Groote daling in den Juni-uitvoer
van groenten.
De Mysterieuse Apache.
1 Augustus is Rijwiel-
plaatjesdag!!
IJMUIDER COURANT.
.TWEEDE BLAD.
WOENSDAG 26 JULI '33
IJMUIDEN
DE ZEEVISSCHERIJ IN MEI 1933
SLECHTS 7 IJMUIDENSCHE TRAWLERS IN
BEDRIJF.
De Afdeeling Visscherijen van het Dep arte-
ment van Economische Zaken deelt het -
gende mee omtrent de zeevisschenj in a
maand Mei 1933. waarbij de tusschen haak
jes geplaatste cijfers betrekking hebben op
de maand Mei 1932.
Aan de zeevisschenj namen 408 (465) Ne-
derlandsche vaartuigen deel. D?0' ^eder-
land«?che en vreemde vaartuigen weid vol
gens voorloopige opgaven hier te lande aan-
Sevoei™ 2.917 041 K.G. (3.293.275 KG.)visch
met een waarde van f 515.523— (f 707.400—)
De stoomtrawlers te IJmuiden waren op
een 7-tal vaartuigen na, tengevolge van de
staking, niet in bedrijf. De 7 Benoemde
stoomtrawlers brachten m 10 reizen 108.850
K.G. visch aan, ter waarde van f 16.062.—. Te
Zoutkamp waren 2 stoomtrawlers in bedrijf.
In 12 reizen voerden deze vaartuigen 62.900
KG visch aan (waaronder een groote hoe
veelheid puf), ter waarde van f 5120. (In Mei
1923 waren in totaal 63 stoomtrawlers m be
drijf, die in 123 reizen 1.660.665 K.G. visch
aanvoerden, ter waarde van f 256.430.
Te Zoutkamp namen 3 (3) sleepboottraw
lers aan de visscherij deel. Deze besomden in
18 f 16) reizen f9.015.— (f9050.—) voor 91.700
K.G. (86.600 K.G.) visch, waaronder een groo
te hoeveelheid puf.
1 (2) Motortrawler maakte 3 (5) reizen. De
aanvoer bedroeg 19.315 K.G. ^8-^5
visch. ter waarde van f4624.(f 11.330.
Van de motorloggers namen 110 (114) vaar
tuigen aan de trawlvisschenj deel. In 302
(367) reizen brachten deze vaartuigen 898,387
K.G. (656.290 K.G.) Noordzeevisch aan, ter
waarde van f181.479 (f219.518).
De gemiddelde vangst en besomming per
reisdag bedroeg hiervan respectievelijk 317
K.G. (225 K.G.) en f64 (f85).
Een 7-tal motorkotters n.l. 5 uit Scheve-
ningen, 1 uit Rotterdam en 1 uit Zoutkamp
maakten 33 reizen en voerden 31.489 K.G.
Noordzeevisch aan, waarvoor f5.204.werd
besomd.
Aan de trawlvisscherij langs de Nederland-
sche Noordzeekust naen 178 (231) motor
vaartuigen, waaronder ook enkele kotters en
14 (16) halfgedekte en open zeilvaartuigen
deel. De motorkustvisschers maakten 1003
(1258) reizen en brachten 334.488 K.G.
(338.500 K.G.) Noordzeevisch aan, waarvoor
f53.847.— (f77.565.—) werd besomd. De ge
middelde vafigst en besomming per reis van
deze vaartuigen bedroeg respectievelijk 333
K.G. (269 K.G.) en f54 (f62).
Een tweetal Belgische motorkotters voer
den in 2 reizen 4644 K.G. Noordzeevisch aan,
waarvoor f854 werd besomd.
Voorzoover bekend, vischten 1 Nederlandsch
stoomvaartuig en 15 Nederlandsche motor
vaartuigen met de zeevischzegen. Het stoom
vaartuig maakte slechts 2 reizen en besom-
de voor een vangst van 5897 K.G. f 628. De
15 motorvaartuigen maakten 41 reizen en
voerden 70.196 K.G. Noordzeevisch aan ter
waarde van f 10.490.
