DE BILT
Het Zweedsche houtvlot binnen.
De Mysterieuss Apache.
iJMUIDER COURANT MAANDAG 10 JUL! 1933
TWEEDE BLAD
IJMU1DEN.
Ternauwernood aan den ondergang ontkomen.
Vastgeloopen op de
Noorderpier.
Maar vlot gekomen „op eigen kracht
-
Bijna gestrand in de haven. Door den vloed-
stroom werd het vlot hij het binnenkomen
tegen den pier gedrukt, waar het vastliep.
Spoedig is het door den stroom echter weer
losgewerkt.
Zondagavond kwam er bericht in IJmuiden
Van het vlot. „Het is 's middags 4.20 uur het
iHaaks-vuurschip gepasseerd, gesleept door
de Zweedsche sleepboot Prins Bernadette en
de Duitsche sleepboot Heros....".
Eindelijk dan toch! Nog een paar uur en
de lang, lange tocht, is ten einde; voor de
eerste maal zal een dergelijk transport zijn
geslaagd. Maar de laatstee loodjes hebben
het zwaarst gewogen. Het heeft weinig ge
scheeld, of het drijvende bosch van ruim
5000 boomen was gestrand, niet in het geij
zicht van de haven, maar zoo goed als i n de
haven. Als gevolg van de roekeloosheid van
den commandant van het convooi, de kapi
tein van de sleepboot Prins Bernadotte.
Even later nadat we het bericht, dat het
vlot naderde hadden ontvangen, komt een
telefoonje: „om waalf uur gaat de Hector
naar buiten, als u mee wilt
En óf. En te middernacht zijn we bij het
kantoor van BureauWijsmullen even later
stappen we aan boord van de Junior, die ons
naar de Hector, die bij de semaphore ligt.
brengt. De Hector wil zien, of assistentie bij
het binnensleepen gewenscht wordt-
Het is een mooie zomernacht. Er staat een
stevige bries uit het Zuiden. Als we overstap
pen op den Hector, met kapitein Moerman,
die als vertegenwoordiger van de directie van
Bureau Wijsmuller meegaat, schijnt de maan
die juist kracht genoeg bezit om de bedekte
lucht te doorboren, op het licht bewogen wa
ter: een zilveren streep teekent zich af op
het deinende watervlak.
Om één uur gaan we van den steiger. Ka
pitein van der Graaf zet de telegraaf op
"„volle kracht vooruit" en met een 9-mij Is
vaartje stevenen we naar buiten. De steven
van de sleepboot splijt het water uiteen; op
het witte schuim teekent zich een fraaie
blauwe glans; de zee licht.
Het is nu nog alles poëzie. Maar voor
feenige reisgenooten is de poëzie er gauw af.
Een kalm zeetje....
Een kalm zeetje, zeggen de menschen van
ifle sleepboot. Dat was het inderdaad zoolang
we nog in de buitenhaven zijn. Ook de zee
lijkt kalm en inderdakd, vlak buiten de ha
ven klieft de Hector in rustige ligging de ba
ren. Maar dra zijn we niet uit het oppertje
van den wal, of de aan bakboordzijde van de
sleepboot oploopende golven brengen bewe
ging in de boot. Maar dan sommigen ver
dragen kunnen.
Achter ons zien we de vuurtorens lang
zaam van ons afglijden; de honderden licht
jes van de sluizen en de havens worden
steeds flauwer. Om de Noord flikkert het hel
dere licht van Egmond en even later zien we,
flauw in het verre verschiet, de bundels van
den vuurtoren van Suisduinen. Plet is alles
geweldig mooi. Maarhoud je goed vast.
want de Hector is dartel als een veulene in
de weide.
Er komt koffie. Ze is zoo heet, dat we onze
handen bijna branden aan de kwart liter
kom. Maar het is een welkome tractatie. Er
is eenige acrobatiek voor noodig om de kom
zonder morsen leeg te drinken. Kapitein
Moerman en kapitein v. d. Graaf balancee-
ren op hun zeebeenen; wij landrotten heb
ben onze beide handen noodig om niet te
vallen.
