HET NIEUWE AVONDBLAD DE ONGUNSTIGE TOESTAND IN HET TRAWLERBEDRIJF Vredes-nobiliteit. '18e JAARGANG No. 326 WOENSDAG 22 NOV. 1933 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10ets., per maand 40 cents plus 2cents Incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, lossenummers3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V, Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN15 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD V/ORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig m de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.bij verlies van een wijsvinger; 100— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100— bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN. Het rapport der Staatscommissie Rijkens verschenen Heden verscheen het verslag van de Staats commissie (onder voorzitterschap van den oud-burgemeester van Velsen, R. G. Rijkens) op 16 Juli '31 benoemd om een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van den toestand waarin het trawler-visscherijbedrijf te IJmui den verkeert. De conclusies. Onder voorbehoud, dat eenige leden op Sommige punten verder gaande maatregelen noodzakelijk achten, kan de commissie Sn haar geheel zich wel met de volgende con clusies vereenigen: 1. Beperking van den aankoop van te oude buiten'landsche visschers vaar tuigen, door be paling, dat deze vaartuigen, voor zoover die 16 jaar en ouder zijn, niet meer onder de Ne- derlandsche wet kunnen worden gebracht; 2. Verbod van den aanvoer van platvisch- puf; 3. Maatregelen tegen aanvoer van kleine schelvisch; 4. Bevrijding van het Staatsvisschersha- venbe drijf van de kosten van de havens; 5. In verband hiermede herziening van de erfpachtsvoorwaarden en verlaging van de tarieven, ook voor de uitgifte van gronden in erfpacht en 'het gebruik der commercieele en andere inrichtingen van het Staatsvis- schershavenbedrij f 6. Verleening van medewerking door de Regeering voor de stichting van een onderlin ge scheeps verzekering; 7. Coöperatieve samenwerking op het ge bied van den aankoop van diverse benoodigd- heden ten behoeve der visscherij en op het gebied van het onderhouden en repareeren van de schepen; 8. Het mechaniseeren van het laden dér schepen met kolen (aanbrengen kolentip) en het lossen der schepen (gebruik van-electri- sche lieren); 9. Bevordering van: a. het binnenlandsche vischgebruik door de belanghebbenden, met steun van de overheid; b. de afzetmogelijk heden in het buitenland; 10. Instelling van een Commissie van Ad vies inzake belangrijke bedrijfsaangelegen- heden, als bedoeld in het Verslag van de Com missie van Onderzoek van het Staatsvisschers- havenbedrijf te IJmuiden, d.d. 1929. pag. 47/48; 11. Bevordering van het vakonderwijs voor dek- en machinepersoneel; 12. Bevordering van permanent contact, eventueel via de vorming van een Bedrijfs- raad, tusschen de werkgevers- en de arbei dersorganisaties, ter verzekering van stabiele arbeidsvoorwaarden en rust in het bedrijf. Het rapport beslaat 68 pagina's van een boekje, waarin als bijlagen verschillende adressen zijn opgenomen die in de laatste jaren door verschillende organisaties aan de regeering gezonden zijn over de kosten der visschershavens die drukken op het Staats- havenbedrijf te IJmuiden. De commissie klaagt erover dat bij de be antwoording van vragenlijsten die aan de ree- derijen gezonden werden van kleine reederijen onvoldoende medewerking werd ondervonden. Daardoor was het niet mogelijk voldoende in zicht te verkrijgen in de gesties van de ree derijen, die door onoordeelkundigen opzet of onjuist beheer bij een crisis in den regel het zwaarst worden getroffen. De bemoeiingen van Mr. J. B. Kan. L: commissie vestigt er den nadruk op, dat zij niet is ingesteld met de bedoeling te ad- viseeren omtrent het nemen van maatregelen naar aanleiding van de thans heerschende algemeene crisis. Daar de commissie even wel van meening was, dat de door de crisis ontstane groote moeilijkheden een voorziening vorderden, stelde zij zich einde Mei 1932 schriftelijk in verbinding met den Minister van Economische Zaken en Arbeid. In een daarop gevolgde audiëntie werd dit punt na der toegelicht. Het gevolg daarvan is geweest, dat op verzoek van den Minister, Staatsraad Mr. J. B. Kan zich bereid