MET ONS ORGEL OP STAP.
VOOR EER EN GEWETEN
„DE ECONOOM"
IJMUIDER COURANT. DINSDAG 24 OCTOBER 1933
TWEEDE BLAD.
Daar waar Amsterdam leeft.
Auditorium.
en langs 'n vettig touw worden wij in een lo-
kaal geleid waar men vreemden liever ziet
gaan dan komen. Wij betreden de groote
kantoren waar men zich schaamt om den
orgeldraaier aan te zien, en waar men zich
nog meer schaamtomdat men met een
kort hoofdschudden te kennen geeft ,.dat er
niets wordt gegeven".
Doch niet alleen in de groote kantoren
wordt dit gezegd. Een stamgast van een
obscure kroeg, met 'n glas alcohol voor zich en
twee leege glazen op den hoek van de toon
bank, beweert dat hij nog geen cent had
verdiend, en dat hij werkelijk niets had te
missen. „Kom morrege maar weer es te
rugnoodt hij. en buigt zijn rooie
drankgezicht over den borrel.Gulzig laat hij de
vloeistof door zijn keelgat verdwijnen, in
het besef dat-ie toch heusch niets kan mis
sen. De heer aan het tafeltje in den hoek
hebben wij laten zitten: hij heeft een boord
om met scherpe punten, en reeds uit de verte
maakt hij een afwerend gebaar dat eiken
aanval op zijn koperen cent in de kiem
smoort.
Maar onze tocht begint hier pas. dat blijkt
reeds spoedig. Tientallen ontmoetingen be
leven we, en evenveel ervaringen doen wij
op. Van aangenamen en anderen aard, doch
zonder uitzondering belangwekkend.
W SCH.-K. PK.
Mevrouw!
De Betere Schoenreparatie wint.
GENAAID rep. zonder prijsverhooging.
DAMES ZOLEN EN HAKKEN 1.15
HEEREN ZOLEN EN HAKKEN1.50
(Adv. Ingez. Med.)
JACHT OP KIPPENDIEVEN.
cligen te Batavia, uit welke beide functies
hem in 1913 eervol ontslag werd verleend.
Toen werd mr. Creutzberg ter beschikking
gesteld van den directeur van onderwijs en
eeredienst, waarop 2 December 1914 zijn be
noeming volgde tot secretaris van dit depar
tement. Na eerst tijdelijk belast te zijn ge
weest met het directeurschap, werd hij eind
1917 definitief als directeur van onderwijs
benoemd.
Het is de verdienste van mr. Creutzberg
geweest dat hij ernaar gestreefd heeft een
stelsel te brengen in het grootelijks ver
brokkelde Indische onderwijs.
In 1923, onder de landvoogdij van mr.
Fock is mr. Creutzberg benoemd tot lid van
den Raad van Indïë en een jaar later tot
vice-president, als hoedanig hij in 1929 door
den heer Welter is opgevolgd.
POSTJAGER VERTREKT
NOG NIET.
VERKOOP VAN DEN POSTZEGEL
UITGESTELD.
In tegenstelling met hetgeen in sommige
dagbladen is vermeld, vestigt het Studie-
Comité Snelpost. Nederland—Indië er de aan
dacht op, dat het tijdstip van vertrek van dén
Postjager nog niet is vastgesteld. 31 October
zal hij nog niet vertrekken.
Het vliegtuig is nog niet geheel gereed en de
proeven voor het verkrijgen van het certifi
caat van luchtwaardigheid moeten nog aan
vangen. De verkoop van den specialen post
zegel is uitgesteld.
Alhoewel men alle vertrouwen heeft, dat
zich bij het verdere gereedmaken van het toe
stel en deze proeven geen bijzondere moeilijk
heden zullen voordoen, is het tijdstip, waarop
het toestel voor de vluchten gereed zal zijn,
niet eerder vast te stellen dan nadat die proe
ven zijn geëindigd.