Door Deensche motorkotters, die met de
zeevischzegen hadden gevischt, werd in 72
reizen 273.402 K.G. Noordzeevisch aange
voerd, ter waarde van f 43.397 en een Zweed-
sche motorkotter kwam nog een enkele maal
aan de markt met 3960 K.G. Noordzeevisch
waarvoor f 583 werd besomd.
Voor de beugvisscherij waren 12 '(13)
Vlaardingsche stoombeugers in bedrijf, die
tot 9 Mei de versche beugvisch te IJmuiden
aan de markt brachten.
Van 9 Mei af vischten deze beugers echter
op haring en kwamen toen met de vangsten
te Vlaardingen binnen.
In totaal werd in 29 (38) reizen 267.195
K.G. (173.150 K.G.) visch aangebracht ter
waarde van f 72.463 (f 85.800). De aanvoer be
stond uit 2293 kantjes (1265 kantjes) z.g.
kolmaatjesharing. gemiddelde waarde werd
berekend op f27.11 (f57.13) per kantje.
Voorts brachten de stoombeugers 149
kantjes maatjeshai'ing aan, welke van ha
ringschepen waren overgenomen.
De gemiddelde vangst en besomming per
reisdag van de stoombeugers bedroeg respec
tievelijk 864 K.G. (461 K.G.) en f238 (f227).
Ingevolge besluit van de Reedersvereeni-
ging voor de Nederlandsche Haringvisscherij
was de datum van aanvang van het haring-
seizoen 1933 voor de haringschepen bepaald
op 17 Mei en zou aanvankelijk weder met
een beperkt aantal netten worden gevischt.
Aan het einde der maand waren van de
Nederlandsche haringvloot 4 (1) stoomlog-
gers en 61 (20) motorloggers in bedrijf. In 2
(1) reizen van de stoomloggers en 44 (1)
reizen van de motorloggers werd 722.855 K.G.
(20.330 K.G.) haring aangevoerd ter waarde
Van f 108.881 (f6.025).
Aan het einde der maand waren voorts 2
(1) stoomloggers en 2 (2) motorloggers van
de Poolsche visscherijmaatschappij te Vlaar
dingen ter haringvangst uitgevaren en boven
dien nog 3 motorloggers van een te Sche-
veningen gevestigde Poolsche maatschappij.
Een Poolsche stoomlogger en een Poolsche
motorlogger brachten in Mei j.l. 9880 K.G.
haring aan, ter waarde van f 1336.
De haringaanvoer van de Nederlandsche
schepen bedroeg 7.609 kantjes (214 kantjes)
en van de Poolsche 104 kantjes, waarvan de
gem, waarde werd berekend op f 14.42(f 29.15)
De gemiddelde vangst per reisdag van de
stoom- en motorloggers (Poolsche schepen
inbegrepen) bedroeg respectievelijk 657 K.G,
(855 K.G.) en 1024 K.G. (1086 K.G.) en de
gemiddelde waarde hiervan was f89 (f404)
en f153 (f257).
Een enkele maal kwam een Belgische
stoomdrifter te IJmuiden nog aan de markt
en voerde 6100 K.G. versche makreel aan,
waarvoor f 755 werd besomd.
EEN WITTE RAAF.
ENGELSCHE TRAWLER-REEDERIJ DIE
WINST MAAKT.
De winst- en verliesrekening van The
Grimsby Trawlers Ltd toom aan, dat deze
reederij over 1932 een winst gemaakt heeft
van meer dan 6000.
De bruto-winst van de vloot van 31 traw
lers bedroeg ruim 200.000< de exploitatie
kosten bedroegen ruim 191.000. Na aftrek
van andere kosten bleef een netto-winst van
6337 14/9 over. Maar er was nog een verlies-
saldo over 1931 van 5922 16/4, zoodat er
voor verdeeling een bedrag van 414 17/11
resteerde.
