DRAG HARLAN
Inbraak op kasteel Nijenrode opgehelderd.
Kasteelheer in het complot en gearresteerd.
HET RAADHUIS VAN WIJK AAN ZEE EN DUIN.
1JMUIDER COURANT VRIJDAG 12 MEI 1933
TWEEDE BLAD
Alles vooraf in scène gezet.
dit jaar ook weer via den particulier detec
tive J. gebeurd. Ook in dit geval speelde J.
weer de rol van den pienteren en ijvcrigen,
doch uiterst geheimzinnigien detective.
Het lezen van Conan Doyle, Edgar Wal
lace en Oppenheim schijnen hun invloed niet
te hebben gemist. Hij zou ook om deze partij
op te sporen weer geweldige onderzoekingen
hebben gedaan. Zoo had hij bijv. het verhaal
gedaan, dat in het bosch in de nabijheid van
de Hollandsche Rading in den omtrek van
Utrecht, zooveel stappen links en zooveel
stappen rechts, de buit in een greppel lag be
graven.
Het behoeft geen betoog dat deze verhalen
slechts in het vruchtbaar brein van dezen
detective bestonden en de schilderijen reeds
lang op een veilig plekje in zijn kantoor
waren opgeborgen.
Door deze verschillende verklaringen
hoopte het bewijs tegen den kasteelheer zich
op en Dinsdagavond besloot de justitie haar
laatsten slag te slaan in den vorm van ae
arrestatie van O.
De Officier van Justitie Mr. van Thiel. de
chef van de centrale recherche, de heer
Posthuma, en de beide rechercheurs de hee-
ren Loman en Weilé, begaven zich in den
laten avond per auto naar het kasteel.
Op hun vordering ontsloten zich onmiddel
lijk de groote kasteelpoorten, doch het bleek
dat de vogel gevlogen was.
Noch de portier, noch de tuinman, noch
een der andere leden van het uitgebreide
personeel, wisten te vertellen, waar hun heer
en meester zich ophield.
Juist arriveerde de groote auto van den
heer O., waarin zich alleen zijn chauffeur
bevond. Deze bleek spoedig geneigd om in
lichtingen te geven. Hij vertelde dat zijn
meester zich op het oogenblik in den Haag
bevond, waarheen hij juist uit Duitschland
was teruggekeerd
Hij was teruggekeerd, omdat zijn vrouw-
haar arm had gebroken. Zoo speelt dus ook
weer het toeval een rol in deze langen tijd
zoo mysterieuze geschiedenis.
Onmiddellijk begaven de beide rechercheurs
zich naar den Haag, waar hij werd gear
resteerd. Het hoeft geen betoog dat zoowel
de justitie als de politie hier uitstekend
werk heeft verricht. Vooral dat nu duidelijk
uitkomt welke rol B., die ook in connectie
staat met M. G., den „Al Capone" van Am
sterdam. in de onderwereld van Amsterdam
speelt.
De instructie in deze zaak is nog in vollen
gang. Het materiaal dat zoowel door het par
ket als door den rechter-commissaris moet
worden verwerkt is overstelpend groot.
De eerste weken zal dan ook van de be
handeling in openbare zitting wel geen
sprake kunnen zijn.
Echter vermocht deze teleurstelling niet
den ijver der Wegen-Commissie te doen lu
wen; in hetzelfde jaar werd in Wassenaar
door den Bond en de gemeente een teersteen-
slagweg aangelegd.
Ondanks den oorlog bleef de commissie nut
tig werk verrichten.
De Bond gaf ten behoeve der wegenverbete
ring uit een bedrag van rond 400.000.
Aan den aanleg van rijwielpaden heeft de
Bond sedert 1892 zijn bijzondere aandacht ge
wijd en schatten gelds besteed.
De oprichting van rijwielpadvereenigingen.
op initiatief van den A. N. W. B„ heeft ten
gevolge gehad, dat in verschillende gedeelten
van ons land netten van vrijliggende rijwiel
paden zijn aangelegd met subsidie van den
Bond, welke paden zich slingeren door bos-
schen en duinstreken en over heide. Op deze
paden vindt de wielertoerist zichzelf terug;
vèr van het stadsgewoel en het enerveerende
moderne verkeer op de groote wegen; hij
vindt daar de rust en voelt zich* één met de
natuur.
