ONDER EEN STERRENHEMEL EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. Balansfi]d. NA DE MUITERIJ. 'JEANNETTE MAC DONALD. IJMUIDER COURANT FEUILLETON Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. (Nadruk verboden.) 24) ..Voor zoover ik weet ben je in dien tijd allesbehalve een brave jongen geweest, maar tegen mij was je altijd zoo onbevan gen en zonder aanstellerij, dat ik in je kon lezen als in een open boek. Je stelde me nooit voor raadsels. En nu weetik niet wat ik aan je hebje bent een vreemdeling.,.. en Weer maakte ze den zin niet af en nog maals hielp Endellion haar op-dreef met een aanmoedigend,e vraag. „Bob" antwoordde het meisje toen, „ik vind het niet prettig om het te zeggen. „Het is onvriendelijk en ik zal me wel vergissen, maar ik heb een gevoel alsof je voortdurend een masker draagt." De woorden van het meisje wondden hem als een vergiftigde pijl. Maar ofschoon hij wist, dat dit de zwaarste vuurproef was, clie hij tot nu toe had doorgemaakt, bleef hij zichzelf volkomen meester. „Een masker, Mirry?" 7. Ja, ik kan er geen beter woord voor vin den". „Trek dat masker dan weg", zei hij, haar recht in het gezicht kijkend. Een seconde ontmoetten hun oogen elkaar en het zou hem niet verbaasd hebben, als zij in dat korte oogenblik zijn geheim geraden had. Gisteren had hij al beseft, dat Miriam het groote gevaar voor hem vormde; nu was hem dat nog tienmaal duidelijker. „Dat kan ik niet, Bobmaar daarom WOENSDAG 22 FEBRUARI 1933 voel ik toch heel goed, dat het er is. De Bob, dien ik vroeger kende, was niet in staat een masker te dragenzijn fout lag juist in het tegenovergestelde. Die liep met zijn losbandigheid en zijn wilde streken te koop, zoodat de menschen hem voor erger hielden dan hij in werkelijkheid was." Even een pauze toen vervolgde ze: „Zeker, je hebt je leven reusachtig gebe terd en de heele buurt zal ongetwijfeld trotscli zijn op den nieuwen landheer. Maar jij bent Bob niet, snapje? Je hebt Bob's gezicht en tot op zekere hoogte Bob's stem, maar de werkelijke Bob is verdwenen. Je manier van praten is zelfs heelemaal an ders." „Maar acht jaar rondzwerven over de aarde maken een mensch anders, verzekerde Endel lion. „Heb je wel eens geprobeerd je voor te stellen wat ik heb uitgestaan?" Ik ging hier met schande beladen van daan; ben pract-isch gesproken van huis weggejaagd. Als een paria trok ik de wijde wereld in, verbitterd en vernederd. Dacht je misschien, dat ik niet door het vuur van de hel ben gegaan? En dan acht eindelooze ja ren zonder een vriend, die zich erom bekom merde of je een beest of een mensch was, acht jaar van folterende herinneringen! Kun je je een idee vormen van de voorstel ling die ik had. Begrijp je niet,- dat een mensch onder zulke omstandigheden letter lijk binnenste buiten wordt gekeerddat de verandering in hem, hem inderdaad on herkenbaar maakt!" Zeker, dit was allemaal volkomen waar; er was geen speld tusschen te krijgen. Maar het was Bob Dulverton niet. die sprakhet leek een scène uit een tooneelstuk. „Er zijn tijden geweest, dat ik in geen weken een levende ziel zag," ging Endellion voort. ,.Ik trok de wildernis in met geen an der gezelschap dan mijn honden en het vee, waarvoor ik te zorgen had. Urenlang heb ik 's nachts wakker gelegen, al-maar starend naar de sterren, zonder een uitweg te