EEN BRUTALE DIEF.
Maandagnacht werd een bewoner van
IJmuiden door geritsel wakker. Toen hij door
het geopende raam van z'n slaapkamer naar
buiten keek, zag hij een persoon zich snel
uit de voeten maken.
Het bleek dat een onbekend persoon door
het geopende raam naar binnen was ge
slopen en met het overhemd van den slapen
de bewoner er mee vandoor was gegaan.
De Fiscus is onverbiddelijk
Dinsdag as. is het 1 Augustus, Rijwiel-
plaatjesdag. Zooals telkenjare verwacht de
fiscus dat ge deze week uw achterwiel offert
en indien ge in gebreke blijft, loopt ge de
kans den tweeden van de volgende maand te
moeten loopen. Immers het is voorschrift
dat alle rijwielen den eersten van de volgen
de maand van een nietuw merk zijn voorzien,
en indien Dinsdag a.s. een overtreding ge
constateerd wordt, volgt er onverbiddelijk
een bekeuring.
Men zij dus gewaarschuwd, en koope deze
week nog een plaatje aan het postkantoor
om te voorkomen dat men Dinsdag een on
aangename ervaring rijker en nog een extra
bedrag aan boete armer is!!
De prins van Wales heeft dezer dagen een
Sutteji Courtney, waar hij aan den gemeen
bezoek gébracht aan het loerkloozenkamp bij
schappelijken maaltijd aanzat
BEVERWIJK
BLOEMKWEEKERS-
VEREENIGING „FLORA".
GEEN COMBINATIE MET DE BLOEM
BOLLENVEILING.
Dinsdagavond hield de bloemenkweekers-
vereeniging „Flora" een vrij druk bezochte
ledenvergadering in het Veilingsgebouw
„Centrum" ter bespreking van de mogelijk
heid van aansluiting bij de bloembollenvei
ling „Centrum". In zijn openingwoord wees
de voorzitter, de heer B. Hilbers op de betee-
kenis van deze zaak, in verband waarmede
hij de bijzondere aandacht der leden inriep,
waardoor een besluit zou kunnen worden
genomen ten voordeele van de vereeniging.
Na vaststelling der notulen deelde de voor
zitter mede, dat het bestuur de functies on
derling als volgt had verdeeld; B. Hilbers,
voorzitter, H. Houtwipper, secretaris, A.
Priester, penningmeester, H. de Vries, tweede
voorzitter. J.Slotemaker, tweede secretaris en
twee commissarissen.
De voorzitter leidde vervolgens het voor
naamste punt der agenda in. Bij een onder
houd van het bestuur met de directie van
de bollenveiling „Centrum" was de achteruit
gang van de bloembollenveiling besproken,
waardoor de lasten van het gebouw nage
noeg uitsluitend op de bloemenveiling zou
den gaan drukken. Daardoor zou deze veiling
genoodzaakt worden een hoogere veilingpro
visie te gaan 'heffen.
Op grond van de overweging, dat de be
langen van bloemenkweekers en trekkers van
bloembollen parallel gaan zou het wensche-
lijk zijn te achten, dat naast de bloemenvei
ling een bollenveiling blijft voortbestaan.
Van deze onderhandelingen was het ge
volg, dat een concept-overeenkomst was ont
worpen, waarbij de oud-directcuren van 't
Centrum, de heeren P. J. v. d. Ploeg en W.
J. Kohier en „Flora" de bloembollenveiling
zouden voortzetten, zonder eenige verbinte
nis echter met oude zaken of verwikkelingen,
welke de oude directie heeft loopen en die
daarvoor ook blijven opkomen. ..Flora" zou
echter een derde gedeelte van den inventa
ris (emballage enz.) moeten overnemen. Ge
veild zou worden tegen 7 pet. provisie voor
leverbaar. Zij zou tevens aanspraak maken
op een derde gedeelte van den nettowinst,
eenzelfde gedeelte zou zij moeten bijdragen
in de exploitatiekosten, echter zonder risico,
te nemen voor de kwade posten.
