MET BRANDPROCES TE BERLIJN. De Fransche wetenschappen in rouw. Anti Joodsche betooging in Haifa. UIT HET BUITENLAND. Na het uittreden van Duitschland uit den Volkenbond. Norman Davis naar Amerika terug. Passieve houding van Amerika en Japan ten opzichte van de Ont wapeningsconferentie. Uit Berlijn: Overeenstemming tusschen Duitschland en Rusland inzake het conflict met de journalisten. HET belangrijkste nieuws GENEVE. Maandagavond werd door de Amerikaan sche delegatie medegedeeld, dat Norman Da- yjg die de Amerikaansche regeering ter ontwapeningsconferentie vertegenwoordigt, reeds Woensdagavond de terugreis naar de Vereenigde Staten zal aanvaarden en voor loopt niet te Genève denkt terug te kee- xen. ■Deze mededeeling heeft te Genève groot opzien gebaard. Tot het vertrek van Norman Davis is pas in de avonduren besloten na tal van directe telefoongesprekken met de Ame rikaansche regeering. Norman Davis heeft zijn regeering het voorstel gedaan terug te keeren en hij heeft vanavond daarvoor toe- stemming gekregen. Woensdag begeeft Norman Davis zich naar parijs Vrijdag zal hij zich naar New-York in schepen. Van Amerikaansche zijde wordt er de na druk op gelegd, dat het vertrek van Norman Davis ten nauwste verband houdt met den huidigen toestand ter Ontwapeningsconfe rentie. Na het uittreden van Duitschland uit den Volkenbond en het verlaten der Ont wapeningsconferentie zouden de Amerika- i een opklaring van den toestand in Eu- _ra noodzakelijk achten. Onder deze om standigheden wil Norman Davis door zijn aanwezigheid geen druk uitoefenen op de Europeesche mogendheden. Norman Davis heeft in de laatste dagen breedvoerige besprekingen gehad met den Ja panschen ambassadeur Sato, waarin zekere overeenstemming tusschen de Amerikaan sche en Japansohe regeering werd bereikt in zoo verre, dat onder de huidige omstan digheden een zekere passieve houding dezer beide groote mogendheden bij den huidigen stand der Ontwapeningsconferentie doelma tig schijnt. De Amerikaansche regeering zal zich ter Ontwapeningsconferentie laten vertegen woordigen door haar gezant te Bern, Wil son, die evenwel niet over uitgebreide vol machten beschikt. DUITSCHLAND. Officieel wordt te Berlijn medegedeeld: Nadat het bekende journalistenconflict in den laatsten tijd herhaaldelijk een voor werp van diplomatieke besprekingen tus schen Duitschland en Sovjet-Rusland had gevormd, heeft over deze aangelegenheid rt geleden een bespreking plaats gehad sschen den rijksminister van buitenland se zaken, Freiherr von Neurath en den ussischen ambassadeur, Sjintsjoek. Daarbij overeenstemming bereikt over de bijleg ging van het conflict. Uitgangspunt en basis van de overeen stemming is het accoord der beide regeerin- gen over het punt, dat de uitoefening der wederzijdsche betrekkingen onaangetast most blijven door het onderscheid der re geringssystemen in de beide landen. De journalisten der Sovjet Unie zullen hun werkzaamheden in Duitschland en de Duit- sche journalisten hun werkzaamheden in de Sovjet Unie weer uitoefenen. In opdracht van den senaatspresident zullen de verte genwoordiger van het Tass-agentschap en de vertegenwoordigster van de Iswestija toe gangskaarten krijgen voor het rijksdag brand proces. Engels Internationale conferentie voor hulpverleening aan de Joden. Het vraagstuk van de hulpverleening aan de Duitsche Joden wordt thans overwogen door een internationale conferentie, welke deze week te Londen gehouden wordt en waaraan gedelegeerden van Joodsche organi saties uit de meeste Europeesche landen en Amerika deelnemen. Nederland wordt, aldus