Zai Egmond's kasteel herrijzen? Een berg-streek. De schat in 't oude Holland IJMUIDER COURANT. MAANDAG 9 OCTOBER 1933 TWEEDE BLAD. Wanneer de historie spreekt. Opgravingswerk vordert snel Gespannen verwachtingen. (Van één onzer rédacteuren). Aan den Noordkant van het rustieke Egmond a. d. Hoef, hebben ongeveer 20 werkloozen uit Egmond a. d. Hoef en a. Zee. na twee maan den arbeid het belangrijkste deel dei- funda menten bloot gelegd van het grooitsche, forsche kasteel, dat eeuwen lang Egmond tot een plaats van beteekenas heeft gemaakt. Nadat de provincie in den voorzomer van de Erven van Vliet dezen grond hadden ge kocht (een onderdeel van „De heerlijkheid Esmond", waaronder alle duinen van Castri- cum tot Wimmenium zijn begrepen), is men uiit een oogpunt van werkverschaffing begon nen de fundamenten te ontgraven. Daar het resultaat alsmede de medewerking diit het weer heeft verleend tot voortzetting prikke len, (de droogte maakt dat de grond goed te bewerken is), is men van zins het werk zoo lang mogelijk voort te zetten. Reeds 'is twee derde gedeelte van de gracht uitgegraven, dooh er wacht nog veel meer arbeid. Een afbeelding van het slot. Het front staat naar het Zuiden. Wanneer men het terrein betreedt, de ge weldige breedte van de oude muren aan schouwt, de hechte constructie der torens, welker steen nu, (na zooveel eeuwen) weinig sporen van verweer in g toont, dan moet de ge schiedenis gaan spreken. Van den strijd tegen de Friezen spreekt zij vooral en van nog ouder tijd, toen Egmond een bolwerk was van het Christendom, eeuwen voordat men aan het slot dacht. De strijd tegen de graven van Holland, die hun sou verre ine rechten over de heeren van Egmond wilden doen gelden, is voor de geschiedenis van het slot als bouw- werk, ondergeschikt. De Friezen immers heb ben herhaaldelijk de landstreek bestookt, en in 1315 deden zij een inval waarbij het ge heele dorp werd verbrand., mitsgaders het 'slot. De edelen vluchtten, vestigden zich elders, o.a. in de buurt van Haarlem, maar het dorp is den S'laig niet meer te boven ge komen. Door verakkering en beplanting split ste het zich in twee deel.en. Ook in 1204. ruim een eeuw eerder, heeft een zware ramp het kasteel getroffen, d-och toen wist men zich te herstellen. De grootste catastrophe heeft het kasteei in 1574 getroffen, toen de gouverneur D. Son.oy de buroliit dn vlammen deed opgaan, om te voorkomen dat de naderende .troepen der Spanjaarden, het kasteel als centrum zouden gebruiken om hun strijd tegen Alk maar te volbrengen. Met recht schrijft Schoemaker: „Hebbende dit slot veel rampen en verwoestingen ge- leeden". In de eerste strofe van een ballade voor Kennemeaiand zegt W. J. Hofdijk tea^eoht: Wijd over duin en heuvelkling Daar dreunt het strijdgedruisch: De Fries kwam af naar Kennemerland De Jonkvrouw lag op 't Huis. Met ,,'t Huis wordt aangeduid „Het Huis te Egmond", doorgaans geheeten ,,'t Slot op den Hoef". Tot voor kort liepen de koeien op heit wel land, waaroner de breede muren van het be roemde slot verborgen waren, tot voor kort wierp men het dorpsvuil in den slotgracht, (of wat daar- ancg van over was), tot voor kort kommerde zich eigenlijk niemand om „het Slot van den Hoef", behal-ve dan die Hoevenaren zelve, die vele afbeeldingen ervan hebben, ja soms zijn ze zelfs geschilderd op de leuningen der stoelen. En nu neemt de be langstelling voor de opgraving allengs toe. Sommigen schijnen het te beschouwen als een schatgraver ij, andere meenen dat gewel dige historische vondsten op het punt staan gedaan te worden en