Sedert 1910 heeft de A. N. W. B. aandacht
geschonken aan de belangen der ruiters,
voor wie tengevolge van het toenemende snel
verkeer op de groote wegen, afzonderlijke pa
den steeds meer urgent werden.
De A. N. W. B. is de eenige toeristen- er
verkeersbond, die de ontwikkelings-geschie-
denis van de auto heeft beleefd.
In 1886 meldde het Bondsorgaan: „Voor
vrienden van de vélocipède-sport zal het van
belang zijn te vernemen dat een groote voor
uitgang op dit gebied te vermelden is, n.l.
door een uitvinding van de firma Benz en Co.
te Mannheim. Er wordt in deze fabriek te
genwoordig een driewielige vélocipède ge
maakt, die door een motor, in constructie
overeenkomend met den gasmotor, gedreven
wordt. Het heele voertuig is niet veel grooter
dan een gewone tricycle en maakt een zeer
aangenamen en eleganten indruk".
Ruimschoots werd aandacht geschonken
aan de techniek van de automobiel. Zoo was
ook in dit opzicht de Bond de eerste, die aa
het zich in vlug tempo ontwikkelend snelver-
voermiddel aandacht schonk en de eerste -bc
oefenaars van het automobilisme en van de
motorsport leverde.
En al mogen er sedert aiidere vereeni-
gingen met meer beperkte taak voor automo
bilisten en motorrijders zijn opgericht, het
meerendeel der Nederlandsche toeristen en
weggebruikers, die van auto of motorfiets
gebruik maken, is lid van den, A. N. W. B..
die voor een luttele contributie het meest
geeft en op het gebied van wegenverbetering,
verkeer en toerisme van zijn oprichting af
gangmaker is geweest (Wordt vervolgd
DAMMEN.
LIGTHART HERSTELT ZICH,
DE JONG FAALT!
De traditie getrouw heeft de Jong het in
het kampioenschap van IJmuiden niet tot
de finale kunnen brengen, ondanks'zijn 2
winstpartijen tegen Ott en Kramer. Voor
Bais was dit een meevallertje, daar hij zeer
slecht stond, nog had de Jong 2 keer de kans
er een remise uit te halen doch de zenuwen
speelden de hoofdrol, en na een keurig eind
spel wist Bais zich zoo goed als zeker te plaat
sen voor de finale. Op merkelijk is het suc
ces van deze speler in dit tournooi.
ukel is weer Dukel! Kraai kreeg, reeds na
een half uur spelen den ..damdood". Ott hield
even langer vol. resultaat echter hetzelfde.
Nu alleen nog de Jong! zal die ook zoo'n wil
lig slachtoffer zijn? Kramer stelt erg teleur,
hij kan beter, vooruit! een goede eindspurt.
Schaap slaagde er in een remise te' foreeeren
tegen Bais.
In de B-groep zit nog geen schot, Ligthart
leed een plotselinge nederlaag tegen van der
Velde, toen kwam echter de fighting spirit
terug en hij slaagde erin óm twee rivalen te
kloppen. Smit en Koetsier, Hij moet echter
van Versteeg ook winnen om zich te plaatsen
hier is alles nog mogelijk. Zelfs de kleine
Suik begint zich te roeren. Koetsier remise,
van der Velde geslagen, zet door Kees! Op
van der Velde na hebben allen, nog een kans;
jammer is het dat Versteeg achter is. Post
en Ligthart zijn zeker favoriet, met Versteeg
als gevaarlijke „outsieder". Opvallend is het
slechte spelpeil; er gaat haast geen partij
voorbij of er wordt geblunderd. De stand is
thans:
A-groep;
gesp. gew
rem. verl.pnt.
B. Dukel
5
5
0
0
10
C. Bais
5
3
1
1
7
K. de Jong
5
2
1
2
5
A. Kraai
4
2
0
2
4
D. Ott
4
1
0
3
2
H. Schaap
4
0
2
2
2
J. Kramer
3
0
0
3
0
B-groep:
A. Ligthart
5
2
2
1
6
C. Suik
5
1
3
1
5
A. Post
3
1
2
0
4
J. Smit
3
1
I
1
3
Versteeg
1
1
0
0
2
L. Koetsier
3
O
2
1
2
P- v. d. Velde
4
1
0
3
2
Nog acht andere arrestaties.