Steeds flauwer worden de lichtjes achter
ons; maar steeds helderder die welke onge
veer dwars van de haven tegen den donkeren
hemel afsteken. Een binnenvarend stoom
schip passeert ons op grooten afstand. Ka
pitein Moerman vraagt met de morselamp,
wat die andere lichten zijn. Hij wil zekerheid
maar de onbekende antwoordt niet.
Spoedig is er geen twijfel meer. We zien
toplichten, we zien twee "oakboordslichten.
En op grooten afstand nog een flauw lichtje,
het heklieht van het vlot.
Als we e enuur hebben gestoomd, kunnen
we het convooi duidelijk onderscheiden. De
sleepbooten Heros en Prins Bernadotte lig
gen aan den sleeptros, naast elkaar. Dan een
heel eind niets en geheel achteraan, zeker
een paar honderd Meter van de sleepbooten
verwijderd teekent zich een donkere streep
op het water met aan het achtereind een
lichtje we zien den breeden kop van het
vlot, aangeduid door de schuimspattende
golven. Het valt tegen; we hadden het groo-
ter verwacht.
Geen hulp noodig.
We praaien de Prins Bernadotte, een akelig
klein sleepbootje, dat vreeselijk aan den tros
ligt de slingeren.
„Do you require assistance?" (verlang je
assistentie) informeert kapitein v. d. Graaff.
De Zweed schreeuwt wat terug in het
Zweedsch. Verstaan doen we het niet, maar
we begrijpen het. Plij heeft de Hector niet
noodig! Ook de Duitsche kapitein „kann keirt
Sehleppboot brucken."
Deze weigering was den vreemden kapi
teins bijna noodlottig geworden. Slechts
weinig had het gescheeld, of zij hadden voor
niets hun hout en kolen verstookt. Weken
lang.
Terug.
Nog even varen we mee- Het vlot gaat dan
Zuidelijk van ons af. Het is dan twee uur en
we verlaten het op een mijl of acht uit de
haven. De Hector stevent full speed op de
haven .af en tegen drie uur zijn we binnen
We blijven aan boord, want kapitein Moer
man wil het nog eens probeeren. De kapiteins
van Bureau Wijsmuller zijn gastvrije man
nen. In de kajuit praten we wat, probeeren
wat te slapen.
De Hector weer naar buiten.
Om half vijf gaan we weer naar buiten.
He: wordt reeds dag. Duidelijk zien recht
voor de haven de sleepbooten, di echter nog
met lichten varen. Maar waar is het vlot?
Kapitein Moerman hoopt natuurlijk altijd
nog. dat er ook voor Bureau Wijsmuller wat
te verdienen valt.
De sleepbooten varen dwars de haven in,
met den kop op de Zuiderpier gericht. Gaat
dat wel goed?
Neen, het ginge niet goed! Daar zien we
plotseling het vlot. dat nu in de ochtend
schemering duidelijk zichtbaar is, vlak ach
ter de Noorderpier vandaan komen. Het
schuurt langs de blokken. De sleepbooten
trekken wat ze trekken kunnen. De tros van
de Prins Bernadotte breekt. En even later
ook die van de krachtige Heros.
Het vlot zit vast.
Het vlot zit vast op de blokken. Het is ten
preoi aan de golven, die gesteund door den
sterken vloed, de houtmassa tegen de Zui
derpier en wellicht op de blokken duwen. Zal
het breken?
Maar de Zweedsche houtvlotters hebben
geen helf werk verricht. We zien een heele
serie kettingen stijf den 30-Meter omtrek
omspannen.
Er komt een geluk bij een ongeluk. En dat
geluk is, dat het zwaartepunt van den druk
binnen de haven ligt- De vloed drukt het
sterkst tegen het binnen de pier uitstekende
gedeelte. Het beweegt weer. De voorkant (de
steven) zwenkt naar het Noorden. Het werkt
zich los en achterste voren komt het de ha
ven in.
