w.
Wijk aan Zee.
Van Visschersdorp
tot Vacantieoord.
ijk aan Zee, Een naam, die klinkt als
een. wijde wiekslag. Een wilde wiek
slag zooals van den vuurtoren, die
zijn lichtbundel zwaait breed over
de verre zee.
Wijk aan Zee heeft geen vuurtoren, maar
een eerbiedwaardige, eeuwenoude verweerde
kerktoren, misschien wel de grootste en
mooiste van alle Hollandsche dorpen aan
zee, die prachtig harmonieert met de sfeer
van het water, al is hij dan, naar wij ver
moeden, uit zee niet eens te zien door de
hooge duinen, die hem beschutten.
In Wijk aan Zee is de zee wat breeder en
wat verder dan elders, al ligt ook de pier
van IJmuiden in het gezichtsveld en de wmd
lijkt er wat harder te waaien. Dat komt
door de eenzaamheid van Wijk aan Zee, zijn
isolement aan het strand.
Er is wellicht geen plaats aan onze kust,
die zoo haar karakter bewaard heeft van
klein dorp, gebouwd aan den duinrand, door
hooge toppen beschut tegen de zee. En die
tegelijkertijd zoo grondig haar karakter
verloor van visschersdorp, waarin men zóó
weinig .oude, autochtone huizen kan aanwij
zen en dat zoo weinig een eigen architectuur
bewaard heeft.
De oude toren staat in zijn ouder
dom waarlijk alleen in het dorp vergroeid
met het intieme groen-overgroeide kerkje.
Wat er omheen staat mag ten hoogste
honderd jaar oud zijn. En ieder weet, wat
dat zeggen wil, op het gebied van stijl. Vis-
schers zijn er in dit dorp niet meer te zien.
Dat alles neemt niet weg, dat Wijk aan Zee
èen vriendelijk dorp is.
Ook in andere opzichten bewaarde het een
eigen karakter. Alle mondaniteit is het
vreemd. Men zal er geen speelbank vinden
en geen automatische restaurants en ge zult
dat begrijpen, indien ge verneemt, dat in
deze badplaats zelfs de jazzband geweerd
wordt. Men kan er dansen, maar er dient
dan gedanst te worden bij muziek van een
pianist en een violist en cellist, een ouder -
•wetsch trio, dat echter past in deze om
geving. Niet dat Wijk aan Zee ouderwetsch
is, geenszins, men heeft er electrdciteit en
waterleiding en alle moderne comfort, maar
het heeft een rustige sfeer hewaard en dat
is het wat de vaste logeergasten er waar
de eren. Van de lange reeks badplaatsen die
ér liggen van de Friesche waddeneilanden
af tot Vlissingen, heeft elke zijn eigen
karakter en zoo is dat van Wijk aan Zee
de stilte en de eenvoud
Ieder heeft ook zijn eigen achterland en
■wanneer wij dan liet oor te luisteren leg
gen en rondzien in deze badplaats, dan.
blijkt het, dat haar achterland vooral' ligt
in het Noorden. Ge behoeft er de provincie
letters der auto's maar op aan te kijken
om te zien, hoevelen er bij zijn uit de Noor
delijke provinciën, gebieden, die nu door
den Afsluitdijk nog wat dichterbij zijn ge
komen. En dan hoort ge ook vreemde talen
spreken-,-,in Wijkt aan -Zee,- het -meeste, nog
Duitsch.
Duitschers, vertelt men. ons, zijn er dit
'jaar nog buiten verwachting, veel, en niet
alleen vluchtelingen uit Duitschland. Er zijn
zelfs Duitschers bij, die het oneens met
het heerschende regime daarvan zoozeer
afkeerdg bleken, dat zij in Holland niet in
hotels onder Duitsche directie wilden ver
blijven, Dies kwamen zij naar Wijk aan Zee,
En hoe staat het voor het overige met de
gasten?, vroegen wij den heer Belinfante,
die directeur is van het Badhotel.
Niet onbevredigend, zei de heer Belin
fante; het kon slechter. In elk geval is het
beter dan verleden jaar. Het hotel is voor
een derde bezet, dat wil zeggen, dat vijftig
kamers verhuurd zijn. En in Augustus zal
het nog oploopen tot honderd. De dépen
dance, die boven op het duin staat is vol,
uitverkocht. Er zijn vijf en dertig kamers
verhuurd. Dat is in crisistijd dus boven ver
wachting.
