DE STEMMING IN BERLIJN.
MERCURIUS
HAVERMOUT
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
Stratos-veerdienst.
IJMUIDER COURANT
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1933
Slee en ski, straatgevecht en politiek.
Hitier en de Man die wacht.
(Speciale correspondentie)
BERLIJN, 20 Februari.
Een heftig' onweer met zwaar gedonder, als
na een zwoelen zomerdag deed Woensdag in
den vroegen morgen Berlijn wakker schrik
ken. Zulke uitbarstingen der natuur tegen
het einde van zomer en winter worden wel
meer beschouwd als een afscheid met groot
geraas van deze twee meestal zeer luimige
jaargetijden.
Dat dit niet altijd klopt, ondervond nu Ber
lijn. Op het onweer volgde een sneeuwstorm
en de thermometer daalde van 8 graden
boven tot 8 graden Celsius onder nul. Met
korte tusschenpoozen bleef het sneeuwen en
vriezen en Zondagmorgen trokken vijf hon
derdduizend kleine en groote Berlijners met
sleden, schaatsen en skis naar de heuvels en
meren in alle windrichtingen rondom Berlijn.
De omgeving van Berlijn is rijk aan heerlijk
heden als het Bloemendaalsche Kopje. Maar
weinig buitenlanders weten, hoe mooi de
Mark Brandenburg is, het heuvelachtig, rijk
met meren en dennen- en berkenwouden ge
zegende landschap, waarin de groote stad
zich heeft uitgestrekt. Wel weet elke Berlijner
te vertellen, hoe mooi Haarlem en zijn omge
ving is. Zelfs Berlijners die een vaag idee
hebben van ons land en voor wie „Holland"
een begrip is van welvaart-bloemen-klompen-
Volendammer broeken, zelfs deze simpelen
kennen Haarlem als de bloemenstad bij uit
stek. Het is mij telkens weer opgevallen, dat
de stedennaam „Haarlem" hun een visioen
geeft van fleurige schoonheid en bloemen
pracht. En zij die de stad en hare omgeving
bezochten, spreken er met opgetogenheid
van en roemen het stedeschoon, de Groote
Markt; ofschoon de uitvinder van de boek
drukkunst. maar dat is een ander thema!
De omgeving van Berlijn is niet van zoo
blonde fleurige schoonheid. Zij imponeert
door het zilveren berkengeboomte en de don
kere dennen op de heuvels om de spiegel
gladde meren. Op dezen heerlijken .winter-
Zondag alles in smetteloozen sneeuwdos!
Eeuwig kibbelende luidjes, oud en jong
propvol met „politiek", konden de geneugten
van de wintersport niet weerstaan. Commu
nist jes en monarchistjes klauteren samen
den heuvel op, geven elkaar boven broederlijk
een zetje en vliegen om 't hardst op hun
sleetjes naar beneden. Hitlerjongens zijn
blind voor joden-physionomieën, jodenjon
gens blind voor hakenkruisen. Samen glijden
ze over de gladde vlakten, eensgezind in win
tersportvreugde jonkers en internationale
proletariërs proestend in de mulle sneeuw.
Wij zagen het „politiek" en maatschappelijk
verschil tusschen zoovelen van die knapen
niet in onze fantasie. Zoo menige Hitlerjon-
gen b.v. draagt zijn Hitlerpakje niet alleen als
hij in functie is, zijn officieele stemming
om te slaan, te krabben en te schieten,
maar bij den begrijpelijken wensch, er op
Zon- en feestdagen als gewoon mensch zoo
netjes mogelijk uit te zien, verwisselt hij dat
pakje graag voor Joostjveet wat voor scha
mele plunje. En zoo gaat he't ÖöKcfën"jon
gens van de roode, de ijzeren en de andere
fronten'.' Hét begrip „jongens" héél wijd geno
men. Hier openbaart zich even sterk als bij
cle spelen op sneeuw- en ijsvlakten „het kind
in den man" en daarnaast la béte humaine,
wakker geroepen door al die stormtroep
uniformen. Eigenaardige wezens, deze storm
troep-jongens. In functie, dus in de officeele
stemming, zijn ze levensgevaarlijk voor hun
tegenstanders. Dat bewijzen de dagelijksche
steek- en schietpartijen met zooveel slacht
offers.
