VOOR EER EN GEWETEN Nevel. IJMUIDER COURANT. DONDERDAG 16 NOVEMBER 1933 TWEEDE BLAD. BEVERWIJK DE BLOEMENTEELT IN KENNEMERLAND. Veilingomzetten verminderen. INBRENGERS EN KOOPERS VERMEERDEREN. Het wijzigen van de cultuur in Kennemer- jand heeft zich door den invloed van de econo mische depressie niet kunnen voltrekken, zoo als men zich dat nog een vijftal jaren geleden had voorgesteld. Toen de teelt van groenten op den kouden grond dreigde, geen loonend bestaan voor de tuinders meer te zullen op leveren, begon zich langzamerhand een nieuwe richting in de cultures baan te breken. Men ging inzien, dat een aanmerkelijke vervroe ging van de tuinbouwproducten slechts de mogelijkheid kon openen, om de plaats van Kennemerland op de wereldmarkt te kunnen behouden. De glascultuur, die in deze omge ving nog slechts zeer sporadisch werd toege past. deed in deze periode haar intrede, in geheel Kennemerland zag men warenhuizen verrijzen, vele tuinders gingen de teelt van tuinbouwproducten onder zoogenaamd plat glas beoefenen, de provincie stichtte te Heems kerk een demonstratie-bedrijf, dat de tuin ders van practische voorlichting zou dienen, kortom men stond in den tuinbouw voor een nieuwen tijd en het scheen noodzakelijk, dat de tuinders zich daarbij zoo snel mogelijk moesten aanpassen. Helaas zijn de groote ver wachtingen omtrent de glascultuur niet in vervulling gegaan. De crisis heeft veroorzaakt, dat er geen sprake kon zijn van een opleving in den tuinbouw. De export, die een onmisbare schakel vormde in den ontwikkelingsgang van het tuinbouwbedrijf zooals men dien toen zag afgebakend, ligt lamgeslagen. De zoo begeerde kentering bleef uit. Ook op ander gebied poog de men de bakens met de wisselende getijen te verzetten. De bloembollencultuur heeft zich in de streek Kennemerland zelfs tot in den Anna Paulownapolder hoog in Noord-Holland enorm uitgebreid. De saneering van de cultuur geeft afdoende antwoord op de vraag, in welken toestand de bloembollenteelt verkeert. Tenslotte kan dan nog worden gewezen op de teelt van bloemen, zoowel snij- als bolbloemen. Het zoogenaamd forceeren of trekken van bolbloemen heeft een belangrijke vlucht ge nomen. Het is aan dit deel van de cultuur, dat wij in dit artikel bijzondere aandacht willen schenken, niet alleen omdat het een jonge cultuur is, maar meer nog om het licht te doen vallen op den verlammenden invloed van den algemeenen nood der tijden. Uit enkele simpele cijfers is af te leiden, wat de bloemen teelt had kunnen zijn, indien zij zich in dit gewest blijvend had kunnen ontwikkelen. De eerste veiling. Het is nu ongeveer 15 jaren geleden, dat de eerste veilingen van bloemen werden gehou den. Men kende toen enkele bloemenhande laren, die hun producten zelfs tot in het bui tenland aan den man brachten. Zij kochten hun bloemen bij de enkele kweekers, die hier toen werden gevonden, op en het verlangen, om daarin wijziging te brengen deed het plan rijpen, om een veiling speciaal voor bloemen te stichten. Dit plan zagen de initiatiefnemers in 1918 verwezenlijkt, toen in het voormalige Hotel „De Zon" aan de Breestraat, waar nu de gebouwen van „Kennemerland" staan, de eerste bloemenveiling werd gehouden. Zij ge schiedde onder directie van de heeren Chr. de Goede, J. Schoelhuis en A. v. d. Wel, welk drie manschap tot 1928 bijeen bleef en dat de vei ling door de eerste moeilijke jaren veilig wist heen te loodsen. In dat jaar is de heer Chr. de Goede uitgetreden. Op de eerste veiling ver schenen6 inbrengers en het aantal koop lieden was daaraan evenredig. De veiling- directie ontdekte gelukkig al spoedig, dat