De Ontwapeningsconferentie. DE DL(ITSCHE PLUIMVEEHOUDERIJ. EEN WONDERLIJKE GELIJKENIS. IJMUIDER 'COURANT DONDERDAG 9 MAART 1933 De nieuwe „nimmer-geweld-verbintenis". Uitbreiding tot de niet-Europeesche staten? De nieuwe verbintenis en de verdragen van Locarno. GENèVE, 3 Maart. Wii hebben gisteren weder een nieuwen fan tot versterking der Europeesehe veilig- s18" de Politieke Commissie der Ont beid eningsconferentie heeft eenstemmig be- aid dat in de te sluiten Conventie tot internationale vermindering van bewapening door de Europeesehe staten op zich te namen „nimmer-geweld-verbintenis" zal worden geplaatst, waarbij de Europeesehe ïaten „plechtig zullen bevestigen, dat zij nder geenerlei omstandigheden onder el kander °de toevlucht tot geweld als instru ment van nationale politiek zullen nemen". De niet van alle finesses der internationale verdragen op de hoogte zijnde lezer zal zich misschien de vraag stellen, wat de beteekenis van een dergelijke nieuwe ..nimmer-geweld- verbintenis" kan zijn, waar wij immers sinds 1928 reeds het Pact van Parijs bezitten, dat, eeboren uit het initiatief van Aristide Briand ïn Kellogg, reeds de verplichting oplegt nim mer de toevlucht tot den oorlog te nemen als instrument van nationale politiek. Wie zich deze vraag stelt, zal zich op goed ge zelschap kunnen beroepen. Want gisteren hebben in de Politieke Commissie tal van «^delegeerden en daaronder niet de eerste de besten, dezelfde vraag opgeworpen. Deze gedelegeerden met den scherpzinnigen jurist, den minister van buitenlandsche zaken van Roemenië Titulesco aan het hoofd hielden vol dat "net Pact van Parijs stellig de bedoe ling had, ook al sprak het alleen van oorlog, leder militair geweld van een land tegen een ander volk te verbieden. De in het laatste jaar door Japan gemaakte tegenstelling tus schen geweld-met-oorlogsverklaring, hetwelk door het Pact van Parijs verboden is, en geweld-zonder-oorlogsverklaring, zooals Ja pan tegenover China heeft toegepast en vol gens het Pact van Parijs niet verboden zou zijn, stond den geestelijken vaders van dit Pact, Briand en Kellogg, zeker niet voor de oogen! Het Pact van Parijs had alle ge weldmethoden van één land tegen een ander lil den ban willen doen. Titulesco en vele anderen vreesden dan ook, dat de nieuwe nimmer-geweld-verbintenis", die huns in ziens geheel overbodig was, slechts koren op de molen zou zijn van hen, die het Pact van Parijs op de bekrompen wijze zouden willen uitleggen, zooals de spitsvondige Ja panners het voorbeeld hebben gegeven! De bekende Grieksche professor-diplomaat Politis, als scherpzinnig jurist ongetwijfeld de evenknie van Titulesco, is echter ten slotte erin geslaagd de geheele Politieke Com missie ervan te overtuigen dat de nieuwe „nimmer-geweld-verbintenis" haar nut heeft en in ieder geval niet zal kunnen schaden. Er bestaat twijfel, zeide Politis, of geweld, zonder oorlogsverklaring al danniet onder het Pact van Parijs valt. Er zijn zelfs voor beelden uit den allerjongsten tijd (Japan en Peru!) van staten, die geweld tegen een na buur-staat hebben aangewend en die toch meenen het Pact van Parijs niet te hebben geschonden, omdat het toegepaste geweld huns inziens niet, onder het.begrip ..oorlog" valt. Waar deze opvatting nu eenmaal, te recht of ten onrechte, bestaat zal hst vol gens Politis zeker zijn nut hebben, dat al thans de Europeesehe staten zich onder el kander verbinden ook