BEVERWIJK Cokschool. De schat in 't oude Holland jMJIDER COURANT. DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1933 TWEEDE BLAD. Karei Capek over Holland. tfarel Capek is een Tsjecho-Slowaaksch T,,,r en dramaturg, en in de internationale rid der schoone letteren een groot man. Srheef t indertijd het congres van de P. E. N. i h in Den Haag meegemaakt, de gelegen- h ïd te baat genomen om ons land eens goed bekijken en er een luchtig klein boekje <pt geschreven, dat door Eva Raedt-de Can- fr is vertaald. Er zijn vele teekeningen in van rfnek zelf. Het zijn jolige krabbels; sommige in knap, de meeste in elk geval grappig. Gelukkig behoort Capek niet tot die pedante azen, die als ze eenige dagen of een paar pken in een of ander land vertoefd hebben penen dit land, mitsgaders zijn bevolking, riieel te hebben doorgrond en er een „studie" inden vorm van een boek of een reeks le- •n*en, over ten beste te kunnen geven. Hij Üpeft Seen ge:fimdeerde kennis van Holland n de Hollanders voor. Grootendeels bepaalt hii zich tot luchtige indrukken, speelsch neer schreven met een fijnheid van humor, die nrettig stemt. Soms wordt hij even ernstig, en «it de scherpe intuïtie van een man, die ge wend is verklaringen te zoeken en definities te beproeven, wellen gelukkige vondsten op, die den Hollander even doen peinzen over den Hollander en zich de vraag stellen: „Ziet die buitenlander met zijn scherpen geest dat niet klaarder, beter, onbevangener dan wij zelf, al •7 jjjj maar zoo kort in ons midden geweest? Hij bezingt natuurlijk onze kleuren en ons licht. Hat doet iedere vreemdeling. Dat zijn «ii zelf geneigd te doen, als wij lang bui tenslands zijn geweest en terugkeeren, en die «onderlijke, stralende schoonheid ons ont- roert, haast als een nieuwe ontdekking. Over het licht schrijft hij Ik kan het Hollandsche licht niet erg goed voor u schetsen, het is zoo zuiver en transparant, dat u elk contour en détail tot aan het uiterste randje van de wereld kunt den. Daardoor komt het dat de oude schil ders' hun schilderijen zoo nauwkeurig, tot in de kleinste bijzonderheden en met een bijna microscopische accuratesse uitwerkten; het is de dauwachtige lucht in Holland die dit mo gelijk maakt. En dan geeft het Hollandsche licht ook een eigenaardige zuiverheid aan de kleuren; zij zijn buitengewoon klaar, maar zij zijn noch koortsig, noch schel; zij zijn als een frissche bloem onder een dauwdruppel. Zij zijn zuiver en koel; ik zeg u dit om te bewij zen dat licht een grooten invloed heeft op kunst en kleur en ook op het uiterlijk van een meisje". Van het licht en de kleuren is Capek's boekje (0ver Holland" vervuld: „U krijgt een goed idee van Van Gogh's pigment, als u de kleuren ziet van de Holland sche wereld, kleuren die bijna zoo helder zijn als gebrandschilderd glas: het steenrood, de sappige groene landschappen, het gele zand, de helder gekleurde uithangborden, de ver rukking voor kleuren die trillen in de helder heid van de lucht; dit alles werd door Van Gogh weergegeven van Holland, want de kleu ren van Frankrijk zijn geheel anders: zilver den en oud-blauw en opaal-grijs. Zoodra de le Hollander de hitte van een Zuidelijker zon iad gevoeld, was hij op zijn best". Het water, al dat water, heeft hem sterk bekoord. „Waar wij tusschen de huizen straten heb- tei, is in Holland water; dit water is bekend is gracht, en als het water van stad tot stad saomt is het een kanaal. En aan de oevers e dit rustige water zijn geen wallen of jrstweringen, maar slanke, rustige boomen 2 rustige gevels van huizen met blinkende smen en het geheel