deze veiling zich spoedig een bestaansrecht zou kunnen verschaffen. Zij ging dus volhardend op den ingeslagen weg voort en het was goed gezien. Ondanks dat zeer bescheiden begin, bereikte men in dat eerste jaar toch nog een omzet van f 28000. Nog vandaag aan den dag begrijpt de directie misschien zelf niet, hoe een dergelijk bedrag bijeen kwam, immers de bloementeelt werd toenmaals slechts op zeer bescheiden wijze beoefend en over het alge meen stond men nog wat onwennig tegenover de „nieuwigheid", die zoo maar door de drie hier boven genoemde heeren in het midden van de oude en voor de Kennemer tuinders zoo vertrouwde beweging werd geplaatst. Hoe het groeide. Langzamerhand begon men toch in te zien, dat het toch eigenlijk heelemaal niet ,.zoo raar" was, wat de bloemenveiling nastreefde. Onder kweekers en koopers heerschte weldra een geest van vertrouwen, de aanvoeren ste gen en het aantal kooplieden nam toe. Na drie jaren in de „Zon" geveild te hebben, verhuisde men naar het gebouw der K.S.A., dat slechts een jaar de veiling binnen zijn muren her bergde. In 1922 werd door de N.V. Centrum de oude Chr. school in de Koningstraat aange kocht, teneinde daarin de bloembollen- en bloemenveilingen te kunnen houden. Van toen af ging het steeds crescendo, de Beverwijksche bloemenveiling begon zoowel onder de kwee kers als onder de handelaren bekendheid te verwerven. Ver uit den omtrek kwamen de koopers naar Beverwijk, om de benoodigde bloemen aan te koopen. De aanvoeren stegen en een groote uitbreiding van het gebouw is daarvan het gevolg geweest. Als wij ons goed herinneren zijn zelfs een viertal keeren de slooper en de bouwer er aan te pas moeten komen, om de zoo noodzakelijke uitbreidingen tot stand te brengen. Thans is de op zoo be scheiden wijze begonnen bloemenveiling uit gegroeid tot. een goed geoutilleerd bedrijf, dat over een groote ruimte beschikt, om de aan gevoerde massa's bloemen behoorlijk te kun nen verwerken. Het veilen geschiedt op mo derne en zeer snelle wijze door middel van een electrisch afmijntoestel. De koopers hebben allen een vaste plaats en een vast nummer, dat correspondeert op de veilingklok. Bij het tot standkomen van een koop roept de afslager slechts het nummer van den kooper af en voor de rest zorgt de administratie wel. Zoo kan de afslager er „vaart" achter zetten, wat trouwens ook wel noodig is. want het kan wel eens heel laat worden, voor dat de laatste „burrie" bloemen onder de klok komt. Een vlotte organisatie en geschoold personeel wer ken deze snelle wijze van werken natuurlijk zeer in de hand. Eenige cijfers. Wij vermeldden reeds den omzet ten be drage van f 28.000 over het eerste jaar. De bedragen, die nu volgen geven een beeld van de vlucht, welke de bloemencultuur in deze omgeving heeft genomen. In 1928 was de om zet f 298.196. in 1929 f 343.172. in 1930 f 314.8 in 1931 f 337.344, in 1932 f 278.260. Zooals men ziet heeft de crisis, die reeds terstond in de cijfers tot uitdrukking kwam. aan de stijging der omzetten een einde gemaakt. Over 1933 het loopende jaar dus. zal een omzet bereikt worden van ruim f 235.000. De teruggang komt echter niet uitsluitend in de cijfers tot uitdrukking. De omstandigheid, dat ongeveer twee maal zooveel bloemen ge veild moesten worden, om dit bedrag te be reiken spreekt een ernstig woordje mee in de exploitatie. Want dat beteekende bovendien nog een groote stijging van het percentage der bedrijfsonkosten. Dubbele aanvoeren heb ben ook verdubbeling van arbeid tot gevolg. Een ander voorbeeld maakt dit nog meer dui delijk. Een veiling op een bepaalden dag in Januari 1928 besomde met 90 koopers f 4931. De overeenkomende dag in Januari 1933 bracht f 2106 met 140 koopers en dubbele aanvoer. Het hoogste bedrag, dat geveild werd in 1929 was 18 Maart met f 8484,33 over 78 koo pers en 95 inbrengers. 