vin- den, vechtend met mezelf. Eindelijk, eindelijk begon ik licht te zien, de flauwe hoop van een nieuwe toekomst begon te schemeren. Ik spande al mijn krachten in om de man te worden die ik kon zijn, MiriamIk ben niet teruggekomen als een slappeling of een dronkaard, ik ben een vernieuwd mensch, met nieuwe hoop een nieuwe idealen. Ik ben teruggekomen met visioenen van een mooie, gelukkige eervolle loopbaan. Maar alleen mijn oude speelmakker, Mirrian Donnithorne draait mij den rug toe." Endellion had op hartstochtelijken toon gesproken, de vreeselijke maanden van wan hoop en vertwijfeling waren in zijn herinne ring weer tot fel en heftig leven ontwaakt. Het gevolg was een klank van oprechtheid in zijn stem, die Miriam onmiddellijk opmerkte en twijfel bij haar deed opkomen aan de juistheid van haar gevoelens. Was ze wel bil lijk geweest tegenover Bob? Had zij den ouden Bob wel ten volle begrepen? Vroeger had Bob nooit een boek aangeraakt, maar scholen niet in elk mensch verborgen moge lijkheden tot geestelijke ontplooiing? Welr.u, waarom moest zij dan twijfelen aan den jon gen man naast haar? „Vergeef me, Bob," vroeg ze zacht, „ik ben erg onbillijk tegen je geweestik weet hetik heb altijd aan je gedacht als aan den jongen, dien ik zoo graag mocht, na tuurlijk wel in zijn voordeel veranderd, maar toch altijd nog dezelfde Bob", „Maar ben ik dat dan niet?" klonk het. „Dezelfde Bob van vroeger, alleen met een- nieuw doel voor oogen en zonder mijn oude fouten?" „Neen". Als werktuigelijk, onwillekeurig kwam het over haar lippen. Ten deele had hij haar overtuigd, maar ook niet meer dan voor een deel, want diep in haar hart bleef het met- te-onderdrukken gevoel, dat de man naast haar een rol speelde. Endellion bleef het antwoord schuldig. De strijd was nog zwaarder dan hij zich had De debatten in den Volksraad. Het antwoord van den Commandant der Zeemacht. BATAVIA., 21 Februari, (Aneta). Aan het antwoord van den commandant der Zee macht in Nederlandsch-Indië op de Volks raad-debatten over de muiterij op Hr. Ms. „De Zeven Provinciën" is het volgende ont leend: „De Regeering betreurt dat haar eerste berichtgeving, welke uiteraard van het geschil zelf niet afkomstig kon zijn, tot een onaangenaam misverstand aanleiding gaf. De Regeering maakte, zoodra haar be kend was dat ook een deel der Europeesche korporaals en manschappen tot de muiters behoorden, zulks onmiddellijk bekend. Te spreken van „zoogenaamde muiterij" is vol strekt onjuist. Voor de Regeerig staat vast, dat hier welbewust is gehandeld. Bij het werpen van de eerste bom moet in geen en kel opzicht aan opzet of vergissing worden gedacht. Den commandant van de Dornier- vliegboot, die de bom wierp, treft geen en kele blaam." De regeering stemt geheel In met de rede van Ir. Sandkuyl, die betoogde, dat de ontwikkeling van het streven der vak ver eenigingen gaandeweg de oorzaak kan zijn dat bij het bestaan van vermeende groote grieven de krijgstucht in de gedachten der schepelingen op den achtergrond raakt. Spr. zet uiteen dat de commandant van het es kader kapitein ter zee van Duim, niet de geheele Inlandsche bemanning onbetrouw baar achtte, doch slechts een gedeelte. Tegenover den heer Thamring verklaart spre ker, dat niet de Regeering, maar de muiters geweld wilden. De Regeering zal de moge lijkheid onder