UIT HET BUITENLAND
HET PROCES TE LEIPZIG.
het belangrijkste nieuws
Sir John Simon en Dr. Dollfuss spreken voor de
Volkenbondsvergadering. Pleidooi van den Britschen
minister voor spoedige sluiting van hef ontwapenings
verdrag. Dollfuss roept den steun van den Volkenbond
in voor den economischen wederopbouw van hef
Donaubekken.
GENèVE.
De algemeene beschouwingen ter plenaire
bijeenkomst van den Volkenbond werden
Woensdagmiddag geopend door den Engel-
schen minister van Buitenlandsche Zaken,
Simon, die zeide, dat' de Volkenbondsvergade
ring' gelegenheid biedt voor een overzicht van
den algemeenen toestand en de vooruitzichten
van den Volkenbond. Het afgeloopen jaar
geeft aanwijzingen voor een begin van eco
nomische saneering. Evenwel kan deze eco
nomische saneering nimmer doorzetten zon
der gelijktijdige verbetering van den politie-
ken toestand. De vraag is thans, hoe de econo
mische saneering verder kan worden bevor
derd. Niets is van grooter waarde dan een
spoedig algemeen ontwapeningsverdrag. De
geest van wederzij dsche concessies en samen
werking, welke in een overeenkomst inzake de
regeling en de controle der bewapeningen tot
uitdrukking komt, stemt overeen met de drin
gendste behoefte der wereld.
De groote mogendheden aldus Simon, heb
ben geprobeerd de hinderpalen uit den weg
te ruimen om het reeds door de ontwapenings
conferentie aangenomen ontwerpverdrag in
een vorm te brengen welke in overeenstem
ming is met den toestand. Deze arbeid wordt
thans met grooten ernst en innige overtuiging-
voortgezet. Hoe groot de moeilijkheden ook
zijn, het beslissende doel blijft steeds slechts
een verdrag tot stand te brengen. Het is denk
baar dat door wijzigingen van het verdrag het
plan van een ontwapening in etappen ge
makkelijker zal kunnen worden uitgevoerd.
Een eerste zekere etappe voor de ontwape
ning zou reeds een ontzaglijke bijdrage betee-
kenen voor de schepping van vertrouwen. In
dezen tijd zou een vérgaande ontwapening-
kunnen worden overeengekomen. De omvang
dezer ontwapening zou in het verdrag zelf
moeten worden vastgelegd. Zonder de veilig
heidskwestie weer op het tapijt te brengen, is
het toch duidelijk, dat juist thans het ver
trouwen moet worden hersteld. Dit vertrouwen
ontstaat slechts uit de verzekering van den
vrede. Een goede buur te zijn, is niet alleen
een menschelijke, maar ook een internationale
deugd.
Met alle krachten zoo besloot Simon moet
getracht worden, zoo snel mogelijk een ont-
apeningsverdrag te sluiten in een vorm,
selke zich het beste aanpast bij den huidigen
toestand.
Ook de Oostenrijksche bondskanselier Doll
fuss heeft Woensdag in de Volkenbondsver
gadering-, die overvol was, een redevoering ge
houden .Evenals op de economische conferen
tie te Londen werd hij door de geheele ver
gadering met demonstratief aanhoudenden
bijval begroet. De leden der Duitsche en der
iïongaarsche delegaties onthielden zich van
bijvalsbetuigingen.
De bondskanselier zeide:
Nimmer was het belangrijker dan thans zich
te bezinnen, dat aan gene zijde van de staats
grens menschen wonen, die in hetzelfde ge
loof aan de menschelijke lotsbestemming en
de menschelijke plichten zijn verbonden. Niet
in den strijd tegen elkander, slechts in de
door God gewilde samenwerking kunnen de
staten de groote taken van onzen tijd op
lossen. De geestelijke en materieele reorgani
saties moeten in de verschillende staten in
overeenstemming met hun geschiedenis wor
den voltrokken.
