De Ontwapeningsconferentie.
DE DL(ITSCHE PLUIMVEEHOUDERIJ.
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
IJMUIDER 'COURANT
DONDERDAG 9 MAART 1933
De nieuwe „nimmer-geweld-verbintenis". Uitbreiding tot
de niet-Europeesche staten? De nieuwe verbintenis en de
verdragen van Locarno.
GENèVE, 3 Maart.
Wii hebben gisteren weder een nieuwen
fan tot versterking der Europeesehe veilig-
s18" de Politieke Commissie der Ont
beid
eningsconferentie heeft eenstemmig be-
aid dat in de te sluiten Conventie tot
internationale vermindering van bewapening
door de Europeesehe staten op zich te
namen „nimmer-geweld-verbintenis" zal
worden geplaatst, waarbij de Europeesehe
ïaten „plechtig zullen bevestigen, dat zij
nder geenerlei omstandigheden onder el
kander °de toevlucht tot geweld als instru
ment van nationale politiek zullen nemen".
De niet van alle finesses der internationale
verdragen op de hoogte zijnde lezer zal zich
misschien de vraag stellen, wat de beteekenis
van een dergelijke nieuwe ..nimmer-geweld-
verbintenis" kan zijn, waar wij immers sinds
1928 reeds het Pact van Parijs bezitten, dat,
eeboren uit het initiatief van Aristide Briand
ïn Kellogg, reeds de verplichting oplegt nim
mer de toevlucht tot den oorlog te nemen
als instrument van nationale politiek. Wie
zich deze vraag stelt, zal zich op goed ge
zelschap kunnen beroepen. Want gisteren
hebben in de Politieke Commissie tal van
«^delegeerden en daaronder niet de eerste
de besten, dezelfde vraag opgeworpen. Deze
gedelegeerden met den scherpzinnigen jurist,
den minister van buitenlandsche zaken van
Roemenië Titulesco aan het hoofd hielden
vol dat "net Pact van Parijs stellig de bedoe
ling had, ook al sprak het alleen van oorlog,
leder militair geweld van een land tegen een
ander volk te verbieden. De in het laatste
jaar door Japan gemaakte tegenstelling tus
schen geweld-met-oorlogsverklaring, hetwelk
door het Pact van Parijs verboden is, en
geweld-zonder-oorlogsverklaring, zooals Ja
pan tegenover China heeft toegepast en vol
gens het Pact van Parijs niet verboden zou
zijn, stond den geestelijken vaders van dit
Pact, Briand en Kellogg, zeker niet voor de
oogen! Het Pact van Parijs had alle ge
weldmethoden van één land tegen een ander
lil den ban willen doen. Titulesco en vele
anderen vreesden dan ook, dat de nieuwe
nimmer-geweld-verbintenis", die huns in
ziens geheel overbodig was, slechts koren op
de molen zou zijn van hen, die het Pact
van Parijs op de bekrompen wijze zouden
willen uitleggen, zooals de spitsvondige Ja
panners het voorbeeld hebben gegeven!
De bekende Grieksche professor-diplomaat
Politis, als scherpzinnig jurist ongetwijfeld
de evenknie van Titulesco, is echter ten
slotte erin geslaagd de geheele Politieke Com
missie ervan te overtuigen dat de nieuwe
„nimmer-geweld-verbintenis" haar nut heeft
en in ieder geval niet zal kunnen schaden.
Er bestaat twijfel, zeide Politis, of geweld,
zonder oorlogsverklaring al danniet onder
het Pact van Parijs valt. Er zijn zelfs voor
beelden uit den allerjongsten tijd (Japan en
Peru!) van staten, die geweld tegen een na
buur-staat hebben aangewend en die toch
meenen het Pact van Parijs niet te hebben
geschonden, omdat het toegepaste geweld
huns inziens niet, onder het.begrip ..oorlog"
valt. Waar deze opvatting nu eenmaal, te
recht of ten onrechte, bestaat zal hst vol
gens Politis zeker zijn nut hebben, dat al
thans de Europeesehe staten zich onder el
kander verbinden ook niet hun toevlucht tof.
geweld te nemen, zelfs indien dit niet als
oorlog zou te beschouwen zijn! Misschien
zegt de nieuwe „nimmer-geweld-verbintenis"
niets anders als wat reeds in het Pact van
Parijs geschreven staat. In dat geval is zij
overbodig, maar doet zij toch geen kwaad.