wordt rustig door het pater weerspiegeld. Men beweert dat deze grachten echte wa terwegen zijn en dat in vroegere tijden de Hollanders gewend waren hun goederen hier langs over de stad te verspreiden. Het ligt niet in mijn bedoeling dit tegen te spreken, want van tijd tot tijd vaart er werkelijk een boot met melkblikken of met een lading bloemen rustig en zeker door. Maar te oordeelen naar den indruk van dit alles zou ik geneigd zijn te zeggen dat de Hollanders vroeger hun steden van huizen en water bouwden, hoofd zakelijk omdat zij op die manier twee steden tegelijk hadden: een op de aarde en de an dere weerspiegeld in het water. Daar zij, ge dwongen door de oppervlakte van hun land, zich niet veel konden uitbreiden, hebben zij hun afmetingen in verticale richting ver dubbeld: door reflexie in het water. Omdat zij, door de bodemgesteldheid, niet hoog konden bouwen, hebben zij het proces een voudig omgekeerd en spiegeleffect aange bracht". Hier spreekt de Capeksche humor, die zich natuurlijk ook op onze fietsen, op onze groe ne locomotieven met koperen helmen op hun ruggen en zelfs op onze honden richt. Zij dragen geen muilkorven en het gevolg daar van is dat zij bijna altijd lachen; ook vech ten en bijten en grommen zij niet tegen el kaar met centraal-Europeesche geraaktheid, hetgeen alleen bewijst dat vrijheid zonder een muilkorf menschen noch honden naar den bliksem helpt, maar dat zij een groote gave Gods is. De Hollanders, zegt Capek later, schijnen een soort bouwwijze op kleine schaal te heb ben uitgevonden. Hun huizen zijn kleiner dan elders; hun woonkamers zijn bijna zoo klein en luchtig als vogelkooien. Hun steden, voor het grootste deel, zijn zoo klein en com pact dat ge ze bijna in de hand zoudt kunnen houdenEr is een zekere gezelligheid en soberheid ten aanzien van grootte die, waar het dit volk betreft, een formeele wet schijnt te stellen. En niet slechts een formeele wet. ik zou zoover willen gaan het een biologische te noemen. En zelfs een moreele. Alles wat het volk bouwt en vestigt op zijn klein ter rein is, in zeker opzicht, in harmonie met de grootte van zijn land. Hier bijten de men schen niet meer af dan zij kunnen kauwen, zij overdrijven de dingen noch in architec tuur noch in hun levenswijze. Zij verlangen geen wolkenkrabbers of paleizen van ver maak of Woolworth-gebouwen te imiteeren; hun rijksgebouwen verschillende nauwelijks van het betere soort woonhuizen. Er is geen pronkerig tentoonspreiden, geen elefantiasis of vergrooting van de grenzen der levensbehoef ten. Tezelfdertijd behoort hun architectuur tot de meest vooruitstrevende; hun civiele ingenieurs bouwen dammen en havens over de geheele wereld. Het is geen provinciale bekrompenheid die de grondslag is voor de meetkunde van hun levens". Dit is prettige lectuur voor ons. Nog pretti ger klinkt, na een verdere uitweiding over de nauwgezetheid en discipline in HolLandschen arbeid, deze conclusie omtrent „het werke lijke geheim van dit kleine volk": „Zijn kracht ligt in kwaliteit. Zijn nationaal ideaal is niet gericht op grootte maar op kwaliteit. U zult dit in alles ontdekken: werk. levenswijze en zelfs in de natuur zelf. Indien u plotseling zou moeten zeggen waardoor de Hollanders zich onderscheiden dan zoudt u niet aan iets groots denken, maar aan de fijne, ongewone en bijna volmaakte kwaliteit van de dingen die zij produceeren". Capek meent dit ten voorbeeld te moeten stellen aan alle kleine volken, die het beste zouden doen, als zij kwantiteit door kwaliteit vervingen,, waar 't het ideale betreft. En zijn wij niet geneigd