VOOR EER EN GEWETEN
Herfstwind.
Inspecteur van het
Rijksdaggebouw
getuigt.
IjMUIDER COURANT. ZATERDAG 14 OCTOBER 19331
TWEEDE BLAD.
BEVERWIJK
DE PERKBEPLANTING IN HET
VOORJAAR
pE V. V. V. ZORGT VOOR BLOEMBOLLEN
De Vereeniging voor Vreemelingenverkeer
besloot in oen barer bestuursvergaderingen te
trachten de gazons en perken in onze ge
meente van een voorjaarsbeplanting te voor
zien. Dat zou dan moeten geschieden door
een beplanting met bloembollen. De sanee-
ringe. welke intusschen voor het bloembollen-
bedrijf wettelijk is ingevoerd, maakte, dat
van de zijde van de bloemisten dit jaar be
zwaarlijk de benoodigde bollen zouden kun-
nen afstaan, omdat, zooals men weet een zeer
belangrijk gedeelte moest worden ingeleverd
ter vernietiging. De verschillende „sanee-
rings-instantis" moesten worden doorloopen.
Om°tenslotte gedaan te kunnen krijgen, dat
onze perken in het a.s. voorjaar zullen
kunnen prijken met bloeiende tulpen en
hyacinthen. Met veler medewerking mocht
het tenslotte gelukken voor het gestelde doel
25.000 bloembollen naar Beverwijk te krijgen,
die weldra zullen worden geplant. Met mede
werking van den controleur den heer P. v. d.
ploeg vooral konden Donderdag bij de inle
vering op „Assumburg" pl.m. 30 manden
bloembollen worden in ontvangst genomen.
Openbare Werken zorgde voor het vervoer
en onze onvolprezen „Dienst voor de plant
soenen" naar de voorraad onder zijn hoede.
De saneering heeft in ieder geval deze goede
zijde, dat onze gazons na den bloeitijd niet
zullen worden ontsierd door stervend gewas,
want zoodra de bloeiperiode voorbij is, moe
ten de bollen toch onmiddellijk worden ver
nietigd en kan onmiddellijk weer over de per
ken worden beschikt voor de zomerbeplan-
ting.
TUINBOUW- EN PLANTKUNDE.
De plaatselijke afdeeling van de Kon. Ned.
Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde
hield in het Veilingsgebouw „Centrum" een
ledenvergadering. Ingekomen was een schrij
ven van het gemeentebestuur van Velsen,
waarin werd toegezegd, dat getracht zal wor
den zooveel mogelijk te voorkomen, dat steun
trekkers met bloemen venten. Betreffende
deze aangelegenheid zal samenwerking wor
den gezocht met de besturen van de Bloe-
menkweekersvereeniging „.Flora" en „Ons
Belang". Medegedeeld werd, dat op Donder
dag 26 October in de bovenzaal van het vei-
lingsgebouw „Kennemerland" een filmavond
zal worden gehouden, waarop films zullen
worden vertoond, die betrekking hebben op
het bemestingsvraagstuk, in het bijzonder de
kali-bemesting voor den tuinbouw. De heer
Balk uit Amsterdam zal de films toelichten.
Nadat de voorzitter met enkele vriendelijke
woorden de prijzen had uitgereikt van de op
27 Juli gehouden keuring werd de beschrij
vingsbrief voor de algemeene vergadering
behandeld. Als afgevaardigden naar
deze vergadering, welke te Wageningen zal
worden gehouden, werden benoemd de hee-
ren B. Heijnekamp en H. C. v. d. Colk.
De inzendingen fruit, groenten en bloemen
werden vervolgens gekeurd door een uit de
vergadering benoemde commissie gevormd
door de heeren A. v. d. Wel, J. Steyn, C.
Broeze, en J. Dijkema, die daarvoor punten
toekenden. Over eenige inzendingen werd een
gedachtenwisseling gehouden, waarna de ver
gadering werd gesloten.
MUZIKALE RONDGANG.