Eerst, dan zal door het Studie-Comité de
definitieve datum van vertrek van het vlieg
tuig worden bepaald en voldoende tijd van
tevoren worden gepubliceerd.
DE KELDERS EN DE SALONS VAN
DEN ZEEDIJK.
Incognito.
Wij huurden het orgel op Kattenburg.
Er is een smalle brug en een breede gracht
jnet een molen in een wat wazige verte, als
afsluiting. Daarachter ligt Kattenburg, het
eiland.
De huizen op Kattenburg zijn zoo eigen als
alle andere Amsterdamsche huizen. Zij dra
gen een weelde van ranke kroonlijsten, hoog
en laag, en spits en gebogen, zoo verbrokkeld
en afwisselend als de tierlantijnen van het
orgel. En ook zoo sierlijk. Het orgel past daar
om in het leven van Amsterdam en in het
leven van Kattenburg, het is er één mee ge
worden, zooals wellicht nimmer een ornament
in het stadsbeeld één werd met de stad zelve.
De cadansen van het orgel zijn de cadansen
van de immer levende gevellijnen, Amsterdam
leeft met en ook door het orgel.
Wij gaan rond langs de cafés en verzamelen
'de eerste ervaringen. De eerste ervaring is, dat
er veel cafés zijn in Amsterdam, zeer veel. Er
zijn momenten, waarop men op zijn arbeids
terrein terugblikt, en men krijgt den indruk,
dat er straten zijn van louter drinklokalen.
Het is een valsche indruk, want er zijn ook
iwinkels en strijkerijen en werkplaatsen, waar
men sigaren draait, maar in elk geval is er
ook geen straat zónder café.
Wij huurden het orgel in de intimiteit van
'een achterkamer, die men bereikt na een
Amsterdamsche trap, waarvan ge de gladde
leuning vastklampt, gelijk men zich klampt
aan het leven in deze steile omstandigheden.
Indien er een huurcontract was geweest voor
het orgel, dan zou het als partijen genoemd
hebben ons tweeën van dit blad eenerzij ds en
Oome Hein en Tante Leen anderzijds. Oome
Hein en Tante Leen zijn de beheerders van
het orgel, zij het, dat ze er niet de eigenaars
van zijn, want Amsterdamsche orgels behoo-
ren aan Warnies. Dit is traditie, de orgels be
hoorden aan Warnies', toen de vergulde fron
ten nog prijkten met poppen, die de armen op
en neer bewogen op de maat en die een lust
waren voor het oog; zij behoorden aan War
nies toen de poppen ten offer vielen aan de
belangstelling der kinderen, die de gewrich
ten van de armen doorprikten, en de tierelan
tijnen aan den tijdgeest, die strakheid van
lijn vraagt en eenvoud eenvoud ook in or
gels, welk een vergissing was dit. De Warnie-
sen leven nu stil op huizen buiten de stad,
aangezien de poppen hun armen niet op en
neer bewogen zonder profijt aan te brengen,
maar leden van dezelfde familie wonen nog
in de stad en hebben orgeifabrieken in de
meest karakteristieke gedeelten, zoodat van
de meeste orgels het frontispiece nog den
naam draagt, die in de historie van het
straatorgel met even gulden letteren prijkt als
wij bewonderen op het front van dit ons eigen
orgel. En die in Amsterdam evenveel roem
draagt als in België de naam der Limonaires,
de uitvinders van 't draaiorgel.
