DE STEMMING IN BERLIJN. MERCURIUS HAVERMOUT EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. Stratos-veerdienst. IJMUIDER COURANT ZATERDAG 25 FEBRUARI 1933 Slee en ski, straatgevecht en politiek. Hitier en de Man die wacht. (Speciale correspondentie) BERLIJN, 20 Februari. Een heftig' onweer met zwaar gedonder, als na een zwoelen zomerdag deed Woensdag in den vroegen morgen Berlijn wakker schrik ken. Zulke uitbarstingen der natuur tegen het einde van zomer en winter worden wel meer beschouwd als een afscheid met groot geraas van deze twee meestal zeer luimige jaargetijden. Dat dit niet altijd klopt, ondervond nu Ber lijn. Op het onweer volgde een sneeuwstorm en de thermometer daalde van 8 graden boven tot 8 graden Celsius onder nul. Met korte tusschenpoozen bleef het sneeuwen en vriezen en Zondagmorgen trokken vijf hon derdduizend kleine en groote Berlijners met sleden, schaatsen en skis naar de heuvels en meren in alle windrichtingen rondom Berlijn. De omgeving van Berlijn is rijk aan heerlijk heden als het Bloemendaalsche Kopje. Maar weinig buitenlanders weten, hoe mooi de Mark Brandenburg is, het heuvelachtig, rijk met meren en dennen- en berkenwouden ge zegende landschap, waarin de groote stad zich heeft uitgestrekt. Wel weet elke Berlijner te vertellen, hoe mooi Haarlem en zijn omge ving is. Zelfs Berlijners die een vaag idee hebben van ons land en voor wie „Holland" een begrip is van welvaart-bloemen-klompen- Volendammer broeken, zelfs deze simpelen kennen Haarlem als de bloemenstad bij uit stek. Het is mij telkens weer opgevallen, dat de stedennaam „Haarlem" hun een visioen geeft van fleurige schoonheid en bloemen pracht. En zij die de stad en hare omgeving bezochten, spreken er met opgetogenheid van en roemen het stedeschoon, de Groote Markt; ofschoon de uitvinder van de boek drukkunst. maar dat is een ander thema! De omgeving van Berlijn is niet van zoo blonde fleurige schoonheid. Zij imponeert door het zilveren berkengeboomte en de don kere dennen op de heuvels om de spiegel gladde meren. Op dezen heerlijken .winter- Zondag alles in smetteloozen sneeuwdos! Eeuwig kibbelende luidjes, oud en jong propvol met „politiek", konden de geneugten van de wintersport niet weerstaan. Commu nist jes en monarchistjes klauteren samen den heuvel op, geven elkaar boven broederlijk een zetje en vliegen om 't hardst op hun sleetjes naar beneden. Hitlerjongens zijn blind voor joden-physionomieën, jodenjon gens blind voor hakenkruisen. Samen glijden ze over de gladde vlakten, eensgezind in win tersportvreugde jonkers en internationale proletariërs proestend in de mulle sneeuw. Wij zagen het „politiek" en maatschappelijk verschil tusschen zoovelen van die knapen niet in onze fantasie. Zoo menige Hitlerjon- gen b.v. draagt zijn Hitlerpakje niet alleen als hij in functie is, zijn officieele stemming om te slaan, te krabben en te schieten, maar bij den begrijpelijken wensch, er op Zon- en feestdagen als gewoon mensch zoo netjes mogelijk uit te zien, verwisselt hij dat pakje graag voor Joostjveet wat voor scha mele plunje. En zoo gaat he't ÖöKcfën"jon gens van de roode, de ijzeren en de andere fronten'.' Hét begrip „jongens" héél wijd geno men. Hier openbaart zich even sterk als bij cle spelen op sneeuw- en ijsvlakten „het kind in den man" en daarnaast la béte humaine, wakker geroepen door al die stormtroep uniformen. Eigenaardige wezens, deze storm troep-jongens. In functie, dus in de officeele stemming, zijn ze levensgevaarlijk voor hun tegenstanders. Dat bewijzen de dagelijksche steek- en schietpartijen met zooveel slacht offers. Er was weer ergens in Berlijn gruwelijk ge vochten. Een groepje deelnemers aan dien strijd in uniform stond druk