VOOR EER EN GEWETEN Herfstwind. Inspecteur van het Rijksdaggebouw getuigt. IjMUIDER COURANT. ZATERDAG 14 OCTOBER 19331 TWEEDE BLAD. BEVERWIJK DE PERKBEPLANTING IN HET VOORJAAR pE V. V. V. ZORGT VOOR BLOEMBOLLEN De Vereeniging voor Vreemelingenverkeer besloot in oen barer bestuursvergaderingen te trachten de gazons en perken in onze ge meente van een voorjaarsbeplanting te voor zien. Dat zou dan moeten geschieden door een beplanting met bloembollen. De sanee- ringe. welke intusschen voor het bloembollen- bedrijf wettelijk is ingevoerd, maakte, dat van de zijde van de bloemisten dit jaar be zwaarlijk de benoodigde bollen zouden kun- nen afstaan, omdat, zooals men weet een zeer belangrijk gedeelte moest worden ingeleverd ter vernietiging. De verschillende „sanee- rings-instantis" moesten worden doorloopen. Om°tenslotte gedaan te kunnen krijgen, dat onze perken in het a.s. voorjaar zullen kunnen prijken met bloeiende tulpen en hyacinthen. Met veler medewerking mocht het tenslotte gelukken voor het gestelde doel 25.000 bloembollen naar Beverwijk te krijgen, die weldra zullen worden geplant. Met mede werking van den controleur den heer P. v. d. ploeg vooral konden Donderdag bij de inle vering op „Assumburg" pl.m. 30 manden bloembollen worden in ontvangst genomen. Openbare Werken zorgde voor het vervoer en onze onvolprezen „Dienst voor de plant soenen" naar de voorraad onder zijn hoede. De saneering heeft in ieder geval deze goede zijde, dat onze gazons na den bloeitijd niet zullen worden ontsierd door stervend gewas, want zoodra de bloeiperiode voorbij is, moe ten de bollen toch onmiddellijk worden ver nietigd en kan onmiddellijk weer over de per ken worden beschikt voor de zomerbeplan- ting. TUINBOUW- EN PLANTKUNDE. De plaatselijke afdeeling van de Kon. Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde hield in het Veilingsgebouw „Centrum" een ledenvergadering. Ingekomen was een schrij ven van het gemeentebestuur van Velsen, waarin werd toegezegd, dat getracht zal wor den zooveel mogelijk te voorkomen, dat steun trekkers met bloemen venten. Betreffende deze aangelegenheid zal samenwerking wor den gezocht met de besturen van de Bloe- menkweekersvereeniging „.Flora" en „Ons Belang". Medegedeeld werd, dat op Donder dag 26 October in de bovenzaal van het vei- lingsgebouw „Kennemerland" een filmavond zal worden gehouden, waarop films zullen worden vertoond, die betrekking hebben op het bemestingsvraagstuk, in het bijzonder de kali-bemesting voor den tuinbouw. De heer Balk uit Amsterdam zal de films toelichten. Nadat de voorzitter met enkele vriendelijke woorden de prijzen had uitgereikt van de op 27 Juli gehouden keuring werd de beschrij vingsbrief voor de algemeene vergadering behandeld. Als afgevaardigden naar deze vergadering, welke te Wageningen zal worden gehouden, werden benoemd de hee- ren B. Heijnekamp en H. C. v. d. Colk. De inzendingen fruit, groenten en bloemen werden vervolgens gekeurd door een uit de vergadering benoemde commissie gevormd door de heeren A. v. d. Wel, J. Steyn, C. Broeze, en J. Dijkema, die daarvoor punten toekenden. Over eenige inzendingen werd een gedachtenwisseling gehouden, waarna de ver gadering werd gesloten. MUZIKALE RONDGANG. Zooals wij reeds berichtten zal heden Zaterdagavond, de Beverwijkscbe Harmonie kapel een muzikale rondgang maken door de gemeente, waarbij