STA TEN- GENERAAL
Uitkeeringskorting voor gemeenten aanvaard
WIELRIJDEN.
Heftige Uttidente.fr Ut den afóelee\ten nacht,
ttlet kuatens oft de (taan gesmeten. - de {uty
yeeft tee. - dfrsftactieve, daad van QuUnketièce.
TWEEDE KAMER.
De Kamer heeft vanmiddag, zoowel het
ontwerp aanvaard betreffende den steun aan
noodlijdende gemeenten als dat tot het
korten op de uitkeeringen uit het gemeente'
fonds. Het eerste ontwerp werd aanvaard
met 56—23 stemmen (tegen de soc.-dem.
de heer Sneevliet, de comm. en de e.d. Van
Houten), het tweede met 5524 stemmen
(tegen de soc.-dem., de comm., de heeren
Sneevliet, Van Houten, IJsselmuiden en Kooi'
man).
De discussie over beide ontwerpen in het
algemeen bleek op Vrijdag voor het belang
rijkste afgeloopen, voorzoover de Kamer dis
cussieerde in het algemeen. Toen heeft de
Kamer de groote opponenten gehoord, die
niet wilden weten zooals zij het zagen,
maar dit werd door den minister bestreden
van een overhevelen van de lasten van het
Rijk op de gemeenten. Het laatste ontwerp
namelijk bedoelde op de bij de wet van 1929
die betreffende de financieele verhouding
van Rijk en gemeenten voor vijf jaar vast
gestelde uitkeering aan de gemeenten te kor
ten, in afwachting van nieuwe uitkeerings-
bepalingen. Aan deze nieuwe uitkeeringsbe
palingen wordt door minister Oud gewerkt,
met behoud van de beginselen van de wet
van 1929.
De groote opponenten hadden we dus Vrij'
dag gehad.
Vandaag heeft de schepper der wet van
1929 zich aan 's ministers zijde gesteld. De
heer De Geer n.l. verklaarde na de lezing van
de memorie van antwoord en na de door
minister Oud aangebrachte wijzigingen met-
het ontwerp te zullen meegaan, waartegen hij
aanvankelijk wel bezwaren had gehad. Deze
wijzigingen we mogen 't nog eens herhalen
betroffen het uitschakelen van de bedrijfs
winsten bij de bescherming van de gemeente
lijke draagkracht en het milder behandelen
van de limietgemeenten.
De heer De Geer was verheugd over den
Inhoud van de Memorie van Antwoord, wijl
het niet onverschillig kon zijn onder welk
licht de herziening van de wet van 1929 zou
worden ondernomen.
Bij die herziening wilde de heer De Geer
niet alleen rekenen met de uitgaven eener
gemeente, wijl 't met gemeenten net eender
gaat als met particulieren. De een is tot meer
uitgaven gedwongen dan de ander, waar
door zijn draagkracht sterk vermindert. De
heer De Geer wilde maar zeggen, dat de uit
gaven-factor in de nieuwe wet veel voorbe
reiding zal vragen: wegens de onvermijde
lijke uitgaven, die in de gemeenten onderling
zeer verschillen, zal de formuleering van dien
factor niet gemakkelijk vallen.
Voorts vroeg de heer De Geer naar de be
t-eekenis van een passage uit de Memorie van
Antwoord. Daar werd gezegd, dat de ge
steunde noodlijdende gemeenten eerst hunne
uitgaven zoo sterk mogelijk hadden in te
perken, daarna hunne belastingen zoo sterk
mogelijk hadden op te voeren. Wanneer er
dan nog een tekort overbleef, dan zou dit
„uit de begrooting mogen gestooten worden".
Wat- beteekent dit?
Wij voegen hier maar oogenblikkelijk des
ministers antwoord in. De minister zeide, dat
deze uitstooting alleen dit beteekende, dat
de 'gemeenten dan het „uitgestooten" be
drag aan den minister zouden moeten mede-
deelen. De regeering zou dan met de positie
van die gemeente rekening houden langs
anderen weg. En wel voornamelijk wees de
bewindsman op de mogelijkheid van werk
verruiming voor die gemeente o.a. in verband
met- de plannen betr. de uitvoering van groote
werken. Bovendien overweegt de regeering
in die getallen voor het opmaken van de be
grooting aan de betreffende gemeente er
hulpbedrag toe te zeggen met de bedoeling,
dat' mocht de gemeente wat oversparen, zij
dit' zou mogen houden. We vermoeden, dat
het steunbedrag voor het volgend jaar dan
wel weer kleiner zal zijn.
