HET NIEUWE AVONDBLAD VQDD VELSEN, B EVERWUK e.O. 1908 1933 DE SLACHTHUISBOUW. de ijmuider vischhandelvereeniging BEVERWIJK 18e -JAARGANG NO. 128 VRIJDAG 31 MAART 1933 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 cents, per maand 40 cents plus 2J^ cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. KantoorKennemcrlaan 42 - IJmuiden Telefoon 521 VERSCHIJNT DAGELIJKS, BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN. UITGAVE LOURENS COSTER, MAATSCHAPPIJ VOOR COURANTUITGAVEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM. ADVERTENTIEN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 cent. Bij abonnement belangrijke korting. Advertenties van Vraag en Aanbod 1—3 regels 25 cent, .elke regel meer 10 cent. Ingezonden mcdcdcelingcn dubbele prijs. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: j 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; j" 150— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.bij over lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar tuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van t'000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet nocdig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN. Een kwart eeuw van strijd, van vóór- en tegenspoed. Den 3en April 1908, dus a.s. Maandag 25 jaar geleden kwam een 50-tal vischkoopers bijeen in het Stations-Koffiehuis, dat toen tertijd geëxploiteerd werd door wijlen den heer K. van Pel Sr. IJmuiden was in die da gen in z'n volle opkomst, was in die dagen met z'n vischomzet van 4 a 5 millioen gulden een zeer belangrijk centrum voor den visch- handel en met z'n goed geoutilleerd Staats- visschershavenbedrijf en z'n energieken koop mansstand ging het visscherijbedrijf een schoone toekomst tegemoet. Men kende in die dagen geen belemmerende invoerbepalin- <ren van de landen, die zich hadden gevormd tot afnemen van de zoo gerenommeerde Noordzeevisch en met afzetgebieden als het Ruhrgebied, Keulen. Frankfurt a. M., de groote Belgische steden enz. kon de aanvoer niet zoo groot zijn of men wist er een markt voor te vinden. IJmuiden werd dan ook de grootste visschershaven van het vasteland van Europa. De vischhandel heeft als buffer tussclien het reederijbedrijf en de organisaties van werknemers in dit bedrijf, die zich in den loop der jaren een positie van groote betee- kenis hebben weten te veroveren, moeilijke •iijden beleefd. Maar ook moeilijkheden van gansch anderen aard zijn er geweest (en zijn er nog), die den vischhandel aanspoorden tot waakzaamheid en nauwe samenwerking. Tot 1908 genoten de vischhandelaars 3 pet. koopmanskorting. Maar de lente van dit jaar bracht een nieuw geluid, dat den vischhan delaars zeer onaangenaam in de ooren klonk en hen aanspoorde tot verweer. Enkele voor aanstaanden onder hen zagen wel in, dat dit verweer alleen dan succes zou hebben, wan neer niet ieder voor zich, maar allen voor elkander .in den strijd gingen. Zoo gaf dan het voornemen van den mi nister van Waterstaat, om de koopmanskor- ting van 3 pet. op 2 pet. terug te brengen den stoot tot de oprichting van een vereeni- ging, die den naam zou krijgen van IJmui- der Vischhandelvereeniging. „Als een zwaard van Damocles hangt ons het plan van den minister boven het hoofd", zeide de heer J. C. Slis in zijn rede, die hij als voorzitter van de vergadering van 3 April 1908 uitsprak. Zijn goed gedocumenteerd be toog sloeg in en het resultaat daarvan was, dat men besloot, over te gaan tot het stich ten van een vereeniging. Het voorloopig be stuur, dat werd gekozen bestond uit de hee- ren J. C. Slis, W. van Voorst, G. Dekker, H. Lustig, J. Falk, J. Medik en G. von Oteren- dorp. Van hen zijn de heeren Dekker en Lus tig niet meer in leven. Beide dooden hebben de vereeniging vele goede diensten bewezen en als de leden Maandag bijeenkomen zal hun nagedachtenis