MET ONS ORGEL OP STAP. VOOR EER EN GEWETEN „DE ECONOOM" IJMUIDER COURANT. DINSDAG 24 OCTOBER 1933 TWEEDE BLAD. Daar waar Amsterdam leeft. Auditorium. en langs 'n vettig touw worden wij in een lo- kaal geleid waar men vreemden liever ziet gaan dan komen. Wij betreden de groote kantoren waar men zich schaamt om den orgeldraaier aan te zien, en waar men zich nog meer schaamtomdat men met een kort hoofdschudden te kennen geeft ,.dat er niets wordt gegeven". Doch niet alleen in de groote kantoren wordt dit gezegd. Een stamgast van een obscure kroeg, met 'n glas alcohol voor zich en twee leege glazen op den hoek van de toon bank, beweert dat hij nog geen cent had verdiend, en dat hij werkelijk niets had te missen. „Kom morrege maar weer es te rugnoodt hij. en buigt zijn rooie drankgezicht over den borrel.Gulzig laat hij de vloeistof door zijn keelgat verdwijnen, in het besef dat-ie toch heusch niets kan mis sen. De heer aan het tafeltje in den hoek hebben wij laten zitten: hij heeft een boord om met scherpe punten, en reeds uit de verte maakt hij een afwerend gebaar dat eiken aanval op zijn koperen cent in de kiem smoort. Maar onze tocht begint hier pas. dat blijkt reeds spoedig. Tientallen ontmoetingen be leven we, en evenveel ervaringen doen wij op. Van aangenamen en anderen aard, doch zonder uitzondering belangwekkend. W SCH.-K. PK. Mevrouw! De Betere Schoenreparatie wint. GENAAID rep. zonder prijsverhooging. DAMES ZOLEN EN HAKKEN 1.15 HEEREN ZOLEN EN HAKKEN1.50 (Adv. Ingez. Med.) JACHT OP KIPPENDIEVEN. cligen te Batavia, uit welke beide functies hem in 1913 eervol ontslag werd verleend. Toen werd mr. Creutzberg ter beschikking gesteld van den directeur van onderwijs en eeredienst, waarop 2 December 1914 zijn be noeming volgde tot secretaris van dit depar tement. Na eerst tijdelijk belast te zijn ge weest met het directeurschap, werd hij eind 1917 definitief als directeur van onderwijs benoemd. Het is de verdienste van mr. Creutzberg geweest dat hij ernaar gestreefd heeft een stelsel te brengen in het grootelijks ver brokkelde Indische onderwijs. In 1923, onder de landvoogdij van mr. Fock is mr. Creutzberg benoemd tot lid van den Raad van Indïë en een jaar later tot vice-president, als hoedanig hij in 1929 door den heer Welter is opgevolgd. POSTJAGER VERTREKT NOG NIET. VERKOOP VAN DEN POSTZEGEL UITGESTELD. In tegenstelling met hetgeen in sommige dagbladen is vermeld, vestigt het Studie- Comité Snelpost. Nederland—Indië er de aan dacht op, dat het tijdstip van vertrek van dén Postjager nog niet is vastgesteld. 31 October zal hij nog niet vertrekken. Het vliegtuig is nog niet geheel gereed en de proeven voor het verkrijgen van het certifi caat van luchtwaardigheid moeten nog aan vangen. De verkoop van den specialen post zegel is uitgesteld. Alhoewel men alle vertrouwen heeft, dat zich bij het verdere gereedmaken van het toe stel en deze proeven geen bijzondere moeilijk heden zullen voordoen, is het tijdstip, waarop het toestel voor de vluchten gereed zal zijn, niet eerder vast te stellen dan nadat die proe ven zijn geëindigd. Eerst, dan zal door het Studie-Comité de definitieve datum van vertrek van het vlieg tuig worden bepaald en voldoende tijd van tevoren worden gepubliceerd. DE KELDERS EN DE SALONS VAN DEN ZEEDIJK. Incognito. Wij huurden het orgel op Kattenburg. Er is een smalle brug en een breede gracht jnet een molen in een wat wazige verte, als afsluiting. Daarachter ligt Kattenburg, het eiland. De huizen op Kattenburg zijn zoo eigen als alle andere Amsterdamsche huizen. Zij dra gen een weelde van ranke kroonlijsten, hoog en laag, en spits en gebogen, zoo verbrokkeld en afwisselend als de tierlantijnen van het orgel. En ook zoo sierlijk. Het orgel past daar om in het leven van Amsterdam en in het leven van Kattenburg, het is er één mee ge worden, zooals wellicht nimmer een