VOOR EER EN GEWETEN
Nevel.
IJMUIDER COURANT. DONDERDAG 16 NOVEMBER 1933
TWEEDE BLAD.
BEVERWIJK
DE BLOEMENTEELT IN
KENNEMERLAND.
Veilingomzetten verminderen.
INBRENGERS EN KOOPERS
VERMEERDEREN.
Het wijzigen van de cultuur in Kennemer-
jand heeft zich door den invloed van de econo
mische depressie niet kunnen voltrekken, zoo
als men zich dat nog een vijftal jaren geleden
had voorgesteld. Toen de teelt van groenten
op den kouden grond dreigde, geen loonend
bestaan voor de tuinders meer te zullen op
leveren, begon zich langzamerhand een nieuwe
richting in de cultures baan te breken. Men
ging inzien, dat een aanmerkelijke vervroe
ging van de tuinbouwproducten slechts de
mogelijkheid kon openen, om de plaats van
Kennemerland op de wereldmarkt te kunnen
behouden. De glascultuur, die in deze omge
ving nog slechts zeer sporadisch werd toege
past. deed in deze periode haar intrede, in
geheel Kennemerland zag men warenhuizen
verrijzen, vele tuinders gingen de teelt van
tuinbouwproducten onder zoogenaamd plat
glas beoefenen, de provincie stichtte te Heems
kerk een demonstratie-bedrijf, dat de tuin
ders van practische voorlichting zou dienen,
kortom men stond in den tuinbouw voor een
nieuwen tijd en het scheen noodzakelijk, dat
de tuinders zich daarbij zoo snel mogelijk
moesten aanpassen. Helaas zijn de groote ver
wachtingen omtrent de glascultuur niet in
vervulling gegaan. De crisis heeft veroorzaakt,
dat er geen sprake kon zijn van een opleving
in den tuinbouw. De export, die een onmisbare
schakel vormde in den ontwikkelingsgang van
het tuinbouwbedrijf zooals men dien toen zag
afgebakend, ligt lamgeslagen. De zoo begeerde
kentering bleef uit. Ook op ander gebied poog
de men de bakens met de wisselende getijen
te verzetten. De bloembollencultuur heeft zich
in de streek Kennemerland zelfs tot in den
Anna Paulownapolder hoog in Noord-Holland
enorm uitgebreid. De saneering van de cultuur
geeft afdoende antwoord op de vraag, in
welken toestand de bloembollenteelt verkeert.
Tenslotte kan dan nog worden gewezen op de
teelt van bloemen, zoowel snij- als bolbloemen.
Het zoogenaamd forceeren of trekken van
bolbloemen heeft een belangrijke vlucht ge
nomen. Het is aan dit deel van de cultuur, dat
wij in dit artikel bijzondere aandacht willen
schenken, niet alleen omdat het een jonge
cultuur is, maar meer nog om het licht te
doen vallen op den verlammenden invloed van
den algemeenen nood der tijden. Uit enkele
simpele cijfers is af te leiden, wat de bloemen
teelt had kunnen zijn, indien zij zich in dit
gewest blijvend had kunnen ontwikkelen.
De eerste veiling.
Het is nu ongeveer 15 jaren geleden, dat de
eerste veilingen van bloemen werden gehou
den. Men kende toen enkele bloemenhande
laren, die hun producten zelfs tot in het bui
tenland aan den man brachten. Zij kochten
hun bloemen bij de enkele kweekers, die hier
toen werden gevonden, op en het verlangen,
om daarin wijziging te brengen deed het plan
rijpen, om een veiling speciaal voor bloemen
te stichten. Dit plan zagen de initiatiefnemers
in 1918 verwezenlijkt, toen in het voormalige
Hotel „De Zon" aan de Breestraat, waar nu
de gebouwen van „Kennemerland" staan, de
eerste bloemenveiling werd gehouden. Zij ge
schiedde onder directie van de heeren Chr. de
Goede, J. Schoelhuis en A. v. d. Wel, welk drie
manschap tot 1928 bijeen bleef en dat de vei
ling door de eerste moeilijke jaren veilig wist
heen te loodsen. In dat jaar is de heer Chr. de
Goede uitgetreden. Op de eerste veiling ver
schenen6 inbrengers en het aantal koop
lieden was daaraan evenredig. De veiling-
directie ontdekte gelukkig al spoedig, dat deze
veiling zich spoedig een bestaansrecht zou
kunnen verschaffen. Zij ging dus volhardend
op den ingeslagen weg voort en het was goed
gezien. Ondanks dat zeer bescheiden begin,
bereikte men in dat eerste jaar toch nog een
omzet van f 28000. Nog vandaag aan den dag
begrijpt de directie misschien zelf niet, hoe
een dergelijk bedrag bijeen kwam, immers de
bloementeelt werd toenmaals slechts op zeer
bescheiden wijze beoefend en over het alge
meen stond men nog wat onwennig tegenover
de „nieuwigheid", die zoo maar door de drie
hier boven genoemde heeren in het midden
van de oude en voor de Kennemer tuinders
zoo vertrouwde beweging werd geplaatst.