dat zelf te beamen? voe len wij het zelf niet precies zoo aan? Veelbeteekenend is ook wat hij ons toe schrijft ten aanzien van de internationale samenwerking: „Als ik mij niet in hen be drogen heb, als ik hen niet geheel verkeerd heb uitgelegd, dan hebben zij een record ge vestigd, hoewel foutief en onvoltooid, van in- tellectueele uitwisseling van land tot land door middel van staatkundig contact. Zij leggen getuigenis af van zekere positieve en scheppende waarden die een internationale politiek vergezellenMisschien is het zoo; misschien zou het ons (de Tsjechen) of eenig ander Europeesch volk, dat in intellectueels afzondering leeft, een groote opluchting zijn als er boven ons lijnen waren aangegeven, die ons verbonden met andere volken, dicht bij en veraf, als de nieuwe levensperiode de zenuwachtige systemen die door politici in het organisme van onze wereld geweven zijn, zou vernietigen". Hier is weer de ernst en de uiting van een algemeene erkenning van den Nederlandsehen invloed in de wereld. Een kostbare reputatie, een kostelijke taak die voor ons ligt. Laten wij ons dien naam en die verwachtingen waardig blijven toon en. Het is een merkwaardig, sprankelend werkje: dit kleine boek van Karei Capek „Over Holland". Lees het zelf; het zal u prettig en blij aandoen en tot nadenken stemmen. R. P. DE FLORALIA-TENTOON- STELLING. KLEURENPRACHT IN „CENTRUM". De vijfde tentoonstelling van bloeiende potplanten, georganiseerd door de Floralia vereeniging werd Woensdagmiddag in de bo venzaal van het veilingsgebouw „Centrum" door burgemeester H. J. J. Scholtens geopend in tegenwoordigheid van vele belangstellen den. Door de goede zorgen van de heeren Steyn. Houtwipper en Heijnekamp was ter opluistering een keurige versiering van bloe men en planten aangebracht, waardoor de aanblik van de zaal niet weinig werd ver hoogd. Langs de wanden waren de potplan ten op overzichtelijke wijze gerangschikt. Kwalitatief was het werk der schoolkinderen er zeer belangrijk op vooruit gegaan. De re sultaten van het onvermoeid streven der Flo- raliavereeniging beginnen zich steeds duide lijker af te teekenen. Het opwekken en het bevorderen van de liefde voor de levende na tuur en in het bijzonder dan voor de bloemen en plantenwereld is een werk van groote paedagogische beteekenis en dan stemt het tot voldoening, wanneer, zooals thans het geval was, geconstateerd kan worden, dat de vruchten van dezen verdienstelijken arbeid zich manifesteeren in een collectie potplan ten, waaraan de schoolgaande kinderen met merkbaren zorg hebben gearbeid, om tot een zoo goed mogelijk resultaat te komen. De Floralia-vereeniging streeft naar de ver wezenlij king van ideëele doeleinden, maar zij kan daarbij helaas zelf niet uit den kring van het materieele treden, omdat er nu eenmaal geld noodig is. Want zonder den financiee- len steun van leden en begunstigers kan deze mooie arbeid niet worden verricht. Het be stuur heeft zich op het volkomen juiste standpunt gesteld, dat dit werk moet worden verricht, zonder subsidies van ge meentewege. Maar dan dient de burgerij ook (Nu overal in Frankrijk het roulettespel wettelijk is toegelaten wordt te Nice een school voor croupiers opgericht Ach, wat moet mijn zoon toch worden, (Eindexamen H.B.S.), Want met al zijn sollicitaties, Komt hij aan 't verkeerd adres. Ach, wat moet mijn zoon toch worden, Ha, een lumineus idee. Er is eensklaps vraag gekomen In het edel vak: croupier. Hij heeft ongetwijfeld aanleg Voor dit zeer modern brevet, Als ik maar bedenk, hoe vaak hij Op zijn nummer wordt gezet. Hoe hij reeds