ornament in het stadsbeeld één werd met de stad zelve. De cadansen van het orgel zijn de cadansen van de immer levende gevellijnen, Amsterdam leeft met en ook door het orgel. Wij gaan rond langs de cafés en verzamelen 'de eerste ervaringen. De eerste ervaring is, dat er veel cafés zijn in Amsterdam, zeer veel. Er zijn momenten, waarop men op zijn arbeids terrein terugblikt, en men krijgt den indruk, dat er straten zijn van louter drinklokalen. Het is een valsche indruk, want er zijn ook iwinkels en strijkerijen en werkplaatsen, waar men sigaren draait, maar in elk geval is er ook geen straat zónder café. Wij huurden het orgel in de intimiteit van 'een achterkamer, die men bereikt na een Amsterdamsche trap, waarvan ge de gladde leuning vastklampt, gelijk men zich klampt aan het leven in deze steile omstandigheden. Indien er een huurcontract was geweest voor het orgel, dan zou het als partijen genoemd hebben ons tweeën van dit blad eenerzij ds en Oome Hein en Tante Leen anderzijds. Oome Hein en Tante Leen zijn de beheerders van het orgel, zij het, dat ze er niet de eigenaars van zijn, want Amsterdamsche orgels behoo- ren aan Warnies. Dit is traditie, de orgels be hoorden aan Warnies', toen de vergulde fron ten nog prijkten met poppen, die de armen op en neer bewogen op de maat en die een lust waren voor het oog; zij behoorden aan War nies toen de poppen ten offer vielen aan de belangstelling der kinderen, die de gewrich ten van de armen doorprikten, en de tierelan tijnen aan den tijdgeest, die strakheid van lijn vraagt en eenvoud eenvoud ook in or gels, welk een vergissing was dit. De Warnie- sen leven nu stil op huizen buiten de stad, aangezien de poppen hun armen niet op en neer bewogen zonder profijt aan te brengen, maar leden van dezelfde familie wonen nog in de stad en hebben orgeifabrieken in de meest karakteristieke gedeelten, zoodat van de meeste orgels het frontispiece nog den naam draagt, die in de historie van het straatorgel met even gulden letteren prijkt als wij bewonderen op het front van dit ons eigen orgel. En die in Amsterdam evenveel roem draagt als in België de naam der Limonaires, de uitvinders van 't draaiorgel. Intusschen, terwijl de orgelverhuuxderij mettertijd een roemrijk vak werd, dat der or geldraaiers bleef van bescheidener proporties, en terwijl wij met den orgelver huur der moeite hebben om een middag te bespreken, omdat hij meent, dat één middag niet aanhaalt, is de orgelbaas gevleid met zijn huurders en be reid om een middag vacantie te nemen, om hunnentwille. Hetgeen de relativiteit bewijst tusschen wat aanhaalt bij den orgelverhuur- FEUILLETON door CHARLES ALDEN SELTZER. 11) Enkele verschrikkelijke seconden zat Hol lis in het zadel terwijl de wereld om hem heen draaide en de rotsen en klippen een fantastischen dans uitvoerden. Moed had hij, dat was zeker: hij was al voorbereid geweest op den dood, toen hij tegenover het geweer van den man stond, maar hij had ge dacht dat de man in het volle bezit van zijn zintuigen was. Zoo'n dood zou al erg genoeg zijn geweest, maar om gedood te worden door de hand van een geestelijk onevenwich tig manDat leek iets heel anders, ontzettend onwezenlij'k net een vreeselijke nacht merrie. Het duurde eenige seconden voor hij zijn zelfbeheersching terug kreeg en toen ging hij vast in het zadel zitten, terwijl hij zich in een opwelling van bitteren ironischen humor voorhield dat de dood door de hand der krank 2innige niet erger kon zijn dan de dood door der en wat aanhaalt bij den orgelbaas; en voor die relativiteit is reden. Wij moeten een basis hebben om het eens te worden over den prijs. Hij wordt gelegd als Tante Leen ae zakken van haar schort uit schudt over de tafel, zoodat het roode licht van de lamp valt op een berg van geldstuk ken, koperen centen en een enkel stukje zilver, de opbrengst van den dag. Ze hebben