De Prins Bernadotte steigert er om heen
en haast er boven op. Het kost veel moeite,
weer verbinding te krijgen en eerst nadat de
tros eenige malen gebroken is weet een dei-
opvarenden van de Zweedsche sleepboot de
verbinding te herstellen. Later gaat ook een
Duistlher over en ten slotte zijn beide
booten weer in actie om het vlot verder naar
binnen te sleepen.
Overal zien we menschen langs den haven
kant om het merkwaardige schouwspel gade
te slaan.
Langzaam nadert het convooi de Midden-
sluis.
De Hector was inmiddels weggestoomd.
Maar ze kwam toch niet met leege handen
thuis. De Fnseigne Marie Saint Germain",
heeft haar hulp noodig. De Junior brengt
het stoomschip naar zijn ligeplaats, de haven
van het hoogovenbedrijf.
Om zes uur stappen we aan wal.
Het vlot is binnen. We kunnen naar huis
gaan.
Het houtvlot is om 8 uur door de midden-
sluis geschut. Het schutten had een vlot
verloop. Het vlot werd door de sleepboot
„Prins Bernadotte" en drie sleepbooten van
Gebr. Goedkoop naar Zaandam gesleept en
niet naar Amsterdam zooals oorspronkelijk
de bedoeling was.
J. J. ALLAN SR. f
Te zijnen huize Spiegellaan 9 te Driehuis
is 1.1. Vrijdag op ruim 70-jarigen leeftijd over
leden de heer J. J. Allan Sr., commissaris der
N.V. Drukkerij Sin jewel en lid van den Raad
van Beheer der IJmuider Courant, voorda
deze door ons werd uitgegeven.
Wij bewaren aan den overledene de herin
nering van een serieus zakenman, met wien
wij op de meest aangename wijze de onder-
handelingen over de overneming van de
IJmuider Courant hebben mogen voeren.
De heer Allan vestigde zich ruim een jaar
geleden, na een arbeidzaam leven in West-
zaan, te Driehuis. Helaas heeft hij niet lang
van zijn welverdiende rust mogen genieten.
In zijn nieuwe woonplaats was hij o.a. 2de
voorzitter van de Buurtvsreeniging Driehuis.
In Westzaam was de heer Allan een zeer ge
ziene persoonlijkheid, o.a. was hij gedurende
geruimen tijd wethouder dier gemeente en
tot zijn vertrek naar Driehuis commissaris
van de Stroomverkoop Maatschappij Zaan
land. De crematie zal plaats vinden Dinsdag
na aankomst van trein 16.26 uur.
EEN FEDERATIE VAN ORANJE-
VEREENIGINGEN.
De financieele toestand
der gemeente.
ONDER LEIDING VAN BURGEMEESTER
RAMBONNET.
Te Alkmaar is onder leiding van Mr. L. F.
J. Rambonnet, burgemeester van Velsen, een
oprichtingsvergadering gehouden van de
Oranje Federatie Boven Het IJ.
Aanwezig waren behalve de voorzitter, de heer
W. R. Drost, burgemeester van Kwadijk, H.
Oostveen, burgemeester van Blokker. J. M.
Stempel, wethouder van Hoorn, ds. P. E. J.
Bik uit Enkhuizen, J. de Jong, voorzitter
van de Chr Oranje Vereeniging uit Den
Helder, en M. J. Leendertse. hoofd eener
school te Oosthuizen. Instemming was be
tuigd door dr. Westerouen van Mee teren,
inspecteur van het L. O., deken Huibers uit
Hoorn en den heer J. Steert, burgemeester
van Oosthuizen.
De federatie stelt zich ten doel, in zoo
veel mogelijk plaatsen Oranjevereenigingen
op te richten. Bestaande vereenigingen wor
den dringend uitgenoodigd zich aan te
sluiten. Personen, welke in een bepaalde
plaats het initiatief willen nemen om een ver
eeniging op te richten, gelieven zich te wen
den tot den secretaris, den heer M. J. Leen
dertse te Oosthuizen.