Hoe het groeide.
Langzamerhand begon men toch in te zien,
dat het toch eigenlijk heelemaal niet ,.zoo
raar" was, wat de bloemenveiling nastreefde.
Onder kweekers en koopers heerschte weldra
een geest van vertrouwen, de aanvoeren ste
gen en het aantal kooplieden nam toe. Na drie
jaren in de „Zon" geveild te hebben, verhuisde
men naar het gebouw der K.S.A., dat slechts
een jaar de veiling binnen zijn muren her
bergde. In 1922 werd door de N.V. Centrum de
oude Chr. school in de Koningstraat aange
kocht, teneinde daarin de bloembollen- en
bloemenveilingen te kunnen houden. Van toen
af ging het steeds crescendo, de Beverwijksche
bloemenveiling begon zoowel onder de kwee
kers als onder de handelaren bekendheid te
verwerven. Ver uit den omtrek kwamen de
koopers naar Beverwijk, om de benoodigde
bloemen aan te koopen. De aanvoeren stegen
en een groote uitbreiding van het gebouw is
daarvan het gevolg geweest. Als wij ons goed
herinneren zijn zelfs een viertal keeren de
slooper en de bouwer er aan te pas moeten
komen, om de zoo noodzakelijke uitbreidingen
tot stand te brengen. Thans is de op zoo be
scheiden wijze begonnen bloemenveiling uit
gegroeid tot. een goed geoutilleerd bedrijf, dat
over een groote ruimte beschikt, om de aan
gevoerde massa's bloemen behoorlijk te kun
nen verwerken. Het veilen geschiedt op mo
derne en zeer snelle wijze door middel van een
electrisch afmijntoestel. De koopers hebben
allen een vaste plaats en een vast nummer, dat
correspondeert op de veilingklok. Bij het tot
standkomen van een koop roept de afslager
slechts het nummer van den kooper af en
voor de rest zorgt de administratie wel. Zoo
kan de afslager er „vaart" achter zetten, wat
trouwens ook wel noodig is. want het kan wel
eens heel laat worden, voor dat de laatste
„burrie" bloemen onder de klok komt. Een
vlotte organisatie en geschoold personeel wer
ken deze snelle wijze van werken natuurlijk
zeer in de hand.
Eenige cijfers.
Wij vermeldden reeds den omzet ten be
drage van f 28.000 over het eerste jaar. De
bedragen, die nu volgen geven een beeld van
de vlucht, welke de bloemencultuur in deze
omgeving heeft genomen. In 1928 was de om
zet f 298.196. in 1929 f 343.172. in 1930 f 314.8
in 1931 f 337.344, in 1932 f 278.260. Zooals men
ziet heeft de crisis, die reeds terstond in de
cijfers tot uitdrukking kwam. aan de stijging
der omzetten een einde gemaakt. Over 1933
het loopende jaar dus. zal een omzet bereikt
worden van ruim f 235.000.
De teruggang komt echter niet uitsluitend in
de cijfers tot uitdrukking. De omstandigheid,
dat ongeveer twee maal zooveel bloemen ge
veild moesten worden, om dit bedrag te be
reiken spreekt een ernstig woordje mee in de
exploitatie. Want dat beteekende bovendien
nog een groote stijging van het percentage
der bedrijfsonkosten. Dubbele aanvoeren heb
ben ook verdubbeling van arbeid tot gevolg.
Een ander voorbeeld maakt dit nog meer dui
delijk. Een veiling op een bepaalden dag in
Januari 1928 besomde met 90 koopers f 4931.
