Sombere vooruitzichten voor den tuinbouw.
In het holst van den nacht...
rjMUID ER COURANT
TWEEDE BLAD
WOENSDAG 3 MEI 1933
BEVERWIJK.
Moeilijk te beantwoorden vragen.
De directeur van „Kennemerland"
aan het woord.
W. de Groot.
Getrouw aan de gewoonte heeft de heer
W. de Groot, directeur van de R.K. Coöp.
Tuindersvereeniging „Kennemerland" in de
Dinsdagavond gehouden jaarvergadering van
deze groote tuindersorganisatie eeii jaarver
slag uitgebracht, waarin hij uitvoerig den
toestand in het tuinbouwbedrijf heeft uiteen
gezet, daarbij gelegenheid vindend de meest
urgente vraagstukken, welke met den nood
toestand verband houden, in het licht te
Stellen. In de eerste plaats merkt de direc
teur in zijn jaaroverzicht op, dat de alge-
jneene toestand in den land- en tuinbouw
allerminst tot opgewektheid stemt. Elk jaar
wordt de situatie moeilijker en er is geen
enkel lichtpunt aan te wijzen. Bij de bespre
king van enkele huishoudelijke aangelegen
heden wordt medegdeeld, dat in 1932 zijn uit
getreden 225 leden, één lïd trad tot de orga
nisatie toe, zoodat de vereeniging op 1 Januari
1.1 396 leden telde. Aan het uitvoerige en zeer
lezenswaardige verslag ontleenen wij de vol
gende bijzonderheden.
Op de vergadering van 30 December wer
den de statuten gewijzigd in dier voege, dat
Wie ophoudt lid der vereeniging te zijn een
bedrag betalen moet van 1000. Deze bepa
ling wordt toepasselijk geacht op allen die
per. 31 December 1.1. ophielden lid der ver
eeniging te zijn. Deze wijziging werd met bij
na algemeene stemmen aangenomen, het
geen er op wijst, dat men algemeen inziet
'dat in deze moeilijke tijden de leden bij el
kaar'behoor en te blijven om met elkander
'door den crisistijd heen te worstelen.
De omzetcijfers.
f Dë vëilliïgomzet 'gëe'ffc over hét vorig jaar
'een treurig beeld. Geveild werd 1467201 K.G.
aardbeien voor 238037.16 doorneeprijs
'f 16.22, alle vroege aardbeien inbegrepen.
In 1931 werd geveild 1301784 K.G. voor
'f 226794.01 met een doorsneeprijs van 14.42.
Aan aardbeien dus 165000 K.G. en ruim
10.000 meer dan in 1931.
Aan groenten werd geveild 'f 374.574.40 in
totaal dus over 1932 612.611.56.
Als men den kostprijs van de aarbeïen ëëns
Stelt op 20 cent per K.G. dan is er alleen op
'de aardbeien door de leden een kleine
j 60.000 verloren. Waren die 60.000 nog ont
vangen, dan was er nog geen verdienste,
'doch men had de onkosten terug ontvangen.
De groote inzinking ontstond op en na 2 Juli,
toen de prijs kelderde van 22 op 14 en daarna
spoedig tot 9 ct. per K.G. Het feit, dat wij
altijd iets later zjjn dan het overige Neder
land, is voor de veiling niet voordeelig ge
weest. De andere aardbeiencentra zullen dan
ook wel een hoogeren middenprijs hebben.
De omzet van de groenten is ook veel te
laag, dan dat van een loonende teelt kan
worden gesproken. Ook daarbij zijn door de
tuinders groote verliezen geleden en ook
'daarbij zijn de vooruitzichten allerdroevigst.
Een vergelijking met 1927 en '28, welke
jaren geenszins buitengewoon hooge opbreng
sten gaven, doch als normale, behoorlijke
jaren zijn aan te merken, geeft verschillen
van 400.000 tot circa 600.000 per jaar. Wie
zal zeggen hoe laag de omzetten zullftn komen
voor het laagste punt is bereikt?