18 Maart 1933 leverde f 2676,76 op met 195 koopers en 216 inbrengers. Deze cijfers doen wel zien, dat zelfs een hoo- gere veilingomzet, een verslechtering van den toestand kan maskëeren. De grootste kooper werd genoteerd op April 1928 met f 1734. Maar voor dit bedrag zou de man nu misschien tweemaal zooveel bloemen kunnen koopen. Ter vergelijking geven wij nu nog twee data, die de uitbreiding van het aantal inbrengers en kooplieden ilustreeren. Op Vrijdag 11 Nov. 1927 noteerde rjien 35 koopers en 25 inbrengers. Op 10 November 1933 werden geboekt 136 koopers en 95 inbren gers. De heerschende werkloosheid heeft het aantal bloemenhandelaren sterk doen ver meerderen. Vele werklooze arbeiders trachten met bloemenventen nog wat te verdienen. Dit verschijnsel heeft reeds geleid tot een actie van de organisaties uit het bedrijf bij de ge meentebesturen. Geen export. De val van het Engelsche pond sterling heeft op den bloemenhandel natuurlijk een zeer ongunstigen invloed gehad en niet min der de contingenteering, welke in verschei dene landen werd afgekondigd. Export behoort thans vrijwel tot de onmo gelijkheden. Wat dit voor de bloementeelt be- teekent, wordt eerst recht duidelijk, wanneer men weet, dat voorheen zeker 2,3 van den aanvoer voor de export naar Engeland en Frankrijk bestemd was. Nu blijgt 9 10 deel van den aanvoer in het binnenland. Dat is een enorm verschil dus. Een nieuw verschijnsel, dat den bloemen handel zorg baart, is, dat er hier en daar zelfs „binnenlandsche" contingenteering wordt toe gepast. Van enkele gemeenten is reeds bekend, dat bloemenhandelaren van elders hun bloe men niet meer zullen mogen verkoopen. Men kan zich deze bezorgdheid voorstellen en de Er zijn van die vaste dingen, Waar men zich niet in vergist In ons vreemd klimaat, bijvoorbeeld: In November komt er mist. Ditmaal worden wij er. dunkt me, Zeer vrijgevig mee bedacht, Al beperkt het zich in hoofdzaak Tot den avond en den nacht. Dan wordt d'aarde met een deken, Grauw en vochtig, toegedekt. Die eerst weer wordt, weggenomen, Als de dageraad ons wekt. Menschen duiken op als schimmen Uit het nevelig verschiet. 't Oor erkent ze nog als menschen, Echte schimmen kuchen niet. Als een soort van monsterdieren Met oranje oogengloed, Sluipen autos door den nevel Met. mistroostig hoorngetoet. In November moet- het misten, Dat hoort eenmaal bij het weer, Zelden zijn wij. meen ik echter, Zoo beneveld als dit keer. Maar geen wonder, staat soms heden Niet ons leven op z'n kop? Zoowel logisch als taalkundig Levert dat een nevel op P. GASUS. vraag: „waar gaat dat heen?" wordt alsmaar klemmender. Aan het „Centrum" is b.v. een kooper.-die al 15 a 16 jaar zijn bloemen uitvent in Dan Helder en die gemeente overweegt „sluiting van haar grenzen" voor bloemen uit Beverwijk! Het illustreert al weer den wel zeer zonderlingen tijd. waarin wij leven. De bloemenveiling „Centrum" gaat intus- schen haar gang. Nog heerscht daar op de veilingdagen een drukte van beteekenïs en het 18 man sterke personeel moet aanpakken, om alles te verwerken. Maar het veilingbedrijf weet zich gerugsteund door een kweekersorga nisatie van 182 leden en dat is in deze moei lijke tijden een zeer gunstige factor. Tp. HET VERLOOP VAN DE GROENTENMARKT. DE AANVOEREN OP WOENSDAG VERMINDEREN. Het verloop van den handel gaf de afge loopen week over het algemeen weinig verschil te bemerken bij ons vorig