gesticuleerend te wachten op den omnibus, dien ik een stop plaats vroeger genomen had. Ik verwachtte niet veel goeds van hun gezelschap. Wij bij ons zijn ook niet gesteld op het gezelschap van een troep jongens, die brooddronken van een pretje komen, overmoedig door hun aan tal. Hie'r waren het S. S. mannen van Hitier. de gevreesde kemphanen, die vooral in het buitenland een renutatie genieten, waarop elke communistische rood-frontsoldaat ra zend jaloersch is. Bij 't instijgen van den troep verstomde alle luidruchtigheid. Allen gedroe gen zich als men van beschaafde menschen verwacht, hoewel niet altijd verwachten kan van zijn medepassagiers in trams en omni bus. Beleefdheid en voorkomendheid zijn geen opvallende deugden, maar wel valt het verrassend op, zooveel hoffelijkheid en voor komendheid in het gedrang van een vollen omnibus te kunnen waarnemen bij opge schoten jongens, wier strijdmethoden zoo FEUILLETON Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. (Nadruk verboden.) 27) Een opwelling die zij niet verklaren kon, maar die sterker was dan zijzelf, deed haar toestemmen en enkele minuten laterliepen zij naast elkander voort onder het dichte ge bladerte van het park, dat zacht ruischte in den avondwind. EEN NIEUW DUEL. „Durf, durf en nog eens durf!" zei Endel- lion tot zich zelf, toen hij met Miriam het huis verliet. Er warei nu verscheidene weken verloopen sinds hij zijn intrek had genomen op Dul verton Manor, maar hij moest zichzelf toege ven dat hij met Miriam Donnithorne niet alleen veel opgeschoten was, maar zelfs een lichte beklemming placht te voelen in haar gezelschap. Maar nu had hij zich voorgenomen een hoog stoutmoedig spel te speelen.Misschien dat het succes van den verloopen dag hem als champagne naar het hoofd was geste gen, maar nog geen enkele maal had zijn voornemen om den scheidsmuur tusschen het meisje en hem neer te halen, hem zoo ge fascineerd als vanavond. Bovendien, als hij eerlijk tegenover zichzelf was, kon hij niet ontkennen, dat hij een eigenaardige belang stelling voor haar voelde. ruw en méedoogenloos zijn. De volksmenner heeft geesten opgeroepen, die de rijkskan selier heeft uit te bannen, wil hij de macht behouden over zijn millioenen en het ver trouwen winnen zijner tegenstanders. Dat dit zijn streven is, is duidelijk genoeg. Maar hij, zal ook een staatsman moeten blij ken te zijn van den allereersten rang. Hij is geen man, die vrijwillig de leiding uit han den zal gevéh, maar toch zal hij den ver sterkenden en tevens matigenden invloed ondergaan van den krachtmensch, die naast hem staat. Is von Papen niet de man van den krachttoer, die nu nog maar in voorbe reiding is? De man, die den ander noodig had om zijn geweldigen aanhang, en die eerst dan als leider openlijk zal optreden, als de massa, gewonnen door haast onvervul bare beloften, zich teleurgesteld ziet in de verwachtingen die zij koesterde jegens den man, die als staatsman niet kon geven wat hij als partijleider beloofd had? Zelfs onder zijn aanhangers zullen er maar weinigen zijn die in Hitier een Bismarck zien of een Mus solini. De redevoeringen op zijn propaganda tochten in deze dagen zijn voor zijn gema tigde tegenstanders niet meer stuitend, zoo als in zijn Munchener tijd. De „verraders van het Duitsche vaderland" wil hij vernie tigen. Allen die dat vaderland liefhebben, wil hij oproepen tot eendrachtigen arbeid onder zijn leiding aan den wederopbouw van de oude welvaart en glorie. Van gevaarlijke ex perimenten op economisch gebied is geen sprake. Het zal hem duidelijk zijn geworden, welke machten hij nog tegenover zich heeft. Door zijn woord wil hij ze onschadelijk ma ken of voor zich winnen. Heeft hij niet reeds door zijn woord gematigde