niet hun toevlucht tof. geweld te nemen, zelfs indien dit niet als oorlog zou te beschouwen zijn! Misschien zegt de nieuwe „nimmer-geweld-verbintenis" niets anders als wat reeds in het Pact van Parijs geschreven staat. In dat geval is zij overbodig, maar doet zij toch geen kwaad. Misschien echter gaat de „nimmer-geweld- verbintenis" verder dan het Pact van Parijs. In dat geval is zij een nieuwe veiligheids versterking. In ieder geval wordt thans aan iederen twijfel, of geweld-zonder-oorlogs verklaring geoorloofd zou zijn, een einde ge maakt. „Onder generlei omstandigheden" zal een staat geweld, onder welken vorm ook, tegen een anderen mogen gebruiken. Kon Politis op deze wijze de Europeesehe delegaties van het nut der nieuwe „nimmer- geweld-verbintenis" overtuigen. hij slaagde ook erin de bezwaren der niet-Europeesche staten, die trouwens ook door Titulesco en anderen gedeeld waren, weg te nemen. Dezen hadden gevreesd, dat men buiten Europa (Japan!) de nieuwe Europeesehe nimmer- geweld-verbintenis zoo zou uitleggen, dat de bekrompen Japansche interpretatie van het Pact van Parijs thans voor juist was ver klaard. Als de Ontwapeningsconferentie het noodig acht tot een „nimmer-geweld-verbin tenis"' voor Europa over te gaan, zou dit kunnen beteekenen. dat de Ontwapenings conferentie dus erkent, dat het Pact van Parijs uitsluitend oorlog verbiedt en geen andere soorten van geweld! Politis gaf thans echter als voorzitter der redactiecommissie, die de „nimmer-geweld-verbintenis" geredi geerd had, de uitdrukkelijke verzekering, dat deze de vraag naar de preciese beteekenis van het Pact van Parijs geheel in het midden heeft willen laten en dat uit het totstand komen van een nieuwe „nimmer-geweld- verbintenis" dus geenerlei argument voor de Japansche opvatting mag worden getrokken. Na deze uitdrukkelijke verklaring van Politis verzetten de niet-Europeesche staten zich niet langer ertegen, dat de Europeesehe sta ten door deze nieuwe verbintenis hun eigen veiligheid zouden versterken. Zij spraken slechts nog den wensch uit, dat de nieuwe „nimmer-geweld-verbintenis" ook tot de niet-Europeesche staten zou worden uitge breid. Een wensch, die op het oogenblik echter weinig uitzicht biedt verwezenlijkt te zullen worden met het oog op de geestes gesteldheid van Japan! In de redactiecommissie was nog een ernstige moeilijkheid gerezen over het ver band tusschen deze- nieuwe verplichting en het verdrag van Locarno. Dit geeft België, Engeland en Frankrijk het recht de Duitsche grenzen met een gewapende troepenmacht 'te overschrijden, indien de Duitschers de Op de openbare gebouwen van tal van Duitse he steden hebben de Nazi's, al dan niet met gebruikmaking van geweld, de hakenkruisvlag geheschen. In Altona maakten de Hitlerianen er een formeele demonstratie van. hetgeen uit bo venstaande afbeeldingen wel zeer duidelijk blijkt. Een tekort aan eieren. Nu door Duitschland een invoerrecht op eieren is afgekondigd van -ƒ 70 per 100 K.G., waardoor de invoer van eieren uit het buiten land (ook uit Nederland)*' sterk bemoeilijkt wordt, is het interessant kennis te nemen van een artikel, dat in het laaJtst verschenen num mer van het orgaan vaii het Koninklijk Ne- derlandsch Landbouw Comité is gepubliceerd. Belangwekkend zijn de gegevens over de po sitie der Duitsche pluimveehouderij. Deze vraagt een krachtige belemmering van den invoer van eieren. Het is dan evenwel nood