overzicht. Wanneer soms voor het een of ander product een tikje verbetering viel waar te nemen stond daar weer tegenover dat weer andere artikelen een minder gunstige stemming hadden en een weinig in prijs terug liepen. Wat de aanvoeren betreft komen op de veilingen van Maandag en Vrijdag nog ruimschoots voldoende voor raden, op Woensdag begint thans echter de aanvoer zich belangrijk in te krimpen. Ofschoon eerste soort Bloemkool geregeld nog goed te verkoopen was, liepen de prijzen in den loop der week toch iets terug en kon den op de veiling van 13 Nov. niet hooger komen dan van 79 ct. De mindere kwalitei ten ondervonden een minder willige handel en gingen voor lage prijzen van de hand. De spruitenhandel verliep ook niet meer zoo vlot en vertoonde steeds meer neiging tot in zinking. Wel kwamen nog enkele partijen aan behoorlijke prijzen, doch deze beperkte kwan- tums maken de doorsnee toch niet goed. De noteeringen varieerden zoo ongeveer van 714 ct. per K.G. Boerekool kon bij grooten aanvoer nog geen prijs opbrengen. Zoolang het nog geen winter is heeft dit artikel nog niet zooveel aftrek. De prijzen wisselden ook deze Week weer van 10- 20 ct. per kist. Aanvoeren en noteeringen van overige kool soorten bleven vrijwel ongewijzigd. De prijzen staan tot dusverre steeds, op zeer laag peil. De Andijviehandel hield zijn ouden gang. Wat mooi geel is was nog voor een redelijken prijs te plaatsen, maar groene struiken hebben weinig waarde. De prijzen voor dit product liepen dan ook sterk uiteen, wisselend van 1545 ct. per kist. Bospeen ging met de prijzen weer langzaam in een gunstiger richting. De handel was iets vlugger en het was voora,! de goede kwaliteit die weer meer aantrok, zoodat de noteeringen ;chommelden van 510 ct. per bos. Met de tomaten begint het naar het einde te loopen. De goede kwaliteiten die nog wor den aangeboden hadden geregeld veel belang stelling en werden voor redelijke prijzen af genomen. Er bestaan echter nog al groote kwaliteitsverschillen, welke blijken uit de no teeringen, die van 6—22 ct. per K.G. uiteen liepen. Het aanbod van prei was de afgeloopen week nog al belangrijk. Ofschoon de prijzen in door snee wel niet veel verschillen bij onze vorige opgaven, toch kwamen sommige partijen weer aan iets betere prijzen die naar soort wissel den van 410 ct per bos. Spinazie als glasproduct alsmede uit de natuur ondervond nogal willige kooplust en was de laatste dagen weer voor behoorlijke prijzen te plaatsen. Sla daarentegen ging niet in prijs vooruit en kon het voor glasproduct niet hooger brengen dan van 23 ct. per stuk. Raapstelen waarvan de aanvoer zich nog maar tot kleine partijtjes bepaalde, gingen geregeld vlug weg voor prijzen van 2 1 24 ct. per bos. Op de 3e gecombineerde schorseneeren veiling die op Woensdag 15 Nov. werd gehou den bedroeg de totale aanvoer pl.m. 28000 K.G. De handel was williger dan in de vorige week en daar van het totale kwamtum 25000 K.G. verkocht is bedroeg het opgehouden gedeelte dezen keer slechts 3000 K.G. De prijzen schom melden voor eerste soort van f 7.20f 9.10, voor tweede soort van f 2.20f 3. per K.G. DE NIEUWE BIOSCOOPWEEK. LUXOR THEATER Het Luxor Theater in de Breestraat heeft voor de komende week ingezet de aangrij pende anti-oorlogsfilm uit de Ernst Lubitsch productie „Ik heb een mensch gedood", naar het stuk van Maurice Rostand. In deze mees terlijke film schildert Lubitsch in felle kleu ren de verwoestingen, welke de menschen- slachting in de gevoelige ziel van een jong kunstenaar aanricht. „Ik heb een mensch gedood" is een anti-oorlogsfilm, maar dan, een, die weldadig verschilt