zeker de noodige eer bewezen worden. De heer Lustig bleef tot zijn dood (1924) bestuurslid. De contributie werd bepaald opf 2.50 per jaar te betalen in twee halfjaarlijksche termijnen. Thans is de contributie tien maal zooveel! In de oprichtingsvergadering brachten tal van leden klachten over ongewenschte toe standen in de hal ter sprake. De voorzitter zegde toe dat alles gedaan zou worden, om betere toestanden te verkrijgen. Den lOen April vond in Hotel No. Eén de eerste bestuursvergadering plaats. In deze vergadering werden de bestuursfuncties ver deeld en wel als volgt: le voorzitter J. C. Slis, 2e voorzitter G. Dekker, le secretaris G. von Oterendorp, 2e secretaris W. van Voorst, pen ningmeester J. Medik, leden H. Lustig en J. Falk. In deze vergadering werd de naam der vereeniging vastgesteld en besloten een re quest te zenden aan den minister van Wa terstaat, natuurlijk over de korting. De eerste leden vergadering:. Den 16en April 1908 vond in Cycloon de eerste ledenvergadering plaats. In deze ver gadering deed de voorzitter mededeeling van het verdeelen van de bestuursfuncties en las hij het request voor dat over de voor genomen verlaging der koopmanskorting aan den minister was verzonden. In zijn rede sprak de voorzitter zijn verontwaardiging over de plannen van den minister uit. Het bleek, dat het aantal leden reeds tot 87 was gestegen. In dezelfde vergadering werd besloten, het bestuur met vier leden uit te breiden. Ge kozen werden de heeren A. F. C. Bückmann, P. C. Klugt-, H. Medik en J. Visser. Protesten baatten niet. De protesten der jonge vereeniging tegen de verlaging van de koopmanskorting baat ten niet. Den len Mei werd de verlaging een feit. Het eigenaardige geval deed zich echter Voor, dat een aantal reeders de korting op 3 pet. handhaafden. De notulen van een 11 Juli 1908 gehouden vergadering melden dat- het aantal reeders, dat 3 pet. korting gaf. met enkele was vermeerderd. Later werd de korting toch algemeen verlaagd, maar een jaar nadat de verlaging officieel was inge voerd heeft de vereeniging nog het Kamer lid Pastoors in den arm genomen om alsnog een poging te doen. de verlaging ongedaan te maken. Natuurlijk zonder succes. Het eerste conflict met het Staatsvisschershavenbedrzjf. Het eerste conflict met het Staatsvisschers havenbedrijf dateert van 30 Juni 1908. Op dien dag werd de heer P. Bouman, iederen vischhandelaar welbekend benoemd tot con troleur (naschrijver) der vereeniging. Het beheer van het Staatsvisschershavenbedrijf weigerde echter den heer Bouman bij den afslag toe te laten. Het bestuur der Visch handelvereeniging heeft daarop den heer Bouman als vischhandelaar doen inschrijven waardoor men hem niet van den afslag kon weren. Den 29en December 1909 werd de Kamer van Koophandel voor Velsen opgericht. Hier voor werd uit den vischhandel een neutrale kiesvereeniging opgericht. Voor den visch handel werden candidaat gesteld de heeren J. C. Slis, J. Medik en A. F. C. Bückmann. Laatstgenoemde, thans nog lid van de Haar- lemsche Kamer, werd gekozen. Noorsch ijs of fabrieksijs? Spoedig nadat devereeniging was opge richt kwam de ijskwestie aan de orde. Er was Noorsch ijs zoowel als fabrieksijs ver krijgbaar, het laatste, afkomstig van de Ijs fabriek „De Noordpool", die Noorsch ijs te gen f 7.50 en fabrieksijs tegen f 7 per ton leverde. Dus aanmerkelijk lager dan thans. Het heeft geen zin, dit oude ijs-koetje uit de sloot je halen. De ijskwestie wérd „opgelost", door dat be sloten werd zelf een ijsfabriek te doen bou wen. In Mei 1911 verkreeg het-bestuur den benoodigden grond en- reeds spoedig daarna kwamen bestek en teekening gereed. In 1912 wérd de fabriek reeds in bedrijf genomen. Alle leden hadden zich verbonden, gedurende vijf jaar hun ijs van de nieuwe fabriek te betrekken. De verhouding tot de ijsfabriek voor de