Het Badhotel is ïn Wijk aan Zee vrijwel
het eenige hotel. Wel zijn er pensions in
groot aantal, maar van het hotelwezen
heeft de Buffetmaatschappij E Pluribus
Unum het monopolie en dit omvat het Bad
hotel en zijn dépendance.
Het badhotel, midden in het dorp,
tegenover de kerk, is grooter dan het den
oppervlakkigen beschouwer lijkt, de dépen
dance het eenige hotel, dat op de duinreep
staat. Want een boulevard heeft Wijk aan
Zee niet en dat onderscheidt het ook al van
andere badplaatsen. Er is een smal pad tus-
schen hooge duinen naar zee en met een
paar andere paden vormt dat de eenige toe
gang tot het strand. Maar des te verras
sender is de aanblik van strand en zee.
Ook de exploitatie van het strand is ge
monopoliseerd en men zou kunnen meenen,
dat dit een nadeeligen invloed kon hebben.
Dit zou een vergissing zijn, want aan de
strandexploitatie ontbreekt niet het minste
of het zouden zoo nu en dan de gasten zijn
die er gebruik moeten maken, maar
zelfs daarover heeft de maatschappij E Plu
ribus Unum dit jaar geen klagen. Het
bezoek aan het Zuiderbad, zei ons de heer
Belinfante, is definitief beter dan verleden
jaar.
Het Zuiderbad is een aardige verzameling
van badstoelen en tenten, die men beide
huren kan van de maatschappij en van
welke men de laatste ook zelf kan -meebren
gen en des nachts bij de maatschappij ber
gen, tegen een kleine vergoeding. Want des
nachts overstaan mogen tenten hier niet
in Wijk aan Zee, daarvoor moet men op het
Heemskerksehe gedeelte van 't strand zijn.
Het centrale punt van het 'Zuiderbad is een
houten gebouwtje in blauw en wit, waar men
consumpties krijgen kan én met zoowaar
nog een terrasje er voor, met wat witte
stoelen en een zonnetent. Dit is nu echt Wijk
aan Zee, geen uitgebreide en groafscheep-
sche opzet, maar een knus strandleven.
De directie heeft aan het strand een pomp
laten; slaan, die nu de watervoorziening van
heit Zuiderbad vormt.
Men woont 's nachts in hetzelfde hotel of
in een pension kort bij of aan den overkant
en den heelen gansehen dag in een tentje.
Men speelt samen een balspel in de kleurige
dracht die het -badpak van thans geschapen
heeft, men zwemt te zamen en men picnict
in de open lucht. Dit is de charme van de
kleine badplaats; er worden vriendschappen
gesloten en men leert elkaar kennen. Vol
gend jaar zien de families elkaar weer. Want
wie eens in Wijk aan Zee was, komt er ieder
jaar terug, zoo heeft het een vast publiek
gekregen. En, wij laten hier weer den di
recteur aan het woord een goed publiek.
In het algemeen kan men zeggen, dat Wijk
aan Zee geliefd is bij den gegoeden midden
stand en bij ambtenaren en intellectueele
werkers, leeraren, advocaten. Die hebben
hier hun eigen, rustigen kring gevonden, en
dat apprecieeren zij bovenmate. De gebieden,
waar Wijk aan Zee bijzondere aantrekkings
kracht op oefent, noemden wij reeds. Oök
het Gooi en Twente zijn daaronder te reke
nen.
Behalve het Zuidierstrand is er het Mid-
denstrand, waar de maatschappij een vier
kant. van badkoetsjes heeft gemaakt met
een 'wisselsysteem, dat een capaciteit heeft
voor .2000 baders per dag, zoodat 500 baders
en baadsters tegelijk er een zeebad en zonne
bad kunnen nemen.
En dat is een niet geringe capa
citeit. Trouwens, de heer Belinfante was de
eerste in Nederland, die het wis-selsysteem
voor kleed'hokjes invoerde. De koetsjes van
het Zuiderbad staan reeds op Velsensoh ter
rein en het Noonderbad, dat een paar hon
derd meter ten Noorden van Wijk aan Zee
ligt, is gemeente Heemskerk. Zoo klein is
Wijk aan Zee, een strook van enkele hon
derden meters. Maar niettemin vertoeven er
op het oogenblik 3500 badgasten, op een be
volking van 800 zielen in het dorp. Maar dat
is hier niet erg, want er is capaciteit voor
8000 gasten. Zoodat er nog wel iemand ko
men kan.