Intusschen, terwijl de orgelverhuuxderij
mettertijd een roemrijk vak werd, dat der or
geldraaiers bleef van bescheidener proporties,
en terwijl wij met den orgelver huur der moeite
hebben om een middag te bespreken, omdat
hij meent, dat één middag niet aanhaalt, is
de orgelbaas gevleid met zijn huurders en be
reid om een middag vacantie te nemen, om
hunnentwille. Hetgeen de relativiteit bewijst
tusschen wat aanhaalt bij den orgelverhuur-
FEUILLETON
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
11)
Enkele verschrikkelijke seconden zat Hol
lis in het zadel terwijl de wereld om hem
heen draaide en de rotsen en klippen een
fantastischen dans uitvoerden. Moed had
hij, dat was zeker: hij was al voorbereid
geweest op den dood, toen hij tegenover het
geweer van den man stond, maar hij had ge
dacht dat de man in het volle bezit van zijn
zintuigen was. Zoo'n dood zou al erg genoeg
zijn geweest, maar om gedood te worden
door de hand van een geestelijk onevenwich
tig manDat leek iets heel anders, ontzettend
onwezenlij'k net een vreeselijke nacht
merrie.
Het duurde eenige seconden voor hij zijn
zelfbeheersching terug kreeg en toen ging hij
vast in het zadel zitten, terwijl hij zich in
een opwelling van bitteren ironischen humor
voorhield dat de dood door de hand der krank
2innige niet erger kon zijn dan de dood door
der en wat aanhaalt bij den orgelbaas; en
voor die relativiteit is reden.
Wij moeten een basis hebben om het eens
te worden over den prijs. Hij wordt gelegd als
Tante Leen ae zakken van haar schort uit
schudt over de tafel, zoodat het roode licht
van de lamp valt op een berg van geldstuk
ken, koperen centen en een enkel stukje zilver,
de opbrengst van den dag. Ze hebben met het
orgel gereden van 's morgens negen tot des
avonds vijf en ge zoudt meenen. dat de ver
dienste van zulk een vollen dag niet slecht
was. Ge baseert u op de goedgeefschheid der
menschcn, maar ge kent de menschen niet en
ge kent het vak niet en de baas kent het wel.
Hij telt de centen met vaardigheid en gevoel
in de toppen zijner vingers, de halve stuivers
en de stuivers gaan er uit en de dubbeltjes als
ze er zijn. en de rest neemt hij bij vijf tegelijk
en de halfjes telkens twee aan twee.
Twee kwartjes aan centen is een heele berg,
maar uit een berg centen gaat maar een paar
maal twee kwartjes; de baas komt tot vier-
gulden. Vier gulden voor een heele dag is niet
veel. vier gulden is een slechte dag. Het is
ook slecht met het orgel den Iaatsten tijd
heel slecht.
De opbrengst is ook hierom niet veel. wijl
vier gulden in het aan relativiteit onderhe
vige vak van den orgelbaas geen vier gulden
zijn. Daar gaat een rijksdaalder orgelhuur af,
eiken dag. zoolang het winter is. en anders
meer, zoodat cr een vijftig overblijft en in
derdaad haalt een vijftig niet aan.
Niet altijd is het zoo slecht geweest, maai
er zijn te veel orgels, door de malaise, omdat
er meer vergunningen gegeven worden en zoo
is er een tegenstelling' gekomen in de vreug
de, die het orgel in de stad brengt en de
zorg, die de vrouw van den orgelman heeft
om haar kinderen een boterham te geven, die
nochtans geen belegde boterham is, en die er
ook wel eens niet is.
Er is een tegenstelling tusschen het leven
in de stad en dat wat het orgel er in brengt en
het leven van den orgeldraaier.
De tegenstelling is schril en pijnlijk.
Wij schuiven het orgel tusschen het alle-
dagsleven van de stad en gaan de contradictie
construeeren met muziek.
Moeilijk en zwaar werk voor den niet-
vakman: Amsterdamsche bruggen zijn hoog,
en log is het orgel. Als we naar boven gaan
zetten we onze schouders eronder, om even
daarna zwaar op den duwboom te leunen, en
angstig kort schieten wij langs een winkel
ruit.
Vijf en twintig meter uit de bocht blijven
wij staan, en het gezwengel begint. De Zwarte
Zigeuner schalt door den Zeedijk, en wij
zwengelen het ronde rad, zoodat het zweet
onder de pet langs het voorhoofd druppelt.