Zooals wij reeds berichtten zal heden
Zaterdagavond, de Beverwijkscbe Harmonie
kapel een muzikale rondgang maken door de
gemeente, waarbij getracht zal worden het
resteerende aantal loten van de Paarden-
verloting, georganiseerd door de Harddraverij
vereeniging „Beverwijk en Omstreken" te
piaatsen. De aandacht dient er op te worden
gevestigd, dat de baten van deze verloting
voor een belangrijk deel ten goede komt aan
allerlei nuttige plaatselijke instellingen. Het
vorig jaar vormde dit zelfs een bedrag van
ruim f 100.
Indien de poging die hedenavond wordt
ondernomen slaagt, dan zal dit bedrag zelfs
tot ongeveer f 100 kunnen worden opgevoerd.
Het is dan tevens niet onwaarschijnlijk te
achten, dat de trekking, welke aanvankelijk
was bepaald op 26 October, nog zal kunnen
worden vervroegd.
De vroolijke marschmuziek van de Bever-
wijksche Harmonie kapel zal de „menigte"
tot het koopen van loten moeten inspiree-
ren. Dat doen trouwens dag aan dag ook de
fraaie prijzen, die in de Sneltax-etalage
naast het postkantoor in onze hoofdstraat
zijn geëtaleerd.
VERGADERING VAN HET CRISISCOMITé.
Vrijdagavond vergaderde ten Raadhuize
het Plaatselijk Crisiscomité onder voorzit
terschap van den heer Ir. K. Moens.
Voor den aanvang der vergadering heeft de
voorzitter enkele woorden gewijd aan de na
gedachtenis van wijlen oud-burgemeester
Jlir. J. C. W. Strick van Linschoten, die eer
tijds voorzitter van het Crisiscomité was en
die in die functie steeds de belangen van het
comité heeft weten te behartigen.
FEUILLETON
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
3)
Haar gelaat verbleekte een weinig, toen zij
zag, dat de groote man overeind ging zitten
en om zich heen staarde. Hij stond op en
zwaaide een oogenblik duizelig heen en weer
toen zocht zijn blik den jongeman en ves
tigde zich met boosaardigheid op hem. Zijn
rechterhand gleed naar zijn holster en toer
hij daar geen wapen vond keerde hij zich
om, zocht en vond het, waarop hij, met het
wapen in de hand, terugkeerde naar een plek
vlak bij den jongeman. Toen hij daar staan
bleef was er weer beweging en de halfbloed
stond overeind en greep naar zijn revolver.
jongeman dook. gereed om toe te springen
en de groote man sprak op scherpen toon te
gen den halfbloed.
.Laat dat!" zei hij snauwend. „Bemoei je
toot je eigen zaken!" Toen scheen hij te mer-
ken, dat de halfbloed ook overweldigd was
Daarvoor bracht de voorzitter hem nog
dank en eerbiedige hulde aan zijn nagedach
tenis. De leden hebben deze woorden staande
aangehoord.
De voorzitter richtte vervolgens eenige
woorden van welkom tot Mevr. Scholtens, die
presidente van het Damescomité werd en
die een zeer welkome kracht is.
Een voorstel, om burgemeester H. J. J.
Scholtens uit te noodigen het voorzitter
schap van het plaatselijk Crisiscomité te aan
vaarden verwierf de algemeene instemming
der vergadering.
Vervolgens kwam in behandeling de reke
ning van inkomsten en uitgaven over het
tijdvak 1 October 19321 Juli 1933.
De ontvangsten hadden bedragen f 4801,93,
waaronder een bijdrage van f 400 van het Na
tionaal Crisiscomité en f 4401,93 aan overige
bijdragen. Met groote erkentelijkheid werd
ook gewag gemaakt van de gift van f 100 van
de directie van Haarlem's Dagblad, geschon
ken bij gelegenheid van het gouden jubileum.
