BEVERWIJK
Cokschool.
De schat in 't oude Holland
jMJIDER COURANT. DONDERDAG 21 SEPTEMBER 1933
TWEEDE BLAD.
Karei Capek over Holland.
tfarel Capek is een Tsjecho-Slowaaksch
T,,,r en dramaturg, en in de internationale
rid der schoone letteren een groot man.
Srheef t indertijd het congres van de P. E. N.
i h in Den Haag meegemaakt, de gelegen-
h ïd te baat genomen om ons land eens goed
bekijken en er een luchtig klein boekje
<pt geschreven, dat door Eva Raedt-de Can-
fr is vertaald. Er zijn vele teekeningen in van
rfnek zelf. Het zijn jolige krabbels; sommige
in knap, de meeste in elk geval grappig.
Gelukkig behoort Capek niet tot die pedante
azen, die als ze eenige dagen of een paar
pken in een of ander land vertoefd hebben
penen dit land, mitsgaders zijn bevolking,
riieel te hebben doorgrond en er een „studie"
inden vorm van een boek of een reeks le-
•n*en, over ten beste te kunnen geven. Hij
Üpeft Seen ge:fimdeerde kennis van Holland
n de Hollanders voor. Grootendeels bepaalt
hii zich tot luchtige indrukken, speelsch neer
schreven met een fijnheid van humor, die
nrettig stemt. Soms wordt hij even ernstig, en
«it de scherpe intuïtie van een man, die ge
wend is verklaringen te zoeken en definities
te beproeven, wellen gelukkige vondsten op,
die den Hollander even doen peinzen over den
Hollander en zich de vraag stellen: „Ziet die
buitenlander met zijn scherpen geest dat niet
klaarder, beter, onbevangener dan wij zelf, al
•7 jjjj maar zoo kort in ons midden geweest?
Hij bezingt natuurlijk onze kleuren en ons
licht. Hat doet iedere vreemdeling. Dat zijn
«ii zelf geneigd te doen, als wij lang bui
tenslands zijn geweest en terugkeeren, en die
«onderlijke, stralende schoonheid ons ont-
roert, haast als een nieuwe ontdekking.
Over het licht schrijft hij
Ik kan het Hollandsche licht niet erg
goed voor u schetsen, het is zoo zuiver en
transparant, dat u elk contour en détail tot
aan het uiterste randje van de wereld kunt
den. Daardoor komt het dat de oude schil
ders' hun schilderijen zoo nauwkeurig, tot in
de kleinste bijzonderheden en met een bijna
microscopische accuratesse uitwerkten; het is
de dauwachtige lucht in Holland die dit mo
gelijk maakt. En dan geeft het Hollandsche
licht ook een eigenaardige zuiverheid aan de
kleuren; zij zijn buitengewoon klaar, maar zij
zijn noch koortsig, noch schel; zij zijn als een
frissche bloem onder een dauwdruppel. Zij
zijn zuiver en koel; ik zeg u dit om te bewij
zen dat licht een grooten invloed heeft op
kunst en kleur en ook op het uiterlijk van een
meisje".
Van het licht en de kleuren is Capek's boekje
(0ver Holland" vervuld:
„U krijgt een goed idee van Van Gogh's
pigment, als u de kleuren ziet van de Holland
sche wereld, kleuren die bijna zoo helder zijn
als gebrandschilderd glas: het steenrood, de
sappige groene landschappen, het gele zand,
de helder gekleurde uithangborden, de ver
rukking voor kleuren die trillen in de helder
heid van de lucht; dit alles werd door Van
Gogh weergegeven van Holland, want de kleu
ren van Frankrijk zijn geheel anders: zilver
den en oud-blauw en opaal-grijs. Zoodra de
le Hollander de hitte van een Zuidelijker zon
iad gevoeld, was hij op zijn best".
Het water, al dat water, heeft hem sterk
bekoord.
„Waar wij tusschen de huizen straten heb-
tei, is in Holland water; dit water is bekend
is gracht, en als het water van stad tot stad
saomt is het een kanaal. En aan de oevers
e dit rustige water zijn geen wallen of
jrstweringen, maar slanke, rustige boomen
2 rustige gevels van huizen met blinkende
smen en het geheel wordt rustig door het
pater weerspiegeld.