De Zwarte Zigeuner wordt gevolgd door Ra-
mona, en dan het lied der liedenen: De
Blauwe Donau!
Rammelend roept het koperen centen
bakje de voorbijgangers aan, die weinig' zeg
gen; het zij dat ze geven of hoofdschuddend
verder gaan. En wanneer een enkele gever
iets zegt, dan komt het neer op „Ins hemels
naam vooruit dan maar wij zijn alle
maal gesjochte jongens!
Als de straat is afgewerkt zetten wij onze
schouders er weer onder, en sleepen sloffend
de hand van een redelijk wezen.
Hij keek weer op, met een uitdagend glim
lachje op zijn lippen, om te zien, dat beide,
man en geweer verdwenen waren. Onmid
dellijk zag hij zijn kans schoon en trok ei-
partij van. In een wip was hij van zijn pony;
nog een en hij was verdwenen achter een
beschuttende rots, waarna hij vrijer adem
haalde. maar nog altijd op zijn hoede. Een
poosje bleef hij in de beschutting der rots
de bewegingen van den anderen man af
wachten. Hij twijfelde er geen oogenblik aan,
of de man had, handelende volgens de een of
andere listige ingeving, zijn rotsrand verla
ten en besloop hem nu van een andere rich
ting. Hij keek voorzichtig om zich heen. Hij
dacht er niet aan om den man neer te
schieten dat zou moord zijn, want de man
was geestelijk niet aansprakelijk voor zijn
handelingen. Zijn pogingen moesten alleen
geconcentreerd zijn op het een of andere
plan om zijn leven te redden.
Maar om dit te doen begreep hij, dat hij voor
zichtig moest zijn. Wegens de onfeilbare
zekerheid van 's mans schot, zou het een ze
keren dood voor hem zijn, als hij zich een
oogenblik bloot gaf. Maar hij moest iets wa
gen. Hiervan overtuigd, keek hij om den rand
van zijn rots en wierp vliegensvlug een blik
om zich heen. De man was nergens te zien.
Hollis wachtte even en toen hij weer keek en
den man niet zag, kwam hij langzaam op de
been en bukte zich. Toen, met een plotselinge
achter den kolos aan, aan weerszijden een
man, opdat ons instrument zonder averij
door de straatnauwten geloodsd worde. Hon
derd meter verder begint het opnieuw met
dit verschil dat De Zwarte Zigeuner nu wordt
gevolgd door De Dorpsmuziek
Met centen komt het moeilijk verdiende
loon binnen, met centen, omdat de halfjes
zoo schaarsch zijn. Een stuiver geeft alleen
een rijkaard en een dubbeltje zien wij slechts
als wij negen centen moeten teruggeven.
Wanneer het ongeluk wil dat er eenige
oogenblikken eerder een concurrent is ge
weest <de zingende Volendammers bijvoor
beeld met hun trekinstrumenten, wat wij
natuurlijk een veel minder kunstige en
kunstzinnige wijze van muziek maken vinden
dan met ons orgel), dan zien we in het geheel
niets. Maar onze grootste vijand is de radio,
die ons kan overstemmen, omdat onze
zwengel-capaciteit aan grenzen is gebonden,
den.
Wij zoeken onze klanten niet alleen op de
straat, ook tri de huizen zijn er die geven
willen, en in de winkels en de café's. Ontel
baar is het aantal kroegen in deze buurt voor
al, en de de eerste die wij. binnenstappen lokt
ons door de weeë lucht van warme saucijsjes,
die den hongerigen man in de straat tot ver
twijfeling kan brengen.
Opvallend rood zijn haar lippen en intens
zwart de geverfde wenkbrauwen boven de
donker-blikkende oogen van de „buffetjuf
frouw", die moe, ljet lijkt wel levensmoe, den
orgeldraaier aanziet, die om iets te halen
binnenkomt; nergens anders voor. Soms krij
gen we één cent, heel zelden twee. en haast
altijd geen, „omdat ze zelf nog niets heeft
verdiend".