de oogen zien van de instel ling van een recherchedienst bij de Marine. Opinie van den voorzitter. De voorzitter Dr. J. W. Meijer Ranneft, sloot hierna de zitting met een rede waarin hij o.a. het volgende zeide: „De Zeven Provinciën"-zaak is geen zaak van blank of bruin, doch een zaak van be grijpen of aantasten van het Staatsbegrip of het Staatsgezag. Het verdwaasde lachen, dat in 'het ver van de werkelijkheid gelegen Ne derland ook maar een oogenblik heeft kun nen klinken, was ernstiger, dsn de ontplof fing van de bom. Het incident is thans ge ëindigd. Het genezingsproces is begonnen en de genezing zelf is zeker, want dit is één der woeligste hoeken gelegen Nederlandsch- Indië is een oase van regelmaat en veilig heid, één der meest stabiele landen van de wereld. De volle aandacht verdient de vraag van het bestaan der bonden en de vraag, of recht van vereeniging voor militairen, dat door velen jaren lang als goed en modern werd beschouwd, thans niet zoodanig is gebruikt of misbruikt, dat het in strijd is gekomen met de hoogste belangen van den Staat en moet verdwijnen of moet worden beperkt, zooals reeds in vele landen is geschied". Strijd is onafwendbaar. De Volksraadebatten gaven klaarheid, richting en stimulans doch geen oplossing. Spreker eindigt zijn rede met de woorden: „Moge God dan aan de Regeering kracht geven voor de komendet maanden; aan den Volksraad en het land het oordeel dés onder scheids en den wil tot samengaan, die in de komende maanden wel eens meer noodig kunnen zijn, dan ooit te voren". (Teekenen van instemming). Herhaald verzoek om antwoord. De leden van den Volksraad, Mr. Fruin, Roep en de Hoog dienden een verzoek aan de regeering in om alsnog schriftelijk in te gaan op de vragen die in de rede van den regee- ringsgemachtigde voor de afdeeling Marine Maandagavond onbeantwoord bleven. SCHEEPVAARTBERICHTEN HOLLAND - AMERIKA LLJN. Binnendijk New Orleans n. Rotterdam 20 n.m. voorgaats Waterweg verw. HOLLAND-AFRIKA LIJN. Nieuwkerk thuisr. 19 te Suez. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Soekaboemi thuisreis 20 4 n.m. te Marseille. K. N. S. M. Achilles 19 van Rotterdam n. Faro. Amazone 18 18 u. van Stettin n. Am sterdam 20 1 u. Brunsbuttel gepass. Ariadne 18 te Torrevieja n. Alicante. Berenice 18 van Rotterdam n. Tanger. voorgesteld en zijn begeerte om het meisje te overtuigen werd van een zaak van persoon lijk belang tot een van zelfrespect. Zijn trots was in het geding gebracht: een sterk man koestert altijd het verlangen een vrouw te veroveren die eveneens sterk is en zich on willig toont. „Ik geloof dat ik het begrijp ver. klaarde hij ten laatste. „Wat de reden ook mag zijn, je bent bevooroordeeld tegen me; je gelooft niet in mij. Je had me liever terugge zien zooals ik was dan zooals ik nu ben. Er zit niets anders op, dan me daarin te schikken, want ik ben nu eenmaal een an der mensch geworden. Jij gelooft er niet in. mijn innerlijke ommekeer heeft mij mijn oude vriendin gekost!" Er klonk zooveel waarachtig gevoel in zijn toon; hij had haar niet overtuigd, maar ze, bewonderde hem. Ze moest de heele situatie rustig overdenken. „Nu goedenmorgen, Bob". „Dus nog steeds geen woord van welkom, Mirry? Ben je heelemaal niet blij me te zien?" „Let er alsjeblieft niet op, Bob", smeekte ze. „Ik zal gauw genoeg gaan inzien