Oostenrijk heeft de groote taak aangevat
zijn bedrijfsleven aan te passen bij de zoo ge
heel gewijzigde toestanden. Het was van het
begin af duidelijk en het bleek steeds op
nieuw, dat de economische ontwikkelings
mogelijkheid van Oostenrijk niet kan worden
verzekerd zonder de vergrooting van zijn af
zetgebieden. Wat wij eischen en moeten be
reiken is, dat alle staten van ons zoo veel
koopen als wij van hen koopen en dat deze
nivelleering niet door een vermindering van
onzen invoer, maar door een vergrooting van
onzen uitvoer geschiedt. De Oostenrijksche
regeering heeft er naar gestreefd de aanbe
velingen van Stresa in praetijk te brengen,
niettemin was het resultaat bij verre niet
voldoende, en dit geldt niet alleen voor Oos
tenrijk, maar ook voor de andere Donau-
staten.
Niettemin zullen de besluiten van Stresa,
waaromtrent vijftien Europeesehe staten
overeenstemming hebben bereikt een goed
uitgangspunt vormen voor verdere acties. Oos
tenrijk wendt zich tot den Volkenbond met
het verzoek door zijn groot moreel overwicht
deze pogingen in ieder opzicht te bevorderen.
Het betreft hier immers niet alleen de econo
mische consolideering van Oostenrijk, maai
den economischen wederopbouw van het
Donaubekken. De Volkenbond heeft ons onder
de moeilijkste omstandigheden reeds zoo veel
waardevolle moreele en practische hulp ver
schaft, dat Oostenrijk behoort tot de staten,
die bijzonder overtuigd zijn van de nood' ^ge
lijkheid en de beteekenis van het forum van
den Volkenbond te Genève.
Nog deze week een voorstel
"in De Graeff inzake de
jodenkwestie?
be Tel. verneemt uit Genève: De Neder-
mdsche delegatie schijnt thans definitief
bisloten te hebben, de kwestie der Duitsche
uitgeweken Joden voor de veertiende Assem
blee te brengen. Naar alle waarschijnlijkheid
zal minister De Graeff dit voorstel indienen
tijdens de rede, die hij aan het einde dezer
week voor de plenaire zitting zal houden.
Over het algemeen wordt het indienen van
dit voorstel te Genève zeer toegejuicht, te
}ueer, daar het, zooals reeds gemeld,in de
bedoeling der Nederlandsche delegatie ligt,
de kwestie uitsluitend van technisch-econo-
juisch standpunt te behandelen. Echter ver-
keelt men zich hier niet, dat tijdens de be
handeling ter Asseemblée toch groote kans
bestaat, dat de politiek in de debatten be
trokken wordt, hetgeen een funesten invloed
zou hebben op de sfeer, waarin de voorbe
sprekingen der ontwapeningsconferentie
worden gehouden.
Opening of liquidatie.
Naar, volgens Reuter, door een hooggeplaatst
ambtenaar der schatkist werd medegedeeld,
zullen alle nog gesloten zijnde banken in
de Vereenigde Staten worden gemachtigd,
vóór 1 Januari a.s. haar loketten te herope
nen, dan wel geliquideerd worden.
Japansche vliegtuigen bom
bardeeren Chineescke troepen.
Het telegraaf agentschap Sjimboen Rengo
deelt mede, dat Woensdag Japansche bom
bardementsvliegtuigen de troepen van gene
raal Fang Sjen Woe op ongeveer 41 K.M. van
Peking met bommen hebben-bestrooid. De
Chineesche troepen hebben de Japansche
vliegtuigen beschoten.
Mandsjoekwo verzoekt Japan
troepen te zenden.
Mandsjoekwo heeft de Japansche regee
ring verzocht de militaire bewaking van den
Noord-Mandsjoerijschen Spoorweg te ver
sterken in verband met de concentratie van
het Roode Leger aan de Russisch Mandsjoe-
rijsche grens. De Japanners hebben besloten
versterkingen te zenden.
Oostenrijk.
De Heimwehren bij het
Vaderlandsche front.
Gisteren is een vergadering van Landslei-
ders der Heimwehren gehouden, waar het
besluit genomen werd de Heimwehren aan
te sluiten bij het Vaderlandsche Front.
MEXICAANSCHE WESTKUST
ZWAAR GETEISTERD.
Ook de stad Ayutia vernietigd?
HET WATER WAST.
NEW YORK, 27 September (V.D.) Uit
Tampico (Mexico) wordt gc«neld, dat de rivie
ren Panuco en Tameso door overvloedigen
regenval verder zijn gewassen en de straten
der stad opnieuw onder water hebben gezet,
zoodat de opruimingswerkzaamheden ernstig'
worden bemoeilijkt.