getracht zal worden het resteerende aantal loten van de Paarden- verloting, georganiseerd door de Harddraverij vereeniging „Beverwijk en Omstreken" te piaatsen. De aandacht dient er op te worden gevestigd, dat de baten van deze verloting voor een belangrijk deel ten goede komt aan allerlei nuttige plaatselijke instellingen. Het vorig jaar vormde dit zelfs een bedrag van ruim f 100. Indien de poging die hedenavond wordt ondernomen slaagt, dan zal dit bedrag zelfs tot ongeveer f 100 kunnen worden opgevoerd. Het is dan tevens niet onwaarschijnlijk te achten, dat de trekking, welke aanvankelijk was bepaald op 26 October, nog zal kunnen worden vervroegd. De vroolijke marschmuziek van de Bever- wijksche Harmonie kapel zal de „menigte" tot het koopen van loten moeten inspiree- ren. Dat doen trouwens dag aan dag ook de fraaie prijzen, die in de Sneltax-etalage naast het postkantoor in onze hoofdstraat zijn geëtaleerd. VERGADERING VAN HET CRISISCOMITé. Vrijdagavond vergaderde ten Raadhuize het Plaatselijk Crisiscomité onder voorzit terschap van den heer Ir. K. Moens. Voor den aanvang der vergadering heeft de voorzitter enkele woorden gewijd aan de na gedachtenis van wijlen oud-burgemeester Jlir. J. C. W. Strick van Linschoten, die eer tijds voorzitter van het Crisiscomité was en die in die functie steeds de belangen van het comité heeft weten te behartigen. FEUILLETON door CHARLES ALDEN SELTZER. 3) Haar gelaat verbleekte een weinig, toen zij zag, dat de groote man overeind ging zitten en om zich heen staarde. Hij stond op en zwaaide een oogenblik duizelig heen en weer toen zocht zijn blik den jongeman en ves tigde zich met boosaardigheid op hem. Zijn rechterhand gleed naar zijn holster en toer hij daar geen wapen vond keerde hij zich om, zocht en vond het, waarop hij, met het wapen in de hand, terugkeerde naar een plek vlak bij den jongeman. Toen hij daar staan bleef was er weer beweging en de halfbloed stond overeind en greep naar zijn revolver. jongeman dook. gereed om toe te springen en de groote man sprak op scherpen toon te gen den halfbloed. .Laat dat!" zei hij snauwend. „Bemoei je toot je eigen zaken!" Toen scheen hij te mer- ken, dat de halfbloed ook overweldigd was Daarvoor bracht de voorzitter hem nog dank en eerbiedige hulde aan zijn nagedach tenis. De leden hebben deze woorden staande aangehoord. De voorzitter richtte vervolgens eenige woorden van welkom tot Mevr. Scholtens, die presidente van het Damescomité werd en die een zeer welkome kracht is. Een voorstel, om burgemeester H. J. J. Scholtens uit te noodigen het voorzitter schap van het plaatselijk Crisiscomité te aan vaarden verwierf de algemeene instemming der vergadering. Vervolgens kwam in behandeling de reke ning van inkomsten en uitgaven over het tijdvak 1 October 19321 Juli 1933. De ontvangsten hadden bedragen f 4801,93, waaronder een bijdrage van f 400 van het Na tionaal Crisiscomité en f 4401,93 aan overige bijdragen. Met groote erkentelijkheid werd ook gewag gemaakt van de gift van f 100 van de directie van Haarlem's Dagblad, geschon ken bij gelegenheid van het gouden jubileum. Onder de uitgaven vormde de verleende steun natuurlijk de grootste post. Daarmede was een bedrag van f 4250,65 gemoeid. Aan het Nationaal Crisis Comité werd f 353,62 af gedragen, het nadeelig saldo van 1 October 1932 vorderde nog een bedrag