hoe dwaas ik ben, heusch.. Natuurlijk wensch ik je het. allerbeste, toe. Ik hoop dat je heel gelukkig zult zijn in de oude omgeving en op de plaats van je vader." „En je vindt het prettig als ik je af en toe kom opzoeken, al is het alleen maar terwille van de oude tijden, niet?" Miriam Donnithorne was te eerlijk om haar toevlucht te nemen tot' een beleefde noodleugen. „Ik weet zeker, dat vader het buitengewoon op prijs zal stellen je dikwijls te zien," ant woordde ze diplomatiek. „En jij, Mirry?" „Ik kom er niets op aan, Bob." Enkele minuten later galoppeerde Ralph Endellion in woeste vaart in de richting van Dulverton manor, ziedend van grimmige te leurstelling. Hij was er opuit getrokken om VOETBAL. Het programma voor a.s. Zondag. AFDEELING I. Eerste klasse. *t Gooi—H. B. S. (scheidsrechter J. H. Ver. meer) Hermes-D. V. S.—R. C. H. (scheidsrechter Theo Bosch). Blauw WitFeijenoord (scheidsrechter Mr. E. G. van Bisselick). A. D. O.V. S. V. (scheidsrechter W. h. Breethoff). D.H.C.Z.F.C. (scheidsrechter C. H. Vrugt). Tweede klasse A: Zeeburgia—E.D.O. (scheidsrechter Chr. Boeree). T.O.G.H.R.C. Z.V.V.—W.F.C. VV.A.Alcm. Victrix Tweede klasse B: Alphen—Hercules D.W.S.A.F.C. HT.C.Spartaan (scheidsrechter G. j. Hommes) BaarnB.F.C. VeloxBloemendaal (scheidsrechter H. Brits) Derde klasse B: O.V.V.O.—W.M.S. D.J.K.Schoten ZeemeeuwenOosterpark De KennemersHalfweg Derde klasse C: Rodi—De Meteoor WatergraafsmeerZandvoort Z.R.C.A.P.G.S. O.D.E.Holland Vierde klasse A: SchagenE.V.C. Q.S.C.—Texel ZilvermeeuwenD.T.S. VroneUitgeest AlkmaarBeverwijk Reserve eerste klasse: Hilversum 2Blauw Wit 2 A.F.C. 2Haarlem 2 E.D.O. 2—Zeeburgia 2 Ajax 2H.F.C. 2 Reserve tweede klasse A: W.F.C. 2V.S.V. 2 H.R.C. 2K.F.C. 2 Ajax 3West Frisia 2 Alom. Victrix 2V.V.A. 2 Reserve derde klasse A: W.F.C. 3O.S.V. 2 Hollandia 2De Kennemers 2 Z.F.C. 3—Q.S.C. 2 Alcm. Victrix 3—Z.V.V. 2 AFDEELING II. Eerste klasse. StormvogelsSparta (scheidsrechter J. H. de Wolf). West FrisiaAjax (scheidsrechter M. Is- raëls). HaarlemV.U.C. (scheidsrechter H. Vuijk), K.F.C.—Hilversum (scheidsrechter J. I. H. Kapteijn) Xerxes—D.F.C. (scheidsrechter S. H. v. d. Kraats). Tweede klasse A: UnitasB.E.C. NeptunusH.V.V. Steeds HoogerR.F.C. Quick—O.D.S. Tweede klasse B: C.V.V.For tuna. OvermaasS.V.V. ExcelsiorV.O.C. Vierde klasse A: De Jagers—Leidsohe Boys T.H.B.S.V.C. HillegomKranenburg D.V.S.—B.C.L. Reserve eerste klasse: Xerxes 2D.H.C. 2 V.U.C. 2Excelsior 2 Feijenoord 2C.V.V. 2 Soarta 2Gouda 2 H.B.S. 2A.D.O. 2 AFDEELING III. Eerste klasse: HeraclesVitesse Ensch. BoysTubantia Robur et Velocitas—A.G.O.V.V. P.E.C.Wageningen Go aheadr—Enschedé AFDEELING IV. Eerste klasse Bleij erhei cleLong a N.O.A.D.M.V.V. P.S.V.—B.V.V. MiddelburgWillem n AFDEELING V Eerste klasse: Veen damAlcides AchillesFriesland Be QuickFrisia SneekG.V.A.V. Leeuwarden—V elocitas (Sportkr.) Miriam Donnithorne te overwinnen en had gefaald! Haar aangeboren eerlijkheid had zijn aanspraken afgewezen, Ze twijfelde welis waar niet aan zijn identiteit, maar toch wan trouwde zij hemze had een intuitieve af keer van hem. Ze vormde thans een grooter gevaar dan tevoren. Hij had zijn duel met baar gehad en hij, niet zij, was er het slechtst aan toe. Hij had geen enkele maal de wapenrusting van waarheid, die haar om hulde, kunnen doorboren, terwijl zij hem tel kens getroffen