Heemskerk aan Zee wordt beheerscht door
het wrak, dat ge boven aan de-ze pagina
rechts zdet. Het wrak is geen opluistering,
maar wel een baken, een baken niet alleen
voor hen, die gaan spelevaren. Waar een
wrak ligt zijn gevaarlijke str-oomingen, en de
bader, die het wrak ziet, doet goed hiermee
rekening te houden. Er staat een groote con-
sumptietent aan het Noordeiibad, dat niet
door E Pluribus Unum geëxporteerd wordt,
maar door een andere maatschappij, en zij,
die hun vacantie kampeerende doorbrengen,
hebben hier hun tenten kunnen opslaan. Na
den storm van verleden week waren er deze
Week nog zestig tenten overgebleven, maar
wij geloovén, dat hét aantal In Augustus wel
weer groeien zal. In het tentendorp Heems
kerk aan Zee wonen Amsterdammers en
vooral ook veel Zaankanters, die van hier
eiken dag naar hun werk trekken, tenmin
ste als zij zoo gelukkig zijn, werk te hebben.
Men leeft er gemeenzaam onder elkaar, ge
weet hoe dat gaat in zoo'n tentenkamp, des
morgens komen de melkboer en de bakker
en een zelfgekozen burgemeester zorgt voor
de orde en haalt de huur op. De burgemees
ter heet Oome Ko hier, en zijn vrouw Tante
Lien en zou er in een dorp met zoo vreed
zame benamingen ooit opgetreden behoeven
te worden om de orde te hamdihaven? „Het
is een net doap", kan Tante Lien ons dan
ook verzekeren met gerechtvaardigde burge-
meesterlijke trots en wij doelen in haar vol
doening,-wanneer wij de mensehen gadeslaan
in dit vreugderijk bestaan.
Type van een dorpshuis te
Heemskerk-Strand.
Het tentenkamp loopt verder tot onder
Heemskerk door, misschien zijn er tot halver
wege Bakkum waaa* het strandleven op
nieuw begint nog wel tenten. Maar in de
verte, waar het hei' ig is, begint toch de een
zaamheid en de kalmeerende verlatenheid,
die zoo typisch is voor Holland's strand bo
ven het Noordzeekanaal.
Hoe is anders ook de laatste jaren het
strandleven hier uitgebreid, in Wijk aan Zee.
Aan de IJmuidensche zijde, op Velsensch
gebied, staan ook weer tenten, dagtenten en
het is wederom een beele drukte. Hier is het
zicht begrensd door de pieren en het zijn de
in en uitvarende schepen in den wa,t blauwi-
gen zeedamp, die Wijk aan Zee een aparte
aantrekkelijkheid verleenen.
En nu -de zee. De eeuwige zee. De zee is
grijs en groen met witte rollers hier; de
kenners zeggen, dat er een flinke trek in zit.
Toch is het hier lang niet het gevaarlijkste
strand van onze kust. Alleen, voorzichtigheid
Froviandeeriny van het tentenkamp,
is geboden, met het oog op de nabijheid der
p-ieren en der wrakken.
De directie van E Pluribus Unum heeft te
gen de gevaren goede maatregelen genomen.
Haar badlieden zijn gediplomeerd door den
Nederlandschen Bond tot Redding van Dren
kelingen, bovendien hebben zij een diploma
Eerste Hulp bij Ongelukken. Er staan red
dingstoestellen gereed aan het strand ei
vletten. En wanneer op sommige dagen de
zee dan toch nog te gevaarlijk is; welnu, dan
verbiedt de directie eenvoudig het zwemmen
en sluit haar badinrichting. Voorwaar een
toe te juichen standpunt.
Deze ba'dlieden zijn waarlijk van een "spor
tieve allure. Van jongsaf hebben wij van den
badman de voorstelling van een bejaard en
verweerd man met een blauwe boezeroen en
een roodbaaien broek, tot aan de knieën op
gestroopt met een witten zelfkant om de
bruine beeneai.