van vele harer voorgangsters. Lubitsch heeft er van ge maakt een hartstochtelijke kreet om wereld vrede en internationale toenadering, een felle en onvergetelijke aanklacht tegen het schandelijke oorlogsbedrijf, een inderdaad vlammende uiting van het wereldgeweten, dat luider begint te spreken. Misschien vormt deze ééne zin uit de dialoog de meest felle aanklacht. Dat is, wan neer de oude dokter Holderlin, beseffend de dwaasheid van een bekrompen chauvi nisme uitroept: „Ik stond hier toen mijn zoon naai zijn dood marcheerde en ik juich te!" Deze striemende klacht, vol zelfverwijt, zal misschien meer effect hebben, dan dui zend-en-één holl' phrazen, die op dit ge bied nog al eens maken. Lionel Borryrnore, Nancy Carroll ei Philipp Holmes spe len in dit ontroe rend filmwerk de hoofdrollen. Als tweede hoofd nummer wordt ver toond de ge comedie „De Prins van Arcadië" met Willy Forst en Liane Haid. helzlng. De prins probeert Angela te overtui gen, dat zij den officier moet opgeven en zijn grootste argument is, dat haar moeder ter wille van een dergelijke liefdesgeschiede nis zelfmoord gepleegd heeft. Giovanni is ingedeeld bij het vliegercorps en na korten tijd wordt gemeld, dat zijn toe stel omlaag gevallen is. Angela, die beloofd heeft op hem te zullen wachten en hem te trouwen na zijn terugkomst uit den oorlog, ziet door dit bericht haar laatste interesse in de wereld verdwijnen. Zij gaat in het klooster van de Witte Zusters en na eenigen tijd legt zij de eeuwige gelofte af. Giovanni, die op Oostenrïjksch gebied om laag gestort is. is liefderijk opgenomen door een boerenfamilie en als hij voldoende her steld is om de reis te kunnen aanvaarden, probeert hij Italië weer te bereiken. Hii wordt evenwel gevangen genomen en in een krijgs gevangenkamp opgesloten. Na langer, tijd slaagt hij er in hier uit te ontsnappen en zijn vaderland te bereiken. Als hij verneemt, dat Angela in het kloos ter der Witte Zusters is, brengt hij haar een bezoek en probeert haar te overtuigen, dat zij haar gelofte afgelegd heeft, toen zij dacht, dat hij dood was. doch nu hij terug gekomen is, hiervan ontslagen kan worden. Doch zij weigert hem te volgen. Onder een voorwendsel weet hij haar naar zijn kamers te lokken, doch wederom biedt zij tegenstand aan zijn overredingskracht. Hij brengt haar terug naar het klooster en even nadat hij dit verlaten heeft, vindt er een luchtbom bardement op de stad plaats en Giovanni wordt zwaar gewond. Hij wordt het klooster binnengedragen en sterft kalm. terwijl An gela hem tot het laatste moment bijstaat. IJMUIDEN Een kijkje op de bedrijvigheid in de bloemenveiling aan de Koningstraat. Rechts het elec- trische afmijntoestel, links de koopers-tribune. De nummers komen overeen met die op de veilingklok. die in een verlicht veld aangeeftwelk „nummer" den koop sloot. Lionel Barrymore KENNEMER THEATER Het Kennemer Theater in de Zeestraat vertoont als hoofdnummer „De Witte Non" en brengt daarmede de primeur van deze pas uitgebrachte rolprent voor de provincie. Deze film, uitgebracht door de Metro, draait thans eenige weken reeds in Amsterdam en wordt tot nu toe iedere week geprolongeerd. De ontvangst van een tweede copie heeft het mogelijk gemaakt, dat zij reeds nu te Be verwijk kan worden vertoond. Helen Hayes - - en Claric Gable spelen in ..de Witte Non" de hoofdrollen en het wei den wellicht de groot ste prestaties van hun filmloopbaan. Lewis Stone stelt Prins Chia- romonte voor, den va der van Angela, de witte non. Ook in deze betrekkelijk kleine rol overtuigt hij wederom van zijn specifieke be gaafdheid. Aan den inhoud van „The