Tot nu toe werden te Tampico en Gardenas
78 dooden geborgen. Men vreest evenwel, dat
een groot aantal lijken onder het puin der
huizen is begraven of door de rivieren zijn
meegespoeld. De dooden worden direct ver
brand ten einde ieder gevaar voor de ver
spreiding van besmettelijke ziekten te voor
komen.
Naar uit Mexico voorts verluidt, is ook de
westkust van Mexico ernstig door den wervel
storm geteisterd. De stad Ayutia (staat
Guerrero) zou zijn overstroomd en geheel ver
nield. Hoeveel personen om het leven zijn ge
komen en hoe groot de materieele schade is,
is nog niet te overzien, daar de verbindingen
zijn verbroken. De stad Tehuantepec heeft
hulpcolonnes verzocht om de bevolking te
evacueeren, daar de rivier Suchiate dreigend
is gewassen en buiten haar oevers is getreden.
MEXICO-STAD, 27 Sept. (V.D.) De door
den onophoudelijken regenval gezwollen rivie
ren Tamesi en Panuco bedreigden de door den
wervelstorm reeds bijna geheel verwoeste stad
Tampico opnieuw. Tot dusverre zijn in de ver
woeste stad 60 dooden geborgen. Twee man
nen die van de verwarring gebruik wilden
maken om te plunderen zijn gefusileerd. Men
is er thans in geslaagd het spoorwegverkeer
tusschen Monterrey en Tampico te herstellen.
VEERTIEN MIJNWERKERS IN JAPAN-
SCHEN KOLENMIJN OMGEKOMEN.
TOKIO, 27 September (V. D.) Veertien
mijnwerkers zijn gedood en vijftien gewond
bij een ontploffing welke gisteravond plaats
vond in een kolenmijn te Foekoeoka (Koes-
j oe)
De Zuid-Afrikaan Te Water, die tot voor
zitter van de Volkeribondsvergaderi^n is be
noemd.
Dimitroff het woord ontnomen.
Rechter van instructie constateert dat Van der Lubbe
hulp moet hebben gehad.
In het vervolg van de zitting van Woens
dag vroeg beklaagde Dimitrof f of bij het
verhoor van de politie ook een Nederlandsche
tolk aanwezig was.
Getuige Heissing ontkent dit, en verklaart,
dat v. d. Lubbe zeer goed Duitsch verstond.
Zelfs taalkundige fijnheden hegreep hij, en
wat hij voor onjuist hield, heeft hij onmid
dellijk gemeld.
Toen Dimitroff hiermede niet tevreden was
verklaarde de voorzitter, dat beide commis
sarissen verklaarden, dat v. d. Lubbe uitste
kend Duitsch spreekt. Niettegenstaande dat
kon de rechter van instructie toch de aan
wezigheid van een tolk noodzakelijk achten.
Dr Sack zegt vervolgens, dat uit de ge
tuigenverklaringen blijkt, dat de drie ge
noemde branden zeker door beklaagde alleen
zijn gesticht.
Getuige is hier nog van overtuigd. Ook is
volgens hem beklaagde geen pyromaan. De
politieke grond is zeker de hoofdzaak voor
zijn daad geweest.
Vervolgens wordt de beambte Marowski
gehoord, die v. d. Lubbe heeft verhoord over
zijn gesprekken op straat met de arbeiders.
Beklaagde heeft hem medegedeeld, dat de
arbeider Bienge gezegd heeft, dat openbare
gebouwen in brand moesten worden gesto
ken. Beklaagde zeide hierop: Dat moet ge
beuren. Bij dit verhoor heeft beklaagde her
haaldelijk geaarzeld. Ook bij het herkennen
van de foto's van hen, die aan dit gesprek
deelnamen. Beklaagde heeft verder gezegd,
dat men een revolutie moest ontketenen, om
het volk wakker te schudden. Bienge zei, dat
men alle S. A.-lieden met benzine moest over
gieten en aansteken, hetgeen beklaagde be
vestigde. Zelfs heeft hij niets omtrent brand
stichten gezegd.
Ook ontkende beklaagde een lidmaatschaps
kaart van de K.P.D. uit zijn zak te hebben
gehaald.
Dit heeft de arbeider Panknin gezegd.
De behandeling wordt voor een korte pauze
onderbroken.
