Sombere vooruitzichten voor den tuinbouw. In het holst van den nacht... rjMUID ER COURANT TWEEDE BLAD WOENSDAG 3 MEI 1933 BEVERWIJK. Moeilijk te beantwoorden vragen. De directeur van „Kennemerland" aan het woord. W. de Groot. Getrouw aan de gewoonte heeft de heer W. de Groot, directeur van de R.K. Coöp. Tuindersvereeniging „Kennemerland" in de Dinsdagavond gehouden jaarvergadering van deze groote tuindersorganisatie eeii jaarver slag uitgebracht, waarin hij uitvoerig den toestand in het tuinbouwbedrijf heeft uiteen gezet, daarbij gelegenheid vindend de meest urgente vraagstukken, welke met den nood toestand verband houden, in het licht te Stellen. In de eerste plaats merkt de direc teur in zijn jaaroverzicht op, dat de alge- jneene toestand in den land- en tuinbouw allerminst tot opgewektheid stemt. Elk jaar wordt de situatie moeilijker en er is geen enkel lichtpunt aan te wijzen. Bij de bespre king van enkele huishoudelijke aangelegen heden wordt medegdeeld, dat in 1932 zijn uit getreden 225 leden, één lïd trad tot de orga nisatie toe, zoodat de vereeniging op 1 Januari 1.1 396 leden telde. Aan het uitvoerige en zeer lezenswaardige verslag ontleenen wij de vol gende bijzonderheden. Op de vergadering van 30 December wer den de statuten gewijzigd in dier voege, dat Wie ophoudt lid der vereeniging te zijn een bedrag betalen moet van 1000. Deze bepa ling wordt toepasselijk geacht op allen die per. 31 December 1.1. ophielden lid der ver eeniging te zijn. Deze wijziging werd met bij na algemeene stemmen aangenomen, het geen er op wijst, dat men algemeen inziet 'dat in deze moeilijke tijden de leden bij el kaar'behoor en te blijven om met elkander 'door den crisistijd heen te worstelen. De omzetcijfers. f Dë vëilliïgomzet 'gëe'ffc over hét vorig jaar 'een treurig beeld. Geveild werd 1467201 K.G. aardbeien voor 238037.16 doorneeprijs 'f 16.22, alle vroege aardbeien inbegrepen. In 1931 werd geveild 1301784 K.G. voor 'f 226794.01 met een doorsneeprijs van 14.42. Aan aardbeien dus 165000 K.G. en ruim 10.000 meer dan in 1931. Aan groenten werd geveild 'f 374.574.40 in totaal dus over 1932 612.611.56. Als men den kostprijs van de aarbeïen ëëns Stelt op 20 cent per K.G. dan is er alleen op 'de aardbeien door de leden een kleine j 60.000 verloren. Waren die 60.000 nog ont vangen, dan was er nog geen verdienste, 'doch men had de onkosten terug ontvangen. De groote inzinking ontstond op en na 2 Juli, toen de prijs kelderde van 22 op 14 en daarna spoedig tot 9 ct. per K.G. Het feit, dat wij altijd iets later zjjn dan het overige Neder land, is voor de veiling niet voordeelig ge weest. De andere aardbeiencentra zullen dan ook wel een hoogeren middenprijs hebben. De omzet van de groenten is ook veel te laag, dan dat van een loonende teelt kan worden gesproken. Ook daarbij zijn door de tuinders groote verliezen geleden en ook 'daarbij zijn de vooruitzichten allerdroevigst. Een vergelijking met 1927 en '28, welke jaren geenszins buitengewoon hooge opbreng sten gaven, doch als normale, behoorlijke jaren zijn aan te merken, geeft verschillen van 400.000 tot circa 600.000 per jaar. Wie zal zeggen hoe laag de omzetten zullftn komen voor het laagste punt is bereikt? Aangenomen wordt dat de aanvoeren vëel grooter zijn geweest in 1932 dan in de jaren 1927—1928. Uit de opgave van de Tuinbouw steunwet blijkt hoe treurig slecht sommige producten werden betaald. Wat te zeggen van een doorsneeprijs voor snijboonen van 5.50 per 100 K.G.. voor dubbele boonen van 5.89, voor dunne boonen. in hoofdzaak stokboonen, 7.22 per 100 K.G. én voor doppers van 7.33. Rabarber 4 ct. per bos, etc., etc. Hoeveel ver liet zit daarin niet voor de Tuinders. Het groote nut ven een statistiek over de geveilde producten springt hier overigens duidelijk naar voren. Wie