white Sister" ont Clark Gable. leenen wij 't volgende: Angela Chiaromonte, de dochter van een Italiaanschen prins, heeft een rustige jeugd gehad onder het strenge toezicht van haar vader en haar gouvernante en weet niets van de wereld buiten het paleis, waarin zij gebo ren is. Van haar moeder heeft zij een zeker verlangen naar avonturen geërfd, welke een voortdurende bezorgdheid is voor Mina, de gouvernante. Als zij op het punt staat te trouwen met een rijken man van adel en de eerste afkon diging reeds in de kerk geschied is, ontmoet zij Giovanni een jong en vroolijk luitenant. Angela wordt aangetrokken door het vroolijk uiterlijk van den durf-al en gedurende het carnaval ontmoet zij Giovanni meerdere ma len in het geheim. Op den dag vóór haar huwelijk dringt Giovanni tot haar door in het paleis en laat zich niet afschrikken voor hij haar gespro ken heeft. Hij verklaart haar zijn liefde en Angela's vader betrapt hen in hun eerste om- VERGADERING CRUIST. BESTUREN BOND. Woensdagavond heeft in het verenigings gebouw in de Mahustraat een vergadering van den Chr. Besturenbond plaats gehad. Als sprekers traden op de heeren K. de Boer, Centraalbestuurder van de Chr. Ned. bouw vak organisatie en A. Stapelkamp, secretaris van het Christ. Nationaal vakverbond. Na de gebruikelijke opening en een kort inleidend woord van den voorzitter, den heer J. v. d. Burg, trad als eerste spreker op de heer K. de Boer die als onderwerp had: „Een nieuw front". Spreker begon te zeggen, dat het moeilijk is, om in dezen tijd het levensbeginsel uit te leven. Wie alleen een beginsel belijdt en dit niet uitleeft, die kan het nog wel hebben, maar een beginsel uitleven en belijden, daar voor is, inzonderheid voor den Christelijken arbeider veel moed en kracht noodig. Er zijn veel belagers van het Christelijk beginsel. Spreker noemde hier het liberalisme en socialisme. Het Christ. Vakverbond kan met de beginselen dezer partijen niet samen gaan, maar neemt positief stelling tegen over deze partijen. De heer De Boer besprak de vele bezwaren die er voor de Christenen zijn om al is het maar in geringe mate, mee te gaan met het socialisme en ook met het na- tionaaï-socialisme. Spreker wekte de aan wezigen op, front te maken tegen datgene wat de belijdenis eens Christen in gedrang kan brengen. Hij is verzekerd dat waar de Christelijke arbeider zijn beginsel beleeft en beleidt daar zal de overwinning zeker zijn, omdat de God in wien men gelooft en zijn kracht van verwacht, de overwinning zal schenken. Ds. R. J. v. d. Meulen die intusschen ter vergadering was gekomen, 'werd door den voorzitter welkom geheeten. Hierna was het woord aan den heer Stapelkamp. Deze begon erop te wijzen, hoe reeds eeuwen lang bij den mensch de vraag naar voren komt: Wat is waarheid? Deze vraag en het zoeken naar waarheid is omdat men ver zekerd is dat, in het vinden van de waarheid, men hier in ook het geluk vindt. Vooral in de dagen van druk en Crisis, zooals wij thans be leven, komt steeds weer met nieuwe kracht naar voren de vraag naar geluk. Het socia lisme komt ook tot den Christelijken arbeider om hem den weg te wijzen naar het geluk. Maar de teleurgestelde hoop krenkt het hart. Wij zien het: in ons land en in de omliggende landen is den arbeider veel door het socia lism e beloofd, toch niets is hem gebracht. Nu komt de ontnuchtering. Als een reactie komt hierop het nationaal socialisme, het fascisme. Spreker geeft in grove trekken weer wat het fascisme wil. Het Nat. Christ. Vakverbond kan op grond van Gods woord de Marxistische leer van den klassenstrijd niet aanvaarden. In de nieuw opkomende