en radicale marxisten voor zich gewonnen en bij zijn stormtroepen ingelijfd! In het uiterste ge val zal hij zijn verbitterdste tegenstanders weten te bedwingen met de machtsmiddelen die den Staat dus hem en zijn regeering ter beschikking staan. De leidende posten in het politie-leger heeft hij reeds doen over gaan in voor hem betrouwbare handen. Een vice-admiraal a. D. is politiepresident van Berlijn geworden. Het „Polizeiprasidium", in den volksmond „Alex" op het Alexander- plcin, werd op denzelfden dag, waarop de benoeming van den nieuwen hoofdcommis saris bekend werd, al omgedoopt in. „Admi- ralspalast". Plet aardige hierbij is, dat Ber lijn reeds jarenlang een groot theater-ge bouw bezit, dat „Admiralspalast" heet. Alle rijks- en Pruisische staatsambtelijke hoofd posten zijn bezet door beproefde nationaal- soeialisten en Duitsehnationalen Bij de re volutie in 1918 is lang niet zoo radicaal om gesprongen met de ambtenaren uit den keizerstijd als nu met de aangestelden der jonge republiek. We hebben inderdaad een revolutie beleefd, die tamelijk wel, langs „wettelijken" weg van stapel is geloopen. De Nazi's beheerschen de straat met trommels en trompetten. Toch wisten de republikein- sche mannen van de Rijksbanier-zwart-rood- goud en van het IJzeren front nog een groote betooging te.organiseeren in Lustgarten, die zooals "aH'es°hiër „eindfucksvöll", indrukwek kend verliep. Geen wintersport had hen van dezen heiligen plicht „zum Wohl der Deut- schen Republiek" kunnen afhouden. Met zes rijen van zes tamboers en pijpers voorop marcheerden ze af en toen ze den hoek om waren verlieten talloozen de gelederen en bestormden de trams en omnibussen, die naar het Grünewald rijden, om toch nog een baantje met slede of ski te kunnen ma ken. Alleen nog maar daar scheen alle veete vergeten, 's Avonds vielen er 4 dooden door schoten uit hinderlaag in het centrum van Berlijn, in Erfurt, Doberan en Chemnitz. H. L. VERBOD VAN AANSLUITING BIJ S.-D. VEREENIGINGEN. VOOR MARINIERS EN SOLDATEN. De minister van defensie heeft voor de militaire ambtenaren van Zee- en Land macht .de volgende order uitgevaardigd: Ter kennis wordt gebracht dat aanslui ting bij of eenigerlei steunverleening aan groepen of vereenigingen van personen op sociaal demoeratischen grondslag in strijd is met de plichten van den militairen ambte naar en derhalve verboden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN CENT PER PONDSPAK NEDERLANDSCH FABRIKAAT (Een gezelschap Russische ge leerden zal, in navolging van Pro]. Piccard een balïontocht maken naar de stratosfeer.) 't Reisje dat de prof uit Brussel Nu reeds tweemaal heeft gedaan, Trekt ook andere geleerden Blijkbaar onweerstaanbaar aan. Dit met recht verheven vraagstuk Achten Russen in hun lijn, En zij willen stratosferisch Zelf ook „op de hoogte" zijn. Er komt nog een stratos-veerdienst In nabijen toekomstdag. Van de Aarde naar Piccardië, Als ik het zoo noemen mag. Ik heb verder nog vernomen, Dat het reisgezelschap gaat Met bijzondere instructies Van het Soviet hoofd van Staat. Dezen strevers naar het hoogste Valt het onderzoek ten deel, Naar de mogelijke resten Van het Soviet luchtkasteel. Het is wel een onderneming, Die gevaren in zich' bergt, En die moed der hoogste orde Van de professoren vergt. Maar 'k voel ook, dat dit gezelschap, Graag de aarde eens ontvlucht. En wat risico niet erg vindt, Voor verandering van lucht. P. GASUS. RAPPORT DER NEGENTIEN AANGENOMEN. Alleen Japan tegen. GENèVE, 24 Febr. (Reuter.) De Volken bondsvergadering heeft eenstemmig het slot-' bericht van de commissie van 19 tot regeling van het ChineeschJapansche conflict aan genomen. Alleen de vertegenwoordiger van Japan stemde tegen. Matsoeoka