verklaarde de lei ding op zich te nemen bij een te plegen over leg tusschen de belanghebbende groepen bij het trawlvisscherijbedrijf en de nevenbedrij- ven, het gemeentebestuur van Velsen en de dhactie van het Staatsvisschershavenbedrijf Deze bemoeiingen hebben geen tastbaar re- su'tant opgeleverd. De ontwikkeling der visscherij. ivoerig wordt in het rapport der com- imssie de ontwikkeling van 't visscherij be drijf te IJmuiden nagegaan, zelfs van voor de ope ning van het Noordzeekanaal af. Een bijzonder hoofdstuk wordt gewijd aan den aanleg van de visschershaven en de ontwikkeling van de stoom trawlvisscherij. In 1898 was er 1 schip dat de trawlvisscherij uitoefende, in 1931 wa ren er 194 schepen met een inhoud van 102.160 ton. In 1930 is een telling gehouden over den ouderdom der trawlers. Het resultaat was: 05 jaar 6. 515 jaar 25. 1525 jaar 53. 25 jaar en ouder 108. Het financiëele beheer. Een hoofdstuk in het rapport is gewijd aan het beheer van het bedrijf en de neven- bedrijven. Daarvan wordt o.a. gezegd: „Om zich te bepalen tot de meest recente geschiedenis valt niet te loochenen, dat in de jaren 1930 en 1931 in de faillissementen van visscherij-maatschappij en niet minder dan 29 schepen begrepen waren, waarbij de minder goede opzet, gevoegd bij een ondes kundig en soms ook onverantwoordelijk be heer, mede heeft geleid tot de ineenstorting. De oorzaken, die geleid hebben tot deze faillissementen, hebben in meer of mindere mate hun invloed op alle reederijen doen gel den, al zijn naar gelang van de positie der verschillende maatschappijen, de gevolgen van dien invloed niet overal even funest ge weest. Zijn hierboven de verkeerde toestanden be sproken, die bij sommige maatschappijen wer den en wellicht nog worden aangetroffen, ge lukkig zijn er ook, en die beheeren het over- groote deel van de vloot, die op een goede fmancieele basis gegrondvest werden. Uit de ter beschikking gestelde gegevens is ook ge bleken, dat de beheerders hiervan er in tijden van voorspoed aan hebben gedacht, dat er ook kwade jaren konden komen, en onder de oudere maatschappijen zijn er dan ook, die belangrijke bedragen niet als winst uitkeer den, maar in reserve hielden. Die maat schappijen hebben in de jaren van slechte uitkomsten in de visscherij het hoofd boven water kunnen houden, terwijl sommige, uit de reserves yoor dividend, nog een behoorlijke uitkeering aan aandeelhouders konden doen. Deze maatschappijen steken gunstig af te genover andere, die failliet werden verklaard en nu een schrikwekkend beeld vertoonen, van wat de gevolgen kunnen zijn van een onvoldoend soliden opzet. Volledigheidshalve moet hier echter ook melding worden gemaakt van de omstandig heid, dat van de jongere maatschappijen, die wel op voldoend solide basis werden opgericht, maar nog niet den tijd hebben gehad om re serves te kweeken, verschillende in ernstige moeilijkheden zijn geraakt. (De Commissie uit het Noorsche Storting, belast met de toekenning van den Nobelprijs voor den Vrede, heeft besloten, dit jaar dezen prijs niet toe te kennen). Er is dit jaar geen bestemming Voor den Nobel-vredesprijs, Vijftien jaren na den oorlog Lijkt dat wel een beetje grijs. In de heele wijde wereld Is geen enkle vrouw of man. Die dit jaar voor werk des vredes Dezen prijs verdienen kan. Nergens is men opgeschoten, Practisch is er niets bereikt, Als men 't met den stand van zaken Van het voor'g jaar vergelijkt. Velen willen zelfs beweren, Dat, in plaats van stil te staan, Onze kans van vrede op aarde Sterk is achteruitgegaan. En zij vonden voor hun standpunt In dit feit een nieuw bewijs: Er is dit jaar geen bestemming Voor den Nobel-vredesprijs. Neen, de prijs van wereldvrede Blijft onuitgedrukt in geld, Maar zij wordt door heel het menschdom Even hoog op prijs gesteld. P. GASUS. Over coöperaties. Wanneer het bedrijf over de geheele linie op behoorlijk financieelen voet was gegrond vest. dan zouden stellig voor de visscherij een coöperatieve inkoopvereeniging en onderlinge scheeps- en machineherstel-inrichtingen en ijsfabrieken op hare plaats zijn. De ver door gevoerde versnippering kan toch niet anders dan ongunstig werken zoo wordt verder door de commissie opgemerkt. De stichting van coöperatieve vereenigingen voor alle op gezonde basis staande reederijen