beweging van het fascisme in schijnbaar iets waarmee de Chr. vakarbeider mee kan gaan. Spreker waarschuwt voor den schijn. Er is voor den Christen maar één ge- zagserkenning. Gezag is uit God. Socialisme en Communisme erkennen geen gezag. Het fascisme erkent dit wel, echter geen gezag met God. Spreker citeerde ten bewijze hiervan eenige gegeven uit fascistische lectuur, toonde met voorbeelden en feiten aan, dat fascisme leidt tot persoonsvergoding. In het bijzonder besprak de heer Stapelkamp het misleidende, dat er in het fascisme is voor het Christelijke deel van ons volk. De strijd tegen dit nieuwe front, dat de inzet is in de propagandaactie van het Christ. Nat, Vak verbond, is een oude strijd. Een strijd in 't verleden gevoerd tegen het socialisme, deze strijd moet thans ook gevoerd worden tegen het nationaal-socialisme. Ds. R. J. v. d. Meulen sprak daarna een slotwoord. Zij nog vermeld, dat de avond werd opge luisterd met eenige voordrachten van den heer J. Visser en met muziek van het strijk orkest Concinére, directeur de heer J. Klut. FEUILLETON door CHARLES ALBEN SELTZER. 31) Hij zette alle scherts terzijde en sprak nu ernstig, vroeg Hollis naar de ligging van zijn rancho luisterde kalm en oplettend naar de antwoorden van den laatsten. Een half uur later verliet Hollis, na een afspraak ge maakt te hebben met rechter Qraney om trent het registreeren van zijn brandmerk en een opgave van zijn vee, het gerechtsge bouw en ging naar zijn bureau. Toen hij zijn post nakeek, vond hij de kennisgeving van rechter Graney en ook een anderen brief, gestempeld „Chicago", die een blijden glim lach te voorschijn riep op zijn gelaat. Een paar minuten later kwam Norton binnen en ofschoon Hollis nog heel weinig aan de cou rant gedaan had stond hij op en kondigde glimlachend aan, dat hij van plan was om naar de Circle Bar terug te keeren. „Wij zullen het Coyote pad nemen", zei hij tegen Norton, nadat zij opgestegen waren en van het Kicker-bureau wegreden„ik zal een oogenblik stilhouden bij de Hazeltons. Natuurlijk", vervolgde hij, toen hij een veel- beteekenende grijnslach op Nortons gelaat zag: „ik verwachtte wel, dat je argwaan zou koesteren en getrouwde lui hebben nu een maal de gewoonte om een hooghartige en al wetende houding aan te nemen tegenover hen, die ongelukkig genoeg zijn om in onge- huwden staat te verkeeren." „Bedoel je, dat je zoo'n beetje split hebt, omdat je nog niet getrouwd bent?" grinnikte Norton. „Misschien," lachte Hollis. „Maar, ik heb er ernstig over gedacht om te trachten jouw ver hevenheid te bereiken." kleine geul reden en toen over een vlakte, die „Wil zij?" vroeg Norton toen zij door een hen naar het Coyote pad bracht. ..Daar kan ik heelemaal niet uit wijs wor den", antwoordde Hollis. Hij lachte. „Je hebt zeker Ace's gedicht in de Kicker wel gelezen?" Hij ving Nortons knikje op en vervolgde. „Wel, Ace wist heel wat waarheid in dat pro duct te verwerken. Natuurlijk herinner je je het eerste couplet. „Een vrouw schijnt bij intuïtie de geeste lijke processen van een man te kennen Zij taxeert hem tenminste vrij goed, zonder dat zij hem laat weten hoe zij het doet. Een man kan nooit zeggen waar hij te land zal ko men. En dan weigert zij. terwijl- 7-ii dan nwi zoo goed kent, absoluut om hem iet-s van haar gedachten te openbaren. Norton grinnikte tegen hem. „Jullie, los- loopcnde jongens, hebben zeker nog heel wat te leeren', zei hij, „dat is een feit. Natuur lijk heeft zij hem aan een lijntje, als zij maar een beetje vrouw is. Maar naar welken kant stuurt zij hem?" „Wel naar zich toe, natuurlijk!" lachte Hol lis. Norton lachte