VACANTIE.
De vacantie voor de arbeiders, in dienst
der patroons, georganiseerd in den Nederl.
Aannemersbond alhier, zal gegeven worden
in de week van 31 Juli—4 Augustus.
meldt:
Hoogste barometerstand 768.8 m.M. te
Rochefort.
Laagste barometerstand 747.5 m.M. te
Stornoway.
en voorspelt
Thermometer
Hoogste gisteren
Laagste heden nacht
Hoogste heden
67 F.
58 F.
65 F.
De gemeentenaren moeten bloeden. Feite-
telijk is de regeering er op uit, de laatste
druppel er uit te persen. Als de regeering
haar zin krijgt en waarom zou zij 't niet?
dan worden de inwoners onthaald op een
belastingheffing, die hooger is dan waar ook,
waartegenover staat als resultaat der opge
legde bezuinigingen een nog slechtere straat
verlichting. Als de regeering haar zin krijgt:
dan zal de Vereeniging tot bestrijding der
Tuberculose (die, zooals B. en W. opmerken
met de grootste zorg hare financiën behar
tigt en het uitgetrokken bedrag noodig heeft)
haar zegenrijken arbeid moeten .beperken .waar
door de witte pest", die in onze gemeente
zoo effectvol werd bestrijden, weer een kansje
krijgt, dan zullen de straten, die toch al vol
kuilen zitten, die noodig opgehaald moeten
worden, nog meer verwaarloosd worden;
dan zal de gemeentereiniging, die blijkens
een door B. en W. overlegd staatje goedkoo-
per is dan bijv. in Schiedam, Leiden, Gouda,
Den Helder, Groningen, enz. (pér hoofd in
Velsen f 2.53, in Groningen f 4.74) nog
f 15000 moeten bezuinigen.
Openbaar en bijzonder bewaarsc.hoolonder-
wijs en gymnastiekonderwijs zijn al weg-
bezuinigd, maar het onderwijs zal dan nog
meer offers moeten brengen. De boventallige
leerkrachten kunnen niet worden gehand
haafd. B. en W. legsen zich bij dit verlangen
neer en het onderwijs krijgt weer een knauw.
De minister heeft met het potlood be
zuinigd. zonder rekening te hebben gehou
den met de werkelijkheid, met moreele ver
plichtingen. Voorbeelden? Tien percent of
f 1000 bezuinigen op het subsidie van het
Antonius Ziekenhuis. Maar dit kan niet,
daar de gemeente zich contractueel tot een
jaarlijksche subsidie van f 10.000 verbonden
heeft en wel tot 31 December 1964. Voor het
kampeerterrein f 200 minder zegt de Minis
ter. dus evenveel als in 1932. Dit kan ook niet,
want het Rijk heeft den huurprijs verhoogd.
Tien percent minder voor verlichting. Kan
ook niet, want de tarieven van het P. E. N.
zijn niet verlaagd. De vijftig gulden, uitge
trokken voor subsidie bijzonder onderwijs in
de plaats tredend van vervolgonderwijs kun
nen vervallen, zegt de Minister. Dit zal op
een misverstand berusten, zeggen B. en W,.
want de gemeente heeft nog financiëele ver
plichtingen ten opzichte van voorgaande
jaren waarvoor nog geen afrekening plaats
heeft gehad. De minister val feitelijk dat, de
gemeente haar sehulde.ischers niet voldoet.
Belastingen verhoogen? Er komen nu juist
zooveel menschen van buiten hier wonen,
middenstandex-s. We rakeii heel wat bouw
terrein kwijt: in elke raadsvergadering komen
vooi-st.el!en tot grondverkoop op de agenda.
En wanneer we nu de belasting gaan ver
hoogen wordt dit tegenwerkt.
De gemeente staat voor een ernstige crisis.