had. Hij was zich nauwelijks bewust van de snelheid waarmee hij reed. Het paard rende met dreunende hoefslagen over den landweg, terwijl Endellion aan niets anders dacht dan aan de mislukking van zijn bezoek bij Mi riam. Zoo kwam het, dat hij niet lette op de langzaam naderende boerenkar noch op den man die naast den kop van het paard liep. Het gevolg van zijn onachtzaamheid was, dat het paard tegen den schouder van den kar- revoerder botste en hem zeker omvergewor pen hebben, als hij niet tegen zijn eigen paard was gevallen. „Hallo, wat moet dat". De schok en de toornige stem van den man, riepen Endellion tot de werkelijkheid terug. In enkele seconden had hij zijn merrie tot stilstand gebracht. „Neem me niet kwalijk", verontschuldig- digde hij zich, „ik was in gedachten en lette niet op." Terwijl hij sprak, nam hij den man wat nauwkeuriger op. Het was blijkbaar een boer, die zijn eigen paard geleidde; in elk geval geen landarbeider, iemand van een jaar of dertig, vijf-en-dertig. Hij was forsch ge bouwd, op het plompe af. Maar de dikke stierennek en de breede borst getuigden van groote lichaamskracht. Endellion steeg af en ging op den boer toe. (Wordt vervolgd.) MET (Van onzen Parijschen correspondent). Een nachtelijke hemel met honderden flon kerende sterren. Dan drijft ineens een wolk langs, vaagt de lichtpunten weg. En weer vonkt het in het nachtelijk duister en weer glijden vage wolkgroepen in grillige gestal ten langsIn de verte, aan den einder spookachtig hooge cypressen, wier kruinen verdoezelen in het donker. Een oneindig hooge toren-van-Babel, mysterieus met de vensters waaruit een groen licht straalt, een sprookjesslot half-verdoken in een oranje schijnsel en in de verte, achter gazen sluiers en kristalhelder stemmetje dat zingt van eeuwige „Love" De vaste, de traditioneele uitgang van alle provincialen en van alle buitenlanders die in Parijs kwamen is altijd het Casino de Paris en de Folies Bergère geweest. Thans is er „Rex", theater-bioscoop-zaal van Jacques Haïk, op den Boulevard Poissonnière. Maar als we „zaal" hebben gezegd dan was dat slechts uit taal-armoede. Want men heeft in deze enorme ruimte geen oogenblik den in druk zich in een besloten ruimte te bevinden. Boven ons het kunstmatige hemeldak, links en rechts de verre sprookjesdecors en voor zich het eene feeërieke schouwspel dat op het andere volgt in een bonte mengeling van kleuren en in een zoete harmonie van klan ken. Men moge héél wat beroemde music- halls ter wereld hebben gezien en zelfs blasé zijn, maar men komt toch in extase wanneer men voor het eerst in Rex komt en ziet wat de huidige techniek gediend door unieke sier kunstenaars vermag. Hoe ver achter ons lijkt nu de tijd van rood-pluche loges gedragen door vergulde caryatiden en van geschilderde draperieën en marmeren pilaren; hier vinden we voor het eerst de droom van alle groote regisseurs verwezenlijkt: de omgeving in stijl, in de sfeer van het kunstwerk. Men wil ons hier doorloopend iets feeërieks geven, iets onwezenlijks, iets dat ons voor een oogenblik geheel moet losscheuren uit onze eigen omge ving, uit onzen gedachtengang. Onze buur- man-in-de-stalles, de rug van de dame-voor- ons, de kale schedel van den meneer naast haar, het souffleurshokje, dat alles moet ver dwijnen; werkeloos, slechts in gedachten en