met het orgel gereden van 's morgens negen tot des avonds vijf en ge zoudt meenen. dat de ver dienste van zulk een vollen dag niet slecht was. Ge baseert u op de goedgeefschheid der menschcn, maar ge kent de menschen niet en ge kent het vak niet en de baas kent het wel. Hij telt de centen met vaardigheid en gevoel in de toppen zijner vingers, de halve stuivers en de stuivers gaan er uit en de dubbeltjes als ze er zijn. en de rest neemt hij bij vijf tegelijk en de halfjes telkens twee aan twee. Twee kwartjes aan centen is een heele berg, maar uit een berg centen gaat maar een paar maal twee kwartjes; de baas komt tot vier- gulden. Vier gulden voor een heele dag is niet veel. vier gulden is een slechte dag. Het is ook slecht met het orgel den Iaatsten tijd heel slecht. De opbrengst is ook hierom niet veel. wijl vier gulden in het aan relativiteit onderhe vige vak van den orgelbaas geen vier gulden zijn. Daar gaat een rijksdaalder orgelhuur af, eiken dag. zoolang het winter is. en anders meer, zoodat cr een vijftig overblijft en in derdaad haalt een vijftig niet aan. Niet altijd is het zoo slecht geweest, maai er zijn te veel orgels, door de malaise, omdat er meer vergunningen gegeven worden en zoo is er een tegenstelling' gekomen in de vreug de, die het orgel in de stad brengt en de zorg, die de vrouw van den orgelman heeft om haar kinderen een boterham te geven, die nochtans geen belegde boterham is, en die er ook wel eens niet is. Er is een tegenstelling tusschen het leven in de stad en dat wat het orgel er in brengt en het leven van den orgeldraaier. De tegenstelling is schril en pijnlijk. Wij schuiven het orgel tusschen het alle- dagsleven van de stad en gaan de contradictie construeeren met muziek. Moeilijk en zwaar werk voor den niet- vakman: Amsterdamsche bruggen zijn hoog, en log is het orgel. Als we naar boven gaan zetten we onze schouders eronder, om even daarna zwaar op den duwboom te leunen, en angstig kort schieten wij langs een winkel ruit. Vijf en twintig meter uit de bocht blijven wij staan, en het gezwengel begint. De Zwarte Zigeuner schalt door den Zeedijk, en wij zwengelen het ronde rad, zoodat het zweet onder de pet langs het voorhoofd druppelt. De Zwarte Zigeuner wordt gevolgd door Ra- mona, en dan het lied der liedenen: De Blauwe Donau! Rammelend roept het koperen centen bakje de voorbijgangers aan, die weinig' zeg gen; het zij dat ze geven of hoofdschuddend verder gaan. En wanneer een enkele gever iets zegt, dan komt het neer op „Ins hemels naam vooruit dan maar wij zijn alle maal gesjochte jongens! Als de straat is afgewerkt zetten wij onze schouders er weer onder, en sleepen sloffend de hand van een redelijk wezen. Hij keek weer op, met een uitdagend glim lachje op zijn lippen, om te zien, dat beide, man en geweer verdwenen waren. Onmid dellijk zag hij zijn kans schoon en trok ei- partij van. In een wip was hij van zijn pony; nog een en hij was verdwenen achter een beschuttende rots, waarna hij vrijer adem haalde. maar nog altijd op zijn hoede. Een poosje bleef hij in de beschutting der rots de bewegingen van den anderen man af wachten. Hij twijfelde er geen oogenblik aan, of de man had, handelende volgens de een of andere listige ingeving, zijn rotsrand verla ten en besloop hem nu van een andere rich ting. Hij keek voorzichtig om zich heen. Hij dacht er niet aan om den man neer te schieten dat zou moord zijn, want de man was geestelijk niet aansprakelijk voor zijn handelingen. Zijn pogingen moesten alleen geconcentreerd zijn op het een of andere plan om zijn leven te redden. Maar om dit te doen begreep hij, dat hij voor zichtig moest zijn. Wegens de onfeilbare zekerheid van 's mans schot, zou het een ze keren dood voor hem zijn, als hij zich een oogenblik bloot gaf. Maar hij moest iets wa gen. Hiervan overtuigd, keek hij om den rand van zijn rots en wierp