Onder de uitgaven vormde de verleende
steun natuurlijk de grootste post. Daarmede
was een bedrag van f 4250,65 gemoeid. Aan
het Nationaal Crisis Comité werd f 353,62 af
gedragen, het nadeelig saldo van 1 October
1932 vorderde nog een bedrag van f 77,62,
terwijl tenslotte nog f 212,90 aan onkosten
werd betaald. In totaal bedroegen de uitga
ven f 4894.79, zoodat het nadeelig saldo op
30 Juni f 92,86 groot was.
De rekening was door de heeren H. A. J. J.
v. d. Bergh en C. Dingier Jr. gecontroleerd en
volkomen in orde bevonden. Den penning
meester, notaris J. H. Bremmers, werd onder
dankzegging voor zijn zorgvuldig beheer dé
charge verleend.
Vervolgens werden nog besprekingen ge
voerd over de z.g.n. A- en B-steun, terwijl te
vens middelen werden beraamd, om tot ver
meerdering van inkomsten te komen. Het
bestuur zal dit nog nader onder de oogen
moeten zien, maar als vaststaand kan wel
worden aangenomen, dat in den a.s. winter
heel wat noodig zal zijn, om ook maar eeni-
germate in den ergsten nood te kunnen bij
dragen. Deken Lucassen bepleitte de wen-
schelijkheid van steunverleening aan werkge
vers, die in moeilijkheden zijn geraakt en
die daardoor genoodzaakt worden hun per
soneel te ontslaan. Door hen in staat te
stellen hun arbeiders aan het werk te hou
den, zou deze wijze van steunverleening zeer
zeker als werkverruiming mogen worden
aangemerkt.
De deken gaf in overweging de verschillen
de plaatselijke crisis-comité's voor dit denk
beeld te interesse eren, waardoor deze aan
gelegenheid dan gezamenlijk onder de aan
dacht van den betrokken minister zou kun
nen worden gebracht.
Nadat van de rondvraag nog door enkele
leden gebruik was gemaakt, werd de verga
dering met een woord van dank voor de
betoonde belangstelling door den voorzitter
gesloten.
Het bestuur van de plaatselijke Esperanto-
afdeeling verzoekt ons opname van het vol
gende:
ESPERANTO-CORRESPONDENTIE.
„Wanneer denkt u, zal ik met buitenland-
sche Esperantisten kunnen correspondee-
ren?"
Reeds bij de eerste lessen stellen zeer veel
cursisten deze vraag. Het lijkt ons daarom
niet onaardig ditmaal eens een lid der Be-
berwijksche arb. Esperantovereeniging te la
ten vertellen over zijn correspondentie. Het
is reeds verscheidene jaren geleden en ik was
nog maar een nieuwbakken Esperantist; het
leerboek, bestaande uit 20 lessen was nog
niet eens geheel door mij doorgewerkt! Het
verlangen om te correspondeeren werd mij
echter te machtig, dus verzocht ik onzen
leeraar mij een adres van een buitenlandsche
Esperantist te verschaffen.
Aldus gebeurde. Ik kreeg een adres van een
Russischen esperantist welke uitgeweken was
naar Riga. Oef, als ik nu nog terugdenk aan
m'n eersten brief! Enfin, de brief kwam toch
gereed en bereikte zijn bestemming. M'n cor
respondent was echter een puikbeste es
perantist. We wisselden heel wat brieven en
bij eiken brief wees hij mij op de door mij ge
maakte grammaticale fouten. Zoodoende
had ik, buiten den leeraar van onze cursus
ook nog een leeraar in Catvia! Toen wij wat
intiemer werden verzocht hij mij eens hem
een leerboek voor stenografie te zenden. Al-
zoo zond ik hem 'n leerboek voor stenografie
„Groote". Daar hij echter geen Nederlandsch
kende heb ik getracht, zoo goed en kwaad als
het ging, de verschillende regels in Esperanto
te vertalen. In zijn volgenden brief schreef
hij, dat hij mij nogmaals een verzoek wilde
doen, doch thans in stenografie! Voor hem
was dit tevens een proefneming. Het in steno
geschreven verzoek kon ik, hoewel er eenige
fouten waren, goed lezen. Zijn verzoek was,
hem eenige inlichtingen te willen ver
strekken over een zoo juist uitgekomen Es-
peranto-werk van onzen landgenoot Bult
huis. Bedoeld boek heb ik hem toegezonden.