Er was weer ergens in Berlijn gruwelijk ge
vochten. Een groepje deelnemers aan dien
strijd in uniform stond druk gesticuleerend
te wachten op den omnibus, dien ik een stop
plaats vroeger genomen had. Ik verwachtte
niet veel goeds van hun gezelschap. Wij bij
ons zijn ook niet gesteld op het gezelschap
van een troep jongens, die brooddronken van
een pretje komen, overmoedig door hun aan
tal.
Hie'r waren het S. S. mannen van Hitier.
de gevreesde kemphanen, die vooral in het
buitenland een renutatie genieten, waarop
elke communistische rood-frontsoldaat ra
zend jaloersch is. Bij 't instijgen van den troep
verstomde alle luidruchtigheid. Allen gedroe
gen zich als men van beschaafde menschen
verwacht, hoewel niet altijd verwachten kan
van zijn medepassagiers in trams en omni
bus. Beleefdheid en voorkomendheid zijn
geen opvallende deugden, maar wel valt het
verrassend op, zooveel hoffelijkheid en voor
komendheid in het gedrang van een vollen
omnibus te kunnen waarnemen bij opge
schoten jongens, wier strijdmethoden zoo
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
27)
Een opwelling die zij niet verklaren kon,
maar die sterker was dan zijzelf, deed haar
toestemmen en enkele minuten laterliepen
zij naast elkander voort onder het dichte ge
bladerte van het park, dat zacht ruischte
in den avondwind.
EEN NIEUW DUEL.
„Durf, durf en nog eens durf!" zei Endel-
lion tot zich zelf, toen hij met Miriam het
huis verliet.
Er warei nu verscheidene weken verloopen
sinds hij zijn intrek had genomen op Dul
verton Manor, maar hij moest zichzelf toege
ven dat hij met Miriam Donnithorne niet
alleen veel opgeschoten was, maar zelfs een
lichte beklemming placht te voelen in haar
gezelschap.
Maar nu had hij zich voorgenomen een
hoog stoutmoedig spel te speelen.Misschien
dat het succes van den verloopen dag hem
als champagne naar het hoofd was geste
gen, maar nog geen enkele maal had zijn
voornemen om den scheidsmuur tusschen
het meisje en hem neer te halen, hem zoo ge
fascineerd als vanavond. Bovendien, als hij
eerlijk tegenover zichzelf was, kon hij niet
ontkennen, dat hij een eigenaardige belang
stelling voor haar voelde.
ruw en méedoogenloos zijn. De volksmenner
heeft geesten opgeroepen, die de rijkskan
selier heeft uit te bannen, wil hij de macht
behouden over zijn millioenen en het ver
trouwen winnen zijner tegenstanders.
Dat dit zijn streven is, is duidelijk genoeg.
Maar hij, zal ook een staatsman moeten blij
ken te zijn van den allereersten rang. Hij is
geen man, die vrijwillig de leiding uit han
den zal gevéh, maar toch zal hij den ver
sterkenden en tevens matigenden invloed
ondergaan van den krachtmensch, die naast
hem staat. Is von Papen niet de man van
den krachttoer, die nu nog maar in voorbe
reiding is? De man, die den ander noodig
had om zijn geweldigen aanhang, en die
eerst dan als leider openlijk zal optreden, als
de massa, gewonnen door haast onvervul
bare beloften, zich teleurgesteld ziet in de
verwachtingen die zij koesterde jegens den
man, die als staatsman niet kon geven wat
hij als partijleider beloofd had? Zelfs onder
zijn aanhangers zullen er maar weinigen zijn
die in Hitier een Bismarck zien of een Mus
solini. De redevoeringen op zijn propaganda
tochten in deze dagen zijn voor zijn gema
tigde tegenstanders niet meer stuitend, zoo
als in zijn Munchener tijd. De „verraders
van het Duitsche vaderland" wil hij vernie
tigen. Allen die dat vaderland liefhebben, wil
hij oproepen tot eendrachtigen arbeid onder
zijn leiding aan den wederopbouw van de
oude welvaart en glorie. Van gevaarlijke ex
perimenten op economisch gebied is geen
sprake.