Over hardsteenen stoepen en vermolmde
houten drempels, door schuif-, draai- en
tochtdeuren, tusschen gordijnen en klap
hekjes, treden wij de vleeschwinkels en de
café's binnen, dalen wij af in schoenmakers
kelders en kuipmakerijen, stijgen wij naar
de „coffeurs poer dames" en de „saloons de
boté", vragen om een aalmoes aan den
groentenverkooper en aan den Chinees die
een half dooie kip verkwanselt, komen in de
donkere ruimten die woonplaatsen heeten
ge, roekelopze ingeving, sprong hij naar een
andere rots op een twaalf voet afstand, ieder
oogenblik verwachtende om het geknal van
een geweer te hooren. Maar hij slaagde er in
om ongedeerd de beschutting van de andere
rots te bereiken. Blijkbaar zocht de man
hem in een andere richting.
Brutaal geworden door zijn succes, besloot
hij grimmig om naar een andere rots, twin
tig of dertig voet verderop te gaan. Evenals
de eerste maal slaagde hij er in, om die
veilig te bereiken. Hij had door deze manoeu
vre een kleinen boog gemaakt, zoodat hij nu
gedeeltelijk achter de rots kon kijken, waar
achter de man zich verborgen had.
En nu hij veilig en wel de tweede róts be
reikt had, besloot Hollis om nog meer te
wagen. Hij was overtuigd, dat de man hem
vroeger of later moest zien als hij sprong. Het
beeld, dat zijn verbeelding hem hier voortoo-
verde, beviel hem niet. Daarom ging hij nu
voorzichtiger te werk. Het duurde geruimen
tijd voor hij een positie kon bereiken, waar
hij over den bovensten rand der rots, waar
achter hij verborgen zat. kon heengluren.
Maar tenslotte kwam hij zoover en liet zich
toen met een kreet van verbazing achterover
vallen. Hij had den man vluchtig gezien. Hij
lag met zijn gezicht omhoog achter den rots
wand, zijn armen uitgestrekt en zijn geweer
in het stof naast hem.
Hollis kwam in de verleiding om naar zijn
pony te snellen, op te stijgen en weg te ja-
GOEDE VANGST VAN DE POLITIE TE OSS.
De Tel. verneemt uit. Oss:
De laatste weken wordt er des nachts in
Oss en omliggende dorpen weer voortdurend
in boerderijen en hoenderparken ingebro
ken.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
ontdekten surveilleerende agenten op den
Berghemsche weg een tweetal mannen, die
tezamen op een rijwiel gezeten waren. Eon
van hen droeg een zak over den schouder.
Bij het zien van de blinkende knoopen werd
de zak weggeworpen en gingen de mannen
er met groote vaart vandoor in de richting
van het dorp Berghem. Bij onderzoek bleek
de zak een aantal kippen te bevatten, die
ongetwijfeld kort geleden gestolen moesten
zijn. De beide agenten zetten op hun rijwiel
een wilde jacht in; bij hun achtervolging
zagen zij een eindweegs verder de beide
mannen juist een zijweg inslaan. De politie
loste eenige schoten op de vluchtelingen,
welke evenwel geen doei troffen. Op den zij
weg raakten de agenten door de duisternis
het spoor kwijt. Wel vond men het rijwiel,
hetwelk herkend werd als het eigendom
van een zekeren v. d. W., een goeden beken
de van de politie. De agenten hadden v. d.
W. trouwens ook reeds herkend op het mo
ment, dat de zak werd weggeworpen. Bij een
nader onderzoek in de woning van v. d. W.
bleek deze niet thuis te zijn. Door zijn fa
milieleden werd evenwel de fiets als zijh
eigendom herkend.