Misschien echter gaat de „nimmer-geweld-
verbintenis" verder dan het Pact van Parijs.
In dat geval is zij een nieuwe veiligheids
versterking. In ieder geval wordt thans aan
iederen twijfel, of geweld-zonder-oorlogs
verklaring geoorloofd zou zijn, een einde ge
maakt. „Onder generlei omstandigheden"
zal een staat geweld, onder welken vorm
ook, tegen een anderen mogen gebruiken.
Kon Politis op deze wijze de Europeesehe
delegaties van het nut der nieuwe „nimmer-
geweld-verbintenis" overtuigen. hij slaagde
ook erin de bezwaren der niet-Europeesche
staten, die trouwens ook door Titulesco en
anderen gedeeld waren, weg te nemen. Dezen
hadden gevreesd, dat men buiten Europa
(Japan!) de nieuwe Europeesehe nimmer-
geweld-verbintenis zoo zou uitleggen, dat de
bekrompen Japansche interpretatie van het
Pact van Parijs thans voor juist was ver
klaard. Als de Ontwapeningsconferentie het
noodig acht tot een „nimmer-geweld-verbin
tenis"' voor Europa over te gaan, zou dit
kunnen beteekenen. dat de Ontwapenings
conferentie dus erkent, dat het Pact van
Parijs uitsluitend oorlog verbiedt en geen
andere soorten van geweld! Politis gaf thans
echter als voorzitter der redactiecommissie,
die de „nimmer-geweld-verbintenis" geredi
geerd had, de uitdrukkelijke verzekering, dat
deze de vraag naar de preciese beteekenis van
het Pact van Parijs geheel in het midden
heeft willen laten en dat uit het totstand
komen van een nieuwe „nimmer-geweld-
verbintenis" dus geenerlei argument voor de
Japansche opvatting mag worden getrokken.
Na deze uitdrukkelijke verklaring van Politis
verzetten de niet-Europeesche staten zich
niet langer ertegen, dat de Europeesehe sta
ten door deze nieuwe verbintenis hun eigen
veiligheid zouden versterken. Zij spraken
slechts nog den wensch uit, dat de nieuwe
„nimmer-geweld-verbintenis" ook tot de
niet-Europeesche staten zou worden uitge
breid. Een wensch, die op het oogenblik
echter weinig uitzicht biedt verwezenlijkt te
zullen worden met het oog op de geestes
gesteldheid van Japan!
In de redactiecommissie was nog een
ernstige moeilijkheid gerezen over het ver
band tusschen deze- nieuwe verplichting en
het verdrag van Locarno. Dit geeft België,
Engeland en Frankrijk het recht de Duitsche
grenzen met een gewapende troepenmacht
'te overschrijden, indien de Duitschers de
Op de openbare gebouwen van tal van Duitse he steden hebben de Nazi's, al dan niet met
gebruikmaking van geweld, de hakenkruisvlag geheschen.
In Altona maakten de Hitlerianen er een formeele demonstratie van. hetgeen uit bo
venstaande afbeeldingen wel zeer duidelijk blijkt.
Een tekort aan eieren.
Nu door Duitschland een invoerrecht op
eieren is afgekondigd van -ƒ 70 per 100 K.G.,
waardoor de invoer van eieren uit het buiten
land (ook uit Nederland)*' sterk bemoeilijkt
wordt, is het interessant kennis te nemen van
een artikel, dat in het laaJtst verschenen num
mer van het orgaan vaii het Koninklijk Ne-
derlandsch Landbouw Comité is gepubliceerd.
