DRAG HARLAN
IJMUIDER COURANT
TWEEDE BLAD
VRIJDAG 23 JUNI 1933
IJMUIDEN
EEN PRAATJE OVER TARIEVEN EN
CONTINGENTEN
IJMUIDEN
VAN DE ENGELSCHE MARKT
VERDRONGEN
KOMEN WE ER WEER TERUG?
De door verschillende landen rondom de
Noordzee genomen maatregelen ter bescher
ming van eigen visscher ij bedrijf tegen de ge
volgen van de ernstige crisis, die in al deze
landen in visscherij en vischhandel heerscht,
zijn vele en velerlei. En het is juist door dit
„velerlei", dat er zoo langzamerhand op in
ternationaal terrein een toestand is gescha
pen, die zoo verwarrend is en zoo belemme
rend voor het verkrijgen van de door allen
zoo begeerde verbetering, dat het wel lijkt,
alsof er rondom de Noordzee een spinneweb
Is gespannen, waarin alles, wat met de vis-
scherij te doen heeft, onwrikbaar is vastge-
loopen.
Gevolg gevende aan den aandrang van
rechtstreeks bij het bedrijf belanghebbende
groepen, hebben verschillende regeeringen
tal van maatregelen genomen om den bui-
tenlandschen invoer tegen te gaan. Het be
gon met Frankrijk, het traditioneele land der
protectie en eindigde bij Engeland, het tra
ditioneele land van den vrijhandel. Men ziet
het, de kringloop volgde den logischen weg
Punt van overeenkomst.
Tusschen de in verschillende landen geno
men maatregelen is één duidelijk te herken
nen punt van overeenkomst: de maatregelen
zijn alle éénzijdig; zij beschermen n.l. de vis-
scherij en niet den vischhandel. zijn integen
deel over het algemeen nadeelig voor den
vischhandel, worden in elk geval door den
vischhandel als ongewenscht beschouwd. Zoo
is het in Frankrijk, Engeland en België.
Wat doet men in het buitenland?
Beperken we ons tot de landen rondom de
Noordzee, dan zien we, dat Noorwegen en
Denemarken geen bijzondere maatregelen
hebben getroffen. Hetgeen, theoretisch be
schouwd, zeer logisch is, want deze landen
hebben een actieve „vischbalans". Zij zijn
landen, waar de invoer van visch zou betee-
kenen zand naar de Breesaap dragen. Deze
landen steunen de visscherij noch den export.
Frankrijk en België en tot op zekere hoogte
ook Engeland, zijn sterk invoerende landen.
In de beide eerstgenoemde landen is het
visscherijbedrijf niet bij machte, de behoefte
te dekken. Beide landen hebben steeds groote
hoeveelheden visch geïmporteerd, vooral uit
ons land. In 1930 werd naar Frankrijk en
België van IJmuiden alléén ongeveer 20
millioen K.G. visch verzonden. Het spreekt
dan ook vanzelf, dat toen de respectieve re
geeringen maatregelen tegen den invoer
namen, in den vorm van verhoogde invoer
rechten en contingenteering, het met de
vischvoorziening spaak liep, tot schade van
den vischhandel en van de consumenten. In
beide landen, vooral in België ontstond een
tegenstelling tusschen het reederijbedrijf en
den vischhandel, waarvan eerstgenoemde ca
tegorie steeds aandrong op scherper maat
regelen tegen den buitenlandschen invoer,
laatstgenoemde categorie daarentegen, ten
zeerste gedupeerd door een voortdurend gebrek
aan bepaalde soorten, als braadschelvisch,
wendde zich herhaalde malen tot de regee
ring met het verzoek, de contingenteering op
te heffen.
Engeland heeft weliswaar een enorm vis
scherijbedrijf, maar desondanks kon het
land nog steeds veel buitenlandsche visch en
door buitenlandsche visschersvaartuigen aan
gevoerde visch gebruiken. Dit land staat ook
thans nog een onbeperkten invoer toe, doch
heft op dien invoer, ook op de visch, die door
buitenlandsche visschersvaartuigen wordt
aangevoerd, een invoerrecht van 10%, welke
maatregel evenmin door den vischhandel
werd toegejuicht.