zakelijk na te gaan. of Duitschland zich, bin nen afzienbaren tijd, geheel onafhankelijk van het buitenland kan maken. Blijkens de gegevens der beide Duitsche bonden van pluimveehouders bedraagt het totaal ver bruik aan eieren in de steden 4700 millioen stuks, tegenover een biimenlandsch aanbod van 2000 millioen eieren. Uit deze cijfers der belanghebbende groepen blijkt dus, dat een belangrijk gedeelte der Duitsche behoefte aan eieren uit het buitenland gedekt moet worden. Indien dan ook voldaan zou moeten worden aan de binnenlandsche consumptie door het in Duitschland verkregen product, ls het noodig om, óf de Duitsche pluimveestapel sterk uit te breiden, óf de eierenproductie- per-kip op te voeren. De eerste voorwaarde kan natuurlijk eerst na verloop van meer jaren verwezenlijkt worden. Daarvoor zijn evenwel vakkennis, kapitaal en goed fok- materiaal noodig. Het is nu zeer de vraag, of de Duitsche landbouwers en pluimveehouders daarover in voldoende mate de beschikking hebben. Maar zelfs voor het geval, dat daar aan voldaan is. dan zal de vergroote eier- productie toch een apparaat vragen, hetwelk voor een behoorlijken afzet zorg draagt. Ook daarmede is tijd gemoeid. Het ontbreken daarvan, en de onvoldoende productie op dit oogenblik, zijn oorzaak, dat er geen sprake van is, dat Duitschland zich op dit oogenbi. op dit gebied zelf kan helpen. Daarbij komt dan nog, dat de -aanvoeren van eieren in Duitschland niet gekenmerkt worden door de regelmatigheid, die noodig is om een juiste voedselvoorziening op dit ge bied te waarborgen. Uit een tabel blijkt, dat het verbruik van eieren in de steden aan vele schommelingen onderhevig is. Dit verbruik gaat op en neer met de eierprijzen en is daar aan, ruw.geschat, omgekeerd evenredig. Zoo worden in de maand April ruim tweemaal zooveel eieren gebruikt als in Januari, ter wijl het verbruik gedurende de zomermaan den vrijwel constant is. Naast de schomme lingen. welke zijn vast te stellen in de ver- bruikcijfers van eieren in de verschillende maanden van het jaar, is de variatie in het aanbod van Duitsche eieren nog meer opval lend. Wanneer men het maandgemiddelde op 100 stelt, dan wisselt dit aanbod van 13 tot 223. Men begrijpt, dat als gevolg van een der gelijke omstandigheid, een vaste klant al uiterst moeilijk te bedienen is. Gedurende de maanden October tot Januari is de productie aan eieren in Duitschland zoo gering, dat zij nog niet in staat is, in 10 procent der Duit sche behoefte te voorzien. Vandaar, dat wel als vaststaand kan worden aangenomen, dat Duitschland nog jaren lang, ten aanzien van de eieren-voorziening, aangewezen zal blijven op het buitenland. In den winter is de eier- productie in Duitschland zelfs zoo gering, dat de Duitsche consument voor het nuttigen van versche eieren op het buitenland is aange wezen. Indien men de Duitsche grenzen voor den invoer van buitenlandsche eieren eens radicaal zou sluiten, dan zou men misschien binnen korteren tijd aan de zelf-voorziening komen, doch dan zou de Duitsche consument van een dergelijke proefneming de gevolge1- dragen. MOLLERUS. ONTWAPENINGSCONFERENTIE MAG Zóó NIET UIT ELKAAR GAAN. Er moet een resultaat komen. LONDEN 7 Maart (Reuter). De parle mentaire correspondent van de „Times" ver- kaart, dat de Brit-sche ministers zullen trachten te bereiken dat de ontwapenings conferentie vóór de verdaging of beëindiging, eenig tastbaar resultaat zal