Belangwekkend zijn de gegevens over de po
sitie der Duitsche pluimveehouderij. Deze
vraagt een krachtige belemmering van den
invoer van eieren. Het is dan evenwel nood
zakelijk na te gaan. of Duitschland zich, bin
nen afzienbaren tijd, geheel onafhankelijk
van het buitenland kan maken. Blijkens de
gegevens der beide Duitsche bonden van
pluimveehouders bedraagt het totaal ver
bruik aan eieren in de steden 4700 millioen
stuks, tegenover een biimenlandsch aanbod
van 2000 millioen eieren. Uit deze cijfers der
belanghebbende groepen blijkt dus, dat een
belangrijk gedeelte der Duitsche behoefte
aan eieren uit het buitenland gedekt moet
worden. Indien dan ook voldaan zou moeten
worden aan de binnenlandsche consumptie
door het in Duitschland verkregen product, ls
het noodig om, óf de Duitsche pluimveestapel
sterk uit te breiden, óf de eierenproductie-
per-kip op te voeren. De eerste voorwaarde
kan natuurlijk eerst na verloop van meer
jaren verwezenlijkt worden. Daarvoor zijn
evenwel vakkennis, kapitaal en goed fok-
materiaal noodig. Het is nu zeer de vraag, of
de Duitsche landbouwers en pluimveehouders
daarover in voldoende mate de beschikking
hebben. Maar zelfs voor het geval, dat daar
aan voldaan is. dan zal de vergroote eier-
productie toch een apparaat vragen, hetwelk
voor een behoorlijken afzet zorg draagt. Ook
daarmede is tijd gemoeid. Het ontbreken
daarvan, en de onvoldoende productie op dit
oogenblik, zijn oorzaak, dat er geen sprake
van is, dat Duitschland zich op dit oogenbi.
op dit gebied zelf kan helpen.
Daarbij komt dan nog, dat de -aanvoeren
van eieren in Duitschland niet gekenmerkt
worden door de regelmatigheid, die noodig is
om een juiste voedselvoorziening op dit ge
bied te waarborgen. Uit een tabel blijkt, dat
het verbruik van eieren in de steden aan vele
schommelingen onderhevig is. Dit verbruik
gaat op en neer met de eierprijzen en is daar
aan, ruw.geschat, omgekeerd evenredig. Zoo
worden in de maand April ruim tweemaal
zooveel eieren gebruikt als in Januari, ter
wijl het verbruik gedurende de zomermaan
den vrijwel constant is. Naast de schomme
lingen. welke zijn vast te stellen in de ver-
bruikcijfers van eieren in de verschillende
maanden van het jaar, is de variatie in het
aanbod van Duitsche eieren nog meer opval
lend. Wanneer men het maandgemiddelde op
100 stelt, dan wisselt dit aanbod van 13 tot
223. Men begrijpt, dat als gevolg van een der
gelijke omstandigheid, een vaste klant al
uiterst moeilijk te bedienen is. Gedurende de
maanden October tot Januari is de productie
aan eieren in Duitschland zoo gering, dat zij
nog niet in staat is, in 10 procent der Duit
sche behoefte te voorzien. Vandaar, dat wel
als vaststaand kan worden aangenomen, dat
Duitschland nog jaren lang, ten aanzien van
de eieren-voorziening, aangewezen zal blijven
op het buitenland. In den winter is de eier-
productie in Duitschland zelfs zoo gering, dat
de Duitsche consument voor het nuttigen van
versche eieren op het buitenland is aange
wezen. Indien men de Duitsche grenzen voor
den invoer van buitenlandsche eieren eens
radicaal zou sluiten, dan zou men misschien
binnen korteren tijd aan de zelf-voorziening
komen, doch dan zou de Duitsche consument
van een dergelijke proefneming de gevolge1-
dragen.
MOLLERUS.
ONTWAPENINGSCONFERENTIE
MAG Zóó NIET UIT ELKAAR
GAAN.
Er moet een resultaat komen.
LONDEN 7 Maart (Reuter). De parle
mentaire correspondent van de „Times" ver-
kaart, dat de Brit-sche ministers zullen
trachten te bereiken dat de ontwapenings
conferentie vóór de verdaging of beëindiging,
eenig tastbaar resultaat zal opleveren.