vliegensvlug een blik om zich heen. De man was nergens te zien. Hollis wachtte even en toen hij weer keek en den man niet zag, kwam hij langzaam op de been en bukte zich. Toen, met een plotselinge achter den kolos aan, aan weerszijden een man, opdat ons instrument zonder averij door de straatnauwten geloodsd worde. Hon derd meter verder begint het opnieuw met dit verschil dat De Zwarte Zigeuner nu wordt gevolgd door De Dorpsmuziek Met centen komt het moeilijk verdiende loon binnen, met centen, omdat de halfjes zoo schaarsch zijn. Een stuiver geeft alleen een rijkaard en een dubbeltje zien wij slechts als wij negen centen moeten teruggeven. Wanneer het ongeluk wil dat er eenige oogenblikken eerder een concurrent is ge weest <de zingende Volendammers bijvoor beeld met hun trekinstrumenten, wat wij natuurlijk een veel minder kunstige en kunstzinnige wijze van muziek maken vinden dan met ons orgel), dan zien we in het geheel niets. Maar onze grootste vijand is de radio, die ons kan overstemmen, omdat onze zwengel-capaciteit aan grenzen is gebonden, den. Wij zoeken onze klanten niet alleen op de straat, ook tri de huizen zijn er die geven willen, en in de winkels en de café's. Ontel baar is het aantal kroegen in deze buurt voor al, en de de eerste die wij. binnenstappen lokt ons door de weeë lucht van warme saucijsjes, die den hongerigen man in de straat tot ver twijfeling kan brengen. Opvallend rood zijn haar lippen en intens zwart de geverfde wenkbrauwen boven de donker-blikkende oogen van de „buffetjuf frouw", die moe, ljet lijkt wel levensmoe, den orgeldraaier aanziet, die om iets te halen binnenkomt; nergens anders voor. Soms krij gen we één cent, heel zelden twee. en haast altijd geen, „omdat ze zelf nog niets heeft verdiend". Over hardsteenen stoepen en vermolmde houten drempels, door schuif-, draai- en tochtdeuren, tusschen gordijnen en klap hekjes, treden wij de vleeschwinkels en de café's binnen, dalen wij af in schoenmakers kelders en kuipmakerijen, stijgen wij naar de „coffeurs poer dames" en de „saloons de boté", vragen om een aalmoes aan den groentenverkooper en aan den Chinees die een half dooie kip verkwanselt, komen in de donkere ruimten die woonplaatsen heeten ge, roekelopze ingeving, sprong hij naar een andere rots op een twaalf voet afstand, ieder oogenblik verwachtende om het geknal van een geweer te hooren. Maar hij slaagde er in om ongedeerd de beschutting van de andere rots te bereiken. Blijkbaar zocht de man hem in een andere richting. Brutaal geworden door zijn succes, besloot hij grimmig om naar een andere rots, twin tig of dertig voet verderop te gaan. Evenals de eerste maal slaagde hij er in, om die veilig te bereiken. Hij had door deze manoeu vre een kleinen boog gemaakt, zoodat hij nu gedeeltelijk achter de rots kon kijken, waar achter de man zich verborgen had. En nu hij veilig en wel de tweede róts be reikt had, besloot Hollis om nog meer te wagen. Hij was overtuigd, dat de man hem vroeger of later moest zien als hij sprong. Het beeld, dat zijn verbeelding hem hier voortoo- verde, beviel hem niet. Daarom ging hij nu voorzichtiger te werk. Het duurde geruimen tijd voor hij een positie kon bereiken, waar hij over den bovensten rand der rots, waar achter hij verborgen zat. kon heengluren. Maar tenslotte kwam hij zoover en liet zich toen met een kreet van verbazing achterover vallen. Hij had den man vluchtig gezien. Hij lag met zijn gezicht omhoog achter den rots wand, zijn armen uitgestrekt en zijn geweer in het stof naast hem. Hollis kwam in de verleiding om naar zijn pony te snellen, op te stijgen en weg te ja- GOEDE VANGST VAN DE POLITIE TE OSS. De Tel. verneemt uit. Oss: De laatste weken wordt er des nachts in Oss en omliggende dorpen weer voortdurend in boerderijen en hoenderparken ingebro ken. In den nacht van Zaterdag op Zondag ontdekten