van kindsbeen uitblinkt In haal-naar-je-toe techniek En in 't rad-voor-oogen-draaien, Is zijn vaardigheid uniek. Hij kan tellen als geen ander Als het om zijn zakgeld gaat, In haast elke soort van balspel Is hij, zacht gezegd, paraat. Hij heeft in zijn jonge jaren Veel getobd met valsche croup. Die benauwdheid zal hij mijden, Hij 's geknipt voor dit beroep. Jongen zal ik tot hem zeggen: Jij gaat naar die school in Nice, Doe je best en doe je voordeel Met dit vaderlijk advies: 't Heele leven is een gokspel, Elkeen, graag of niet, gokt mee, Zorg dat j' aan den goeden kant zit, Leer met vlijt en word croupier! P. GASUS. beter haar plicht te verstaan. Het aantal donateurs is zestiggeweest, nu is dit kringetje verkleind tot 36. Wanneer men nu nog weet, dat de donaties minimaal één gul den per jaar bedragen, dan begrijpt de meest verstokte idealist, dat het niet kan. Inderdaad is een zoo gering aantal donateurs voor Beverwijk en omgeving veel te weinig. Het woord van den voorzitter der Floralia- vereeniging moge weerklank vinden bij allen die de groote beteekenis van het werk dezer organisatie weten te peilen. Het welkomstwoord werd uitgesproken door den voorzitter der Floraliavereeniging den heer J. Th. Runia, die dat in het bijzon der deed jegens burgemeester Scholtens. De vereeniging genoot de primeur van de ope ning eener expositie, verricht door den te-ge n- woordigen burgemeester, waardoor aan het eerste lustrum eenige meerdere officialiteit werd bijgezet. Spr. memoreerde vervolgens, dat dit jaar aan de leerlingen van 17 onderwijsinrich tingen, gevestigd in Beverwijk, Wijk aan Duin, Heemskerk en Wijk aan Zee in totaal 818 plankjes waren uitgereikt. Dit aantal mocht dan al iets lager zijn dan vorige ja ren, daar stond tegenover, dat de deelname meer serieus wordt. Misschien, dat ook de tijdsomstandigheden eenigen invloed uitoefe nen, hoewel het bestuur zich steeds op het standpunt heeft gesteld, dat de lage aan schaffingsprijs van de stekjes voor niemand een bezwaar mag zijn, terwijl bovendien voor ernstige liefhebbers steeds de gelegenheid blijft bestaan gratis in bezit van een stek te komen. De heeren Heynekamp, Rijsdorp en v. d. Wel waren ook dit jaar bereid de ingezonden planten te keuren en te bekronen. Aan deze heeren bracht de voorzitter dank voor hun belangrijke en niet gemakkelijke werkzaam heden, even als aan de dames en heeren on derwijzers en onderwijzeressen voor hun be middeling bij het uitreiken en inleveren der planten. Het bestuur der Floraliavereeniging wilde deze gelegenheid tevens benutten om zijn waardeering uit te spreken voor de wijze waarop het gemeentebestuur de openbare be plantingen verzorgt, zoo o.a. de Breestraat- gazons, de Halve Maan en vooral ook het C.H. Moënsplein. De keurige verzorging van een en ander blijft niet onopgemerkt, en uit de gedragingen van het publiek blijkt wel, hoe zeer dit gewaardeerd wordt. Zoo werkt de ge meente in het openbaar, de Floraliavereeni ging binnenshuis misschien in de toekomst ook zorgdragend voor beplantingen van bal- cons en voortuinen ieder dus op eigen terrein maar beide lichamen kunnen samenwerken in het aankweeken van liefde tot bloem en plant. Na te hebben herinnerd aan de belang stelling en de sympathie, welke wijlen burge meester Jhr. J. C. W. Strick van Linschoten voor de vereeniging aan den dag legde, beval spr. haar ook aan in de belangstelling van burgemeester Scholtens, die thans verzocht werd de tentoonstelling te openen. Burge meester Scholtens verklaarde aan deze uit- noodiging gaarne gevolg te geven en gewaag de met lof