Mac-Donald en Sir John Simon zijn voor
nemens terstond na hun aankomst te Geneve
met den voorzitter der ontwapeningsconfe
rentie, Henderson, en de leiders der delega
ties daarover besprekingen te voeren.
militairiseeringverplichting van de streek
tusschen de Rijn en de Fransche grens zou
schenden, wat onder Hitler zeker niet on
denkbaar is. België, Engeland en Frankrijk
wilden dus de „nimmer-geweld-verbintenis"
uitdrukkelijk buiten toepassing stellen indien
een ouder verdrag geweld onder bepaalde
omstandigheden zou veroorloven. De Duit
schers wilden echter niet opnieuw op deze
wijze het verdrag van Locarno, dat immers
door Hitier steeds bestreden was, bevestigen.
Men heeft nu den uitweg gevonden, dat niet
uitdrukkelijk verklaard wordt, dat oudere
verdragen, zooals die van Locarno, de „nim
mer-geweld-verbintenis" in een bijzonder ge
val kunnen opheffen, doch uit den gekozen
telkst der nieuwe verbintenis, waardoor ge
weld alléén verboden wordt als „instrument
van nationale politiek", volgt toch, dat ge
weld als instrument voor de nakoming van
internationale verbintenissen niet verboden
zal zijn. Met de Duitsche gevoeligheid is dus
rekening gehouden, doch de rechten, die
Locarno aan Frankrijk gaf, zijn toch niet
verzwakt.
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
ENGELSCH VLIEGTUIG IN HET
KANAAL GEDAALD.
BEMANNING DOOR HOLLANDERS GERED.
AMSTERDAM, 8 Maart. (V.D.) Gisteravond
is in het Kanaal een Engelsch vliegtuig op
zee gedaald, waai'bij de bemanning door het
stoomschip „Vesta" van de K. N. S. M„ kapi
tein de heer H. Beuker, is gered. Het betreft
hier het Britsche instructievliegtuig GAB
E P, bemand met een bestuurder en een pas
sagier. De geredden betoonden zich buiten
gewoon dankbaar jegens de opvarenden van
de „Vesta", welk schip zich in de buurt had
bevonden. De beide Engelschen hebben zich
reeds naar Schiphol begeven om nog met
het toestel van 1.15 uur naar Londen af te
reizen.
TSJANG SOE LIANG
AFGETREDEN.
Een andere generaal
vermoord.
PEKING, 8 MaartReuter). De opperbe
velhebber der Chineesche strijdkrachten in
het Noorden, maarschalk Tsjang Soe Liang,
is afgetreden.
30.000 man zijner troepen bieden nabij
Kupeinkau een vertwijfelden tegenstand aan
de oprukkende Japansche troepen. De C'hi-
neezen zijn echter genoopt terug te trekken
en hun stellingen te ontruimen.
De officieele titel van den afgetreden
maarschalk was: opperbevelhebber van het
Nationale Leger en opperbevelhebber der ver
dedigingswerken aan de Noord-Oost grens.
TOKIO, 8 Maart (Reuter) Generaal
Tang Yu Lin„ die zich den haat van geheel
China op den hals heeft gehaald door de
overgave van Jehol is te Hai Feng Kou door
soldaten van Tsjang Soe Liang vermoord.
DE BEGROOTING VAN CURAcAO.
WILLEMSTAD Curacao; '6 Maart (Aneta),
Rij den Kolonialen1 Raad is het ontwerp inr-
gediencl vöor de begrobtihg voor het dienst
jaar 1934.
De inkomsten worden geraamd op
fl. 6.352.000, de uitgaven op fl. 6.322.000. On
der deze uitgaven zijn begrepen fl. 975.000
voor aflossing en rente der kasvoorschotten.
DE S.D.A.P. EN DE GODSDIENST.
In ons verslag over het Nijmeegsche con
gres der S.D.A.P. is een fout gesloopen in de
passage van den heer Albarda over den gods
dienst. Wij lieten den heer Albarda zeggen,
dat het waar is, dat de godsdienst in de S. D.
A. P. niet veilig is, De politiek georiënteerde
lezer zal reeds begrepen hebben, dat het
woord „niet" hier niet behoorde te staan. Wij
laten nog volgen, wat de heer Albarda onge
veer letterlijk gezegd heeft, nl.