surveilleerende agenten op den Berghemsche weg een tweetal mannen, die tezamen op een rijwiel gezeten waren. Eon van hen droeg een zak over den schouder. Bij het zien van de blinkende knoopen werd de zak weggeworpen en gingen de mannen er met groote vaart vandoor in de richting van het dorp Berghem. Bij onderzoek bleek de zak een aantal kippen te bevatten, die ongetwijfeld kort geleden gestolen moesten zijn. De beide agenten zetten op hun rijwiel een wilde jacht in; bij hun achtervolging zagen zij een eindweegs verder de beide mannen juist een zijweg inslaan. De politie loste eenige schoten op de vluchtelingen, welke evenwel geen doei troffen. Op den zij weg raakten de agenten door de duisternis het spoor kwijt. Wel vond men het rijwiel, hetwelk herkend werd als het eigendom van een zekeren v. d. W., een goeden beken de van de politie. De agenten hadden v. d. W. trouwens ook reeds herkend op het mo ment, dat de zak werd weggeworpen. Bij een nader onderzoek in de woning van v. d. W. bleek deze niet thuis te zijn. Door zijn fa milieleden werd evenwel de fiets als zijh eigendom herkend. Zondagmorgen heeft v. d. W. zich aan het politiebureau vervoegd om zijn rijwiel af te halen. Hij werd, ofschoon hij hard nekkig ontkende iets met de zaak te maken te hebben, onmiddellijk in arrest gesteld Later is aan het licht gekomen, dat de kip pen gestolen waren bij de familie v. d. Uden aan de Neerveldschestraat waar de dieven door een raam de schuur waren binnenge drongen. Ook bij een zekeren L. aan den Boonakker hadden de inbrekers een bezoek gebracht en ook daar werden kippen buit gemaakt. Voorts deden nog twee huisvaders Zondagmorgen bij ae politie aangifte, dat des nachts ook bij hen inbrekers getracht hebben binnen te komen. Zij zijn echter door de bewoners verjaagd. De politie meent met de arrestatie van v. d. W. een zeer goede vangst ts hebben gedaan. Naar zijn medeplichtige wordt nog ijverig gezocht. MR. K. F. CREUTZBERG OVERLEDEN. De N.R.Ct. meldt: Onverwacht bereikt ons het bericht uit Genève van het overlijden, Zaterdag j.l. op 53-jarigen leeftijd, van mr. K. F. Creutz berg, oud-directeur van onderwijs in Ned.- Indië en oud-vice-president van den Raad van Indië, die na zijn pensionneering in 1929 zich een paar jaar geleden metterwoon in Zwitserland vestigde. Mr. Creutzberg heeft te Leiden gestudeerd en is in 1904 in dienst getreden bij de alge- meene secretarie te Buitenzorg, daarbij eerst als burgerlijk ambtenaar; vervolgens als commies en hoofdcommies en tenslotte als referendaris werkzaam geweest. In 190y wendde zijn loopbaan zich in de richting van het onderwijs. Hij werd benoemd tot ieeraar en tevens adjunct-directeur van de opleidingsschool voor inlandsche rechtskun- gen. Maar een tweede gedachte hield hem tegen. Hij had de handelwijze van den man voor een list gehouden, maar waarom zou hij dat doen, nadat hij al eens gelegenheid had gehad om van zijn geweer gebruik te maken? Toch aarzelde Hollis nog een oogenblik, want hij wist, dat men nooit met zekerheid kon rekenen op de handelingen van een krank zinnige. Toen sprong hij met een glimmigen lach over de paar voet, die hem van den man scheidden en naderde hem voorzichtig, nog altijd een beetje aarzelend. Maar de man speelde geen comedie; Hol lis zag dat, toen hij dicht genoeg genaderd was om het gelaat van den man te zien. Het was eigenaardig bleek, de oogen wijd open en starend en een beetje schuim bedek te zijn lippen. Blijkbaar was hij overvallen door een aanval van zijn ziekte, op het oogen blik, dat Hollis hem ontdekte. Hollis deed een stap achteruit en slaakte een zucht van verlichting. Toen liep hij naar de plek, waar het geweer van den man lag, raapte het op en nam de kogels er uit. Hij keerde terug naar den man, nam de kogels uit zijn patroongordel en trok zijn pistool uit zijn holster, vastbesloten, dat de man, als hij van