Men beweert dat deze grachten echte wa
terwegen zijn en dat in vroegere tijden de
Hollanders gewend waren hun goederen hier
langs over de stad te verspreiden. Het ligt niet
in mijn bedoeling dit tegen te spreken, want
van tijd tot tijd vaart er werkelijk een boot
met melkblikken of met een lading bloemen
rustig en zeker door. Maar te oordeelen naar
den indruk van dit alles zou ik geneigd zijn
te zeggen dat de Hollanders vroeger hun
steden van huizen en water bouwden, hoofd
zakelijk omdat zij op die manier twee steden
tegelijk hadden: een op de aarde en de an
dere weerspiegeld in het water. Daar zij, ge
dwongen door de oppervlakte van hun land,
zich niet veel konden uitbreiden, hebben zij
hun afmetingen in verticale richting ver
dubbeld: door reflexie in het water. Omdat
zij, door de bodemgesteldheid, niet hoog
konden bouwen, hebben zij het proces een
voudig omgekeerd en spiegeleffect aange
bracht".
Hier spreekt de Capeksche humor, die zich
natuurlijk ook op onze fietsen, op onze groe
ne locomotieven met koperen helmen op hun
ruggen en zelfs op onze honden richt. Zij
dragen geen muilkorven en het gevolg daar
van is dat zij bijna altijd lachen; ook vech
ten en bijten en grommen zij niet tegen el
kaar met centraal-Europeesche geraaktheid,
hetgeen alleen bewijst dat vrijheid zonder
een muilkorf menschen noch honden naar den
bliksem helpt, maar dat zij een groote gave
Gods is.
De Hollanders, zegt Capek later, schijnen
een soort bouwwijze op kleine schaal te heb
ben uitgevonden. Hun huizen zijn kleiner
dan elders; hun woonkamers zijn bijna zoo
klein en luchtig als vogelkooien. Hun steden,
voor het grootste deel, zijn zoo klein en com
pact dat ge ze bijna in de hand zoudt kunnen
houdenEr is een zekere gezelligheid en
soberheid ten aanzien van grootte die, waar
het dit volk betreft, een formeele wet schijnt
te stellen. En niet slechts een formeele wet.
ik zou zoover willen gaan het een biologische
te noemen. En zelfs een moreele. Alles wat
het volk bouwt en vestigt op zijn klein ter
rein is, in zeker opzicht, in harmonie met de
grootte van zijn land. Hier bijten de men
schen niet meer af dan zij kunnen kauwen,
zij overdrijven de dingen noch in architec
tuur noch in hun levenswijze. Zij verlangen
geen wolkenkrabbers of paleizen van ver
maak of Woolworth-gebouwen te imiteeren;
hun rijksgebouwen verschillende nauwelijks
van het betere soort woonhuizen. Er is geen
pronkerig tentoonspreiden, geen elefantiasis of
vergrooting van de grenzen der levensbehoef
ten. Tezelfdertijd behoort hun architectuur
tot de meest vooruitstrevende; hun civiele
ingenieurs bouwen dammen en havens over
de geheele wereld. Het is geen provinciale
bekrompenheid die de grondslag is voor de
meetkunde van hun levens".
Dit is prettige lectuur voor ons. Nog pretti
ger klinkt, na een verdere uitweiding over de
nauwgezetheid en discipline in HolLandschen
arbeid, deze conclusie omtrent „het werke
lijke geheim van dit kleine volk": „Zijn kracht
ligt in kwaliteit. Zijn nationaal ideaal is niet
gericht op grootte maar op kwaliteit. U zult
dit in alles ontdekken: werk. levenswijze en
zelfs in de natuur zelf. Indien u plotseling
zou moeten zeggen waardoor de Hollanders
zich onderscheiden dan zoudt u niet aan iets
groots denken, maar aan de fijne, ongewone
en bijna volmaakte kwaliteit van de dingen
die zij produceeren".
Capek meent dit ten voorbeeld te moeten
stellen aan alle kleine volken, die het beste
zouden doen, als zij kwantiteit door kwaliteit
vervingen,, waar 't het ideale betreft. En zijn
wij niet geneigd dat zelf te beamen? voe
len wij het zelf niet precies zoo aan?