weer anderen bezien de zaak prozaïsch en zeggen: „Het brengt weer werk aan den winkel". Het toeval bracht ons bij den heer A, Dekker, het raadslid, die de historie der gemeente kent als geen ander, die de lot gevallen van het kasteel weet te verhalen als een levensbeschrijving. „In mijn jeugd heb ik een tachtig paardenschedels uit de gracht gehaald", vertelt hij ons, „ongeveer op de plaats waar men nu reeds verschillende voor werpen te voorschijn heeft gebracht". Met interesse luisteren wij naar een gesprek dat de heer Dekker heeft gehad met iemand die omstreeks 1800 heeft geholpen de ruïne van het slot te slechten. Op tien-jarigen leef tijd namelijk, heeft de heer Dekker een ar beider gesproken, die toen ruim negentig jaar was en die toen verhaalde hoe de resten van het bestaande slot met den grond gelijk zijn gemaakt, op een klein stukje toren na aa.n de zijde van de kerk, dat nu nog bestaat. Alles was toen uitgespit, opgeruimd en geëffend. Tot één meter cliep theeft men destijds ge graven, de grond is weer aangevuld om er weiland van te maken, en tot 1933 hebben de koeien er gegraasd De toen negentig-jarige zeide dat er binnen de grachten niets meer van waarde gevonden zou kunnen worden, en er is ook inderdaad niets meer uit den grond gehaald. Hoogstens zou men nog iets kunnen vinden in de b in- n e ngracht, doch op het oogenblik is men nog bezig met het uitdiepen en afglooien van de buitengracht. Wat Is de bedoeling? „Wat is de bedoeling", .zal ongetwijfeld iedereen zich afvragen, en eenerzijds ver zekerde men ons, dat de fundamenten die bloot gelegd zijn tot 1 meter boven de water lijn zullen worden opgetrokken, de bouw van het oude kasteel duidelijker zal blijken. Men wil dan wachten tot. iemand geld beschikbaar zal stellen om het kasteel in den ouden toe stand op te trekken. De heer Dekker meende echter, dat de provincie t.z.t. zelf tot her bouwing zal overgaan. Haarlem's burgemeester bezit een authentieke afbeelding. De foto geeft een vrij goed beeld van het kasteel in zijn oude glorie,, doch een authen tieke afbeelding geschilderd door een zekeren Jan de Graaff, welke het kasteel weergeeft 15 jaar* voordat het door brand werd vernield, (dus in 1559), is in het bezit van den Haar- lemschen burgemeester, den heer C. Maar schalk, die het van den heer A. Dekker ten geschenke heeft ontvangen, als erkentelijk heid voor een ruime gift die de familie van den burgemeester vroeger aa.n de Hervormde kerk te Egmond heeft doen toekomen. Het geeft het slot weer „in zijn welstand; gezien van den wageweg". Wij hebben nog naar vluchtgangen gezocht, zooals men die bij vele kasteelen aantreft, gangen die den bewoners in staat stelden, als er gevaar dreigde- waaraan niet meer was te ontkomen, het leven te redd en. Het is bekend- dat zulke gangen vaak van zeer groote lengte waren. Bij het slot konden wij niets meer ontdekken en het was weer de heer Dekker, die ons zijn jeugdervaringen meedeelde, waar uit men voorzichtigerwijs mag concludeer en, dat ook Het slot op den Hoef, inderdaad zulke gangen heeft gekend. In de buurt tusschen Egmond en Bergen, op twee kilometer af stand van het slot, bevindt zich de buiten plaats „Schuilenburg" en deze naam reeds doet vermoeden dat dit een schuilplaats is geweest voor eventueele vluchtelingen van het slot. Bovendien heeft men bij opgravin gen achter de Hervormde kerk eens een stuk gang gevonden, die volgens de overleveringen naar dit schuil verblijf geleid zou hebben. Het is duidelijk dat de geheele gang niet meer beslaat, daar die natuurlijk heeft