„Nu zal het wel weer niet ontbreken aan
de beschuldiging, dat wij den godsdienst aan
randen. Onze vaste overtuiging is echter, dat
het socialisme de zaak zal worden voor de
arbeiders van elk geloof. De denkbeelden, die
wij voorstaan zijn met den godsdienst niet in
strijd. Veler godsdienstige idealen zullen on
der het socialisme eerst hun volledige ver
vulling vinden".
Onjuist is verder, dat de heer Bregman
(IJmuiden) gezegd zou hebben, dat de S.D.
A.P. inzake cumulatie van functies en inko
mens niets zou hebben gedaan. De heer Breg
man heeft deze woorden niet gebezigd, aan
gezien hij overtuigd is, dat de toezeggingen
op het vorige congres gedaan, zijn nageko
men. De meerderheid der andere partijen in
de Kamer verwierp echter de s.-d. motie.
ACHTERUITGANG.
De uitvoer van radioartikelen en gloei
lampen is in Februari gdeaald ten opzichte
van Januari.
ER KOMT OPLEVING.
In de vorige maand passeerden door het
Suezkanaal 414 schepen tegen 388 schepen
in Februari van het vorig jaar. De ontvang
sten bleven eveneens in de stijgende lijn en
waren thans 64.6 mill, francs tegen 62.7 mill,
francs in de overeenkomstige maand van
het vorig jaar.
HET HEEFT VERREWEG
HET GROOTSTE AANTAL
ABONNES EN WAAR
BORGT U DUS HET
GROOTSTE RESULTAAT
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 8 Maart
Ondertrouwd 7 Maart: M. Heimans en A.
Bloemendal.
Bevallen 3 Maart: A. van Wieringen—Over-
gaauw, d.
Overleden 6 Maart: A. B. van Borssum
Waalkes, 58 j„ Karei van Manderstraat; E.
C. van der Kroftde Vries, 50 j„ Vooruit-
gangstraat; 7 Februari J. M. van der Voort,
69 j., Schotersingel; C. Geluk—Potter, 66 j.,
Hazepaterslaan.
Athene is de laatste dagen weer eens het tooneel geweest van roerige politieke
gebeurtenissen. Voorloopig a1, fit »KyiV# generaal Othenoros (midden) aan het
hoofd van het nieuwe kabinet. Links staatspresident Zaïmis en rechts de
afgetreden premier Venizelos.
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
37)
Hij geloofde
niet dat dit stukje papier voor een rechtbank
veel gewicht in de schaal zou leggen, maar
hij was overtuigd, dat de wonderbaarlijke ge
lijkenis tusschen hem en Dulverton en het
geen hij omtrent diens vroeger leven te we
ten was gekomen, hem in. staat zouden stel
len met succes de identiteit van den over
ledene aan te nemen.
„Zoo kwam Endellion in Engeland. Hij
praatte zichzelf in, dat hij nog geen defini
tief besluit had genomen, maar in het diepst
van zijn- hart stond dat, sinds zijn vertrek
uit Australië vast. Hij ondervond, practisch
gesproken geen moeilijkheden bij het spelen
van zijn rol; door iedereen werd hij met de
grootste hartelijkheid als de teruggekeerde
verloren zoon ontvangen en zonder aarze
len als Bob Dulverton geaccepteerd. Er was
riaar een persoon die hem ernstig wantrouw
de dat was jij, Miriam. Jij beschouwde
hem als iemand die een masker droeg, als
een comediant. en Endellion besefte oogen-
blikkelijk, dat het eenige ernstige gevaar
dat hem bedreigde, van jouw- kant kwam. Als
jij hem bleef wantrouwen was hij nooit vei
lig en vroeg of laat zou zijn masker hem wor
den afgerukt. Hij deed zijn uiterste best om
je te ontwapenen, je achterdocht te doen ver
dwijnen, ofschoon je er geen idee van had,
hce de vork eigenlijk in den steel zat, was je
toch niet in staat om je ouden speelmak
ker in hem te zien."
Weer brak hij af, terwijl het meisje hem
met een doodsbleek gezicht en oogen vol
angst aanstaarde.