verklaarde in zijn rede dat de leden van de commissie geen juist'iriziclit hebben in de. toestanden in heb Verre: Oosten en de moeilijkheden waarin Japan zich be vindt. DE OORLOG IN HET OOSTEN. Japansche luchtaanval BURGERBEVOLKING SLACHTOFFER. NANKING 24 Febr. (V.D.) China bereidt zich voor, na de afwijzing van het Japansche ultimatum, over de ontruiming van de pro vincie Jehol door de Chineesche troepen, op een openlijken oorlog met Japan. Omtrent de afwijzing zelf wordt nader ge meld dat deze bijna onmiddellijk na ont vangst van het ultimatum op het Chineesche ministerie van Buiüenlandsche Zaken ge schiedde. Er wordt o.a. in verklaard: Het feit dat Ja pan niet alleen voornemens is de provincie Jehol aan te vallen en te veroveren, doch verklaart dat militaire operaties zich ook zou den kunnen uitstrekken tot Noord-China i: voldoende om te bewijzen dat zijn agressiev politiek ongewijzigd is gebleven. China houdt zich natuurlijk het recht van zelfverdedi ging voor, waarbij alle verantwoordelijkheid berust bij Japan. Inmiddels gaan de gevechten in Jehol voort en o.a. rondom Nanlin hebben hevige scher mutselingen plaats gehad, en hebben beide partijen zware verliezen geleden. Nanlin, dat door Chineesche troepen is bezet, heeft eenige aanvallen van Mandsjoerijsche troepen door staan. Acht bajonetcharges werden uitgevoerd doch de Chineezen wisten zich te handhaven. Japansche vliegtuigen hebben voorts Tsjaoijang gebombardeerd en verscheidene hulzen vernield, terwijl onder de burgerbevol king eenige slachtoffers vielen. Chineesche oorlogsleening Uit Londen wordt gemeld: De Chineesche regeering heeft besloten een leening van 20 millioen dollar op te nemen ter bestrijding van de uitgaven voor de mili taire operaties in Jehol/ Japan vraag t vertrouwen PEKING, 24 Februari (Reuter). Men is van meening, dat de Japanners betrekkelijk makkelijk de ver verwijderde steden bij de grens van .Jehol kunnen nemen, doch cle grootste moeilijkheden zullen ondervinden bij het binnendringen van het bergachtige terrein van Jehol onder het vuur der Chineezen. Peipiao zou zijn geëvacueerd, de Chineezen zouden hun linies ten Noorden van de stad hebben gereorganiseerd. Benden Chineesche vrijwilligers zouden den spoorweg tusschen Nanling en Peipiao hebben doorgesneden waar door het vervoer van Japansche versterkingen haastig uit Tsjingtsjau gezonden, wordt be lemmerd, Makkelijk einde? TOKIO, 24 Februari (Reuter) De Japan sche garnizoens te Peking en Tientsin zijn gewaarschuwd een verdedigende positie in te nemen en niets te doen dat den toestand zou kunnen verscherpen, daar men vreest, dat de operaties in Jehol tot onlusten in Noord- China leiden. De Japansche militaire autoriteiten schij nen er zeker van te zijn, dat de operaties in Jehol spoedig en gemakkelijk zullen worden beëindigd, want aldus beweren dezelfde militaire autoriteiten de geregelde Chinee sche troepen langs de Oostelijke grens van Jehol toonen weinig teekenen van weerstand. Er zouden talrijke gevallen van desertie voor komen. Uit Berlijn wordt gemeld, dat volgens een aan het Wolff bureau verstrekte mededeeling van officieele Japansche zijde, de Japanners niet voornemens zijn, zooals beweerd werd, om na de bezetting van Jehol, naar Noord- Qhina door te dringen, alsmedet dat Japan niet van'plan is Sjanhaikwan blijvend te be zetten, Integendeel zou Japan bereid zij,n. het conflict te localiseeren en onmiddellijk te on derhandelen, zoodra China goeden wil en vertrouwen toont. In het St. Jamespark in Londen krijgt eiken morgen een schoolklas in de opqn lucht haar lessen. Zelfs bij een temperatuur orvler nul houdt men aan het luchtige prin cipe vast, zooals men op dit plaatje ziet. LANGS DE RAILS. De juffrouw. Tot