Vischhandelvereeniging ontwikkelde zich echter geheel anders dan men verwacht had. Wijlen de heer C. Jansen. f Een naam, die nauw met de geschiedenis der :vereeniging verbonden is, is die van wijlen den heer C. Jansen, die op 27 Mei 1911 tot administrateur benoemd werd, nadat hij reeds van de oprichting af hét bestuur had terzijde gestaan, zijn naam dient in een. his torisch overzicht van de straks jubileerende vereeniging genoemd te worden in één adem met dien van mannen als G. Dekker en H. Lustig. Tot aan zijn dood in Januari 1930 bekleedde de heer Jansen deze belangrijke functie. Zijn heengaan beteekende voor de vereeniging een groot verlies. Tot opvolger van den heer Jansen werd benoemd de heer P. Krab en wel met ingang van 14 April 1930. De regeering erkende de vereeniging, door dat 23 December 1910 verzocht werd, drie leden aan te wijzen waaruit de minister één zou aanwijzen als lid van de commissie, die de directie van advies zou dienen bij zaken, het visschershavenbedrijf bevestigende. De commissie zou bestaan uit een vertegenwoor diger uit het reederijbedrijf, uit den visch handel en uit den haringhandel. Men heeft van de commissie nooit meer iets vernomen. Expeditie. Belangrijk werk verrichtte de vereeniging op het gebied van expeditie ter verkrijging van lagere vrachttarieven. Met de spoorwe gen werden verschillende vervoerovereen- komsten afgesloten. In 1912 werd reeds 2.792.580 K.G. visch door bemiddeling van de vereeniging naar België verzonden. In 1922 werd de N.V. Expeditie voor de Vischhandelvereeniging opgericht, die aan vankelijk overeenkomsten trof voor het visch vervoer naar Antwerpen Brussel, Mechelen. Leuven en Gent, later naar Parijs en Hoek van Holland (Londen). Ook uit andere zaken bleek de invloed der vereeniging. In 1912 ging de Hollandsche IJzeren Spoorweg Mij. op verzoek van de ver eeniging over tot het verkrijgbaar stellen van directe spoorkaartjes naar Antwerpen. Brussel. Parijs. Keulen, Crefeld, Dusseldorp, Essen, Kleef. Emmerick en Aken. En in een in 1912 gehouden rede kon de voorzitter er van gewagen, dat in genoemd jaar de ver eeniging den leden een voordeel had bezorgd van f 80.000, nl. f 20.000 door goedkooper ijs, f 4C.000 door vrachtreductie en f 20.000 door het uitzonderingstarief voor het treinvervoer naar België. J. C. Slis. Reeds in de oprichtingsvergadering werd tot voorzitter gekozen de heer J. C. Slis. Hij bleef deze moeilijke functie bekleeden tot 30 Mei 1930. Wat de heer Slis in al die jaren voor de vereeniging heeft gedaan, is moeilijk in weinig woorden te zeggen. Dat de ver eeniging zoo krachtig heeft kunnen op treden, is riet het minst aan zijn onvermoeid werken te danken, dat zij overal als een li chaam van gezag werd erkend was niet het minst het gevolg var. den invloed, die uit ging van zijn persoonlijkheid. De vereeniging erkende zijn verdiensten door hem tot eere-voorzitter te benoemen, terwijl hij op 31 Augustus 1930 werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De heer Slis werd opgevolgd door den heer K. van Pel, die in de weinige jaren welke hij de functie heeft bekleed, reeds menigmaal heeft kunnen bewijzen, de rechte man op de rechte plaats te zijn. In de 25 jaren die achter ons liggen heeft de vischhandel moeilijke tijden beleefd. Maar na de „downs" kwamen de „ups" en ondanks alle tegenspoeden namen toen de moeilijke jaren kort na den oorlog voorbij waren, de zaken in omvang toe, doordat met ont plooiing van veel energie, nieuwe afzetge bieden voor de verlorene gevonden werden. Toen kwamen de crisisjaren. Het zoo moei lijk gewonnen afzetgebied ging eensdeels door vermindering der koopkracht van de afnemers, anderdeels door de door Duitsch- land Frankrijk, België en Engeland genomen maatregelen ter bescherming van eigen be drijf verloren. En nooit voorheen heeft de Vischhandelvereeniging het