geloopen v/aar nu akkers en weiden zijn. Wat men al zoo in de gracht vond. Er is veel gevonden en toch valt sommi gen de vondst nog tegen. In een kamer in de Hervormde kerk liggen scherven, Jacoba- kannetjes uit 1400 ongeveer, wijn- en bier kannetjes, een Fransche soidatenhoed (vol gens het wapen met twee adelaars), een oude plaat van gedreven koper, wijwater-kruiken, enkele munten en penningen, drie dolken waarvan een met drie gouden knoppen is be zet. een oude kan (in drie stukken, welke stukken bij elkaar passen), zwart glazen fles- schen, van een eigenaardig model, (lange hals en dikke buik) en nog vele andere voor werpen, die t.z.t. grondig zullen moeten wor den onderzocht. Het heeft weer de belangstelling van Ne derland, Egmond, het vergeten plaatsje in Kennemerland's duinen, die daar het breedst zijn en het mooist, wanneer de avondzon haar zwakke herfstlicht op de soms spaarzaam met helm begroeide vlakten werpt, en als zij gaat zakken de toppen tot een golven-silhouet op een sprookjesplaatje maakt. Deze duinen zagen eens de geharnaste edelen en cte schoone jonkvrouwen; dezelfde duinen zagen nu de rammelende autobus die ons naar Haarlem bracht mentaal concert- worden gegeven. Aan dit concert verleenen medewerking Mej. T. ran Eek (zang), en de heeren K. Vos (viool), C. E. de Boer (viool), H. Oostewaal (clarinet) en G. de Boer (orgel). Het programma vermeldt onderstaande toonwerken 1. Praeludium (orgel) J, s. Bach. Choral Herzlïch thut mich verlangen. Bach 2. Mein Jesu, was für Seeleweh (zang) Bach. O, Jesulein Süss, o Jesulein mild (zang) Bach. 3. Viool-sonate no. 3. A. Correlli. 4. Allegretto (clarinet) Leclair. 5. Melodie (orgel) Guilmant 6. De Heer is mijn Herder Pomper. Immanuël Nössler. 7. Andante en Largo Handel. uit sonate no. 8 (2 violen). Largo, ma non tanto uit het concert in D. Moll J. S. Bach. 8. Erinnerung (clarinet) Wittwer. Abemdstimmung Wittwer. Hymne „O, Gij, mijn Troost. Jan Zwart, voor viool, zang en orgel. Neem, Heer, mijn beide handen. Silcher. Vrees niet. o mijn ziele Malan. voor orgel bewerkt door Jan Zwart. BEVERWIJK „DE BILT SEINT" IN LUXOR. HENRIëTTE DAVIDS KOMT. Naar wij vernemen zal op Donderdag 26 October in het Luxor Theater een voorstelling worden gegeven van de jubileum-revue ..De Bilt seint" van Meyer Hamel. Deze schitte rend gemonteerde revue heeft maanden ach tereen in de hoofdstad een daverend succes geoogst. Voor het eerst sinds vele jaren zal het Beverwijksche publiek dan weer eens het optreden kunnen bewonderen van Henriette Davids, 'die met haar zuster Rika in deze re vue optreedt. Ook de bekende revue-komiek Sylvain Poons vervult in „De Bilt seint", een groote rol. Wij komen nader op deze voorstel ling terug. ZEEHAVEN. De Nederlandsche motorboot Novatie is hier van Londen aangekomen met een lading gas- aarde voor de N.V. Chemica. EINDVERGADERING CRISISCOMITé Het Plaatselijk Crisiscomité zal op Vrijdag 13 October a.s. ten raadhuize een eindver- gadering houden tot afsluiting van het tijd vak October 1932October 1933. GECOMBINEERDE VERGADERING Heden-, Maandagavond wordt in de boven zaal van „Suisse" een gecombineerde jaarver gadering gehouden van de Vredesgroep voor Beverwijk en Omstreken en van den Alg. Ned Vrouwen Vredebond. De agenda vermeldt de jaarverslagen van secretaris en penningmeester, bestuursver kiezing en bespreking winterprogramma. WIJK AAN ZEE VOOR DE KERKRESTAURATIE Op Dinsdag 17 Oct. a.s. zal in het kerkge bouw der Ned. Herv. Gemeente ten bate van de restauratie der kerk een vocaal- en instru- HEEMSKERK HEEMSKERKSCHE