had een gunstigen invloed kunnen uitoefenen op het la&g brengen en houden van de exploitatie kosten. Het geldt hier zoo groot belang, dat ge tracht moet worden die stichting te verwe zenlijken, want bij de visscherij zijn groote bedragen noodig voor aanschaffing van ijs, olie en andere visscherij-goederen. De assurantie. Een groote post van de bedrijfskosten is voorts de verzekering. De premies loopen sterk uiteen, terwijl de bedragen waarover de pre mie betaald moet worden, dikwijls hooger zijn dan de werkelijke waarde van het verzekerde, zulks ook in verband met het risico, dat de verzekeraars op zich nemen. Verzekeraars plegen over het algemeen elke reederij aan een nauwgezette beoordeeling te onderwerpen, terwijl verder het onderhoud der schepen een voorname factor is bij de berekening van de premie. Reederijen. die haar schepen door loopend goed onderhouden, moeten met be taling van een lagere premie kunnen vol staan dan dezulke, die het met het onderhoud minder nauw nemen. Van grooten invloed op de hoogte der premie is de omstandigheid van het al of niet loopen van een gedeelte dei- risico der verzekerden zelf en, bij meedragen in de schade, het percentage daarvan. De premie varieert tusschen de 5 en 9 pet. De aandacht van de Commissie werd ook gevestigd op misstanden. Hoewel het dei- Commissie niet mogelijk is geweest dit volledig na te gaan, kan niet worden ontkend, dat der gelijke gevallen bestaan. Met nadruk moet er echter op worden ge wezen, dat de schanddaden met de sleepboot trawlers, onmiddellijk na de beëindiging van den wereldoorlog, buiten beschouwing moeten blijven, want daarvoor kan en mag het stoom- trawlervisscherij bedrijf niet aansprakelijk worden gesteld. Ook op het gebied van scheepsverzekerin- gen zou onderlinge samenwerking zeer goed mogelijk en aanbevelenswaardig zijn voor die reederijen, die daartoe financieel voldoen de krachtig zijn. De premie kan een aanzienlijke verlaging ondergaan, wanneer tot de oprichting van een onderlinge scheepsverzekeringsmaat- schappij zou worden overgegaan. Het ijs. Eenige beschouwingen worden gewijd aan de ijs voorziening. Zoowel van de zijde van de reederijen als van den vischhandel is voortdurend geklaagd over te hooge ijsprijzen. Aan de Commissie is mededeeling gedaan van de ijsprijzen in an dere visscherijhavens. Daaruit is aan de Com missie gebleken, dat de ijsprijzen in IJmuiden na den oorlog steeds hoog waren. De ijsfabrikanten ontkennen, dat op de ex ploitatie een overmatige winst wordt behaald. De heer Rijkensvoorzitter der Commissie. Zij wijzen er op, dat de ijsvoorziening in IJmuiden niet economisch is. Door de onge regelde afneming moet over een groote partij reserve in capaciteit en distributie-organisa tie worden beschikt. Daarbij komt ook nog, dat de vele, door wanbetaling ontstane, onin bare posten in den prijs van het ijs moeten worden verdisconteerd. De Commissie kan natuurlijk niet beoor- deelen, of de exploitatie der ijsfabrieken ge zond is. Geklaagd is over de kwaliteit van het ijs. Door de directie van een der ijsfabrieken is erkend, dat in de klachten een kern van waarheid aanwezig is. Zij weet dit aan het feit, dat het water stoffen bevat, welke daarin, voor de ijsfabricage, niet mogen voorkomen. De eenig mogelijke verbetering kon naar de meening van de directie alleen verkregen wor den door de gelegenheid te openen, water te betrekken van de gemeentelijke waterleiding. Het is der Commissie bekend, dat de ge meente Velsen thans met het Staatsvisschers havenbedrijf een overeenkomst inzake water levering door de gemeente, heeft afgesloten. Het trawlerpersoneel. Betoogd wordt verder in het rapport, dat een systematische opleiding van dek- en ma chinepersoneel noodig is en dat dit niet alleen een personeels-, maar ook een. bedrijfsbe lang is. Ook is een hoofdstuk gewijd aan de sociale lasten en arbeidsaangelegenheden De Commissie moest haar bevindingen vast stellen: a. ten aanzien van het verantwoorde lijkheidsgevoel der werknemers in het be drijf; b. de bekwaamheid en de opleiding; c. of er te snelle uitbreiding van personeel is en de sterkte der bemanning kan worden ver minderd, en d. of monstering op trawlers op langeren termijn de stabiliteit van het be drijf bevorderen kan. De beantwoording van deze