Maar achter deze crisis ligt toch nog altijd
een schoone toekomst.
Het is de plicht van de regeering de ge
meente door de crisis heen te helpen, opdat
zij onverzwakt daaruit te voorschijn kan
komen en zij. wanneer betere tijden zijn aan
gebroken met nieuwe enereie een nieuw tijd
perk van bloei kan voorbereiden.
meest matigen, zuidelijken tot westelijken
wind, zwaar bewolkt tot betrokken met kans
op regen of onweer. Later opklarend.
Weinig verandering in temperatuur.
Het geioeldige vlot passeert de sluizen te IJmuiden.
Opgaaf: MAGAZIJN 'T BRILLENHUIS.
Kanaalstraat 83. IJmuiden.
VELSEN
SLEUTELBEEN GEBROKEN.
Zaterdagmiddag had een 17-jarige jongen,
genaamd V., en wonende te Amsterdam, het
ongeluk in het kampeerteri;éin 'te vallen,
waardoor hij zijn linker sleutelbeen brak.
Per ziekenauto werd de jongen naar het
Roode Kruis Ziekenhuis te Beverwijk ver
voerd.
RIJWIEL ONTVREEMD.
Zondagavond is ten nadeele van O., te
IJmuiden een rijwiel ontvreemd, hetgeen hij
eenigen tijd onbeheerd had laten staan voor
het café van F. aan den Zeeweg.
WEDEROM LETLANDSCHE STAKERS.
Zaterdagmiddag is wederom een viertal
leden van de bemanning van het Letlandsche
stoomschip Eveidta, dat voor de Papierfabriek
in lossing ligt, in staking gegaan. Zij werden
door den kapitein van boord verwijderd,
waarna zij door de politie, in afwachting
hunner uitleiding, naar het Huies van Be
waring te Haarlem werden overgebracht.
LAGE KOLENVRACHTEN
Van Llanelly is een stoomschip met kolen
bevracht naar Amsterdam tegen een vracht
van 4 sh. 9 d. (nog geen twee gulden) per
ton. Deze prijs illustreert wel de depressie
op de vi'achtenmarkt.
FEUILLETON
ROMAN
PIT DE PARIJSCHE ONDERWERELD
DOOR H. LUCAS.
.(Geautoriseerde vertaling van H. Houben.)
m
„Daar Royle u opgestookt heeft om me na
te gaan, zal hij u wel allen noodigen uitleg
gegeven hebben, zou ik denken", zei zij
koud.
„Frank vroeg me met hem mee te gaan
om jou te zoeken en vertelde me, wat hij
dadelijk had moet-en doen, je schandelijk
gedrag in dat café van den minsten rang;
de rest zou ik graag van jou hooren".
Cornelia haalde haar schouders op met
een onverschilligheid, die zij heelemaal niet
voelde. In eens voelde zij het verschil tus-
schen een avontuur en een behoorlijken uit
leg er van eenige uren later.
„Monsieur", begon zij en werd toen vuur
rood. Het was heel moeilijk over een man
te spreken, met wien zij verschillende uren
had doorgebracht ..en van wien zij geen an
deren naam kende dan dien van l'Etranger
Rouge, wat haar nu in eens een belachelijke
onmogelijke schuilnaam leek. Zij deed een
poging om haar waardigheid te herwinnen
„De heer, die mij liet zien, wat ik graag
zien wilde, bood mij aan mij naar plaatsen
te vergezellen, die ik anders niet kon be
zoeken en ik ging dat is alles".
Wild voelde, dat zijn zelfbeheersching hem
ging verlaten Hierop had hij niet gerekend.
Tot nu toe waren de streken van zijn doch
ter enkel en alleen het gevolg geweest van
overvloed van jeugd, en opstandigheid tegen
de enge conventie, die haar werd opgelegd.