nut van haar bestaan, we mogen gerust zeggen haar on misbaarheid, beter kunnen aantoonen dan in dezen tijd van contingenten en certifi caten. Het aantal conferenties in binnen- en buitenland door het bestuur gevoerd is legio. I-Iet bestuur heeft door zijn verschillende be zoeken den weg geleerd zoowel in Den Haag als in Brussel of Parijs. Niet altijd werd het beoogde doel bereikt, maar desondanks kan gezegd worden, dat door zijn „frappez, frap- pez toujours!" het bestuur tal van moeilijk heden overwonnen heeft. En daarom is dit jubileum, ook al valt het in een tijd van depressie voor IJmuiden van groot belang. Niet alleen de leden, ook velen, die buiten de vereeniging staan hebben re den erkentelijk te zijn voor hetgeen ze tot stand heeft weten te brengen. De vlaggen uit! Het is thans geen tijd voor uitbundige feestvreugde. Nog in de laatste dagen die aan den jubileum-dag voorafgaan, rezen nieuwe moeilijkheden ten opzichte van den uitvoer naar België en Frankrijk, welke opnieuw het bestuur noopten, op z'n qui vive te zijn. Maar de Vischhandelvereeniging neemt een te be langrijke plaats in in de economische bran ding van IJmuiden, dan dat dit jubileum zonder eenig uiterlijk vertoon mag voorbij gaan Men brenge haar een stille hulde door het uitsteken van de vlag. Laat de driekleur wapperen van tal van daken als teeken van erkentelijkheid voor wat de vereeniging in de eerste kwart-eeuw van haar bestaan heeft gedaan voor den vischhandel en voor alles wat daarmee samenhangt. S. B. VELSEN. Een stem tegen de uitvoering van het plan. Hoe de jongste aardbeving in Japan liuis lüeld. Blik op de puinhoopen van een der zwaar geteisterde kustplaatsen van Japan De heer K. Tusenius, oud-wethouder schrijft ons: De eerste vraag welke door ieder, welke eenig belang heeft bij den bouw van een abattoir in onze Gemeente, gedaan zal wor den is of deze bouw nuttig en noodzakelijk is. Bij dezen bouw hebben wij allen, zonder uitzondering, behalve de vegetariërs in ons midden, belang, een hygiënisch belang en een economisch belang. Voorop moet ik vaststellen dat de Gemeen te door geen enkele wet en door niemand gedwongen kan worden tot den bouw van een slachthuis. Wel kunnen de verschillende sla gers gedwongen worden tot den bouw en in richting van slachtplaatsen welke aan de wet voldoen. Het is echter de groote vraag of het niet gewenscht is deze verschillende slachtplaat sen te centraliseeren tot één centrale slacht plaats, welke men dan abattoir noemt of met het Hollandsche woord slachthuis. Het is niet noodig, dat de Gemeente een dergelijk centraal slachthuis bouwt, dit kan ook door particulieren of door de gezamen lijke slagers b.v. geschieden. Op de beide vragen, of een centraal slachthuis gewenscht is, en of de Gemeente dit dan behoort te bouwen en te exploiteeren ben ik geneigd, gezien de ervaringen in bin nen- en buitenland, een bevestigend antwoord te geven. In dit licht beschouwd zou het dus heel normaal zijn en vanzelfsprekend dat ook de Gemeente Velsen, gezien den groei van deze Gemeente, en haar uitgestrektheid zich een centraal slachthuis ging bouwen, en het is dan ook vanzelfsprekend dat dit Gemeentebestuur, én vroegere Gemeentebe sturen. zich regelmatig hebben beziggehou den met het maken van plannen voor slacht- huisbouw. Het ïs echter niet normaal, dat men tot heden niet tot uitvoering van deze plannen is kunnen overgaan omdat de exploitatiere keningen, welke behoorden bij de gemaakte plannen, steeds een negatief resultaat op leverden, m. a. w. de plannen waren tot he den steeds zoo grootsch en duur opgezet, dat een positief resultaat onmogelijk bleek. Thans ligt er een plan voor, hetwelk oogen- schijnlijk dit nadeel niet heêft, Ik zeg met nadruk oogenschijnlijk, omdat het mijn in nige overtuiging is dat een verwezenlijking van de thans voorliggende bouwplannen op