punten volgt hieronder: a. Ongetwijfeld dient te worden erkend, dat in den tijd van snelle en ongeorganiseerde uitbreiding van het bedrijf, tot dit bedrijf vele elementen werden getrokken, wien het aan voldoende verantwoordelijkheidsgevoel ontbrak. Dit geldt voor werkgevers zoowel als voor werknemers. Naarmate het overleg tus schen de twee .genoemde groepen de laatste jaren beter geworden is, is ook het verant woordelijkheidsgevoel versterkt. In elk geval is dit geen element, dat door voorschriften van derden te regelen valt. b. Men moet erkennen, dat er van een systematische opleiding voor de bijzondere eischen van het visscherij bedrijf, zooals dit te IJmuiden wordt uitgeoefend, in het verleden nauwelijks sprake is geweest. Ook kan men aannemen, dat een corps speciaal opgeleide en daartoe bekwame werknemers, de rentabili teit van het bedrijf stellig ten goede zou zijn gekomen. Op dit terrein dadelijk verbetering aan te brengen, is onmogelijk, al zal in de toe komst, meer dan tot nu toe, deze zaak de aan dacht moeten hebben. c. Voor zoover er van snelle uitbreiding van personeel kan worden gesproken, was dit, naar het oordeel der Commissie, het gevolg van de zeer wisselvallige bedrijfsconjunctuur. Daartegen afdoende middelen aan te geven schijnt ondoenlijk. De vraag, of de bemanning der schepen kan worden verminderd, is in de eerste plaats een zaak van overleg tusschen de werkgevers en werknemers. Het heeft echter de aandacht van de Commissie getrokken, dat de kleine booten, die voornamelijk ter platvischvangst gaan, even zwaar bemand zijn als de grootere schepen ter rondvischvangst. Van werkgevers zijde wordt een vermindering van het aantal matrozen op de kustbooten mogelijk geacht, terwijl van werknemerszijde tegen de inwil liging hiervan geen argumenten zijn aange voerd, welke bezien vanuit bedrijfsstandpunt, daartegen zijn. d. De regeling van den aanmonsteringster- mijn is een zaak van overleg tusschen de werkgevers en werknemers. Naarmate het bedrijf beter georganiseerd is en naarmate het bedrijf zich voorziet van bekwaam per soneel naar die zelfde mate en op andere wijze schijnt dit niet mogelijk zal de sta biliteit van het personeel kunnen worden ver groot en zal het als vanzelf minder bezwaar ondervinden ook monsteringen op langeren termijn te doen plaats vinden. Zonder voor afgaande goede bedrijfsorganisatie en goede opleiding zal een langere monsteringsduur slechts tot moeilijkheden en schade voor het bedrijf leiden. De vischhandel. Vervolgens worden mededeelingen gedaan over den vischhandel. Op 31 December 1932 waren bij den Rijks afslag 306 vischhandelaren geaccrediteerd. Op 31 Dec. 1921 was dit aantal 222, zoodat in 11 jaar een stijging van 37 pet. viel waar te nemen. Voor den oorlog werd verreweg het groot ste deel der te IJmuiden aangevoerde visch naar het buitenland verzonden en wel voor namelijk naar Duitschland en België. In 1913 was de export naar Duitschland 2/5 van den geheelen aanvoer. De export is aanzien lijk achteruitgeloopen. Voor Duitschland ligt de oorzaak niet alleen in de sterke uitbrei ding van de Duitsche vloot, maar ook in den economischen toestand. Breedvoerig beschrijft de commissie de groepsgewijze verdeeling van den vischhan del, den aard van den handel, de credieten, de wijze van verkoop van de visch, en de moeilijkheden als een gevolg van de tegen woordige crisis. De omzet aan den afslag was in 1927: f 14.066.924, in 1928 f 15.464.426, in 1929 f 16.702.233, in 1930 f 14.549.838, in 1931 f 11.564.089 en 1932 f 8.025.360. Uiteengezet wordt dat moeilijkheden on dervonden worden tengevolge van het sor- teeren van de aangevoerde visch. De handel zou gaarne een andere wijze van sorteering ingevoerd zien, maar zoolang de pakking van de visch moet geschieden in een tempo als thans in de praktijk wordt vereischt, is ver andering blijkbaar niet mogelijk. Een ander bezwaar is, dat de vischkoopers zich niet volkomen kunnen overtuigen van de kwaliteit van de te veilen visch. Onder de omstandigheden waarin de visscherij thans wordt uitgeoefend is het niet mogelijk de ver schillende kwaliteiten voldoende uit elkaar te houden. In het algemeen kan het bij deze kwestie wel uitgesloten worden geacht, dat de visch- pakkers opzettelijk ten nadeele van den han del dus door de