De vereeniging zou verder door een lid in
de directie vertegenwoordigd zijn. terwijl een
controle-commissie toezicht op den gang
van zaken zou uitoefenen.
Deze voorstellen gaven aanleiding tot breed
voerige besprekingen. De heer Muyen, voor
zitter van de „Vrije Veiling" betoogde o.a.
dat Beverwijk thans twee bloembollenveilin
gen bezit, die noodlijdend zijn. Spr. kan zich
niet goed voorstellen, dat „Flora", wier le
dental zeer heterogeen is samengesteld,
winsten zou kunnen maken. In deze beroerde
tijd is van een opzet, als wordt voorgesteld,
geen voordeel te verwachten. Als voorzitter
van de Vrije Veiling, die met haar zuster
organisatie „Kennemerland" de bloembol
lenveiling „Beverwijk" exploiteerde, moest
spr. ernstig tegen het oprichten van de voor
gestelde combinatie waarschuwen.
De voorzitter stelde daar tegenover,
dat ook de bloembollenveiling „Beverwijk"
anders geconstitueerd is, dan voorheen het
geval was. Dat is nu een naamlooze vennoot
schap. Spr. vond het overigens niet zeer
sympathiek, om reeds tevoren den boel in de
war te sturen.
De heer Muyen; „U bent te haastig ge
weest. Meer kan ik op het oogenblik niet
zeggen.
De heer Houtwipper uitte de vrees, dat
binnenkort niet met acht pet. veilingspro
visie kan worden volstaan, waarna de heer
Heinekamp opmerkte, dat het niet aan
gaat de eene huurder het volle pond te la
ten betalen, wanneer het den andere minder
goed gaat. 't Is bovendien niet de schuld van
de bloemenveiling, dat het met de exploita
tie van het gebouw niet gaat.
Verder gingen er uit de vergadering stem
men op, dat de vereeniging voor het bedrag
van ongeveer f3300 dat zij nu jaarlijks aan
huur moet betalen, zelf wel een gebouw kon
plaatsen.
De voorzitter betoogde, dat het be
stuur, deze zaak aanhangig meende te moe
ten maken, om niet het verwijt te moe
ten hooren deze aangelegenheid maar op
haar beloop te hebben gelaten.
Uit de vergadering werd opgemerkt, dat
het bestuur van „Flora" geenszins een blaam
treft. De arbeid, welke door het bestuur ten
slotte toch in het belang der leden werd ver
richt, maakte aanspraak op volledige ap
preciatie.
De voorzitter deelde tenslotte mede,
dat het bestuur, gehoord de besprekingen,
het voorstel terugnam.
De vergadering werd hierna gesloten.
JAARVERGADERING SPEELTUINVEREEN.
Op Donderdag 3 Augustus zal de Speeltuin-
vereeniging „Beverwijk" haar jaarvergade
ring houden in het gebouw „Harmonie" aan
de Groenelaan. Wegens periodieke aftreding
van mevr. Retel en den heer v. Eist zal een
bestuursverkiezing plaats vinden. Verder
zullen mededeelingen worden gedaan over de
zoo mogelijk op Zaterdag 19 Augustus te
houden tuinfeesten voor de kinderen der le
den.
HET EINDE VAN DEN
AARDBEIENOOGST.
Conferenties.maar geen daden.
In drie jaren tijd is de waarde van den
Juni-uitvoer van groenten en fruit met meer
dan 55 procent gedaald. In 1930 bedroeg
deze Juni-export nog ruim 13 millioen gul
den, in Juni 1933 werd de 6 millioen gulden
nog niet bereikt. Het gewicht van dezen
Juni-uitvoer vergeleken bij verleden jaar
daalde slechts met ruim 1 millioen K.G.