verneemt de Tel. uit Londen, vertegenwoordigd door prof. D. Cohen uit Amsterdam en mevr. Van Thyn. In de onder voorzitterschap van den heer Neville Laski gehouden openingszitting wees deze op de ernst van het probleem der Jood sche vluchtelingen uit Duitschland. Dit aan tal wordt thans geschat op 65.000, waarvan 25.000 zich in Frankrijk bevinden, 6500 in Palestina, 45U9 in Polen, 4000 in Cecho- slovakije, 2500 in Nederland, 2500 in Enge land en 2000 in België en Zwitserland elk. De overige 16.000 zijn over de geheele wereld verspreid. Ongeveer 8000 van deze vluchtelingen zijn geheel van middelen verstoken en dezen wor den ondersteund door de verschillende vluch telingencomité^. In verschillende landen is thans reeds een bedrag van 525.000 pond ver- Turkije. De herdenking van de stichting der republiek. V. D. meldt uit Ankara: Ter gelegenheid van den tienden verjaardag van de stichtine van de Turksehe republiek heeft Moestafa Kemel Pasja in tegenwoor digheid van de groote Nationale Vergadering het diplomatieke corps ontvangen. In antwoord op de gelukwenschen van den Doyen van het corps, de ambassadeur der Sovjet-Unie, Socrit-sj, zeide Kemal onder an dere; „Onze buitenlandsche politiek is nooit afgeweken van de lichtlijnen, die de repu bliek zich bij haar stichting heeft getrokken. Ik zie de welvaart en de ontwikkeling van ons land altijd slechts binnen het creatieve kader der overige volken. Mogen onze regeeringen °°hin de toekomst blijk geven van hun nauwe saamhoorigheid." Na afloop van de ontvangst werd een pafade gehouden waaraan ruim 30.000 soldaten en vele duizenden padvinders en padvindsters deel namen. Ook hier hield Kemal Pasja een rede, waarin hij zei, dat de grondslagen der Turksehe republiek het heroïsme in de hooge cultuur van he1- Turksehe volk en zijn dapper leger moesten zijn. Hij was ervan overtuigd, dat de beschaafde wereld steeds meer zou inzien, dat het Turk sehe volk verdiende, als een groote mogend heid te worden behandeld. De geheele stad was feestelijk versierd en des avonds geïllumineerd. Frankrijk. Eerste kabinetsraad der regeering-Sarraut. De Fransche ministers hebben Maandag middag hun eersten kabinetsraad gehouden om de groote richtlijnen voor de regeerings voorstellen uit te werken. Maandagochtend heeft minister president Sarraut het onderzoek naar den economi- schen toestand voortgezet. Hij heeft o.m. vertegenwoordigers van den bond van aan nemers van openbare werken ontvangen om zich met hen te onderhouden over het plan der nationale outillage en de bestrijding der werkloosheid. Voorts heeft hij geconfe reerd met een vertegenwoordiger van de Fransche exporteurs over de uitvoer mogelij k- heden, terwijl hij ten slotte een bespreking heeft gehad met den president van de Pa- rij sche Handelsbamer, die tegelijkertijd voorzitter is van den Raad van voorzitters van Kamers van Koophandel in geheel Frankrijk. Dimitrof en Torgler tezamen gezien BERLIJN, 30 Oct. (W. B.) Na de pau ze deelt de president mede dat de rechtbank geen bezwaar heeft het verzoek van ver dachte Dimitroff in te willigen om de poli- tie-foeambten van Henningdorf en het per soneel van het asyl aldaar als getuigen te hooren, ten einde te vernemen met wie v.d. Lubbe daar contact heeft gehad en wat hij in Henningdorf den avond van den 28sten Fe bruari en den daarop volgenden nacht heeft uitgevoerd. Als volgende getuige wordt dan gehoord dr. Ruppin, nationaal-socialistisch rijksüag- lid, die mededeelt, dat hij op 27 Februari om ongeveer 2 uur 's middags met de lift naar de»2de verdieping is gegaan waar zijn werk