Veelbeteekenend is ook wat hij ons toe
schrijft ten aanzien van de internationale
samenwerking: „Als ik mij niet in hen be
drogen heb, als ik hen niet geheel verkeerd
heb uitgelegd, dan hebben zij een record ge
vestigd, hoewel foutief en onvoltooid, van in-
tellectueele uitwisseling van land tot land
door middel van staatkundig contact. Zij
leggen getuigenis af van zekere positieve en
scheppende waarden die een internationale
politiek vergezellenMisschien is het zoo;
misschien zou het ons (de Tsjechen) of eenig
ander Europeesch volk, dat in intellectueels
afzondering leeft, een groote opluchting zijn
als er boven ons lijnen waren aangegeven,
die ons verbonden met andere volken, dicht
bij en veraf, als de nieuwe levensperiode de
zenuwachtige systemen die door politici in
het organisme van onze wereld geweven zijn,
zou vernietigen".
Hier is weer de ernst en de uiting van een
algemeene erkenning van den Nederlandsehen
invloed in de wereld. Een kostbare reputatie,
een kostelijke taak die voor ons ligt. Laten
wij ons dien naam en die verwachtingen
waardig blijven toon en.
Het is een merkwaardig, sprankelend
werkje: dit kleine boek van Karei Capek
„Over Holland". Lees het zelf; het zal u
prettig en blij aandoen en tot nadenken
stemmen.
R. P.
DE FLORALIA-TENTOON-
STELLING.
KLEURENPRACHT IN „CENTRUM".
De vijfde tentoonstelling van bloeiende
potplanten, georganiseerd door de Floralia
vereeniging werd Woensdagmiddag in de bo
venzaal van het veilingsgebouw „Centrum"
door burgemeester H. J. J. Scholtens geopend
in tegenwoordigheid van vele belangstellen
den. Door de goede zorgen van de heeren
Steyn. Houtwipper en Heijnekamp was ter
opluistering een keurige versiering van bloe
men en planten aangebracht, waardoor de
aanblik van de zaal niet weinig werd ver
hoogd. Langs de wanden waren de potplan
ten op overzichtelijke wijze gerangschikt.
Kwalitatief was het werk der schoolkinderen
er zeer belangrijk op vooruit gegaan. De re
sultaten van het onvermoeid streven der Flo-
raliavereeniging beginnen zich steeds duide
lijker af te teekenen. Het opwekken en het
bevorderen van de liefde voor de levende na
tuur en in het bijzonder dan voor de bloemen
en plantenwereld is een werk van groote
paedagogische beteekenis en dan stemt het
tot voldoening, wanneer, zooals thans het
geval was, geconstateerd kan worden, dat de
vruchten van dezen verdienstelijken arbeid
zich manifesteeren in een collectie potplan
ten, waaraan de schoolgaande kinderen met
merkbaren zorg hebben gearbeid, om tot een
zoo goed mogelijk resultaat te komen.
De Floralia-vereeniging streeft naar de ver
wezenlij king van ideëele doeleinden, maar zij
kan daarbij helaas zelf niet uit den kring van
het materieele treden, omdat er nu eenmaal
geld noodig is. Want zonder den financiee-
len steun van leden en begunstigers kan deze
mooie arbeid niet worden verricht. Het be
stuur heeft zich op het volkomen juiste
standpunt gesteld, dat dit werk moet
worden verricht, zonder subsidies van ge
meentewege. Maar dan dient de burgerij ook
(Nu overal in Frankrijk het
roulettespel wettelijk is toegelaten
wordt te Nice een school voor
croupiers opgericht
Ach, wat moet mijn zoon toch worden,
(Eindexamen H.B.S.),
Want met al zijn sollicitaties,
Komt hij aan 't verkeerd adres.
Ach, wat moet mijn zoon toch worden,
Ha, een lumineus idee.
Er is eensklaps vraag gekomen
In het edel vak: croupier.
Hij heeft ongetwijfeld aanleg
Voor dit zeer modern brevet,
Als ik maar bedenk, hoe vaak hij
Op zijn nummer wordt gezet.
Hoe hij reeds van kindsbeen uitblinkt
In haal-naar-je-toe techniek
En in 't rad-voor-oogen-draaien,
Is zijn vaardigheid uniek.
Hij kan tellen als geen ander
Als het om zijn zakgeld gaat,
In haast elke soort van balspel
Is hij, zacht gezegd, paraat.