Behalve de heer De Geer hebben ook Dr.
Bierema (lib.) en de heer Fleskens (r.k.) hun
instemming aan het ontwerp gegeven. De
heer Bierema vroeg de korting op de uitkee
ringen uit het gemeentefonds voor noodlij
dende gemeenten niet te doen plaats hebben.
Men weet, dat de heer IJselmuiden verleden
week hetzelfde wenschte. Vooral wees de heer
Fleskens op die noodlijdende gemeenten,
welke hun taak bleken begrepen te hebben
maar door de ellendige tijdesomstandheden
ook niet meer doen kunnen.
Hier:op heeft Minister Oud geantwoord,
dat er thans 130 noodlijdende gemeenten
zijn dat daarvan 18 geen korting zullen krij
gen, 34 maar 1 pCt., 21 niet meer dan 2 pCt.,
ting heeft.
Slechts 12 zijn er bij die van 8—12 pCt.
korting zullen krijgen op de uitkeering uit het
gemeentefonds.'
De heer van IJsselmuiden wilde de ge
meenten tegemoet komen, welke op weg zou
den zijn noodlijdend te worden; zoo lang mo
gelijk moest men dat tegenhouden. En daar^
om stelde hij een amendement voor, dat bij
de kortingen rekening wilde doen houden
met het antwoord op de vraag of reeds in
1932 die gemeenten het uiterste aan belas
tingheffing hadden bereikt. De heer Smeenk.
gevolgd door den heer Oud, brachten daar
tegen zooveel technische bezwaren in, dat de
heele commissie van Rapporteurs het amen
dement afwezen. Het amendement viel: de
heer IJsselmuiden en de s. d. fractie verklaar
den zich voor.
Ook de heer Bierema bleek door de wij
zigingen in het kortingsontwerp daarvoor
gewonnen.
Minister Oud heeft het ontwerp verde
digd. Daar gaat niets van af!
Hij heeft de beide ontwerpen met vuur
verdedigd, zich grondende in zijn overtuiging,
dat de regeering niet anders kon, dat zij met
haar voorstellen gekomen is wegens de ab
solute onvermijdelijkheid.
Wanneer de herziening komen gaat, dan
zal niet aan de beginselen van de wet van
1929 mogen geraakt worden: de onredelijke
verschillen in belastingdruk moeten blijven
uitgeschakeld. Aldus de minister.
De Kamer had gezegd, dat het Rijk de las
ten wilde afschuiven. Hoe kan men dat zeg
gen? vroeg de minister. In 1929 deed het
rijk afstand van de Personeele belasting, van
3.'4 der grondbelasting en betaalde de kosten
van de garantiebepalingen. Gevolg van dit
alles is. dat het overgroote deel der gemeen
ten er na de wet-1929 veel beter aan toe is,
dan onder de regeling van 1879. Wanneer nu
de inkomsten in het Gemeentefonds door de
ellende der tijden zoo gedaald zijn, als zij
gedaald zijn. moet dan het Rijk maar blijven
bijpassen, alsof er niets gebeurd was? Het
wordt dan toch onredelijk van de gemeen
ten om zich te blijven verzetten tegen eenige
korting. Niemand vervolgde de bewinds
man heeft in 1929 ooit kunnen denken,
dat er zulk een geweldige wijziging in de op
brengst van de fondsbelasting zou komen,
als thans moet geconstateerd worden.
Wijl nu echter niet het geheele systeem
der wet van 1929 kon gewijzigd worden op
korten termijn en men met het pijnlijke pro
ces van de aanpassing der gemeenten niet
wilde wachten, heeft de regedring in af
wachting der definitieve, thans een direct-
werkende korting voorgesteld.
Maar van een tegenstelling tusschen Rijk
en gemeenten wilde de regeering niet hooren
De regeering erkent natuurlijk zei Mr, Oud
dat de gemeenten 't niet gemakkelijker
hebben dan het Rijk, maar er is nu eenmaal
de noodzakelijkheid om in te grijpen. Het
Rijk kan zeide de bewindsman nu een
maal ook niet alles.