Wanneer men de cijfers beschouwt voor
de verschillende landen afzonderlijk, dan
blijkt, dat het gewicht van den Juni-uitvoer
1933 dezer producten naar Duitschland met
1 millioen K.G. is toegenomen en 29.4 millioen
K.G. bedraagt, Deze vermeerdering is een ge
volg van den grooteren export van tomaten.
De waarde van dezen Juni-uitvoer naar
Duitschland is evenwel gedaald en bedroeg
in Juni '33 slechts 3,971,000 gulden tegen
over 4. 191.000 in Juni 1932.
De uitvoer van sla naar Duitschland is
bijna volkomen vernietigd, als gevolg van
het invoerrecht van 10 Mark per 100 K.G.
een der zegeningen van het Nederlandsch-
Duitsche douaneverdrag van 27 April j.l.! De
waarde van den Juni-uitvoer van dit pro
duct naar Duitschland bedroeg in de jaren
1928 t.m. 1932 resp. 201, 168, 51 52 en 24
maal duizend gulden en in Juni 1933 slechts
2 duizend guden. Een dergelijk beeld vertoont
de sla-export naar Engeland. Ook daar
is het invoerrecht op dit product te hoog
5 cent per K.G. waarbij zich nog tal van
bijkomende kosten voegen. Deze Juni-uit
voer van sla vertegenwoordigde in 1928 t.m,.
1932 een waarde van 219, 297, 114, 176 en 180
maal duizend gulden en in Juni 1933 be
droeg hij slechts 32 maal duizend gulden. Uit
het bovenstaande blijkt, dat vooral de-ze uit
voer zeer sterk heeft geleden; hij was dan
ook in Juni 1933 de helft van dien in Juni
1932. De export van bloemkool was in Juni
1933 ongeveer gelijk aan dien van Juni 1932,
ruim 4 millioen K.G., doch de waarde was
weder beduidend lager. Deze bedroeg in Juni
1933 nog maar 298 maal duizend gulden
tegenover 430 maal duizend gulden in Juni
1932. De Juni-uitvoer van bloemkool naar
Duitschland was 7 procent hooger dan in
Juni 1932; naar Engeland evenwel 17 procent
lager.
Tot een der belangrijkste exportartikelen in
Juni behooren de tomaten. De uitvoer van
dit artikel bedroeg in Juni 1933 ruim 13,2
millioen K.G. een gewichtshoeveelheid die
niet veel verschilt van die in Juni 1932 en
1931. De waarde in Juni 1932 was 5.67 mil
lioen gulden, in Juni 1933 slechts 3,25 millioen
gulden. In Juni 1932 viel voor dit product
vergeleken bij de overeenkomstige maand
van het vorige jaar reeds een achteruit
gang vast te stellen van meer dan 1,5 mil
lioen gulden, thans, in Juni 1933 is de waarde
weer met ruim 0.5 millioen gulden gedaald.
Vooral de uitvoer van dit artikel naar Enge
land is omlaag gevlogen. In twee jaren tijd
daalde de Juni-export naar dit land van dit
artikel met 50 procent, terwijl de export
waarde met ongeveer 70 procent daalde. Een
en ander is een gevolg van het hooge En-
gelsche invoerrecht op tomaten gedurende
Juni en Juli. Met het artikel komkommers is
het niet anders gesteld. De Juni-export van
komkommers vertegenwoordigde een waar
de van nog geen 1,1 millioen gulden tegen
over 1,23 millioen gulden in Juni 1932 en 2,12
millioen gulden in Juni 1931. Ook de ge-
wichtscijfers loopen voortdurend achteruit.
Het gewicht van den groenten- en fruituit-
voer naar Engeland was in Juni 1933 circa 1
millioen K.G. minder dan in Juni 1932. Ook
de Juni-export naar België daalde zeer
aanzienlijk.
Zoo gaat het iedere maand en men vraagt
zich af: waar en wanneer is het einde daar?