in gevoel, moeten we één zijn met de scène. En zoo, met dat Zeiss-hemeldak, met de verre verschieten is Rex de plaats geworden waar dit ideaal wordt bereikt. De gazen sluiers worden ijler. Eerst vaag, dan duidelijker wanen we ons in een zaal. We staan voor een groot praalbed, één weelde van kant en dons. Mid den in de luxe, verloren bijna „un petit bout de femme", een kind-vrouwtje, dat wakker wordt: Jeannette MacDonald. Jeannette de magnifique blondine, Jeannette die met Maurice Chevalier in de „Love Parade" in eens beroemd werd, wier kristalhelder stem metje over héél de wereld heeft geklonken. En daar, net als in de Parade d' Amour, schieten de nymphen toe om haar te hullen in kanten gewaden en 't orkest verstomt om Ineens de beroemde marche aan te vangen voor een nieuw decor, een oud gobelin, waar in de personagiën verlevendigen tot de ele gante garde-soldaten uit de charmant sen- timenteele Weensche geschiedenis. En weer verandert het decor: nu zijn het tientallen dancing girls die van een Amerikaansch hakken-klakkend rhythme overgaan in een sleepend walsen op Wiener-Musik. Dan weer Jeannette die in een heerlijke mengeling van bonte lichtstralen kweelt als een nachtegaal. De begeleidende muziek komt nu niet- meer uit een orkestkuil maar dringt tot ons door uit het mysterieuze hemeldak, zooals de himmliche stimme van een orgel. Zesduizend menschen, ademloos, leven mee met het sprookjeswonder dat zich daar voltrekt. Door een onzichtbare hand wordt het decor weg geschoven, er groeit een Meiboom op, een enorme bos anjers valt uiteen en elke bloem, gebonden aan kleurige linten waait om den boom in heerlijk rhythmische bewegingen. Dan voert men ons op langs een schier einde loos trappenhuis naar een zaal van licht waarin als één enorme diamant de „Star" flonkert: Jeannette MacDonald. Een zaal (want dat blijft het toch) plaats biedend aan 6000 bezoekers, die ieder een breede fauteuil vinden, een enorm tooneel, een orkestkuil voor een tachtig man, en ge kunt nagaan welke afmetingen dit enorme theater dat een van de grootste attracties van Parijs is.Hieeft. Want alles is naar even redigheid, en er is aan de grootst mogelijke comfort gedacht. Enorme liften om het pu bliek naar de balcons te voeren, breede gan gen met vestiaires en american-bars, kap salons, beneden zelfs een speciale zaal ken nels voor hen die hun hond willen meenemen naar het theater en een speciaal personeel om de dieren te verzorgen en dat alles gratis. Geen fooien, geen extra-kosten en waar 't spectable permanent is, daar kan men, het entreegeld eenmaal betaald, des noods den heelen dag van al die luxe genie ten. Is 't wonder dat het nieuwe theater dag- aan-dag bestormd wordt en dat héél Parijs uitstroomt om één oogenblik te leven onder een sterrenhemel met Jeannette MacDonald? Het Is in- één van de pauzen dat we in de luxueuse kleedkamer werden toegelaten tot Jeannette. Er wordt héél veel van deze mo derne sprookjes-prinses gevergd, maar ze is ook nog zoo jong. Yes, I will go to Holland, lacht ze. En ze stelt er zich héél veel van voor. Wie heeft toch dat sombere koningsdrama verzonnen waarin dit poppetje een zwaar tragische rol zou hebben gespeeld? Het is alles leven en levensvreugde en zonnigheid. Of ze in Hol land ook zal optreden?ze weet het nog niet met zekerheid: may be