opleveren. Mac-Donald en Sir John Simon zijn voor nemens terstond na hun aankomst te Geneve met den voorzitter der ontwapeningsconfe rentie, Henderson, en de leiders der delega ties daarover besprekingen te voeren. militairiseeringverplichting van de streek tusschen de Rijn en de Fransche grens zou schenden, wat onder Hitler zeker niet on denkbaar is. België, Engeland en Frankrijk wilden dus de „nimmer-geweld-verbintenis" uitdrukkelijk buiten toepassing stellen indien een ouder verdrag geweld onder bepaalde omstandigheden zou veroorloven. De Duit schers wilden echter niet opnieuw op deze wijze het verdrag van Locarno, dat immers door Hitier steeds bestreden was, bevestigen. Men heeft nu den uitweg gevonden, dat niet uitdrukkelijk verklaard wordt, dat oudere verdragen, zooals die van Locarno, de „nim mer-geweld-verbintenis" in een bijzonder ge val kunnen opheffen, doch uit den gekozen telkst der nieuwe verbintenis, waardoor ge weld alléén verboden wordt als „instrument van nationale politiek", volgt toch, dat ge weld als instrument voor de nakoming van internationale verbintenissen niet verboden zal zijn. Met de Duitsche gevoeligheid is dus rekening gehouden, doch de rechten, die Locarno aan Frankrijk gaf, zijn toch niet verzwakt. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. ENGELSCH VLIEGTUIG IN HET KANAAL GEDAALD. BEMANNING DOOR HOLLANDERS GERED. AMSTERDAM, 8 Maart. (V.D.) Gisteravond is in het Kanaal een Engelsch vliegtuig op zee gedaald, waai'bij de bemanning door het stoomschip „Vesta" van de K. N. S. M„ kapi tein de heer H. Beuker, is gered. Het betreft hier het Britsche instructievliegtuig GAB E P, bemand met een bestuurder en een pas sagier. De geredden betoonden zich buiten gewoon dankbaar jegens de opvarenden van de „Vesta", welk schip zich in de buurt had bevonden. De beide Engelschen hebben zich reeds naar Schiphol begeven om nog met het toestel van 1.15 uur naar Londen af te reizen. TSJANG SOE LIANG AFGETREDEN. Een andere generaal vermoord. PEKING, 8 MaartReuter). De opperbe velhebber der Chineesche strijdkrachten in het Noorden, maarschalk Tsjang Soe Liang, is afgetreden. 30.000 man zijner troepen bieden nabij Kupeinkau een vertwijfelden tegenstand aan de oprukkende Japansche troepen. De C'hi- neezen zijn echter genoopt terug te trekken en hun stellingen te ontruimen. De officieele titel van den afgetreden maarschalk was: opperbevelhebber van het Nationale Leger en opperbevelhebber der ver dedigingswerken aan de Noord-Oost grens. TOKIO, 8 Maart (Reuter) Generaal Tang Yu Lin„ die zich den haat van geheel China op den hals heeft gehaald door de overgave van Jehol is te Hai Feng Kou door soldaten van Tsjang Soe Liang vermoord. DE BEGROOTING VAN CURAcAO. WILLEMSTAD Curacao; '6 Maart (Aneta), Rij den Kolonialen1 Raad is het ontwerp inr- gediencl vöor de begrobtihg voor het dienst jaar 1934. De inkomsten worden geraamd op fl. 6.352.000, de uitgaven op fl. 6.322.000. On der deze uitgaven zijn begrepen fl. 975.000 voor aflossing en rente der kasvoorschotten. DE S.D.A.P. EN DE GODSDIENST. In ons verslag over het Nijmeegsche con gres der S.D.A.P. is een fout gesloopen in de passage van den heer Albarda over den gods dienst. Wij lieten den heer Albarda zeggen, dat het waar is, dat de godsdienst in de S. D. A. P. niet veilig is, De politiek georiënteerde lezer zal reeds begrepen hebben, dat het woord „niet" hier niet behoorde te staan. Wij