Hierin had zij helpers en handlangers van
haar eigen soort, dikwijls van haar eigen
sexe gehad. Nooit eerder had zij in het ge
heim samengezworen of haar eigen eer op
het spel gezet,
„Het komt dus hierop neer", zei hij. „je
hebt dien man, dien apache, in het geheim
ontmoet, bent uren met hem alleen ge
weest en hebt gelogen om deze schandelijke
samenkomsten te kunnen hebben".
Ze kromp ineen. Van natuur oprecht en
eerlijk, had haar de misleiding meer be
zwaard dan de avonturen zelf. De woorden
van haar vader deden haar pijn, vroeger
had er in al zijn berispingen toch nog tee-
derheid gelegen, die nu vanavond geheel
ontbrak.
„Ik ben nooit met hem alleen geweest"
antwoordde zij, „en al ware dit cok gebeurd
hij heeft mij behandeld als ieder andere
begeleider het zou gedaan hebben".
„Een ridder zonder vrees of blaam",
smaalde Wild.
Vader en dochter keken elkaar aan en
Wild wist, dat hij voor "t eerst met een toe
stand te doen had, dien hij niet kon na
gaan. Cornelia was zijn oogappel, doch er
was iets in haar gezicht
„Je moet mij je eei"ewoord geven, dat je
dien man niet meer zult zien of spreken",
zei .hij.
Cornelia glimlachte plotseling. „Gelooft u
niet, dat ik op me zelf lean passen, Vader
tje", vroeg ze, „en wordt het zachtjes aan
niet te laat om dit te bespreken?"
„Dit is de eerste keer, dat je het aangelegd
hebt met boosdoeners", antwoordde hij om
zichtig, „misschien ken je hun gehalte
niet".
Er volgde een lange stilte, die eindelijk
door Wild werd verbroken.
„Ik wacht op je woord", zei de hij.
Cornelia zuchtte diep, zij klemde haar
lippen opeen en wendde zich af. Weer viel
er een stilte.
„Nu", zei Wild scherp.
„Ik kan niet" stamelde zij.
Wild werd bleek. Hij keek naar zijn doch
ter met een blik, dien zij nooit te voren
van hem gezien had.
„Heel goed", zei hij, zijn best doende zijn
stem rustig te houden. „Je bent mijn doch
ter, ik zal doen wat ik noodig acht, om je
tegen je zelve te beschermen".
Cornelia aarzelde, toen liep zij met opge
heven hoofd, ofschoon met Lovende lippen,
de kamer uit.
Wild en Royle keken elkaar aan.
„We moeten geen halve maatregelen ne
men", zei de eerste. ,Jk zal een detective
huren een vriend hier van mij, kan mij
met raad dienen en ik zal hem opdragen
dat heerschap na te gaan. 't Is een be
schermingsmaatregel, maar ik krijg mis
schien genoeg van dien schelm te hooren
om hem de politie op zijn dak te sturen".
Royle werd rood. De ontdekking van dezen
avond was a,ls een mes door zijn hart ge
gaan, maar de gedachte, dat Cornelia zou
worden nagegaan, bespioneerd door een be
taald iemand stuitte hem zeer tegen de
borst. In sommige opzichten kende hij Cor
nelia beter dan haar eigen vader en hij zag
in, dat, wanneer ze het bestaan van zoo'n
detective zou ontdekken, er heel wat ergers
zou gebeuren.
„U moest dat maar aan mij oveiiaten,
mijnheer", zei hij plotseling als bij ingeving.
„Ik zal de verantwoording voor haar op mij
nemen en en ik ken Cornelia".
De oudere man keek hem vriendelijk aan.
„Goed, als dat je beter lijkt", zei hij. „Ik
weet, dat ik op je vertrouwen kan! Wat
deksel! Waarom kan zij niet besluiten met
jou te trouwen en met al die dwaasheden te
eindigen".
Royle kromp ineen, toen zijn wonde werd
aangeraakt.
„Ik vrees, dat ik haar als zoodanig niet
aantrek", zei hij.