Maar hoe weinig beantwoordt aan die tra
ditie de jonge badman met een korten broek,
een polohemd en een alpientje! En zoo toch
is het type van den Wijk aan Zeeschen bad
man, die niet voor niets er zich op mag be
roemen voor het heil zijner badgasten in te
staan met niet minder dan zijn eigen leven.
Waarvan de bewijzen geschreven staan in
het zand van de zee en haar verraderlijke
golven zelf.
Het strand van Wijk aan Zee is een gemoe
delijk strand. De consumptietenten zijn er
van bescheiden afmetingen en de alles over-
stroomende invasies van dagjesmenschen
kent men er niet. De politie houdt er toezicht,
maar zij heeft er een gemakkelijke taak aan,
en zoo kan het gebeuren, dat ge er een agent
zich ontfermen ziet o-ver een jongetje om
zijn ijsco vast te houden, terwijl het jongetje
even tijd neemt om met beide handen zïoh
goed af te drogen. En het kan ook gebeuren,
dat een vader een in overtreding zijnden
nazaat dreigt met de politie, die in- de nabij
heid is, maar dat de nazaat den vader uit
lacht en een lange neus trekt, omdat de va
der zoo sne'l het onderscheid niet zag tus-
schen den politieagent en den strandmuzi-
kant, die hier immers ook in een keurig
blauw uniform steekt....
Wijk aan Zee, is eenvoudig en gemoedelijk
gebleven en zonder pretentie.
Of neen. Het heeft één pretentie:
Dat het eenvoudig en gemoedelijk is.
Pk.
Ongerept natuurschoon
Augustusvacantiemaand! De
menscheheid wringt zich uit. het
gareel van het leven van allen
dag, met alle beslom-meringen en
zorgen daaraan .verbonden., De badplaatsen
langs onze Noordzeekust oefenen -een sterke»
.aantrekkingskracht - uit op dé vacantiegan-
gers, die de voorkeur geven aan de genoegens
van het badleven. De aard dezer genoegens
loopt overigens tamelijk uiteen. Een bepaalde
categorie van badgasten wil inderdaad profl-
teeren van zee en strand en duinen, maar
daarnaast kunnen zij zich toch niet geheel
losmaken van het mondaine stadsleven. Zij
kunnen zich niet onttrekken aan vermaak en
ontspanning, die geboden worden in cabaret,
dancing of bioscoop. Deze gecombineerde ge
noegens vinden zij volop in Scheveningen
en in Zandvoort. Maar de stedeling, die
het daverende stadsgewoel ontvlucht, om
werkelijk met volle teugen van het buiten
leven te genieten, vindt in de badplaats Wijk
aan Zee een ideaal rustoord, waar de zee
lokt, waar het strand breed is en waar boven
dien gelegenheid is te genieten van een onge
rept duinlandschap. Wijk aan Zee is reeds
langer dan een halve eeuw een rustige bad
plaats gebleven, zonder luidruchtig feest-
gedruisch. Men zoekt hier tevergeefs naar
pralende winkelstraten, mondaine cabarets
of modern ingerichte bioscooptheaters. Zelfs
de jazz heeft bij zijn veroveringstocht over
de wereld in deze badplaats geen vasten voet
kunnen krijgen. De landelijk-eenvoudige om
geving maakt Wijk aan Zee tot een aantrek
kelijk oord voor den stedeling, die niet in de
eerste plaats naar luxe vraagt. Dat wil ech
ter geenszins beteekenen, dat Wijk aan Zee
niet in staat zou zijn, om haar tijdelijke gas
ten een in alle opzichten comfortabel verblijf
aan te bieden. Wat dat betreft geniet deze
Noordhollandsche badplaats een zeer gun
stige reputatie.
Een stukje historie.
