HET NIEUWE AVONDBLAD
DE WILLEM DE ZWIJGER-HERDENKING.
18e JAARGANG No. 147
DINSDAG 25 APRIL 1933
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ets.,per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN: 1—5 regels f 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000.bij algeheele invaliditeit; 600.bij overlijden; 400.bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van
een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.— bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.bij over
lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te
Schiedam.
VELSEN.
Vele druk bezochte bijeenkomsten.
EEN DRUK BEZOCHTE BIJEENKOMST IN VELSERBEEK.
De menigte in VelserbeeJc.
Des morgens.
De 400e geboortedag van Willem de Zwijger
ls in onze gemeente zonder veel vertoon naar
buiten gevierd. Des morgens werden nadat
koraalmuziek op het Kennemerplein en op
het plateau der cellulosefabriek van de Pa
pierfabriek was gegeven, in tal van kerken
bijzondere diensten gehouden, die alle druk
bezocht waren.
In de Ned. Hervormde Kerk werd het woord
gevoerd door Ds. S. Wesbonk, die sprak over
„Willem van Oranje voor zijn tijd" en door
Ds, J. W. Swaan over „Willem van Oranie
voor onzen tijd", in de Roomsch Katholieke
Kerk werd een plechtige hoogdienst opge
dragen door pastoor G. Keyzer met assisten
tie van kapelaan A. A. A. M. Coelen, diaken
en den heer G. de Beer, theologant aan het
Groot-Seminarie, sub-diaken.
Ook in de kerken te Velsen en Velsen-
Nnord vonden herdenkingsdiensten plaats.
Voor de kinderen vond-'s morgens 11 uur
een gemeenschappelijke herdenking plaats in
het kerkgebouw der Ned. Hervormde Ge
meente aan de Kanaalstraat, waaraan deel
namen de leerlingen der 6e en 7e klas van
alle openbare en bijzondere scholen en de
leerlingen der U.L.O.-scholen. Het kerkge
bouw was dicht met de schooljeugd bezet.
Ds. Swaan, welke het openingswoord sprak,
liet hen allereerst het bekende „Lied van Ne
derland" zingen. Het was een lust, naar deze
frissche kinderstemmen te luisteren. Later
volgde nog Gelukkig Vaderland van Nyk. De
orgelbegeleiding was in handen van den or
ganist der kerk, den heer J. Falk.
Als spreker had men den populairen schrij
ver, den heer Stamperius, oud-schoolopziener
te Zeist uitgenoodigd iets over het leven van
Willem van Oranje te komen vertellen. Dat
dit in den smaak viel van het jeugdig publiek
bleek wel uit het aandachtig gehoor, hetwelk
de boeiende verteller had.
De 75-jarige spr. liet als in een film liet
geheele leven van Willem den Zwijger aan
de luisterenden passeeren.
Na afloop hebben allen staande het'Wilhel-
muslied gezongen. Op de eigen scholen wer
den den leerlingen daarna versnaperingen
uitgereikt.
Zoowel de R.K. als de O.K. geestelijkheid
woonde met de predikanten dit gemeen
schappelijk herdenkingsuur bij.
Omtrent de 's morgens 10 uur in het ge
bouw der Vrijzinnig Hervormden gehouden
bijeenkomst kunnen wij nog vermelden, dat
bier ds. H. Faber een gedachtenisrede uit
sprak, getiteld: „De plaats der Vrijzinnig-
Christenen bij de herdenking van Willem de
Zwijger. Het kerkkoor bracht een drietal na
tionale liederen ten gehoore. Mevrouw Ram-
bonnetSpeet verleende hare medewerking.
Zij zong „Wilt heden nu treden", „Oranje
lied" en „Lof van Willem den Zwijger".
In het park van Concordia zongen 400
schoolkinderen vaderlandsche liederen.
Des middags.
De bijeenkomst in Velserbeek.
In het ontwakende Velserbeek, dat over
goten werd door de heerlijke stralen van het
lentezonnetje schaarde zich een duizend
koppige menigte rondom de muziektent om
te luisteren naar de muziek van de Harmonie-
kapel „de Eendracht" en naar de rede van
den burgemeester.
Langs een eerewacht van padvinders tra
den burgemeester Rambonnet die in ambts
gewaad was, mevrouw Rambonnet en de ler-
den van het hoofd-comité en de sub-comité's.
