HET KABINET DAT HEENGING.
In het fiolst van den nacht...
DE VERKIEZINGEN.
IJMUIDER COURANT DONDERDAG 27 APRIL 1933
TWEEDE BLAD
Mr. J. Terpstra, Onde\
Wijk aan zee en Duin
Heemskerk.
ijst.
1. Onafh. Zakenlui
6
Lijst.
2. Ned. Fase. Unie
2
1. Eijking
39
3. Alg. Dem. Unie
4
3. Fase. Unie
2
4. R. K. Volkspartij
21
4. R. K. Volkspartij
5
5. Ned. Chr. Arb. Partij
4
6. Nat. Boeren- en 'ai-.
136
6. Nat. Boei'en en Tuind Partij
79
10. Lijst de Wit
1
7. Lijst Eijking
121
11. S.D.A.P.
140
11. S. D. A. P.
704
13. O. S. P.
6
13. O. S. P.
11
14. Communisten
20
14. Communisten
121
15. Vrijheidsbond
9
15. Vrijheidsbond
80
19. Vrijz. Dem.
36
19. Vrijz. Dem.
329
20. Kath. Dem. Bond
1
20. Kath. Dem. Bond
2
24. Chr. Hist. Partij
72
23. Chr. Dem. Unie
25
25. R. K. Staatspartij
1359
24. Chr. Hist. Partij
166
28. Staatk. Geref.
2
25. R.K. Staatspartij
1436
31. P. O. R.
1
27. Nat. Soc. Partij
1
32. Rev. Soc.
1
28. St. Geref. Partij
4
33. Anti-Rev.
28
29. Nat. Herstel
17
30. Herv. Geref. Staatspartij
8
Totaal 1870 geldige stemmen;
van onwaar-
31. P. O. R.
2
de 17.
32. Rev. Soc.
32
35. Verbond Nat.
2
Voor de verdere uitslagen zie men elders
Geldige stemmen 3421; van onwaarde 118.
in dit nummer.
Minister Verschuur heeft voorts de haring-
reederij gesteund, de groote scheepvaart met
crediet geholpen, maar ook, door besparingen
op de stortingen in de verzekeringsfondsen
minister de Geer geholpen om de eindjes aan
elkaar te knoopen.
Minister de Geer bewerkte een verder
gaande korting op de ambtenaarssalarissen,
heeft verschillende belastingmaatregelen
moeten nemen (o.a. een benzinebelasting) en
stond gereed in de volgende week met de
Tweede Kamer de Weeldeverteringsbelasting
door te nemen. Bekend is dat hij, op aan
drang van Dr. Colijn, uit zijn jongste opcen-
ten-ontwerp, alle gevaren voor Ouchy wist
weg te nemen.
Een geheel onverwachte figuur in het ka
binet, een politiek volledig nieuw man, was
Mr. Terpstra. minister van Onderwijs. Zijn
entree in de Kamer deed voor de parlemen
taire figuur van dezen bewindsman het erg
ste vreezen, maar nadat hij de vuurdoop had
ondergaan, is Mr. Terpstra zeker in de Kamer
zeker niet het minst gezien van de ministers.
Hij bewees de aangelegenheden van zijn de
partement onder de knie te hebben. Groote
dingen vermocht hij niet te doen, ondanks
zijn aandringen werd de L. O.-wet nog niet
behandeld. Zooals alle Onderwijs-minis-
ters sedert Dr. de Visser, heeft ook hij zijn
veranderingen gebracht in het ontwerp-de
Visser voor het H.B.S.- en gymnasiaal onder
wijs. Het ligt er nog.
1
5
4
5
44
130
4
25
3
72
2
17
209
2
3
5
1
25
21
1
1
1
8
6
10
11
7
5
38
421
2
6
10
52
98
60
50
315
154
200.