van f 77,62, terwijl tenslotte nog f 212,90 aan onkosten werd betaald. In totaal bedroegen de uitga ven f 4894.79, zoodat het nadeelig saldo op 30 Juni f 92,86 groot was. De rekening was door de heeren H. A. J. J. v. d. Bergh en C. Dingier Jr. gecontroleerd en volkomen in orde bevonden. Den penning meester, notaris J. H. Bremmers, werd onder dankzegging voor zijn zorgvuldig beheer dé charge verleend. Vervolgens werden nog besprekingen ge voerd over de z.g.n. A- en B-steun, terwijl te vens middelen werden beraamd, om tot ver meerdering van inkomsten te komen. Het bestuur zal dit nog nader onder de oogen moeten zien, maar als vaststaand kan wel worden aangenomen, dat in den a.s. winter heel wat noodig zal zijn, om ook maar eeni- germate in den ergsten nood te kunnen bij dragen. Deken Lucassen bepleitte de wen- schelijkheid van steunverleening aan werkge vers, die in moeilijkheden zijn geraakt en die daardoor genoodzaakt worden hun per soneel te ontslaan. Door hen in staat te stellen hun arbeiders aan het werk te hou den, zou deze wijze van steunverleening zeer zeker als werkverruiming mogen worden aangemerkt. De deken gaf in overweging de verschillen de plaatselijke crisis-comité's voor dit denk beeld te interesse eren, waardoor deze aan gelegenheid dan gezamenlijk onder de aan dacht van den betrokken minister zou kun nen worden gebracht. Nadat van de rondvraag nog door enkele leden gebruik was gemaakt, werd de verga dering met een woord van dank voor de betoonde belangstelling door den voorzitter gesloten. Het bestuur van de plaatselijke Esperanto- afdeeling verzoekt ons opname van het vol gende: ESPERANTO-CORRESPONDENTIE. „Wanneer denkt u, zal ik met buitenland- sche Esperantisten kunnen correspondee- ren?" Reeds bij de eerste lessen stellen zeer veel cursisten deze vraag. Het lijkt ons daarom niet onaardig ditmaal eens een lid der Be- berwijksche arb. Esperantovereeniging te la ten vertellen over zijn correspondentie. Het is reeds verscheidene jaren geleden en ik was nog maar een nieuwbakken Esperantist; het leerboek, bestaande uit 20 lessen was nog niet eens geheel door mij doorgewerkt! Het verlangen om te correspondeeren werd mij echter te machtig, dus verzocht ik onzen leeraar mij een adres van een buitenlandsche Esperantist te verschaffen. Aldus gebeurde. Ik kreeg een adres van een Russischen esperantist welke uitgeweken was naar Riga. Oef, als ik nu nog terugdenk aan m'n eersten brief! Enfin, de brief kwam toch gereed en bereikte zijn bestemming. M'n cor respondent was echter een puikbeste es perantist. We wisselden heel wat brieven en bij eiken brief wees hij mij op de door mij ge maakte grammaticale fouten. Zoodoende had ik, buiten den leeraar van onze cursus ook nog een leeraar in Catvia! Toen wij wat intiemer werden verzocht hij mij eens hem een leerboek voor stenografie te zenden. Al- zoo zond ik hem 'n leerboek voor stenografie „Groote". Daar hij echter geen Nederlandsch kende heb ik getracht, zoo goed en kwaad als het ging, de verschillende regels in Esperanto te vertalen. In zijn volgenden brief schreef hij, dat hij mij nogmaals een verzoek wilde doen, doch thans in stenografie! Voor hem was dit tevens een proefneming. Het in steno geschreven verzoek kon ik, hoewel er eenige fouten waren, goed lezen. Zijn verzoek was, hem eenige inlichtingen te willen ver strekken over een zoo