De harmoniekapel opende met een couplet
eerst van het Wien Neerlandsch Bloed, daar
na van het Wilhelmus. Nadat de muziek nog
eenige nummers ten gehoore had gebracht
plaatste burgemeester Rambonnet zich voor
den microfoon voor het uitspreken zijner
herdenkmösrede
,De groote figuren uit de historie der vol
keren, aldus de burgemeester, zijn meer en
deels door hunne tijdgenooten maar gedeel
telijk begrepen, en aan waardeering heeft
het de meêsten van hen in hun tij d grooten-
deels ontbroken. Het oordeel over velen van
hen, die reeds lang geleden ten grave daal
den is ook thans nog afhankelijk van de in
zichten der geschiedschrijvers die hunne bio
grafieën verzorgden, en is nu nog veelal het
onderwerp van wetenschappelijke discussie,
waarbij dikwijls maatschappelijke of poli
tieke overtuiging den doorslag geven.
Hoe luiden thans de meeningen over figu
ren als Karei V, Lodewijk XIV, Frederik de
Groote, Peter de Groote, een Napoleon en
over Nederlandsche vorsten als een Maurits.
een Frederik Hendrik, zelfs over den Koning-
Stadhouder Willem III?
Hoe bediscussieeren zoovele historici nog
niet de beteekenis van groote staatslieden der
wereldgeschiedenis als een Cromwell, een
Richelieu, een Robespierre, een Metternich,
ja van die van Vaderlandsche namen als een
Oldenbarnevelt, een de Witt, een Hogendorp,
een Groen van Prinsterer en een Thorbecice?
Welk onderwerp van permanent debat zijn
nog niet altijd de stichters van religieuss
richtingen of van maatschappelijke stelsels
en hoe loopen de waardeeringen uiteen wa)i-
neer er sprake is van een Luther, een Calvijn,
een Karl Marx en zelfs een Lenin?
Te midden echter van al die namen, die
figuren van historische mannen, grootere en
kleinere figuren over wier beteekenis de woe
lende zee der tegengestelde meeningen nog
opbruist en stormt, ken ik er al in die landen
en onder al die verschillende volkeren slechts
één, om wier nagedachtenis het stil is gewor
den als een stil water van eerbiedig neerbui
gende bewondering en erkentelijkheid.
Dat is de figuur van Prins Willem van
Oranje, den Vader des Vaderlands!
Saevis tranquillus in undus, rustig te mid
den der woedende baren! Dit was het devies
van den Prins, dat hem tot leiding en richt
snoer was in zijn veelbewogen leven en rus
tig en onbewogen omgeeft de zee der kritiek
•en waaïdeering de rots zijner onvergankelijke
nagedachtenis.
Gij, mijne hoorders, zult niet verwachten,
na al wat in de laatste weken over dezen
grootsten vaderlander is geschreven en ge
sproken, van mij 'een nauwkeurige levensbe
schrijving met feiten en jaartallen te verne
men. Laat ik mogen volstaan met U mede te
deelen wat volgens mij Prins Willem I voor
het Nederland van zijn tijd heeft beteekend
en wat de geschiedenis van zijn leven vol
gens mij aan ons volk van den tegenwoor-
digen tijd heeft te zeggen.
Spreker schetste den toestand in ons land
tijdens de geboorte van den Prins.
Men zou hebben kunnen verwachten aldus
ging de burgemeester voort, dat een jonge
man, in deze periode geboren, en opgevoed
in de hoogste kringen van een uit den aard
der zaak conservatieve adel, en zelf behoo-
rende tot de allerrijksten van zijn tijd. levend
te midden van een pracht- en genotlievend
Hof en aristocratie, zeker de teekenen van
den nieuwen tijd nog niet zou hebben kunnen
verstaan, ze onopgemerkt aan zich zou heb
ben laten voorbijgaan, dan wel zich tegen de
strooming va.n den nieuwen tijd krachtig zou
hebben te weer gesteld.
Het tegendeel is waar. Zonder blind te zijn
voor de kwalen en bezwaren der voor hem
en zijn omgeving nieuwe en revolutionnaive
aera, stortte de Prins zich midden in den
maalstroom van het leven van zijn tijd,
trachtte daaraan vorm en leiding te reven
en zocht niet het belang van zichzelf en zün
klasse, maar dat van heel zijn land en volk.