had b.v. gedacht dat Kenne merland voor evenveel geld aan doppers zou geveild hebben, dan aan dikke spercieboonen. Spinazie, sla. andijvie, witlof en peen hebben een behoorlijken prijs opgebracht, doch het massaproduct „boonen" heeft tuinders en veiling weer danig in den steek gelaten. De toestand van de veiling. Heeft het jaar 1932 zeer vele teleurstellin gen gebracht, in den g#ond mag de veiling een gezond bedrijf genoemd worden. Immers met alle teleurstellingen werken alle tuin- dersbedrijven, zonder noemenswaardige uit zonderingen, met groot verlies. Van inkom sten en overschotten is reeds lang geen spra ke meer. De veiling heeft zich in 1932, dank zij tijdig ingevoerde bezuinigingen, uitstekend kunnen bedruipen met een provisie van 7 '-c, en nog een behoorlijk overschot op het deficit kunnen afschrijven. De door de Centrale Bank gewenschte extra afschrijving brengt natuurlijk geen verande ring in deze exploitatiecijfers. doch verhoogt alleen het aandeel in de verliezen van hen die uittreden. Voor 1933 is bij de begrooting gerekend met 9000 meerdere lasten die tot dusverre door de bloembollenveiling werden gedragen als vergoeding voor bewezen arbeidsdiensten en rente voor het gebouw. Echter heeft men de begrooting niettemin kunnen sluitend ma ken met een klein overschot door verdere be zuinigingen die gedeeltelijk daar tegenover staan. Een en ander mag den leden wel eenige geruststelling geven tegen de fantas tische angst, die men volgens geruchten tegen de veerkracht der vereeniging in omloop heeft gebracht. Boonen gaven een zeer overvloedigen oogst van prima kwaliteit ook van andere gewassen mag over het algemeen van een rijken oogst en een gezond product worden gesproken. De contingcnteering. In deze overvloedige oogsten kan heel goed een deel van de oorzaak der slechte prijzen schuilen, overvloed brengt dat nu eenmaal mede, doch voor het grootste deel moeten deze lage opbrengsten wel worden geweten aan de crisis, en de stroeve geldcirculatie, die onze afnemers-landen doet besluiten tot allerlei maatregelen, die er op gericht zijn de producten van vreemden bodem geheel te weren of te contingenteeren. Nog zeer on langs werden door Duitschland tarieven vastgesteld, die de Nederlandsche uitvoer v/el geheel zullen stop zetten. Zal de Regeering in staat en bereid zijn daartegen met kracht op te treden en de Duitsche exporteurs, verhin deren in Nederland meer in te voeren, clan voor het bedrag wat zij in Holland wederkee- rig besteden? „Wij hopen van wel doch wij vreezen", al dus de heer De Groot, omdat ons wel bekend is dat daartegen ook van Nederlandsche zijde groote Staatkundige bezwaren bestaan en andere belangen daarbij in het gedrang zou den kunnen komen. Verwacht mag echter toch worden, dat de Regeering in deze zoover zal gaan als maar eenigszins mogelijk is, mede in het belang van den Nederlandschen Tuinbouw. Meer doeltreffende hulp. Voorts wijzen de Tuinbouw Steunwet 1933 en de door den Minister ingediende Machti gingswet erop, dat de Regeering voor 1933 de tuinbouw op een andere en meer doel treffende wijze dan tot heden wil helpen- Zulks mag dan ook verwacht worden, het is geen overdaad, want voor den landbouw heeft de Regeering over 1932 f 180.000.000 uitgegeven, waarvan voor den tuinbouw on geveer f 6.000.000. Deze verhouding is onbe grijpelijk. Bij elke publicatie spreekt men van f 130.000.000 voor den Land- en Tuinbouw, doch men vergeet steeds er bij te vermelden dat daarvan slechts f 6.000.000 aan den Tuin bouw is besteed en de rest geheel voor den Landbouw. Als wij nu weten dat beide Ka mers zich bij voorbaat bereid verklaarden voor 1932 méér te geven dan f 5.000.000 in dien dat noodig bleek, om tot den rechtprijs de toeslagen uit te keeren, dan verwonderen wij ons, dat tot heden blijkbaar