Als tegengeschenk stuurde hij mij een Rus
sisch Esperanto woordenboek.
Een prettige herinnering is nog steeds voor
mij mijn correspondentie met een Japansch
Esperantist uit Tokio. Door zijn bemiddeling
toch verkreeg ik 'n zeer belangrijk werk over
de olifantshuidziekte in het Oosten. Tevens
ontving ik zeer uitvoerige mededeelingen
geworden, want hij keek naar den laatste,
zag het stof op zijn kleeding en grinnikte
veelbeteekenend.
„Hij heeft jou ook te pakken gehad, is het
niet, Yuma?" Zijn grove gelaatstrekken ver
trokken zich tot een spottenden grijns, toen
hij den jongeman aankeek.
„Mij neergeslagen!" zei hij met een zachte
stem. „Mij bewusteloos geslagen met een
stomp. Yuma Ed ook neergeslagen!" Hij deed
nog een stap in de richting van den jonge
man en hield hem scherp in het oog, terwijl
er iets glinsterde in zijn oogen, wat veel op
vermaak leek. Toen trad hij achteruit.
„Ik zal je niet neerschieten", zei hij. „Ik
heb zoo'n idee, dat jij en ik elkander nog
eens zullen ontmoeten". Er was een bedrei
ging in zijn stem, toen hij vervolgde: „Als ik
je neerschoot, zou je niet half krijgen, wat
je verdient. Onthoud dat, jongmensch als
ik je neerschoot, zou je niet half krijgen
waar je recht op hebt".
Hij trad terug van den jongeman en ver
wees de anderen naar de deur, waardoor zij
hem ter hulp gesneld waren en zij gingen
zonder protest, langzaam een voor een naar
binnen. De groote man wachtte lang genoeg
om den jongeman nog eens aan te kijken.
„Mij neergeslagen!" zei hij, alsof hij dr
waarheid nauwelijks kon begrijpen: „mij be
wusteloos geslagen met een stomp!" Hij
lachte, waarbij zijn ruwe trekken zich ver
wrongen in een zonderlinge uitdrukking.
't Milde zomerweertje toefde
Langer dan normaal dit jaar,
Meestal was 't opeens verdwenen,
Nu viel blijkbaar 't afscheid zwaar.
Maar 't raakt nu toch afgeloopen,
Als ik me niet zeer vergis,
Daarop wijst de nieuwe onrust,
Die er dezer dagen is.
De bekende forsche herfstwind,
Die soms tot een stormvlaag wordt,
Blaast de laatste zomerresten
In een krachtig tempo vort.
Nou wij zijn gewend aan winden,
Waar je tegenin moet gaan,
En wij hebben kunnen leeren,
Hoe ertegen schrap te staan.
En wij weten, wat wij moeten,
Als hij onzen voortgang stuit.
Niet versagen, ook al dringt hij
Ons zelfs tijdlijk achteruit
Maar de winden die behooren,
Bij het jaar lij ksch herfstgetij,
Daarop past het „laat maar waaien"
Die gaan wel vanzelf voorbij.
P. GASUS.
omtrent een religieuze secte in het Oosten.
Hoewel deze secte haar leden bij duizendtal
len telt is ze, zooals mij later na onderzoek
bleek, hier in ons land geheel onbekend.
Verder heb ik nog gecorrespondeerd met
Esperantisten uit Australië, Spanje, Portu
gal. Frankrijk, Engeland, Hongarije, Zweden,
Duitschland en Tsjecho-Slowakije.
Waarover wij correspondeerden? Och over
alles! Over den werktijd, toestanden in werk
plaatsen, huisvesting, enz. Ook zonden we
elkaar staatjes met prijzen van de voornaam
ste levensmiddelen, kleedingstukken, enz.
Geestelijk is Esperanto voor mij steeds een
groot voordeel geweest.
Wat ik met al die brieven, kaarten, enz.
doe? Wel, die vinden een plaatsje in onze
tentoonstellingskist en gaan van plaats tot
plaats. Door het correspondeeren met buiten
landers verkrijgt men een ruimer en alge
meen inzicht over verschillende problemen.