BAD- EN ZWEM INRICHTING. Deze vereeniging vergaderde dezer dagen in het R.K. Vereenigingsgebouw. Over het punt ballotage van 31 nieuwe leden, wordt uitvoerig gedebatteerd. Deze 31 personen zijn n.l. grootendeels leden der oommissie van toezicht. Zij verdienen het lidmaatschap dus volkomen, daar zij ge durende het geheele seizoen voor de ver eeniging hebben klaar gestaan, doch an derzijds gaan er ook stemmen op om het aantal leden niet te groot te maken. Tenslotte wordt besloten vrouwe leder, tot een beperkt aantal toe te laten en wor den de voorgediragenen als lid aangeno men. Uit het financieel verslag van den Pen ningmeester blijkt dat de ontvangsten over het afgeloopen seizoen hebben bedragen f 1931,72, de uitgaven f 1752.70, zoodat het batig saldo bedraagt f 179.02. De begrooting voor het seizoen 1934 met een bedrag van f 600 wordt goedgekeurd Als nieuw bestuurslid wordt gekozen mej. G. Kloes. KIEZERSLIJST HOOGHEEMRAADSCHAP. De lijst van stemgerechtigden voor het. Hoogheemraadschap Noordhollands Noor derkwartier is gesloten en ligt van 9 tot 23 October voor de ingelanden ter inzage ter secretarie van het Hoogheemraadschap te Alkmaar. GEVECHT OP LEVEN EN DOOD. schen zijn broer en Van R. Toen hij in de ga rage kwam. lag H. Puts in eer. hoek en gaf nagenoeg geen teekenen van leven meer. Van R. stond met een mes in de hand. Toen ont stond er een vechtpartij tusschen P. Puts en Van R„ Eerstgenoemde trachtte Van R. het mes te ontrukken, doch dit gelukte niet voor dat hij zelf vrij ernstig was gewond. Puts riep naar boven waar ook een zuster van de beide broeders was om een geweer. Toen het meisje hiermede naar beneden kwam, schijnt Van R. op de vlucht gegaan te zijn. Puts trachtte hem ondanks zijn wonden, achterna te gaan, doch viel spoedig tenge volge van het. vele bloedverlies neer. Het meisje heeft daarop onmiddellijk de politie gewaarschuwd en hulp gehaald. Toen genees kundige hulp ter plaatse kwam, bleek H. Puts reeds te zijn overleden. De rechterhals- slagader bleek te zijn doorgesneden, terwijl nog eenige andere snij- en steekwonden wa ren toegebracht. In afwachting van de komst van de justitie die Zondagmiddag ter plaatse een onderzoek heeft ingesteld is het lijk voorlooplg in de garage gebléven. P. Puts werd per auto naar het St.-Laurentiuszieken- huis overgebracht, waar hij ter verpleging is opgenomen. Hij is ernstig aan het gelaat, hoofd en armen gewond- Zijn toestand was Zondagmiddag echter redelijk wel. De dader is, toen het meisje met het jacht geweer kwam. gevlucht. Hij is het bosch in- gerend en heeft den geheelen- nacht rondge zworven, geruimen tijd zonder- te weten waar hij zich bevond. Zich zelf aangemeld. Zondagochtend tegen half zeven heeft hij zich echter zelf aangemeld bij de ma rechaussee te Grathem. Tengevolge van den hevigen regen, die des nachts was gevallen, was hij door en door nat. Uit het verhoor, dat hem direct werd af genomen. blijkt naar wij vernemen dat van R. niet wist waar hij naar toe moest. Hij vertelde den wachtmeester van de mare chaussee Martens, die hem het eerst sprak, dat hij voornemens was geweest zich bij de politie te Roermond aan te melden. Hij was echter in het bosch verdwaald. Zondagoch tend in de vroegte was hij bij de kerk te Baexum gekomen, waar hij zich weer kon oriënteeren. Hij is toen gegaan naar den boer Kessels, dien hij kende, en hij heeft hem het verhaal van het drama verteld en hem te vens den weg gevraagd naar de marechaus seekazerne. Boer Kessels heeft hem daarop den weg gewezen naar- Grathem. Aldaar bij de kerk