Na de middagpauze wordt het verhoor in
zake het gesprek voor het kantoor van
Maatschappelijk Hulpbetoon voortgezet.
Van der Lubbe heeft verscheidene dingen
ontkend. O.a. dat hij daarbij bij Bethger ge
geten heeft. Toen echter vrouw Bethger op
het politiebureau verscheen was het eerste
woord van Van der Lubbe: Wat bent u ma
ger geworden. Hij had zich ven-aden en toen
men hem hierop wees begon hij te lachen
en zei: „Ik heb gelogen".
Toen men hem dit verbood wilde hij in het
geheel niets meer zeggen verklaarde getuige.
Het O. M. verklaart dat hem uit het getuigen
verhoor blijkt dat beklaagde eerst eenige be
zwarende getuigenissen heeft afgelegd doch
deze later weer heeft herroepen. Hij vraagt
zich af of dit een verdedigingsmiddel van ge
tuige is.
Beklaagde Dimitroff vraagt nu aan getuige
waarom geen Nederlandsche tolk bij dat ver
hoor aanwezig was. Op de vraag van den
voorzitter waarom hij steeds deze.vraag her-,
haalt, zei beklaagde dat hij het eigenaardig
vindt dat bij hem van het eerste oogenblik
een Buigaarsche tolk aanwezig was, terwijl
hij toch minstens even goed Duitsch spreekt
als Van der Lubbe.
Getuige Heissig zegt dan dat Dimitroff bij
zijn eerste verhoor verklaarde in het geheel
geen Duitsch te verstaan. Dimitroff schreeuwt
„Dat is niet waar".
Getuige Marowski verklaart van een even-
tueele medeplichtigheid van Dimitroff niets
geweten te hebben. Hij heeft ook v. d. Lubbe
niet naar Dimitroff gevraagd, maar hem de
algemeene vraag gedaan of hij medeplichti
gen heeft gehad. Van der Lubbe heeft deze
vraag ontkennend beantwoord en ook bij de
andere foto's gezegd, dat hij de daarop voor
komende personen niet kende.
Dimitroff roept dan luide: „Ik ben nooit'
met Van der Lubbe geconfronteerd!"
De president: „Dat heeft ook niemand be
weerd. Omdat men bij u ansichtkaarten vond
met het slot en den Rijksdag er op, heeft men
deze kaarten aanvankelijk als bezwarend
materiaal beschouwd. Deze getuige heeft ech
ter daarmede niet te maken. Is wijs verdere
vragen van u af. Ik heb mij er van overtuigd,
dat u ook thans weer misbruik maakt van
het recht vragen te stellen".
Verdachte Torgler; Getuige Marowski heeft
gezegd, dat v. d. Lubbe het plan te kennen
heeft gegeven op de communistische verga
dering in het Sportpaleis te debatteeren. Het
is echter verboden, dat een communist op de
vergaderingen van zijn eigen partij bij de
discussies het woord neemt. Van der Lubbe's
voornemen kon dus slechts beteekenen, dat
hij een afwijkende opvatting wilde uiten. Ik
zou getuige Marowski willen vragen, of hij
dit niet uit v. d. Lubbe's uitlating heeft ge
concludeerd.
Getuige: Ik heb aangenomen, dat hij com
munist is, maar dat niet wil toegeven. Over
hetgeen hij op de vergadering wilde zeggen,
heb ik niet mét hem besproken.
Dan wordt de rechter van instructie Reichs-
gerichtrat Vogt, die het geheele voor-onder
zoek heeft geleid, gehoord.
Ik heb hem gezegd, dat alle deskundigen
het er over eens zijn, dat het technisch een
voudig onmogelijk is, dat Van der Lubbe den
brand alléén heeft gesticht op de wijze, zoo
als hij het voorstelt. Ik heb hem gezegd
en dat vond hij bijzonder onaangenaam
dat hij gepoogd heeft met behulp van een
vuurmaker de gordijnen bij den Westelijken
ingang der groote zaal in brand te steken,
maar dat deze gordijnen op die manier on
mogelijk in brand gestoken, konden worden.
Van der Lubbe, zoo heb ik gezegd, uit alle
feiten blijkt toch, dat ge onwaarheid spreekt,
wat aangaat de al of niet medeplichtigheid
van andere personen bij den Rijksdagbrand.