Leiden ging alles goed. De man met de malaise-mondhoeken kauwde ontevreden od het peukie (in slechte tijden moet je zuinig zijn!), de bokser met het gevaarlijke gezicht naast hem scheen spiedend naar een tegen, stander te zoeken, het tengere mannetje dat levenslang had gekregen op een of ander groot kantoor om voor de magazijnboekhou. ding te zorgen, was onrustig naast den Go- hath. Dan was mijn persoontje er nog, die moeite had zijn oogen open te houden, daar niets zoo slaperig maakt als het zich steeds herhalende ta-ta-plof van de wielen. Het duurde dan ook niet zoo heel erg lang of ik maakte weldadige vorderingen op den weg naar de armen van Morpheusmaar: tot Leiden ging alles goed en toen kwam de juffrouw, of beter die juffrouw.. Ik ben niet verloofd, laat staan getrouwd dus op het gebied van juffrouwen heb ik bitter weinig verstand. Maar dat weet ik wel toen die juffrouw in Leiden instapte was Leiden uit den last en wij erin. D'r biezenmandje mikte ze in het net zoodat het natuurlijk via mijn schoot weer naar beneden kwam, en toen ik beleefd aanstalten wilde maken, om het voor haar in hooger regionen te brengen zei zij „Nee, la-maar, blèf er maar af; da geef me niks as last." Goed zoo, dan niet; het resultaat was echter dat ze het mandje op de bank zette. Er was dus minder ruimte en het mensch plakte bijkans op mijn dijen. Om van alle gezeur af te zijn, sloot ik mijn oogen en hoopte weldra de juffer vergeten te zijn. „Sjees", bastaard-vloekte ze, „daar gane me al. Dag Kees, besoer. En Kees buiten op het perron, stak een vinger in de hoogte en ik verdenk hem er sterk van dat-ie van het af scheid niets geen spijt had. Onder den indruk dat ze reed, hield ze in derdaad eenige oogenblikken de lippen voor de scheef-gegroeide tanden, stijf op elkaar, en net toen aan de droomenhorizont frivole engeltjes opdoemden siste het meedoogenloos afschrikwekkend naast me: „Pffffffffffp" Verschrikt opende ik de oogen. Alles was in orde, behalve dan dat de juffrouw doel bewust d'r neus opgehaald. Snel sloot ik mijn oogen voor de zooveelste keer, en juist op het oogenblik dat harmonieuss muziek uit een mij onbekende wereld mijn droomoor bereikte, klonk het onbarmhartig: „Pffffp, pfffffffp, pfp, pffffp." Nijdig keek ik op; ,,'t Is koud buiten" zei- ze. Toen dacht ik wat, maar dat kan ik hier niet neerzetten. Na Hillegom werd het snuifconcert hoé langer hoe imposanter en doordringerder, De wielcadans werd overstemd door het rhythme van de snuifende juffrouw. De slaap was geweken en het verzet tegen het rustverstorende element groeide voel- en. zichtbaar. De malaise-mondhoeken waren in nog grooter depressie, de bokser scheen zijn tegenstander gevonden te hebben en zelfs het tengere kereltje werd merkbaar kwaad. Wij collectieve slachtoffers van het ver- kouden-neus-incident voelden dat er onder ons een band groeide van sympathie, voort spruitende uit een gemeenschappelijk lijden van Leiden af. Wij vlogen door Heemstede-Aerdenhouc, onder de brug van het smalborstige E.S.M.- trammetje: Haarlem tegemoet. Wij schokten reeds over de wissels en ik voelde dat er ieder oogenblik een wraakneming, of wellicht zelfs een misdaad van de geallieerden verwacht kon •worden!! En terwijl wij de stations-overkapping binnenstuiven, zegt me nota bene de juf frouw: ,,'t Is koud buite. Lastig zoo' neus. Ik mast me sakdoek er opsoeken w. sch. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 24 Februari. Ondertrouwd 23 Februari: H. de Heij en H. van Nogggeren; H. Lastdrager en B. Straatman; J. D. van Egmond en J. C. van' Aanhout; R. Meinsma en T. v. d. Velden;! J. C. Rijbroek en M. A. de Korte. Getrouwd 23 Februari: J. A. Dillen en H. J, A. Vermeulen. Bevallen 20 Februari: T. M. Cramer-» Haasbeek, z.; 21 Februari; T. M. v. d. Velde— Huijboom, z.; P. Lommersevan Haaren, z.;: 22 Februari: M. E. ThielKrause, z.; M. I. Jordaande Boever, z.; S. ScholtenBakker, z.; A. KauseBach, z.; A, van Ingen— Klomp, z. Overleden 21 Februari: H. C. van Diest— Uvenhoven, 89 j., Scheldestraat; M. H. van HasseltHitters, 84 j., Nieuwe Gracht; 22 Februari C. F. Heijdeman, 71 j., Leidsche- vaart; J. J., 9 j., z. v. L. van Groenigen, Ha- zepaterslaan; J. van Dijk, 79 j., Kleverpark weg. „Mirry" begon hij, nadat ze 'n poosje zwij gend hadden voortgeloopen, „geloof je, dat je billi,jk tegen mij bent?" „In welk opzicht ben ik onbillijk geweest?" vroeg' ze. „In je heele houding en manier van op treden. Van het eerste oogenblik af, dat we elkaar hebben teruggezien, heb je een dui delijke antipathie tegen me aan den dag ge legd en daarin is in al dien tijd nog niet de minste verandering gekomen. Wat heb ik gedaan om zoo'n behandeling te verdienen?" „Heb je me mee naar buiten genomen om me een standje te maken?" luidde de weder vraag. „Neen, maar wel om een poging te doen tot wederzijds begrijpen. Jouw koelheid is de eenige donkere wolk aan den hemel van mijn tegenwoordig leven." „Dan moet je wel heel gelukkig zijn?" klonk het met 'n vleugje ironie. „Integendeel; jouw afkeer van me maakt het me onmogelijk gelukkig te zijn. Hoe an deren over me denken, kan me geen zier schelen. Arthur bijvoorbeeld schuwt me als vergif en ik trek me er niet zooveel van aan. Maar met jouw gevoelens tegenover mij is het anders, Miriam." „Praat geen onzin", verzocht ze nerveus. ,,'t Is geen nonsenshet is de volle waarheid, heilige ernst.. Zie ik eruit als iemand, die onzin uitflapt?" Ondanks zichzelf, hief ze haar oogen op naar zijn gezicht. Er scheen een invloed, een overwicht van hem uit te gaan, die ze niet kon verklaren. Haar gedachten kwamen moeilijk, haar psychische vermogens leken verlamd, de gewaarwording die zich van haar meester maakte grensde aan vrees. Er viel een stilte waarin het meisje haar hart wild voelde kloppen. Ze zou niet hebben kunnen zeggen, waarom zijn woorden haar zoo vreemd bewogen, maar ze was zich bewust van een electrische spanning in de atmos feer, van een soort magnetische kracht, wel ke van Endellion's persoonlijkheid uitging. „Je zou er natuurlijk nooit aan kunnen denken om met Arthur te trouwen", zei hij ten laatste. Zijn autoritaire toon ergerde haar en dat verbrak de betoovering. „Welk recht heb je om dat te zeggen?" vroeg ze, scherp. „Welk recht?" Hij lachte. „Dat hoef je toch warempel niet te vragen!" „Toch vraag ik het." Ze voelde zich wonderbaarlijk opgewon den; ze had een sensatie alsof ze tegen een onzichtbare vijand, vocht. „Omdat een meisje als jij geen kerel als Arthur als echtgenoot zou kunnen accep teeren". „Wat weet je ten nadeele van Arthur?" „Ik? Absoluut niets! Voor zoover ik weet is hij een voorbeeldige jongeman, een model van braafheid. Maar ik ken jou Miriam." „Ik verzeker je, dat je je vergist." „Geen sprake van. Ik ken je door en door... je bent een meisje met idealen 'en fantasie. Je zou je nooit gelukkig kunnen voelen met een man, dien je niet als je meerdere, als je meester erkende, die geen sterker persoon lijkheid was dan jij. Je zou een man, over wie je de baas kon spelen, dien je naar je hand zou kunnen zetten, minachten. Dat is de reden waarom je Arthur Dulverton nooit als echtgenoot kunt accepteeren." In haar boosheid wikte en woog ze haar verweer niet en impulsief antwoordde ze: „Om je te bewijzen dat je je vergist, zal ik iets vertellen, waarover ik eigenlijk niet het recht heb te spreken en wat jij geen recht hebt om te weten. Ik ben, practisch gespro ken, besloten om met Arthur Dulverton te