Wijk aan Zee is dus langer dan vijftig jaren
bekend als badplaats, het dorp is echter van
eerbiedwaardigen ouderdom. In de geschied
kundige kronieken vinden wij vermeld, dat
zich reeds in 1100 eenige visschers te „Wijk
op Zee" vestigden. De visscherij bleek voor. de
bewoners hoofdbron van bestaan te vormen,
in de jaren 14501500 was het zelfs een
welvarend visschersdorp. De vloot telde 18
pinken, 6 „slabboeten"' en 1 groote buis. Van
1510 tot 1550 moet ook de handel van betee-
kenis zijn geweest. Men onderhield van af de
„Wijck" (Beverwijk) een veer op Amsterdam,
waarmede de bewoners hun tuinbouwproduc
ten naar de hoofdstad overbrachten. Tot 1600
volgde een periode van verval, maar reeds In
1625 wordt Wijk aan Zee weer als een der
bloeiendste visschersdorpen genoemd. Even
als bijna alle plaatsen in Kennemerland
heeft ook Wijk aan Zee veel te lijden gehad
van doortrekkende troepen, terwijl de Noor
mannen het kustplaatsje al evenmin onge
moeid lieten. Zoo werd het dorp in 1349 door
een bende Vikingers geplunderd. De groote
kruiskerk, toegewijd aan St. Odulphus, ver
moedelijk gebouwd in de jaren tusschen 1260
en 1290 werd voor twee-derde gedeelte ver
woest toen het dorp van 1575—1580 te lijden,
had van de doortrekkende troepen onder
Gilles van Barlaimont, Heer van Hierges, Tot
slot van al deze gebeurtenissen volgde in
1799 de veldslag bij Castricum, die Engelschen
en Russen in Wijk aan Zee bracht, natuurlijk
ook niet zonder sporen na te laten.'
ïn 1800 eindigde de periode van Wijk aan
Zee als visschersplaats. De laatste reeder
wasde schoolmeester, die een „bom" in
de vaart had. Met den verkoop van dit vaar
tuig was het lot van Wijk aan Zee als vis
schersplaats bezegeld.
De opkomst als badplaats.
Hoe Wijk aan Zee als badplaats werd „ont
dekt" is niet na te gaan. Uit oude notulen
boeken van vergaderingen van den gemeen
teraad blijkt, dat omstreeks 1880 te Wijk aan
Zee reeds een bescheiden badhuis bestond.
Een combinatie van enkele ingezetenen,
waarin o.a. mannen als H. Tappehbeek en
Mr. W. Waterschoot van der Gracht zitting
hadden, exploiteerden het bad. Het materiaal
bestond uit enkele eenvoudige badkoetsjes.
Om het strand te bereiken moesten de bad
gasten de eerste duinenrij beklimmen, een
liefhebberij, die niet iedereen kon beoefe
nen, want de duinen hadden in den loop der
jaren een hoogte van 20 M. bereikt. Iii 1881
werd de duinenrij doorgegraven en een weg
naar zee aangelegd. Dat beteekende reeds
een groote verbetering. De exploitatie-com
missie toonde trouwens, dat het haar ernst
was met haar pogingen, om Wijk aan Zee als
badplaats populair te maken. In hetzelfde
jaar verleende de gemeenteraad de concessie
voor den aanleg van een baan voor de stoom
tram, die voor de verbinding met Beverwijk
zou zorg dragen. De vroede vaderen gingen
daartoe slechts aarzelend over, niet ten on
rechte trouwens, want de geschiedenis van
de stoomtram was zeer kort en zeer bloedig.
Een snelheid van 30 K.M. moge het thans
'levende geslacht een spottend glimlachje om
de lippen brengen, toenmaals was zoo'n snel
heid voldoende om schrik en ontsteltenis te
weeg te brengen. En dat deed het puffende
vehikel in niet geringe mate. Oude Beverwij-
kers en Wijk aan Zeeërs kunnen er nog met
afgrijzen verhalen over vertellen. De tram
verpletterde in zijn kortstondig leven de
postbode van Wijk aan Zee, een slager, een
tusschen de rails spelend kind en ontzag zich
zelfs niet bij gelegenheid van de allerlaatste
rit, toen de tram zou verdwijnen, haar eigen
conducteur te overrijden. Het was een op
luchting toen de stoomtram verdween. In
1892 brak voor Wijk aan Zee de periode aan,
die de badplaats zoo vooruit heeft gebracht.
In dat jaar kwam de Buffet Maatschappij
„E Pluribus Unum" in het bézit van de ex
ploitatie, nadat de vorige exploitanten zich
met- groote verliezen hadden teruggetrokken.
De E.P.U. kreeg voor een wat wij noemen
„zacht prijsje" meer dan de helft van Wijk
aan Zee in handen. Ongetwijfeld heeft de
badplaats aan de E.P.U. veel te danken. Be
langrijke verbeteringen heeft zij tot stand ge
bracht en het aanzien van het vroeger zoo
onooglijke visschersdorp, heel wat verfraaid.
Wegen jverden aangelegd, de toegang,y.veg