nog niemand den Minister heeft geadviseerd daartoe over te gaan- Heeft ook niet de voor deze wet in gestelde Commissie van advies dat niet ge daan? De Minister beloofde, zoo dat noodig bleek, den weg naar de kamer -te zullen vinden. Men publiceert nu dat 40 pet. is uitbetaald, waar blijft men met de andere 60 pet.? Het publiek moet steunen De hoop is dus alweer gevestigd op de Tuinbouw Steunwet 1933, waarbij de gele genheid is geopend om een systeem te vol gen, waarbij het publiek eenigszins moet mede betalen aan de prijsverhoogingen. Wij zeg gen „de mogelijkheid geopend is" zulks te doen, doch blijkens de toelichtingen zal de minimumprijs, waaronder niet mag worden verkocht, slechts worden gesteld op 1/3 der kostprijzen. Daardoor worden alweer de producten op de gemeenschap losgelaten voor belachelijke prijzen en komen de verliezen van den tuin der ten voordeele voor den verbruiker. Waar om dwingt men het publiek niet om ongeveer den kostprijs van het product te betalen in denzelfden geest als bij de tarwewet e.a. Als men vreest daarbij den kans op export ge heel weg te snijden, waarom gaat men dan niet den weg op van exportpremies? Het stel len van deze vragen is waarschijnlijk gemak kelijker dan het beantwoorden, wij zullen dus hebben af te wachten hoe de nieuwe steunwet 1933 zal werken. De moordende tariefmuren. Dat de verhoogde tarieven in Duitschland nu reeds moordend werken, is dagelijksch te bespeuren. Er gaat blijkbaar zeer weinig over de grenzen. Indien Engeland het voor nemen om de invoerrechten voor Vruchten- pulp te verhoogen ook nog uitvoert, dan wordt het vooruitzicht voor de aardbeienaf- zet ook nog donker. Dan is met recht elk lichtpunt verdwenen. Wij zijn ongemerkt tóch weer op het ter rein der klachten aangeland, doch willen volstaan met deze klacht, dat het een zon derlinge toestand is, wanneer menschen die van ochtend tot avond hard gewerkt en voed sel hebben geproduceerd, en datzelfde voed sel „voor wat of niets" op de gemeenschap hebben moeten loslaten, aan het einde van het seizoen met een leege beurs of met schul den den winter moeten ingaan, en zelfs ge noodzaakt zijn bij tientallen de hand op te houden bij de plaatselijke overheid om het allernoodzakelijkste voedsel voor vrouw en kinderen. Die toestand is allerdroevigst. In vele gemeenten is de overheid bereid en in staat die hand eenigszins te vullen, doch het schreit ten Hemel, dat geen enkele Rijks regeling die gemeenten helpt, die daarin niet 7 Mei is Tiet 100 jaar geleden, dat de groote componist Johannes Brahms géboren werd. Hierboven zijn geboortehuis in Hamburg voldoende uit eigen middelen kunnen of wil- len voorzien. Fondsvorming. Terugkeerend tot ons verslag vermelden wij. dat in het najaar werd besloten toe te treden tot de vorming van een fonds, door gezamenlijke inhouding van 12 pet. van den omzet. In de toekomst zullen uit dat fonds de producten worden opgekocht waarvoor geen kooper te vinden is. De Provinciale over heid heeft, om die fondsvorming aan te moe digen voor 1932 en 1933 f 200.000 beschikbaar gesteld om nu alvast die producten uit de markt te nemen, en te betalen, zonder dat het gespaarde fonds van 1/2 pet. daarvoor behoeft te worden aangesproken, en wel door bemoeiing van het In- en Verkoopbu reau. De werking dezer maatregel is reeds goed merkbaar bij de spinazie van den nieuwen oogst 1933. waarvan verscheiden duizenden kisten reeds werden betaald en vernietigd. Bij de in werking treding der Steunwet 1933 zal waarschijnlijk, ongeveer deze werkwijze worden overgenomen voor het geheele land. middels een soortgelijke Regeeringsinstantie. Rapport keurmeester. Uit het rapport van den keurmeester bleek o.m., dat van de 445 afkeuringen er 237 aan Kennemerland zijn gevallen, "waarvan ruim 100 over partijen die van