HET NIEUWE AVONDBLAD Berêeht mm: "W; EEN en ANDER OVER BRANDSTOFFEN A. A. M. 18e JAARGANG No. 192 IJMUIDER COURANT A B O N N E.M ENTEN: per week 10 ets., per maand i cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijn! dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN15 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.— bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.— bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. Een Engelschman over de Nazi's. De Engelschman Robert Bernays, liberaal lid van het Lagerhuis, vertelt in de ..News Chronicle" van zijn ervaringen bij een bezoek aan Duitschland. Hij heeft gepoogd Hitier te spreken te krijgen, maar dat is hem niet ge lukt, en de verklaring van deze weigering doet ZQer humoristisch aan. Men begon met hem te vragen of zijn naam niet Joodseh was., en hij moest toegeven dat zijn over grootvader een Jood was geweest. Dit scheen bedenkelijk, ofschoon hij er tegenover kon stellen dat in de volgende generaties zijn fa milie zoowel van vaders-, als van moeders zijde letterlijk wemelde van de dominees. Maar er was gelukkig ook voor den over grootvader een verzachtende omstandigheid. Hij had namelijk meegevochten in den slag bij Leipzig (1814) tegen Napoleon, en zooals men weet gelden ex-strijderspapieren in ze kere mate als excuus. Bernays dacht dat hij „er nu was", maar de zaak mislukte hopeloos op de vraag: „Wie is uw fractieleider in het Lagerhuis?" „Sir Herbert Samuel", moest hij antwoor den, en had geen kans meer, want Sir Her hert Samuel is een onmiskenbare Jood. Wel slaagde Bernays erin het concentratie kamp bij Breslau te bezoeken, begeleid door Heines, politiepresident van Breslau en Nazi organisator voor geheel Oost-Duitschland. Er zijn twaalf van deze concentratiekampen in het land, en zij zitten vol Joden, socialis ten, communisten, pacifisten, liberalen enz., allen lieden die deelgenomen hebben aan po litieke agitatie tegen de nieuwe regeering of van wie men veronderstelt, dat zij de regee ring vijandig gezind zijn. Het totale aantal der om deze redenen in gevangenissen en concentratiekampen opgesloten tegenstan ders bedraagt volgens Bernays' informaties twintigduizend. Van zijn bezoek aan het kamp te Breslau geeft het Engelsche Kamerlid een zeer ob jectief-klinkende beschrijving. Hij zegt dat het levendig herinnerde aan de concentratie kampen uit den oorlogstijd. Misschien is het er, wat de voeding betreft, wel beter, want de gevangenen zagen er niet slecht uit. Op Heines' vragen vertelden zij dat zij 's mor gens vleesch en aardappelen, en 's middags als tweeden maaltijd rijst en aardappelen hadden gehad. Bernays bezocht een barak waarin er 150 waren ondergebracht. De krib ben stonden er dicht aaneengerijd. In werkpakken arbeidden de gevangenen aan den aanleg van een gemeentelijke zweminrichting onder toezicht van bewakers die het geweer op schouder droegen. Zij droegen werkpakken en wat wij zouden noe men „kwartiermutsen". Op een kort bevel van Heines kwam er een bejaard man toe snellen en sprong in de militaire houding. Hij werd verhoord en gaf toe dat het voedsel goed was, ofschoon er in het begin te weinig brood was geweest. Maar dat was nu in orde. Het werk van dezen man was het bedienen van een pomp. Toen Heines hem ernaar teruggestuurd had zei hij: „Dat was de burgemeester van Breslau". De ex-hoofdcommissaris van po litie (Polizei-President) bleek er ook aan den arbeid te zijn. Bernays kreeg den indruk dat Heines dolblij was met zijn nieuw verworven macht, op de manier van den captain van een schoolelftal, die pas nog prefect is ge worden ook. ,,'s Avonds", vertelde hij zijn