Zondagmorgen heeft v. d. W. zich aan
het politiebureau vervoegd om zijn rijwiel
af te halen. Hij werd, ofschoon hij hard
nekkig ontkende iets met de zaak te maken
te hebben, onmiddellijk in arrest gesteld
Later is aan het licht gekomen, dat de kip
pen gestolen waren bij de familie v. d. Uden
aan de Neerveldschestraat waar de dieven
door een raam de schuur waren binnenge
drongen. Ook bij een zekeren L. aan den
Boonakker hadden de inbrekers een bezoek
gebracht en ook daar werden kippen buit
gemaakt. Voorts deden nog twee huisvaders
Zondagmorgen bij ae politie aangifte, dat
des nachts ook bij hen inbrekers getracht
hebben binnen te komen. Zij zijn echter
door de bewoners verjaagd.
De politie meent met de arrestatie van
v. d. W. een zeer goede vangst ts hebben
gedaan. Naar zijn medeplichtige wordt nog
ijverig gezocht.
MR. K. F. CREUTZBERG OVERLEDEN.
De N.R.Ct. meldt:
Onverwacht bereikt ons het bericht uit
Genève van het overlijden, Zaterdag j.l. op
53-jarigen leeftijd, van mr. K. F. Creutz
berg, oud-directeur van onderwijs in Ned.-
Indië en oud-vice-president van den Raad
van Indië, die na zijn pensionneering in
1929 zich een paar jaar geleden metterwoon
in Zwitserland vestigde.
Mr. Creutzberg heeft te Leiden gestudeerd
en is in 1904 in dienst getreden bij de alge-
meene secretarie te Buitenzorg, daarbij
eerst als burgerlijk ambtenaar; vervolgens
als commies en hoofdcommies en tenslotte
als referendaris werkzaam geweest. In 190y
wendde zijn loopbaan zich in de richting
van het onderwijs. Hij werd benoemd tot
ieeraar en tevens adjunct-directeur van de
opleidingsschool voor inlandsche rechtskun-
gen. Maar een tweede gedachte hield hem
tegen. Hij had de handelwijze van den man
voor een list gehouden, maar waarom zou hij
dat doen, nadat hij al eens gelegenheid had
gehad om van zijn geweer gebruik te maken?
Toch aarzelde Hollis nog een oogenblik, want
hij wist, dat men nooit met zekerheid kon
rekenen op de handelingen van een krank
zinnige. Toen sprong hij met een glimmigen
lach over de paar voet, die hem van den
man scheidden en naderde hem voorzichtig,
nog altijd een beetje aarzelend.
Maar de man speelde geen comedie; Hol
lis zag dat, toen hij dicht genoeg genaderd
was om het gelaat van den man te zien.
Het was eigenaardig bleek, de oogen wijd
open en starend en een beetje schuim bedek
te zijn lippen. Blijkbaar was hij overvallen
door een aanval van zijn ziekte, op het oogen
blik, dat Hollis hem ontdekte.
Hollis deed een stap achteruit en slaakte
een zucht van verlichting. Toen liep hij naar
de plek, waar het geweer van den man lag,
raapte het op en nam de kogels er uit. Hij
keerde terug naar den man, nam de kogels
uit zijn patroongordel en trok zijn pistool
uit zijn holster, vastbesloten, dat de man, als
hij van zijn aanval bekwam, geen gelegen
heid zou hebben om het voorafgaande te
herhalen. Toen ging hij, tegen den rotswand
geleund staan wachten op het bijkomen van
den man.
Tien minuten later, toen hij nog altijd naar
TER ONDERSTEUNING VAN
NEDERLANDERS IN
DUITSCHLAND.
KLACHTEN DOOR RIJKSBUREAU
WEERSPROKEN.
Nadat in een verleden week gehouden ver
gadering van Nederlanders in Duitschland ge
klaagd was over het bureau te Arnhem, dat de
steunregeling uitvoert, heeft de leider van dit
bureau de heer S. H. van Schaïck, in een
persconferentie deze klachten weerlegd.