kamer ligt. Toen hij voorbij eenige commu nistische werkkamers kwam, zag hij, dat die kamers vol menschen waren. Hij hoorde ge roezemoes van stemmen. Toen hij voorbij was, ging een deur open en kwam een man met donker haar en een grauw gezicht naar buiten, die den anderen kant opging. Getuige had de foto's der communistische afgevaar digden nagegaan, maar onder hen dezen man niet gevonden. President: „Hebt u naderhand iemand herkend?" Getuige: „Neen." De volgende getuige, Olga Derx, was als stenotypiste werkzaam bij den secretaris van de communistische fractie Kollnen. President: „Een getuige heeft gezegd, dat „op Dinsdagmorgen uit kamer 53a alle, niet aan den Rijksdag behoorende voorwerpen zijn verwijderd." Get.: „Daar weet ik niets van." Op verdere vragen van advocaat Sack ver klaart zij beslist, dat zij slechts met een schrijfmachine in kamer 53a heeft gewerkt. De foto van v. d. Lubbe is aan get. voorge legd; zij heeft hem niet herkend als een per soon, die reeds in den Rijksdag geweest is. O.M.: „Gij hebt gezegd, dat Torgler Maan dag naar Chemnitz zou gaan." Get.: „Dat had ik zoo gehoord." O.M.: „Waarom is deze reis achterwege gebleven?" u-et.: „ik veronderstelde, omdat nij nier wat te doen had in verband met de terug gave van het materiaal." In antwoord op vragen van dr. Teichert, verklaart get., dat zij geen der Bulgaarsche beklaagden ooit voor den brand gezien neeit. Beklaagde Dimitrof: „Hebt u bij Torgler ooit vreemdelingen gezien, vreemdelingen in het algemeen, niet alleen woeste Bulgaren zooals Dimitrof?" (Vroolijkheid). Get.: „Neen, ik heb er geen gezien". Op een vraag van advocaat Sack verklaart get., dat beide telefoontoestellen in de fractie kamers 9 en 9b in den laatsten tijd vaak slecht gewerkt hebben. Aan Torgler heeft zij op den dag van den brand niets opvallends bemerkt. Hij heeft er niet anders uitgezien als steeds. O. M.: „Zijn des Maandags in kamer 9 en 9b telefoongesprekken gevoerd?" Get.: ,Ja, zooals altijd". •O. M.: „De telefoon heeft dus gewerkt?" Get.: „Ja". Beklaagde Torgler maakt dan tegen ver schillende getuigenverklaringen, welke de af- geloopen dagen zijn afgelegd, bezwaar, en- verklaart dat hij op 27 Februari het rijksdag gebouw tusschen 11.50 's morgens en 8.20 des avonds geen seconde verlaten heeft. Alle andere mededeelingen moeten op een ver gissing berusten. Getuige Hartmann. beambte bij den Prui- sischen landdag, deelt mee, dat zij den 27sten Februari om 11 uur 's morgens afgevaardigde Koenen met een metgezel in de lift aange troffen heeft. Toen zij bij de politie een foto van v. d. Lubbe gezien had, was haar de gelijkenis van- dezen met Kcenen's metgezel opgevallen. Met zekerheid kan zij echter de identiteit van beide pei'sonen niet constateeren. V. d. Lubbe wordt met getuige geconfron teerd die herhaalt dat zij niets met zekerheid kan verklaren; toch gelooft zij niet, dat zij zich vergist. Dimitrof: .Getuige heeft steeds gezegd, dat- zij het gevoel heeft gehad, dat het v. d. Lubbe geweest is. Tegen een gevoel kan men niets doen, maar hoe kan men zulk een gevoel aanvoeren om te beweren, dat de metgezel van Koenen, v. d. Lubbe was? Ik wil getuige niet beleedigen, maar het lijkt mij, dat we hier te doen hebben met een vrouwelijken Bogun". (Vroolijkheid). De president roept Dimitrof toe, dat hij slechts vragen mag stellen en niet zulke uit weidingen mag doen. Getuige, dr. Dröscher, de medewerker van getuige Weberstedt, verklaart, dat hij in den- namiddag van den brand om 3 3/4 uur in den rijksdag was. Bij het binnenkomen in de hal had hij een sterke lucht geroken, een