De bewindsman legde de belofte af. dat bij
de nieuwe herziening van 1935 waarborgen
van objectiviteit zullen worden in acht ge
nomen
Het speet den bewindsman, dat hij zoo laat
gekomen was met het- ontwerp. Het kon niet
anders. En een jaar wachten, ook dat kon
volgens de regeering niet.
De minister waarschuwde ten sterkste te
gen het scheppen van een tegenstelling tus
schen het Rijk en de gemeenten. Samen heb
ben ze het algemeen belang te dienen. Er
moet een goede taakverdeeling zijn, er moet
gevraagd worden: hoe krijgen we een bil
lijke verdeeling van lasten. Maar daarbij
moet duchtig overwogen worden, dat de
kosten van het bestuur niet komen uit de
gemeentekas, maar uit de zakken der belas
tingschuldigen.
Er was gesproken van een zekere moede
loosheid bij de gemeentebesturen, wanneer
deze door het kortingsontwerp hun taak weer
bemoeilijkt zagen. Wat moedeloosheid?
vroeg de bewindsman wanneer wij over
moedeloosheid gaan spreken, dan komen we
heelemaal niet: de tanden moeten op
elkaar! Wanneer tengevolge van de korting
sommige gemeenten noodlijdend zouden wor
den, dan zou niet de schuld daarvan bij het
Rijk. of bij de regeering, maar bij de tijds
omstandigheden moeten gezocht worden. Het
Rijk behoeft de tekorten voor de gemeenten
niet bij te passen, nu in het gemeentefonds
zoo heel weinig vloeit.
Gelijk gezegd de beide ontwerpen wer
den met groote meerderheid aangenomen.
De Kamer hamerde door: de heffing van
opcenten op de gemeentefondsbelasting en
de vermogensbelasting voor 1934 en 35 (ver
lenging van de opcenten als voor '33'34),
de voortzetting van enkele tijdelijke invoer
rechten (paarden, verschillende vleeschsoor-
ten, aardappels, zuidvruchten, suikerwerken)
de voortgezette heffing van heffingen voor 't
Leeningsfonds, welke anders met 1 Januari
a.s. zouden moeten eindigen, de wijziging der
Comptabiliteitswet (tengevolge waarvan de
Rekenkamer van 5 op 3 leden wordt ge
bracht). Voorts gaf de Kamer haar instem
ming aan het voorstel om de storting der
jaarlijksche uitkeeringen aan de Inifische
pensioenfondsen tijdelijk op te schorten.
Ten slotte gaf de Kamer enkele machtigin
gen voor petroleumopsporing. waarbij de
heer Cramer een vraag deed over de benzine
prijzen welke minister Colijn zal onder
zoeken...
Avondvergadering. De
Justitiebegrooting.
Heel veel sprekers hebben vanavond het
woord gevoerd bij de Justitiebegrooting.
De meeste dezer woordvoerders uiten hun
groote waardeering voor 's ministers optre
den. Zij verwachten veel van hem. De mi
nister was er dankbaar voor, maar zette op
den voorgrond dat hij niet al zijn eigen wen-
schen zal kunnen vervullen, omdat hij ge
bonden is aan de financieele mogelijkheden
des rijks. Gelukkig heeft de minister de sub
sidie voor de kinderbescherming niet behoe
ven te verminderen. Hij hoopte dat 't zoo zou
kunnen blijven, waarop de heer v. d. Heide
(s.-d.) had aangedrongen. Hij hoopte te gaan,
den weg dien Mr. Terpstra ook zoo gaarne
wenschte te volgen: door doelmatige organi
satie besparing.
De dames Katz- (c.-h.) en Bakker-Nort
v.-d.) spraken over de nationaliteit van de
gehuwde vrouw. De minister deelde mede.
dat hij zoo veel mogelijk een wetsontwerp zal
bespoedigen hetwelk zal voorkomen, dat Ne-
derlandsche vrouwen door huwelijk sta ten-
loos zouden worden.
De heer Brautigam (s.-d.) had gevraagd
naar een spoedige verwerkelijking van de ar
beidsovereenkomst van kapiteins en schepe
lingen. De minister zeide heel veel voor de
doorvoering te voelen, hij moest alleen reke
ning houden met de bijzondere economische
omstandigheden.