bezoeker, „lezen de gevangenen de Nazi-dagbladen en Hitler's boek „Mein Kampf" en er is radio geïnstalleerd om ze te kunnen laten luisteren naar Hitler's redevoeringen". Het viel Bernays sterk op dat niemand hierom ook zelfs maar glimlachte. „Sardo nische humor", zegt hij, „is geen kenmerk van de Duitschers". Zijn laatsten indruk van het kamp kreeg hij door gevangenen de bloe men binnen de prikkeldraad-afzetting te zien begieten. De bloemen waren geplant in den vorm van een hakenkruis. Later, in het Bruine Huis, werden hem twee tamme ex-communisten vertoond. Na eevige aarzeling vertelden zij, dat zij de dwa lingen hunner wegen hadden ingezien en beterschap hadden beloofd. „Heil Hitier", zei den zij. Nu maakten zij een leertijd door in de keukens eer zij de bruine uniform moch ten aantrekken. In de werkkamer van Heines stonden op zijn schrijftafel een vaas met bloemen en een ingelijste foto van vijf jongens, die Heines met een trotschen glimlach den En gelschman toonde. Bernays dacht eerst dat het zijn kinderen waren, maar dat bleek niet zoo te zijn. Het waren de vijf jongens die een jaar geleden te Beu then een commu nist hadden doodgeranseld met stokslagen, en die tengevolge van politieke agitatie gratie hadden gekregen van Von Papen. Deze foto nam de eereplaats in op de schrijftafel van den politie-president van Silezië. Bernays is in zijn commentaar niet opti mistisch. Hij zegt: „Het is een zeer ontstel lend land. De eenige hoop om invloed ten goede op de Duitsche regeering uit te oefe nen is een voortdurende douche van koude, gedétailleerde zakelijke critiek. Vooral geen opwinding. En alle critiek moet van niet- Joodsche zijde komen. Eén rede van Austen Chamberlain is meer waard dan tien Jood- sche demonstraties in de Albert Hall. Het „Joodsche complex", waaraan de Nazi's lijden, is ongeloofelijk. Zij denken dat in En geland de pers, het parlement, de B.B.C., de uitgeversbureaux, de balie en de City eenvou dig allemaal filialen van het Ghetto zijn. Het is onmogelijk hen te doen begrijpen dat de grieven tegen hen niet gebaseerd zijn op hun physieke behandeling van hun tegenstanders maar op hun machtsmethoden". De hoofdredacteur van de News Chronicle zegt in een „leader"' naar aanleiding hiervan: ,,De gedachte alleen aan de mogelijkheid dat een Engelsche regeering twintigduizend En- gelschen zou opsluiten omdat zij haar politie ke tegenstanders waren vervult den gemid delden Engelschman met ontzetting. Wij moeten het feit aanvaarden dat dit effect zich op den gemiddelden Duitscher niet doet gelden. Als hij met deze opvattingen maar binnen zijn eigen grenzen blijft en niet tracht, ze daarbuiten te doen gelden of op te drin gen". Inderdaad. R. P. IJMUIDEN EIGENAARDIGE TOESTAND OP EEN BELGISCH VISSCHER5VAARTUIG. REEDER, ALS MATROOS AAN BOORD. PLEEGT MUITERIJ. Voor den Onderzoekersraad voor Scheep vaart te Oostende is dezer dagen, naar „De Visscherij meldt, een eigenaardig geval be handeld. De motorkotter O 340, schipper Maeckel- berghe was eenige weken geleden uitgevaren De reeder Verhaeghe maakte als matroos de reis mede. Wat er aan boord is geschied blijkt uit het relaas van de reis, dat de schipper aan den Onderzoekingsraad gaf. De schipper vertelde, dat hij de geheele monsterrol en de aanmonstering had gere geld en dat het de tweede maal was, dat hij als schipper meeging. De eerste keer ging alles goed en had hij niet te klagen. Zij maak ten een goede reis. De tweede reis liep alles echter verkeerd. De schipper werd door den reeder hl zijn commando's gedwarsboomd. De reeder ont nam den schipper-zelfs„ het commando, al hoewel hij daartoe het recht niet had. Wat daarvan