soort Jaslucht, misschien benzine. Hij maakte den portier daarop opmerkzaam en wees hem op het gevaar van gasvorming. De beambten stelden mij gerust, aldus gin; getuige verder, en zeiden mij, dat het niets bijzonders was. President: „U hebt bij den rechter van in structie iets meegedeeld over een persoon, die gezien is door u". Getuige: „Ik werd door den rechter van in structie opgeroepen voor een verhoor. Toen ik aankwam, zag ik daar verschillende personen onder bewaking. Toen een dier personen mij aankeek, schrok ik, en ik werd aan iets her innerd, dat diepen indruk op mij gemaakt had, zoodat ik in het bureau van den rechter van instructie dadelijk ongevraagd zeide: „Wat zijn dat voor Bulgaren daar buiten, dat is toch Dimitrof uit Sofia, dien ik ken van foto's en dien heb ik in het gebouw ge zien". Ik herinner mij, dat ik hem boven op onze étage met Torgler gezien heb. 0.a. zeide ik, dat ik hem kende, omdat ik hem op foto's van de daders van den aanslag op de kathe draal van Sofia gezien heb". President: „Inderdaad is een Dimitrof in het proces wegens den aanslag op de kathe draal veroordeeld. Die heette echter Stefan en deze heet George. Stefan Dimitrof is bij verstek ter dood veroordeeld. Gelijkt naar uw meening die Dimitrof op dezen Dimitrof? Get.: „Die gelijkenis is mij dadelijk opge vallen al droeg hij ook als ik me niet sterk vergis, op de foto een baard". President: „Gelooft u dat het dezelfde per-r soon is?" G-et.: „Dat kan ik niet beslist zeggen, maar ik ben er vrij zeker van". President: „Hebt u in dezen man dengene herkend, dien u in den Rijksdag gezien hebt?' Get.: „Ja zeker, beslist. Torgler stond voor de deur van zijn kamer en Dimitrof leunde naast hem tegen den wand. Dat moet eenige dagen voor den brand geweest zijn. Ik heb beiden opgenomen en ergerde mij er over dat een Duitsche afgevaardigde met een bui tenlander onderhandelde. President: „Hebt u hem toen reeds als den dader van Sofia herkend?" Getuige: „Neen, toen niet". Dimitrof moet opstaan en de president vraagt nog eens, of getuige, Dimitrof zeker herkent. Getuige„Ja". Dimitrof: „Heel zeker?" Getuige: „Heel zeker". Dimitrof gaat lachend zitten. De president wendt zich tot beklaagde en zegt dat zijn op treden heel onbehoorlijk is. Als Dimitrof daar op wil antwoorden, ontneemt de president hem het woord. President: „Wat heeft verdachte Torgler te zeggen naar aanleiding van deze getuigenver klaring?" Torgler: „Ik heb lang er over nagedacht met wien ik in het Rijksdaggebouw samen geweest kon zijn, welke persoon men zou kunnen verwisselen met Dimitrof. Alleen een man van de Imprekor (een Russisch tele- graafagentschap)die ik alleen bij den naam Julius ken, komt in aanmerking voor die ge lijkenis. Die bedoelde persoon had echter niets te maken met mij, hij had alleen te maken met Neubauer en Halle. Het is echter waar dat ik ook wel eens met hem gesproken heb. Hij is Hongaar of Oostenrijker en lijkt wel wat op Dimitrof. Hij heeft echter een voller gezicht. Dimitrof: „Wanneer ik verklaar sinds 1921 nooit meer in den Rijksdag geweest te zijn en dat ik Torgler voor het eerst in mijn leven te Leipzig in de gerechtszaal heb gezien, dan is dat de waarheid. Ik geloof dat hier een per soonsverwisseling in het spel is. Ik moet echter tevens zeggen dat alle nationaal-so- cialistische oogen in dit proces door een don kere bril zien. Daarom protesteer ik tegen die verklaring". De president ontneemt verdachte Dimitrof het woord. Torgler: „Ook ik wil verklaren dat ik nooit met Dimitrof in het Rijksdaggebouw ben ge weest en dat ik hem voor het eerst