Amsterdamsche onderwereld werkte mee
AMSTERDAM, 11 Mei (V.D.) Op 29 Ja
nuari van het vorig jaar had op het kasteel
.Nijenrode", in de nabijheid van Breukelen,
Ben inbraak plaats, waarbij eenige schilde
rijen en een aantal miniaturen van zeer hooge
waarde werden gestolen.
Reeds onmiddellijk was de geheele zaak om
geven door flen waas van geheimzinnigheid,
en thans is het de Amsterdamsche Justitie en
de centrale recherche te Amsterdam, onder
leiding van inspecteur Postuma, met behulp
van zijn rechercheurs de Weile en
Loman gelukt, d/n sluier van geheimzinnig
heid die over dit misdrijf hing. op te lichten.
Er is komen vast te staan, dat de geheele
inbraak een in elkaar gezet plan was, waar
van de verzekeringsmaatschappij tot een
bedrag van 70.000 gulden de dupe is geworden.
De Justitie heeft thans in totaal gear
resteerd de drie inbrekers, het geestelijk hoofd
der inbrekers een bekend heler, die nog on
langs werd veroordeeld, een particulier detec
tive en zijn secretaresse, benevens een tus-
schenpersoon tusschen de dieven en den heer
K. een bekende van den heer M. O. v. N., den
bewoner van het kasteel.
Ook deze beide laatste personen zijn ge
arresteerd, zoodat in totaal negen personen
lijn gearresteerd.
Er kwamen eenige maanden 'geleden ten
Ërket geruchten binnen, dat een groot aan-
valsche Turmac-bons, die gefabriceerd
warén in België, hier te lande in omloop wa
len. De valsch-geldcentrale, waaronder deze
laak ressorteerde, stelde een onderzoek in.
het politie-onderzoek leidde tot een huiszoe
king bij den particulieren detective J.. in de
wandeling en. in de onderwereld betiteld met
den naam „Dikkie Bigmans". Bij deze huis
zoeking in de woning aan de Stadhouders
kade werden twee miniaturen gevonden, af
komstig uit het kasteel „Nijenrode" en op 29
Februari van het vorig jaar gestolen.
Naar alle waarschijnlijkheid is de inbraak
op het kasteel in elkaar gezet werk geweest.
De detective en zijn assistente, de 28-jarige
mej. A. N„ werden gearresteerd. Het spoor
werd hardnekkig door justitie en politie ge
volgd, en de detective zoowel als zijn assisten
te legden later voor de politie en den rechter
commissaris een bekentenis af.
De inbraak in het kasteel Nijenrode was
„een kunstje geweest" op grond van de door
dit tweetal afgelegde verklaringen werden
weer twee huiszoekingen gedaan, een in Den
Haag onder leiding van den Officier van
Justitie te Amsterdam Mr. Dr. A. van Thiel
en een in Amsterdam.
In Den Haag werden huiszoekingen ver
richt bij J. W. W. die vroeger een buiten be
woonde in de nabijheid van Naarden en O. A.
die houder van renstallen was.
Te Amsterdam werd huiszoeking verricht
bij zekeren W. in de Van Woustraat. Deze
man is een „Manusje van alles", die reeds in
allerlei zaken en ondernemingen heeft ge
werkt. Hij is een „zakenvriend" van K. uit
Den Haag.
De huiszoeking in de Van Woustraat lever
de nieuw materiaal in den vorm van twee
belangrijke brieven, achter een spiegel van
de kast in de slaapkamer. Het bleken concep
ten te zijn van chantagebrieven aan den
heer O., bewoner van het kasteel. Deze brie
ven waren geschreven door K. te Den Haag.
Uit de verhooren van K. en W. bleek vooral
door de verklaringen van W. dat zij de scha
kel hadden gevormd tusschen den bewoner
van het kasteel en de kraker-combinatie, be
staande uit den békende B en drie zware
jongens.
W. heeft volledig bekend, dat hij in op
dracht van K. die weer gehandeld heeft in
overleg met O., zich in verbinding met de drie
inbrekers heeft gesteld. Twee van dit drietal
zijn bekende inbrekers, terwijl de derde een
zgn. „gabber" (een inbreker in opleiding) is.