Kon in Frankrijk en België het reederijbe-
drijf tot op zekere hoogte profiteeren van de
contingenteering en hebben in deze landen
de protectionistische maatregelen het beoog
de doel ten deele bereikt, de Engelsche sta
tistieken toonen aan, dat er na de invoering
van het 10% tarief niet zoo heel veel veran
derd is. Duitsche, Zweedsche en Deensche
visschersvaartuigen bezoeken nog haast even
dikwijls als voorheen de havens aan de
Oostkust, Spaansche „parejas" landen nog
geregeld veel visch in Milford Haven, een en
ander tot groote voldoening van den visch
handel. maar tot groot misnoegen der ree-
ders, die steeds maar door op een grootere
bescherming van hun bedrijf aandringen. De
aanvoer uit het buitenland en van buiten
landsche schepen is iets verminderd, maar
daartegenover staat een sterk verminderde
uitvoer: in April 1933 120.000 cwts. tegen
220.000 cwts. in Maart 1932. Het Engelsche
gouvernement overweegt thans naast de 10%
invoerrecht en contingenteering in de voe
ren; het quantum dat volgens het schema
zal mogen worden ingevoerd is echter nog
zeer aanzienlijk. Deze contingenteering be
oogt dan ook alléén het tegengaan van ab
normaal groote invoeren.
Nederland, eens een groote leverancier van
Engeland, speelt thans geen rol meer op de
Engelsche markt. Terwijl in April j.l. uit
Noorwegen 100.000 cwts., uit Denemarken
21.000 cwts., uit den Ierschen Vrijstaat 6000
cwts. in Engeland werd ingevoerd, bedroeg
het Nederlandsche aandeel slechts 3000 cwts.
In ons land.
In ons land heeft men alles blauw-blauw
gelaten, met het bekende gevolg.
De verschillende kwesties in het visscherij
bedrijf hier ter plaatse zijn in ons blad her
haaldelijk besproken, zoodat we deze thans
met rust zullen laten. Waar men zich thans
nog voor zou kunnen interesseeren, is voor
de vraag of als de staking geëindigd is, onze
vloot en onze handel in staat zullen zijn, een
grooter aandeel van den Engelschen invoer
te bemachtigen dan eerder genoemd kwan
tum. M.a.w. of onze visscherij er kans toe
ziet, met de andere Noordzee-staten op de
Engelsche markt te concurreeren.
BEVERWIJK
DE AARDBEIEN.
WAAROM DE PRIJZEN LAAG ZIJN.
Ieder jaar, wanneer de aardbeienoogst be
gint te naderen houden tuinders, exporteurs,
fabrikanten, handelaren en veilingdirecties
zich bezig met de vraag, wat de prijs voor
het product zal zijn. Het is vele malen ge
bleken, dat het uiterst moeilijk is, om daar
over voorspellingen te doen en zeker niet,
wanneer deze niet op redelijke gronden be
rusten. Er zijn echter experts, menschen, die
zoowel wat de aardbeien teelt als wat de han
del in dit product betreft volkomen deskun
dig moeten worden geacht, die met verbijste
rende zekerheid hun voorzeggingen kunnen
doen en ze ook bevestigd zien worden. Wij
herinneren ons tuindersvergaderingen van
de jaren 1931 en 1932 waarin lage prijzen
werden voorspeld en helaas zagen wij deze
zieners in het gelijk gesteld. Voor 1933 werd
opgemerkt, dat de vooruitzichten nog nooit
zoo donker waren als thans. En men behoeft
in deze eerste dagen van de aardbeiencam
pagne maar een blik te slaan op de noteerin
gen, om te constateeren, dat de arbeid van
den tuinder vergeefsche moeite was. De prij
zen schommelden van 1120 ets. per K.G.