juist uitgekomen Es- peranto-werk van onzen landgenoot Bult huis. Bedoeld boek heb ik hem toegezonden. Als tegengeschenk stuurde hij mij een Rus sisch Esperanto woordenboek. Een prettige herinnering is nog steeds voor mij mijn correspondentie met een Japansch Esperantist uit Tokio. Door zijn bemiddeling toch verkreeg ik 'n zeer belangrijk werk over de olifantshuidziekte in het Oosten. Tevens ontving ik zeer uitvoerige mededeelingen geworden, want hij keek naar den laatste, zag het stof op zijn kleeding en grinnikte veelbeteekenend. „Hij heeft jou ook te pakken gehad, is het niet, Yuma?" Zijn grove gelaatstrekken ver trokken zich tot een spottenden grijns, toen hij den jongeman aankeek. „Mij neergeslagen!" zei hij met een zachte stem. „Mij bewusteloos geslagen met een stomp. Yuma Ed ook neergeslagen!" Hij deed nog een stap in de richting van den jonge man en hield hem scherp in het oog, terwijl er iets glinsterde in zijn oogen, wat veel op vermaak leek. Toen trad hij achteruit. „Ik zal je niet neerschieten", zei hij. „Ik heb zoo'n idee, dat jij en ik elkander nog eens zullen ontmoeten". Er was een bedrei ging in zijn stem, toen hij vervolgde: „Als ik je neerschoot, zou je niet half krijgen, wat je verdient. Onthoud dat, jongmensch als ik je neerschoot, zou je niet half krijgen waar je recht op hebt". Hij trad terug van den jongeman en ver wees de anderen naar de deur, waardoor zij hem ter hulp gesneld waren en zij gingen zonder protest, langzaam een voor een naar binnen. De groote man wachtte lang genoeg om den jongeman nog eens aan te kijken. „Mij neergeslagen!" zei hij, alsof hij dr waarheid nauwelijks kon begrijpen: „mij be wusteloos geslagen met een stomp!" Hij lachte, waarbij zijn ruwe trekken zich ver wrongen in een zonderlinge uitdrukking. 't Milde zomerweertje toefde Langer dan normaal dit jaar, Meestal was 't opeens verdwenen, Nu viel blijkbaar 't afscheid zwaar. Maar 't raakt nu toch afgeloopen, Als ik me niet zeer vergis, Daarop wijst de nieuwe onrust, Die er dezer dagen is. De bekende forsche herfstwind, Die soms tot een stormvlaag wordt, Blaast de laatste zomerresten In een krachtig tempo vort. Nou wij zijn gewend aan winden, Waar je tegenin moet gaan, En wij hebben kunnen leeren, Hoe ertegen schrap te staan. En wij weten, wat wij moeten, Als hij onzen voortgang stuit. Niet versagen, ook al dringt hij Ons zelfs tijdlijk achteruit Maar de winden die behooren, Bij het jaar lij ksch herfstgetij, Daarop past het „laat maar waaien" Die gaan wel vanzelf voorbij. P. GASUS. omtrent een religieuze secte in het Oosten. Hoewel deze secte haar leden bij duizendtal len telt is ze, zooals mij later na onderzoek bleek, hier in ons land geheel onbekend. Verder heb ik nog gecorrespondeerd met Esperantisten uit Australië, Spanje, Portu gal. Frankrijk, Engeland, Hongarije, Zweden, Duitschland en Tsjecho-Slowakije. Waarover wij correspondeerden? Och over alles! Over den werktijd, toestanden in werk plaatsen, huisvesting, enz. Ook zonden we elkaar staatjes met prijzen van de voornaam ste levensmiddelen, kleedingstukken, enz. Geestelijk is Esperanto voor mij steeds een groot voordeel geweest. Wat ik met al die brieven, kaarten, enz. doe? Wel, die vinden een plaatsje in onze tentoonstellingskist en gaan van plaats tot plaats. Door het correspondeeren met buiten landers verkrijgt men een ruimer en