van het werk der Floralia vereeni ging. De liefde voor bloem en plant, aldus spr.. moet den jongen mensch worden bijge bracht. den wensch uitend, dat de onzicht bare uitkomsten van dezen mooien arbeid zich zouden afteekenen in een steeds toene mende belangstelling in de levende natuur. Dat de openbare beplantingen waardeering vinden bij het publiek, is zeer zeker ook te danken aan het opvoedende werk der Flo raliavereeniging. Met den wensch dat dit werk zich zal mogen verbreeden in intensivi teit verklaarde de burgemeester de expo sitie voor geopend. De genoodigden namen met groote belang stelling van de fraaie resultaten door de jeugd bereikt, kennis en uitten daarover hun waardeering. En toen stormde de school jeugd binnen, om critische blikken te wij den aan eigen en anderer inzendingen. De jury had voor een zeer moeilijke taak gestaan. De bescheiden geldmiddelen lieten niet toe royaal met het toekennen van prijzen te zijn. Was dit wel het geval geweest, dan hadden stellig nog verscheidene inzendingen voor een bekroning in aanmerking gekomen. Daarom moest zij menigmaal volstaan met een eer volle vermelding, die daardoor echter in waar de steeg. Na langdurige en serieuze beoordeeling heeft de jury tenslotte de prijzen als volgt toegekend: R.K. U.L.O.-school: Kees Delfsweg 2e prijs Th. Vermeulen, 3e pr. A. v. d. Winkel. Eervolle vermeldingen: J. Korsman en J. Henneman Chr. School, Noor der wij kweg: le prijs K. C. Steyn, 3e prijs Nelly Kriek. Eerv. verm.: J. Martin, B. Gertenbach. Chr. school, Meexensteinstraat: 2e prijs G. Paschier, 2e pr. S. Blom. 3e pr. P. Wilgenhof, Eervolle verm.: H. de Vries, N. Stroo, H. Hil- berts. R.K. Jongensschool, Galgenweg: 2e pr. Th. Jansen, 3e pr. K. J. Bakker, eerv. verm. A. Boots. O. L. School IV: 2e prijs M. Mooy, 3e pr. B. Bijkerk. Eerv. verm. M. Boogaard, M. Ver- seveld. O. L. School Hl: le prijs met lof der jury Andre Mouton. Eerv. verm. J. Dubbelman. School voor Buitengewoon Onderwijs: le pr. J. v. d. Wel, 3e prijs W. Twisk. Eerv. verm. H. Beere. R. K. Meisjes U.L.O.-school: Eerv. verm. M. Zeelenberg, A. v. Tunen. O. L. school, Wijk aan Zee: 3e pr. Neeltje Ledder. Eerv. verm. Ch. Witteveld. U.L.O.-school, Duinwijklaan: 2e pr. J. Bo- venschen, 3e pr. H. Evers. Eerv. verm. J. Schaap. Gem. Huishoud- en Industrieschool: 3e prijs: N. Molenaar, 3e pr. W. Eijk, Eerv. ver melding T. Eckhart. R. K. Jongensschool, Hobbestraat, 2e pr. L. Zonneveld, 3e- prijs P. Stam. Eerv. verm. W. Braun, G. Zwart, I. Appel, P. Geldexmans. O. L. school H: le prijs W. Houtwipper, 2e pr. H. R. Bekker, B. Heijnekamp, C. J. Hop man, 3e pr. A. Bongers, M. Koster, G. Rede- ker, Chr. Romunde, J. van Vliet, A. J. de Groot, B. Buyen, O. Wiegand, A. Wiegand. Eerv. verm. W. Reewijk. J. Jongman. G. dé Breed. Chr. school. Heemskerk: le prijs Annie Wentink, 2e prijs D. Bakkum. 3e pr L. Brou wer, B. van Doorn. Eerv. verm. P. Tijms, J. Doe ter. R. K. Meisjesschool. Galgenweg. le prijs J. Beentjes, 2e pr. T. v. a. Hoorn. Eerv. verm. T. de Vries. R.K. Jongensschool, Ramerkerkweg2e pr. C. v. d. Kolk, 3e pr. Th. De Ruyter. Eerv. ver melding H. Butter J. Balt-us. R. K. Meisjesschool. Peperstraat: le piijs Cath. Groen. Cath. Appel. L. Zonneveld. 