109
816
845
4
5
4
22
75
46
28
206
80
2
7
4
161
178
19
58
20
456
436
3
1
10
23
2
5
48
22
56
24
284
305
507
297
352
1913
1680
1
4
3
2
1
14
3
17
1
2
4
1
2
30
19
2
88
15
18
36
208
183
1
3
Totaal
4691
4312
WAT HET IN VIER JAAR DEED.
grootë ontwerpen is hij nimmer geroepen ge
weest men herinnert zich natuurlijk nog
wel de discussie over den derden kruiser en
zijn „vlootplan", doch dit waren begrootings-
kwesties.
De premier leed nog wel eens een echec in
de Kamer. We denken aan de wet op de
artsenijbereidkunde, aan het verwerpen in de
Eerste Kamer van de Pachtwetten, aan de
laatste wijziging van de Kieswet en aan de
behandeling van de aangenomen grondige
wijziging der Gemeentewet.
Minister Verschuur heeft de Woningwet
onder handen genomen, ook de Drankwet
herzien, een nieuwe wet gebracht op de win
kelsluiting, die alweer in herziening is. Ook
de wet op de bedrijfsraden is van hem.
Minister Donner kreeg in beide Kamers de
z.g. Godslasteringswet aanvaard. Behalve
verschillende kleinere wetjes (o.a. betr. de
gijzeling, de valsche munterij enz.) die we
niet afzonderlijk vermelden.
gelegenheid gebruik konden maken, behoor
den tot de gelukkigen, die onmiddellijk hun
stemplicht konden vervullen; Zij werden bij
wijze van spreken „a la minute" geholpen.
Tegen den middag nam de toeloop grootere
vormen aan en toen de fabrieken en werk
plaatsen hun deuren openden heerschte aan.
de stembureaux groote drukte. In den na
middag verschenen zeer veel vrouwen aan de
stembus. Tegen het uur van sluiten, vijf uur,
kwamen aan de verschillende stembureaux
nog'vele laatkomers opdagen, waardoor meer
dere drukte heerschte. Aan de stembureaux
marcheerde alles echter uitstekend en eenige
stagnatie deed zich niet voor. Over het alge
meen stond het vrijwel vast, voor zoover het
althans Beverwijk betrof, dat er druk ge
stemd wordt. De verkiezingsdiensten van
de groote politieke partijen volgden het op
komen hunner volgelingen met stipte nauw
gezetheid en wie tegen vijf uur nog niet ter
stembus was verschenen kQn er zeker van
zijn een auto voor zijn deur te zien verschij
nen, teneinde alsnog met bekwamen spoed in
de gelegenheid te worden gesteld zijn stem
plicht te vervullen.
Mr. S. de Graaff, Koloniën (A.R.)
BEVERWIJK
Uitslag der stemming in Beverwijk.
ONZE PUBLICATIE.
De dag der verkiezingen is voor Beverwijk
en de omliggende gemeenten in volkomen
orde en rust voorbijgegaan. In de morgen
uren vooral was op de straten en wegen
weinig te bespeuren van het gewicht van
dezen dag voor het vaderlandsche staatsbe
stel. Aan de stembureaux was het in de mor
genuren zeer kalm. Degenen, die van deze
Voor ons bureau B ree straat 29 hadden
zich reeds vroeg na den middag vele belang
stellenden verzameld, die op het groote ver
kiezingsbord met belangstelling de stemmen-
cijfers van 1929 bestudeerden. Na vijf uur
werd de belangstelling steeds grooter en het
duurde toen niet lang of een groote menigte
nieuwsgierigen verdrong zich voor ons
bureau. Zij moesten echter nog tot ongeveer
7 uur wachten, voor hun nieuwsgierigheid,
althans ten opzichte van den plaatselijkcn
uitslag, kon worden bevredigd. Toen kwamen
de zes stembureaux echter vlot achtereen
binnen. Intusschen hield het publiek, dat
voor ons groote verkiezingsbord samengroep-
te zich onledig met het uiten van veronder
stellingen ten opzichte van den uitslag. En
kele malen geraakten politieke tegenstanders
in figuurlijken zin met elkander slaags,
daarmede een aangename afwisseling bie
dend aan de omstanders, die hun voldoening
daarover niet onder stoelen of banken sta
ken. Meermalen steeg een homerisch gelach
op, wanneer een of andere „rake zet" werd
geplaatst. Het publiek werd overigens aange
naam bezig gehouden door de Beiersche
straatkapel, die in de belangstelling voor de
verkiezingen een goed arbeidsveld zag en
daarom ook geruimen tijd nabij het bureau
van de Kennemer Courant concerteerde. Zoo
liet de stemming niets te wenschen over en
werd de tijd aangenaam gekort in afwach
ting van de stemmencijfers, die langzamer
hand gepubliceerd werden. Het was reeds
na middernacht geworden, alvorens voor
ons bureau een na een drukken dag overi
gens weldoende rust was ingetreden, al
bleven ook toen nog eenige verstokte politie-
kelingen voor het verkiezingsbord samen-
groepen.