soms wat hooger, maar meestal lager. Wil
men een anderen maatstaf, twee kwartjes
per slof (van bijna 3 K.G.) De vraag, waarom
dan de prijzen zoo laag zijn en waarom het
den tuinder maar niet meer beschoren schijnt
te zijn om een loonend bestaan te vinden in
de cultuur van groenten en aardbeien, wordt
menigmaal gesteld. Wij zullen haar hier on
derwerpen aan het oordeel van een der meest
bekende exporteurs en jamfabrikanten, den
heer J. Docter. Deze wijst voor de lage prij
zen als een der eerste oorzaken aan, een te
groote aanplant van aardbeien, niet alleen
in Kennemerland, maar over geheel Neder
land. Hier heeft men dus te maken met de
maatschappelijke kwaal van overproductie.
Een tweede belangrijke rol speelt "de groote
oogst van aardbeien in het vorige seizoen in
Engeland, Duitschland en Frankrijk. Deze
twee laatst 'genoemde landen vooral hebben
zich op de aardbeiencultuur in bijzondere
mate toegelegd en er zijn tal van gemeenten,
die speciale voordeelige huurcontracten ge
ven aan werkloozen, om hen in staat te stel
len aardbeien te telen. Al de kleine hoeveel
heden, die deze categorie oogsten, vormen te
zamen een productie, waarmede zeer zeker
rekening moet worden gehouden. Een derde
oorzaak is gelegen in de lage prijzen der
Spaansche abrikozen en van de sinaasappe
len uit dat land en Italië, de ergste mede- -
dingers in de wereld der jamfabrikanten.
Een belangrijk punt vormt de lage valuta van
het Engelsche geld, als ook de zeer hooge in
voerrechten op Hollandsche aardbeien, waar
door export van dit product naar Groot-
Brittannië schier onmogelijk moet worden
geacht. Het is een eenvoudig rekensommetje
om te komen tot 75 pet onkosten. Vooral deze
tolmuren zijn het, die een antwoord geven
op de vraag, waarom de prijzen der aard
beien laag zijn. Vooral de aardbeien, die in
verse hen toestand zouden kunnen worden
geëxporteerd zijn met een invoerrecht van 28
ct. per K.G. zwaar getroffen. Een dergelijk
tarief verschilt practisch in niets van een in
voerverbod. De Engelsche kweekers hebben
van dezen voor hen beschermenden maat
regel van hun regeering heel goed de betee-
kenis doorzien en meerderen hunner hebben
zich beijverd veel meer aardbeien uit te zet
ten dan in vorige jaren het geval was.
Dit zijn dus wel allemaal heel sombere din
gen, maar wat baat het, ze niet te willen
zien? Tuinders vormen een hardnekkig volk,
bezield eigenlijk met een bewonderenswaar
dig uithoudingsvermogen en een groote dosis
energie. Want zeker is er enorme wilskracht
voor noodig, om na elke mislukking steeds
maar weer met nieuwen moed bezield, den
zwaren arbeid op den akker te hervatten.
Om maar weer opnieuw op hoop van zegen,
den grond te bewerken, den grond, die bereid
blijft overvloed van producten te schenken,
maar die, ondanks de mildheid van de na
tuur, ondanks schier onverwoestbaren ijver
van de tuindersbevolking, onmachtig is, in
ruil voor duizenden kilo's groenten en fruit
het dagelijksch brood te geven aan hen, die
daarvoor de hitte van den dag té dragen
hebben. Want zoo staat de zaak en niet an
ders. Het ware zelfs dwaasheid het anders
te wilen zien.
Van de tuindersbevolking in het vruchtbare
Kennemerland wordt in deze omstandighe
den geëischt, wat men in normale tijden voor
onmogelijk zou houdenWij eten aard
beien en betalen daarvoor vandaag den dag
een behoorlijken prijs. De kleinhandel moet
ook leven en heeft zijn bedrijfsonkosten.
Daaraan denken we en we betalen het grif
en niemand zal zeggen, dat het niet goed is.