veraf zijn aange voerd dus p. m. 130 afkeuringen voor onze omgeving, hetgeen relatief geen slechte uit komst is. In totaal kwamen 115 afkeuringen wegens onderwicht voor, zoodat de keurmeester ad viseert het onderwicht dubbel te korten. Daartegen bestaan echter de bezwaren der wederkeerigheid en der keurjagerij. Aan den keurmeester werd dank gebracht voor de opvoedkundige wijze waarop hij zijn ambt steeds pleegt uit te oefenen, evenals voor zijn steeds onpartijdige beslissingen, zonder aan zien des persoons. Aan het reclamefonds en het U. C. B. wer den dit jaar weer ae verplichte bijdragen verleend. Bij den huidigen stand der export mogelijkheden zou men geneigd zijn te zeg gen dat het beter is de propaganda maar voorloopig te staken en de beschikbare gelden te reserveeren voor andere doeleinden, b.v. reclame binnenland, studie voor teeltwijzi gingen e-d. Natuurlijk staat zulks aan de Centrale Organisatie te beoordeelen. Van het personeel der vereeniging is in 1932 veel gevergd. Bij ingrijpende loonsver lagingen is de goede geest en verstandhou ding volledig bewaard gebleven, waardoor het mogelijk was, dat naast de verlaging be langrijke offers zijn gebracht aan vrijen tijd en arbeidspraestatie, waardoor de speciale kosten in het hoogseizoen niet weinig zijn gedrukt. De betere bedrijfsresultaten dan over 1931 zijn daaraan voor een groot deel te danken, zoodat dit gaarne in het jaarver slag wordt vermeld. De standsorganisatie de L. T. B.. de Provin ciale en landelijke organissatie der Veilingen hebben in 1932 veel arbeid uitgevoerd om van de regeering steunverleeningen te krij gen. Het is niet aan hen te wijten dat tot heden voor deze streek zoo weinig is gedaan. Wij hopen en vertrouwen dat zij de aan dacht van Zijn Excellentie den Minister blij vend op ons district zullen weten te vestigen opdat wij toch gelijk zullen worden ge steund als andere tuinbouwstreken. Het pros pectus der nieuwe wet biedt daarvoor in- tusschen wel de gelegenheid Een ernstig woord. Hebben wij in ons vorig jaarverslag den wènsch uitgesproken .dat' de ledeneendrach tig bij elkaar zouden blijven staan om door de crisis heen te worstelen, ook nu is deze ernstige vermaning nog meer geboden- De tuinbouw zakt van lieverlede meer in elkander. Het is heel goed mogelijk dat de toestand geleidelijk nog slechter wordt Daarbij komt dan een onverschilligheid te genover de vereeniging en een angst voor de toekomst, die voor een coöperatie met aansprakelijkheid zeer funest is. Men moet vertrouwen hebben in de toekomst van een bedrijf, ook al komen er eenige voor het be drijf onvoordelige jaren. Het verleden heeft bewezen hoe er gewerkt kan worden om weer daaroverheen te komen. Men bereikt met oneenigheid en wantrouwen werkelijk niets. Een veilingvereeniging als Kennemerland. waar het leven dag aan dag, in en uit de gebouwen stroomt is geen vereeniging, waar voor men zich beangst behoeft te maken, daar worden voor de tegenslagen wel midde len gezocht. Eén ding echter kan de vereeniging in ge vaar brengen en dat is een ongemotiveerde uittreding van leden. Daardoor worden de blijvende leden ontmoedigd en ontstemd terwijl in den regel de credietgevers door allerlei onaangename maatregelen de dek king voor de verstrekte credieten trachten te behouden; waardoor de jonge tuinders bui ten de vereeniging worden gehouden en de gewone voortgang van het bedrijf wordt ge stoord. Dit is wel de zwakste zijde van de coöpera tieve vereeniging. Het is dus de zaak der le den zelf in dergelijke tijden de vereeniging hoog te houden, hoog uit boven alle onte vredenheid. beschuldigingen en verdacht makingen, die in den regel in gebrek aan inzicht en aan onbekendheid met de juiste toestanden hun oorsprong vinden. Willens en wetens worden daardoor dikwijls personen getroffen