Het zal hem duidelijk zijn geworden,
welke machten hij nog tegenover zich heeft.
Door zijn woord wil hij ze onschadelijk ma
ken of voor zich winnen. Heeft hij niet reeds
door zijn woord gematigde en radicale
marxisten voor zich gewonnen en bij zijn
stormtroepen ingelijfd! In het uiterste ge
val zal hij zijn verbitterdste tegenstanders
weten te bedwingen met de machtsmiddelen
die den Staat dus hem en zijn regeering
ter beschikking staan. De leidende posten
in het politie-leger heeft hij reeds doen over
gaan in voor hem betrouwbare handen. Een
vice-admiraal a. D. is politiepresident van
Berlijn geworden. Het „Polizeiprasidium", in
den volksmond „Alex" op het Alexander-
plcin, werd op denzelfden dag, waarop de
benoeming van den nieuwen hoofdcommis
saris bekend werd, al omgedoopt in. „Admi-
ralspalast". Plet aardige hierbij is, dat Ber
lijn reeds jarenlang een groot theater-ge
bouw bezit, dat „Admiralspalast" heet. Alle
rijks- en Pruisische staatsambtelijke hoofd
posten zijn bezet door beproefde nationaal-
soeialisten en Duitsehnationalen Bij de re
volutie in 1918 is lang niet zoo radicaal om
gesprongen met de ambtenaren uit den
keizerstijd als nu met de aangestelden der
jonge republiek. We hebben inderdaad een
revolutie beleefd, die tamelijk wel, langs
„wettelijken" weg van stapel is geloopen. De
Nazi's beheerschen de straat met trommels
en trompetten. Toch wisten de republikein-
sche mannen van de Rijksbanier-zwart-rood-
goud en van het IJzeren front nog een groote
betooging te.organiseeren in Lustgarten, die
zooals "aH'es°hiër „eindfucksvöll", indrukwek
kend verliep. Geen wintersport had hen van
dezen heiligen plicht „zum Wohl der Deut-
schen Republiek" kunnen afhouden. Met zes
rijen van zes tamboers en pijpers voorop
marcheerden ze af en toen ze den hoek om
waren verlieten talloozen de gelederen en
bestormden de trams en omnibussen, die
naar het Grünewald rijden, om toch nog
een baantje met slede of ski te kunnen ma
ken. Alleen nog maar daar scheen alle veete
vergeten, 's Avonds vielen er 4 dooden door
schoten uit hinderlaag in het centrum van
Berlijn, in Erfurt, Doberan en Chemnitz.
H. L.
VERBOD VAN AANSLUITING
BIJ S.-D. VEREENIGINGEN.
VOOR MARINIERS EN SOLDATEN.
De minister van defensie heeft voor de
militaire ambtenaren van Zee- en Land
macht .de volgende order uitgevaardigd:
Ter kennis wordt gebracht dat aanslui
ting bij of eenigerlei steunverleening aan
groepen of vereenigingen van personen op
sociaal demoeratischen grondslag in strijd
is met de plichten van den militairen ambte
naar en derhalve verboden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
CENT PER
PONDSPAK
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
(Een gezelschap Russische ge
leerden zal, in navolging van
Pro]. Piccard een balïontocht
maken naar de stratosfeer.)
't Reisje dat de prof uit Brussel
Nu reeds tweemaal heeft gedaan,
Trekt ook andere geleerden
Blijkbaar onweerstaanbaar aan.