Het wordt tijd, dat we ook aan den tuinder
gaan denken, aan den hardnekkigen Kenne-
mer tuinder, die vecht om zich staande te
houden op den hem dierbaar geworden grond,
maar die, machteloos tegen de dingen, met
zijn gezin verkommert.
LUXORTHEATER.
Het programma voor de a.s. week brengt
als voornaamste werk de zeer amusante City
film „Sehnsucht 202" met Magda Schneider
en Fritz Schulz.
Deze film wordt een der opvallendste lach
successen van den laatsten tijd genoemd en
bovendien een der knapste Duitsche films in
dit genre.
Dit is in hoofdzaak te danken aan den
regisseur Max Neufeld, die het niet alleen
klaarspeelt er een flink tempo in te houden,
maar die er bovendien voor zorgt, dat de
belangstelling niet verflauwt. Dan zijn er
Fritz Schulz en Paul Kemp, twee humoristen
die ver boven de middelmaat uitkomen.
Muzikaal is de film „Sehnsucht 202" goed
verzorgd. Zij telt een drietal Schlagers,
waaronder de goede trott „Mein Scliatz, ich
bin in dein Parfum verliebt".
Het tweede hoofdnummer is de belang
wekkende speelfilm „Berlin-Alexander-'
plaz", naar den roman van Doblin.
DE INSTALLATIE VAN DEN
BURGEMEESTER.
Aan de raadsleden is de oproeping ver
zonden voor het bijwonen van de openbare
raadsvergadering op Dinsdag 27 Juni des
n.m. te 2.15 uur, waarin de installatie van
burgemeester mr. II. J. J. Scholtens zal ge
schieden.
Na de sluiting dezer vergadering zullen de
leden van den Raad gelegenheid hebben, om
in de burgemeester en diens echtgenoote te
worden voorgesteld.
In het middenpunt van de belangstelling stond deze week te Parijs de voltrekking van
het huwelijk van Barbara Hutton, dochter van den schatrijken eigenaar van het Wool-
worth-concern en prins Udivani. Laatst genoemde is de vroegere echtgenoot van de
filmster Pola Negri.
MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON
IN ROTTERDAM WEER BRAND
EEN NIEUWE MAATREGEL
De instelling „Maatschappelijk Hulpbe
toon" heeft aan alle steuntrekkende werk
loozen een loonboekje uitgereikt. In deze
boekjes moeten eventueel de werkgever is)
en de verdiensten worden vermeld, bekrach
tigd door de handteekening. Indien een der
huisgenooten van den steuntrekkende in
komsten genoten heeft, moet ook dit worden
opgegeven. Bij het uitbetalen van het steun
bedrag des Zaterdags moet de secretaris van
de organisatie, waarbij de steuntrekkende is
aangesloten, een ingevuld weekblaadje uit
het boekje scheuren en dit des Maandags
met de staten bij Maatschappelijk Hulpbe
toon inleveren. Indien een steuntrekkende
een week of langer werkt, dan moet wel de
naam van den werkgever, alsmede het ver
diende loon worden ingevuld, maar dan be
hoeft het betrokken weekblaadje eerst bij de
volgende werkloosheidsperiode te worden in
geleverd.
Het uitscheuren der blaadjes geschiedt
voor de ongeorganiseerde werkloozen door
den secretaris-penningmeester van Maat
schappelijk Hulpbetoon.
OPENBARE VERKOOPING.
Donderdagmiddag werd in de bovenzaal
van „Oud-Meerestein" ten overstaan van
notaris J. H. Bremmers in het openbaar ver
kocht:
1. Een woonhuis met schuurtje, erf en
halve poort aan de Duinwijklaan 25 te Wijk
aan Duin, groot 165 M2. Eigendom van de
familie Le Ciercq. Opgeboden door A. van
Strien te Velsen voor f"4000. Bij afslag af
gemijnd door IJ. Blokker te Wijk aan Duin
op f 50. Opbrengst f 4050.
2. Een woonhuis met schuurtje en erf aan
den Hoflanderweg 23 te Wijk aan Duin,
groot 144 vierk. M. Hoogste bieder J. Henne-
man, Wijk aan Duin van f 1230. Kooper D.
van Dijk te Beverwijk voor f 1250.