Hij heeft in zijn jonge jaren
Veel getobd met valsche croup.
Die benauwdheid zal hij mijden,
Hij 's geknipt voor dit beroep.
Jongen zal ik tot hem zeggen:
Jij gaat naar die school in Nice,
Doe je best en doe je voordeel
Met dit vaderlijk advies:
't Heele leven is een gokspel,
Elkeen, graag of niet, gokt mee,
Zorg dat j' aan den goeden kant zit,
Leer met vlijt en word croupier!
P. GASUS.
beter haar plicht te verstaan. Het aantal
donateurs is zestiggeweest, nu is dit
kringetje verkleind tot 36. Wanneer men nu
nog weet, dat de donaties minimaal één gul
den per jaar bedragen, dan begrijpt de
meest verstokte idealist, dat het niet kan.
Inderdaad is een zoo gering aantal donateurs
voor Beverwijk en omgeving veel te weinig.
Het woord van den voorzitter der Floralia-
vereeniging moge weerklank vinden bij allen
die de groote beteekenis van het werk dezer
organisatie weten te peilen.
Het welkomstwoord werd uitgesproken
door den voorzitter der Floraliavereeniging
den heer J. Th. Runia, die dat in het bijzon
der deed jegens burgemeester Scholtens. De
vereeniging genoot de primeur van de ope
ning eener expositie, verricht door den te-ge n-
woordigen burgemeester, waardoor aan het
eerste lustrum eenige meerdere officialiteit
werd bijgezet.
Spr. memoreerde vervolgens, dat dit jaar
aan de leerlingen van 17 onderwijsinrich
tingen, gevestigd in Beverwijk, Wijk aan
Duin, Heemskerk en Wijk aan Zee in totaal
818 plankjes waren uitgereikt. Dit aantal
mocht dan al iets lager zijn dan vorige ja
ren, daar stond tegenover, dat de deelname
meer serieus wordt. Misschien, dat ook de
tijdsomstandigheden eenigen invloed uitoefe
nen, hoewel het bestuur zich steeds op het
standpunt heeft gesteld, dat de lage aan
schaffingsprijs van de stekjes voor niemand
een bezwaar mag zijn, terwijl bovendien voor
ernstige liefhebbers steeds de gelegenheid
blijft bestaan gratis in bezit van een stek te
komen.
De heeren Heynekamp, Rijsdorp en v. d.
Wel waren ook dit jaar bereid de ingezonden
planten te keuren en te bekronen. Aan deze
heeren bracht de voorzitter dank voor hun
belangrijke en niet gemakkelijke werkzaam
heden, even als aan de dames en heeren on
derwijzers en onderwijzeressen voor hun be
middeling bij het uitreiken en inleveren der
planten.
Het bestuur der Floraliavereeniging wilde
deze gelegenheid tevens benutten om zijn
waardeering uit te spreken voor de wijze
waarop het gemeentebestuur de openbare be
plantingen verzorgt, zoo o.a. de Breestraat-
gazons, de Halve Maan en vooral ook het C.H.
Moënsplein. De keurige verzorging van een
en ander blijft niet onopgemerkt, en uit de
gedragingen van het publiek blijkt wel, hoe
zeer dit gewaardeerd wordt. Zoo werkt de ge
meente in het openbaar, de Floraliavereeni
ging binnenshuis misschien in de toekomst
ook zorgdragend voor beplantingen van bal-
cons en voortuinen ieder dus op eigen terrein
maar beide lichamen kunnen samenwerken
in het aankweeken van liefde tot bloem en
plant.
Na te hebben herinnerd aan de belang
stelling en de sympathie, welke wijlen burge
meester Jhr. J. C. W. Strick van Linschoten
voor de vereeniging aan den dag legde, beval
spr. haar ook aan in de belangstelling van
burgemeester Scholtens, die thans verzocht
werd de tentoonstelling te openen. Burge
meester Scholtens verklaarde aan deze uit-
noodiging gaarne gevolg te geven en gewaag
de met lof van het werk der Floralia vereeni
ging. De liefde voor bloem en plant, aldus
spr.. moet den jongen mensch worden bijge
bracht. den wensch uitend, dat de onzicht
bare uitkomsten van dezen mooien arbeid
zich zouden afteekenen in een steeds toene
mende belangstelling in de levende natuur.