Dit met recht verheven vraagstuk
Achten Russen in hun lijn,
En zij willen stratosferisch
Zelf ook „op de hoogte" zijn.
Er komt nog een stratos-veerdienst
In nabijen toekomstdag.
Van de Aarde naar Piccardië,
Als ik het zoo noemen mag.
Ik heb verder nog vernomen,
Dat het reisgezelschap gaat
Met bijzondere instructies
Van het Soviet hoofd van Staat.
Dezen strevers naar het hoogste
Valt het onderzoek ten deel,
Naar de mogelijke resten
Van het Soviet luchtkasteel.
Het is wel een onderneming,
Die gevaren in zich' bergt,
En die moed der hoogste orde
Van de professoren vergt.
Maar 'k voel ook, dat dit gezelschap,
Graag de aarde eens ontvlucht.
En wat risico niet erg vindt,
Voor verandering van lucht.
P. GASUS.
RAPPORT DER NEGENTIEN
AANGENOMEN.
Alleen Japan tegen.
GENèVE, 24 Febr. (Reuter.) De Volken
bondsvergadering heeft eenstemmig het slot-'
bericht van de commissie van 19 tot regeling
van het ChineeschJapansche conflict aan
genomen. Alleen de vertegenwoordiger van
Japan stemde tegen.
Matsoeoka verklaarde in zijn rede dat de
leden van de commissie geen juist'iriziclit
hebben in de. toestanden in heb Verre: Oosten
en de moeilijkheden waarin Japan zich be
vindt.
DE OORLOG IN HET OOSTEN.
Japansche luchtaanval
BURGERBEVOLKING SLACHTOFFER.
NANKING 24 Febr. (V.D.) China bereidt
zich voor, na de afwijzing van het Japansche
ultimatum, over de ontruiming van de pro
vincie Jehol door de Chineesche troepen, op
een openlijken oorlog met Japan.
Omtrent de afwijzing zelf wordt nader ge
meld dat deze bijna onmiddellijk na ont
vangst van het ultimatum op het Chineesche
ministerie van Buiüenlandsche Zaken ge
schiedde.
Er wordt o.a. in verklaard: Het feit dat Ja
pan niet alleen voornemens is de provincie
Jehol aan te vallen en te veroveren, doch
verklaart dat militaire operaties zich ook zou
den kunnen uitstrekken tot Noord-China i:
voldoende om te bewijzen dat zijn agressiev
politiek ongewijzigd is gebleven. China houdt
zich natuurlijk het recht van zelfverdedi
ging voor, waarbij alle verantwoordelijkheid
berust bij Japan.
Inmiddels gaan de gevechten in Jehol voort
en o.a. rondom Nanlin hebben hevige scher
mutselingen plaats gehad, en hebben beide
partijen zware verliezen geleden. Nanlin, dat
door Chineesche troepen is bezet, heeft eenige
aanvallen van Mandsjoerijsche troepen door
staan. Acht bajonetcharges werden uitgevoerd
doch de Chineezen wisten zich te handhaven.
Japansche vliegtuigen hebben voorts
Tsjaoijang gebombardeerd en verscheidene
hulzen vernield, terwijl onder de burgerbevol
king eenige slachtoffers vielen.
Chineesche oorlogsleening
Uit Londen wordt gemeld:
De Chineesche regeering heeft besloten een
leening van 20 millioen dollar op te nemen
ter bestrijding van de uitgaven voor de mili
taire operaties in Jehol/
Japan vraag t vertrouwen
PEKING, 24 Februari (Reuter). Men is
van meening, dat de Japanners betrekkelijk
makkelijk de ver verwijderde steden bij de
grens van .Jehol kunnen nemen, doch cle
grootste moeilijkheden zullen ondervinden bij
het binnendringen van het bergachtige terrein
van Jehol onder het vuur der Chineezen.