De inbrekers die kort geleden zijn gear
resteerd. hebben volledig bekend, gedurende
de verhooren voor politie en rechter-commis
saris hebben zij tot in details verteld hoe de
inbraak heeft plaats gehad.
Zij waren voorzien van een situatiekaart
waarop de verschillende toegangen tot het
groote kasteel nauwkeurig waren aangegeven.
Zij zijn binnengedrongen door een raam van
een hoekzaal. Dit raam was voorzien van
glas-in-lood-ruitjes en ook hierin voorzagen
de informaties. Zij hadden n.l. opdracht het
derde ruitje van boven en het vierde ruitje
van onder te verbreken, zoodat zij door hun
hand er doos te steken den grendel weg kon
en schuiven.
Er was afgesproken, dat op 29 Februari de
„stoot" zou plaats hebben, doch vooraf had-
FEUILLETON
door CHARLES ALDEN SELTZER
Naar het Amerikaansch dcor
HENRI VAN DE WEG.
3)
De stem van den man klonk heesch; hij
Wilde blijkbaar zoo min mogelijk zeggen en
wierp tersluiks angstige blikken naar den
voet van de rots. waar Dolver had gestaan.
De onrustige houding van zijn tegenstan
der ontging dezen niet. Argwanend keek hij
om zich heen. In een oogwenk was hij uit
het zadel en stond hij dreigend voor Laskar.
„Leg je wapens en patronen onder mijn
paard", beval hij scherp. „Er gebeurt hier
iets, wat ik niet weet. Ik moet eens even
gaan kijken".
Hij zag toe hoe de man zijn patroongordel
losgespte en dien, de revolver nog in den
holster, in het zand wierp bij de hoeven van
Fantoom. Vervolgens stapte hij op den kerel
toe, dreigend met een van zijn revolver, en
streek met zijn vrije hand over diens kleeren
om te weten of hij nog andere wapens droeg
Toen hij niets vond, bukte hij zich en raapte
den de inbrekers zich degelijk op de hoogte
gesteld, of de zaak niet ineen was gezet om
hen in den val te laten loopen
Hoewel het binnenplein dik met grint is
belegd en het verbreken van de glas in lood
raampjes wel leven maakte, hoorde dc
kasteelbewoner die n.b. vlak boven de be
wuste kamer sliep niets van het geval.
.t$ehalve van instructies hoe binnen te ko
men. was den inbrekers ook nauwkeurig ge
zegd wat zij van de kunstschatten moesten
meenemen.
Een gedeelte van de antiquiteiten behoort na
melijk aan de fa. Goudstikker, die dit kasteel
gedeeltelijk als showroom gebruikt.
Den inbrekers was gezegd dat zij de schil
derijen moesten hebben die onder „roetmop",
'n makkelijk te herkennen schilderij, hingen
Daar deze kamer vrij dicht aan den hoofd-'
weg is gelegen, hebben de uitgenoodigde in
brekers de gordijnen maar dicht geschoven,
wat ook weer met lawaai gepaard ging. ,.hefc
leken wel vloerkleeden" verklaarden de hee-
ren voor de rechter-commissaris.
Voorts hebben de inbrekers voor den rech
ter-commissaris nadrukkelijk verklaard zich
precies aan de instructies te hebben gehouden
en 5 schilderijen en een aantal miniaturen die
klaar waren gezet hebben weggenomen. Alles
was zoo geprepareerd, dat alle vergissingen
waren uitgesloten. De miniaturen gingen in
een zak en de kostbare schilderijen werden
achterop de fiets gebonden en zoo ging het
hoofdstad-waarts.
Het gestolen goed werd naar den ouden
bekende van politie en justitie B. gebracht,
die de inbrekers uitgestuurd had. Toen was
het wachten op geld. Er was geaccordeerd,
dat verschillende inbrekers 12.000 gulden te
verdeelen zouden krijgen. De betaling trai
neerde echter op dusdanige wijze, dat zij als
schadeloosstelling er zelfs nog 8000 gulden
oplegden, doch de heer O. zat vrijwel op
zwart zaad. zoodat van betaling niets kwam.