Aangenomen wordt dat de aanvoeren vëel
grooter zijn geweest in 1932 dan in de jaren
1927—1928.
Uit de opgave van de Tuinbouw steunwet
blijkt hoe treurig slecht sommige producten
werden betaald. Wat te zeggen van een
doorsneeprijs voor snijboonen van 5.50 per
100 K.G.. voor dubbele boonen van 5.89,
voor dunne boonen. in hoofdzaak stokboonen,
7.22 per 100 K.G. én voor doppers van 7.33.
Rabarber 4 ct. per bos, etc., etc. Hoeveel ver
liet zit daarin niet voor de Tuinders. Het
groote nut ven een statistiek over de geveilde
producten springt hier overigens duidelijk
naar voren. Wie had b.v. gedacht dat Kenne
merland voor evenveel geld aan doppers zou
geveild hebben, dan aan dikke spercieboonen.
Spinazie, sla. andijvie, witlof en peen hebben
een behoorlijken prijs opgebracht, doch het
massaproduct „boonen" heeft tuinders en
veiling weer danig in den steek gelaten.
De toestand van de veiling.
Heeft het jaar 1932 zeer vele teleurstellin
gen gebracht, in den g#ond mag de veiling
een gezond bedrijf genoemd worden. Immers
met alle teleurstellingen werken alle tuin-
dersbedrijven, zonder noemenswaardige uit
zonderingen, met groot verlies. Van inkom
sten en overschotten is reeds lang geen spra
ke meer. De veiling heeft zich in 1932, dank
zij tijdig ingevoerde bezuinigingen, uitstekend
kunnen bedruipen met een provisie van 7 '-c,
en nog een behoorlijk overschot op het deficit
kunnen afschrijven.
De door de Centrale Bank gewenschte extra
afschrijving brengt natuurlijk geen verande
ring in deze exploitatiecijfers. doch verhoogt
alleen het aandeel in de verliezen van hen
die uittreden.
Voor 1933 is bij de begrooting gerekend met
9000 meerdere lasten die tot dusverre door
de bloembollenveiling werden gedragen als
vergoeding voor bewezen arbeidsdiensten
en rente voor het gebouw. Echter heeft men
de begrooting niettemin kunnen sluitend ma
ken met een klein overschot door verdere be
zuinigingen die gedeeltelijk daar tegenover
staan. Een en ander mag den leden wel
eenige geruststelling geven tegen de fantas
tische angst, die men volgens geruchten tegen
de veerkracht der vereeniging in omloop heeft
gebracht.
Boonen gaven een zeer overvloedigen oogst
van prima kwaliteit ook van andere gewassen
mag over het algemeen van een rijken oogst
en een gezond product worden gesproken.
De contingcnteering.
In deze overvloedige oogsten kan heel goed
een deel van de oorzaak der slechte prijzen
schuilen, overvloed brengt dat nu eenmaal
mede, doch voor het grootste deel moeten
deze lage opbrengsten wel worden geweten
aan de crisis, en de stroeve geldcirculatie, die
onze afnemers-landen doet besluiten tot
allerlei maatregelen, die er op gericht zijn de
producten van vreemden bodem geheel te
weren of te contingenteeren. Nog zeer on
langs werden door Duitschland tarieven
vastgesteld, die de Nederlandsche uitvoer v/el
geheel zullen stop zetten. Zal de Regeering in
staat en bereid zijn daartegen met kracht op
te treden en de Duitsche exporteurs, verhin
deren in Nederland meer in te voeren, clan
voor het bedrag wat zij in Holland wederkee-
rig besteden?
„Wij hopen van wel doch wij vreezen", al
dus de heer De Groot, omdat ons wel bekend
is dat daartegen ook van Nederlandsche zijde
groote Staatkundige bezwaren bestaan en
andere belangen daarbij in het gedrang zou
den kunnen komen. Verwacht mag echter
toch worden, dat de Regeering in deze zoover
zal gaan als maar eenigszins mogelijk is,
mede in het belang van den Nederlandschen
Tuinbouw.