Peipiao zou zijn geëvacueerd, de Chineezen
zouden hun linies ten Noorden van de stad
hebben gereorganiseerd. Benden Chineesche
vrijwilligers zouden den spoorweg tusschen
Nanling en Peipiao hebben doorgesneden waar
door het vervoer van Japansche versterkingen
haastig uit Tsjingtsjau gezonden, wordt be
lemmerd,
Makkelijk einde?
TOKIO, 24 Februari (Reuter) De Japan
sche garnizoens te Peking en Tientsin zijn
gewaarschuwd een verdedigende positie in te
nemen en niets te doen dat den toestand zou
kunnen verscherpen, daar men vreest, dat de
operaties in Jehol tot onlusten in Noord-
China leiden.
De Japansche militaire autoriteiten schij
nen er zeker van te zijn, dat de operaties in
Jehol spoedig en gemakkelijk zullen worden
beëindigd, want aldus beweren dezelfde
militaire autoriteiten de geregelde Chinee
sche troepen langs de Oostelijke grens van
Jehol toonen weinig teekenen van weerstand.
Er zouden talrijke gevallen van desertie voor
komen.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat volgens een
aan het Wolff bureau verstrekte mededeeling
van officieele Japansche zijde, de Japanners
niet voornemens zijn, zooals beweerd werd,
om na de bezetting van Jehol, naar Noord-
Qhina door te dringen, alsmedet dat Japan
niet van'plan is Sjanhaikwan blijvend te be
zetten, Integendeel zou Japan bereid zij,n. het
conflict te localiseeren en onmiddellijk te on
derhandelen, zoodra China goeden wil en
vertrouwen toont.
In het St. Jamespark in Londen krijgt eiken morgen een schoolklas in de opqn
lucht haar lessen. Zelfs bij een temperatuur orvler nul houdt men aan het luchtige prin
cipe vast, zooals men op dit plaatje ziet.
LANGS DE RAILS.
De juffrouw.
Tot Leiden ging alles goed. De man met de
malaise-mondhoeken kauwde ontevreden od
het peukie (in slechte tijden moet je zuinig
zijn!), de bokser met het gevaarlijke gezicht
naast hem scheen spiedend naar een tegen,
stander te zoeken, het tengere mannetje dat
levenslang had gekregen op een of ander
groot kantoor om voor de magazijnboekhou.
ding te zorgen, was onrustig naast den Go-
hath. Dan was mijn persoontje er nog, die
moeite had zijn oogen open te houden, daar
niets zoo slaperig maakt als het zich steeds
herhalende ta-ta-plof van de wielen. Het
duurde dan ook niet zoo heel erg lang of ik
maakte weldadige vorderingen op den weg
naar de armen van Morpheusmaar: tot
Leiden ging alles goed en toen kwam de
juffrouw, of beter die juffrouw..
Ik ben niet verloofd, laat staan getrouwd
dus op het gebied van juffrouwen heb ik
bitter weinig verstand. Maar dat weet ik wel
toen die juffrouw in Leiden instapte was
Leiden uit den last en wij erin.
D'r biezenmandje mikte ze in het net
zoodat het natuurlijk via mijn schoot weer
naar beneden kwam, en toen ik beleefd
aanstalten wilde maken, om het voor haar in
hooger regionen te brengen zei zij
„Nee, la-maar, blèf er maar af; da geef me
niks as last."
Goed zoo, dan niet; het resultaat was
echter dat ze het mandje op de bank zette.
Er was dus minder ruimte en het mensch
plakte bijkans op mijn dijen. Om van alle
gezeur af te zijn, sloot ik mijn oogen en
hoopte weldra de juffer vergeten te zijn.
„Sjees", bastaard-vloekte ze, „daar gane
me al. Dag Kees, besoer. En Kees buiten op
het perron, stak een vinger in de hoogte en ik
verdenk hem er sterk van dat-ie van het af
scheid niets geen spijt had.