Voor Beverwijk waren de uitslagen in de
zes districten aldus:
Mr. T. J. Verschuur, Economische Zaken R.K.)
Minister Beelaerts ging van het kabinet-
de Geer in het kabinet-Ruys over. Met de
duidelijke bedoeling de Belgische vraagstuk
ken tot oplossing te brengen. Het is hem
niet gegeven geworden het zoover te brengen:
ons land wil nu eenmaal niet aan een al-of-
niet verkapt Moerdijk-kanaal. Minister Bee
laerts vertegenwoordigde ons land meermalen
op uitnemende wijze te Genève en sloot in
Genève's schoone omstreken het verdrag van
Ouchy. Zooals men weet is hij iets eerder
heengegaan dan de anderen, door zijn benoe
ming tot vice-president van den Raad van
State.
Minister Deckers is de tweede burgerminister
van Defensie geweest. Hij verdedigde zijn be
grootingen met zaakkennis en animo. Tot
Lijst.
Distr I
11
1.
Onafh. kooplieden
5
1
2.
Ned. Fase. Unie
3
3
3.
Alg. Dem. Unie
3
1
4.
R.K. Volkspartij
3
2
5.
Ned. Chr. Arb. Partij
3
6.
Nat. Boeren Partij
20
9
7.
Lij st-Eij king
55
8
8.
Lijst Triesscheijn
11.
S. D. A. P.
74
159
13.
O. S. P.
3
2
14.
Communisten
15
17
15.
Vrijheidsbond
21
124
19.
Vrijz. Dem.
76
208
20.
Kath. Dem.
3
23.
Chr. Dem.
3
13
24.
Chr. Hist.
61
104
25.
R.K. Staatspartij
324
223
27.
Nat. Socialisten
1
28.
Staatk. Geref.
2
3
29.
Verb. Nat. Herstel
3
7
30.
Herv. Geref.
31.
P. O. R.
1
32.
Rev. Soc.
3
9
33.
Anti-Rev.
29
89
34.
Nationalisten
1
35.
Hoofd- en handarb.
1
Jhr. Mr. D. J. de Geer, Financiën (C.H.)
(Van onzen parlements-redacteur).
Dr. L. N. Deckers, Defensie (R.K.)
de vrijheid der volksvertegenwoordigers. Het
schijnt dat zoowel Dr. Nolens als Jhr. Ruys
zonder welomschreven program de parlemen
taire wateren niet indurfden. Mr. Aalberse
dacht hierover wat anders. Intusschen een
parlementair rechtsch kabinet kwam niet tot
stand. Enkele dagen later verscheen Jhr. Ruys
de Beerenbrouck met een extra-parlementair
rechtsch kabinet voor het voetlicht.