den duur een nadeelig slot moet opleveren. De exploitatierekening, welke in details door het Gemeentebestuur geheim wordt gehou den en slechts voor de Raadsleden bij de stukken ligt, is wanneer deze getoetst wordt aan de opvattingen welke particulieren van deze dingen hebben, veel te licht bekeken. Het is mijn overtuiging dat de daarin ge raamde uitgaafposten voor het overgroote deel veel te laag zijn. Op een door mij tot het Gemeentebestuur gerichte vraag, deze cijfers te willen publiceeren, kreeg ik een afwijzend antwoord. Het komt mij voor dat het Gemeentebestuur zelf overtuigd is dat de exploitatierekening voor deze plannen niet juist is te achten. Nu spreekt het vanzelf, dat het eventueel tekort op de exploitatie, onder de omstan digheden waaronder wij thans leven, zal moeten worden bestreden uit een verhooging van de slachttarieven. Hiervoor zullen Ge deputeerde Staten wel zorgen. Een verhooging van slachttarieven betee- kent duurder vleeseh en dit duurdere vleesch wordt door ons allen zonder uitzondering betaald. Nu moge het waar zijn dat de bouw van een abattoir aan een gedeelte van onze in woners tijdelijk werk verschaft, maar wan neer dit voordeel straks blijvend moet wor den betaald door onze in hoofdzaak arbei dersbevolking, dan komt het mij voor dat dit voordeel thans te duur gekocht is. Het is bovendien niet noodig, dat wij een slachthuis zoo duur bouwen als thans wordt voorgesteld. Het kan aanmerkelijk goedkoo per wanneer men dit slechts wil. Een centrale slachterij behoeft niet het enorme bedrag te kosten van meer dan een half millioen, neen, mag dit ook niet kosten. Ik beweer niet dat het thans voorgestelde slachthuis relatief duurder is dan soortge lijke slachthuizen in andere Gemeenten, al thans niet noemenswaardig duurder, maar ik beweer wel dat de tegenwoordige omstan digheden onze Gemeente dwingen zich te matigen bij den opzet van nieuwe dingen. De Gemeente Velsen behoort tot de arm ste gemeenten in Nederland, zij het dan met vermoedelijk een goede toekomst, maar aan deze toekomst hebben wij thans niets. Voor de meeste bronnen van onze welvaart, het visscherijbedrijf, het tuinbouwbedrijf, en de industrie is de toestand duister, zoo niet hopeloos. Om nu de werkers in deze bron nen van welvaart voor de toekomst noode- loos te belasten met een te duur levensmid del, in dit geval vleesch, komt mij onge- wenscht voor. De Gemeente dient zich te bepalen tot datgene wat behoort tot het allernoodzake lijkste, en mag zich in deze omstandigheden niet veroorlooven nieuwe bedrijven op te richten welke zich niet bedruipen. De meening, dat Gedeputeerden zich hier tegen zullen verzetten, moet ik als onjuist verklaren. Gedeputeerden bemoeien zich niet met de tarieven van gemeentebedrijven, noch van de tram, noch van gas- en water bedrijven, noch van electriciteitsbedrijven, en ook niet van slachthuizen. Gedeputeer den zorgen wel dat wij geen schoolvoeding en kleeding kunnen verschaffen, en Gedepu teerden zorgen ook dat wij enkele deelen van ons wegennet, welke hoogstnoodzakelijk ver betering behoeven, in den tegenwoordigen verwaarloosden toestand moeten handhaven want deze lasten komen op het budget van de Gemeente. Te hooge slachttarieven worden door de burgers zelf gedragen, evenals te duur gas, boteraccijns, vleeschaccijns, en zoovele an dere niet-progressieve belastingen. Het is te betreuren dat ik in dit artikel niet spreken kan over de cijfers welke den bouw van ons slachthuis beheerschen. omdat ik niet weet of ik beschikken mag over de cijfers welke voor de Raadsleden ter inzage liggen, maar ongetwijfeld zullen deze cijfers in de komende raadszitting aan een bespre king worden onderworpen, maar mogelijk is het dan te laat om onze bevolking nog te doen spreken. Ik heb gemeend dat de uitgave van meer dan een half millioen gulden voor een slacht