En meer dan dat: zijn scherp verstand, zijn
hoog karakter, zijn onberispelijke deugd en
plichtsbetrachting voerden hem veel en veel
verder dan de blik van zelfs de grootste geesten
van zijn tijd reikte. Geen omwenteling op
staatkundig gebied die met de verdrijving
van het centraal vorsten-gezag den adel en
den stedelijken koopmansbesturen hun oude
vrijheid of wel losbandigheid zou teruggeven,
was het doel van zijn streven, maar wel een
krachtig door wet en privilege gewaarborgd
en beperkt, regeeringsgezag: „den Koninck
van Hispaniën" heeft hij langer geëerd dan
zijn omgeving wenschte en zijn eigenbelang
en veiligheid het medebrachten. Geen om
wenteling op godsdienstig gebied, die de
Roomsch-Katholieken van heerschende
Staatskerk en onderdrukkers van alle anders
denkenden zou maken tot een verboden secte
en uitgesloten van elke levenskans op ctaat-
kundig en maatschappelijk gebied, kon zijn
sympathie hebben. Voor hem sloot het niet
begrijpen van eens anders religie en denk
richting niet uit het koesteren van een die
pen eerbied en waardeering voor elke eerlijk
gemeende overtuiging van andersdenkenden.
Deze geest van Willem van Oranje is als het
ware bij traditie de geest geweest van alle
Oranjevorsten tot op heden en heeft als een
zuurdeesem het geheele volksgemoed door
drenkt. Daaraan is het dan ook te danken,
dat nu op den 400en jaardag zijner geboorte
tot de viering hier vereenigd zijn de verte
genwoordigers van bijna alle godsdienstige
richtingen en secten van ons daaraan zoo
overrijke vaderland. Daaraan is het te dan
ken, dat in geen land als in Nederland een
merkwaardig volk als het Joodsche overal el
ders vertrapt en verguisd, alleen in Neder
land de vrije en onbeperkte gelegenheid
kreeg zijn groote krachten en talenten ten
volle te ontplooien, daaraan is het te danken,
dat, toen eenige jaren geleden het Katholieke
België een greep deed ter annexatie van onze
beide Zuidelijkste en zelfs grootendeels Ka
tholieke gewesten, onze Protestantsche
Oranjevorstin in dat Katholieke Zuiden werd
ontvangen en gehuldigd zooals misschien nog
nooit elders was geschied. Misschien onbe
wust was dit ook een grootsche huldiging aan
den geest van Willem van Oranje!
Een van de andere karaktereigenschappen
van den Prins, die hem altijd zal doen voort
leven in de herinnering van alle Nederlan
ders, was zijn allesoverlieerschende liefde
voor zijn land en zijn' volk:
Niets doet mij meer erbarmen in mijnen
wederspoed
Dan dat men ziet verarmen des Konings
landen zoet!
zingt de dichter van het Wilhelmus en verder:
Oorloof mijn arme schapen, die zijt in
grooten nood
Uw herder zal niet slapen al zijt gij
nu verstrooid,
„Lyf ende goed al te saemen" heeft de
Prins zijn volk niet „verschoond" en hij, die
als één der machtigste en rijkste vorsten en
edelen van zijn tijd een leven van weelde en
zonder zorgen had kunnen hebben, moest als
gevolg van den strijd voor de vrijheid en de
rechten van ons volk van alles beroofd in
ballingschap trekken, terwijl een prijs op zijn
hoofd was gesteld:
Als David moeste vluchten voor Saul
den tyran
Zoo heb ik moeten zuchten met menig
edelman,
zegt het 8e couplet van het Wilhelmus.
Vanwaar die groote liefde voor zijn 'and
en zijn volk? Mijn hoorders dat is een gevoel,
dat diep in zijn binnenste toch eigenlijk elk
Nederlander eigen is al belet onze verlegen
en eenigszins stugge volksaard er veelvuldig
van te getuigen:
„Mijn Holland ik heb u zoo lief met uw
zee en uw weide en duinen"
zong ergens eens een dichter en hij kwam
even uit voor dat gevoel, dat ons toch allen
bekruipt, wanneer wij, na min of meer lang
verblijf in het buitenland, weer de Neder
landsche grenzen zijn gepasseerd, dat is het
ondefinieerbare en onnaspeurlijke niet te be
redeneeren gevoel van gehechtheid aan den
eigen landsaard, waaraan niemand ontkomt:
de groote grijze zee. begrensd door de blonde
duinenrijen, het vlakke land met het grazen
de vee. de oude steden met hun stille grach
ten en de fijne torens met de klinkende klok
kenspelen, de groote havens vol met scheeps-
beweging. de ruwe luchten en de zoute win
den. dat is Holland, voor ons een dierbaarder
Holland dan alle internationalistische en
kosmoDolitische leuzen ons willen doen ge-
looven!