Het derde kabinet-Ruys heeft steeds sym
pathie gezocht en gevonden bij de rechtsche
groepen. Al hebben deze dan ook nimmer
eenige verantwoordelijkheid voor het voort
bestaan van het Kabinet aanvaard.
Mr. J. DonnerJustitie (A.R.)
Minister Verschuur is nog onlangs in de
Kamer van alle kanten groote hulde gebracht
voor zijn h-arde werken. Hoe menig crisis-
ontwerp is niet uit zijn handen gekomen!
Sedert de reorganisatie van den economi-
schen voorlichtingsdienst heeft hij zoowel
sociale als economische aangelegenheden
onder zijn bestuur. En daarbij den geheelen
landbouw.
Het kabinet-Ruys heeft voor den benarden
landbouw heel wat gedaan: de Tarwe wet, de
varkenscrisiswet, het menggebod van marga
rine, de steun aan de veenkoloniale aardappe
len, de hulp aan de bietenbouwers (door be-
lastingingrijpen)aan de vlascultuur, de
griendcultuur. Veel is er gedaan door contin-
Mr. P. J. Reymer, Waterstaat (R.K.) genteeringen o.m. van vleesch.
Jhr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck,
minister-president, Binnenlandsche Zaken en
Landbouw (R.K.)
Het (derde) kabinet-Ruys de Beerenbrouck
ls voortgekomen uit de verkiezingen van 1929.
pe verkiezingen van dat jaar brachten in de
samenstelling der Tweede Kamer in groote
lijnen geen verandering: er bleef een geringe
rechtsche meerderheid aanwezig. Waar vóór
de verkiezingen elk der drie rechtsche groe
pen had verklaard te willen samenwerken ten
einde een parlementaire regeex-ing te vormen,
was een rechtsch kabinet te wachten. Spoedig
werd dan ook de president der. Tweede Ka
mer, Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, met
de vorming van een kabinet belast. Hij zocht
de oplossing in een rechtsch ministerie.De C.H.
fractie weigerde echter, op grond van staats
rechtelijke overwegingen in zee te gaan met
een precies uitgestippeld progi-am, vanwege
Het derde kabinet-Ruys, waarin enkele
nieuwe mannen zaten, maakte aanvankelijk
den indruk van ixiet al te gi-oote sterkte. Op
den duur is het wel meegevallen.
Er zaten eenige knappe ministers in: de
Geer en Donner. Van minister Ruys wist
men, dat hij handig was en soepel genoeg om
menschen tot elkaar te brengen. Minister
Donner had zich doen kennen als een uit
muntend jurist en minister hij was en
bleef „enfant ehéri". Minister de Geer voor
dezen financier had vriend en vijand waar
deering om zijn groote kennis, ervaring en
betrouwbaarheid.
Een andere oude bekende was Minister de
Graaff in het kabinet opgenomen, wijl
men geen nieuwe vinden kon voor Koloniën.
Minister Reijmer scheen aanvankelijk geen
slechte keuze. Hij was een uitmuntend bur
gemeester geweest en een geslaagd lid van
Eerste en Tweede Kamer. In den beginne
maakte hij indruk door de moeilijkheden van
het Amsterdam Rijnkanaal op te lossen. Se
dert hij echter zijn zendtijdbesluit genomen
heeft, is de waardeering voor hem in vele
kringen in den lande er niet grooter op ge
worden. Ook de wijze, waarop hij de Zuider-
zeesteunwet in de Kamer behandelde, vond
weinig instemming. Waardeering mocht de
minister oogsten omdat hij het vraagstuk der
bruggen over de groote rivieren tot voorloo-
pige oplossing wist te brengen.
De nieuwe minister van Arbeid was nieuw
in de politiek. Wel had hij 10 jaren aaneen
het Kameroverzicht voor „de Maasbode" ge
schreven, maar men wist niet meer van hem,
dan dat liij was een intelligent voorzitter van
den Raad van Arbeid in Breda. Met groote
plannen kwam hij voor den uitbouw der so
ciale verzekering. Helaas heeft de crisis, welke
tijdens het kabinet-Ruys in steeds heviger
mate om zich greep en welke voor een zeer
belangrijk deel de daden van het kabinet be
paalde, vooral op Mr. Verschuur beslag ge
legd en zijn sociale plannen in duigen ge
slagen.
Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland,
Buitenlandsche Zaken C.H.eenige weken
geleden reeds uit het kabinet.
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
32)
Enkele seconden was er een vuurroode blos
op Lizzy's gezicht maar direct wist ze zich
volmaakt te beheerschen en terwijl haar
oogen fonkelden van verontwaardiging, riep
ze uit:
„Dacht je me misschien op een leugen te
betrappen, Ludwig? Of zie je me voor zoo'n
genie aan, dat ik een half dozijn officieele pa
pieren heb kunnen vervalschen, zonder dat
ooit iemand lont heeft geroken, alleen uit
ijdellieid, om voor een jaar of vijf jonger te
kunnen doorgaan, dan ik werkelijk ben? Het
is zoo klaar als een klontje dat ik precies zoo
oud ben als op mijn pas vermeld staat, dus
tooet mijn geheugen mij parten hebben ge
speeld en was ik bij dat bezoek bij mijn tante
in Kiew jonger dan ik mij meende te herin
neren, of ik ben er niet negen jaar, maar
pas een jaar of vijf-zes geleden geweest. Als
je erop gesteld ben, wil ik mijn zuster wel
verzoeken mijn mededeelingen te bevestigen
dan zul je zien dat ik geen bedriegster
ben".
„Een dergelijke bevestiging heb ik niet
noodig!" verzekerde Falkenhayn, maar zijn
stem klonk merkwaardig ernstig bij deze
woorden. Toen liep hij naar zijn schrijftafel
en ging in zijn bureaustoel zitten. „Het on
derwerp schijnt je niet bijster aangenaam te
zijn", mei-kte hij op. „Laten we er dus maar
van afstappen. Wanneer ben je van plan de
enveloppe met het bankbiljet naar de post
te brengen?"
„Morgenochtend vroeg. Vandaag kan het
niet meer het is onmogelijk voor sluitings
tijd nog een van de postkantoren in de voor
steden te bereiken."
„Dat is zoo. Maar langer dan tot morgen
ochtend zul je het toch niet uitstellen, niet
waar?"
„Weineen. Ik zal als een kind zoo blij zijn,
als ik weet dat het akelige ding onderweg is".
Ze zweeg even. Toen: „Als ik zoo vrij mag
zijn, je nog iets te zeggen, Ludwig, dan zou ik
je willen waarschuwen een beetje meer aan
dacht aan je dochter te besteden".
Met gefronste wenkbrauwen zag Falken
hayn haar aan.
„Wat bedoel je daarmee? Verbeeld je je
weer wat te hebben ontdekt, zooiets als in
dertijd die malligheid met Meuven?"
„Aan je toon te oordeelen, schijn je mijn
belangstelling in het lot van jou en je doch
ter niet bijzonder op prijs te stellen", klonk
het beleedigd. „Mij goed, hoor; dan zal ik in
het vervolg wel oppassen mijn meening voor
mij te houden, vooral omdat ik van Traute's
kant ook al niet op veel dankbaarheid behoef
te rekenen!"
„Je begrijpt mij verkeerd", suste de ban
kier. „Het is geen seconde bij mij opgekomen,
je ongepaste inmenging in mijn zaken te
verwijten; integendeel, ik waardeer het bui
tengewoon dat Traute's geluk je zoozeer ter
harte gaat. Ik geef toe, dat ik mij noodeloos-
scherp heb uitgedrukt, maar het eerste mo
ment deed je opmerking me eerlijk-gezegd 'n
beetje onplezierig aan ik kreeg even een
idee van typisch-vrouwelijke babbelzucht, en
er is niets, waaraan ik zoo'n hekel heb. Ve**
me nu maar wat je meent ontdekt te nen-
ben".