over zijn heele gezicht. Dat- heb je dus ontdekt", zei hij droogjes. „Dan ben je klaar voor de volgende les." „En die is?" vroeg Hollis. Norton glimlachte met onuitsprekelijk me delijden. ..RTn hemel!" lachte hij; „jullie vrij gezellen weten nu ook letterlijk niets!" Daarna reden zij zwijgend voort. Toen zij in het gezicht kwamen van Hazelton's huis. hield Norton zijn pony in en zat onbewegelijk in het zadel tegen Hollis te lachen. „Rijd jij maar door", raadde hij aan. Ik zal verder maar langs het Dry Bottom pad gaan dat bevalt mij toch beter." Hij bracht zijn pony plotseling in een an dere richting en Hollis vervolgde zijn weg. Hij vond Nellie alleen, haar broeder was het veld in gegaan. Zij kwam op de veranda, toer. zij de hoefslagen van zijn pony op het harde zand en de rotsen van het pad hoorde en haar oogen heetten hem oprecht welkom. Het was de eerste maal, dat hij hun een be zoek bracht, na zijn terugkeer naar de Circle Bar. „O!" riep zij verrukt. Maar toen zij den plotselingen gloed merkte, die in Hollis' oogen kwam bij dit blijk van belangstelling, bloosde zij en keek naar den zoom van haar rok, waar tegen zij zenuwachtig schopte met de punt van haar schoen. Gedurende de dagen van Hollis' herstel in de woning van Hazeltor., had hij de jonge vrouw in allerlei gemoeds stemmingen gezien. Maar in geen enkele had hij haar zoo aantrekkelijk gevonden als nu. Verlegenheid stond haar goed, besloot hij, en hij keek haar aan met nieuwe belangstelling toen Lij op zijn pony zat te wachten op haar uitnoodiging om af te stijgen. Die kwam spoedig. „Het is vreeselijk warm" zei ze en liep naar de plek. waar twee stoelen stonden een, waarin hij vele uren had doorgebracht ge durende de dagen van zijn herstel, de andere waarin zij dikwijls had gezeten naast hem. Eerst nu merkte hij, hoe rijk en heer lijk deze dagen geweest waren. Toen hij af steeg en zijn pony vastbond aan een van de veranda-kolommen, glimlachte hij den kende aan Norton's vraag gedurende hun gesprek over Ace's gedicht. „Natuurlijk" had de opzichter gezegd „heeft zij hem aan het lijntje, als zij maar een beetje vrouw is. Maar naar welken kant stuurt zij hem0" Natuurlijk had zij hem letterlijk niet aan het lijntje, maar hij wist. dat liefde hem had aangegrepen en dat hij zich buitenge woon behagelijk voelde. Zijn glimlach werd breeder, toen hij zich haar plotselinge verontwaardiging herin nerde over zijn gedachtelooze bewering, dat hij nooit belang gesteld had in vrouwen. Na tuurlijk kon hij haar niet vertellen, dat hij groot belang stelde in één vrouw. Toen hij zich in zijn geliefde stoel liet vallen, zijn hoed afzette en het zweet van zijn voorhoofd, veegde met zijn zakdoek, betrapte hij haar er op dat zij een snellen blik wierp op het lit- teeken onder zijn rechteroog dat altijd een aandenken zou blijven aan zijn avontuur in den stormnacht. Zij zag dat zijn wenk brauwen samentrok: „Je bent weer geheel hersteld", zei ze; „be halve dat schrammetje onder het oog ben je weer dezelfde als voor je ontmoeting met Dunlavey's mannen". Hij keek langs haar heen naar de bruine bergen, die zich in de verte verhieven mijlen ver aan den anderen kant van het groote bassin dat baadde in den stralen- den gloed van den witten hemel sombere bewakers van een geheimzinnige wereld. Welk geheim bewaakten zij? Wat wisten zij van deze wereld van eeuwig zonlicht, van oneindigen afsta'nd? Wisten zij evenveel van de wereld, waarop zij neerkeken, als hij van het hart van het slanke, moederlooze meisje, wier oogen haar verrieden, telkens als hij daarin keek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5