3. Een woonhuis met schuurtje en erf aan
den Hoflanderweg 25 te Wijk aan Duin groot
144 M2. Hoogste bieder E. Rus te Beverwijk
voor f 1270. Bij afslag niet gemijnd.
Combinatie van de perceelen 2 en 3, eigen
dom van de erfgenamen F. Muller, staande
op f 2520 bij afslag afgemijnd door D. van
Dijk te Beverwijk op f 9. Koopsom f 2529.
4. Een woonhuis met erf en aanhoorig-
heden aan de Koningstraat no. 103, groot
80 M2.. Eigendom van de familie Van
Zutphen. Opgeboden door N. Visser te Be
verwijk tot f 1280. Bij afslag afgemijnd door
P. Liefting te Castricum op f 40. Koopsom
f 1320.
4. Een woonhuis met erf aan den Paters-
weg 23 te Beverwijk groot 71 M2 Eigendom
van J. van Egmond te Beverwijk. Kooper N.
Visser te Beverwijk voor f 300
MEVROUW BRAUN—DE BOER f
Het stoffelijk overschot van mevr. M.
Braunde Boer, die een vooraanstaande
plaats vooral in het Katholieke charita
tieve leven heeft ingenomen, zal Zaterdag
morgen worden begraven. De uitvaartdïen
sten worden gehouden in de kerk van de H.
Agatha te 6.30, 8 en 9 uur, waarvan te 9
uur de plechtige Requiem.
Mevr. Braunde Boer, die de echtgenoote
was van wethouder en loco-burgemeester J.
F. Braun, bereikte den 72-jarigen leeftijd.
WAT WORDT ER VAN DE WERK-
LOOZE JEUGD?
N. V. V. VRAAGT EEN REGEERINGS-
ENQUêTE.
Het bestuur van het Ned. Verbond van Vak
vereenigingen heeft zich tot de regeering ge
wend met een adres, waarin groote bezorgd
heid omtrent het lot van de werklooze jeugd
wordt uitgesproken. In het bijzonder wordt
de aandacht gevestigd op de jongens en
meisjes, die bij het verlaten van lagere, nij
verheids- en middelbare scholen er niet in
slagen, een voor hen passende betrekking te
vinden.
Het adres vraagt van de Regeering, dat
zij een onderzoek zal instellen naar de levens
omstandigheden van de jongens en meisjes
die in de jaren 1931, 1932 en 1933 de boven
genoemde onderwijs-inrichtingen verlaten
hebben, met name het aantal dergenen, die
een hun niet-passende betrekking noodge
drongen hebben moeten aanvaarden.
Het bestuur van het N. V. V. zegt, dat pok
vroeger omvangrijke regeerlngsenquêtes
naar arbeidstoestanden e. d. zijn gehouden,
zoodat het verwacht, dat de Regeering, nu
de toestand niet minder ernstig is dan bij die
vroegere gelegenheden, ten spoedigste aan
zijn dringend verzoek zal voldoen.
NIEUWE PARKEERREGELING TE
AMSTERDAM
Over de nieuwe maatregelen voor par
keeren te Amsterdam verneemt de Tel. dat
een dier maatregelen zal zijn parkeeren in
bepaalde straten op bepaalde dagen toe te
staan. Zoo zullen er straten worden aangewe
zen. waar men op even data wel en op oneven
data niet mag parkeeren.
Voorts zal successievelijk het éénrichtings
verkeer op de grachten, dat reeds in de na
bijheid van de Leidsehestraat bestaat, wor
den uitgebreid.
FEL UITSLAAND VUUR.