DE NIJPENDE NOOD IN DEN
TUINBOUW
VERZOEK OM STEUN AAN DE GEMEENTEN
De plaatselijke afdeeling van den R.K. Dioc.
Land- en Tuinbouwbond en de afdeeling Wijk
aan Duin van den Neutralen Boeren- en
Tuindersbond hebben aan de gemeenteraden
van Beverwijk, Velsen en Wijk aan Zee en
Duin een adres gezonden van den volgenden
inhoud:
Ondergeteekenden: Jac. Weteirings en R. L.
Poelmann, resp. voorzitter en secretaris van
den R.K. Diocesanen La.nd- en Tuinbouwbond
afdeeling Beverwijk en Omstreken; en Jac.
Davidson en G. v. d. Outenaar, resp. voorzit
ter en secretaris van den Neutralen Boeren-
en Tuindersbond, afdeeling Wijk aan Zee en
Duin en Omstreken, nemen hiermede beleefd
de vrijheid u te verzoeken, aan de tuinders,
die een daartoe strekkend verzoek richten,
evenals vorige jaren een geldelijke ondier-
steuning van gemeentewege te verschaffen
en deze uïtkeering wederom te doen plaats
hebben aan de kas van de Vellingen.
De aanvragende organisaties zagen in voor
komend geval gaarne een commissie uit hun
midden benoemd in overleg met de gemach
tigden van uw gemeente, welke commissie
regelend en adviseerend zal kunnen optreden
Met den nieesten aandrang wordt ook door
ondergete ekenden, namens hun organisaties
beleefd verzocht, bij een eventueele vaststel
ling der uitkeering t.z.t. rekening te willen
houden met de grootte van het gezin.
De toestand te schetsen, waarin de zoo nij
vere tuindersbevolking verkeert, behoeft niet
Plotseling keerde hij zich om en verdween
door de deur, waardoor de anderen naar bin
nen gegaan waren.
Een oogenblik stond de jongeman hem na
te kijken. Toen keerde hij zich om en zag de
vrouw naast haar pony staan, terwijl zij hem
met ernstige oogen aankeek.
„Dank je!" zei ze. Hij ving een vluchtigen
glimlach op en toen zat zij in het zadel, ter
wijl haar pony door de straat naar het sta
tion draafde. Een oogenblik keek de jonge
man haar na en toen keerde hij met een
glimlach terug naar zijn valiezen waarop hij
verder liep naar het gerechtsgebouw, dat hij
in de verte zag.
HOOFDSTUK II.
Het vee.
Het gerechtsgebouw was een laag steenen
huis met één verdieping, een flink eind van
de straat af staande. Het was blijkbaar pas
gebouwd, want een verzameling rommel, dooi
de werklui achtergelaten, lag nog in de buurt
over den grond verspreid. Een houten trot
toir leidde van de straat naar den breeden.
boogvormigen ingang. Van de trap kon men
door de straat het station en de andere ge
bouwen in het zonlicht zien liggen, besmeurd
met het stof van verscheidene droge dagen.
Behalve de pony's, hot rijtuigje en prairie
schoener, was er niet het minste leven of be-
meer tot de taak van ondexgeteekenden ge
rekend te worden.
Slechts dient nog opgemerkt te worden, dat
de uitkeering ingevolge de Tuinbouwsteunwet
1932 den naam van „steun" niet verdragen
kan, terwijl de te verwachten uitkeering over
1933 nog minder zal zijn. Indien met deze
komende steun straks z.g. de bedrijven voort
gezet zullen moeten worden, zal het blijken,
dat deze ten eenenmale onvoldoende is of
wellicht, zooals het vorig jaar gebeurd is,
door derden geïncasseerd.
HAVENBEDRIJF.
De Nederlandsche motortjalk Antilope is
van Londen aangekomen met een lading gas-
aarde voor dc N.V. Chemica. Het schip is vanaf
Vlissingen binnen door gekomen.
PERSONALIA.
Te 's-Gravenhage slaagde voor het examen
Wiskunde M.O., akte K„ de heer J. R. de
Bock te Baverwijk.