Dat moet ook de liefde van den Prins voor
zijn land zijn geweest!
En het volk? Het ïs moeilijk een volk als
een eenling te nemen of te beschrijven en
zonder twijfel bezit ook ons volk als geheel
minder te waardeeren eigenschappen; is het
stug, traag, kritisch aangelegd en moeilijk in
vuur te brengen, en toch durf ik onderschrij
ven de woorden van dien officier die na
jaren in Albanië op den Balkan te hebben
gewerkt met Oostenrijkers. Duitschers, En-
gelschen, Italianen en Grieken en soldaten
van alle mogelijke nationaliteit had gekend
daarna vol vuur uitvier»..?epf mij maar mijn
Hollandsche jongens terug?"
Soreker gaf daarna een schets van ons
volk, van het ontstaan van het Wilhelmus,
dat hij nopmde „wellicht het schoonste volks
lied van alle".
Men heeft wel eens willen doen voorko
men zoo ging de burgemeester voort, dat
Prins Willem in feite niet anders was dan
een rebel, dan een opstandeling tegen het
wettig gezag van den Koning van Spanje.
Niets is minder waar. Naar verontschuldi
ging voor zijn beweerde rebellie behoeft dan
ook niet te worden gezocht. Steeds heeft de
Prins, zoolang hij "s Konings Stadhouder
was, beproefd, en dikwijls met succes, om de
orde t-e handhaven en te herstellen, steeds
heeft hij, ook nog in zijn beroemde rede
voering in den Raad van State van 1568, den
weg van het vreedzaam overleg met den Ko
ning, van de verzoekschriften en de vertoo-
gen, als den meest juisten gewezen, maar
ook juist dat kenschetste hem in 's Konings
oogen als een opstandeling, die daarvoor al
leen al des doods schuldig was. Het voor
beeld van de graven van Egmond en van
Hoorne leverde het bewijs dat Oranje, in
dien hij voor Alva's komst niet gevlucht wa
re, zeer zeker hun lot zou hebben gedeeld.
Toen, door het onzinnige, wreede en mis
dadige beleid van Filips, ontzet uit al zijn
ambten, beroofd van zijn oudsten zoon. die
naar Spanje gevoerd was. door verbeurdver
klaring beroofd van ai zijn bezittingen, vo
gelvrij verklaard tenslotte, toen heeft de
Prins, niet als opstandig Stadhouder of als
rebelleerend Nederlander, maar als Souve-
rein Vorst van zijn Prinsdom Oranje en als
Graaf van Nassau den Souvereinen Koning
van Spanje den oorlog aangedaan. En het
zijn eerst later de Staten geweest-, (lie den
Koning hebben afgezworen toen deze hen bij
bloedplakkaten en banvloeken als opstan
delingen en ketters als volk in zijn geheel,
ten doode -had verwezen. Nogmaals lang,
zeer lang heeft de. Prins „den Kroninck van
Hispanië,n geëerd"!
Groote figuren, verheven karakters als
Prins Willem I zijn religieus-dogmatisch
meestal moeilijk te determineeren of te clas-
sificeeren. De Prins had door zijn eerste op
voeding door een Protestantsche moeder en
zijn latere educatie onder de auspiciën van
den Katholieken Keizer een eenigszins ge
mengd godsdienstigen ondergrond gekregen
Hij was geen bewonderaar van 'het Calvi
nisme zijner dagen, de beeldenstorm heeft
hij verfoeid, en menigmaal bloedig gestraft,
maar het is begrijpelijk, dat toen in zijn
later leven al het onheil, dat zijn land, zijn
volk en hem zelf overkwam te wijten was
aan Spaansche en Katholieke drijverij, zijn
sympathie ook in zaken van den godsdienst
uitging naar de verdrukten, en dat vooral
toen de omgang opnieuw met zijn moeder
op hem van grooten invloed is geworden.