Donderdagavond hebben te Rotterdam in
de binnenstad twee felle branden gewoed- De
eerste brak uit omstreeks 7 uur in een oud
pand, staande achter panden, die aan de
Groote Markt grenzen. Dit pand behoorde
toe aan de Holland Rubber Company en
werd gebruikt als opslagplaats voor rubber
en celluloidartikelen. Het oude pand dat ge
heel ingebouwd was kon de brandweer
slechts moeilijk benaderen maar tenslotte
gelukte het toch den brand in te sluiten en
het vuur met 5 stralen te blusschen. Twee
etages en de zolder van het pand zijn geheel
uitgebrand. Een groote hoeveelheid rubber
en celluloidartikelen is-verloren gegaan.
De schade wordt door verzekering gedekt.
De tweede brand brak omstreeks kwart
voor elf uit in de Hoogstraat In een pension
van den heer Almkerk. Toen de brand uit
brak. was niemand thuis. De vlammen sloe
gen fel uit en de brandweer stond voor een
zeer moeilijke taak. De blusschïng werd dan
ook met groot materiaal aangevangen. Er
werd met tien stralen gewerkt: "Van het pen
sion zijn de eerste verdieping.aan. de achter
zijde, de tweede en derde verdieping en de
zolder geheel uitgebrand. Uit een aangren
zend pand, dat even gevaar liep, heeft men
toen de brand op zijn hevigst woedde zes kin
deren in veiligheid gebracht De brandweer
heeft echter het vuur tot het brandende per
ceel kunnen beperken. De oorzaak is onbe
kend.
DE LOONSVERLAGING TE
AMSTERDAM.
GEEN RESULTAAT IN GEORGANISEERD
OVERLEG
De vertegenwoordigers van B. en W. en de
leden van het Georganiseerd Overleg te Am
sterdam hebben langdurig vergaderd over
de voorstellen om te komen tot overeen
stemming betreffende een verlaging van de
loonen van ambtenaren en werklieden der
gemeente. De vergadering heeft tot geen po
sitief resultaat geleid. De beraadslagingen
zullen heden middag worden voortgezet.
Beide partijen zijn door de besprekingen
dichter bij elkaar gekomen dan men aan
vankelijk mocht verwachten. Vooral van de
zijde der ambtenaren staat men niet geheel
afwijzend, al kan men niet meegaan met de
voorstellen van B. en W. zooals zij thans ter
tafel liggen.
Vermoedelijk zullen dan ook in de volgen
de zitting de vertegenwoordigers der ambte
naren tegenvoorstellen doen. De vertegen
woordigers der werklieden staan meer af
wijzend tegenover de voorstellen van B en
W. al meent men dat alle hoop om met hen
hen tot overeenstemming te komen nog niet
geheel verdwenen is.
HOLLANDSCHF. GELUIDSFILMINDUSTRTE.
De Nederlandsche filmgroep „Visie" die
enkele maanden geleden op geluidsgebied
met haar eerste geluidsfilms „De Macht van
het Kleine" voor „Nederlandsch Fabrikaat"
debuteerde, werkt thans aan eenige „Screen-
Songs" waarin de reclamebewerking op ar
tistieke wijze is' opgelost. „Visie''werkt voorts
aan een eigen geluidsfilm „Zomeridylle".
De opnamen hiervoor vinden plaats te
Castricum. Hoofdrollen worden vervuld door
twee vrouwelijke „stars", die tezamen den
leeftijd van tien jaar nauwelijks overschrij
den. Manuscript en muziek zijn- van me
vrouw M. de Haas, die samen met onzen oud
stadgenoot den heer J. de Haas de film ver
vaardigt.
DOOR EEN PAARD DOODGETRAPT
De 69-jarige I-I. Groothuyzen. te Rotterdam
is in een stal achterover gevallen. Een paard
dat hiervan schrok trapte hem op het hoofd
De man werd met een hoofdwonde en een
schedelbreuk naar zijn woning vervoerd waar
hij aan de gevolgen overleed.
NATRIUMLICHT IN DEN SCH1TLDETUNNEL
De nieuwe Sclieldetunnel voor rijverkeer
bij Antwerpen, die een lengte heeft van ruim
twee kilometer, zal met 530 Philips „Philora"
natriumlampen verlicht worden. De tunnel
zal 1 September in bedrijf worden gesteld.