had van R. nog drie vrouwen aange sproken en den weg gevraagd, doch deze waren in de kerk gevlucht. Wachtmeester Martens, bij wien van R. zich meldde, lag nog te bed. Eerst te drie uur in den nacht waren hij en een collega thuis gekomen van een tocht naar de grens, waar zij veertien woonwagens met zigeuners die uit België naar ons land wilden komen, hadden tegen gehouden. Van R. is voorloopig per auto naar de ma rechaussee-kazerne te Heythuizen overge bracht in afwachting van het vérder onder zoek door de justitie.. Eerie smokkelaar vermoordt den andere AN DEN VERMOORDE ERNSTIG GEWOND. De plaats waar de oude burchttorens hebben gestaan. In den nacht van Zaterdag op Zondag werd de heer H. Puts wonende aan den Napoleon- weg te Haelen (L.) uit zijn huis geroepen. Buiten zijn woning gekomen werd hij aange vallen en door een onbekende den hals door gesneden. De man was spoedig dood. Zijn broer die bij hem in huis woont werd ernstig gewond en moest naar het St. Lauren tiuszie- kenhuis worden overgebracht. De dader heeft zijn fiets en jas achtergelaten. Het drama blijkt een smokkelgeschiedenis tot achtergrond te hebben, waarvan alle bij zonderheden nog niet bekend zijn, doch wel ke iets van het leven van de smokkelaars in deze streken aan de openbaai'heid prijs geeft. Volgens de inlichtingen, welke wij tot dus ver omtrent den moord konden verkrijgen, kwam Zaterdagavond laat de 29-jarige P. J. van Rooy uit Nederweert- aan de woning van de geboeders Puts aan den Napoleonsweg den Rijksstraatweg te Haelen. De 45-jari- ge Hendrikus Puts, voor wien Van R. eigen lijk kwam, was nog niet thuis. Eerst te on geveer half twee in den nacht arriveerde hij met een vrachtauto, waarmede hij suiker over de grens had gesmokkeld, en welke hij naar het in den nabijheid gelegen Roggel moest vervoeren. Van R. moest H. Puts spreken over het smokkelen van wapens. Daarover had hij met hem onderhandeld in een café te Roer mond Hij Van Rooy zou in België honderd revolvers koopen en deze zouden door Puts over de grens naar Duitschland worden ge bracht. Van R. zou. daar hij den toestand aan de grens goed kende, meegaan. Het schijnt de bedoeling geweest te zijn, dat de smokkelwaar dezen nacht over de grens zou worden gebracht. Van R. en Puts bevonden zich in de garage, die naast de woning van de gebroeders P. ligt. Wat er toen gebeurd is staat nog niet precies vast. De broer van H. Puts, de ruim dertigjarige P. Puts, die op de bovenkamer gekleed te bed lag te slapen hoorde plotseling een twist tus- (Men heeft thans definitief uitge maakt: dat alle Zwitsersche ber gen 3 Meter lager zijn dan men totnutoe. zich baseerende op een foutieve vergelijkingsmetmg heeft aangenomen) De Zwitsersche bergen zijn drie meter lager, Dan wij tot op heden toe hebben aanvaard, Een nieuwe sensatie in woelige dagen En waarlijk een ernstig beschouwen wel waard Wat moeten wij nu van die Zwitsers gaan denken, Was dit maar onschuldige opschepperij, Of kan men hun nooit zijn vertrouwen meer schenken, Zij jokten dan toch maar drie meter erbij. Men maakt voor de Jungfrau bijvoorbeeld reclame Als rijzige schoonheid van lieflijke pracht, Doch drie meter korter verschijnt ons die dame Opeens als een ukkie van 't vrouwlïjk geslacht. Het Zwitsersche bergland wij moeten eens kijken, Of 't nu voor dien naam niet te laag is in stand, Wellicht zal het daarna ons logischer lijken Te spreken van 't Zwitsersche heuveltjesland. Drie meter, het is me warempel geen beetje, Mont Blanc wordt dan vierduizend- achthonderdtien Ik heb hem vol eerbied eens