Onder den indruk dat ze reed, hield ze in
derdaad eenige oogenblikken de lippen voor
de scheef-gegroeide tanden, stijf op elkaar,
en net toen aan de droomenhorizont frivole
engeltjes opdoemden siste het meedoogenloos
afschrikwekkend naast me: „Pffffffffffp"
Verschrikt opende ik de oogen. Alles was
in orde, behalve dan dat de juffrouw doel
bewust d'r neus opgehaald. Snel sloot ik
mijn oogen voor de zooveelste keer, en juist
op het oogenblik dat harmonieuss muziek
uit een mij onbekende wereld mijn droomoor
bereikte, klonk het onbarmhartig:
„Pffffp, pfffffffp, pfp, pffffp."
Nijdig keek ik op; ,,'t Is koud buiten" zei-
ze.
Toen dacht ik wat, maar dat kan ik hier
niet neerzetten.
Na Hillegom werd het snuifconcert hoé
langer hoe imposanter en doordringerder,
De wielcadans werd overstemd door het
rhythme van de snuifende juffrouw. De
slaap was geweken en het verzet tegen het
rustverstorende element groeide voel- en.
zichtbaar. De malaise-mondhoeken waren in
nog grooter depressie, de bokser scheen zijn
tegenstander gevonden te hebben en zelfs
het tengere kereltje werd merkbaar kwaad.
Wij collectieve slachtoffers van het ver-
kouden-neus-incident voelden dat er onder
ons een band groeide van sympathie, voort
spruitende uit een gemeenschappelijk lijden
van Leiden af.
Wij vlogen door Heemstede-Aerdenhouc,
onder de brug van het smalborstige E.S.M.-
trammetje: Haarlem tegemoet. Wij schokten
reeds over de wissels en ik voelde dat er ieder
oogenblik een wraakneming, of wellicht zelfs
een misdaad van de geallieerden verwacht
kon •worden!!
En terwijl wij de stations-overkapping
binnenstuiven, zegt me nota bene de juf
frouw:
,,'t Is koud buite. Lastig zoo' neus. Ik mast
me sakdoek er opsoeken
w. sch.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 24 Februari.
Ondertrouwd 23 Februari: H. de Heij en
H. van Nogggeren; H. Lastdrager en B.
Straatman; J. D. van Egmond en J. C. van'
Aanhout; R. Meinsma en T. v. d. Velden;!
J. C. Rijbroek en M. A. de Korte.
Getrouwd 23 Februari: J. A. Dillen en H. J,
A. Vermeulen.
Bevallen 20 Februari: T. M. Cramer-»
Haasbeek, z.; 21 Februari; T. M. v. d. Velde—
Huijboom, z.; P. Lommersevan Haaren, z.;:
22 Februari: M. E. ThielKrause, z.; M. I.
Jordaande Boever, z.; S. ScholtenBakker,
z.; A. KauseBach, z.; A, van Ingen—
Klomp, z.
Overleden 21 Februari: H. C. van Diest—
Uvenhoven, 89 j., Scheldestraat; M. H. van
HasseltHitters, 84 j., Nieuwe Gracht; 22
Februari C. F. Heijdeman, 71 j., Leidsche-
vaart; J. J., 9 j., z. v. L. van Groenigen, Ha-
zepaterslaan; J. van Dijk, 79 j., Kleverpark
weg.
„Mirry" begon hij, nadat ze 'n poosje zwij
gend hadden voortgeloopen, „geloof je, dat je
billi,jk tegen mij bent?"
„In welk opzicht ben ik onbillijk geweest?"
vroeg' ze.
„In je heele houding en manier van op
treden. Van het eerste oogenblik af, dat we
elkaar hebben teruggezien, heb je een dui
delijke antipathie tegen me aan den dag ge
legd en daarin is in al dien tijd nog niet de
minste verandering gekomen. Wat heb ik
gedaan om zoo'n behandeling te verdienen?"