in de ge rechtszaal te Leipzig heb gezien". Het proces wordt dan verdaagd tot Dinsdag Bij den dood van Paul Painlevé en Albert Calmette. Hun belangstelling voor Nederland. (Van onzen Parijschen correspondent). Anderen hebben er zich on get wij fed. mede be last om in deze kolommen den levensloop te schetsen van den politicus Paul Painlevé, van den man die tot vijftien maal toe Fransch minister was en die. vooral in de moeilijke oorlogsjaren toen hij onder Clémenceau het opperste legerbestuur moest hervormen zulk een enorm ingrijpenden maatregel nam, welke tenslotte tot de overwinding moest lei den: de benoeming van Foch tot generalissi mus. Wij. onzerzijds en vooral waar het ons gegeven was om meermalen Paul Pain levé te benaderen, evenals trouwens professor Albert Calmette mogen hier in het kort nagaan welke de - verdiensten zijn van de beide geleerden, die we op denzelfden dag, rnet slechts een droeve tusschenpooze van één uur moesten verliezen. Dat het ons gegeven was om beide emi nente geleerden herhaaldelijk te ontmoeten kwam, omdat heiden groote bewonderaars waren van Nederland en dat zoowel Painlevé als Calmette getrouw alle wetenschappelijke experimenten in ons land, en speciaal in Lei den volgden. Het enorme werk van een Lo- rentz, van een Onnes, van een Keesom, van een Hugo de Vries, het werd in spanning ge volgd door Painlevé en Calmette. En wanneer Madame Curie terugkeerde uit Leiden dan waren zij de eersten om navraag te doen, om te informeeren ..wat nieuws er onder de zon" is. Héél het intellectueele leven van Neder land stond m him volle belangstelling, en daaruit kwam een ware sympathie voor ons land voort. Het is dan ook niet alleefi in parlementai ren kring dat Parijs hedenochtend 't plotse ling overlijden van Paul Painlevé met ontstel tenis vernam. De ochtendbladen hadden wel vermeld dat hij sedert enkele dagen bedlege rig was (en dat Calmette sedert Vrijdag griep had) maar niemand vermoedde dat de Fran sche wetenschappen zoo wreed, in zulk een kort tijdsverloop in rouw zouden worden ge dompeld. In het quartier-Latin, rond en in de Sorbonne, heerschte ontsteltenis. In lucht vaart-kringen was de ontroering niet minder groot. Het Institut Pasteur, zoodra men daar het been gaan van Calmette vernam, liet da delijk de gordijnen zakken ten teeken van rouw. Van alle regeeringsgebouwen werd on middellijk de vlag half stok uitgestoken; reeds was het protocol in de weer voor een officieel bezoek van rouwbeklag van den Pre sident van de Republiek en van minister president Sarraut. Paul Painlevé was van bescheiden afkomst,. Wars van elke grootdoenerij maakte hij er nimmer een geheim van dat zijn vader een eenvoudig teekenaar in een drukkerij was, voor wien het een groote opoffering was om ziin zoon, Paul, iets meer te laten leeren. Maar al dadelijk onderscheidde hij zich on het gemeenteschooltje van de Rue Dufour, als buitengewoon helder van geest en uiterst ijverig, zoodat hij met een studiebeurs naar het lyceum Saint-Louis en van daar naar Louis-le-Grand werd gestuurd. Painlevé, na dat hij als nummer één zijn studies op het lyceum heeft volbracht, gaat nu, weer met een beurs naar de Ecole Normale Supérieure (waar Herriot mede-leerling is) en legt zich steeds meer toe op de studie van technische vraagstukken. Hij vindt een bescheiden plaats op een fabriek, maar hij vestigt in wetenschappelijken kring zoo de aandacht op zich, dat de Universiteit van Rijssel hem. als hij nog geen dertig jaar is, aanbiedt om pro fessor te worden. De Sorbonne laat hem maar héél kort in het Noorden en nauwelijks en