huis en de exploitatie van dit slachthuis van voldoende belang waren om op een en ander de aandacht publiekelijk te vestigen. De meer dan sobere gegevens welké openbaar zijn ge maakt in de raadstukken gaven mij hiertoe aanleiding. Bij herhaling heb ik bij vroegere gelegen heden in de Gemeenteraad er op aange drongen, dat men de bestaande slachthuis plannen aan een vereenvoudiging zou onder werpen om op deze wijze den bouw moge lijk te maken. De thans ingediende voorstel len wijken slechts zeer weinig af van de vroegere dure plannen. Het zou te bejammeren zijn wanneer wij, door de verwezenlijking van deze plannen, straks nog weer andere bestaande dingen verder zouden moeten afbreken. De kans hierop is niet gering, temeer daar men toch ook steeds de mogelijkheid behoudt om el ders geslacht vleesch in deze gemeente in te voeren. Een verhooging van de slachttarie ven zou dit slechts in de hand werken. Een slachthuis is slechts gedeeltelijk een monopolie, laat men dit toch vooral beden ken vóór de beslissing wordt genomen. GEHEEL-ONTHOUDERS TOONEELVER- EENIGING „NIEUW LEVEN". De Geheelonthouders Tooneelvereeniging „Nieuw Leven besloot Donderdagavond het seizoen met een opvoering van de klucht in drie bedrijven „Willy's Vrouw" van Otto Har- ting. De zaal van het Kennemer Theater was vrij goed bezet. „Nieuw Leven" had met de keuze van deze klucht een goede keuze gedaan en heeft de trouwe bezoekers van haar voorstellingen een avond van uitbundi ge vreugde bezorgd. Over het algemeen kan de vereeniging op een goede voorstelling terugzien en de geheele bezetting die nog al uitgebreid was. heeft de gelegenheid aan gegrepen om door vlot spel aan deze dolle geschiedenis alle recht te doen wedervaren. Bijna alle dilettanten-vereenigingen hebben het op het repertoire gehad en ook hier ter plaatse beleefde „Willy's Vrouw" reeds vroe ger een opvoering, zoodat wij ons van een in- houds beschrijving gevoeglijk kunnen ont houden. Wij kunnen volstaan met op te mer ken, dat het publiek drie bedrijven lang zeer heeft genoten van het spel van mevr. v. d. Meij—Andersen als de vrouw van Willy, met veel fantasie gespeelde door den heer H. Hof land en van den heer L. Pesch als oom Ull rich, die zijn rol met bijzonder succes ver tolkte. De overige dames en heeren wisten zich daarbij goed aan te passen en ook de dames M. van Helden als Lou, F. Burger ais Emma hebben evenals de heeren S. v. d. Meij, die de rol van Kurt relief gaf en W. Hoog- bruin die een doublure vervulde, veel tot het welslagen van deze opvoering bij gedragen. Aan het slot daverde een minutenlang ap plaus door de zaal. De voorstelling werd met een gezellig bal, waarbij Roemcr's Orkest voor de dansmuziek zorgde, besloten. „Nieuw Leven" kan op een welbesteed seizoen terug zien. CREMATIE D. J. H. VAN TUSSENBROEK. Onder veel belangstelling heeft Donder dagmiddag in het crematorium op Wester- veld de crematie plaats van het stoffelijk overschot van den heer D. J. H. van Tussen broek, oud-directeur van het Post- en Tele graafkantoor alhier, overleden in Den Haag. Aanwezig waren de heeren E. Overboseh, oud-ontvanger der directe belastingen alhier, thans in Den Haag, de heer en mevrouw F. H. Wijnveldt alhier, de heer A. van Til, oud besteller aan het postkantoor alhier, de luit.- kolonel J. W. C. ten Have, C. J. Canneel, refe rendaris bij de P. T. T., de kapitein-luit. ter zee S. van Ramshorst, de heer J. L. C. Alers uit Nijmegen, de heer J. H. A. van Nieuwland uit Rijswijk; de heer H. A. Quirijns uit Zwolle, de heer W. F. Andersson, oud-industrieel in Ned.-Indië; mr. C. A. Phaff uit Utrecht, mevr. Nijenhuis en mevr. Wesenhagen uit Nijmegen enz. Er werd niet gesproken. Nadat de kist on der orgelspel was gedaald, dankte de a.s. schoonzoon Dr. C. J. Wey, voor de belang stelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 1