De overeenkomende dag in Januari 1933 bracht
f 2106 met 140 koopers en dubbele aanvoer.
Het hoogste bedrag, dat geveild werd in
1929 was 18 Maart met f 8484,33 over 78 koo
pers en 95 inbrengers. 18 Maart 1933 leverde
f 2676,76 op met 195 koopers en 216 inbrengers.
Deze cijfers doen wel zien, dat zelfs een hoo-
gere veilingomzet, een verslechtering van den
toestand kan maskëeren.
De grootste kooper werd genoteerd op
April 1928 met f 1734. Maar voor dit bedrag
zou de man nu misschien tweemaal zooveel
bloemen kunnen koopen.
Ter vergelijking geven wij nu nog twee data,
die de uitbreiding van het aantal inbrengers
en kooplieden ilustreeren.
Op Vrijdag 11 Nov. 1927 noteerde rjien 35
koopers en 25 inbrengers. Op 10 November
1933 werden geboekt 136 koopers en 95 inbren
gers. De heerschende werkloosheid heeft het
aantal bloemenhandelaren sterk doen ver
meerderen. Vele werklooze arbeiders trachten
met bloemenventen nog wat te verdienen. Dit
verschijnsel heeft reeds geleid tot een actie
van de organisaties uit het bedrijf bij de ge
meentebesturen.
Geen export.
De val van het Engelsche pond sterling
heeft op den bloemenhandel natuurlijk een
zeer ongunstigen invloed gehad en niet min
der de contingenteering, welke in verschei
dene landen werd afgekondigd.
Export behoort thans vrijwel tot de onmo
gelijkheden. Wat dit voor de bloementeelt be-
teekent, wordt eerst recht duidelijk, wanneer
men weet, dat voorheen zeker 2,3 van den
aanvoer voor de export naar Engeland en
Frankrijk bestemd was. Nu blijgt 9 10 deel
van den aanvoer in het binnenland. Dat is een
enorm verschil dus.
Een nieuw verschijnsel, dat den bloemen
handel zorg baart, is, dat er hier en daar zelfs
„binnenlandsche" contingenteering wordt toe
gepast. Van enkele gemeenten is reeds bekend,
dat bloemenhandelaren van elders hun bloe
men niet meer zullen mogen verkoopen. Men
kan zich deze bezorgdheid voorstellen en de
Er zijn van die vaste dingen,
Waar men zich niet in vergist
In ons vreemd klimaat, bijvoorbeeld:
In November komt er mist.
Ditmaal worden wij er. dunkt me,
Zeer vrijgevig mee bedacht,
Al beperkt het zich in hoofdzaak
Tot den avond en den nacht.
Dan wordt d'aarde met een deken,
Grauw en vochtig, toegedekt.
Die eerst weer wordt, weggenomen,
Als de dageraad ons wekt.
Menschen duiken op als schimmen
Uit het nevelig verschiet.
't Oor erkent ze nog als menschen,
Echte schimmen kuchen niet.
Als een soort van monsterdieren
Met oranje oogengloed,
Sluipen autos door den nevel
Met. mistroostig hoorngetoet.
In November moet- het misten,
Dat hoort eenmaal bij het weer,
Zelden zijn wij. meen ik echter,
Zoo beneveld als dit keer.
Maar geen wonder, staat soms heden
Niet ons leven op z'n kop?
Zoowel logisch als taalkundig
Levert dat een nevel op
P. GASUS.
vraag: „waar gaat dat heen?" wordt alsmaar
klemmender. Aan het „Centrum" is b.v. een
kooper.-die al 15 a 16 jaar zijn bloemen uitvent
in Dan Helder en die gemeente overweegt
„sluiting van haar grenzen" voor bloemen uit
Beverwijk! Het illustreert al weer den wel zeer
zonderlingen tijd. waarin wij leven.
De bloemenveiling „Centrum" gaat intus-
schen haar gang. Nog heerscht daar op de
veilingdagen een drukte van beteekenïs en
het 18 man sterke personeel moet aanpakken,
om alles te verwerken. Maar het veilingbedrijf
weet zich gerugsteund door een kweekersorga
nisatie van 182 leden en dat is in deze moei
lijke tijden een zeer gunstige factor.
Tp.
HET VERLOOP VAN DE
GROENTENMARKT.
DE AANVOEREN OP WOENSDAG
VERMINDEREN.