Meer doeltreffende hulp.
Voorts wijzen de Tuinbouw Steunwet 1933
en de door den Minister ingediende Machti
gingswet erop, dat de Regeering voor 1933
de tuinbouw op een andere en meer doel
treffende wijze dan tot heden wil helpen-
Zulks mag dan ook verwacht worden, het
is geen overdaad, want voor den landbouw
heeft de Regeering over 1932 f 180.000.000
uitgegeven, waarvan voor den tuinbouw on
geveer f 6.000.000. Deze verhouding is onbe
grijpelijk. Bij elke publicatie spreekt men van
f 130.000.000 voor den Land- en Tuinbouw,
doch men vergeet steeds er bij te vermelden
dat daarvan slechts f 6.000.000 aan den Tuin
bouw is besteed en de rest geheel voor den
Landbouw. Als wij nu weten dat beide Ka
mers zich bij voorbaat bereid verklaarden
voor 1932 méér te geven dan f 5.000.000 in
dien dat noodig bleek, om tot den rechtprijs
de toeslagen uit te keeren, dan verwonderen
wij ons, dat tot heden blijkbaar nog niemand
den Minister heeft geadviseerd daartoe over
te gaan- Heeft ook niet de voor deze wet in
gestelde Commissie van advies dat niet ge
daan?
De Minister beloofde, zoo dat noodig bleek,
den weg naar de kamer -te zullen vinden.
Men publiceert nu dat 40 pet. is uitbetaald,
waar blijft men met de andere 60 pet.?
Het publiek moet steunen
De hoop is dus alweer gevestigd op de
Tuinbouw Steunwet 1933, waarbij de gele
genheid is geopend om een systeem te vol
gen, waarbij het publiek eenigszins moet mede
betalen aan de prijsverhoogingen. Wij zeg
gen „de mogelijkheid geopend is" zulks te
doen, doch blijkens de toelichtingen zal de
minimumprijs, waaronder niet mag worden
verkocht, slechts worden gesteld op 1/3 der
kostprijzen.
Daardoor worden alweer de producten op
de gemeenschap losgelaten voor belachelijke
prijzen en komen de verliezen van den tuin
der ten voordeele voor den verbruiker. Waar
om dwingt men het publiek niet om ongeveer
den kostprijs van het product te betalen in
denzelfden geest als bij de tarwewet e.a. Als
men vreest daarbij den kans op export ge
heel weg te snijden, waarom gaat men dan
niet den weg op van exportpremies? Het stel
len van deze vragen is waarschijnlijk gemak
kelijker dan het beantwoorden, wij zullen
dus hebben af te wachten hoe de nieuwe
steunwet 1933 zal werken.
De moordende tariefmuren.
Dat de verhoogde tarieven in Duitschland
nu reeds moordend werken, is dagelijksch te
bespeuren. Er gaat blijkbaar zeer weinig
over de grenzen. Indien Engeland het voor
nemen om de invoerrechten voor Vruchten-
pulp te verhoogen ook nog uitvoert, dan
wordt het vooruitzicht voor de aardbeienaf-
zet ook nog donker. Dan is met recht elk
lichtpunt verdwenen.
Wij zijn ongemerkt tóch weer op het ter
rein der klachten aangeland, doch willen
volstaan met deze klacht, dat het een zon
derlinge toestand is, wanneer menschen die
van ochtend tot avond hard gewerkt en voed
sel hebben geproduceerd, en datzelfde voed
sel „voor wat of niets" op de gemeenschap
hebben moeten loslaten, aan het einde van
het seizoen met een leege beurs of met schul
den den winter moeten ingaan, en zelfs ge
noodzaakt zijn bij tientallen de hand op te
houden bij de plaatselijke overheid om het
allernoodzakelijkste voedsel voor vrouw en
kinderen. Die toestand is allerdroevigst. In
vele gemeenten is de overheid bereid en in
staat die hand eenigszins te vullen, doch
het schreit ten Hemel, dat geen enkele Rijks
regeling die gemeenten helpt, die daarin niet
7 Mei is Tiet 100 jaar geleden, dat de groote componist Johannes Brahms géboren werd.
Hierboven zijn geboortehuis in Hamburg
voldoende uit eigen middelen kunnen of wil-
len voorzien.