laten nog volgen, wat de heer Albarda onge veer letterlijk gezegd heeft, nl. „Nu zal het wel weer niet ontbreken aan de beschuldiging, dat wij den godsdienst aan randen. Onze vaste overtuiging is echter, dat het socialisme de zaak zal worden voor de arbeiders van elk geloof. De denkbeelden, die wij voorstaan zijn met den godsdienst niet in strijd. Veler godsdienstige idealen zullen on der het socialisme eerst hun volledige ver vulling vinden". Onjuist is verder, dat de heer Bregman (IJmuiden) gezegd zou hebben, dat de S.D. A.P. inzake cumulatie van functies en inko mens niets zou hebben gedaan. De heer Breg man heeft deze woorden niet gebezigd, aan gezien hij overtuigd is, dat de toezeggingen op het vorige congres gedaan, zijn nageko men. De meerderheid der andere partijen in de Kamer verwierp echter de s.-d. motie. ACHTERUITGANG. De uitvoer van radioartikelen en gloei lampen is in Februari gdeaald ten opzichte van Januari. ER KOMT OPLEVING. In de vorige maand passeerden door het Suezkanaal 414 schepen tegen 388 schepen in Februari van het vorig jaar. De ontvang sten bleven eveneens in de stijgende lijn en waren thans 64.6 mill, francs tegen 62.7 mill, francs in de overeenkomstige maand van het vorig jaar. HET HEEFT VERREWEG HET GROOTSTE AANTAL ABONNES EN WAAR BORGT U DUS HET GROOTSTE RESULTAAT BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 8 Maart Ondertrouwd 7 Maart: M. Heimans en A. Bloemendal. Bevallen 3 Maart: A. van Wieringen—Over- gaauw, d. Overleden 6 Maart: A. B. van Borssum Waalkes, 58 j„ Karei van Manderstraat; E. C. van der Kroftde Vries, 50 j„ Vooruit- gangstraat; 7 Februari J. M. van der Voort, 69 j., Schotersingel; C. Geluk—Potter, 66 j., Hazepaterslaan. Athene is de laatste dagen weer eens het tooneel geweest van roerige politieke gebeurtenissen. Voorloopig a1, fit »KyiV# generaal Othenoros (midden) aan het hoofd van het nieuwe kabinet. Links staatspresident Zaïmis en rechts de afgetreden premier Venizelos. FEUILLETON Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. (Nadruk verboden.) 37) Hij geloofde niet dat dit stukje papier voor een rechtbank veel gewicht in de schaal zou leggen, maar hij was overtuigd, dat de wonderbaarlijke ge lijkenis tusschen hem en Dulverton en het geen hij omtrent diens vroeger leven te we ten was gekomen, hem in. staat zouden stel len met succes de identiteit van den over ledene aan te nemen. „Zoo kwam Endellion in Engeland. Hij praatte zichzelf in, dat hij nog geen defini tief besluit had genomen, maar in het diepst van zijn- hart stond dat, sinds zijn vertrek uit Australië vast. Hij ondervond, practisch gesproken geen moeilijkheden bij het spelen van zijn rol; door iedereen werd hij met de grootste hartelijkheid als de teruggekeerde verloren zoon ontvangen en zonder aarze len als Bob Dulverton geaccepteerd. Er was riaar een persoon die hem ernstig wantrouw de dat was jij, Miriam. Jij beschouwde hem als iemand die een masker droeg, als een comediant. en Endellion besefte oogen- blikkelijk, dat het eenige ernstige gevaar dat hem bedreigde, van jouw- kant kwam. Als jij hem bleef wantrouwen was hij nooit vei lig en vroeg of laat zou zijn masker hem wor den afgerukt. Hij deed zijn uiterste best om je te ontwapenen, je achterdocht te doen ver dwijnen, ofschoon je er geen idee van had, hce de vork eigenlijk in den steel zat, was je toch niet in staat om je ouden speelmak ker in hem te