alge meen inzicht over verschillende problemen. DE NIJPENDE NOOD IN DEN TUINBOUW VERZOEK OM STEUN AAN DE GEMEENTEN De plaatselijke afdeeling van den R.K. Dioc. Land- en Tuinbouwbond en de afdeeling Wijk aan Duin van den Neutralen Boeren- en Tuindersbond hebben aan de gemeenteraden van Beverwijk, Velsen en Wijk aan Zee en Duin een adres gezonden van den volgenden inhoud: Ondergeteekenden: Jac. Weteirings en R. L. Poelmann, resp. voorzitter en secretaris van den R.K. Diocesanen La.nd- en Tuinbouwbond afdeeling Beverwijk en Omstreken; en Jac. Davidson en G. v. d. Outenaar, resp. voorzit ter en secretaris van den Neutralen Boeren- en Tuindersbond, afdeeling Wijk aan Zee en Duin en Omstreken, nemen hiermede beleefd de vrijheid u te verzoeken, aan de tuinders, die een daartoe strekkend verzoek richten, evenals vorige jaren een geldelijke ondier- steuning van gemeentewege te verschaffen en deze uïtkeering wederom te doen plaats hebben aan de kas van de Vellingen. De aanvragende organisaties zagen in voor komend geval gaarne een commissie uit hun midden benoemd in overleg met de gemach tigden van uw gemeente, welke commissie regelend en adviseerend zal kunnen optreden Met den nieesten aandrang wordt ook door ondergete ekenden, namens hun organisaties beleefd verzocht, bij een eventueele vaststel ling der uitkeering t.z.t. rekening te willen houden met de grootte van het gezin. De toestand te schetsen, waarin de zoo nij vere tuindersbevolking verkeert, behoeft niet Plotseling keerde hij zich om en verdween door de deur, waardoor de anderen naar bin nen gegaan waren. Een oogenblik stond de jongeman hem na te kijken. Toen keerde hij zich om en zag de vrouw naast haar pony staan, terwijl zij hem met ernstige oogen aankeek. „Dank je!" zei ze. Hij ving een vluchtigen glimlach op en toen zat zij in het zadel, ter wijl haar pony door de straat naar het sta tion draafde. Een oogenblik keek de jonge man haar na en toen keerde hij met een glimlach terug naar zijn valiezen waarop hij verder liep naar het gerechtsgebouw, dat hij in de verte zag. HOOFDSTUK II. Het vee. Het gerechtsgebouw was een laag steenen huis met één verdieping, een flink eind van de straat af staande. Het was blijkbaar pas gebouwd, want een verzameling rommel, dooi de werklui achtergelaten, lag nog in de buurt over den grond verspreid. Een houten trot toir leidde van de straat naar den breeden. boogvormigen ingang. Van de trap kon men door de straat het station en de andere ge bouwen in het zonlicht zien liggen, besmeurd met het stof van verscheidene droge dagen. Behalve de pony's, hot rijtuigje en prairie schoener, was er niet het minste leven of be- meer tot de taak van ondexgeteekenden ge rekend te worden. Slechts dient nog opgemerkt te worden, dat de uitkeering ingevolge de Tuinbouwsteunwet 1932 den naam van „steun" niet verdragen kan, terwijl de te verwachten uitkeering over 1933 nog minder zal zijn. Indien met deze komende steun straks z.g. de bedrijven voort gezet zullen moeten worden, zal het blijken, dat deze ten eenenmale onvoldoende is of wellicht, zooals het vorig jaar gebeurd is, door derden geïncasseerd. HAVENBEDRIJF. De Nederlandsche motortjalk Antilope is van Londen aangekomen met een lading gas- aarde voor dc N.V. Chemica. Het schip is vanaf Vlissingen binnen door gekomen. PERSONALIA. Te 's-Gravenhage slaagde voor het examen