Dat de openbare beplantingen waardeering
vinden bij het publiek, is zeer zeker ook te
danken aan het opvoedende werk der Flo
raliavereeniging. Met den wensch dat dit
werk zich zal mogen verbreeden in intensivi
teit verklaarde de burgemeester de expo
sitie voor geopend.
De genoodigden namen met groote belang
stelling van de fraaie resultaten door de
jeugd bereikt, kennis en uitten daarover hun
waardeering. En toen stormde de school
jeugd binnen, om critische blikken te wij
den aan eigen en anderer inzendingen.
De jury had voor een zeer moeilijke taak
gestaan.
De bescheiden geldmiddelen lieten niet toe
royaal met het toekennen van prijzen te zijn.
Was dit wel het geval geweest, dan hadden
stellig nog verscheidene inzendingen voor een
bekroning in aanmerking gekomen. Daarom
moest zij menigmaal volstaan met een eer
volle vermelding, die daardoor echter in waar
de steeg.
Na langdurige en serieuze beoordeeling
heeft de jury tenslotte de prijzen als volgt
toegekend:
R.K. U.L.O.-school: Kees Delfsweg
2e prijs Th. Vermeulen, 3e pr. A. v. d. Winkel.
Eervolle vermeldingen: J. Korsman en J.
Henneman
Chr. School, Noor der wij kweg: le prijs K.
C. Steyn, 3e prijs Nelly Kriek. Eerv. verm.: J.
Martin, B. Gertenbach.
Chr. school, Meexensteinstraat: 2e prijs G.
Paschier, 2e pr. S. Blom. 3e pr. P. Wilgenhof,
Eervolle verm.: H. de Vries, N. Stroo, H. Hil-
berts.
R.K. Jongensschool, Galgenweg: 2e pr. Th.
Jansen, 3e pr. K. J. Bakker, eerv. verm. A.
Boots.
O. L. School IV: 2e prijs M. Mooy, 3e pr.
B. Bijkerk. Eerv. verm. M. Boogaard, M. Ver-
seveld.
O. L. School Hl: le prijs met lof der jury
Andre Mouton. Eerv. verm. J. Dubbelman.
School voor Buitengewoon Onderwijs: le
pr. J. v. d. Wel, 3e prijs W. Twisk. Eerv. verm.
H. Beere.
R. K. Meisjes U.L.O.-school: Eerv. verm. M.
Zeelenberg, A. v. Tunen.
O. L. school, Wijk aan Zee: 3e pr. Neeltje
Ledder. Eerv. verm. Ch. Witteveld.
U.L.O.-school, Duinwijklaan: 2e pr. J. Bo-
venschen, 3e pr. H. Evers. Eerv. verm. J.
Schaap.
Gem. Huishoud- en Industrieschool: 3e
prijs: N. Molenaar, 3e pr. W. Eijk, Eerv. ver
melding T. Eckhart.
R. K. Jongensschool, Hobbestraat, 2e pr.
L. Zonneveld, 3e- prijs P. Stam. Eerv. verm.
W. Braun, G. Zwart, I. Appel, P. Geldexmans.
O. L. school H: le prijs W. Houtwipper, 2e
pr. H. R. Bekker, B. Heijnekamp, C. J. Hop
man, 3e pr. A. Bongers, M. Koster, G. Rede-
ker, Chr. Romunde, J. van Vliet, A. J. de
Groot, B. Buyen, O. Wiegand, A. Wiegand.
Eerv. verm. W. Reewijk. J. Jongman. G. dé
Breed.
Chr. school. Heemskerk: le prijs Annie
Wentink, 2e prijs D. Bakkum. 3e pr L. Brou
wer, B. van Doorn. Eerv. verm. P. Tijms, J.
Doe ter.
R. K. Meisjesschool. Galgenweg. le prijs J.
Beentjes, 2e pr. T. v. a. Hoorn. Eerv. verm. T.
de Vries.
R.K. Jongensschool, Ramerkerkweg2e pr.
C. v. d. Kolk, 3e pr. Th. De Ruyter. Eerv. ver
melding H. Butter J. Balt-us.