Wild snoof. „Zij heeft een krachtigen man
noodig", hernam hij boos, „één, die haar aan
kan en haar zoo weinig ontziet, als in onzen
verweekelijkten tijd nog mogelijk is. We
zullen het hierbij moeten laten, vrees ik",
voegde hij er nog bij. „Ik zal ook met me
vrouw Lawson spreken, zoodat ook zij haar
beide oogen open houdt voor iedere poging,
die door vreemden wordt gedaan om met
Cornelia te spreken".
„U zult haar toch niet alles vertellen?"
zeide Royle haastig.
„Lieve hemel, neen, ze zou doodsbang
zijn en in ieder mensch een apache zien,
maar ze is dol op Cornelia, een wenk is ai
voldoende". -
De beide mannen gingen uit elkaar. Royle
om naar zijn kamer te gaan en Wild om
mevrouw Lawson op te zoeken. Hij vond
haar in de hall, op het punt naar boven te
gaan.
„Een oogenblikje, Julia", zei hij, terwijl
hij zich in een stoel naast haar liet val
len.
Mevrouw Lawson bereidde zich voor tot
luisteren met die aandacht, die zij aan de
geringste zijner woorden gaf.
Wild kauwde op een onaangestoken sigaar
Het was moeilijk om te beginnen.
„;t Is over Cornelia", zei hij langzaam, „ik
ik maak me ongerust over haar, Julia".
Mevrouw Lawsojn glimlachte aanmoedi
gend. Zij had die klacht al zoo vaak van
hem gehoord. „Ach', zei ze vriendelijk.
„Zij is jong en en overmoedig, en
en ze wordt niet graag nagegaan, Julia".
„Daar houdt de jeugd nooit van", herin
nerde zij hem.
„Dat is waar, maar wat ik zeggen wou, ik
zou het toch prettig vinden, als je eens extra
op Cornelia let, Julia; ik weet, dat je voor
haar zorgt als een moeder" hij zag het
vlugge blosje niet. dat niet leelijk stond,
op de wangen van zijn toehoorster, verschij
nen, „maar, zie je, Parijs is nu eenmaal
Parijs".
Mevrouw Lawson knikte. „Ik begrijp je,
Norman", zeide zij en ze dacht ook. dat ze
het begreep.
„Cornelia is zoo knap en aardig, je bent
natuurlijk bang, dat de een of ander haar
zal aanspreken, als ik met mijn aandacht
elders ben. We weten allemaal, dat zulke
dingen gebeuren en ik zie het gevaar er
duidelijk van in".
Wild zuchtte van verlichting, Julia was
een verstandige vrouw.
„Dat is het", bekende hij vlug, „Franschen
zijn impulsief en onconventioneel
sommige ten minste en je weet, Cornelia
ziet er geen kwaad in om een loopje te
nemen, met wat wij, oudei'en, noodzakelijke
conventie noemen, dus, als je ziet, dat een
of andere kerel met haar tracht te te
spreken, wimpel hem dan af en zeg het
mij".
Mevrouw Lawson knikte begrijpend en
eenige minuten zaten zij stil bij elkaar.
„Wij zullen hier spoedig opbreken" zei
Wild plotseling.
„Weg van Parijs" vroeg zij met eenige
verwondering.
W:ld knikte. „Mijn zaken zullen mij nog
eenigen tijd hier houden", antwoordde hij.
„Maar vandaag vroeg mijnheer Débu, d
Parijsche bankier, met wien onze bank-
vereeniging hoopt samen te gaan, of ik, met
mijn gezelschap, hem kwam bezoeken in
zijn huis te St. Cloud en ik zal hem maar
schrijven, dat we liet aannemen. Je zult
het er prettig vinden en we zullen er meer
op ons gemak zijn". Doch het was niet het
meerdere gemak, dat hem deed besluiten de
uitnoodiging aan te nemen. Hij begreep,
dat in een gesloten huis er minder gelegen
heid zou zijn voor de uitstapjes van Cor
nelia.
(Wordt vervolgd).