Wiskunde M.O., akte K„ de heer J. R. de Bock te Baverwijk. DE WERKLOOSHEID. DE STIJGING DUURT VOORT Met het naderen van den winter begint de werkloosheid weer meerdere slachtoffers te maken. Ook de opgave van de thans eindigen de week vertoont wederom een hooger eind cijfer. Bij den gemeentelijken dienst der werk loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling stonden in totaal 634 werkzoekenden inge schreven tegen 598 in de vorige week. Voor de drie bij den dienst aangesloten gemeenten waren de cijfers: Beverwijk 333 (vorige week 317), Wijk aan Duin 203 (198) en Heemskerk 98 (83). De werkloosheid deed zich gelden in onder staande vakgroepen Beverwijk: Drukkers 5, letterzetters 1. be hangers 2, betonvlechters 4. betonwerkers 7, Marmerbewerkers 1. marmerpolijsters 2, grondwerkers 42 metselaars 9. opperlieden 12, schilders 7, spoorJeggers 1, steenhouwers 1, stucadoors 3, timmerlieden 4, kleermakers 1, kappers 1, schoenmakers 1, bankwerkers 2. carosseriemakers 1, electriciens 3, handlangers 2, koper- en blikslagers 3, lasschers 1. lood gieters 1, machinisten 9, machinedrijvers 2 metaalbewerkers 4, monteurs 2, soldeerders 1. stokers 9, voorsla a r.ders 1. vuurwerkers 1. bakkers 3, sigarenmakers 11, sorteerders 2. landarbeiders 23. reizigers 1, teekenaars 2, chauffeurs 5, expediteurs 1, kellners 2, winkel bedienden 4. schippers 3, voerlieden 2, incas seerders 4, kantoorbedienden 4, dienstboden 7. werksters 6, losse arbeiders 98. uitvoerders 1, totaal 333 (317). Wijk aan Duin: Betonwerkers 4, grondwer kers 36, metselaars 1, opperlieden 6, schilders 1, timmerlieden 6. stoffeerders 2, bankwerkers 10, carosseriemakers 1, electriciens 1, hand langers 4, klinkers 2, koper- en blikslagers 4, lasschers 1, machinisten 3, machinedrijvers 1, metaalbewerkers 6 monturs 3. plaatwerkers 2. smeden 1. stokers 5. bakkers 2, sigaren makers 3. slagers 1, landarbeiders 20, teeke naars 2, chauffeurs 5, kellners 3, lijnwerkers 1, winkelbedienden 1, incasseerders 2, kantoor bedienden 5, onderwijzers 1, dienstboden 5. werksters 3, losse arbeiders 49, totaal 203 (198). Heemskerk: Betonwerkers 3. betonvlechters 2, grondwerkers 16, metselaars 1. opperlieden 1, schilders 2, timmerlieden 3, monteurs 1, landarbeiders 28, chauffeurs 2, kantoorbe dienden 1, dienstboden 1, losse arbeiders 37. totaal 98 (83). VOOR DE WERKLOOZEN. Evenals in den vorigen winter zullen ook in den a.s. winterperiode de R.K. werkloozen een aangenaam en prettig verblijf kunnen vin den in de St.-Jozefzaal aan den Arendsweg, die daartoe door pastoor P. J. v. d. Pavoordt welwillend is beschikbaar gesteld. Materiaal voor timmer- en figuurzaagwerk zal wor den aangeschaft. weging te bespeuren, een opvallend contrast met de drukke steden, waaraan de jongeman gewoon was geweest. Hij liep snel over het houten trottoir, ging het gerechtsgebouw binnen en bleef voor een deur staan, waarop het opschrift stond: „United States District Court. J. Blackstone Graney". De jongeman zet zijn valiezen neer, veegt zijn voorhoofd af met zijn zakdoek, trekt een gezicht tegen het stof dat zich af- teekent op het linnen, nadat hij dit gebruik te en klopt dan zacht, maar flink, op de deur. Een stem daar binnen antwoordt hem onmid dellijk om „binnen te komen". De jongeman draaide, met een glimlach van voldoening de kruk om en opende de deur, waarna hij op den drempel