R. K. Meisjesschool. Peperstraat: le piijs
Cath. Groen. Cath. Appel. L. Zonneveld. 2e pr
M. Pirovano. Eerv. verm. S. Thorbecker.
O. L. school 1: le prijs H. Rothe, 2e pr.
J. Groot, 3e pr. J. v. Steenbergen. Eerv. verm.
A. Niessen, M. Muyen.
De prijsuitreiking zal op Dinsdag 26 Sept.
des avonds te half acht in' het veilingsgebouw
„Centrum" geschieden. Bij die gelegenheid
zal de heer Drijver uit Santpoort een serie
lantaarnplaatjes uit de vogelwereld voor de
jongelui vertoonen.
Wij vestigen er de aandacht- op. dat de ten
toonstelling ook heden Donderdagmiddag,
van af 2 uur voor het publiek geopend is.
HET DAMES-CRISISCOMITé
Naar wij vernemen heeft de echtgenoote van
den burgemeester, Mevr. Sclroltens-Regout
zich bereid verklaard als presidente van het
dames-crisiscomité, als opvolgster van Jkvr.
Strick van Linschoten.
Op een daartoe gedaan verzoek zal Mevr.
Baronesse van Ittersum optreden als advi-
seerend lid van het Dames-crisiscomité, dat
op 1 October zijn werkzaamheden zal her
vatten.
DE OOGST VAN RIJWIELPLAATJES
Men verzoekt ons opname van het volgende:
Met groote voldoening over het behaalde re
sultaat brengt het Comité dat zich belastte
met de inzameling van de oude belastingplaat
jes, dank aan allen, die hun medewerking
verleenden om zoo n prachtig resultaat fcc
bereiken.
Het comité mocht ontvangen ruim 4000 rij
wielplaatjes, pl.m. 100 K.G. koper en pl.m. 15
K G. theelood en zilverpapier.
Veel onvermoeid werken heeft deze hoeveel
heid voor de Ver. tot bevordering der belan
gen van T.B.C. patiënten in Nederland bijeen
gebracht.
Daarom nogmaals alle werkers in Beverwijk,
Wijk aan Zee en Duin en Heemskerk onze
groote dank entot Augustus i934.
HET VERLOOP VAN DE
GROENTENMARKT.
Luchtfoto van de geweldige verwoestingen, die de jongste wervelstorm in den stao.t Texas
aanrichtte. De hierboven afgebeelde stad Corpus Christi liep bovendien nog geheel onder
water.
DE HANDEL IS LUSTELOOS.
Het verloop van den handel vertoonde in
de afgeloopen week, vooral voor producten die
nog tot de massa-aanvoeren kunnen worden
gerekend, geen gunstig beeld. Reeds in het
laatst der vorige week tr&cl ëen lustelooze
stemming in, welke zich nog" niet hersteld
heeft en die een zeer nadeeligen invloed op
de prijzen veroorzaakte.
Tomaten, die momenteel in flinke partijen
worden aangevoerd, slaan een bedroevend fi
guur en de prijzen die thans geldend zijn kun,.
nen zeker niet als loonend beschouwd worden.
De noteeringen der laatste veilingen schom
melen van 25 ct. per K.G.
De groote aanvoeren van sla, die nog regel
matig aanwezig zijn, kwamen voor het groot
ste gedeelte voor een laag prijsje aan den man
terwijl partijen met kleine gebreken niet te
plaatsen waren. De prijzen varieeren zoo on
geveer van 1545 ctwelke hoogste prijzen
tot uitzonderingen behoor en.
Spinazie kwam deze week ook heel wat rui
mer aan de veiling. Ook voor dit product
moesten de prijzen van de meeste partijen het
weer danig ontgelden. Van het deel, dat werd
afgenomen stonden de prijzen op laag peil.
Vele partijen kwamen slechts aan den mini
mumprijs.
Andijvie gaat' in aanvoer nog steeds in stij
gende lijn. De noteeringen gingen echter een
minder goede richting uit. Wel werd nog wel
eens een partijtje voor behoorlijken prijs ge
plaatst. maar voor de massa van dit product
waren de prijzen aan den lagen kant. De no
teeringen liepen uiteen naar soort en kwa
liteit van 2040 ct. per kist.
Postelein, waarvan het aanbod nog van
beteekenis was. kwam voor sommige partijen
zoo ongeveer van 2430 ct. per kist, doch het
meerendeel kwam aan prijzen, die hier ver be
neden waren.