„Toen zocht hij zijn heil in een onuit
sprekelijke laagheid. Om het gevaar dat van
jouw zijde di'eigde, af te wenden, besloot hij
te trachten je liefde te winnen."
Mirriam schrok op, alsof ze met een scher
pen dolk gestoken was.
„Wil je zeggenTn mamelooze ontstel
tenis. Maar Endellion belette haar den zin
af te maken.
„Houd op!" riep hij, „Het was schandelijk,
ongetwijfeld, maar oordeel billijk. Een avond
was hij, zooals je je herinnert, gemeen en
onbeschaamd genoeg om je een aanzoek te
doen. maar op het moment dat hij dit deed,
werd hem het geheim van zijn eigen hart
geopenbaard. Wat hij- je vertelde was de
waarheid.de woorden die hij sprak geven
maar flauw den brandenden gloed van zijn
liefde weer. Maar zelfs toen begon rijn ge
weten nog niet te spreken. Hij voelde dat je
hem wantrouwde en zijn aangeboren strij-
dersnatuur deed hem het ..vaste besluit ne
men met je te vechten en je te overwinnen.
Vergeef me dit lage verhaal Mirriam, vergeef
me de manier waarop ik het vertel, maar
ik tracht de zaak zoo ob'eetief mogelijk voor
te stellen, alsof ik er zelf niet in betrokken
ben, als of het een vreemde betreft, opdat jij
alles onbevooroordeeld, in voile realiteit,
zult kunnen zien.
„Ik zal het verder kort maken. Hij v-on je
liefde en je vertrouwen. Je zei hem, dat je
van hem hield, dat je vertrouwen in hem
onbegrensd wasen toen begon hij te be
seffen wat hij had. gedaan. Zoolang je aan
hem twijfelde en hem wantrouwde, had hij
er een soort grimmig welbehagen in zijn rol
te blijven spelen, maar toen je van hem ging
houden en hem je vertrouwen schonk, was
liet hem onmogelijk in zijn groote leugen te
volharden. Ik zal niet uitweiden over zijn
vreeselijken innerlijken strijd, maar o Mi
riam, kun je het je niet voorstellen? Op het
oogenblik dat je zei, dat je in mij geloofde,
kon ik niet voortgaan een vleesch-en-bloed
geworden leugen te zijn. Ik vraag je niet me
te vergeven vergiffenis is onmogelijk
maar ik voelde dat het minste dat van mij
verwacht mocht worden was je alles te ver
tellen alles
Roerloos, als een beeld van marmer, zat
Miriam Donnithorne in haar stoel. Zelfs nu
drong de ontzettende beteekenis van wat zij
gehoord had, niet in vollen omvang tot
haar door. Het had haar verward, overstelpt.
„Dusdusdan ben jijdan
ben jij Bob Dulverton niet?" stamelde ze na
een lange pauze.
„Neen".
„Bob is dood?"
„Ja. Hij stierf in de Australische rimboe.
Ik stond er bij toen hij begraven werd."
„En jij bent
„Ralph Endellion, de zoon van den
grootsten schurk, die ooit geleefd heeft".
„Enje zegtdat jevan mij
houdt?"
„Jaen dat is de waarheid. Wat verder
ook leugen mag zijn, dat. is "de waarheid."
„Maar je bent.je bent.... een...."
Weer viel hij haar in de rede. Hij kon niet
verdragen haar het woord te hooren uitspre
ken, dat hij op haar lippen zag branden.
„Ja ik ben een indringer, een vervalscher
een bedrieger! Ik heb ij een plaats toe
geëigend waarop ik geen recht heb, ik
woon als heer en meester m een huis, dat mij
niet toebehoort, maar, *maarom 's he
melsnaam, Miriam, kijklme niet op die ma
nier aan- - JL
De wanhoopskreet werd veroorzaakt door
den blik van radelooze.; verschrikking in de
oogen van het meisje.
- „Maar waaromwaaromO, kom
niet dichter bij mekom niet dichter bij
mehijgde ze.