die allerminst een dergelijke be handeling verdienen. Het jaarverslag eindigde met een woord van dank aan bestuur en leden voor de goede samenwerking en met den wensch, dat 1933 voor allen de middelen zal mogen brengen, die voor eenvoudig levensonderhoud onont beerlijk zijn. JAARVERGADERING VAN „KENNEMERLAND". RUIME AFSCHRIJVINGEN. De R.K. Coöp. Tuindersvereeniging ..Kennemerland" hield Dinsdagavond in haar veilingsgebouw aan de Breestraaf een druk bezochte jaarvergadering. De voorzitter, de heer Jac. P. Nijssen, sprak een openings woord. waarin hij den ongunstigen toestand in het tuinbouwbedrijf in het licht stelde. Spr. legde voorts een verklaring af ten aan zien van de bloembollenveiling „Beverwijk", zulks naar aanleiding van de moeilijkheden, welke met de credietgeefster zijn gerezen. Het bestuur hoopt alsnog tot een overeen komst te kunnen geraken. Voorts deelde de voorzitter mede, dat öc richtprijs voor aardbeien 'met één cent per K.G. is verhoogd. De voorzitter deed hierna de volgende mededeelingen: a. Producten, die tegen dpn minimumprijs door het In- en Verkoopbureau zijn overge nomen, moeten als verkocht, worden be schouwd en door den tuinder ter bestemder plaatse worden afgeleverd. b. Getracht zal worden voor de hoeveel heid van 100.000 ton kolen verlaging der Engelsche invoerrechten te verkrijgen. c. Van een op contract te telen hoeveel heid van 50.000 K.G. dubbele sperciboonen konden nog 12.000 KG. worden geplaatst, waarvoor zich alsnog gegadigden konden aan melden. d. De door een der leden in de vorige ver gadering besproken extra ingehouden 1 pet. heeft over 1932 een bedrag van f 2463.52 op geleverd. Na het jaarverslag.van den directeur, waar van elders in dit nummer een uittreksel is opgenomen, bracht de accountant der ver eeniging de heer Keesom het financieele rapport uit over 1932. De exploitatie-rekening vertoonde aan baten een bedrag van f 43.667.12, aan lasten f 29.132.90, zoodat de bruto-winst f 14.534.22 bedroeg. Na aftrek van de intresten was de netto-winst f 10.491.25 De balans vertoonde in actief en passief een eindbedrag van f 244.074.90. In verband met de waardevermindering van de gebouwen enz., was besloten tot het verrichten van hooge afschrijvingen. In to taal werd f 79.744.25 afgeschreven. Na af trek van de netto-winst bleek het deficit te zijn gestegen tot f 110.920.31. Met het oog op de na 1 Maart 1925 inge treden leden, die geen aandeel in het deficit hebben, werd voorgesteld de afschrijving der bedrijfsoverschotten te bepalen op één derde op het oude en tweede op het nieuwe deficit. Voor 1933 zou het aandeel dier leden te stellen zijn op f 190, dat der overige leden op f 190 plus het resteerend aandeel van het oude deficit ad f 150, totaal f 340. Het bestuur had door verschillende maat regelen enkele'belangrijke bezuinigingen we ten te bewerken, o.a. f 5200 op personeel, op onkosten f 3800. Het resultaat was, dat in totaal f 7800 op de bedrijfsrekening kon wor den verkregen. Door de ruime afschrijvingen geeft de ba lans een juist beeld van den werkelijken toe stand. Ingekomen waren de volgende voorstellen: Van de leden A ,J. Selïuyl, P. Fatels en Th. Bruins, strekkende tot het organiseeren van een speciale duinzandaardappelen- veiling, Het bestuur zal een onderzoek instellen om dit te regelen als voor het artikel schor sen eeren geldt; Van den heer L. Sprangcrs Czn., om de bloemkool afzonderlijk te veilen. Na toe lichting van den voorsteller zal het bestuur trachten een regeling te treffen. Van W. Schoorl Jzn., G. Heyne Jaczn. en C. v. Duivenvoorde Jz., om de statuten te wijzigen in verband niet de uittreding van leden, die wegens hoogen ouderdom uit het bedrijf treden. Het bestuur achtte dit voor stel niet door te voeren. Aan het bezwaar wordt echter reeds zooveel mogelijk