Fondsvorming.
Terugkeerend tot ons verslag vermelden
wij. dat in het najaar werd besloten toe te
treden tot de vorming van een fonds, door
gezamenlijke inhouding van 12 pet. van den
omzet. In de toekomst zullen uit dat fonds
de producten worden opgekocht waarvoor
geen kooper te vinden is. De Provinciale over
heid heeft, om die fondsvorming aan te moe
digen voor 1932 en 1933 f 200.000 beschikbaar
gesteld om nu alvast die producten uit de
markt te nemen, en te betalen, zonder dat
het gespaarde fonds van 1/2 pet. daarvoor
behoeft te worden aangesproken, en wel
door bemoeiing van het In- en Verkoopbu
reau.
De werking dezer maatregel is reeds goed
merkbaar bij de spinazie van den nieuwen
oogst 1933. waarvan verscheiden duizenden
kisten reeds werden betaald en vernietigd.
Bij de in werking treding der Steunwet 1933
zal waarschijnlijk, ongeveer deze werkwijze
worden overgenomen voor het geheele land.
middels een soortgelijke Regeeringsinstantie.
Rapport keurmeester.
Uit het rapport van den keurmeester bleek
o.m., dat van de 445 afkeuringen er 237 aan
Kennemerland zijn gevallen, "waarvan ruim
100 over partijen die van veraf zijn aange
voerd dus p. m. 130 afkeuringen voor onze
omgeving, hetgeen relatief geen slechte uit
komst is.
In totaal kwamen 115 afkeuringen wegens
onderwicht voor, zoodat de keurmeester ad
viseert het onderwicht dubbel te korten.
Daartegen bestaan echter de bezwaren der
wederkeerigheid en der keurjagerij. Aan den
keurmeester werd dank gebracht voor de
opvoedkundige wijze waarop hij zijn ambt
steeds pleegt uit te oefenen, evenals voor zijn
steeds onpartijdige beslissingen, zonder aan
zien des persoons.
Aan het reclamefonds en het U. C. B. wer
den dit jaar weer ae verplichte bijdragen
verleend. Bij den huidigen stand der export
mogelijkheden zou men geneigd zijn te zeg
gen dat het beter is de propaganda maar
voorloopig te staken en de beschikbare gelden
te reserveeren voor andere doeleinden, b.v.
reclame binnenland, studie voor teeltwijzi
gingen e-d. Natuurlijk staat zulks aan de
Centrale Organisatie te beoordeelen.
Van het personeel der vereeniging is in
1932 veel gevergd. Bij ingrijpende loonsver
lagingen is de goede geest en verstandhou
ding volledig bewaard gebleven, waardoor
het mogelijk was, dat naast de verlaging be
langrijke offers zijn gebracht aan vrijen tijd
en arbeidspraestatie, waardoor de speciale
kosten in het hoogseizoen niet weinig zijn
gedrukt. De betere bedrijfsresultaten dan
over 1931 zijn daaraan voor een groot deel
te danken, zoodat dit gaarne in het jaarver
slag wordt vermeld.
De standsorganisatie de L. T. B.. de Provin
ciale en landelijke organissatie der Veilingen
hebben in 1932 veel arbeid uitgevoerd om
van de regeering steunverleeningen te krij
gen. Het is niet aan hen te wijten dat tot
heden voor deze streek zoo weinig is gedaan.