B. en zijn inbrekersstaf werden ongeduldig.
Aanvankelijk besloten zij om zich schadeloos
te stellen voor zoover het mogelijk was door
het goud van de miniaturen te sloopen
Eindelijk kwam 1500 gulden binnen. De
Haagsche K. kreeg f 500, de man die als tus-
schenpersoon tusschen K. en B. was opge
treden ontving eveneens f 500, terwijl voor
B. en zijn inbrekers de laatste f 500 werd
afgestaan.
Een maand lang werd er levendig onder
handeld. Min of meer bedekte bedreigingen
aan het adres van den kasteelhouder ble
ven niet uit, doch geld kwam er niet op tafel.
B. en zijn inbrekers zaten toen met hun ge
stolen waar opgescheept, want zoowel de
schilderijen als miniaturen zijn van zoo
danige bekendheid in de wereld van den
kunsthandel, dat een eenigszins loorlende
verkoop absoluut onmogelijk was zonder ge
snapt te worden.
Nu komt de volgende schakel in deze Edgar
Wallace-story.
B. zocht contact met de particuliere de
tective J., wetende, dat deze nog al eens door
verzekeringsmaatschappijen wordt belast met
het opsporen van gestolen goed. Deze J. stelde
zich op zijn beurt weer in verbinding .net de
verzekeringmaatschappij. Het gestolen goed
was zeer hoog (voor eenige tonnen) verzekerd
en het was de bedoeling om na de uitbetaling
van het verzekeringsbedrag de schilderijen
en de miniaturen te vernietigen zoodat iedere
kans, dat zij weer op de proppen zouden ko
men, weg was.
Intusschen werd door de verzekeringsmaat
schappij een belooning van 10.000 gulden
uitgeloofd. De dieven brachten hun buit naar
den particulieren detective en deze volgde
de gewone methode. Op zeer geheimzinnige
wijze opende hij de onderhandelingen met
de Verzekeringmaatschappij.
Op donkere avonden en op verlaten wegen
werden afspraken gemaakt. J. kwam dan
vergezeld van eenige gemaskerde mannen in
een auto aanrijden en toonde voor de ruiten
een schilderij om dan ijlings weg te rijden.
Zijn geheele bedoeling was hiermede om te
bewijzen, dat hij de buit op het spoor was
en ijverig bezig was de zaak in het reine te
brengen.
Een derde gedeelte van de partij kwam
ten slotte in Maart van het vorig jaar via den
particulieren detective bij de verzekering
maatschappijen terug. De detective bedong
voor zijn bemoeiingen 3500 gulden, terwijl
f 10.000 door de verzekering werd uitbe
taald. Dit geld werd verdeeld onder B. (hoofd
der inbrekers) en de drie anderen. De inbre
kerscombinatie zat nu min of meer in hun
maag met twee derde van de buit. Intusschen
moesten de verzekeringsmaatschappijen
over de brug komen. Zij boden aan den heer
O. v- N. tegen wien toen al eenig vermoeden
bestond dat de zaak niet geheel in orde was,
doch tegen wien de justitie geen enkel be
wijs had, een dading aan van 70.000 gulden.
Toen kwam tenslotte het tweede pak schil
derijen aan de beurt. Dit was in het begin van
Dolvers revolver en gewessr op, die gevallen
waren, en wierp deze eveneens onder zijn
paard.
„Wacht hier, terwijl ik een onderzoek in
stel", kommandeerde hij.
Met enkele stappen was hij de andere zijde
van de rots. Hij liep kalm verder, al waren
zijn spieren gespannen en zochten zijn
oogen de omgeving af, om eventueele ver
rassingen te voorkomen. Maar hij had nog
geen twaalf stappen gedaan of reeds hield
hij stil, een bittere trek om den mond, een
strakke houding.
Want, dicht tegen de rots, in een holte, die
beschutting verleende tegen de kogels, welke
men op hem had gericht, lag een man, uit
gestrekt op zijn linkerzijde.
Hij moest ongeveer vijftig jaar zijn; zijn
gezicht droeg een uitdrukking van pijn. Grijs
en bestoven was zijn baard, wit zijn haar; hij
zag er uit of men hem door het zand had ge
sleept. Een hoed droeg hij niet en had slechts
één schoen aan. De voet was met zakdoek
verbonden en op dien doek kleurden donkere
bloedvlekken.