zien." Weer brak hij af, terwijl het meisje hem met een doodsbleek gezicht en oogen vol angst aanstaarde. „Toen zocht hij zijn heil in een onuit sprekelijke laagheid. Om het gevaar dat van jouw zijde di'eigde, af te wenden, besloot hij te trachten je liefde te winnen." Mirriam schrok op, alsof ze met een scher pen dolk gestoken was. „Wil je zeggenTn mamelooze ontstel tenis. Maar Endellion belette haar den zin af te maken. „Houd op!" riep hij, „Het was schandelijk, ongetwijfeld, maar oordeel billijk. Een avond was hij, zooals je je herinnert, gemeen en onbeschaamd genoeg om je een aanzoek te doen. maar op het moment dat hij dit deed, werd hem het geheim van zijn eigen hart geopenbaard. Wat hij- je vertelde was de waarheid.de woorden die hij sprak geven maar flauw den brandenden gloed van zijn liefde weer. Maar zelfs toen begon rijn ge weten nog niet te spreken. Hij voelde dat je hem wantrouwde en zijn aangeboren strij- dersnatuur deed hem het ..vaste besluit ne men met je te vechten en je te overwinnen. Vergeef me dit lage verhaal Mirriam, vergeef me de manier waarop ik het vertel, maar ik tracht de zaak zoo ob'eetief mogelijk voor te stellen, alsof ik er zelf niet in betrokken ben, als of het een vreemde betreft, opdat jij alles onbevooroordeeld, in voile realiteit, zult kunnen zien. „Ik zal het verder kort maken. Hij v-on je liefde en je vertrouwen. Je zei hem, dat je van hem hield, dat je vertrouwen in hem onbegrensd wasen toen begon hij te be seffen wat hij had. gedaan. Zoolang je aan hem twijfelde en hem wantrouwde, had hij er een soort grimmig welbehagen in zijn rol te blijven spelen, maar toen je van hem ging houden en hem je vertrouwen schonk, was liet hem onmogelijk in zijn groote leugen te volharden. Ik zal niet uitweiden over zijn vreeselijken innerlijken strijd, maar o Mi riam, kun je het je niet voorstellen? Op het oogenblik dat je zei, dat je in mij geloofde, kon ik niet voortgaan een vleesch-en-bloed geworden leugen te zijn. Ik vraag je niet me te vergeven vergiffenis is onmogelijk maar ik voelde dat het minste dat van mij verwacht mocht worden was je alles te ver tellen alles Roerloos, als een beeld van marmer, zat Miriam Donnithorne in haar stoel. Zelfs nu drong de ontzettende beteekenis van wat zij gehoord had, niet in vollen omvang tot haar door. Het had haar verward, overstelpt. „Dusdusdan ben jijdan ben jij Bob Dulverton niet?" stamelde ze na een lange pauze. „Neen". „Bob is dood?" „Ja. Hij stierf in de Australische rimboe. Ik stond er bij toen hij begraven werd." „En jij bent „Ralph Endellion, de zoon van den grootsten schurk, die ooit geleefd heeft". „Enje zegtdat jevan mij houdt?" „Jaen dat is de waarheid. Wat verder ook leugen mag zijn, dat. is "de waarheid." „Maar je bent.je bent.... een...." Weer viel hij haar in de rede. Hij kon niet verdragen haar het woord te hooren uitspre ken, dat hij op haar lippen zag branden. „Ja ik ben een indringer, een vervalscher een bedrieger! Ik heb ij een plaats toe geëigend waarop ik geen recht heb, ik woon als heer en meester m een huis, dat mij niet toebehoort, maar, *maarom 's he melsnaam, Miriam, kijklme niet op die ma nier aan- - JL De wanhoopskreet werd veroorzaakt door den blik van radelooze.; verschrikking in de oogen van het meisje. - „Maar waaromwaaromO, kom niet dichter bij mekom niet dichter bij mehijgde ze. „Ik heb het je verteld omdat ik niet anders kon", riep hij uit, als een