tegemoet gekomen. Van P. Klaassen om te komen tot een samenwerking van alle tuindersvereenigingen in de streek van Heiloo tot Santpoort en tot één groote centrale veiling, waardoor enor me bezuinigingen worden verkregen en alit krachten worden samengevoegd. Het bestuur achtte clit voorstel te veel om vattend, al valt voor concentratie veel te zeggen. Op het oogenblik valt zulk een con centratie niet tot stand te brengen. Tenslotte meende het bestuur in verband met een voorstel van de heeren F. P. Heere mans, C. Rutte e.d., dat het op het moment niet gewenscht inoet worden geacht het lid maatschap van den L. T. B. verplichtend te stellen voor de leden van Kennemerland. Hierna volgde de bestuursverkiezing. De heer J. P. Nijssen werd als voorzitter her kozen. Ook de periodiek-aftredende bestuurs leden de heeren W. Roling, W. Scholten en J. v. Duivenvoorde werden herkozen. In de vacature, ontstaan door bedanken van den heer J. Metselaar werd voorzien door de ver kiezing van den heer J. Metselaarè De heeren Jac. Wefcerings en J. v. Eerde Az. werden als commissarissen herkozen. De heer J. v. d. Pelt deed als nieuwe com missaris zijn intrede. Nadat van de rondvraag nog een druk gebruik was gemaakt werd de vergadering met een woord van dank voor de vlotte wijze, waarop de leden de verstrekkende financieele voorstellen van het bestuur hadden gesteund gesloten FEUILLETON Naar het Duitsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 37) (Nadruk verboden). „Een oogenblikje, mijnheer Heynitz!" ze! liij en tegelijk haalde hij een papier uit zijn zak. „Ik moest u de rekening presenteeren als u kwam". „Wat beteekent dat?" vroeg de ander ge prikkeld, zich tevergeefsch inspannend zijn schrik achter een masker van laatdunkend heid te verbergen. „Ik heb tot nog toe weke lijks betaald". De kellner haalde de schouders op. „De baas heeft gezegd dat u direct betalen moest; ik kan er ook niet aan doen." Met een nijdigen ruk trok Heynitz het pa pier uit de handen. „Natuurlijk zal ik het betalen, als jullie me niet vertrouwt", stiet hij uit, ..maar je be grijpt zeker wel, dat ik op staande voet hier vandaan ga. Je kunt het geld direct boven komen halen". Toen hij de deur van zijn kanier achter zich gesloten had, bleef Georg Heynitz een oogenblik hijgend staan en in een aanval van vertwijfeling balde hij krampachtig de vuis ten, die hij als een krankzinnige boven zijn hoofd heen en weer schudde. Zijn verwrongen gezicht had niets menschelijks meer. Daarop trok hij de koffer van achter een gordijn te voorschijn en smeet er in wilde haast zijn be zittingen in. Hij was juist klaar toen de kellner kwam om het geld in ontvangst te nemen. En achter dezen liep hij de trap af. Op het moment echter, dat hij naar buiten wilde stappen, werd er een hand zwaar op zijn schouder gelegd en omkijkend keek hij in het gelaat van een forschen man met een rooden baard, achter wien twee, in uniform gekleede agenten opdoken. „Stefan Scheffranék je bent gearres teerd!" klonk het hem-in het Russisch in de ooren. „En ik raad je goedschiks mee te gaan, want zooals je ziet is iedere poging tot verzet nutteloos". XVHL „Heeft de juffrouw mij gebeld?" Zacht en schuchter kwamen de woorden over de lippen van de aardige kleine kame nier. Haar oogen waren rood van het huilen en ze was dicht bij de deur blijven staan, in de blijkbare hoop, zich direct weer te kunnen verwijderen. Traute, die in wandeltoilet voor haar schrijftafel stond, keek het meisje ernstig aan. „Je moet je dadelijk klaar maken om uit te gaan, Hilda!" antwoordde zij vriendelijk. „Maar haast je alsjeblieft een beetje". Er kwam een uitdrukking van angst in de gewoonlijk zoo schalksche oogen. „Waar moet ik dan naar toe, juffrouw?" vroeg zij met een benepen stemmetje. En ze barstte opnieuw in snikken