de reden was weet hij niet, maar hij denkt dat dit was omdat de reeder als matroos moest werken, evenals de anderen, inplaats van niets te doen. De bemanning is natuurlijk blijven luisteren naar den reeder, want hun betrekking zou anders in het ge drang zijn gekomen. Tijdens den rusttijd van den schipper was men van koers veranderd, tegen zijn uitdrukkelijk bevel. Slechte ma noeuvres werden uitgevoerd, waarvan de ree der zelf het slachtoffer werd, want hij werd bijna verpletterd tusschen het vischbord en de verschansing. Hij was tengevolge daarvan verplicht, naar huis te keeren en ook hier versnelde men den gang van het schip ge weldig tijdens een hevigen mist, ook weer te gen zijn uitdrukkelijk bevel. Het logboek was verdwenen zoodra men in zee was. De schip per kon het dus niet invullen. Hij hield er een privaat boekje op na om belangrijke wenken in te noteeren. Het slot van de twist was, dat de schipper werd afgedankt, hij loopt al twee weken zonder werk. Hij heeft een oude moe der, een vrouw en twee kinderen te onder houden. De reeder Verhaeghe zegt, dat er volstrekt niets gebeurd is en dat Maeckelberghe alles verzonnen heeft. Voorzitter: Waarom zou hij dat verzinnen? Get.: Uit wraak, omdat ik hem afgedankt Zij, die zich met ingang van 1 Juli per kwartaal ahenneeren .ontvangen de in Juni nog te verschijnen nummers gratis. DE ADMINISTRATE. heb. Daarbij, hij is altijd ziek, heeft de Con- go-koorts en gaf geen. voldoening. Voorzitter: Hoe werd gij dan gekwetst? Hierop kon getuige niet antwoorden. Hij kon niet meer uit zijn woorden komen, maar beweerde tenslotte dat niemand daaraan schuld heeft. Voorzitter: En wat is er met dat logboek gebeurd? Get.: Het was aan boord, maar Maeckel berghe heeft er geen verstand van om het te gebruiken, want hij is nog de eerste maal om raad geweest bij mijn vrouw. Daarop betwistten beiden eikaars meenin gen. De voorzitter was genoodzaakt, de zaak uit te stellen om andere klokken te hooren luiden. DE BEGRAAFPLAATS. De begraafplaats voor IJmuiden is de z.g. „algemeene begraafplaats", die echter geen algemeene. doch een particuliere is, aange zien zij eigendom is en geëxploiteerd wordt door een particuliere maatschappij, die be halve deze begraafplaats ook groote bouw terreinen exploiteert. Deze particuliere begraafplaats is meer malen in de vergadering van den gemeente raad bij de rondvraag en bij andere gelegen heden ter sprake gebracht, alsmede in parti culiere gesprekken. En zoo vaak er over ge sproken werd, was het steeds om critiek te brengen op de wijze waarop zij onderhouden wordt. Klaarblijkelijk heeft deze critiek nooit eenigen indruk op de exploitanten gemaakt, want de wijze, waarop deze doodenakker, waarop nagenoeg allen, die IJmuiden hebben opgebouwd en grootgemaakt een laatste rust plaats is bereid, onderhouden wordt, is bene den alle critiek. Inderdaad, dit is een „ex ploitatie", een exploitatie, zooals men die slechts kan vinden in gemeenten, waarvan de overheid in haar taak tekort is geschoten. Want ons gemeentebestuur van rondom 1900 heeft nagelaten er voor te zorgen, dat het in dit deel der gemeente de beschikking kreeg over een terrein, waar een kerkhof zou kun nen worden aangelegd. De toestand is bedroevend. Niet alleen in vergeten hoeken, maar ook langs de hoofd paden, waar men goed onderhouden graven vindt staat het gras decimeters hoog. Op andere plaatsen gaan de grafzerken schuil onder braamstruiken of onkruid. Onze ge meentelijke begraafplaats „De Biezen" steekt hier wel heel gunstig bij af. Ons gemeentebestuur zal wel niet veel meer kunnen doen dan er bij de maatschappij, die niet alleen de levenden, maar ook