Wij hopen en vertrouwen dat zij de aan
dacht van Zijn Excellentie den Minister blij
vend op ons district zullen weten te vestigen
opdat wij toch gelijk zullen worden ge
steund als andere tuinbouwstreken. Het pros
pectus der nieuwe wet biedt daarvoor in-
tusschen wel de gelegenheid
Een ernstig woord.
Hebben wij in ons vorig jaarverslag den
wènsch uitgesproken .dat' de ledeneendrach
tig bij elkaar zouden blijven staan om door
de crisis heen te worstelen, ook nu is deze
ernstige vermaning nog meer geboden-
De tuinbouw zakt van lieverlede meer in
elkander. Het is heel goed mogelijk dat de
toestand geleidelijk nog slechter wordt
Daarbij komt dan een onverschilligheid te
genover de vereeniging en een angst voor
de toekomst, die voor een coöperatie met
aansprakelijkheid zeer funest is. Men moet
vertrouwen hebben in de toekomst van een
bedrijf, ook al komen er eenige voor het be
drijf onvoordelige jaren. Het verleden heeft
bewezen hoe er gewerkt kan worden om weer
daaroverheen te komen. Men bereikt met
oneenigheid en wantrouwen werkelijk niets.
Een veilingvereeniging als Kennemerland.
waar het leven dag aan dag, in en uit de
gebouwen stroomt is geen vereeniging, waar
voor men zich beangst behoeft te maken,
daar worden voor de tegenslagen wel midde
len gezocht.
Eén ding echter kan de vereeniging in ge
vaar brengen en dat is een ongemotiveerde
uittreding van leden. Daardoor worden de
blijvende leden ontmoedigd en ontstemd
terwijl in den regel de credietgevers door
allerlei onaangename maatregelen de dek
king voor de verstrekte credieten trachten te
behouden; waardoor de jonge tuinders bui
ten de vereeniging worden gehouden en de
gewone voortgang van het bedrijf wordt ge
stoord.
Dit is wel de zwakste zijde van de coöpera
tieve vereeniging. Het is dus de zaak der le
den zelf in dergelijke tijden de vereeniging
hoog te houden, hoog uit boven alle onte
vredenheid. beschuldigingen en verdacht
makingen, die in den regel in gebrek aan
inzicht en aan onbekendheid met de juiste
toestanden hun oorsprong vinden. Willens en
wetens worden daardoor dikwijls personen
getroffen die allerminst een dergelijke be
handeling verdienen.
Het jaarverslag eindigde met een woord
van dank aan bestuur en leden voor de goede
samenwerking en met den wensch, dat 1933
voor allen de middelen zal mogen brengen,
die voor eenvoudig levensonderhoud onont
beerlijk zijn.
JAARVERGADERING VAN
„KENNEMERLAND".
RUIME AFSCHRIJVINGEN.
De R.K. Coöp. Tuindersvereeniging
..Kennemerland" hield Dinsdagavond in haar
veilingsgebouw aan de Breestraaf een druk
bezochte jaarvergadering. De voorzitter, de
heer Jac. P. Nijssen, sprak een openings
woord. waarin hij den ongunstigen toestand
in het tuinbouwbedrijf in het licht stelde.
Spr. legde voorts een verklaring af ten aan
zien van de bloembollenveiling „Beverwijk",
zulks naar aanleiding van de moeilijkheden,
welke met de credietgeefster zijn gerezen.
Het bestuur hoopt alsnog tot een overeen
komst te kunnen geraken.
Voorts deelde de voorzitter mede, dat öc
richtprijs voor aardbeien 'met één cent per
K.G. is verhoogd.