zijn aanval bekwam, geen gelegen heid zou hebben om het voorafgaande te herhalen. Toen ging hij, tegen den rotswand geleund staan wachten op het bijkomen van den man. Tien minuten later, toen hij nog altijd naar TER ONDERSTEUNING VAN NEDERLANDERS IN DUITSCHLAND. KLACHTEN DOOR RIJKSBUREAU WEERSPROKEN. Nadat in een verleden week gehouden ver gadering van Nederlanders in Duitschland ge klaagd was over het bureau te Arnhem, dat de steunregeling uitvoert, heeft de leider van dit bureau de heer S. H. van Schaïck, in een persconferentie deze klachten weerlegd. De opmerking over het drie weken laten lig gen van een aanvrage voor een operatie werd bestreden door de mededeeling van de medi sche inspectrice van het bureau, mevrouw Ba der. die zeide. dat het hier een breuk betrof, en geen spoedgeval, en dat de lange duur te wijten was aan het onderzoeken van verdere maatregelen, die voor het betrokken gezin genomen zouden kunnen worden. De inspec trice zeide verder, dat de Nederlanders in Duitschland hoogere eischen stellen dan de ordersteunden hier en ook inderdaad meer ontvangen. Zoo zijn er aanvragen voor melk- kaarten en gebitten en badkuren en wordt sanatoriumverpleging altijd toegestaan. Verder gaf men nog cijfers over de steun verlening', die het bureau f .200.00.0 per drie v/eken kost. GEEN NATUURBAD TE LAREN De gemeenteraad van Laren heeft het voor stel tot stichting van een natuurbad in het gemeentebosch verworpen. Besloten werd aan net Gooische natuurreservaat het gemeente bosch af te staan in ruil voor eenige heide velden. GEEN ZEDELIJKHEIDSACTIE OP DE KAAG Naar het Handelsblad verneemt zal het ge meentebestuur van Warmond op de adressen over zedenverwildering geen bijzondere maat regelen nemen. Excessen worden door de wa- tersportvereenigingen zelf bestreden. DR. WILLEM MENGELBERG NOG LANG ZIEK. In de Tel. lezen wij, dat dr. Willem Mengel berg nog lang ziek zal blijven. Eduard van Beinum en gastdirigenten zullen de eerstvol gende concerten dirigeeren. HOLL. STOOMBOOT MIJ. WORDT HET BEDRIJF VOORTGEZET? De Stoomvaart Mij. ..Nederland" waar borgt. naar wordt gemeld, alle bedrijfsvorde- ringen, op de Hollandsche Stoomboot Mij., die op het tijdstip, waarop de bewindvoerders optreden, bestaan. Nader verneemt Het Handelsblad, dat het besluit tot het waarborgen der vorderingen is genomen om de voortzetting van het be drijf der Hollandsche Stoomboot Mij. moge lijk te maken. Plannen tot het overnemen van het bedrijf bestaan er echter niet naar men het blad verzekerde. den man stond te kijken, hoorde hij hoefge kletter. Vastbesloten om niet weer bij verras sing overvallen te worden, trok hij zijn eigen pistool en keek voorzichtig om den rotswand. Wat hij zag. deed hem zeer haastig het pistool weer terugsteken in zijn holster. Toen trad hij uit zijn schuilhoek te voorschijn met eén rood, verlegen gezicht, om een jonge vrouw te begroeten, wier onzekere en angstige ge laatsuitdrukking oogenblikkelijk veranderde in een blik van vreugde en herkenning, toen zij hem zag. Het was het meisje van Dry Bot tom. „O!" zei ze. „Ben jij het? Ik was bang En toen zag zij den man en was in. een oog wenk van haar pony en bij zijn hoofd, dat zij opbeurde, waarna zij iets uit een flesch in zijn keel goot. Plotseling stond zij op, terwijl zij bloosde van verlegenheid. Hollis zag haar lippen be ven toen zij zich omkeerde en hem aan sprak. „Hij is weer in orde zoo dadelijk", zei ze, tegenover Hollis staande en haar oogen neer slaande, alsof zij zich schaamde om de zijne te ontmoeten. „Hij heeft weer een aanval ge had van zijn zijn ziekte". Plotseling keek zij Hollis aan, terwijl zij zich dapper inspan de om haar aandoening te onderdrukken maar met weinig succes. „Je hoorde, wat hij Big Bill Dunlavey van mijn broer zei?" vroeg zij, met groote, Wij en ons orgel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5