trouwen." „Je hebtzijn aanzoek nog niet aangeno men", hield Endellion rustig vol, „en als je het had gedaan zou je nog niet met hem trouwen." „En waarom niet, als ik vragen mag?" „Omdat ik het je niet zou toestaan." „Omdatjij.... hetniet zou toe staan." Zij herhaalde zijn woorden met hortende tusschenpoozen en haaf verontwaardiging deed haar stem heesch en onnatuurlijk klin ken. „Juist; omdat ik het je niet zou toestaan". Ze stond nu vlak voor hem, met booze fonkelende oogen. Het was een nieuwe Mi riam Donnithorne, die Endellion op dit oogenblik ontdekte: een trotsche vertoorn de, jonge godin. En haar boosheid verleende in Endellion's oogen een seldzame, onweer staanbare bekoring aan haar schoonheid. Hij had zich altijd gerealiseerd dat Miriam Donnithorne een bijzonder mooi meisje was, maar dit bewustzijn was tot nu toe volmaakt objectief geweest, het had hem innerlijk onberoerd gelaten. Maar thans zette die schoonheid zijn hart en ziel in felle gloed, ze werkte in hem als een bezetenheid en hij wist dat hij zou vechten als 'n waanzinnige om te beletten, dat zij de vrouw werd van den jongen advocaat. Op dat moment leek hem dat bezit van den naam en de familiegoede ren der Dulvertons ij dele nietswaardigheid, vergeleken bij een glimlach uit de oogen van het meisje daar voor hem.Het besef van de waarheid was met een schok gekomen; hij wist' nu dat hij van Miriam Donnithorne hield met alle vezels van zijn-wezen en dat niets ter wereld zoo belangrijk voor hem was als het winnen van haar liefde. Miriam's felle ergernis werd hoe langer hoe heviger. Zijn koele, brutale zelfverze kerdheid had haar trots gewond. „Dank je" zei ze op snijdenden toon. „Je oordeel over mij is buitengewoon vleiend; het is alleen jammer voor je, dat ik op dit punt mijn eigen ideeën heb en niet van plan ben als ik trouw me aan jouw voorschriften te storen." Endellion was zich volkomen bewust, dat hij, door haar boos te maken, afbreuk deed aan zijn eigen zaak, maar hij was niet in de stemming- om zich te laten leiden door nuchter verstandelijke overwegingen. Hij bedelde niet om de gunst van dit meisje; hij vocht een hartstochtelijken strijd met haar uit hij was vastbesloten haar afkeer en haar vooroorde,! te vernietigen, met wortel en tak uit te roeien. Hij zou zijn wenschen niet bepleiten; hij zou haar dwingen door geestelijke overmacht. Dit was geen gedrags lijn die hij vooruit in bedaard overleg uitge stippeld had; het was de inspiratie van het oogenbhkmisschien ingegeven door zijn intuïtief juisten kijk op Miriam's karakter. „Mirry", verklaarde hij kalm, „als je trouwt zal het volgens mijn voorschriften zijn. Ik spreek in vollen ernstje zult zien dat ik gelijk heb." „Je bedoelt, dat je iets over mij te zeggen zult hebben?" „Inderdaad". „En wie zal je daar het recht toe geven?" „Jijzelf." „Je hebt het absoluut mis." „Ik heb het niet mis. Ik weet precies v/at er op dit moment in je omgaat. Je bent boos op me, omdat je je gegriefd voelt, omdat je denkt dat ik je. beleedig, maar daarin vergis je je. Geen man beleedigt een vrouw, wan neer hij haar vertelt, dat zij alles ter wereld voor hem beteekent, en dat hij eiken hin derpaal uit den weg zal ruimen om met haal' te trouwen." „Om met jou te trouwen „Om met je te trouwen jawel. Mijn neef Arthur Dulverton past niet bij je en zal nooit bij je passen. Maar jij en ik zijn voor elkaar geschapen en dat weet ik." „Je kent me heusch kennis toe, die ik niet bezit." „Onzin. Ik zie heel goed in, dat je er te gen vecht, maar in het diepst van je hart ben je bewust dat ik gelijk heb. O, ik ken je beter, dan je jezelf kent, Miriam. En ik weet ook, dat ik de man ben, die bij je past." (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 8