Het hemd van den man hing van voren
open en de ruiter zag in de borst, bij de
hartstreek, een gapende verwonding. Klaar
blijkelijk had hij getracht die wond te ver-
verzorgen, want van zijn hemd was een stuk
linnen gescheurd om als verband te kunnen
dienen.
De linkerzijde van de onbekende scheen.
DE A. N. W. B. VIJFTIG JAAR.
EEN EN ANDER*UIT DE BONDS-
GESCHIEDENIS.
Nadat het wedstrijdwezen, waarin misbrui
ken waren geslopen, welke de ontwikkeling
der vereeniging als Toeristenbond belemmer
den, in 1898 was afgevoerd van de lijst der
Bondswerkzaamheden, kon de A. N. W. B.
zich uitsluitend wijden aan de bevordering
van het toerisme.
In snel tempo werden de Bondsbemoeiingen
uitgebreid. Het is niet doenlijk hiervan een
volledig denkbeeld te geven in een kort be
stek. Doch enkele grepen uit de zoo rijke
Bondsgeschiedenis mogen niet achterwege
blijven.
1889. Instelling der Wegen-commissie, wel
ke in 1898 een afzonderlijke tak van dienst
van den A. N. W. B. werd.
1892. Proeven met een stoomwals op een
nieuw aangelegden grintweg te Maastricht.
1899. De Bond verleende een crediet van
1500.om van Bondswege een proef van
verbetering te geven van de route Hillegers-
bergBergschenhoek.
1900. Een Bondssubsidie beschikbaar gesteld
als bijdrage in de kosten van verharding van
een zandweg tusschen Hoogezand en Slochte-
ren (Knijoslaan)mits op dien weg nimmer
tol van wielrijders zou worden geheven.
Aan de gemeente Schoterland kende de
Bond een bijdrage toe in de kosten voor de
vervanging van vlonders door bruggen in een
wegje in de Bovèn-Knijpe.
1904. Eerste proeven met het stofvrij maken
van wegen, welke proeven steeds werden uit
gebreid, langer dan tien jaar aaneen.
Wanneer wij in het archief de mededeeling
vinden, dat in 1906 in de Tweede Kamer bij
den Minister erop aangedrongen werd, om te
doen onderzoeken, hoe de wegen ingericht
kunnen worden voor het gebruik van auto
mobielen, door deze wegen aanmerkelijk te
verbreeden, dan zou men, nu, 27 jaar later,
oppervlakkig beschouwd, aan een grapje den
ken!
Tegen wegenvernielingen en wegen veront
reiniging trok de Bond herhaaldelijk te velde.
De verbreeding van den rijksweg Den Haag-
Den Deyl, waar van het toenemende verkeer
de noodzakelijkheid duidelijk aantoonde,
vormde sedert 1908 een der punten van het
rijkbeladen programma der Wegen-Com
missie.
In 1912 werd door het Bondsbestuur een
Hoefbeslag-Commissie ingesteld om tot een
voor paarden en wegen beter hoefbeslag te
komen.
De urgentie der wegverbetering deed het
Bondsbestuur ertoe besluiten in 1914 eén aan
vraag te richten tot den Rijkswaterstaat om
25.000 beschikbaar te stellen voor het aan
leggen van modelwegen in een zestal provin
ciën ter lengte van 1 K.M. elk. Jammer genoeg
werd deze aanvraag afgewezen, zoodat elke
aanschouwelijkheid, elk tastbaar voorbeeld
voor de richting, die men op het gebied van
wegenverbetering moest inslaan, bleef ont
breken.
verlamd, want zijn arm lag vreemd gedraaid
de palm van de hand naar boven gekeerd.
Toen de ruiter echter naderde, was de man
bezig, een tot prop gefrommeld stuk papier
in den cylinder van de revolver te doen.
Hij had het wapen naar zich gelegd in het
zand en nu werkte hij onhaudig met zijn
rechterhand. Toen hij den ruiter zag kreunde
hij en keek wantrouwend op.
„Zelfs daarvoor krijg ik geen kans, hè?",
zeide hij, starend naar het papier en de re
volver. „Het loopt heelemaal mis!"