Het verloop van den handel gaf de afge
loopen week over het algemeen weinig verschil
te bemerken bij ons vorig overzicht. Wanneer
soms voor het een of ander product een tikje
verbetering viel waar te nemen stond daar
weer tegenover dat weer andere artikelen een
minder gunstige stemming hadden en een
weinig in prijs terug liepen. Wat de aanvoeren
betreft komen op de veilingen van Maandag
en Vrijdag nog ruimschoots voldoende voor
raden, op Woensdag begint thans echter de
aanvoer zich belangrijk in te krimpen.
Ofschoon eerste soort Bloemkool geregeld
nog goed te verkoopen was, liepen de prijzen
in den loop der week toch iets terug en kon
den op de veiling van 13 Nov. niet hooger
komen dan van 79 ct. De mindere kwalitei
ten ondervonden een minder willige handel
en gingen voor lage prijzen van de hand.
De spruitenhandel verliep ook niet meer zoo
vlot en vertoonde steeds meer neiging tot in
zinking. Wel kwamen nog enkele partijen aan
behoorlijke prijzen, doch deze beperkte kwan-
tums maken de doorsnee toch niet goed. De
noteeringen varieerden zoo ongeveer van 714
ct. per K.G.
Boerekool kon bij grooten aanvoer nog geen
prijs opbrengen. Zoolang het nog geen winter
is heeft dit artikel nog niet zooveel aftrek. De
prijzen wisselden ook deze Week weer van 10-
20 ct. per kist.
Aanvoeren en noteeringen van overige kool
soorten bleven vrijwel ongewijzigd. De prijzen
staan tot dusverre steeds, op zeer laag peil.
De Andijviehandel hield zijn ouden gang.
Wat mooi geel is was nog voor een redelijken
prijs te plaatsen, maar groene struiken hebben
weinig waarde. De prijzen voor dit product
liepen dan ook sterk uiteen, wisselend van
1545 ct. per kist.
Bospeen ging met de prijzen weer langzaam
in een gunstiger richting. De handel was iets
vlugger en het was voora,! de goede kwaliteit
die weer meer aantrok, zoodat de noteeringen
;chommelden van 510 ct. per bos.
Met de tomaten begint het naar het einde
te loopen. De goede kwaliteiten die nog wor
den aangeboden hadden geregeld veel belang
stelling en werden voor redelijke prijzen af
genomen. Er bestaan echter nog al groote
kwaliteitsverschillen, welke blijken uit de no
teeringen, die van 6—22 ct. per K.G. uiteen
liepen.
Het aanbod van prei was de afgeloopen week
nog al belangrijk. Ofschoon de prijzen in door
snee wel niet veel verschillen bij onze vorige
opgaven, toch kwamen sommige partijen weer
aan iets betere prijzen die naar soort wissel
den van 410 ct per bos.
Spinazie als glasproduct alsmede uit de
natuur ondervond nogal willige kooplust en
was de laatste dagen weer voor behoorlijke
prijzen te plaatsen.
Sla daarentegen ging niet in prijs vooruit en
kon het voor glasproduct niet hooger brengen
dan van 23 ct. per stuk.
Raapstelen waarvan de aanvoer zich nog
maar tot kleine partijtjes bepaalde, gingen
geregeld vlug weg voor prijzen van 2 1 24 ct.
per bos.
Op de 3e gecombineerde schorseneeren
veiling die op Woensdag 15 Nov. werd gehou
den bedroeg de totale aanvoer pl.m. 28000 K.G.
De handel was williger dan in de vorige week
en daar van het totale kwamtum 25000 K.G.
verkocht is bedroeg het opgehouden gedeelte
dezen keer slechts 3000 K.G. De prijzen schom
melden voor eerste soort van f 7.20f 9.10, voor
tweede soort van f 2.20f 3. per K.G.
DE NIEUWE BIOSCOOPWEEK.
LUXOR THEATER
Het Luxor Theater in de Breestraat heeft
voor de komende week ingezet de aangrij
pende anti-oorlogsfilm uit de Ernst Lubitsch
productie „Ik heb een mensch gedood", naar
het stuk van Maurice Rostand. In deze mees
terlijke film schildert Lubitsch in felle kleu
ren de verwoestingen, welke de menschen-
slachting in de gevoelige ziel van een jong
kunstenaar aanricht. „Ik heb een mensch
gedood" is een anti-oorlogsfilm, maar dan,
een, die weldadig verschilt van vele harer
voorgangsters. Lubitsch heeft er van ge
maakt een hartstochtelijke kreet om wereld
vrede en internationale toenadering, een
felle en onvergetelijke aanklacht tegen het
schandelijke oorlogsbedrijf, een inderdaad
vlammende uiting van het wereldgeweten,
dat luider begint te spreken.
