balans,
Vroeger vaak een tijd van vreugde.
Maar een tijd van zorgen thans,
't Resultaat des jaars werd eenmaal.
Vol vertrouwen opgemaakt,
Want ook dit jaar, wist de koopman,
Had zijn zaak hem niet verzaakt.
Dag aan dag had hij geploeterd,
Voor het heil van zijn gezin,
Maar nu was er ook wat over
En daar vond hij vreugde in.
Tegenwoordig is het anders,
Somber telt hij cijfers op,
Om den omvang vast te stellen,
Van zijn reeds aanvaarde strop.
Hij heeft even hard geploeterd,
Dubbel hard, maar niettemin
Brengt de rekening geen vreugde.
Er zit geen muziek meer in.
Deze maand van Februari
Is de tijd van de balans,
Vroeger vaak een tijd van vreugde,
Maar een tijd van zorgen thans.
Uitziend naar een beter toekomst,
Heeft de crisis wel geleerd,
Dat een zaak nog mooi mag heeten,
Als ze net nog balanceert.
P. GASUS.
DE VERDUISTERING BIJ DE
ROBAVER.
VONNIS BEVESTIGD.
VERDACHT VAN OPRUIING.
AMSTERDAM, 21 Februari. Hedenmor
gen is de heer H. J. F. M. Sneevliet, voor
zitter van het Nationaal-Arbeiders Secreta
riaat en secretaris van de Revolutionaire
Socialistische Partij, terzake opmiïng ge
arresteerd. Hij is hedenmorgen voor den Of
ficier van Justitie Mr. van Thiel geleid en
zal daarna door den rechter-commissaris
worden verhoord. Als raadsman treedt op Mr.
B. J. Stokvis. De heer Sneevliet is lid van de
Provinciale Staten van Noord-Holland.
Het Gerechtshof te Amsterdam veroordeel
de den chef der effectenafdeeling van
het bijkantoor der Rotterdamsche Bankver-
eeniging te Haarlem wegens verduistering
van effecten tot een bedrag van f 70.000 tot
één jaar gevangenisstraf, waarvan vier
maanden voorwaardelijk met een proeftijd
van twee jaar en bevestigde hiermede het
vonnis der Haarlemsehe rechtbank.
Deze verduisteringen zouden zijn gepleegd
omstreeks de jaren 19281932. Op 1 April
1932 had de man zelf aangifte van zijn ver
duistering gedaan bij de justitie.
Het O.M. bij de Haarlemsehe rechtbank
veroordeelde hem tot één jaar waarvan vier
maanden voorwaardelijk.
De Officier, Mr. Andringa, ging van het
vonnis in appèl, de verdachte teekende geen
hooger beroep aan.
In hooger beroep eischte de procureur-
generaal anderhalf jaar gevangenisstraf.
BESLUIT TOT FERSCENSUUR
BATAVIA, 21 Febr. (Aneta) De heden ver
schenen Javasche Courant bevat het gouver
nementsbesluit, steunende op de bevoegdheid,
ontleend uit de ordonnanties van 24 Januari
1905 en 5 April 1918, waarbij tot nader order
wordt verboden het door middel van de druk
pers verspreiden van berichten omtrent bewe
gingen van groepen of schepen, behoorende
tot de Land- of Zeemacht.
De deelnemers aan de Britsche Mount
rechts is Lord Clydesdale, de leider van dezen
Everest-expeditie aan den start. Tweede van
avontuurlijken tocht.