Niemand kan daarop een afdoend antwoord
geven. Maar wel staat als een paal boven
water, dat men den bestaanden toestand wil
lens en wetens kan bestendigen, ja, zelfs kan
verergeren. Ik kan de gedachte niet van mij
afzetten, dat „men" nog niet wil en met dat
„men" bedoel ik dan het internationaal
milieu, waar men „praat" over de middelen
tot herstel. Inderdaad, „praat", maar helaas
niet „doet". Wantrouwen en een gebrek aan
werkelijkheidszin typeeren internationale
bijeenkomsten. Is het tenslotte niet bescha
mend wat er in Londen gebeurd is? En Lon
den staat niet op zicihzelf. Hoevele hoogge
prezen conferenties zijn tenslotte niet dood-
geloopen in een „verdaging, teneinde zich te
beraden?" Intusschen vermoorden de afzon
derlijke landen elkander, in het bijzonder in
Europa. Hooge tariefmuren, deviezenbeper-
kingen, con tingen teeringsmaatregelen
hoe men al dit fraais ook moge noemen, zijn
aan de orde van den dag. De wanhopige
exportcijfers, in het bovenstaande gememo
reerd zijn er een van de bewijzen van. In
tusschen wachten wij op een volgende con
ferentie; wie weet of dan het gezond ver
stand zal zegevieren!
MOLLERUS,
Zeer ongunstige resultaten.
ONTSTELLENDE CIJFERS.
Dinsdagmiddag zijn de laatste speciale
aardbeienveilingen gehouden. Dat- wil nog
geenszins zeggen, dat de oogst nu geheel ge
ëindigd is. want- ook buiten de speciale aard
beienveilingen om, worden nog altijd be
langrijke hoeveelheden op de markt aange
voerd, die althans over het geheele seizoen
genomen nog van beteekenis zijn te ach
tenZoo zullen in de komende weken nog
regelmatig aardbeien aan de markt blijven
verschijnen. Uit de cijfers van de veilingen
blijkt intusschen wel, dat de aardbeienoogst
dit jaar tot bedroevende resultaten heeft ge
leid. De cijfers zijn inderdaad ontstellend.
Wat vooral opvalt is. dat de aanvoeren eieen-
lijk buiten verwachting laag zijn gebleven.
Men moet tot 1929 teruggaan, om in de sta
tistiek een dergelijken minimalen aanvoer
aan te treffen. Toen was de opbrengst echter
meer dan een millioen gulden hooger. Nu is
het daarmede droevig gesteld. Men behoefde
zich trouwens geen illusies te maken, uit de
besprekingen, welke wij in den loop dezer
weken aan de aardbeien campagne hebben
gewijd kon reeds worden afgeleid, dat de
campagne zoowel wat beschot als wat op
brengst betreft, zeer ongunstig zou zijn. Aan
de ons verstrekte cijfers behoeven wij niets
toe te voegen. Zij spreken een duidelijke taal
en omsluiten een wereld van zorgen, die reeds
gevoeld worden en die straks, als de lange
winter zijn intrede heeft gedaan zich met
nog meer kracht zullen doen gelden.
De veiling van de R.-K. Tuindersvereeni-
ging „Kennemerland" verwerkte als gewoon
lijk weer het leeuwendeel van den oogst. Tot
en met Dinsdag werden hier aangevoerd
1.056.343 K.G. met een opbrengst van
f 155.521,64 tegen 1.467.201 K.G. en een op
brengst van f 238.037,16.
De cijfers van de Beverwijksche Exportvei
ling waren 560.855 K.G., opbrengst f 82.942
(vorig jaar 820.000 K.G. f 137.234.14) en Vrije
Veiling 342.285 K.G.. opbrengst f 51.933,38 te
gen 493.843 K.G. voor f 81.047.14 in 1932.
De totale aanvoer was 4.959.483 K.G. met
een opbrengst van f 290.397 tegen 2.781.044
K.G. en f 456.318 in 1932.