DE WERKLOOSHEID.
DE STIJGING DUURT VOORT
Met het naderen van den winter begint de
werkloosheid weer meerdere slachtoffers te
maken. Ook de opgave van de thans eindigen
de week vertoont wederom een hooger eind
cijfer. Bij den gemeentelijken dienst der werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
stonden in totaal 634 werkzoekenden inge
schreven tegen 598 in de vorige week. Voor
de drie bij den dienst aangesloten gemeenten
waren de cijfers: Beverwijk 333 (vorige week
317), Wijk aan Duin 203 (198) en Heemskerk
98 (83).
De werkloosheid deed zich gelden in onder
staande vakgroepen
Beverwijk: Drukkers 5, letterzetters 1. be
hangers 2, betonvlechters 4. betonwerkers 7,
Marmerbewerkers 1. marmerpolijsters 2,
grondwerkers 42 metselaars 9. opperlieden 12,
schilders 7, spoorJeggers 1, steenhouwers 1,
stucadoors 3, timmerlieden 4, kleermakers 1,
kappers 1, schoenmakers 1, bankwerkers 2.
carosseriemakers 1, electriciens 3, handlangers
2, koper- en blikslagers 3, lasschers 1. lood
gieters 1, machinisten 9, machinedrijvers 2
metaalbewerkers 4, monteurs 2, soldeerders
1. stokers 9, voorsla a r.ders 1. vuurwerkers 1.
bakkers 3, sigarenmakers 11, sorteerders 2.
landarbeiders 23. reizigers 1, teekenaars 2,
chauffeurs 5, expediteurs 1, kellners 2, winkel
bedienden 4. schippers 3, voerlieden 2, incas
seerders 4, kantoorbedienden 4, dienstboden
7. werksters 6, losse arbeiders 98. uitvoerders
1, totaal 333 (317).
Wijk aan Duin: Betonwerkers 4, grondwer
kers 36, metselaars 1, opperlieden 6, schilders
1, timmerlieden 6. stoffeerders 2, bankwerkers
10, carosseriemakers 1, electriciens 1, hand
langers 4, klinkers 2, koper- en blikslagers 4,
lasschers 1, machinisten 3, machinedrijvers
1, metaalbewerkers 6 monturs 3. plaatwerkers
2. smeden 1. stokers 5. bakkers 2, sigaren
makers 3. slagers 1, landarbeiders 20, teeke
naars 2, chauffeurs 5, kellners 3, lijnwerkers
1, winkelbedienden 1, incasseerders 2, kantoor
bedienden 5, onderwijzers 1, dienstboden 5.
werksters 3, losse arbeiders 49, totaal 203
(198).
Heemskerk: Betonwerkers 3. betonvlechters
2, grondwerkers 16, metselaars 1. opperlieden
1, schilders 2, timmerlieden 3, monteurs 1,
landarbeiders 28, chauffeurs 2, kantoorbe
dienden 1, dienstboden 1, losse arbeiders 37.
totaal 98 (83).
VOOR DE WERKLOOZEN.
Evenals in den vorigen winter zullen ook in
den a.s. winterperiode de R.K. werkloozen een
aangenaam en prettig verblijf kunnen vin
den in de St.-Jozefzaal aan den Arendsweg,
die daartoe door pastoor P. J. v. d. Pavoordt
welwillend is beschikbaar gesteld. Materiaal
voor timmer- en figuurzaagwerk zal wor
den aangeschaft.
weging te bespeuren, een opvallend contrast
met de drukke steden, waaraan de jongeman
gewoon was geweest.
Hij liep snel over het houten trottoir, ging
het gerechtsgebouw binnen en bleef voor een
deur staan, waarop het opschrift stond:
„United States District Court. J. Blackstone
Graney". De jongeman zet zijn valiezen neer,
veegt zijn voorhoofd af met zijn zakdoek,
trekt een gezicht tegen het stof dat zich af-
teekent op het linnen, nadat hij dit gebruik
te en klopt dan zacht, maar flink, op de deur.