EGELS EN RATTEN ALS
KIEKENDIEVEN.
170 KUIKENS WEGGESLEEPT, 8 ROOVERS
GEDOOD.
Dezer dagen bespeurde een kippenfokker
te Loosdrecht. dat er 's nachts 170 kuikens
waren geroofd: veeren lagen op het erf. Hij
ging den volgenden nacht met een geweer op
de loer liggen, meldt de N. R. C. Tegen mid
dernacht kwam de rooverbende opzetten:
vijf egels en vier ratten. Eén rat wist te ont
komen, de andere dieren werden neergescho
ten. Vele gedoode kuikens zijn nabij de fok
kerij in den grond gevonden, zoodat de die
ven klaarblijkelijk voorraad wilden opslaan.
FEUILLETON
door CHARLES ALDEN SELTZER
37)
Naar het Amerikaansch dcor
HENRI VAN DE WEG.
Zijn woede concentreerde zich op Deveny.
Ook Haydon verachtte hij, sinds hij dien man
leerde kennen. Aanvankelijk uit jalouzie, om
dat Barbara van den kerel scheen te houden.
Maar later toen hij ontdekte, dat Haydon
de geheimzinnige „chef" was, de moordenaar
van Lane Morgan, achter wiens zoogenaamde
liefde voor het meisje verraad schuilde, was
er haat in zijn hart gekomen.
Doch zijn haat tegen Haydon was niet te
vergelijken met de bittere verachting, welke
hij voelde ten opzichte van Deveny. Die man
had in Lamo getracht te doen, wat Harlan
het meest verafschuwde en de herinnering
aan die daad verzwakte niet.
Toen hij naar de Star reed, knerste hij op
de tanden van verbittering en hadden zijn
oogen die vage uitdrukking, welke hem ken
merkte als hij op het punt stond om ge
bruik te maken van zijn revolver. Hij hun
kerde naar het leven dergenen, wier duistere
invloeden Barbara had gedwongen tot ge
vangenschap op haar eigen ranch.
Langzaam reed hij door het dal, peinzend
hoe hij haar zou kunnen vertellen, dat haar
broer gevallen was door een schot van den
man, dien zij vertrouwde. Voor den tweeden
keer zou hij de brenger moeten zijn van een
ontstellende boodschap.
Toen hij de weide van ds Star bereikte,
steeg hij af. Langen tijd bleef hij daar staan,
leunend tegen het hek, geheel in beslag ge
nomen door zijn gedachten aan het meisje.
Medelijden met haar bracht een bitteren trek
om zijn mond.
Zij had in gevaar verkeerd, maar dat zou
spoedig voor goed zijn afgeloopen. Haydon
zou haar niet meer lastig vallen. En als hij
Deveny ontmoette, zou hij een eind maken
aan het leed, dat Barbara's leven en geluk
van dien kant bedreigde.
Hij beschouwde zichzelf als een instrument
in dienst van het recht, werkend op grond
van hetzelfde principe, waaruit de wetten
worden geboren in een beschaafde maat
schappij.
Hij tuurde naar het Zuiden en bracht de
hand voor de oogen, toen de wind het ge
luid van hoefgetrappel overbracht. In de
verte, bij de heuvels, dreef een stofwolk op,
die zich snel verplaatste in zijn richting.
Aanvankelijk dacht hij, dat het mannen
van Deveny zouden zijn en hij nam zijn
revolvers een voor een uit de holsters en
onderzocht die vastbesloten, als Deveny
zich bij hen mocht bevinden, definitief de
vraag, wiens autoriteit hier zou gelden, tot
een oplossing te brengen.
Toen de mannen dichter bij kwamen, aan
stuivend als veeren gedreven door den storm,
zag hij echter, dat Rogers bij hen was.
De mannen hielden bij hem stil en Harlan
merkte aanstonds dat Rogers gelaat bleek
was van opgewondenheid. Somberder nog
werd zijn stemming, toen Rogers hem ver
telde wat hij gezien had en wat hij vermoedde
„Wij stellen ons aan jouw kant, Harlan",
verklaarde Rogers, terwijl hij op zijn mannen
wees. „De jongens, die Deveny in de gaten
houden ook. Als jij het zegt, zullen wij af
rekenen met Deveny en met dien vervloek
ten Haydon".