De gemiddelde prijs was f 14.50 per 100
K.G., een aanmerkelijk verschil met het vo
rige seizoen, want in 1932 gold als doorsnee-
prijs f 16,41 per 100 K.G. Hoe ongunstig de
nu geëindigde campagne afsteekt bij de oog
sten van de laatste vijf jaren blijkt uit onder
staande cijfers:
1929: 1.905.000 K.G. opbrengst f 1.580.416.—
1930: 2.060.054 f 658.318.—
1931: 2.459.144 f 438.036.—
1932: 2.781.044 f 456.318.—
1933: 1.959.483 f 290.397.—
ZEEHAVEN
Het Nederlandsch motorschip Zeemeeuw
is hier van Denemarken aangekomen met
een lading gasaarde voor de N.V. Chemica.
HEEMSKERK
DIOC. LAND- EN TUINBOUWBOND
Donderdagavond 3 Augustus om 8 uur
houdt de R-K- Diocesane Land- en Tuin-
bouwbond een ledenvergadering in het R.K,
Vereenigingsgebouw.
FEUILLETON
ROMAN
UIT DE PARIJSCHE ONDERWERELD
DOOR H. LUCAS.
(Geautoriseerde vertaling van H. Houben.)
1 25)
Dien dag kon hij tot niets komen. Cornelia
en mevrouw Lawson waren uitgegaan om
te winkelen.
Wild was naar FontaïnebTeau voor een
conferentie met een nieuwe zakenrelatie en
Royle was achtergebleven met een einde-
loozen dag voor zich. Hij rookte de eene si
garet na de andere, keek de Fransehe cou
ranten in en trachtte zich te onttrekken
aan zijn steeds terugkeerenden gedachten-
gang. Om vijf uur kwamen Cornelia en
mevrouw Lawson haastig binnen om zich te
kleeden en naar Fontaimebleau te rijden,
waar zij zouden dineeren om eerst laat in
den avond terug te keeren.
Tegen donker ging Royle uit en liep lang
haam den Quai d'Orsay af; hij keek op naar
het huis, waar hij was beetgenomen, zooals
hij verteld had, en trachtte zich te verzoe
nen met zijn leelijken streek. Van huiten zag
het er eerzaam uit, frisch geverfd en nog al
aanzienlijk, blijkbaar de woning van iemtn-a
van stand en eenig geld.
Royle liep door en trachtte zich het ver
loop van dien avond voor te stellen. Zijn
zegsvrouw was zeker geweest van haar feiten
en had hem voorspeld, dat alles -goed zou
verloopen, toch zou hij blij zijn, als een en
ander voorbij was, want zijn nieuwe rol be
viel hem niet.
Toen hij in het hotel terugkwam, liep hij
tegen Débu aan, die gekomen was, om.
zooals hij Royle met spijtige gebaren vertelde
de dames niet thuis te vinden.
Zij wandelden samen een eindje op en
Royle bracht zijn metgezel op 't onderwerp,
dat hij steeds in zijn gedachten had, n.l.
de Fransehe manier van gevangenen te be
handelen.
Mr. Débu was zeer bereid om hem in te
lichten.
„Ons systeem is zoo wat hetzelfde als
dat van alle beschaafde landen", zeide hij,
„voor crime passionel hébben wij misschien
wat mieer sympathie dan bij u of de Engel-
schen; dat ligt in het „Romaansehe tempe
rament", en hij ging door op de verschil
lende variaties van „le crime passionel", tot
dat Royle hem onderbrak.
„Maar voor oplichterij, diefstal, geweld
dadige berooving, wat dan?"
„Ah!" het gezette Parijzenaartje werd
ernstig, „dat is heel iets an 'ers, absoTument
eigendommen zijn heilig, nietwaar? die moe
ten beschermd worden, wij weten best, hoe
we met zulke misdadigers moeten omgaan,
dat verzeker ik u".
„En de strafkolonies zijn nog al dras
tisch. niet waar?"
Mr. Débu haalde ontwijkend zijn schouders
op.
„/Het zijn geen herstellingsoorden, maar
wat zal je daar aan doen? Ik geloof, dat
men er vaak sterft maar welk nut heeft
hun leven voor het land is het voordeeli-
ger als ze goed en wel begraven zijn niet
waar?"