aangestaard, weet je, Maar eigenlijk is er dus niets aan te zien. Ik voel me bekocht aan mijn Zwitsersche reizen, Die berglucht, ja waarlijk, een luchtj' is ergaan Men komt ons een zeer lage berg-streek bewijzen, Waarvan haast je haren te berge gaan staan. Die bergen, waarop zich de Zwitsers beroemen, Drie meter bergaf, als je eerlijk wilt zijn. Die opscheppers, om het niet erger te noemen, Met hun nou geaccidenteerde terrein De kaart van de wereld is eensklaps veranderd Dat is wel een feit nu, maar is het wat waard? Hier hebben de Zwitsersche bergen tezamen, Een klein wetenschappelijk muisje gebaard. P. GASUS. FEUILLETON (Een geval uit de practijk van Wil J. Sanders, detective). door UDO VAN EWOÜD. (Nadruk verboden, 36) De omstandigheden, waaronder de diefstal van het kistje uit de brandkast werd gepleegd, waren echter van dien aard, dat onmiddellijk gedacht moest worden aan iemand, die zeer goed van de situatie ter plaatse op de hoogte was. Ik verzocht dus, voor ons vertrek naar Oost-Pruisen, de Haar- lemsche politie eens een onderzoek te willen instellen naar de antecedenten van het per soneel van het Woningbureau „Hermes" en tevens eens te willen nagaan in hoeverre «enige lieden uit den kennissenkring der bei de makelaars, die van de vondst der oude documenten op de hoogte konden zijn, voor verdenking in aanmerking kwamen. Aan het sprookje van den professor uit Noorwegen heb ik. dus eenig geloof geschonken. Ee reden, waarom Nieuwenhuis er de voor keur aan gaf voor een vreemdeling door te gaan, moet voor een deel gezocht worden in het feit, dat hij de Duitsche taal niet vol doende beheerschte om zich voor een gebo ren Duitscher uit te geven. Zijn buiten- landsch accent zou hem overal hebben verra den. Er waren' echter nog andere redenen. Van het begin af aan is zijn streven er op gericht geweest den man, die met het on derzoek zou worden belast, op een dwaal spoor te brengen. Het geheimzinnige optreden van den man met de geruite pet, dat aan de inbraak in het Woningbureau vooraf ging, bewijst dat afdoende. Daar beide compagnons dezen man hadden gezien, kon natuurlijk uitsluitend aan een derde persoon worden gedacht, maar in werkelijkheid was die derde persoon nie mand anders dan Nieuwenhuis. Het was er hem dus om te doen een, in wezen niet be staande derde op het tapijt te brengen, op wien de verdenking zou kunnen vallen en, hoewel ik dat niet heb kunnen nagaan, zal het wel voornamelijk op zijn aandringen zijn geweest, dat men besloot niet de politie, maar een particulier detective in den arm te re- men. Dat pleit in dit geval niet voor mijn reputatie. Miel, want de keus viel slechts op mij, omdat Nieuwenhuis vreesde, dat de po litie hem te slim af zou zijn. Dit echter tus schen haakjes. Teneinde de aandacht van hem af te lei den, zocht hij dus naar een persoon, op wien de verdenking zou kunnen vallen. Gemakke lijk was dat natuurlijk niet, omdat, wanneer hij er al in zou slagen iemand uit den kring van zijn kennissen of personeel onder ver denking te brengen, spoedig genoeg aan het licht zou komen, dat men zich vergist had. Een krantenbericht hielp hem echter uit de impasse ..De Hoofdstad", die zij het dan onbewust, meewerkte aan het ensceneeren van een mis daad. Ik heb dat eerst Donderdag ontdekt. Je zult je herinneren, dat ik den avond, vooraf gaande aan den nacht, waarin van Dobben werd vermoord, een telegram uit Oslo ont ving, waarin mij op een desbetreffende infor matie door de politie aldaar werd meegedeeld, dat professor Christiansen sinds jaren een zeer geacht hoogleeraar