de dooden zoo goed weet te exploiteeren. op aan te drin gen. het kerkhof eens goed onder handen te nemen. Veel zal het wel niet helpen, maar baat het niet, schaden doet het in geen geval. Wij achten het onze plicht nogmaals de aan dacht op dezen treurigen toestand te vesti gen, die des te eerder verbeterd dien te wor den, omdat het kerkhof een internationaal karakter heeft, door de Duitsche oorlogs- graven. die er te vinden zijn. en die nog ge regeld door de Duitsche Marine bezocht wordt OM EEN FLESCH JENEVER. In den nacht van Zaterdag op Zondag om streeks half drie bevond zich op het Sluis- eiland een vijftal Urkers en een. opvaren de van een Noorsche boot, die oneenigheid kregen om een flesch jenever. De Noor maakte zich meester van de flesch, waarna de Urkers hem achtervolgden. De flesch met jenever werd door den Noor stuk geworpen en de zeeman verdween daarna in de duister nis, waardoor aan de ruzie een einde kwam. WEER TRAWLERS NAAR ZEE. Voor de eerste reis zijn gisteren naar de visscherij vertrokken de stoomtrawlers Marle R. Ommering IJm. 7 en Alkmaar IJm. 31. De Gerard, waarvan gemeld werd dat hij zou blijven liggen is weer naar zee. Vermoedelijk zal deze week nog een aantal trawlers vertrekken, zoodat einde dezer week ongeveer 30 booten in de vaart zullen zijn. - ~«»-i DE BELGISCHE VISCHHANDEL EN DE CONTINGENTEERING. OOSTENDSCHE VISCHHANDELS- VEKEENIGING AAN HET WOORD. Leden van de reddingsbrigade te Los Angelos in actie tijdens een demonstratie Het „nemen" van de branding. Het te Oostende verschijnende .Visscherij- blad" publiceert een brief, gezonden door de Oostendsche Vischhandelvereeniging (Ver- eenigde Vischhandelaren van de Kust) aan den Minister van Zeewezen, waaraan we het volgende ontleenen: Allereerst wordt de aandacht van den minister gevestigd op het groote nadeel, aan de vischhandelaren berokkend, die door de contingenteering der visch niet mogen in voeren niettegenstaande zij ze hoogst noodig hebben voor den goeden gang van hun handel; nu zijn ze onderworpen aan de over dreven eischen hunner collega's, die het monopolie van den invoer konden bekomen als consignatie vischhandelaars. Op den rug hunner collega's Door de samenloop der omstandigheden is het onweerlegbaar, dat er in de laatste tijden onvoldoende witte kabeljauw aan de Oostend sche markt door de Belgische vloot wordt aangebracht. Van het begin der contingen teering af, was er met de regeering afge sproken, dat de bevoorrading door de Oostendsche reederijen zou worden nage gaan en dat er bij eventueel tekort van zekere vischsoorten zou ingegrepen worden en het kraantje van de contingenteering zou ge opend worden. Het is voldoende bewezen, zulks kan door den heer Bestuurder der Stedelijke Visch- mijn van Oostende bevestigd worden, dat de twee reederijen uit hoofde van groote verlie zen, omdat ze niet meer beantwoorden aan de eischen van den dag, moeten stilleggen. Door het wegvallen van deze twee reede rijen is het een vastgesteld feit, dat er eer groote mangel is aan zoogezegde ronde visch, niettegenstaande dat de prijzen loonend en zelfs hcoger zouden zijn dan op vreemde markten. Met recht verontrusten zich de handelaars der kust en vragen zij zich af, wat er dezen zomer zal gebeuren, indien van staatswege niet ingegrepen wordt, omdat er gedurende het seizoen mangel zal zijn aan soorten visch, die door de vreemde „Klien- teel geëïscht wordt. Onze twee reederijen kunnen ons niet voorzien van witte kabel jauw en wij staan voor een abnormalen toe stand, waar honderden handelaars der kust onder lijden, te nteer daar de radicale af schaffing der kleine visch en tongen een noodgedwongen