Hij lachte, alsof dit vooruitzicht hem veel
genoegen deed. Kort daarop verliet Royle hem
en ging weer terug naar het hotel.
Royle's bezoek had Mr. le Préfect zeer in
verwarring gebracht. Het kwetste zijn be
roepstrots te weten, dat een bezoeker zoo
behandeld was en nog wel onder de oogen
der politie. Hij had eerder op die speelhuis
geschiedenis van den Quai d'Orsay moeten
letten, maar er was een reeks van brutale
juweelendiefstallen geweest in de voornaam
ste voorsteden en hij had al zijn aandacht
noodig gehad om dien dief te vinden. Dit
was nu afgeloopen en hij zou den Quai
dOrsay goed in 't oog houden.
Hij hield beraadslagingen met verschil
lende ondergeschikten en binnen een uur
na Royle's vertrek was het plan gereed.
Toen de duisternis over de stad viel, reed
een gesloten vrachtauto met waschmanden
op het achterschot langzaam de Quai
d'Orsay op. Toen deze een paar honderd
meter ver was gegaan, begon hij teekenen
te geven van storing in den motor. De chauf
feur stopte, sprong van zijn zitplaats, open
de de motorkap en begon een onderzoek.
De panne was blijkbaar ernstig, want met
een paar krachtige woorden haalde hij de
gereedschapskist te voorschijn en begon aan
een klaarblijkelijk niet vlug te verhelpen
storing te werken. Hij werkte zonder op
houden door, keek rechts noch links, hief
niet eens het hoofd op om naar de ver
schillende bezoekers te kijken, meest jonge
menschen, allen in avondkleeding, die na
een zekeren klop op de deur te hebben ge
geven, toegelaten werden in het pas opge
schilderde huis, waarvoor de vrachtauto was
blijven staan.
Hij was nog bezig, toen er drie taxi's
kwamen aangereden, vol jongelui, die blijk
baar een avondje uit waren. Uit de eerste
auto steeg een slanke, breedgeschouderde
figuur in avondkleeding, de gardenia in zijn
knoopsgat en paarlen knoopjes in zijn smet
loos overhemd.
De vreemdeling klopte duidelijk op de deur,
die als antwoord onmiddellijk geopend werd.
Zonder een woord te zeggen, bracht hij een
revolver voor het verbaasde gezicht van den
portier in livrei en drong hem tegen den
muur. Daarop werd de deur opengeworpen en
liepen de andere jongelui uit de taxi's rustig
de stoep op, het huis in, nu niet langer
zichtbaar voor den gestranden chauffeur
daar buiten. Eenmaal in de hall keek
l'Etranger Rouge naar zijn volgelingen.
„Mareau", mompelde hij, „blijf jij hier bij
den portier en zorg, dat hij zwijgt over wat
hem overkwam. Laat niemand binnen en
open de deur alleen als ik fluit. De anderen
volgen mij".
Rustig, zonder haast, liep hij luchtig dé
breede met zware loopers belegde trappen
op, die naar de voornaamste kamers voer
den. Voor den grootsten salon bleef hij een
oogenibldk staan luisteren. Binnen hoorde
hij het gemompel van stemmen, uitroepen
van den croupier en 't geklik van het roulet
teballetje. L'Etranger Rouge lachte, wendde
zich tot zijn volgelingen, hier zijn hand op,
was met één sprong de deur door op de
roulettetafel toegesprongen en bekeek nu
het verschrikte gezelschap met den revolver
in de hand.
/Dames en heeren", zei hij en zijn heldere,
diepe stem klonk door de kamer, „ik maak u
mijn verontschuldiging over mijn zoo plotse
ling verschijnen, maar ik zal u niet lang op
houden. Als u zoo vriendelijk wilt zijn, té
blijven zitten, zooals u zit neen, me
vrouw, u zult uw winst op tafel moeten