Hij zonk achterover, nog eenigszins steu
nend op zijn rechter elleboog en keek strak
naar den ruiter als een gewond dier naar
zijn vervolgers.
„Vooruit dan maar", hoonde hij. „Ga je
gang! Ik hoorde dat beest Dolver tegen je
praten. Jij bent Drag Harlan vechter, vo
gelvrije, bandiet. Ik heb van je gehoord",,
ging hij voort, toen hij zag hoe woede Harlan
overmeesterde, „je naam zegt al genoeg. Je
hebt zeker nog wel een kogel voor me over".
Harlan liet zijn wapen zakken.
„Je praat wonderlijk vader". Een koel glim
lachje bracht een sombere uitdrukking op
zijn gezicht. „Als je het weten wilt", voegde
hij er aan toe, „ik heb zooeven Dolver uit zijn
lijden geholpen!"
„Dat hoorde ik" verklaarde de man, bitter
lachend. „Ik heb je verstaan; hij heeft een
vriend van je vermoord, of zoo iets. Dat is
natuurlijk een persoonlijke kwestie. Maak er
Wij geven hier een kiekje van het vriende
lijke raadhuis der gemeente Wijk aan Zee
en Duin, dat gelegen is aan den hoofdvér-
keersweg naar Wijk aan Zee. Bij den bouw
van dit raadhuis in 1908 heeft het toenmalige
gemeentebestuur niet kunnen vermoeden, dat
het aantal inwoners in zoo'n snel tempo zou
toenemen. Van 400 zielen groeide de bevol
king in een luttel aantal jaren tijds aan tot
ruim 7000 inwoners. De. administratie der ge
meentelijke huishouding nam daardoor even
eens in omvang toe, met het gevolg, dat de
beschikbare ruimte te klein werd, om alle
onderdeelen van het gemeentelijk bestel te
kunnen bevatten. Met veel overleg en in
letterlijken zin „passen en meten" 'gelukte
het tot dusver met de beschikbare ruimte te
woekeren. Tot voor kort werd ook de inge
bouwde woning in het raadhuis bewoond door
een der gemeente-werklieden. Het woonhuis
voldeed echter lang niet meer aan de eischen,
die daaraan vooral in onze dagen mogen
gesteld worden en vooral de bekrompen
ruimte was daarmede in strijd. Het wordt dan
ook thans niet meer bewoond. De daardoor
in het gemeentehuis vrijgekomen ruimte kon
het gemeentebestuur uitnemend benutten.
Hierin kon o.a. Bouw- en Woningtoezicht
worden ondergebracht. Tot nu was deze
dienst gehuisvest in een particuliere woning.
Voor het oogenblik is daarin dus voorzien,
maar toch zal het raadhuis niet geheel meer
aan de eischen tegemoet kunnen komen. Bij
den bouw van dit gemeentehuis is er verder
blijkbaar op gerekend, dat de Wijk aan Dui-
ners voor de vergaderingen hunner vertrou
wensmannen, niet veel belangstelling zouden
toonen. De publieke tribune is althans slechts
op een bescheiden bezoek berekend. In de
huidige tijdsomstandigheden worden dikwijls
zulke belangrijke vraagstukken aan de orde
gesteld wij noemen slechts de werkloozen-
maar hoe eerder hoe liever een eind aan. Ik
zou je zeer verplicht zijn als je het meteen
deed, want het loopt toch* af. Het gat in
mijn borst, dat ik vannacht opliep, terwijl
ik sliep, is afdoende, ook als j- er je niet
meer bemoeit".
Na een oogenblik rusten omdat hij op
adem moest komen, begon de man weer te
spreken, scheldend op zijn would-be moorde
naars. Toen plotseling klonk van de andere
zijde van de rots een vloek, onmiddellijk ge
volgd door een gil.
De gewonde richtte zich op en keek Harlan
vragend aan: „Wat gebeurt er?" Harlan ver
voerde zich niet.
„Dat zal Laskar wel zijn", antwoordde hij
langzaam. „Ik heb zijn wapens en die van
Dolver achtergelaten onder de hoede van
Fantoom mijn paard. Laskar probeerde
ze terug te krijgen en daar maakte Fantoom
waarschijnlijk bezwaar tegen.