Een stem daar binnen antwoordt hem onmid
dellijk om „binnen te komen". De jongeman
draaide, met een glimlach van voldoening de
kruk om en opende de deur, waarna hij op
den drempel staan bleef. Een man zat voor
een der ramen en keek uit over het uitge
strekte, droge, door de zon verschroeide land.
Toen de jongeman binnen kwam, keerde hij
zich om en stond langzaam op, blijkbaar
wachtte hij, dat zijn bezoeker het woord zou
nemen. Hij was een kleine man, niet zwaar,
maar stevig gebouwd, duidelijk den indruk
gevende van een onverstoorbare kalmte. Toch
was er een zekere gloed in zijn oogen, die
getuigden van een werkzamen analytischen
geest. Alles aan hem sprak van gerechtelijke
waardigheid.
De jonge man booa eerbiedig. „Is u Rech
ter Graney?" vroeg hij.
De rechter knikte en de jongeman glim
lachte even. „Ik ben Kent Hollis", zei hij.
Minstens zes of acht man moeten
er geweest zijn'*,
In het voortgezette getuigenverhoor van
het Rijksdagbrand-proces werd aan den
hoofd-inspecteur van het Rijksdaggebouw
Soranowicz gelegenheid gegeven te vertellen
van zijn ervaringen op den veelbewogen
avond. Hij verklaart, dat hij volkomen op de
hoogte is van het gebouw en de inrichting.
Hij kan steeds te weten komen, wie van de
afgevaardigden nog aanwezig is, daar de na
men op het bureau van aanmelding nauw
keurig worden opgeschreven.
27 Februari, aldus getuige, heb ik het ge
bouw om kwart voor drie verlaten, nadat ik
eerst de gebruikelijke controle-ronden had
gemaakt. Ik ben tusschen tien uur des mor
gens en twaalf door de groote zaal gegaan,
zonder iets verdachts te zien. Tegen negen
uur des avonds ben ik gaan eten in mijn wo
ning die aan den Reichstagsufer is gelegen.
Tegen 9.15 heb ik de sirene van de brand
weer gehoord. Ik heb den nachtparticr di
rect telefonisch gevraagd, wat r gebeurd was,
waarop deze antwoordde: Brand in de koffie
kamer. Ik ben toen zelf hard naar het Rijks
daggebouw geloopen.
De president: De nachtportier heeft ge
zegd, dat hij u heeft opgebeld.
Getuige: De portier heeft in zijn opwinding
het nummer opgebeld, dat slechts te berei
ken is, als de centrale nog werkt. Voordat ik
mijn huis verliet, heb ik mijn zoon en vrouw
opgedragen den voorzitter van den Rijksdag
cn de politie op de hoogte te stellen.
Ik heb de deur van de groote zaal openge
trokken en in het korte oogenblik gezien, dat
de drie gordijnen achter den zetel van den
voorzitter in brand stonden. De houten be
timmering had nog geen vuur gevat. Rechts
en links van de stenografentafel brandden de
gordijnen eveneens fel.
Ook op de plaats van den voorzitter, op het
spreekgestoelte en de tafel stegen rustig op
laaiende vlammen op.
In de ruimte voor de stenografen stegen de
vlammen aan beide zijden op,
Getuige vertelt vervolgens wat hij in de
gang om de groote zaal heeft gezien. In een
fauteuil was een brandende fakkel gestoken,
die ik met den voet heb weggeduwd. Onge
veer onder den luchter heb ik Van der Lubbe
ontmoet, die bijna gelijktijdig door de agent
werd gearresteerd. Ik heb hem toege
schreeuwd, waarom hij dat had gedaan, waar
op Van der Lubbe slechts zeide: Protest, pro
test!
De procureur-genaraal: N zou gezegd heb
ben, dat er beneden nog meer daders waren.
Hebt u iets gezien?
Getuige: Ik heb gezegd dat niet één man
dat gedaan kan hebben en dat er minstens
zes of acht geweest moeten zijn. Dat was
echter slechts een vermoeden. Gezien heb ik
niets. Volgens mijn eigen overtuiging kon in
dien korten tijd niet één man dien brand
stichten.