kele maanden later volgt zijn aanstelling als hoogieeraar aan de grootste Fransche uni versiteit. In het buitenland heeft men met be langstelling de studies van den jongen pro fessor gevolgd en één Jaar later wordt hij benoemd tot professor aan de universiteit van Stockholm. In de geleerde wereld wordt het een ware strijd om Paul Painlevé te „ver overen". Zijn wetenschappelijke werken, .Lecons sur l'intégration des équatlons de la mécanique", „Lecons sur le frottement", „Lecons sur la théorie des équations diffe rentielies" trekken zoo zeer de aandacht dat de Académie des Sciences hem als bewijs van waardeering inschrijft als lid, als „Onsterfe lijke". De grootste verdienste van Painlevé is. dat hij zich van het begin af aan met hart en ziel toelegt op het vraagstuk van de lucht vaart. In de lang voorbije jaren dat Wilbur Wright zich bij Auvours oefent, is het Pain levé die de aërodynamische wetten bestu deert en de ..zwaarder-dan-de-lucht-theorie" verdedigt. Hij is de eerste passagier van Wright en van Farman. Ais jaren na dien, prof. Einstein ziin opzienbarende relativi- teits-theorie openbaart dan is het Paul Pain levé die dadelijk naar den Duitschen geleer de reist om persoonlijk met hem te soreken met het doel om deze geweldige theorieën in details te begrijpen en nader bekend te ma ken. We hebben zoo Juist een met zorg verbor gen gehouden bericht vernomen: de jonge keizer van Annam is ongeveer een maand geleden gebeten door een hond, die bij nader onderzoek alle symptomen van dolheid had. In allerhaast werd de monarch naar Saigon vervoerd om daar op het Institut Pasteur te worden behandeld. De keizer is thans volko men genezen. En de stichter-oprichter en eerste directeur van het Instituut te Saigon was Professor Calmette. Hij verricht-te daar in de verre kolonie zulk een enorm werk, dat het Institut hem in 1899 naar Oporto zond om aldaar de pest-bestrijding te bestudeeren. Wonderlijke coïncidentie: ook nu weer v/as Rijssel de eerste Fransche stad die den ge leerde aanzocht om daar te komen en de lei ding op zich te nemen van het anti-tuber culose instituut en later van het sanatorium van Montigny. Maar de hoofdstad eischt de groote mannen op en Albert Calmette wordt benoemd tot onder-directeur van het Insti tut Pasteur. In tegenstelling slechts met Painlevé (met i wien hij trouwens zeer bevriend was) heeft Calmette zich nimmer met de politiek willen bemoeien; de droeve herinnering aan den moord op zijn broer den directeur van de Figaro, aan den vooravond van den oorlog, was niet vreemd aan dezen afkeer. Zijn eeni ge distractie was om samen met zijn vriend Painlevé 's avonds naar een goed concert in de Salie Pleyel te gaan. FRANSCH VLIEGTUIG MET EEN VOGEL IN BOTSING. PARIJS. 30 October (V. D.) De Fransche vlieger de Verneilh en diens mecanicien zijn Maandagochtend bij een vliegtuigongeluk in de buurt van Dijon om het leven gekomen'. De radiotelegrafist is min of meer ernstig gewond. De Vemeilh was Zaterdag met een 3 moto- rig vliegtuig „Biarritz" uit Tunis te Dijon aan gekomen en Maandagochtend van Dijon ge start naar Parijs. Om 10 uur 13 meldde hij draadloos, dat aan boord alles wel was. Daar na hoorde men eenigen tijd niets van hen. Toen werd bekend dat De Verneilh met zijn toestel in den mist tegen een vogel opge vlogen was, welke botsing het noodlottige gevolg zou hebben gehad. Aan boord bevon den zich drie personen. Hoewel ongelukken met vliegtuigen als ge volg van het aanvliegen van zeer groote Al penvogels tot de zeldzaamheden behooren, is het niet uitgesloten, dat bij een dergelijke botsing