staan bleef. Een man zat voor een der ramen en keek uit over het uitge strekte, droge, door de zon verschroeide land. Toen de jongeman binnen kwam, keerde hij zich om en stond langzaam op, blijkbaar wachtte hij, dat zijn bezoeker het woord zou nemen. Hij was een kleine man, niet zwaar, maar stevig gebouwd, duidelijk den indruk gevende van een onverstoorbare kalmte. Toch was er een zekere gloed in zijn oogen, die getuigden van een werkzamen analytischen geest. Alles aan hem sprak van gerechtelijke waardigheid. De jonge man booa eerbiedig. „Is u Rech ter Graney?" vroeg hij. De rechter knikte en de jongeman glim lachte even. „Ik ben Kent Hollis", zei hij. Minstens zes of acht man moeten er geweest zijn'*, In het voortgezette getuigenverhoor van het Rijksdagbrand-proces werd aan den hoofd-inspecteur van het Rijksdaggebouw Soranowicz gelegenheid gegeven te vertellen van zijn ervaringen op den veelbewogen avond. Hij verklaart, dat hij volkomen op de hoogte is van het gebouw en de inrichting. Hij kan steeds te weten komen, wie van de afgevaardigden nog aanwezig is, daar de na men op het bureau van aanmelding nauw keurig worden opgeschreven. 27 Februari, aldus getuige, heb ik het ge bouw om kwart voor drie verlaten, nadat ik eerst de gebruikelijke controle-ronden had gemaakt. Ik ben tusschen tien uur des mor gens en twaalf door de groote zaal gegaan, zonder iets verdachts te zien. Tegen negen uur des avonds ben ik gaan eten in mijn wo ning die aan den Reichstagsufer is gelegen. Tegen 9.15 heb ik de sirene van de brand weer gehoord. Ik heb den nachtparticr di rect telefonisch gevraagd, wat r gebeurd was, waarop deze antwoordde: Brand in de koffie kamer. Ik ben toen zelf hard naar het Rijks daggebouw geloopen. De president: De nachtportier heeft ge zegd, dat hij u heeft opgebeld. Getuige: De portier heeft in zijn opwinding het nummer opgebeld, dat slechts te berei ken is, als de centrale nog werkt. Voordat ik mijn huis verliet, heb ik mijn zoon en vrouw opgedragen den voorzitter van den Rijksdag cn de politie op de hoogte te stellen. Ik heb de deur van de groote zaal openge trokken en in het korte oogenblik gezien, dat de drie gordijnen achter den zetel van den voorzitter in brand stonden. De houten be timmering had nog geen vuur gevat. Rechts en links van de stenografentafel brandden de gordijnen eveneens fel. Ook op de plaats van den voorzitter, op het spreekgestoelte en de tafel stegen rustig op laaiende vlammen op. In de ruimte voor de stenografen stegen de vlammen aan beide zijden op, Getuige vertelt vervolgens wat hij in de gang om de groote zaal heeft gezien. In een fauteuil was een brandende fakkel gestoken, die ik met den voet heb weggeduwd. Onge veer onder den luchter heb ik Van der Lubbe ontmoet, die bijna gelijktijdig door de agent werd gearresteerd. Ik heb hem toege schreeuwd, waarom hij dat had gedaan, waar op Van der Lubbe slechts zeide: Protest, pro test! De procureur-genaraal: N zou gezegd heb ben, dat er beneden nog meer daders waren. Hebt u iets gezien? Getuige: Ik heb gezegd dat niet één man dat gedaan kan hebben en dat er minstens zes of acht geweest moeten zijn. Dat was echter slechts een vermoeden. Gezien heb ik niets. Volgens mijn eigen overtuiging kon in dien korten tijd niet één man dien brand stichten. Ik kan niet zeggen, wat er met het voor werp is gebeurd dat ik voor