De opmerking over het drie weken laten lig
gen van een aanvrage voor een operatie werd
bestreden door de mededeeling van de medi
sche inspectrice van het bureau, mevrouw Ba
der. die zeide. dat het hier een breuk betrof,
en geen spoedgeval, en dat de lange duur te
wijten was aan het onderzoeken van verdere
maatregelen, die voor het betrokken gezin
genomen zouden kunnen worden. De inspec
trice zeide verder, dat de Nederlanders in
Duitschland hoogere eischen stellen dan de
ordersteunden hier en ook inderdaad meer
ontvangen. Zoo zijn er aanvragen voor melk-
kaarten en gebitten en badkuren en wordt
sanatoriumverpleging altijd toegestaan.
Verder gaf men nog cijfers over de steun
verlening', die het bureau f .200.00.0 per drie
v/eken kost.
GEEN NATUURBAD TE LAREN
De gemeenteraad van Laren heeft het voor
stel tot stichting van een natuurbad in het
gemeentebosch verworpen. Besloten werd aan
net Gooische natuurreservaat het gemeente
bosch af te staan in ruil voor eenige heide
velden.
GEEN ZEDELIJKHEIDSACTIE OP DE KAAG
Naar het Handelsblad verneemt zal het ge
meentebestuur van Warmond op de adressen
over zedenverwildering geen bijzondere maat
regelen nemen. Excessen worden door de wa-
tersportvereenigingen zelf bestreden.
DR. WILLEM MENGELBERG NOG
LANG ZIEK.
In de Tel. lezen wij, dat dr. Willem Mengel
berg nog lang ziek zal blijven. Eduard van
Beinum en gastdirigenten zullen de eerstvol
gende concerten dirigeeren.
HOLL. STOOMBOOT MIJ.
WORDT HET BEDRIJF VOORTGEZET?
De Stoomvaart Mij. ..Nederland" waar
borgt. naar wordt gemeld, alle bedrijfsvorde-
ringen, op de Hollandsche Stoomboot Mij.,
die op het tijdstip, waarop de bewindvoerders
optreden, bestaan.
Nader verneemt Het Handelsblad, dat het
besluit tot het waarborgen der vorderingen
is genomen om de voortzetting van het be
drijf der Hollandsche Stoomboot Mij. moge
lijk te maken. Plannen tot het overnemen
van het bedrijf bestaan er echter niet naar
men het blad verzekerde.
den man stond te kijken, hoorde hij hoefge
kletter. Vastbesloten om niet weer bij verras
sing overvallen te worden, trok hij zijn eigen
pistool en keek voorzichtig om den rotswand.
Wat hij zag. deed hem zeer haastig het pistool
weer terugsteken in zijn holster. Toen trad
hij uit zijn schuilhoek te voorschijn met eén
rood, verlegen gezicht, om een jonge vrouw
te begroeten, wier onzekere en angstige ge
laatsuitdrukking oogenblikkelijk veranderde
in een blik van vreugde en herkenning, toen
zij hem zag. Het was het meisje van Dry Bot
tom.
„O!" zei ze. „Ben jij het? Ik was bang
En toen zag zij den man en was in. een oog
wenk van haar pony en bij zijn hoofd, dat zij
opbeurde, waarna zij iets uit een flesch in
zijn keel goot.
Plotseling stond zij op, terwijl zij bloosde
van verlegenheid. Hollis zag haar lippen be
ven toen zij zich omkeerde en hem aan
sprak.
„Hij is weer in orde zoo dadelijk", zei ze,
tegenover Hollis staande en haar oogen neer
slaande, alsof zij zich schaamde om de zijne
te ontmoeten. „Hij heeft weer een aanval ge
had van zijn zijn ziekte". Plotseling keek
zij Hollis aan, terwijl zij zich dapper inspan
de om haar aandoening te onderdrukken
maar met weinig succes.
„Je hoorde, wat hij Big Bill Dunlavey
van mijn broer zei?" vroeg zij, met groote,
Wij en ons orgel.