Bospeen heeft den laatsten tijd heel wat
aan belangstelling verloren en de prijzen wil
len zich tot heden nog niet in gunstiger rich
ting herstellen. De noteeringen bleven deze
week in een vaste lijn naar soort van 36 ct.
per bos.
Bloemkool kon geregeld tegen redelijke prij
zen verhandeld worden. Het aanbod was ech
ter iederen dag nog van geringe beteekenis.
Eerste soort schommelde voortdurend van
1015 cent.
De boonenaanvoer was, gelet op het verge
vorderd seizoen, nog van flinke beteekenis.
Het waren vooral dikke boonen en snijboonen
die nog een belangrijke plaats innamen. Ook
mag het een uitzondering genoemd worden,
dat de kwaliteit van de meeste partijen zich
zoo lang in goede conditie handhaaft, ofschoon
voor goede kwaliteit geregeld nog al belang
stelling was en deze handel nog eenig leven
vertoonde, gingen de prijzen niet naar boven,
Zij bleven voer dikke boonen op een peil van
3—9 en voor snijboonen naar soort van 714
ct. Voor extra of kasboonen enkele centen per
K.G. hooger.
De andere soorten spercieboonen, die wer
den aangeboden, bestaan uit restanten, waar
voor over het algemeen zeer weinig kooplust
bestond. De prijzen waren dan ook zeer laag.
FEUILLETON
(Een geval uit de practijk van
Wil J. Sanders, detective).
door UDO VAN EWOUD.
21)
(Nadruk verboden.
Vanmorgen had hij, blijkens het verhaal
van Sanders, zijn best gedaan zooveel moge
lijk op te vallen; dat was niet de gewoonte
van iemand, die in conflict kwam met de
*et en zijn toevlucht nam tot daden zoo-
als de moordaanslag bij Wannsee die het
daglicht niet konden verdragen. Was deze
professor misschien slechts een werktuig van
den man, die zich op den achtergrond hield,
de man, die er in het makelaarskantoor te
Haarlem zoo handig in was geslaagd Sanders
en mij om den tuin te leiden en dien wij nu
m het bezit mochten achten van de in dien
Pacht verdwenen documenten? Plotseling
schoot mij iets te binnen, wat mijn gedach
ten de eerste uren niet meer losliet: de man
•net de geruite pet was die misschien iden
tiek met, den professor uit Oslo? Sinds wij
°ver de grenzen waren, was deze man, wiens
Belaat ik slechts gedurende het onderdeel van
een seconde voor het raam van het make
laarskantoor had gezien, niet meer daadwer
kelijk opgetreden. Slechts zijn lach had ik
gehoord, zijn cynische, hoonende lach in het
bosch bij Wannsee, onmiddellijk na den aan
slagEn van dien aanslag verdachten wij
immers den ouden heer, dien ik op het terras
van café Bauer had gezien?
Nog vóór de autobus het eindpunt in Can-
then bereikt had, stapte ik uit om in het
rustige landschap, dat op dit middaguur vrij
wel geheel verlaten scheen, dit vermoeden
nog eens wat nader uit te werken. Een kron
kelende zijweg bracht mij weldra in de ver
koelende schaduw van machtige loofboomen,
hier en daar afgewisseld door kleine denne-
bosschen, waar slechts een verschrikte haas
aan het bestaan van levende wezens in deze
zwijgende natuur herinnerde.
Op een bed van mos en dennenaalden
vlijde ik mij neer. De inbreker in Haarlem
de waardige, oude heer, dien ik hier honder
den kilometers verder voor het eerst gezien
hadhet was haast niet te gelooven. En
toch was het niet onmogelijk. Van de gelaats
trekken van den man, dien ik dien nacht
slechts heel even voor het raam van het ma
kelaarskantoor had gezien was mij niets bij
gebleven. Ik zou zelfs met den besten wil nief
in staat zijn ook maar een vaag signalemen*
te geven van den man, die het toen op de do
cumenten voorzien had. Een schim was het
geweest, de schim van een man, die zijn ge
laat zorgvuldig in het duister had gehouden
en slechts getoond had, demonstratief ge
toond, dat hij in het bezit was van een ge
ruite petzooals die door duizenden werd
gedragen.