De voorzitter deed hierna de volgende
mededeelingen:
a. Producten, die tegen dpn minimumprijs
door het In- en Verkoopbureau zijn overge
nomen, moeten als verkocht, worden be
schouwd en door den tuinder ter bestemder
plaatse worden afgeleverd.
b. Getracht zal worden voor de hoeveel
heid van 100.000 ton kolen verlaging der
Engelsche invoerrechten te verkrijgen.
c. Van een op contract te telen hoeveel
heid van 50.000 K.G. dubbele sperciboonen
konden nog 12.000 KG. worden geplaatst,
waarvoor zich alsnog gegadigden konden aan
melden.
d. De door een der leden in de vorige ver
gadering besproken extra ingehouden 1 pet.
heeft over 1932 een bedrag van f 2463.52 op
geleverd.
Na het jaarverslag.van den directeur, waar
van elders in dit nummer een uittreksel is
opgenomen, bracht de accountant der ver
eeniging de heer Keesom het financieele
rapport uit over 1932. De exploitatie-rekening
vertoonde aan baten een bedrag van
f 43.667.12, aan lasten f 29.132.90, zoodat de
bruto-winst f 14.534.22 bedroeg. Na aftrek
van de intresten was de netto-winst f 10.491.25
De balans vertoonde in actief en passief een
eindbedrag van f 244.074.90.
In verband met de waardevermindering
van de gebouwen enz., was besloten tot het
verrichten van hooge afschrijvingen. In to
taal werd f 79.744.25 afgeschreven. Na af
trek van de netto-winst bleek het deficit
te zijn gestegen tot f 110.920.31.
Met het oog op de na 1 Maart 1925 inge
treden leden, die geen aandeel in het deficit
hebben, werd voorgesteld de afschrijving der
bedrijfsoverschotten te bepalen op één derde
op het oude en tweede op het nieuwe
deficit.
Voor 1933 zou het aandeel dier leden te
stellen zijn op f 190, dat der overige leden
op f 190 plus het resteerend aandeel van
het oude deficit ad f 150, totaal f 340.
Het bestuur had door verschillende maat
regelen enkele'belangrijke bezuinigingen we
ten te bewerken, o.a. f 5200 op personeel, op
onkosten f 3800. Het resultaat was, dat in
totaal f 7800 op de bedrijfsrekening kon wor
den verkregen.
Door de ruime afschrijvingen geeft de ba
lans een juist beeld van den werkelijken toe
stand.
Ingekomen waren de volgende voorstellen:
Van de leden A ,J. Selïuyl, P. Fatels en
Th. Bruins, strekkende tot het organiseeren
van een speciale duinzandaardappelen-
veiling,
Het bestuur zal een onderzoek instellen
om dit te regelen als voor het artikel schor
sen eeren geldt;
Van den heer L. Sprangcrs Czn., om de
bloemkool afzonderlijk te veilen. Na toe
lichting van den voorsteller zal het bestuur
trachten een regeling te treffen.
Van W. Schoorl Jzn., G. Heyne Jaczn. en
C. v. Duivenvoorde Jz., om de statuten te
wijzigen in verband niet de uittreding van
leden, die wegens hoogen ouderdom uit het
bedrijf treden. Het bestuur achtte dit voor
stel niet door te voeren. Aan het bezwaar
wordt echter reeds zooveel mogelijk tegemoet
gekomen.
Van P. Klaassen om te komen tot een
samenwerking van alle tuindersvereenigingen
in de streek van Heiloo tot Santpoort en tot
één groote centrale veiling, waardoor enor
me bezuinigingen worden verkregen en alit
krachten worden samengevoegd.
Het bestuur achtte clit voorstel te veel
om vattend, al valt voor concentratie veel te
zeggen. Op het oogenblik valt zulk een con
centratie niet tot stand te brengen.
Tenslotte meende het bestuur in verband
met een voorstel van de heeren F. P. Heere
mans, C. Rutte e.d., dat het op het moment
niet gewenscht inoet worden geacht het lid
maatschap van den L. T. B. verplichtend te
stellen voor de leden van Kennemerland.