Misschien vormt deze ééne zin uit de
dialoog de meest felle aanklacht. Dat is, wan
neer de oude dokter Holderlin, beseffend
de dwaasheid van een bekrompen chauvi
nisme uitroept: „Ik stond hier toen mijn
zoon naai zijn dood marcheerde en ik juich
te!" Deze striemende klacht, vol zelfverwijt,
zal misschien meer effect hebben, dan dui
zend-en-één holl' phrazen, die op dit ge
bied nog al eens
maken.
Lionel Borryrnore,
Nancy Carroll ei
Philipp Holmes spe
len in dit ontroe
rend filmwerk de
hoofdrollen.
Als tweede hoofd
nummer wordt ver
toond de ge
comedie „De Prins
van Arcadië" met
Willy Forst en Liane
Haid.
helzlng. De prins probeert Angela te overtui
gen, dat zij den officier moet opgeven en
zijn grootste argument is, dat haar moeder
ter wille van een dergelijke liefdesgeschiede
nis zelfmoord gepleegd heeft.
Giovanni is ingedeeld bij het vliegercorps
en na korten tijd wordt gemeld, dat zijn toe
stel omlaag gevallen is. Angela, die beloofd
heeft op hem te zullen wachten en hem te
trouwen na zijn terugkomst uit den oorlog,
ziet door dit bericht haar laatste interesse in
de wereld verdwijnen. Zij gaat in het klooster
van de Witte Zusters en na eenigen tijd legt
zij de eeuwige gelofte af.
Giovanni, die op Oostenrïjksch gebied om
laag gestort is. is liefderijk opgenomen door
een boerenfamilie en als hij voldoende her
steld is om de reis te kunnen aanvaarden,
probeert hij Italië weer te bereiken. Hii wordt
evenwel gevangen genomen en in een krijgs
gevangenkamp opgesloten. Na langer, tijd
slaagt hij er in hier uit te ontsnappen en
zijn vaderland te bereiken.
Als hij verneemt, dat Angela in het kloos
ter der Witte Zusters is, brengt hij haar een
bezoek en probeert haar te overtuigen, dat
zij haar gelofte afgelegd heeft, toen zij
dacht, dat hij dood was. doch nu hij terug
gekomen is, hiervan ontslagen kan worden.
Doch zij weigert hem te volgen. Onder een
voorwendsel weet hij haar naar zijn kamers
te lokken, doch wederom biedt zij tegenstand
aan zijn overredingskracht. Hij brengt haar
terug naar het klooster en even nadat hij
dit verlaten heeft, vindt er een luchtbom
bardement op de stad plaats en Giovanni
wordt zwaar gewond. Hij wordt het klooster
binnengedragen en sterft kalm. terwijl An
gela hem tot het laatste moment bijstaat.
IJMUIDEN
Een kijkje op de bedrijvigheid in de bloemenveiling aan de Koningstraat. Rechts het elec-
trische afmijntoestel, links de koopers-tribune. De nummers komen overeen met die
op de veilingklok. die in een verlicht veld aangeeftwelk „nummer" den koop sloot.
Lionel Barrymore
KENNEMER THEATER
Het Kennemer Theater in de Zeestraat
vertoont als hoofdnummer „De Witte Non"
en brengt daarmede de primeur van deze
pas uitgebrachte rolprent voor de provincie.
Deze film, uitgebracht door de Metro, draait
thans eenige weken reeds in Amsterdam en
wordt tot nu toe iedere week geprolongeerd.
De ontvangst van een tweede copie heeft het
mogelijk gemaakt, dat zij reeds nu te Be
verwijk kan worden vertoond. Helen Hayes
- - en Claric Gable spelen
in ..de Witte Non" de
hoofdrollen en het wei
den wellicht de groot
ste prestaties van hun
filmloopbaan. Lewis
Stone stelt Prins Chia-
romonte voor, den va
der van Angela, de
witte non. Ook in deze
betrekkelijk kleine rol
overtuigt hij wederom
van zijn specifieke be
gaafdheid.