uit, toen Traute antwoordde; „Je moet met mij mee naar den rechter van instructie. Maar je hoeft er niet om te huilen, Hilda; cr is geen reden om je ergens ongerust over te maken. En ik durf je wel beloven, dat ook mijn vader je vergeven zal". Het doodelijk-beangste meisje liet zich echter niet zoo gemakkelijk kalmeeren. „Och lieve deugd", jammerde ze, „als ik maar niet mee naar den rechter moet! Die schande overleef ik niet. Kan het niet zon der ..Van schande is absoluut geen sprake, Hilda. Je moet de zaak niet overdrijven! Het was natuurlijk heel verkeerd en ondoordacht, wat je gedaan hebt. maar er was toch niets slechts of schandelijks in! En je zult toch zelf niet willen. Hilda, dat er. door jouw toedoen, een ernstige verdenking blijft rusten op een onschuldige?" De kleine kamenier keek verlegen naar den grond. „Neen, dat.... dat zou ik zeker niet willen, juffrouw", klonk het aarzelend. „Ikik zal mij direct gaan aankleeden". Zij ging de kamer uit en Traute staarde haar na met een blik van medelijden in de oogen. Toen nam zij de krant weer, waarin zij had zitten lezen, voordat het meisje binnen kwam. En met de grootste aandacht, woord voor woord, herlas zij het bericht, waarboven met in het oog vallende letters het opschrift „De Russische Bankbiljetten diefstal" prijkte. Omtrent de gevangenneming van Stefan Scheffranek, die in Juli van dit jaar den grooten diefstal bij de Centrale Russische Ma chine- en Motorenfabriek in Charkow pleeg de, kunnen wij het volgende mededeelen. De gelukkige vangst is in hoofdzaak te dan ken aan een Russischen detective, die met taaie volharding het spoor der vluchtelingen heeft gevolgd. Scheffranek heeft reeds een uitvoerige bekentenis afgelegd. Hij verklaarde naar de betrekking van een Charkowsche fa briek te hebben gesolliciteerd in de hoop een kans te zullen krijgen, een flinken slag te kunnen slaan. Met hetzelfde doel had hij ook bij andere groote ondernemingen, die regel matig groote bedragen in kas hebben, gepro beerd in dienst te komen, maar pas bij de Centrale Machinefabriek had hij succes ge had. Door een toeval was hij in aanraking gekomen met den vroegeren boekhouder Franz Beiersdorf. een geboren Duitscher, die echter jaren in Rusland werkzaam was ge weest en die enkele maanden voordat Schef franek zijn betrekking bij de Machinefabriek aanvaardde, daar ontslagen was. Deze Beiers dorf heeft hem met raad en daad bijgestaan en hij was het ook aan wien Scheffranek op den dag van den diefstal bij het verlaten van het gebouw, het grootste deel van den buit ter hand stelde. Ze hadden afgesproken elkaar in een klein hotel in Danzig weer te ontmoeten en voor het geval dat Scheffranek gevangen genomen zou worden, kwamen ze overeen dat Beiersdorf het geld in bewaring zou houden tot de ander zijn straf had uitgezeten. Ze taxeerden die op vier a vijf jaar hoogstens., ze zouden zorgen door gefingeerde adverten ties, waar niemand iets verdachts in zou Kun nen bespeuren in de „Danziger Tagepost", tegen dien tijd voeling met elkaar te krijgen. Beiersdorf zou dan een zeker percentage als bewaar loon krijgen. Maar toen deze laatste vernam dat Scheffranek gearresteerd was, dacht hij, dat hij het heele kapitaal wel voor zichzelf kon houden en verdween hij naar Berlijn. Na wekenlang zoeken gelukte het Scheffranek pas de verblijfplaats van zijn handlanger te ontdekken. Hij stelde zich, na tuurlijk met inachtneming van de noodige voorzorgen niet Beiersdorf in verbinding. Deze zocht echter allerlei uitvluchten en eischte ten slotte het leeuwenaandeel van den buit voor zichzelf op. Hij voelde zich blijkbaar sterk in de overtuiging, dat de ander moeilijk de politie in de zaak kon mengen. Op een nacht, dat er opnieuw onderhandelingen tus-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5