Daarop heeft v. d. Lubbe geantwoord: „Ja,
dat kunnen de deskundigen wel zeggen, maar
ik ben van meening, dat het toch brandt".
Ik antwoordde, ge kunt u zelf er van over
tuigen, dat het gordijn niet zoo maar in
brand vliegt. Toen keek v. d. Lubbe verbaasd
en zeide: „Ja, dan ben ik er misschien toch
niet geweest.
Het was niet mogelijk, aldus de rechter
van instructie, iets positiefs uit verdachte te
krijgen; ik kan mij voorstellen, dat de ern
stige feiten die ik hem onder het oog heb
gebracht aanleiding zijn, dat hij nu besloten
heeft niets te zeggen onder den indruk, dat
men hem toch niet gelooft. Dat is mijn ver
klaring voor zijn huidig gedrag.
Ik moet nog zoo ging de rechter van
instructie voort op een belangrijk feit wij
VELSEN
DIEFSTAL VAN RIJWIELEN.
Een bewoner van Driehuis heeft bij de po
litie aangifte gedaan van diefstal van een
rijwielmerk van het rijwiel van zijn zoontje
op de binnenplaats van school K. Aan de
zelfde school as ten nadeele van een te Vel-
sen woonachtige scholier eveneens een rij
wielmerk ontvreemd.
zen, dat in de protocollen niet tot uiting
komt, n.l. dat v. d. Lubbe blijkbaar ook be
neden in de hal bij portaal II van den Rijks
dag is geweest. Toen ik hem hiernaar vroeg
zeide hij zich te herinneren in een vertrek te
zijn geweest waarin zulke groote beelden
stonden, een soort museum. Op dit punt heeft
hij m.i. waarheid gesproken. Als het er echter
op aankwam vast te stellen of er meer per
sonen bij hem waren, heeft hij onwaarheid
gesproken. Wanneer geconstateerd moest
worden, dat v. d. Lubbe de groote held was,
die wat gedaan had, zeide hij de waarheid.
Op een vraag van dr. Sack over het ge
drag van Torgler, antwoordde getuige, dat
Torgler geen moeilijkheden heeft veroorzaakt
en altijd beleefd en voorkomend is geweest.
„Ik moet echter met alle beslistheid verkla
ren: er kan geen sprake van zijn, dat ik van
meening ben, dat hetgeen Torgler mij ver
teld heeft overeenkomt met de waarheid".
Dr. Sack: Hebt u gepoogd, onder mede-
deeling, dat Torgler al bekend had, ver
dachte v. d. Lubbe er toe te brengen zijner
zijds te zeggen, dat Torgler medeplichtig is
aan den rijksdagbrand?
Getuige Vogt: Opdat er geen verkeerde
indruk ontstaat verklaar ik met alle beslist
heid, dat ik nooit of te nimmer iets gedaan
heb wat in strijd zou zijn met de eer van een
Duitschen rechter.
De president laat nu v. d. Lubbe voor de
rechterstafel komen en vraagt hem of hij iets
te zeggen heeft over de getuigenis van den
rechter van instructie.
Van der Lubbe blijft bijna een minuut
lang met gebogen hoofd zwijgend staan en
zegt dan: „Neen".
Dimitroff: Heeft getuige als rechter van
instructie op 1 April een mededeeling laten
publieeeren, waarin gezegd wordt, dat Dimi
troff, Popof en Tanef samen met v. d. Lubbe
den brand in den Rijksdag gesticht heb
ben? Ik vraag: Ja of neen! (beweging en
vroolijkheid onder het publiek).
President: Dimitroff, ik heb nu geduld
genoeg met je gehad; als je geen anderen
toon aanslaat dgm moogt ge in het geheel
geen vragen meer stellen.
Kort daarna roept DimitroffMijn vraag is
verkeerd begrepen. Ik heb heelemaal niet ge
sproken over den beweerden aanslag maar
over het feit, dat nog voor den aanvang van
het voor-onderzoek door den rechter van in
structie een categorische bewering over mijn
deelneming aan den Rijksdagbrand is ver
spreid. Ik wil daarmede bewijzen, dat het
een tendentieus onderzoek was, 'n misleiding
der openbare meening.
Bij deze woorden onderbreekt de president
den verdachte en roept hem toe: „Dat duld
ik niet langer, houdt uw mond".