Na het weinig vriendelijke Voorl. verslag
over de rechtspositie van reizigers en han
delsagenten moet de bewindsman over dat
ontwerp serieuslij k studeeren: hij hoopt de
Memorie van Antwoord niet al te lang te
laten liggen. Wat niet kan met- het brengen
van een ontwerp betr. het executierecht er
moet op dit punt een noodvoorziening ge
troffen worden: de verhoudingen zijn ver
anderd. Daarmede moet rekening worden ge
houden. Ook betreedt het ontwerp een epi-
neus terrein: er moet rekening worden ge
houden met de schuldeischers. Daaronder
zijn de spaarbanken. Hieop wezen de heeren
Goseling (r.-k.) en Terpstra (a.-r.)
Een ontwerp betr. de inning van kleine
vorderingen is gereed het heeft 's minis
ters sympathie. Maar de spreeksters op dit
punt de dames Katz (c.-h.) en Bakker
(v.-d.) wisten niet dat de invoering onge
veer twee ton zou vragen. De minister over
weegt t.a.v. de kosten het nemen van een
proef in één arrondissement.
Ook overweegt de bewindsman, niet meer
de Kon. goedkeuring wijl daarvan mis
bruik wordt gemaakt aan een vereeniging
te schenken, maar te volstaan met een ver
klaring. Zooals de heer Terpstra had betoogd.
De minister is voor vernieuwing niet De-
vreesd. De heer Duys (s.-d.) en mej. Katz
(c.-h.) hadden gevraagd om sterke bekorting
van de valproceaure waaraan nu te veel tijd
en vlijt wordt besteed. Op dit gebied acht ook
de minister dat er heel wat onnoodige ar
beid ter zake kan worden weggenomen.
Ds. v. d. Heide (s.-d.) had gevraagd om
sterilisatie van mannen door castratie in ge
vallen dat iemand het zelf wil, om af te ko
men van dwangvoorstellingen enz. De heeren
Terpstra (a-r.) en Goseling (r.-k.) waar
schuwden daartegen, vooral om moreele over
wegingen. Zij achten en de minister dacht
er net eender over zulk een eigen gewilde
inbreuk op 's menschen volkomenheid een
zedelijk kwaad. Bovendien wees de minister
er op, dat men, om individueele gevallen niet
moet generaliseeren. En ten slotte wees de
bewindsman op een artikel uit de laatste af
levering van de „Monatshefte für Strafwis-
senschift" waarin medegedeeld wordt dat
een psyc'nopaath door castratie een gevaar
lijk homosexueel werd.
Genoeg over dit teere onderwerp!
De heer Zandt (St. G.) pleitte opnieuw
voor de doodstraf. De heer Goseling (r.-k.)
erkende en met hem de minister en de heer
Terpstra (a.-r.) dat de overheid principieel
het recht heeft om de doodstraf toe te pas
sen. Maar thans eischt de Techtsorde het
zeker niet. De heeren Drop (s.-d.) en de
Visser (com.) wilden nooit of te nimmer van
de doodstraf weten.
De heer Zandt sprak ook over zedenver
wildering. De minister zou dat woord niet
willen gebruiken. Al verschilde hij wel van
meening met den heer v. d. Heide (s.-d.),
die van zedenverwildering niets meende te
zien. De minister geloofde met de heeren Go
seling en Terpstra aan een daling van de
sexueele moreel. Vooral noemde hij de na
tuurbaden verkeerd. Hij had daar wel eens
zeer platte vertooningen gezien. Maar hier
zullen de plaatselijke overheden moeten op
treden. Van strafmaatregelen is nog niet lo
gisch zedelijke vernieuwing het geval. Die
moet uit de maatschappij zelf komen van
vereenigingen, van de kerk, van het jeugd
werk enz.
Mej. Katz (c.-h.) vroeg een actie tegen
straatrumoer de minister zal wanneer hij
wat tijd over heeft daaraan zijn aandacht
geven
INTIMUS.
VAN HOEK.
Dinsdagmiddag.
Na het 86ste uur was afgelegd 1859.962
K.M.
Om wat leven in de brouwerij te brengen
woj-den er tien temporonden ingelegd. Hier
bij wisten de Duitschers 12 punten, de Zwit
sers 8 punten en BraspenninxVan Kem
pen 10 punten in de wacht te sleepen.
Van Hoek uit den strijd.
Van Hoek, die re
serve was, is inmid
dels uit den strijd
genomen, daar hij
binnen den vast-
gestelden tijd geen
nieuw koppel heeft
kunnen vormen.