Aan den inhoud van
„The white Sister" ont
Clark Gable. leenen wij 't volgende:
Angela Chiaromonte, de dochter van een
Italiaanschen prins, heeft een rustige jeugd
gehad onder het strenge toezicht van haar
vader en haar gouvernante en weet niets van
de wereld buiten het paleis, waarin zij gebo
ren is. Van haar moeder heeft zij een zeker
verlangen naar avonturen geërfd, welke een
voortdurende bezorgdheid is voor Mina, de
gouvernante.
Als zij op het punt staat te trouwen met
een rijken man van adel en de eerste afkon
diging reeds in de kerk geschied is, ontmoet
zij Giovanni een jong en vroolijk luitenant.
Angela wordt aangetrokken door het vroolijk
uiterlijk van den durf-al en gedurende het
carnaval ontmoet zij Giovanni meerdere ma
len in het geheim.
Op den dag vóór haar huwelijk dringt
Giovanni tot haar door in het paleis en laat
zich niet afschrikken voor hij haar gespro
ken heeft. Hij verklaart haar zijn liefde en
Angela's vader betrapt hen in hun eerste om-
VERGADERING CRUIST. BESTUREN
BOND.
Woensdagavond heeft in het verenigings
gebouw in de Mahustraat een vergadering
van den Chr. Besturenbond plaats gehad. Als
sprekers traden op de heeren K. de Boer,
Centraalbestuurder van de Chr. Ned. bouw
vak organisatie en A. Stapelkamp, secretaris
van het Christ. Nationaal vakverbond.
Na de gebruikelijke opening en een kort
inleidend woord van den voorzitter, den heer
J. v. d. Burg, trad als eerste spreker op de
heer K. de Boer die als onderwerp had: „Een
nieuw front".
Spreker begon te zeggen, dat het moeilijk
is, om in dezen tijd het levensbeginsel uit te
leven. Wie alleen een beginsel belijdt en dit
niet uitleeft, die kan het nog wel hebben,
maar een beginsel uitleven en belijden, daar
voor is, inzonderheid voor den Christelijken
arbeider veel moed en kracht noodig.
Er zijn veel belagers van het Christelijk
beginsel. Spreker noemde hier het liberalisme
en socialisme. Het Christ. Vakverbond kan
met de beginselen dezer partijen niet samen
gaan, maar neemt positief stelling tegen over
deze partijen. De heer De Boer besprak de
vele bezwaren die er voor de Christenen zijn
om al is het maar in geringe mate, mee te
gaan met het socialisme en ook met het na-
tionaaï-socialisme. Spreker wekte de aan
wezigen op, front te maken tegen datgene
wat de belijdenis eens Christen in gedrang
kan brengen. Hij is verzekerd dat waar de
Christelijke arbeider zijn beginsel beleeft en
beleidt daar zal de overwinning zeker zijn,
omdat de God in wien men gelooft en zijn
kracht van verwacht, de overwinning zal
schenken.
Ds. R. J. v. d. Meulen die intusschen ter
vergadering was gekomen, 'werd door den
voorzitter welkom geheeten. Hierna was het
woord aan den heer Stapelkamp.
Deze begon erop te wijzen, hoe reeds
eeuwen lang bij den mensch de vraag naar
voren komt: Wat is waarheid? Deze vraag en
het zoeken naar waarheid is omdat men ver
zekerd is dat, in het vinden van de waarheid,
men hier in ook het geluk vindt. Vooral in de
dagen van druk en Crisis, zooals wij thans be
leven, komt steeds weer met nieuwe kracht
naar voren de vraag naar geluk. Het socia
lisme komt ook tot den Christelijken arbeider
om hem den weg te wijzen naar het geluk.
Maar de teleurgestelde hoop krenkt het hart.
Wij zien het: in ons land en in de omliggende
landen is den arbeider veel door het socia
lism e beloofd, toch niets is hem gebracht.
Nu komt de ontnuchtering.