2e pr M. Pirovano. Eerv. verm. S. Thorbecker. O. L. school 1: le prijs H. Rothe, 2e pr. J. Groot, 3e pr. J. v. Steenbergen. Eerv. verm. A. Niessen, M. Muyen. De prijsuitreiking zal op Dinsdag 26 Sept. des avonds te half acht in' het veilingsgebouw „Centrum" geschieden. Bij die gelegenheid zal de heer Drijver uit Santpoort een serie lantaarnplaatjes uit de vogelwereld voor de jongelui vertoonen. Wij vestigen er de aandacht- op. dat de ten toonstelling ook heden Donderdagmiddag, van af 2 uur voor het publiek geopend is. HET DAMES-CRISISCOMITé Naar wij vernemen heeft de echtgenoote van den burgemeester, Mevr. Sclroltens-Regout zich bereid verklaard als presidente van het dames-crisiscomité, als opvolgster van Jkvr. Strick van Linschoten. Op een daartoe gedaan verzoek zal Mevr. Baronesse van Ittersum optreden als advi- seerend lid van het Dames-crisiscomité, dat op 1 October zijn werkzaamheden zal her vatten. DE OOGST VAN RIJWIELPLAATJES Men verzoekt ons opname van het volgende: Met groote voldoening over het behaalde re sultaat brengt het Comité dat zich belastte met de inzameling van de oude belastingplaat jes, dank aan allen, die hun medewerking verleenden om zoo n prachtig resultaat fcc bereiken. Het comité mocht ontvangen ruim 4000 rij wielplaatjes, pl.m. 100 K.G. koper en pl.m. 15 K G. theelood en zilverpapier. Veel onvermoeid werken heeft deze hoeveel heid voor de Ver. tot bevordering der belan gen van T.B.C. patiënten in Nederland bijeen gebracht. Daarom nogmaals alle werkers in Beverwijk, Wijk aan Zee en Duin en Heemskerk onze groote dank entot Augustus i934. HET VERLOOP VAN DE GROENTENMARKT. Luchtfoto van de geweldige verwoestingen, die de jongste wervelstorm in den stao.t Texas aanrichtte. De hierboven afgebeelde stad Corpus Christi liep bovendien nog geheel onder water. DE HANDEL IS LUSTELOOS. Het verloop van den handel vertoonde in de afgeloopen week, vooral voor producten die nog tot de massa-aanvoeren kunnen worden gerekend, geen gunstig beeld. Reeds in het laatst der vorige week tr&cl ëen lustelooze stemming in, welke zich nog" niet hersteld heeft en die een zeer nadeeligen invloed op de prijzen veroorzaakte. Tomaten, die momenteel in flinke partijen worden aangevoerd, slaan een bedroevend fi guur en de prijzen die thans geldend zijn kun,. nen zeker niet als loonend beschouwd worden. De noteeringen der laatste veilingen schom melen van 25 ct. per K.G. De groote aanvoeren van sla, die nog regel matig aanwezig zijn, kwamen voor het groot ste gedeelte voor een laag prijsje aan den man terwijl partijen met kleine gebreken niet te plaatsen waren. De prijzen varieeren zoo on geveer van 1545 ctwelke hoogste prijzen tot uitzonderingen behoor en. Spinazie kwam deze week ook heel wat rui mer aan de veiling. Ook voor dit product moesten de prijzen van de meeste partijen het weer danig ontgelden. Van het deel, dat werd afgenomen stonden de prijzen op laag peil. Vele partijen kwamen slechts aan den mini mumprijs. Andijvie gaat' in aanvoer nog steeds in stij gende lijn. De noteeringen gingen echter een minder goede richting uit. Wel werd nog wel eens een partijtje voor behoorlijken prijs ge plaatst. maar voor de massa van dit product waren de prijzen aan den lagen kant. De no teeringen liepen uiteen naar soort en kwa liteit van 2040 ct. per kist. Postelein, waarvan het aanbod nog van beteekenis was. kwam voor sommige partijen zoo ongeveer van 2430 ct. per kist, doch het meerendeel kwam aan prijzen, die hier ver be neden waren. Bospeen heeft den laatsten tijd heel wat aan belangstelling verloren en de prijzen wil len zich tot heden nog niet in gunstiger rich ting herstellen. De noteeringen bleven deze week in een vaste lijn naar soort van 36 ct. per bos. Bloemkool kon geregeld tegen redelijke prij zen verhandeld worden. Het aanbod was ech ter iederen dag nog van geringe beteekenis. Eerste soort schommelde voortdurend van 1015 cent. De boonenaanvoer was, gelet op het verge