mindere kwaliteit onder in de kist te verbergen zouden pakken. Wegens de ongetwijfeld groote geldelijke belangen, aan deze kwestie voor het bedrijf verbonden, is het zeer gewenscht, dat van de zijde van dit bedrijf streng toezicht wordt gehouden op de lossing en de pakking van de visch. Overigens behoort het tot de taak van de directie van het Staatsvisschersha venbedrijf om de belangen van beide par tijen ten aanzien van dit moeilijke punt zoo veel mogelijk te beschermen. De moeilijkheden tengevolge der crisis. Nagegaan wordt welke moeilijkheden met den export ondervonden worden. Ook onder vindt de afzet in het binnenland moeilijkhe den door de sterke daling van de prijzen der levensmiddelen. Er is geen ruime afzet te be reiken dan tegen prijzen die overeenkomen met goedkoope levensmiddelen. Deze prijzen zijn echter in de meeste gevallen niet loo- nend voor het visscherijbedrijf. In verband daarmede wordt de visehaan- voer steeds meer beperkt en wordt het voor den handel aldoor moeilijker om in zijn be hoefte te voorzien. Daarbij komt, dat het buitenland in ons land, voor den vischinvoer, aan geen enkele beperking is gebonden en de marktprijzen, door den overvloedigen invoer van zooge naamde vreemde visch, worden gedrukt. Al gemeen werd dan ook geklaagd over de moei lijkheden welke van den veranderden loop het gevolg waren. Bevordering vischeebrmk in het binnenland. Verschillende middelen tot verbetering van den afzet zijn naar voren gebracht. Veel nut verwacht men van een krachtige pro paganda tot bevordering van het vischge bruik in ons land. De Commissie kan deze meening volkomen deelen. Het is haar gebleken, dat de binnen landsche markt op onvoldoende wijze wordt bewerkt. Wel schenkt de handel reeds zijn aandacht aan dit punt, doch er zijn nog groote leemten aanwezig. Aan de vraag in het binnenland naar goede zeevisch wordt niet voldoende voldaan. De prijs van de visch komt hierbij ook in het geding. Het verschil tusschen den prijs, welke in de vischhal en den prijs, welken de consument betaalt, is zeer groot. Daar dit prijsverschil aan sterke schommelingen on derhevig is en vrijwel in elke plaats afwijkt, meent de Commissie te moeten volstaan met het constateeren van dit feit. Een behoorlijke winstmarge kan gevorderd worden, doch deze mag niet overdreven zijn. Een middel tot het laag houden der prijzen voor de consumenten en tot uitbreiding van den afzet in het buitenland is ook gelegen in het zoo snel en goedkoop mogelijk vervoeren van de visch. Het ligt op den weg van de Re geering zoodanig vervoer te bevorderen. De Commissie wenscht in dit verband te wijzen op het steeds toenemend aantal auto's welke bij de vischhallen de visch komen afhalen, om die zoo snel mogelijk naar de plaats van bestemming te brengen. Het aantal auto's is in de laatste jaren zelfs dermate toegenomen, dat de parkeerruimte onvoldoende is te noe men. Gelegenheid om dit ruimte uit t® brei den, zoodat die aan redelijke eischen kan voldoen, is. naar de meening der Commissie, aanwezig. Wel zal men dan moeten beschik ken over spoorweggrond, doch dit mag geen belemmering zijn. Elke bevordering van een snel en goedkoop vervoer, ook door de spoor wegen, moet in de hand worden gewerkt. Men mag niet uit het oog verliezen, dat men hier te doen heeft met een artikel, dat aan een snel bederf onderhevig is. Een hoofdstuk bespreekt de factoren, die mede geleid hebben tot de crisis in het stoom- trawlerbedrijf te IJmuiden. Daarbij worden besproken de bestaans zekerheid vóór den oorlog, de verminderde vischexport naar Duitschland, de stijging der vischprijzen in 19261929, de verminderde vangst van tong, de achteruitgang van den vischstand, de daling van de vischprijzen en de belemmering van den vischexport. Een lichtpunt in den donkeren toestand wordt de ruimere vangst door. de groote boo ten genoemd. Ook is er een hoofdstuk gewijd aan de puf visscherij. De commissie blijft op spoedige tot stand- koming der gevraagde maatregelen tegen pufvisscherij aandringen. Klachten over het Staatsvisscherijbedrijf De Commissie ontving verschillende klach ten over het Staatsvisscherijbedrijf. Er werd ook geklaagd over tarieven voor het gebruik (Zie verder derde pagina van het tweede blad).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 1