Als een reactie komt hierop het nationaal
socialisme, het fascisme. Spreker geeft in
grove trekken weer wat het fascisme wil. Het
Nat. Christ. Vakverbond kan op grond van
Gods woord de Marxistische leer van den
klassenstrijd niet aanvaarden. In de nieuw
opkomende beweging van het fascisme in
schijnbaar iets waarmee de Chr. vakarbeider
mee kan gaan. Spreker waarschuwt voor den
schijn. Er is voor den Christen maar één ge-
zagserkenning. Gezag is uit God. Socialisme
en Communisme erkennen geen gezag. Het
fascisme erkent dit wel, echter geen gezag
met God. Spreker citeerde ten bewijze hiervan
eenige gegeven uit fascistische lectuur,
toonde met voorbeelden en feiten aan, dat
fascisme leidt tot persoonsvergoding. In het
bijzonder besprak de heer Stapelkamp het
misleidende, dat er in het fascisme is voor
het Christelijke deel van ons volk. De strijd
tegen dit nieuwe front, dat de inzet is in de
propagandaactie van het Christ. Nat, Vak
verbond, is een oude strijd. Een strijd in 't
verleden gevoerd tegen het socialisme, deze
strijd moet thans ook gevoerd worden
tegen het nationaal-socialisme.
Ds. R. J. v. d. Meulen sprak daarna een
slotwoord.
Zij nog vermeld, dat de avond werd opge
luisterd met eenige voordrachten van den
heer J. Visser en met muziek van het strijk
orkest Concinére, directeur de heer J. Klut.
FEUILLETON
door
CHARLES ALBEN SELTZER.
31)
Hij zette alle scherts terzijde en sprak nu
ernstig, vroeg Hollis naar de ligging van zijn
rancho luisterde kalm en oplettend naar de
antwoorden van den laatsten. Een half uur
later verliet Hollis, na een afspraak ge
maakt te hebben met rechter Qraney om
trent het registreeren van zijn brandmerk
en een opgave van zijn vee, het gerechtsge
bouw en ging naar zijn bureau. Toen hij zijn
post nakeek, vond hij de kennisgeving van
rechter Graney en ook een anderen brief,
gestempeld „Chicago", die een blijden glim
lach te voorschijn riep op zijn gelaat. Een
paar minuten later kwam Norton binnen en
ofschoon Hollis nog heel weinig aan de cou
rant gedaan had stond hij op en kondigde
glimlachend aan, dat hij van plan was om
naar de Circle Bar terug te keeren.
„Wij zullen het Coyote pad nemen", zei hij
tegen Norton, nadat zij opgestegen waren en
van het Kicker-bureau wegreden„ik zal
een oogenblik stilhouden bij de Hazeltons.
Natuurlijk", vervolgde hij, toen hij een veel-
beteekenende grijnslach op Nortons gelaat
zag: „ik verwachtte wel, dat je argwaan zou
koesteren en getrouwde lui hebben nu een
maal de gewoonte om een hooghartige en al
wetende houding aan te nemen tegenover
hen, die ongelukkig genoeg zijn om in onge-
huwden staat te verkeeren."
„Bedoel je, dat je zoo'n beetje split hebt,
omdat je nog niet getrouwd bent?" grinnikte
Norton.
„Misschien," lachte Hollis. „Maar, ik heb er
ernstig over gedacht om te trachten jouw ver
hevenheid te bereiken."
kleine geul reden en toen over een vlakte, die
„Wil zij?" vroeg Norton toen zij door een
hen naar het Coyote pad bracht.
..Daar kan ik heelemaal niet uit wijs wor
den", antwoordde Hollis. Hij lachte. „Je hebt
zeker Ace's gedicht in de Kicker wel gelezen?"
Hij ving Nortons knikje op en vervolgde.
„Wel, Ace wist heel wat waarheid in dat pro
duct te verwerken. Natuurlijk herinner je je
het eerste couplet.
„Een vrouw schijnt bij intuïtie de geeste
lijke processen van een man te kennen Zij
taxeert hem tenminste vrij goed, zonder dat
zij hem laat weten hoe zij het doet. Een man
kan nooit zeggen waar hij te land zal ko
men.
En dan weigert zij. terwijl- 7-ii dan nwi zoo
goed kent, absoluut om hem iet-s van haar
gedachten te openbaren.
Norton grinnikte tegen hem. „Jullie, los-
loopcnde jongens, hebben zeker nog heel wat
te leeren', zei hij, „dat is een feit. Natuur
lijk heeft zij hem aan een lijntje, als zij maar
een beetje vrouw is. Maar naar welken kant
stuurt zij hem?"
„Wel naar zich toe, natuurlijk!" lachte Hol
lis.