Zijn verontschuldigende toon scheen Lizzy
volkomen tevreden te stellen.
„Wat ik ontdekt heb, is dit. Dat er tussclien
Traute en Dr. Roggenbach iets aan ie hand
is. Ze beginnen al geheimpjes met elkaar te
hebben".
„Nu, als de zaken werkelijk zoo staan, dan
is dat nog het slimste niet", antwoordde de
bankier. „Ik weet werkelijk niemand, dien ik
liever als schoonzoon wil hebben. Roggen
bach is van uitstekende, zeer gegoede fami
lie, heeft den naam van een hoogst bekwaam
man en staat ook wat zijn karaktereigen
schappen betreft uitnemend aangeschreven;
de algemeene opinie is dat er een schitteren
de wetenschappelijke carrière voor hem open
ligt. Op mij persoonlijk heeft hij ook een
voortreffelijken indruk gemaakt; ik mag hem
heel graag. Ik verzoek je dus, die twee jonge
lui rustig hun gang te laten gaan. Ik ben
absoluut overtuigd dat ik van een man als
Roggenbach geen onaangename verrassingen
te douchten heb".
Met oogen, groot van onthutste verbazing
en opeengeklemde lippen had Lizzy hem aan
gehoord. Nog nooit had ze zooals nu, de be
klemmende gewaarwording gehad, dat de
grond onder haar voeten begon te wankelen;
nog nooit had de man, dien zij tot nu toe al
tijd gemeend had om haar vinger te kunnen
winden, haar met zulk een koele beslistheid
bejegend. Als het nog mogelijk was het ver
loren teiTein terug te winnen, dan moest zij
in elk geval een gunstiger oogenblik dan dit
voor haar pogingen afwachten.
„Als jij daar zoo rotsvast van overtuigd
bent, heb ik zeker geen aanleiding die over
tuiging aan het wankelen te brengen",
mei-kte zij langs-den-neus-weg op. „Ik heb
gedaan, wat ik als mijn plicht beschouwde.
De verantwooi'delijkheid voor Traute's geluk
rust gelukkig niet op mij".
Ze liep zwijgend naar de deur, half ver
wachtend dat Falkenhayn haar door een
woord zou terughouden. Maar ook hij bleef
zwijgen en er zat niets anders voor haar op
dan den aftocht te aanvaarden.
In haar behagclijk ingerichte slaapkamer
gekomen, deed zij de deur op slot en knielde
bij haar toilettafel om uit de diepte van de
onderste lade een in bruin papier gewikkeld
pakje te voorschijn te halen, dat zorgvuldig
verborgen lag tusschen coquet geparfumeerd
ondergoed.
Toen trok ze het Russische bankbiljet uit
de opening van haar blouse, stopte het in het
pakje en fluisterde voor zich heen:
„Een gemeene bandiet bah! En bijna
had hij mij weer bepraat bij hem te komen".
Ze deed een touw om het pakket en legde
het weer op de plaats waar zij het vandaan
had gehaald. Daarop ging zij naar de wasch-
tafel om niet alleen met water en zeep maar
ook met behulp van poeder en rouge de spo
ren van haar tranen weg te wisschen.
Zij was zich bewust, dat het een zware
strijd was. dien zij te voeren zou hebben, en
ook wist zij. dat zij in dezen strijd over geen
andere wapens beschikte dan haar schoon
heid en charme. Maar die hadden tot nog toe
nimmer nagelaten haar overwinnaar te doen
blijven
XVI.
Nooit in zijn leven had EricTï Rogge ïbacK
minder lust gevoeld om als gids op te treden
dan den dag. volgend op zijn gesprek met
Traute Falkenhayn. Maar hij kon zich onmo
gelijk aan dezen weinig-welkomen plicht ont
trekken. Een brief, dien hij 's morgens van