Harlan gaf geen antwoord. Slechts zijn
glimlach getuigde van zijn dankbaarheid
tegenover Rogers en de anderen voor hun
besluit, hem bij te staan.
Toen besteeg hij Fantoom en galoppeerde
naar het bosch, dat toegang gaf tot het dal.
Niemand sprak. De paarden zwenkten en
volgden het zwarte dier.
De andere helft van Rogers' mannen
onder aanvoering van Cnlver, waren ver
scheidene mijlen achter bij de ruiters van
Deveny, toen zij het einde van het groote
dal naderden. Ze begonnen iets op hem te
winnen, juist toen Deveny en diens mannen
Barbera zagen en haar achtervolgden.
Maar tijdens het oponthoud van Deveny,
toen deze Stroud neerschoot, gaf Colver de
zijnen bevel, zich te verschuilen, omdat zij
niet meer dan twee mijlen van de anderen
waren verwijderd.
Uit hun schuilhoek merkten zij, dat Deveny
stilhield, al onderscheidden zij niet, hoe Bar
bara werd gevangen genomen en Stroud ge
dood. Zij merkten slecht, dat Deveny om de
een af andere reden afzag van zijn plan
naar de Rancho Seco te gaan en terugkeerde
naar het dal.
Colver begreep er niets van maar hij hield
zich aan heé bevel van Rogers. Toen hij en
zijn mannen even later kwamen op de plaats,
waar Deveny had vertoefd, zagen zij het lijk
van den maaier, terwijl diens paard in de
nabijheid liep te grazen. Zij kwamen even te
laat om Barbara's pony te zien, maar toen zij
weer verder reden ontwaarden zij een een
zame, die galoppeerde in de richting, welke
Deveny en zijn mannen ingeslagen.
Die ruiter was Red Linton, al wist Colver
dat niet, want zij waren mijlen van elkander
verwijderd en Colver had Linton niet opge
merkt, toen deze op korten afstand passeerde.
Colver enzijn mannen volgden het spoor
van de ruiters, Twee of drie mijlen verderop
zagen zij een ruiter in hun richting komen.
Ze zagen, dat hij zich in moeilijkheden be
vond, dat hij zichzelf moest hebben vast
gebonden aan het zadel, nu bewusteloos, half
ter zijde van zijn paard hing en zij stuurden
hun paarden in zijn richting.
Linton was echter niet volkomen onbe
wust van hetgeen er met hem gebeurde, al
hoorde hij de stemmen, die klonken als in
een droom.
Hij wist zich in zoo ver te herstellen, dat
hem duidelijk werd, dat hij niet droomde.
Met ongelooflijke inspanning blee fhij Colver
aankijken, totdat hij dezen herkende. Toen
lachte hij met grimmigen spot:
„Dat bespaart jullie de moeite, hé!",
hoonde hij. „Ik kom uit mezelf al! Toe dan
maar! Ik verdien niet beter, omdat ik zoo
slecht op Barbara paste. Als jelui me niet
kapot schiet, doet Harlan het wel! Maar als
jelui kerels waren, zou je Deveny
„Heeft Deveny Barbara Morgan te pak
ken?"
Colver schreeuwde die vraag uit. Iets in zijn
stem ddeed Linton opschrikken. Hij
richtte zich op in het zadel en keek den ander
strak aan
„Deveny kreeg haar te pakken en mij ook,
toen ik hem achterna zat. Ik was op weg
naar de Rancho Seco om dejongens van de
T-Down te halen, vrienden van Harlan, die
de bende van Deveny zullen uitroeien. Als een
van jelui een kerel was
Linton's wilskracht was niet langer in staat
hem overeind te houden, hij zakte weer op zij
van zijn paard.
Colver aarzelde slechts een oogenbik. Toeri