Een zeer vroom en hoogstaand mensch is hij
echter ten allen tijde, Katholiek of Protes
tant, geweest, en in die vroomheid kunnen
Protestanten en Katholieken van onzen tijd
hem gelijkelijk eeren. Van getuigenissen op
dit gebied vloeit ook het Wilhelmus, waarvan
de dichter hem zonder twijfel persoonlijk
goed heeft gekend, over:
„In Godes vrees te leven .heb altijd ge
traoht",
en verder:
„Mijn schild en mijn betrouwen zijt gij,
God, Mijn Heer",
alsook
„Als een vroom Christenman voor Godes
woord geprezen".
Terwijl zijn bekende laatste woorden, toen
het doodelijk schot van Balthasar Ge
rardts hem had getroffen zijn innerlijk vro
me gemoedsaard en zijn liefde voor land en
volk gelijktijdig demonstreerden: „MonDieu,
Mon Dieu, Ayez pitié de moi et de Ton
pauvre peuple!"
Mijn God, heb medelijden met mij en met
Uw arm volk!".
En thans, mijne hoorders, nu wij 400 jaren
later den geboortedag herdenken van dezen
grooten mensCh, "van dezen held zonder vrees
of blaam, maar ook van den eersten van ons
Regeerend Vorstenhuis, nu is, evenals in zij
tijd, druk en ellende over ons volk meester
geworden en loeren de dreigende gevaren
van alle zijden. Ook toen, evenals nu, een in
zinking en uitputting na een tijdperk van
grooten voorspoed en bloei. Ook nu nergens
uitkomst te bespeuren en is alles om ons
heen duistere nacht. Ook nu, evenals toen.
een hoogtij in den strijd van personen en
partijschappen. Ook nu, evenals toen,
controleerbare en onpeilbare stroomingen in
de landen die ons omringen.
Ook nu, evenals toen, een Oranje aan het
roer van den Staat!
Willen wij eens even bij ons zeiven den
grooten zegen overdenken, die dit laatste
feit ons schenkt? Ik wil daarvoor in uwe
herinnering terugroepen de groote jaren
van onze vaderlandsche historie van later
tijden: 1672, 1748, 1813, 1831, 1914, en 1918,
en op de duistere bladzijden die de geschie
denis dezer jaren vermelden, vol van schrik
en angst, onbekende toekomst en vraagtee-
kenen, volgen steeds onveranderlijk de blad
zijden, die met een enkel woord het ant
woord en de oplossing vermelden: Oranje
Zullen thans het antwoord en de oplossin
hetzelfde luiden?
Ik geloof en vertrouw, dat dit het geval
zal zijn, maar dan zal, evenals in die jaren,
ons volk moeten ïnkeeren tot de wegen van
orde en zelftucht, dan zal het moeten komen
tot het besef, dat er behalve rechten, ook
zeer zeker plichten en vooralsnog alleen
maar plichten zuilen bestaan, dan zal Jan
Salie op de hardhandigste wijze buiten de
deur moeten worden gesmeten, en Jan Cor-
daat op zijn plaats dienen te worden ge
steld. Dan zal het vrijheidsbeginsel van Prins
Willem I niet meer tot losbandigheid mogen
worden verwrongen en geduld worden dat
overal openlijk de beginselen van zedeloos
heid en ploertigheid worden gepredikt. Dan
zal niet geduld mogen worden, dat de na
zaten van Willem van Oranje bloot staat aan
de beleediging door betaalde huurlingen van
een vreemde barbaarsche mogendheid, dan
zal Nederland weer Nederland moeten wor
den, land van werkelijke vrijheid en vrede,
dan zal de geest van Neerlands volk weer
moeten worden de geest van de mannen van
Prins Willem, van Coen, van de Ruyter en
van Jan de Wit. Dan zal onder Oranje's lei
ding de welvaart, de vrede en de voorspoed
terugkeeren, dan wanneer niet, zooals Da
Costa het dichtte:
Het woord des Zwijgers moedwillig wordft
verzaakt:
„Ik heb met den Heer der Heeren een vast
verbond gemaakt!"
Tenslotte, na herinnerd te hebben aaft
de apotheose van de 11 jaren geleden ge
vierde herdenkingsfeesten van den Br iel, het
ontplooien van de zijden Prinsenvlag op den
St. Catharinatoren besloot de burgemeester
als volgt:
.Moge ik u dit beeld van de op den to
rentrans geheschen Oranjevlag en het „Li-
bertatis Primitae", de zinspreuk van het
Brielsche wapen: „de aanvang dé vrijheid"
medegeven als een herinnering aan den
Oranjedag van heden opdat gij moogt blij
ven bedenken, dat, al woeden de stormen
over Nederland nog zoo donker, en al is alles
om ons heen nacht, zoolang een Oranje over
ons waakt, éénmaal de dageraad der lente
over ons volk zal aanbreken en hoog de
Oranjevaan zal uitwapperen over een nieuw,
en herboren Nederlandsch Vaderland, be
zield door het werk en den geest van
Wilhelmus van Nassouwc!