„Heb je me mee naar buiten genomen om
me een standje te maken?" luidde de weder
vraag.
„Neen, maar wel om een poging te doen
tot wederzijds begrijpen. Jouw koelheid is de
eenige donkere wolk aan den hemel van mijn
tegenwoordig leven."
„Dan moet je wel heel gelukkig zijn?"
klonk het met 'n vleugje ironie.
„Integendeel; jouw afkeer van me maakt
het me onmogelijk gelukkig te zijn. Hoe an
deren over me denken, kan me geen zier
schelen. Arthur bijvoorbeeld schuwt me als
vergif en ik trek me er niet zooveel van aan.
Maar met jouw gevoelens tegenover mij is het
anders, Miriam."
„Praat geen onzin", verzocht ze nerveus.
,,'t Is geen nonsenshet is de volle
waarheid, heilige ernst.. Zie ik eruit als
iemand, die onzin uitflapt?"
Ondanks zichzelf, hief ze haar oogen op
naar zijn gezicht. Er scheen een invloed, een
overwicht van hem uit te gaan, die ze niet
kon verklaren. Haar gedachten kwamen
moeilijk, haar psychische vermogens leken
verlamd, de gewaarwording die zich van haar
meester maakte grensde aan vrees. Er viel
een stilte waarin het meisje haar hart wild
voelde kloppen. Ze zou niet hebben kunnen
zeggen, waarom zijn woorden haar zoo
vreemd bewogen, maar ze was zich bewust
van een electrische spanning in de atmos
feer, van een soort magnetische kracht, wel
ke van Endellion's persoonlijkheid uitging.
„Je zou er natuurlijk nooit aan kunnen
denken om met Arthur te trouwen", zei hij
ten laatste.
Zijn autoritaire toon ergerde haar en dat
verbrak de betoovering.
„Welk recht heb je om dat te zeggen?"
vroeg ze, scherp.
„Welk recht?" Hij lachte. „Dat hoef je toch
warempel niet te vragen!"
„Toch vraag ik het."
Ze voelde zich wonderbaarlijk opgewon
den; ze had een sensatie alsof ze tegen een
onzichtbare vijand, vocht.
„Omdat een meisje als jij geen kerel als
Arthur als echtgenoot zou kunnen accep
teeren".
„Wat weet je ten nadeele van Arthur?"
„Ik? Absoluut niets! Voor zoover ik weet
is hij een voorbeeldige jongeman, een model
van braafheid. Maar ik ken jou Miriam."
„Ik verzeker je, dat je je vergist."
„Geen sprake van. Ik ken je door en door...
je bent een meisje met idealen 'en fantasie.
Je zou je nooit gelukkig kunnen voelen met
een man, dien je niet als je meerdere, als je
meester erkende, die geen sterker persoon
lijkheid was dan jij. Je zou een man, over
wie je de baas kon spelen, dien je naar je
hand zou kunnen zetten, minachten. Dat is
de reden waarom je Arthur Dulverton nooit
als echtgenoot kunt accepteeren."
In haar boosheid wikte en woog ze haar
verweer niet en impulsief antwoordde ze:
„Om je te bewijzen dat je je vergist, zal ik
iets vertellen, waarover ik eigenlijk niet het
recht heb te spreken en wat jij geen recht
hebt om te weten. Ik ben, practisch gespro
ken, besloten om met Arthur Dulverton te
trouwen."
„Je hebtzijn aanzoek nog niet aangeno
men", hield Endellion rustig vol, „en als je
het had gedaan zou je nog niet met hem
trouwen."
„En waarom niet, als ik vragen mag?"
„Omdat ik het je niet zou toestaan."
„Omdatjij.... hetniet zou toe
staan."
Zij herhaalde zijn woorden met hortende
tusschenpoozen en haaf verontwaardiging
deed haar stem heesch en onnatuurlijk klin
ken.
„Juist; omdat ik het je niet zou toestaan".