Hoe zou Sanders daarover denken. Sanders,
die nu achter den professor aan was en die er
door een handige manipulatie in geslaagd was
dezen man te doen gelooven, dat hij niet ach
tervolgd werd? Zou de detectieve, in wiens
beleid ik onbeperkt vertrouwen stelde, zich
reeds een eigen meening over het geval ge
vormd, misschien zelfs al een draad in han
den hebben? Er bestond eenige reden voor
deze veronderstelling. Het zelfbewuste op
treden, die vermomming bij het schaduwen
van den professor, zijn opmerking tegen-van
Dobben en mij. dat wij binnenkort wel eens
op non-actief zouden kunnen worden gesteid.
Ongetwijfeld, Sanders vermoedde iets, maar
hij zou zeker liever zijn tong afbijten dan
ons in deze instantie van het onderzoek ook
maar iets wijzer te maken.
Merkwaardig was het overigens hoe dooi
de bijkomende crimineele zijde van deze zaak
onze belangstelling voor de schat zelve plot
seling op den achtergrond was gedrongen.
Zou van Dobben er ook zoo over denken?
Tenslotte moest bij hem de schat, die erfenis
van Abraham Florisz toch het einddoel zijn
van deze avontuurlijke reis naar Oost-Prui
sen en als Sanders er niet ten spoedigste in
zou slagen de indentiteit van de zich ook op
deze kust bevindende kapers vast te stellen,
dan zou hij zeker adviseeren de nasporingen
naar deze heeren voorloopig te staken en alle
aandacht te wijden aan de schat zelf, die
daar ergens in de onderaardsche gangen van
het huis Pazlok verborgen moest liggen.
En met een laatste vage voorstelling van
hetgeen deze schat zou kunnen omvatten,
sliep ik in....
Ik schrok wakker, doordat een brutaal eek
hoorntje bij zijn klimpartij in den boom, waar
onder ik mij bevond, een denneappel naar
beneden wierp, welke juist op mijn hoofd te
recht kwam. Een haastige blik op mijn hor
loge overtuigde mij, dat mijn ongewilde siësta
niet minder dan anderhalf uur in beslag had
genomen, zoodat het hoog tijd werd, dat ik
naar hotel „Schwarzer Adler" terugkeerde.
Sanders had mij immers op het hart gedrukt
van Dobben zoo weinig mogelijk alleen te la
ten en hoewel deze vermoedelijk geen gevaar
dreigde, zoolang de detective een wakend oog
hield op den Noorschen professor, was het
toch beter het zekere voor het onzekere te
nemen en het gezelschap van den makelaar
zoo spoedig mogelijk weer op te zoeken.
Ruim een uur later arriveerde ik weer 'v
Pr. Holland, waar ik van Dobben gelukkig i
blakenden welstand, maar nochtans min of
meer uit zijn humeur, omdat wij hem zoolang
aan zijn lot hadden overgelaten, op het ter
ras van het hotel aantrof. Ik vertelde hem
in korte trekken, wat mij in het begin van
den middag bij de achtervolging van den ge
leerde wedervaren was en het in een waas
van geheimzinnigheid gehulde optreden van
Sanders in deze. scheen zijn bewondering
voor en het vertrouwen in den detective,
wiens hulp hij had ingeroepen, niet onaan
zienlijk te doen stijgen. Hij gaf hiervan al
thans blijk in een opmerking, welke mij op
dit moment niet zoozeer trof, omdat ik haar
beschouwde als de uiting van iemand, die
onder den indruk verkeerde van de gebeur
tenissen der laatste dagen, maar welke ik
mij later toch zeer goed herinnerde. Toen ik
namelijk aan het einde van mijn relaas was,
zei hij: ..Ik heb alle respect voor uw vriend,
meneer Wils. U begrijpt trouwens zelf wel,
dat ik. wanneer dat niet het geval was, zijn
hulp zeker niet had ingeroepen, maar toch
kan ik het gevoel niet van mij afzetten, dat
zelfs de knapste detectives ter wereld niet in
staat zouden blijken de catastrophe af te
wenden, welke ons bedreigt".
Ilt trachtte hem gerust te stellen door als
mijn meening uit te spreken, dat hij de laat
ste uren vermoedelijk te veel met zijn ge
dachten alleen was geweest, waardoor hij
zich muizenissen in het hoofd haalde, maar
hij hechtte blijkbaar niet veel waarde aan
mij, trouwens elke redelijke motiveering mis
send betoog.