Zoo zij het!"
De rede van dén burgemeester, die dank
zij de. aangebrachte luidsprekerinstallatie
door de duizenden aanwezigen duidelijk te
beluisteren was, werd luide toegejuicht.
Dr. D. J. van Katwijk bracht den burge
meester namens de burgerij dank voor zijn
bezielend woord.
Des avonds.
In gebouw Concordia werd 's avonds een
samenkomst gehouden, waarin het woord
voerden de heeren Ds. J. Th. Meijer en
pastoor J. Schoenmaker, terwijl het meisjes
koor van het R.-K. gesticht „Meerzicht" en
het kip derkoor „Lentebloemen" onder lei
ding van den heer Koelmans muzikale me
dewerking verleenden.
Voor een meer dan uitverkocht huis heeft
dr. D. J. van Katwijk den bezoekers een
"woord van welkom toegesproken, daarbij te
vens namens het comité „Willem de Zwij
ger" dank brengend aan de directie der Kon.
Ned. Papierfabrieken, voor haar bereidwil
ligheid en medewerking inzake de werkzaam
heden van het comité voor het organiseeren
van dezen avond.
Onder de aanwezigen merkten we meerdere
autoriteiten op; Burgemeester Rambonnet
en mevrouw Rambonnet de directie der Kon.
Ned. Papierfabrieken, den commissaris van
Politie, den secretaris der afdeeling Velsen-
IJ muiden van den Bijzonder Vrij willigen
Landstorm en vele anderen.
Het meisjeskoor van „Meerzicht" zong al
lereerst onder grooten bijval van de luiste
rende bezoekers een viertal eenvoudige Hol
landsche liederen.
Pastoor J. Schoenmaker hield een korte,
doch niettemin krachtige, rede over het on
derwerp: Willem van Oranje's standpunt te
genover de religie. De geschiedenis laat ons
hem zien als de verdraagzame, soms naar
den zin van zijn omgeving al te tolerant.
Uitvoerig schetste z.eerw. de houding van
Oranje en zijn werken voor den godsdienst
vrede, daarbij tevens zich de vraag stellend
of Willem de Zwijger gerechtigd was in ver
zet te komen tegen het destijds hier te lande
heerschend wettig gezag. Aan de hand van
uitlatingen van St. Thomas weerlegde spr.
het wel eens gedane verwijt dat deze strijder
voor eenheid en vrijheid een onwettige op
standeling was.
Zooals destijds de katholieke landgenoo-
ten Willem den Zwijger de hand reikten om
gemeenschappelijk strijd te voeren tegen de
onderdrukking der Nederlandsche gewesten,
zoo willen ook thans de katholieken met al
len, welke ijveren voor nationale eenheid
onder het wettig gezag van Koningin Wil-
helmina, samengaan.
Het kinderkoor „Lentebloemen" zong hier
na onder leiding van den heer Koelmans,
een aantal vaderlandsche liederen.
Dr. J. Th. Meijer hierna het woord ver
krijgend, wees naast de vele dingen, die ons
scheiden, op den band die niettemin tus-
sohen al die partijen bestaat, en dat wel
zeer sterk tot uitdrukking komt in het meer
en meer ontwakend nationaal besef, ook bij
ons volk. Spr. wees met klem op het diepe
verschil tusschen vaderlandsliefde en natio
nalisme, een hoog bezit tegenover een waan
idee. Uitvoerig belichtte ds. Meijer daarna
de groote figuur van den Vader des Vader
lands, een waarachtig symbool van de een
heid van ons volk.
Staande zongen allen daarna het Wilhel
mus.
Een concert.
„Wilhelmina" gaf des avonds op het Ken
nemerplein een concert, dat echter door het
vele rumoer niet tot z'n recht kwam.
VANDALISME.
Door een der politieke partijen is een leeg
staande villa aan de Ver Loren van Themaat-
laan op ergerlijke wijze met ver.kiezingsre-
clame beklad.