Omstreeks half 4
ontketende zich een
jacht die werd in-
gezet door het Litm-
burgsch koppel
Vluggen^Muller.
Het resultaat was,
dat Adan(De Wolf
drie ronden uitlie
pen, Vluggen—Mul
ler twee en Guerra -
Breseiani één. De
jacht duurde ruim
een kwartier.
Het is intussohen half zes geworden, de
tijd, waarop het publiek de zaal moet ver
laten. Dit gaat natuurlijk niet zoo vlot als
wel gewenscht wordt, doch de politie is aan
wezig en weldra is het gebouw dan weer
leeg.
Dinsdagavond.
De publieke belangstelling stijgt met den
avond en den nacht.
De financieele resultaten zullen zeker een
groot succes opleveren.
De neutralisatie van den vooravond wordt
om ongeveer 8 uur opgeheven, niettemin
zorgen de renners er wel voor, dat deze
rust langer duurt en voor de avondklasse-
mentsprints van 10 uur gebeurt er eiken
avond niets.
Na 94 uur waren afgelegd 2033.625 K.M.
De tijd voor liet tien uursklassement was
w-eer aangebroken.
Om tien uur waren afgelegd 2063 K.M.
na 95 uur rijden.
Êer-ste sprint: 1. Muller. 2. Adan. 3. Jan
van Kempen. 4. Bühler.
Tweede sprint: 1. Wals. 2. Broccardo. 3.
Guerra. 4. Vluggen.
Derde sprint: 1. Loncke, 2. Pijnenburg, 3.
Muller. 4. Bresciani.
Vierde sprint: 1. Wals, 2. Guerra. 3. Aerts
4. Vluggen.
Vijfde sprint: 1. Pijnenburg, 2. Bresciani
3. Van Nek. 4. Bühler.
Daarna zette Braspenninx den spurt er
in en tijdens de laatste sprint namen hij en
Jan van Kempen een ronde.
Er ontstond een geweldige jacht, waarin
om beurten ronden gewonnen en verloren
werden.
Uit deze jachten bleek wel, dat vooral
PijnenburgWals, Broccardo—Ouimlbretière
en tot veler verrassing BraspenninxVan
Kempen de meeste ronden wonnen.
Na 12 uur werd het weer rustig en in
kalm tempo cirkelden de rijders rond de
piste.
Een opmerkelijk feit van dezen avond was
overigens wel, dat geen enkele valpartij
plaats had gevonden.
Plotseling kwam er echter een valpartij.
Bij het aflossen wilde Richli tusschen Adan
en zijn koppelgenoot Bühler door gaan
doch juist had hij Biihler bereikt of hij
kwam met Adan in aanraking; beiden vielen
Voor den Amsterdammer werd een kwartier
neutralisatie toegestaan, terwijl Richli spoe
dig weer op de baan verscheen.
Heftige incidenten.
Jan van Kempen
ging bij de jury
protesteeren tegen
doch dit scheen
weinig te helpen.
Na overleg met zijn
maat staakten Van
Kempen en Bras
penninx den strijd
uit protest tegen
deze beslissing.
Doch toen ging
liet publiek, dat
nog steeds in zeer
grooten getale aan
wezig was, er zich
meebemoeien,. Er
werd gejoeld, ge
huild, geschreeuwd
er ontbrak een la
waai los, dat hooren en zien verging. De
speaker trachtte tevergeefs de toeschouwers
te kakneeren, doch kon boven de woedende
elementen, die geen „menschen" meer ge
noemd konden worden, niet uitkomen. Ook
een A-amofoonplaat moest- het afleggen
tegen het gekrijsch om ,3ras. Bras, Bras!!"
De jury ging overleggen en de directie be
moeide zich er mee. Kussens werden op de
baan gesmeten programma's en papieren
J. VAN KEMPEN.
vlogen in het rond. Pijnenburg accepteerde
dit niet; woedend protesteerde hij bij de
fronttribune en de jury. Tenslotte moest öe
wedstrijdleiding toegeven en onder klate
rend applaus maakte de speaker bekend
dat er drie koppels aan den kop lagen'
m. a. w. Bras en Van Kempen lagen met
PijnenburgWals en de Franschen aan
den kop. Toen eerst werd het publiek wat
kalmer.
Ajs van Kempen weer in de baan komt
wordt 'hij luide toegejuicht.