de schroef en de motor van een vliegtuig worden vernield. Tot- nu toe was dat evenwel nog slechts het geval met lichte sportvliegen. Algemeene staking in Damascus uitgebroken Doodenaantal tot 33 gestegen. BIJ TURKIJE'S JUBILEUM. De president Moestafa Kemal Pasja en zijn paleis te Angora JERUZALEM, 30 October (V.D.) De span ning in Palestina duurt voort. Het aantal doo- den bij de onlusten is gestegen tot 33. Op een vergadering van het Arabische Exe cutieve Comité is overwogen bij den Volken bond te protesteeren. Alle poorten van Jeru zalem worden door de politie, welke niemand laat binnenkomen of vertrekken, bewaakt. Engelsche onderdanen zijn opgeroepen om politiediensten te verrichten. Te Haifa is de opwinding onder de Arabie ren zeer groot. Bij een straatbetooging werd Maandag, evenals in 1929 geroepen: „Doodt de Joden". Een deputatie van Arabische vrou wen is door den Hooge Commissaris ontvan gen. Zij hebben geprotesteerd tegen het bloed vergieten. De algemeene staking duurt nu reeds drie dagen onafgebroken voort. Alle Arabische winkels zijn nog steeds gesloten. Ook te Damascus, de hoofdstad van het Fransche mandaatgebied Syrië is een alge meene staking geproclameerd ten teeken van sympathie met de Palestinensische Arabieren. In alle moskeeën t-e Damascus zijn de bij de onlusten gedoode Arabieren herdacht. De Fransche autoriteiten hebben alle Arabische bladen verboden. Het Deensche schip „Polnia", waarmede 900 Joodsche emigranten zich naar Palestina wil len begeven, moest op last der Palestinen sische autoriteiten koers zetten naar Egvote. De Egyptische regeering zou den Joden even min toestaan te debarkeeren. De groote feestelijkheden, welke Dinsdag zouden plaats vinden ter gelegenheid van de opening van de nieuwe haven van Haifa zijn EEN INTERNATIONALE CONFERENTIE TE TOKIO? V. D. meldt uit Tokio: Volgens uit Foekoei ontvangen persberich ten is generaal Araki, de minister van Oorlog, die thans aldaar vertoeft in verband met de groote militaire manoeuvres, voor de bijeen roeping van een internationale conferentie te Tokio vóór het jaar 1935 ten eind: 1) Een duurzamen vrede in het Verre Oosten te vestigen; 2) De vlootverdragen te herzien; 3) Het negenmogendheden verdrag hl overeenstemming te brengen met de werke lijke toestanden in het Verre Oosten en 4) Een niet-aanvalspact met Rusland tot stand te brengen. Indien de voorstellen vasten vorm zullen aannemen, zullen uitnoodigingen worden ge zonden aan Engeland, Amerika, Frankrijk, Italië, Duitschland, Nederland, Rusland, Siam, ïndië, Afghanisten en Mandsjoekwo. VOETBAL FABRIEKSCOMPETITIE. V.G.fi. I—POLAK EN SCHWARTZ. (0—0). V.G.S. I bond Zaterdagmiddag j.l. den strijd aan tegen Polak en Schwartz. (Lak fabriek Zaandam). Van der Lëe (V.G.S.), die geruimen tijd niet van de partij is ge weest. had weder de voetbalschoenen aan getrokken, doch verleerd was hij het nog niet, wat zeer dikwijls bleek in zijn mooie afgemeten voorzetten. Het spel gaat op en neer: aan beide kan ten corners en eenige vrije schoppen, doch doelpunten blijven uit. Vel krijgt eenige prachtige kansen; hij benut deze niet. Rust gaat in met gelijk spel. Na de thee is V.G.S. het eerste kwartier veel sterker. Vel, die weder een kans krijgt voor open doel, wordt op het laatste oogen- blik gehinderd. Stals speelde een sublieme partij. Het ein de is in het zicht en nog steeds is de score blank. Aan weerszijden' wordt de laatste mi nuten gestreden om het winnende puntje. Dit blijft echter uit. Scheidsrechter Bierman leidde dezen wedstijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 3