Ze stond nu vlak voor hem, met booze
fonkelende oogen. Het was een nieuwe Mi
riam Donnithorne, die Endellion op dit
oogenblik ontdekte: een trotsche vertoorn
de, jonge godin. En haar boosheid verleende
in Endellion's oogen een seldzame, onweer
staanbare bekoring aan haar schoonheid. Hij
had zich altijd gerealiseerd dat Miriam
Donnithorne een bijzonder mooi meisje was,
maar dit bewustzijn was tot nu toe volmaakt
objectief geweest, het had hem innerlijk
onberoerd gelaten. Maar thans zette die
schoonheid zijn hart en ziel in felle gloed, ze
werkte in hem als een bezetenheid en hij
wist dat hij zou vechten als 'n waanzinnige
om te beletten, dat zij de vrouw werd van den
jongen advocaat. Op dat moment leek hem
dat bezit van den naam en de familiegoede
ren der Dulvertons ij dele nietswaardigheid,
vergeleken bij een glimlach uit de oogen van
het meisje daar voor hem.Het besef van
de waarheid was met een schok gekomen; hij
wist' nu dat hij van Miriam Donnithorne
hield met alle vezels van zijn-wezen en dat
niets ter wereld zoo belangrijk voor hem was
als het winnen van haar liefde.
Miriam's felle ergernis werd hoe langer
hoe heviger. Zijn koele, brutale zelfverze
kerdheid had haar trots gewond.
„Dank je" zei ze op snijdenden toon. „Je
oordeel over mij is buitengewoon vleiend; het
is alleen jammer voor je, dat ik op dit punt
mijn eigen ideeën heb en niet van plan ben
als ik trouw me aan jouw voorschriften te
storen."
Endellion was zich volkomen bewust, dat
hij, door haar boos te maken, afbreuk deed
aan zijn eigen zaak, maar hij was niet in
de stemming- om zich te laten leiden door
nuchter verstandelijke overwegingen. Hij
bedelde niet om de gunst van dit meisje; hij
vocht een hartstochtelijken strijd met haar
uit hij was vastbesloten haar afkeer en
haar vooroorde,! te vernietigen, met wortel
en tak uit te roeien. Hij zou zijn wenschen
niet bepleiten; hij zou haar dwingen door
geestelijke overmacht. Dit was geen gedrags
lijn die hij vooruit in bedaard overleg uitge
stippeld had; het was de inspiratie van het
oogenbhkmisschien ingegeven door zijn
intuïtief juisten kijk op Miriam's karakter.
„Mirry", verklaarde hij kalm, „als je trouwt
zal het volgens mijn voorschriften zijn. Ik
spreek in vollen ernstje zult zien dat ik
gelijk heb."
„Je bedoelt, dat je iets over mij te zeggen
zult hebben?"
„Inderdaad".
„En wie zal je daar het recht toe geven?"
„Jijzelf."
„Je hebt het absoluut mis."
„Ik heb het niet mis. Ik weet precies v/at er
op dit moment in je omgaat. Je bent boos
op me, omdat je je gegriefd voelt, omdat je
denkt dat ik je. beleedig, maar daarin vergis
je je. Geen man beleedigt een vrouw, wan
neer hij haar vertelt, dat zij alles ter wereld
voor hem beteekent, en dat hij eiken hin
derpaal uit den weg zal ruimen om met haal'
te trouwen."
„Om met jou te trouwen
„Om met je te trouwen jawel. Mijn neef
Arthur Dulverton past niet bij je en zal nooit
bij je passen. Maar jij en ik zijn voor elkaar
geschapen en dat weet ik."
„Je kent me heusch kennis toe, die ik niet
bezit."
„Onzin. Ik zie heel goed in, dat je er te
gen vecht, maar in het diepst van je hart
ben je bewust dat ik gelijk heb. O, ik ken je
beter, dan je jezelf kent, Miriam. En ik weet
ook, dat ik de man ben, die bij je past."
(Wordt vervolgd.).