Hierna volgde de bestuursverkiezing. De
heer J. P. Nijssen werd als voorzitter her
kozen. Ook de periodiek-aftredende bestuurs
leden de heeren W. Roling, W. Scholten en J.
v. Duivenvoorde werden herkozen. In de
vacature, ontstaan door bedanken van den
heer J. Metselaar werd voorzien door de ver
kiezing van den heer J. Metselaarè
De heeren Jac. Wefcerings en J. v. Eerde
Az. werden als commissarissen herkozen.
De heer J. v. d. Pelt deed als nieuwe com
missaris zijn intrede.
Nadat van de rondvraag nog een druk
gebruik was gemaakt werd de vergadering
met een woord van dank voor de vlotte wijze,
waarop de leden de verstrekkende financieele
voorstellen van het bestuur hadden gesteund
gesloten
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
37)
(Nadruk verboden).
„Een oogenblikje, mijnheer Heynitz!" ze!
liij en tegelijk haalde hij een papier uit zijn
zak. „Ik moest u de rekening presenteeren
als u kwam".
„Wat beteekent dat?" vroeg de ander ge
prikkeld, zich tevergeefsch inspannend zijn
schrik achter een masker van laatdunkend
heid te verbergen. „Ik heb tot nog toe weke
lijks betaald".
De kellner haalde de schouders op.
„De baas heeft gezegd dat u direct betalen
moest; ik kan er ook niet aan doen."
Met een nijdigen ruk trok Heynitz het pa
pier uit de handen.
„Natuurlijk zal ik het betalen, als jullie
me niet vertrouwt", stiet hij uit, ..maar je be
grijpt zeker wel, dat ik op staande voet hier
vandaan ga. Je kunt het geld direct boven
komen halen".
Toen hij de deur van zijn kanier achter
zich gesloten had, bleef Georg Heynitz een
oogenblik hijgend staan en in een aanval van
vertwijfeling balde hij krampachtig de vuis
ten, die hij als een krankzinnige boven zijn
hoofd heen en weer schudde. Zijn verwrongen
gezicht had niets menschelijks meer. Daarop
trok hij de koffer van achter een gordijn te
voorschijn en smeet er in wilde haast zijn be
zittingen in. Hij was juist klaar toen de
kellner kwam om het geld in ontvangst te
nemen. En achter dezen liep hij de trap af.
Op het moment echter, dat hij naar buiten
wilde stappen, werd er een hand zwaar op
zijn schouder gelegd en omkijkend keek hij
in het gelaat van een forschen man met een
rooden baard, achter wien twee, in uniform
gekleede agenten opdoken.
„Stefan Scheffranék je bent gearres
teerd!" klonk het hem-in het Russisch in de
ooren. „En ik raad je goedschiks mee te
gaan, want zooals je ziet is iedere poging tot
verzet nutteloos".
XVHL
„Heeft de juffrouw mij gebeld?"
Zacht en schuchter kwamen de woorden
over de lippen van de aardige kleine kame
nier. Haar oogen waren rood van het huilen
en ze was dicht bij de deur blijven staan, in
de blijkbare hoop, zich direct weer te kunnen
verwijderen.
Traute, die in wandeltoilet voor haar
schrijftafel stond, keek het meisje ernstig
aan.
„Je moet je dadelijk klaar maken om uit te
gaan, Hilda!" antwoordde zij vriendelijk.
„Maar haast je alsjeblieft een beetje".
Er kwam een uitdrukking van angst in de
gewoonlijk zoo schalksche oogen.
„Waar moet ik dan naar toe, juffrouw?"
vroeg zij met een benepen stemmetje. En ze
barstte opnieuw in snikken uit, toen Traute
antwoordde;
„Je moet met mij mee naar den rechter van
instructie. Maar je hoeft er niet om te huilen,
Hilda; cr is geen reden om je ergens ongerust
over te maken. En ik durf je wel beloven, dat
ook mijn vader je vergeven zal".
Het doodelijk-beangste meisje liet zich
echter niet zoo gemakkelijk kalmeeren.