Een zeldoaam mooie jacht ontstond,
wellicht de mooiste van den geliee'en Zes
daagschen strijd. Braspenninx en Jan van
Kempen gingen de leiders achterna. Stuk
voor stuk werden de andere koppels inge
haald. In razend tempo gingen de beide
Nederlanders rond, ronde voor ronde, de
Zv:r~ers en de Italianen werden na taaien
strijd gelapt Meter voor meter werd ten
slotte op RauschHürtgen en Broccardo—
Guimbretiere ingeloopen, vele ronden ging
de zware strijd, de duizenden stonden vol
angstige spanning mee te leven met deze
monsterrace. En tenslotte ferd het geheele
ve'd genomen; Bras en van Kempen had
den hst tempo van Pnijnenburg en Wals
kun en volgen met de grootste inspanning
en daarmede ook aan den kop kwamen te
liggen.
Weer een inci'"1 nt.
Doch toen vond plotseling een incident
s'aats. Boog in de baan zwiepte Gulmbre-
tière plotseling voor Wals, die onmiddel
lijk fel protesteerde tegen deze onsportie
ve handeling. Vo:r de fronttribune haalde
de Hagenaar den Ffranschman in en be
strafte hem met de zelfde onsportieve
daad. De Franschen kregen een waarschu
wing van de jury. Wals was door een en
ander dermate geiritesrd dat hij luid pro-
testeerend eenige ronden reed en de Fran-
sche helpers dreigend waarschuwde. In de
bocht voor de perstribune kwam Wals
plotseling te vallen. Gelukkig liet het zich
niet ernstig aanzien; hij kreeg een half
uur neutralisatie.
Woensdagmorgen.
De stand Woensdagmorgen 6 uur bij de
neutralisatie was als volgt:
1. PijnenburgWals 369 punten.
Met ij ronde achterstand:
3. Guimbretiere—-Broccardo 103
Met 2 ronden achterstand:
4. Guerra—Brasdani 92 pnt.
5. RauschHürtgen 70 punten.
Met 4 ronden achterstand:
6. Richli—Bühler 219 pnt.
7. Aerts-Loncke 146 pnt.
Met 6 ronden achterstand:
8. Van Nek—Van Hout 66 pnt.
Met 11 ronden achterstand:
9. VluggenMuller 138 pnt.
Op 16 ronden achterstand:
10. Adan—de Wolf 69 pnt.
pnt.
GYMNASTIEK
WEDSTRIJDEN TURNLUST.
De Beverwijksche Gymnastiek Vereeniging
Turnlust hield wedstrijden voor haar adspi-
ranten-afdeelingen, uitgezonderd de kleuter-
af deeling. Ruim 120 jongens en meisjes namen
aan deze wedstrijden deel.
Voor de jongste aspiranten warert 4 onder-
deelen bestemd, n.l. een vrije oefening, twee
toestel-oefeningen en een sprong. De oudste
adspiranten hadden bovendien nog twee toe
stel-oefeningen te verwerken, beide naar keuze,
De uitslagen luiden:
Jongste meisjes: 1. M. Dangermond, 2. W.
Reeuwijk, 3. G. Redeker
Oudste meisjes, le gelid: 1. R. Meijer, 2. D.
Jongejans; 2e gelid: 1. J. Waterdrinker en C.
Reijnders, 2. B. Zijp; 3e gelid: 1. T. v. d. Veen
en H. v. d. Veen, 2. B. v. Wijk; 4e gelid: 1. A.
Hoogmoed, 2. T. Honig.
Jongste jongens; 1. C. v. Vliet, 2. J. Zwart,
3. J. Jongejans en W. Middelbeek.
Oudste jongens, le gelid: 1. C. Rijnders, 2. A.
Schaap; 2e gelid: 1. J. Hout, 2. J. v. Vliet; 3e
gelid: 1. C. Ooien vaar, 2. D. Honig.
De wedstrijden beoogden overgang naar
hoogere afdeelingen en voorbereiding voor de
a.s. uitvoeringen.
GluJ
werkt antiseptisch,
verfrischt den mond,
en houdt de tanden
mooi, wit en gezond.
(Adv. Ingez. Med.)
Het van Kopenhagen komende stoomschip „Irene" van de Kon. Ned. Stoomboot Mij.
zooals gemeld, Maandag in de buitenhaven van IJmuiden in aanvaring geweest met de
logger Katioijk 89. De beschadigde Katwijk 89 in het droogdok in IJmuiden.