antwoord op haar gestamelde vraag. „Ik kon niet weggaan zonder je alles te bekennen. Jouw waarheids liefde en vertrouwen hebben het mij onmoge lijk gemaakt mijn bedrog vol te houden. O, ik voel zoo goed hoe ontzettend pijn ik je doeik voel het aan wat ik zelf lijdt op het oogenblik, maar nog eens: ik kon niet weggaan zonder het je gezegd te hebben." „Weggaan?" „Jaje begrijpt toch wel, dat ik niet langer blijven kan". „Neen, neen; je kunt niet blijven. Maar laat me even nadenkenals ik kan. Jij jij bent de zoon vandien man. Je bent niet Bob. Je bent je hebt gestolen waar Arthur recht op had, je hebt in zijn huis gewoond.... je bent door en door onop rechtvalsch." „Ja, je hebt volkomen gelijk, dat ben ik. Maar ik ga wegik zal niemand meer tot last of ergernis zijn. Ik zie aan je, dat je wilt, dat ik ga en het spreekt vanzelf, dat ik je niet om vergiffenis vraag. Dat zul je niet verwachten.en ik zou je vergiffenis ook niet verdienen. Adieu." Ze keek hem een moment aan met haar angstoogen en het scheen, dat ze iets wilde zeggen. Toen sloten die oogen zich en Mir riam Donnithorne zonk bewusteloos in haar stoel achterover. Het eerste oogenblik vreesde Endellion, dat zijn bekentenis haar gedood had, zoo vaal en vertrokken was haar gezicht en hij had een gewaarwording of hij gek zou worden. Hij voelde zich volmaakt hulpeloos en buiten staat iets te doen. Zijn oog viel op.een belknop bij den schoorsteenmantel en hij ..drukte er op als een waanzinnige. „Miss Mirriam is plotseling ongesteld ge worden", zei hij tegen het binnentredende kamermeisje. „Kun je.... zal ikik zal even den dokter gaan halen." Tegelijk sloeg Mirriam de oogen weer op... leven en bewustzijn keerden terug. Ze richtte zich op in haar stoel en haar afwe zige blik dwaalde naar Endellion. Maar in hetzelfde moment herinnerde ze zich alles wat hij haar verteld hadde jongeman zag het aan de mengeling van ellende en namelooze minachting in haar oogen. „Breng mij naar mijn kamer, Mary," ver zocht ze met matte stem, „ik voel me niet goed. Ensteunend op den arm van het meisje verliet ze het vertrek, Endellion ver der geen woord of blik waardig keurend. Zoo was hun afscheid! De jongeman zocht wankelend zijn weg naar de stallen en enkele minuten later droeg zijn paard hem in een lusteloozen gang door de duisternis naar Dulverton. Zijn her sens schenen verlamd, het was alsof zijn lichaam en geest gevoelloos waren, afge stemd. „Nog iets van uw orders, meneer?" vroeg Peters, toen hij het huis binnenkwam. „Neen, niets; dank je". De oude bediende keek hem met een liefde- vollen, bezorgden blik aan. „Is er iets niet in orde?" „Niet in orde? Neen, de heele boel is niet in ordeik bedoel och neen, er is niets bijzonders. Peters.". „U bent ziek, meneer; vast en zeker. Ik zie het aan u". „Neen, er mankeert mij niets. Ik ben moe, dat is de heele zaak". De butler ging zuchtend heen. Hij had van „jongeheer Bob" met geheel zijn hart gehouden toen deze nog een kind was en nu had hij die groote, toegewijde liefde over gebracht op den man, die thans als heer en meester van Dulverton Manor resideerde. „Ik zou wel eens willen weten wat er aan de hand is", peinsde hij. „Misschien een kleine oneenigheid met Miss Mirriam of met den jonker die hij zich erg aantrekt, maar ik moet zeggen dat ik hem nog nooit zoo heb zien kijken! De Hemel geve dat er niets ern stigs is (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 3