gevoelige slag is geweest. De contingenteering geen voldoening. Naar de meening van het bestuur geeft het huidige regelingsstelsel van de contingen teering geen voldoening aan tal van hande laars. ~Het bestuur wil dan trachten, de ge breken aan te toonen en de minister de mid delen tot verbetering aan te toonen en te bewijzen, dat deze niet alleen ten goede zullen komen aan de reeders, voor wie de beperking werd ingevoerd, maar tevens een onrecht vaardigheid zullen herstellen ten opzichte van de vischhandelaars der kust, aan wie de invoer verboden is. Met het verleenen van het voorrecht om in te voeren wordt de omporteuv op zoo'n groote schaal verdedigd, dat de niet-invoerder zich ontwapend ziet en zijn broodwinning ernstig bedreigd wordt met ondergang. Elkeen moet inderdaad bekennen, dat in den groothandel de winst per kilogram zoodanig beperkt is door de mededinging (concur rentie, dat deze winst tot de uiterste limiet moet berekend worden. De importeur koopt steeds zijn visch goedkooper in het buiten land (voor zoover hij ze niet in Consignatie ontvangt) en dit verschil doet zich des te meer gevoelen, daar het aantal invoerders beperkt zijnde, het buitenland mogelijke klanten ziet verminderen, een punt waar mede hij rekening dient te houden bij het opmaken van zijn prijs. Door dus te koopen tegen goedkoopere prijzen, tevens ver knopende tegen lagere prijzen, hetgeen de niet-invoerder niet kan doen, spreekt het vanzelf, dat de invoerder zijn concurrent, de niet-invoerder uit kan schakelen op de markt en bij zijn vroegere kliënten. Het bestuur meent, dat- dit van groot nadeel is voor de reeders, die er belang bij hebben het getal vischhandelaars te zien vergrooten in plaats van dit te zien afnemen. Een en ander wordt in het adres met een voorbeeld aangetoond. Door elkeen op gelijken voet te stellen, zou men het evenwicht herstellen, zooals het bestond vóór de contingenteering. Voorts zijn er firma's die reeds 50 jaar bestaan, die geen visch mogen invoeren, terwijl naar het schijnt, pas opgerichte vischwinkels te Brus sel dit wel mogen doen. De huidige regeling is neit rechtvaardig tegenover het meerendeel der handelaars en geeft niet het maximum voordeel aan de reeders. j Het bestuur stelt dan voor, de mogelijkheid I te onderzoeken, het Fransche systeem in toe- I passing te brengen. De voordeelen hiervan I kunnen als volgt worden opgesomd: 1. Alle Belgen worden op gelijken voet ge steld; 2. Vergemakkelijking van het toezicht door het treffen van de vergunningen; een een voudige optelling van de c-fers, vermeld op een rapport, dat de invoerbureelen bij het centraal bureel zouden inleveren zou „sef- j fens" aantoon-en, dat een land zijn contin- I gent heeft bereikt. Dit toezicht zou nog meer vereenvoudigd kunnen worden door het ge tal grensbureelen, waarlangs den invoer zou kunnen geschieden, te beperken. Het bestuur zou er niets op tegen hebben Wees vertrouwd maar vertrouw niemand! „Kolen is een zwart vak!" wordt er gezegd soms terecht, dikwijls te onrecht. Maar als U een beetje uitkijkt kunt U elk bedrog voorkomen. De naam Domaniale garandeert de kicaliteit de verzegelde zak de juiste maat. Wij stellen er prijs op dat U laat voor ineten en dat U de v oil c zakken telt. (Wordt vervolgd.) mimi DOMANIALE ANTHRACIETf üluisplein (Ericssonstraat 1) Telef. 