vorderd seizoen, nog van flinke beteekenis. Het waren vooral dikke boonen en snijboonen die nog een belangrijke plaats innamen. Ook mag het een uitzondering genoemd worden, dat de kwaliteit van de meeste partijen zich zoo lang in goede conditie handhaaft, ofschoon voor goede kwaliteit geregeld nog al belang stelling was en deze handel nog eenig leven vertoonde, gingen de prijzen niet naar boven, Zij bleven voer dikke boonen op een peil van 3—9 en voor snijboonen naar soort van 714 ct. Voor extra of kasboonen enkele centen per K.G. hooger. De andere soorten spercieboonen, die wer den aangeboden, bestaan uit restanten, waar voor over het algemeen zeer weinig kooplust bestond. De prijzen waren dan ook zeer laag. FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Wil J. Sanders, detective). door UDO VAN EWOUD. 21) (Nadruk verboden. Vanmorgen had hij, blijkens het verhaal van Sanders, zijn best gedaan zooveel moge lijk op te vallen; dat was niet de gewoonte van iemand, die in conflict kwam met de *et en zijn toevlucht nam tot daden zoo- als de moordaanslag bij Wannsee die het daglicht niet konden verdragen. Was deze professor misschien slechts een werktuig van den man, die zich op den achtergrond hield, de man, die er in het makelaarskantoor te Haarlem zoo handig in was geslaagd Sanders en mij om den tuin te leiden en dien wij nu m het bezit mochten achten van de in dien Pacht verdwenen documenten? Plotseling schoot mij iets te binnen, wat mijn gedach ten de eerste uren niet meer losliet: de man •net de geruite pet was die misschien iden tiek met, den professor uit Oslo? Sinds wij °ver de grenzen waren, was deze man, wiens Belaat ik slechts gedurende het onderdeel van een seconde voor het raam van het make laarskantoor had gezien, niet meer daadwer kelijk opgetreden. Slechts zijn lach had ik gehoord, zijn cynische, hoonende lach in het bosch bij Wannsee, onmiddellijk na den aan slagEn van dien aanslag verdachten wij immers den ouden heer, dien ik op het terras van café Bauer had gezien? Nog vóór de autobus het eindpunt in Can- then bereikt had, stapte ik uit om in het rustige landschap, dat op dit middaguur vrij wel geheel verlaten scheen, dit vermoeden nog eens wat nader uit te werken. Een kron kelende zijweg bracht mij weldra in de ver koelende schaduw van machtige loofboomen, hier en daar afgewisseld door kleine denne- bosschen, waar slechts een verschrikte haas aan het bestaan van levende wezens in deze zwijgende natuur herinnerde. Op een bed van mos en dennenaalden vlijde ik mij neer. De inbreker in Haarlem de waardige, oude heer, dien ik hier honder den kilometers verder voor het eerst gezien hadhet was haast niet te gelooven. En toch was het niet onmogelijk. Van de gelaats trekken van den man, dien ik dien nacht slechts heel even voor het raam van het ma kelaarskantoor had gezien was mij niets bij gebleven. Ik zou zelfs met den besten wil nief in staat zijn ook maar een vaag signalemen* te geven van den man, die het toen op de do cumenten voorzien had. Een schim was het geweest, de schim van een man, die zijn ge laat zorgvuldig in het duister had gehouden en slechts getoond had, demonstratief ge toond, dat hij in het bezit was van een ge ruite petzooals die door duizenden werd gedragen. Hoe zou Sanders daarover denken. Sanders, die nu achter den professor aan was en die er door een handige manipulatie in geslaagd was dezen man te doen gelooven, dat hij niet ach tervolgd werd? Zou de detectieve, in wiens beleid ik onbeperkt vertrouwen stelde, zich reeds een eigen meening over het geval ge vormd, misschien