„Ik heb het je verteld omdat ik niet anders
kon", riep hij uit, als een antwoord op haar
gestamelde vraag. „Ik kon niet weggaan
zonder je alles te bekennen. Jouw waarheids
liefde en vertrouwen hebben het mij onmoge
lijk gemaakt mijn bedrog vol te houden. O,
ik voel zoo goed hoe ontzettend pijn ik je
doeik voel het aan wat ik zelf lijdt op
het oogenblik, maar nog eens: ik kon niet
weggaan zonder het je gezegd te hebben."
„Weggaan?"
„Jaje begrijpt toch wel, dat ik niet
langer blijven kan".
„Neen, neen; je kunt niet blijven. Maar
laat me even nadenkenals ik kan. Jij
jij bent de zoon vandien man. Je bent
niet Bob. Je bent je hebt gestolen waar
Arthur recht op had, je hebt in zijn huis
gewoond.... je bent door en door onop
rechtvalsch."
„Ja, je hebt volkomen gelijk, dat ben ik.
Maar ik ga wegik zal niemand meer
tot last of ergernis zijn. Ik zie aan je, dat je
wilt, dat ik ga en het spreekt vanzelf, dat ik
je niet om vergiffenis vraag. Dat zul je niet
verwachten.en ik zou je vergiffenis ook
niet verdienen. Adieu."
Ze keek hem een moment aan met haar
angstoogen en het scheen, dat ze iets wilde
zeggen. Toen sloten die oogen zich en Mir
riam Donnithorne zonk bewusteloos in haar
stoel achterover.
Het eerste oogenblik vreesde Endellion, dat
zijn bekentenis haar gedood had, zoo vaal
en vertrokken was haar gezicht en hij had
een gewaarwording of hij gek zou worden. Hij
voelde zich volmaakt hulpeloos en buiten
staat iets te doen.
Zijn oog viel op.een belknop bij den
schoorsteenmantel en hij ..drukte er op als
een waanzinnige.
„Miss Mirriam is plotseling ongesteld ge
worden", zei hij tegen het binnentredende
kamermeisje. „Kun je.... zal ikik zal
even den dokter gaan halen."
Tegelijk sloeg Mirriam de oogen weer op...
leven en bewustzijn keerden terug. Ze
richtte zich op in haar stoel en haar afwe
zige blik dwaalde naar Endellion. Maar in
hetzelfde moment herinnerde ze zich alles
wat hij haar verteld hadde jongeman
zag het aan de mengeling van ellende en
namelooze minachting in haar oogen.
„Breng mij naar mijn kamer, Mary," ver
zocht ze met matte stem, „ik voel me niet
goed. Ensteunend op den arm van het
meisje verliet ze het vertrek, Endellion ver
der geen woord of blik waardig keurend.
Zoo was hun afscheid!
De jongeman zocht wankelend zijn weg
naar de stallen en enkele minuten later droeg
zijn paard hem in een lusteloozen gang
door de duisternis naar Dulverton. Zijn her
sens schenen verlamd, het was alsof zijn
lichaam en geest gevoelloos waren, afge
stemd.
„Nog iets van uw orders, meneer?" vroeg
Peters, toen hij het huis binnenkwam.
„Neen, niets; dank je".
De oude bediende keek hem met een liefde-
vollen, bezorgden blik aan.
„Is er iets niet in orde?"
„Niet in orde? Neen, de heele boel is niet
in ordeik bedoel och neen, er is
niets bijzonders. Peters.".
„U bent ziek, meneer; vast en zeker. Ik zie
het aan u".
„Neen, er mankeert mij niets. Ik ben moe,
dat is de heele zaak".
De butler ging zuchtend heen. Hij had
van „jongeheer Bob" met geheel zijn hart
gehouden toen deze nog een kind was en nu
had hij die groote, toegewijde liefde over
gebracht op den man, die thans als heer en
meester van Dulverton Manor resideerde.
„Ik zou wel eens willen weten wat er aan
de hand is", peinsde hij. „Misschien een
kleine oneenigheid met Miss Mirriam of met
den jonker die hij zich erg aantrekt, maar
ik moet zeggen dat ik hem nog nooit zoo heb
zien kijken! De Hemel geve dat er niets ern
stigs is
(Wordt vervolgd.)