Als Dimitroff verder gaat met zijn opmer
kingen roep de president: Halt. Luidkeels
verwijt Dimitroff den rechter van instructie,
dat zijn instructie onjuist, tendentieus en
ruw is geweest.
De president treedt dan energiek op. Agen
ten pakken Dimitroff bij den arm en trekken
hem op zijn stoel neer. Het Hoi verlaat de
zaal, terwijl Dimitroff blijft schelden. Na een
pauze verschijnt de senaat weer en doet de
president mededeeling van het besluit, dat
verdachte Dimitroff het woord is ontnomen.
Verder wordt hem medegedeeld, dat hij
direct zal worden weggeleid, als hij nog een
woord zegt. De zitting wordt daarop tot
heden moTgen verdaagd.
(Zie ook elders in dit nummer).
IJMUIDEN
DIEFSTAL VAN GEREEDSCHAPPEN.
Ten nadeele van een timmerman te IJrnui-
den is in den nacht van 25 op 26 September
timmergereedschap ontvreemd, dat was op
geborgen in een houten keet, staande op het
bouwterrein aan den Stationsweg. De daders
verschaften zich toegang tot de keet door
de pennen uit de scharnieren van een deur
te verwijderen.
.Ten nadeele van een bewoner van IJmui
den is uit den Rijks Visehhal een rijwiel ont
vreemd. Verder heeft ook een bewoonster
van IJmuiden aangifte gedaan van diefstal
van een rijwiel, dat zij had geplaatst voor
een perceel aan de Julianakade te IJmuiden.
STAKENDE SCHOOLKINDEREN.
Hedenmorgen (Donderdag) vond in Hotel
de Prins een vargadering plaats van de In-
spetie van het Lager Onderwijs 'te Alkmaar
met het personeel der Openbare Lagere en
Bijzondere Scholen in deze gemeente. Als ge
volg van deze gebeurtenis waren alle scholen
in deze gemeente gesloten en hadden de kin
deren dus vrij af. Een tweetal onderwijzers
van school C namen echter aan de bespre
king niet deel, zoodat hun school niet geslo
ten was. Dit was echter niet naar den zin
van de leerlingen en het gevolg was, dat zij
weigerden naar school te gaan.
HELSCHE MACHINE ONTPLOFT.
Twee dooden in Joegoslavisch
koffiehuis.
HET WERK VAN MACEDONIëRS.
BELGRADO, 27 September (V. D.) Naar uit
Gewgeli wordt gemeld, is Dinsdag voor een
koffiehuis een helsche machine ontploft,
waarbij twee personen werden gedood en vijf
ernstig gewond.
Een officieel bericht meldt hierover het
volgende:
De eigenaar van het koffiehuis bemerkte
voor zijn inrichting een verdacht voorwerp
en hij waarschuwde een politieagent. Beiden
constateerden, dat het een ontplofbaar
lichaam betrof. Dit ontplofte plotseling en
beide personen werden op slag gedood. Vijf
bezoekers van het koffiehuis werd ernstig ge
wond. Het gebouw werd ernstig beschadigd.
Men meent te doen te hebben met een
helsche machine, welke door Macedonische
benden over de grens naar Zuid-Slavië is ge
smokkeld. De ontploffing zou zijn teweeg
gebracht om, volgens de lerng van de Bel
grader „Prawda", de verbetering der be
trekkingen onder de Balkanstaten te ver
ijdelen.
ARISCH EN NIET-ARISCH.
DUITSCH MINISTER ACHT DOORVOERING
IN HET ZAKENLEVEN ONDOENLIJK.
De rijksminister van economische zaken
heeft naar het Alg. Handelsblad verneemt
een verordening uitgevaardigd, waarin hij
doet opmerken, dat in het bedrijfsleven het
maken van onderscheid tusschen arische en
niet-arische of niet geheel arische firma's en
dit speciaal bij het aanknoopen van commer-
cieele betrekkingen, niet door te voeren is.
Het maken van een dergelijk onderscheid
met het doel niet-arische firma's te boycotten
zou noodzakelijkerwijs tot ernstige storingen
van het economisch herstel aanleiding geven,
wat een ongunstigen invloed op de arbeids
markt zou uitoefenen.