Ik kan niet zeggen, wat er met het voor
werp is gebeurd dat ik voor een fakkel heb
gehouden. Het kon geen fakkel van de brand
weer zijn, want ik was er eerder dan de
brandweerlieden. Van tocht heb ik niets ge
merkt.
Getuige wordt dan geconfronteerd met
Pöschen, die heeft gezegd, dat hij de door
hem geschilderde indrukken van de groote
zaal had opgedaan, toen hij te zamen met
Soranowicz de zaal binnenkeek. Beide getui
gen houden zich aan hun verklaringen.
Laatstgenoemde getuige deelt dan op ver
schillende vragen mede, dat hij geen enkelen
beambte heeft ontslagen. In de pers heeft,
naar getuige werd medegedeeld, gestaan, dat
het ontslag op buitengewone wijze is ver
leend en dat de beambten er zelfs tegen ge
protesteerd hadden.
Getuige: Ik heb geen bevoegdheid beamb
ten een buitengewoon verlof te verleenen en
ook niet gehoord, dat iemand anders beamb
ten of arbeiders op dien dag verlof heeft ver
leend. De vraag van dr. Sack of na 30 Jan.
1933 het personeel was gewijzigd, beantwoord
de getuige ontkennend.
De procureur-generaal: Er is eens beweerd,
dat het niet mogelijk is, dat iemand brand
materiaal binnen het gebouw bracht, omdat
u speciaal op de communistische fractie lette
en de kasten controleerde.
Getuige: Ik heb daarvoor niet de bevoegd
heid. Als ik eens gedwongen was een kast
open te maken, heb ik het nooit alleen ge
daan. Onderzoekingen zijn slechts door de
recherche verricht. Ik behoor tot geen enkele
politieke partij.
Dr. Sack stelt den inspecteur van politie
Lateit een aanvullende vraag. Er is beweerd,
dat Lateit de drie agenten, met wie hij het
eerst in den Rijksdag was gekomen, speciaal
had gekozen. Getuige ontkent dit. Hij heeft
de agenten medegenomen, die het dichtst bij
hem stonden.
Dr. SackDus u hebt niet drie dagen vooraf
afgesproken?
Getuige lacht en ontkent dit.
De zitting wordt vervolgens tot heden mor
gen verdaagd.
De rechter was naar een groote tafel ge
loopen, die midden in de kamer stond en bij
deze woorden van den jongeman, wierp hij
een tweeden blik op hem, doch zette zijn wan
deling naar de tafel voort Maar toen hij deze
bereikte, glimlachte hij, liet zich in een stoel
glijden en wees den jongeman een anderen
aan.
„Ik heb je verwacht", zei hij, nadat hij'
gezeten was. „Neem een stoel". Hij wachtte
tot de jongeman een stoel tegenover hem
naar zich toe getrokken had. toen boog hij
zich over de tafel heen en stak zijn hand uit
om hem te begroeten. „Ik ben blij je te zien",
vervolgde hij vriendschappelijk. Hij hield de
hand van den jongeman een oogenblik vast,
waarbij hij deze laatste strak in de vastbe
raden oogen keek, blijkbaar om hem te taxee-
ren voor hetgeen hij waard was. Toen liet
hij de hand los en leunde achterover, een
licht glimlachje op zijn gelaat. „Je lijkt op je
vader", zei hij.
Het gelaat van den jongeman betrok. „Ar
me vader", zei hij langzaam.
Een oogenblik heerschte er stilte; de rech
ter bestudeerde het gelaat van den jonge
man. Iets, wat hij er in zag, scheen hem te
behagen, want hij glimlachte maar werd
onmiddellijk weer ernstig.
Het spijt mij, dat je niet op tijd hier kon
zijn", zei hij. „Wij hebben je vader gisteren
begraver/'.
„Ik kon het niet klaarspelen", antwoordde
SLACHTOFFERS VAN DEN STORMRAMP. Duizenden iniooners van de verwoeste stad
Tampico in Mexico moeten een toevlucht zoeken tot primitieve barakken, die na den
typhoon in allerijl werden opgetrokken.