44 5 Zeeweg 263, Telefoon 907 (Adv. Ingez. Med.) den consignatiekandel te laten voortbestaan, die toch onmogelijk uitgeschakeld zou kun nen worden, maar een streng toezicht blijft noodzakelijk om het mogelijk te maken, dat de invoer uit het een of ander land stopgezet kan worden, zoodra het maximum bereikt is, om zoodoende de Belgische reeders te kunnen laten genieten van winstgevende prijzen ge durende een deel van het kwartaal, wat zich regelmatig in Frankrijk vorodcet. (Dit is, wanneer de nieuwe regeling van het Fransche contingent ook op de grove visch is toege past, niet meer mogelijk. Red. IJm. Crt.) j DRIEHUIS VEREENIGING VAN BEWONERS IN DE BUURTSCHAP DRIEHUIS. HET JAARVERSLAG. De secretaris van bovengenoemde vereeni- ging, de heer W. Bruggeman, zond ons het jaarverslag over de werkzaamheden zijner vereeniging toe. Daaraan ontleenen we o.m., dat in het afgeloopen vereenigingsjaar naast de algemeene jaarvergadering geen leden vergaderingen werden uitgeschreven, zulks als gevolg van het feit, dat de belangstelling der leden te wenschen overliet. De band met de leden bleef echter bewaard door het doen toekomen van circulaires. Voor een 9-tal kwesties wendde het bestuur zich tot B. en W., t.w.: Verbetering van de straatverlichting, Losloopende honden. Win kelsluitingswet, Trottoirverbreeding, Be sproeiing Driehuizerkerkweg, Overtreding maximum snelheid. Bushalte, Belastingen en Rioleering van den Hagelingerweg. Betreffende verschillende dezer punten is de gedachtenwisseling nog niet gesloten. Wat de losloopende honden betreft, brengt het- bestuur onder de aandacht, dat de toege stane faciliteit slechts inhoudt, dat het onder appèl staanden dieren veroorloofd is los naast hun meester te loopen. Honden los op straat laten zwerven is dus verboden. Wordt hieraan niet de hand gehouden, dan bestaat de kans, dat bovenomschreven faciliteit wordt ingetrokken. Met de Nederl. Spoorwegen wisselde het bestuur van gedachten over de intusschen tot stand gebrachte verbreeding van de spoorweg overgang nabij het Crematorium, verlaging van trajectkaarten (welke 1 April is inge gaan), het instellen van 10 ritten-boekjes DriehuisIJmuiden en DriehuisAmster dam en het aankoppelen van een extra wagen op drukke uren aan de 2- en 3-wagons treinen. Voorts werd correspondentie gevoerd met de Posterijen over het bodeloon op expresse stukken, de vertraging in de eerste bestelling en de invordering van postquitanties in deze eerste bestelling, wat eveneens vertraging meebrengt. Laatstgenoemde twee punten waren uit een oogpunt van bezuiniging niet voor inwilliging vatbaar. Aan Jhr. van Boreel van Hogelanden werd gevraagd zijn landgoederen gedurende Juli en Augustus, gezien het feit, dat velen door de economische omstandigheden hun vacan- tie in eigen omgeving moeten doorbrengen, ook op werkdagen open te stellen. Dit werd echter niet toegestaan. De vereeniging ondernam voorts een uit stapje naar het Flora-park te Noordwijk, en organiseerde een tweetal lezingen. Met trots wordt gewezen op den geslaagden propa- ganda-feestavond in ,De Prins" en de kinder middag in Zomerlust. Het aantal leden steeg van 107 tot 140. De heer W. van Heyst werd tot eere-lid be noemd. Voorts telt de vereeniging 3 dona teurs en 1 buitengewoon lid. De bestuursfuncties zijn als volgt verdeeld: A. Mooi, voorzitter, J. J. Allan, vice-voorzit- ter, W. F. H. Bruggeman, secretaris, mevr. A. van RooyenRomeyn, 2e secretaresse, mevr. L. Vreugdehil, penningmeesteresse, J. A. Bode, 2e penningmeester, en N. C. Men- tink. algemeen functionaris. Tenlotte wijst de secretaris er op, dat niet alle wenschen vervuld zijn. „Wij leven echter", zegt hij, „in een depressie-tijdperk, zooals blijkens de historie de wereld reeds zoo vele heeft doorgemaakt en tot in lengte van dagen vermoedelijk wel telkens weer zal moeten doormaken. In gedeprimeerde tijden wordt echter van den mensch geëischt. dat hij zich aanpast".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 1