Hij deed een paar stappen achteruit en
keek om de rots. Lasker lag in het zand,
kreunend van pijn, terwijl Fantoom snuivend
stond boven de wapèns en den man kwaad
aardig in het oog hield.
Harlan keerde terug naar den gewonde en
zag, dat deze was gaan liggen en hijgend
ademhaalde.
Gedurende enkele oogenblikken bleef hij
staan; toen knielde hij naast hem neer in het
zand en lichtte het hoofd op. De oogen waren
gesloten. Harlan vleide het hoofd weer neer
zorg dat tegenwoordig heel dikwijls de pu
blieke tibune totaal is „uitverkocht" en dat
soms vleen moeten worden teleurgesteld. De
beschikbare ruimte is slechts berekend op een
vijftien- hoogstens twintigtal plaatsen. Bo
vendien moeten degenen, die belangstellen
in de verrichtingen der vroede vaderen zich
tevreden stellen met een staanplaats. Indien
de belangstelling van de zijde van het publiek
niet al'te groot, heeft de burgemeester mees
tentijds de vriendelijke attentie, om het audi
torium stoelen te laten aanbieden, een
geste, die natuurlijk op hoogen prijs wordt
gesteld.
Voor enkele jaren heeft dit raadhuis, dat
er na 25 dienstjaren nog zeer jeugdig uitziet,
op de nominatie gestaan om te verdwijnen.
De Rijkswaterstaat had namelijk den primai-
ren weg voor snelverkeer zoodanig geprojec
teerd, dat hij in rechten lijn de tuingronden
doorsneed. Volgens dit plan had ook het
gemeentehuis dienen te verdwijnen. Burge
meester Rothe is het geweest, die deze aan
slag op zijn mooiee raadhuis heeft weten te
voorkomen. Deze weg zou ter hoogte van het
buiten „Westerhout" van Jhr. G. Boreel
den weg naar Wijk aan Zee snijden. Het
hoofd der gemeente wist den Waterstaat er
van te overtuigen, dat de weg juist tusschen
raadhuis en de koetshuizen van Westerhout
door zou kunnen gaan. Deze aanslag is ten
slotte afgeweerd.
Dit wegenplan is, zooals onze lezers
weten, vervangen door een drietal andere
projecten, waaruit nog steeds geen keus is
gemaakt. Intusschen doet het raadhuis nog
altijd dienst en de fusie-stormen, welke zoo
af en toe' opstaken hebben het nog steeds niet
kunnen deren. Het resultaat van de jongste
poging, om tot vereeniging van Beverwijk en
Wijk aan Zee en Duin te komen, ligt nog
in het duister van de toekomst verscholen.
en onderzocht de borstwonde.
Hoofdschuddend stond hij op, liep naar
Fantoom om water te halen, waarmede hij
het vuil en blad van de wond afwaschte. Op
nieuw schudde hij het hoofd. Binnen weinige
oogenblikken zou het afloopen, Maar Harlan
goot wat water in den half geopenden mond
en waschte 's mans gezicht.
Nog lang, nadat Harlan dit had gedaan,
bleef de man verlamd en roerloos liggen, al
sloeg hij van tijd tot tijd de oogen op en wist
hij dus, wat er met hem gebeurde.
De zon ging onder, een gouden bol, die
wegzonk achter de toppen der verre bergen;
gloeiend rood brandden de wolken, die weg
zeilden over zeeën van kleur.
Harlan sloeg den gewonde en Laskar gade.
Laskar kreunde nog steeds, totdat Harlan
tenslotte naar hem toe liep cn hem een ver-
achtelijken schop gaf.
„Sta op, lafaard!" beval hij. Laskar kwam
wankelend overeind, kreunend en zijn borst
vasthoudend waar de hoeven van Fantoom
hem hadden geraakt. Smeekend keek hij
naar den reus, die voor hem stond, die onge
roerd door het toonbeeld van wanhoop, voor
zich uitstaarde.
Toen hij merkte dat Harlan niet de minste
sympathie toonde, vloekte hij. Dit bezorgde
hem een felle bedreiging van Harlan.
„Hou je stil of ik laat Fantoom op je los!
Je dacht dat ik medelijden zou hebben? Heb
jij medelijden gehad met den man, die daar