is aan de universiteit in de Noorsche hoofdstad en dat hij op dat oogenblik buitenslands vertoefde. De conclu sie lag dus voor de hand, dat ook de man, die zich voor den professor uitgaf, hiervan op de hoogte was Ik verzocht daarom telegrafisch mij omgaand te willen berichten, of aan het vertrek van den professor naar het buiten land op een of andere wijze publiciteit was gegeven en prompt kwam daarop het ant woord je zult je herinneren, dat ik dit te legram reeds in den loop van Dinsdag ont ving. dat de Oslosche bladen „Aftenposten" en ..Morgenbladet" van een en ander meldin? hadden gemaakt. Bij een Donderdag ingesteld onderzoek is mij daarop gebleken, dat „De j Hoofdstad" het bericht belangrijk genoeg J heeft gevonden om het over te nemen, het geen trouwens niet zoo heel vreemd was. om dat de buitenlandsche reis van den professor o.m. ten doel had een bezoek te brengen aan eenige oudheidkundige musea in Duitschland en Zwitserland, waar hij belangrijke gegevens hoopte te kunnen verzamelen voor een. bin nenkort verschijnend internationaal werk over oudheidkunde in Europa. Je ziet. het plan, hoewel al te doorzichtig van opzet, was niet kwaad bedacht. Het was er Nieuwenhuis slechts om te doen gedurende eenige dagen vrij spel te hebben. Als mijn opdrachtgever zou er tegen hem niet de minste verdenking worden opgevat, terwijl hij als mijn mede werker wel zeer gemakkelijk in staat zou zijn aan z'n plan van Dobben van het leven te berooven, uitvoering te geven. De aanslag, welke hij in het bosch bij Wann see op jullie beiden pleegde, had waarschijn lijk slechts ten doel de aandacht op den per soon van den pseudo-professor te vestigen die ook reeds op het terras van café „Eauer" in Berlijn jouw aandacht had weten te trek ken. De gasaanval, als ik het zoo noemen mag, in den D-trein Berlijn-Königsbergen waarbij hij de vermomming van den profes sor tijdelijk had afgelegd en, waarschijnlijk om herinneringen aan den man met de ge ruite pet bij ons wakker te roepen, zich eer. zwart kneveltje had aangeschaft was on getwijfeld ernstiger bedoeld en vermoedelijk zou ook ik daarbij als slachtoffer zijn geval len, wanneer de Poolsche douane niet tijdig onze slaapcoupé was binnengetreden. Aan de goede bedoelingen van Nieuwenhuis als mijn medewerker begon ik echter eerst te twijfelen na den moord op van Dobben. Voor dien bestond daartoe niet de minste aamlei ding. Integendeel: de sluwe wijze, waarop hij zichzelf, kort na zijn aankomst in het hotei een briefje zond, dat van den toen nog onbe kenden belager afkomstig heette te ziin. deed zelfs het vermoeden rijzen, dat ook zijn leven gevaar liep en de vrees, die hij toen voor wendde, was zoo ongekunsteld, dat wij allen om den tuin werden geleid. In mijn vermoeden met een landgenoot te doen te hebben, werd ik echter gesterkt bij mijn achtervolging van den professor naar Elbing" „Haha", merkte ik op, ..die geheimzinnige trip. over welker resultaat je ons niet wensch- te in te lichten!" Sanders lachte hartelijk. „Waarde heer", antwoordde hij, „in de eerste plaats mijn compliment voor je opmerkingsgave. Je zult mij misschien niet gelooven, als ik je zeg, dat ik toen bij mijn mededeelingen slechts één kleinigheid over het hoofd heb gezien. Ik vertelde je. dat de professor zich naar twee bankinstellingen had begeven om geld te wisselen, maar ik verzweeg, dat hij bij de eene bank Nederlandsch geld inwisselde tegen mar ken en bij de andere bank Noorsche kronen kocht en die met marken betaalde. De ver-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5