Norton lachte over zijn heele gezicht. Dat-
heb je dus ontdekt", zei hij droogjes. „Dan
ben je klaar voor de volgende les."
„En die is?" vroeg Hollis.
Norton glimlachte met onuitsprekelijk me
delijden. ..RTn hemel!" lachte hij; „jullie vrij
gezellen weten nu ook letterlijk niets!"
Daarna reden zij zwijgend voort. Toen zij
in het gezicht kwamen van Hazelton's huis.
hield Norton zijn pony in en zat onbewegelijk
in het zadel tegen Hollis te lachen.
„Rijd jij maar door", raadde hij aan. Ik zal
verder maar langs het Dry Bottom pad gaan
dat bevalt mij toch beter."
Hij bracht zijn pony plotseling in een an
dere richting en Hollis vervolgde zijn weg.
Hij vond Nellie alleen, haar broeder was het
veld in gegaan. Zij kwam op de veranda, toer.
zij de hoefslagen van zijn pony op het harde
zand en de rotsen van het pad hoorde en
haar oogen heetten hem oprecht welkom.
Het was de eerste maal, dat hij hun een be
zoek bracht, na zijn terugkeer naar de Circle
Bar.
„O!" riep zij verrukt. Maar toen zij den
plotselingen gloed merkte, die in Hollis' oogen
kwam bij dit blijk van belangstelling, bloosde
zij en keek naar den zoom van haar rok, waar
tegen zij zenuwachtig schopte met de punt
van haar schoen. Gedurende de dagen van
Hollis' herstel in de woning van Hazeltor.,
had hij de jonge vrouw in allerlei gemoeds
stemmingen gezien. Maar in geen enkele had
hij haar zoo aantrekkelijk gevonden als nu.
Verlegenheid stond haar goed, besloot hij, en
hij keek haar aan met nieuwe belangstelling
toen Lij op zijn pony zat te wachten op haar
uitnoodiging om af te stijgen. Die kwam
spoedig.
„Het is vreeselijk warm" zei ze en liep naar
de plek. waar twee stoelen stonden een,
waarin hij vele uren had doorgebracht ge
durende de dagen van zijn herstel, de andere
waarin zij dikwijls had gezeten naast
hem. Eerst nu merkte hij, hoe rijk en heer
lijk deze dagen geweest waren. Toen hij af
steeg en zijn pony vastbond aan een van de
veranda-kolommen, glimlachte hij den
kende aan Norton's vraag gedurende hun
gesprek over Ace's gedicht. „Natuurlijk"
had de opzichter gezegd „heeft zij hem
aan het lijntje, als zij maar een beetje vrouw
is. Maar naar welken kant stuurt zij hem0"
Natuurlijk had zij hem letterlijk niet
aan het lijntje, maar hij wist. dat liefde hem
had aangegrepen en dat hij zich buitenge
woon behagelijk voelde.
Zijn glimlach werd breeder, toen hij zich
haar plotselinge verontwaardiging herin
nerde over zijn gedachtelooze bewering, dat
hij nooit belang gesteld had in vrouwen. Na
tuurlijk kon hij haar niet vertellen, dat hij
groot belang stelde in één vrouw. Toen hij
zich in zijn geliefde stoel liet vallen, zijn
hoed afzette en het zweet van zijn voorhoofd,
veegde met zijn zakdoek, betrapte hij haar er
op dat zij een snellen blik wierp op het lit-
teeken onder zijn rechteroog dat altijd een
aandenken zou blijven aan zijn avontuur
in den stormnacht. Zij zag dat zijn wenk
brauwen samentrok:
„Je bent weer geheel hersteld", zei ze; „be
halve dat schrammetje onder het oog ben je
weer dezelfde als voor je ontmoeting met
Dunlavey's mannen".
Hij keek langs haar heen naar de bruine
bergen, die zich in de verte verhieven
mijlen ver aan den anderen kant van het
groote bassin dat baadde in den stralen-
den gloed van den witten hemel sombere
bewakers van een geheimzinnige wereld.
Welk geheim bewaakten zij? Wat wisten zij
van deze wereld van eeuwig zonlicht, van
oneindigen afsta'nd? Wisten zij evenveel van
de wereld, waarop zij neerkeken, als hij van
het hart van het slanke, moederlooze meisje,
wier oogen haar verrieden, telkens als hij
daarin keek.