Mademoiselle Mac Donalden scène, nous allons commencer, zoo bromt de zware stem van den regisseur. En ze zweeft weg in een wervelwind van kantde Regina van Rex. HENRY A. TH. LESTURGEON. GEWELDIGE EXPLOSIE IN EEN RUBBERFABRIEK. MEN VREEST VOOR 200 DOODEN. SJANGHAI, 21 Februari. (Reuter). In een rubberfabriek alhier heeft een geweldige ont ploffing plaats gehad. Tot dusver zijn 80 lijken geborgen en 70 zwaar gewonden naar de ziekenhuizen ver voerd. Men vreest, dat het aantal dooden 200 zal bedragen. DE HEER H. SNEEVLIET GEARRESTEERD. Deze maand van Februari Is de tijd van de balans, Vroeger vaak een tijd van vreugde. Maar een tijd van zorgen thans, 't Resultaat des jaars werd eenmaal. Vol vertrouwen opgemaakt, Want ook dit jaar, wist de koopman, Had zijn zaak hem niet verzaakt. Dag aan dag had hij geploeterd, Voor het heil van zijn gezin, Maar nu was er ook wat over En daar vond hij vreugde in. Tegenwoordig is het anders, Somber telt hij cijfers op, Om den omvang vast te stellen, Van zijn reeds aanvaarde strop. Hij heeft even hard geploeterd, Dubbel hard, maar niettemin Brengt de rekening geen vreugde. Er zit geen muziek meer in. Deze maand van Februari Is de tijd van de balans, Vroeger vaak een tijd van vreugde, Maar een tijd van zorgen thans. Uitziend naar een beter toekomst, Heeft de crisis wel geleerd, Dat een zaak nog mooi mag heeten, Als ze net nog balanceert. P. GASUS. DE VERDUISTERING BIJ DE ROBAVER. VONNIS BEVESTIGD. VERDACHT VAN OPRUIING. AMSTERDAM, 21 Februari. Hedenmor gen is de heer H. J. F. M. Sneevliet, voor zitter van het Nationaal-Arbeiders Secreta riaat en secretaris van de Revolutionaire Socialistische Partij, terzake opmiïng ge arresteerd. Hij is hedenmorgen voor den Of ficier van Justitie Mr. van Thiel geleid en zal daarna door den rechter-commissaris worden verhoord. Als raadsman treedt op Mr. B. J. Stokvis. De heer Sneevliet is lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland. Het Gerechtshof te Amsterdam veroordeel de den chef der effectenafdeeling van het bijkantoor der Rotterdamsche Bankver- eeniging te Haarlem wegens verduistering van effecten tot een bedrag van f 70.000 tot één jaar gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en bevestigde hiermede het vonnis der Haarlemsehe rechtbank. Deze verduisteringen zouden zijn gepleegd omstreeks de jaren 19281932. Op 1 April 1932 had de man zelf aangifte van zijn ver duistering gedaan bij de justitie. Het O.M. bij de Haarlemsehe rechtbank veroordeelde hem tot één jaar waarvan vier maanden voorwaardelijk. De Officier, Mr. Andringa, ging van het vonnis in appèl, de verdachte teekende geen hooger beroep aan. In hooger beroep eischte de procureur- generaal anderhalf jaar gevangenisstraf. BESLUIT TOT FERSCENSUUR BATAVIA, 21 Febr. (Aneta) De heden ver schenen Javasche Courant bevat het gouver nementsbesluit, steunende op de bevoegdheid, ontleend uit de ordonnanties van 24 Januari 1905 en 5 April 1918, waarbij tot nader order wordt verboden het door middel van de druk pers verspreiden van berichten omtrent bewe gingen van groepen of schepen, behoorende tot de Land- of Zeemacht. De deelnemers aan de Britsche Mount rechts is Lord Clydesdale, de leider van dezen Everest-expeditie aan den start. Tweede van avontuurlijken tocht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 6