De minister voegt er aan toe, dat zoowel
volgens zijn meening als volgens die van
den rijksminister van propaganda geen re
den bestaat handelend op te treden tegen een
firma, zoolang deze niet tegen de wettelijke
bepalingen handelt of zoolang haar houding
niet in strijd is met de eer van den koopman.
MOORD IN DEN IJPOLDER.
Minnenijd de oorzaak?
Mysterie in een schuur aan den
Hoornweg.
Terugkomende van een bruiloft brachten
hedennebt omstreeks half èen een jonge
man en no een ander hun meisjes
naar huis aan dien Hoornweg dn den Grooten
IJpolder.
Thuisgekomen ging deze een oogen
blik in de schuur terwijl zijn* vriend achter
de boerderij verbleef.Toen eerstgenoemde nog
slechts een oogenblik in de schuur' was, werd
er op de deur geklopt waarop hij de schuur
opende. Direct daarop trad iemand de
schuur binnen, die hem met een zak
lantaarn belichtte waarop hij hem dood
schoot.
De dader nam direct daarop de vlucht. Het
meisje dat zich met den jongeman in de
schuur bevond kon omtrent den dader geen
enkele inlichting verschaffen. Alleen heeft zij
verklaard dat de jongeman den dader nog
toevoegde: „Arte, dat moet je niet doen,"
Gedurende den geheelen nacht heeft de
politie een zeer uitgebreid ondersoek 'inge
steld dn dén geheelen polder. Ook heeft zij
het dorp Halfweg afgezet. Tot nu toe echter
zondier eenig resultaat. Het onderzoek duurt
nog voort.
UIT HAARLEM
HET HAARLEMSCHE TAXI
BEDRIJF.
DE GEMEENTERAAD STELT EEN
SNORVERBOD VAST.
Na een uitvoerige discussie heeft de Haar-
lemsobe gemeenteraad Woensdagmiddag een
voorstel van B. en W. aangenomen om voor
taxi's een snorverbod uit te vaardigen.
Voor het taxibedrijf zal voortaan de volgen
de regeling gelden:
Burgemeester en Wethouders verbinden in
gevolge art. 7 A. P. V. aan elke standplaats
vergunning zekere voorwaarden, met betrek
king tot de deugdelijkheid van het materiaal,
de arbeidsvoorwaarden van het personeel, de
tarieven en eventueele andere punten betref
fende de openbare orde. Op de standplaatsen
komen derhalve alleen en tot een beperkt
aantal die taxi's, welke aan de door Burge
meester en Wethouders gestelde voorwaarden
voldoen.
Rijden op den openbaren weg met eenig
kenteeken mogen allen, die door Burgemees
ter en Wethouders bekend te maken voor
waarden in acht nemen.
Het „snorren", d.w.z. rondrijden, kennelijk
speurend naar klanten, is aan alle auto's, ook
de door het gemeentebestuur erkende taxi's,
verboden. Het bezigen echter van een kentee
ken, dat een terugkeerende taxi „vrij" is, zal
mogelijk zijn, doch uitteraard alleen aan der
gelijke erkende taxi's. Aan „aanroepen van de
zijde van het publiek" kan dus gevolg worden
gegeven en wel op elk punt van den openbaren
weg, maar practiseh alleen door die voertui
gen, welke hetzij als stationneerbedrijf, hetzij
anderszins door de overheid zijn erkend.
HET VERHUREN VAN
GEMEENTEGEBOUWEN.
VOORTAAN NIET MEER AAN
COMMUNISTEN.
In de raadszitting van Woensdagavond heeft
de burgemeester, de lieer C. Maarschalk me
degedeeld, dat B. en W. besloten hebben geen
gemeentegebouwen of terreinen meer beschik
baar te stellen van de communistische en
aanverwante partijen of vereenigingen, omdat
zij het in strijd achten met het algemeen be
lang een gemeentegebouw of een -terrein ter
beschikking te stellen van hen die zich als
voornaamste doel voor oogen stellen de daad
werkelijke omverwerping der bestaande ge
zagsverhoudingen, welke B. en W. juist ge
roepen zijn te handhaven.
Over deze verklaring werd breedvoerig ge
discussieerd. Daarom verwijzen wij naar het
uitvoerige' raadsverslag.
Tenslotte werd met 20 tegen 9 stemmen een
motie der communisten verworpen om den
maatregel van B. en W. ongedaan te maken.
Voor deze motie steden de communisten en
de leden der S. D. A. P.