zelfs al een draad in han den hebben? Er bestond eenige reden voor deze veronderstelling. Het zelfbewuste op treden, die vermomming bij het schaduwen van den professor, zijn opmerking tegen-van Dobben en mij. dat wij binnenkort wel eens op non-actief zouden kunnen worden gesteid. Ongetwijfeld, Sanders vermoedde iets, maar hij zou zeker liever zijn tong afbijten dan ons in deze instantie van het onderzoek ook maar iets wijzer te maken. Merkwaardig was het overigens hoe dooi de bijkomende crimineele zijde van deze zaak onze belangstelling voor de schat zelve plot seling op den achtergrond was gedrongen. Zou van Dobben er ook zoo over denken? Tenslotte moest bij hem de schat, die erfenis van Abraham Florisz toch het einddoel zijn van deze avontuurlijke reis naar Oost-Prui sen en als Sanders er niet ten spoedigste in zou slagen de indentiteit van de zich ook op deze kust bevindende kapers vast te stellen, dan zou hij zeker adviseeren de nasporingen naar deze heeren voorloopig te staken en alle aandacht te wijden aan de schat zelf, die daar ergens in de onderaardsche gangen van het huis Pazlok verborgen moest liggen. En met een laatste vage voorstelling van hetgeen deze schat zou kunnen omvatten, sliep ik in.... Ik schrok wakker, doordat een brutaal eek hoorntje bij zijn klimpartij in den boom, waar onder ik mij bevond, een denneappel naar beneden wierp, welke juist op mijn hoofd te recht kwam. Een haastige blik op mijn hor loge overtuigde mij, dat mijn ongewilde siësta niet minder dan anderhalf uur in beslag had genomen, zoodat het hoog tijd werd, dat ik naar hotel „Schwarzer Adler" terugkeerde. Sanders had mij immers op het hart gedrukt van Dobben zoo weinig mogelijk alleen te la ten en hoewel deze vermoedelijk geen gevaar dreigde, zoolang de detective een wakend oog hield op den Noorschen professor, was het toch beter het zekere voor het onzekere te nemen en het gezelschap van den makelaar zoo spoedig mogelijk weer op te zoeken. Ruim een uur later arriveerde ik weer 'v Pr. Holland, waar ik van Dobben gelukkig i blakenden welstand, maar nochtans min of meer uit zijn humeur, omdat wij hem zoolang aan zijn lot hadden overgelaten, op het ter ras van het hotel aantrof. Ik vertelde hem in korte trekken, wat mij in het begin van den middag bij de achtervolging van den ge leerde wedervaren was en het in een waas van geheimzinnigheid gehulde optreden van Sanders in deze. scheen zijn bewondering voor en het vertrouwen in den detective, wiens hulp hij had ingeroepen, niet onaan zienlijk te doen stijgen. Hij gaf hiervan al thans blijk in een opmerking, welke mij op dit moment niet zoozeer trof, omdat ik haar beschouwde als de uiting van iemand, die onder den indruk verkeerde van de gebeur tenissen der laatste dagen, maar welke ik mij later toch zeer goed herinnerde. Toen ik namelijk aan het einde van mijn relaas was, zei hij: ..Ik heb alle respect voor uw vriend, meneer Wils. U begrijpt trouwens zelf wel, dat ik. wanneer dat niet het geval was, zijn hulp zeker niet had ingeroepen, maar toch kan ik het gevoel niet van mij afzetten, dat zelfs de knapste detectives ter wereld niet in staat zouden blijken de catastrophe af te wenden, welke ons bedreigt". Ilt trachtte hem gerust te stellen door als mijn meening uit te spreken, dat hij de laat ste uren vermoedelijk te veel met zijn ge dachten alleen was geweest, waardoor hij zich muizenissen in het hoofd haalde, maar hij hechtte blijkbaar niet veel waarde aan mij, trouwens elke redelijke motiveering mis send betoog.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5