een fakkel heb gehouden. Het kon geen fakkel van de brand weer zijn, want ik was er eerder dan de brandweerlieden. Van tocht heb ik niets ge merkt. Getuige wordt dan geconfronteerd met Pöschen, die heeft gezegd, dat hij de door hem geschilderde indrukken van de groote zaal had opgedaan, toen hij te zamen met Soranowicz de zaal binnenkeek. Beide getui gen houden zich aan hun verklaringen. Laatstgenoemde getuige deelt dan op ver schillende vragen mede, dat hij geen enkelen beambte heeft ontslagen. In de pers heeft, naar getuige werd medegedeeld, gestaan, dat het ontslag op buitengewone wijze is ver leend en dat de beambten er zelfs tegen ge protesteerd hadden. Getuige: Ik heb geen bevoegdheid beamb ten een buitengewoon verlof te verleenen en ook niet gehoord, dat iemand anders beamb ten of arbeiders op dien dag verlof heeft ver leend. De vraag van dr. Sack of na 30 Jan. 1933 het personeel was gewijzigd, beantwoord de getuige ontkennend. De procureur-generaal: Er is eens beweerd, dat het niet mogelijk is, dat iemand brand materiaal binnen het gebouw bracht, omdat u speciaal op de communistische fractie lette en de kasten controleerde. Getuige: Ik heb daarvoor niet de bevoegd heid. Als ik eens gedwongen was een kast open te maken, heb ik het nooit alleen ge daan. Onderzoekingen zijn slechts door de recherche verricht. Ik behoor tot geen enkele politieke partij. Dr. Sack stelt den inspecteur van politie Lateit een aanvullende vraag. Er is beweerd, dat Lateit de drie agenten, met wie hij het eerst in den Rijksdag was gekomen, speciaal had gekozen. Getuige ontkent dit. Hij heeft de agenten medegenomen, die het dichtst bij hem stonden. Dr. SackDus u hebt niet drie dagen vooraf afgesproken? Getuige lacht en ontkent dit. De zitting wordt vervolgens tot heden mor gen verdaagd. De rechter was naar een groote tafel ge loopen, die midden in de kamer stond en bij deze woorden van den jongeman, wierp hij een tweeden blik op hem, doch zette zijn wan deling naar de tafel voort Maar toen hij deze bereikte, glimlachte hij, liet zich in een stoel glijden en wees den jongeman een anderen aan. „Ik heb je verwacht", zei hij, nadat hij' gezeten was. „Neem een stoel". Hij wachtte tot de jongeman een stoel tegenover hem naar zich toe getrokken had. toen boog hij zich over de tafel heen en stak zijn hand uit om hem te begroeten. „Ik ben blij je te zien", vervolgde hij vriendschappelijk. Hij hield de hand van den jongeman een oogenblik vast, waarbij hij deze laatste strak in de vastbe raden oogen keek, blijkbaar om hem te taxee- ren voor hetgeen hij waard was. Toen liet hij de hand los en leunde achterover, een licht glimlachje op zijn gelaat. „Je lijkt op je vader", zei hij. Het gelaat van den jongeman betrok. „Ar me vader", zei hij langzaam. Een oogenblik heerschte er stilte; de rech ter bestudeerde het gelaat van den jonge man. Iets, wat hij er in zag, scheen hem te behagen, want hij glimlachte maar werd onmiddellijk weer ernstig. Het spijt mij, dat je niet op tijd hier kon zijn", zei hij. „Wij hebben je vader gisteren begraver/'. „Ik kon het niet klaarspelen", antwoordde SLACHTOFFERS VAN DEN STORMRAMP. Duizenden iniooners van de verwoeste stad Tampico in Mexico moeten een toevlucht zoeken tot primitieve barakken, die na den typhoon in allerijl werden opgetrokken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5