„Och lieve deugd", jammerde ze, „als ik
maar niet mee naar den rechter moet! Die
schande overleef ik niet. Kan het niet zon
der
..Van schande is absoluut geen sprake,
Hilda. Je moet de zaak niet overdrijven! Het
was natuurlijk heel verkeerd en ondoordacht,
wat je gedaan hebt. maar er was toch niets
slechts of schandelijks in! En je zult toch zelf
niet willen. Hilda, dat er. door jouw toedoen,
een ernstige verdenking blijft rusten op een
onschuldige?"
De kleine kamenier keek verlegen naar den
grond.
„Neen, dat.... dat zou ik zeker niet willen,
juffrouw", klonk het aarzelend. „Ikik zal
mij direct gaan aankleeden".
Zij ging de kamer uit en Traute staarde
haar na met een blik van medelijden in de
oogen. Toen nam zij de krant weer, waarin zij
had zitten lezen, voordat het meisje binnen
kwam. En met de grootste aandacht, woord
voor woord, herlas zij het bericht, waarboven
met in het oog vallende letters het opschrift
„De Russische Bankbiljetten diefstal" prijkte.
Omtrent de gevangenneming van Stefan
Scheffranek, die in Juli van dit jaar den
grooten diefstal bij de Centrale Russische Ma
chine- en Motorenfabriek in Charkow pleeg
de, kunnen wij het volgende mededeelen.
De gelukkige vangst is in hoofdzaak te dan
ken aan een Russischen detective, die met
taaie volharding het spoor der vluchtelingen
heeft gevolgd. Scheffranek heeft reeds een
uitvoerige bekentenis afgelegd. Hij verklaarde
naar de betrekking van een Charkowsche fa
briek te hebben gesolliciteerd in de hoop een
kans te zullen krijgen, een flinken slag te
kunnen slaan. Met hetzelfde doel had hij ook
bij andere groote ondernemingen, die regel
matig groote bedragen in kas hebben, gepro
beerd in dienst te komen, maar pas bij de
Centrale Machinefabriek had hij succes ge
had. Door een toeval was hij in aanraking
gekomen met den vroegeren boekhouder
Franz Beiersdorf. een geboren Duitscher, die
echter jaren in Rusland werkzaam was ge
weest en die enkele maanden voordat Schef
franek zijn betrekking bij de Machinefabriek
aanvaardde, daar ontslagen was. Deze Beiers
dorf heeft hem met raad en daad bijgestaan
en hij was het ook aan wien Scheffranek op
den dag van den diefstal bij het verlaten van
het gebouw, het grootste deel van den buit ter
hand stelde. Ze hadden afgesproken elkaar in
een klein hotel in Danzig weer te ontmoeten
en voor het geval dat Scheffranek gevangen
genomen zou worden, kwamen ze overeen dat
Beiersdorf het geld in bewaring zou houden
tot de ander zijn straf had uitgezeten. Ze
taxeerden die op vier a vijf jaar hoogstens.,
ze zouden zorgen door gefingeerde adverten
ties, waar niemand iets verdachts in zou Kun
nen bespeuren in de „Danziger Tagepost",
tegen dien tijd voeling met elkaar te krijgen.
Beiersdorf zou dan een zeker percentage als
bewaar loon krijgen. Maar toen deze laatste
vernam dat Scheffranek gearresteerd was,
dacht hij, dat hij het heele kapitaal wel voor
zichzelf kon houden en verdween hij naar
Berlijn. Na wekenlang zoeken gelukte het
Scheffranek pas de verblijfplaats van zijn
handlanger te ontdekken. Hij stelde zich, na
tuurlijk met inachtneming van de noodige
voorzorgen niet Beiersdorf in verbinding. Deze
zocht echter allerlei uitvluchten en eischte
ten slotte het leeuwenaandeel van den buit
voor zichzelf op. Hij voelde zich blijkbaar
sterk in de overtuiging, dat de ander moeilijk
de politie in de zaak kon mengen. Op een
nacht, dat er opnieuw onderhandelingen tus-