HET NIEUWE AVONDBLAD Visscherij-Snufjes 18e JAARGANG No. 329 ZATERDAG 25 NOV. 1933 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10ets., per maand 40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal f 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaver. en Algemeene Drukkerij N.V, Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN1—5 regels f 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.bij algeheels invaliditeit; 600.bij overlijden; 400.bij verlies van een hand, ?oet of oog: 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.—, Indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e> zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN GLAZEN TELEFOONCELLEN OP STRAAT. INITIATIEF DER P. T. T. Ging het nu alleen over IJmuiden, dan zou ik zeggen: IJmuiden wordt een wereldstad. Is daar niet op het uiterste puntje van den Zeeweg nabij de halte van dien naam zoo maar aan den kant van den weg een huisje verrezen, aan alle kanten van glas, zonder gaas er voor of prikkeldraad er omheen, waar in straks iedereen die het maar wenseht z'n kruidenier of slager kan opbellen. Maar ik hoor. dat er ook zulke handige inrichtingen in Velsen, Driehuis en Santpoort komen en zelfs het bezit van deze straatmonumenten is voor de landelijke dependances nog niet vol doende om ze tot wereldstad te maken. IJmuiden krijgt zelfs twee publieke tele fooncellen. Want hierover heb ik het. Die aan den Oostelijken zelfkant zal naar ik hoor a.s. Maandag in gebruik worden gesteld. De tweede komt op het Kennemerplein zoo maar midden op het Oostelijk trottoir, dus aan den kant- van het café van Wim Koster. Wat een ondernemingsgeest, wat een durf, van den P. T.T.-dienst. Maar ook wat een ver trouwen in ons Umuidenaren en in onze min of meer roerige IJmuidensche jeugd. Er wat een contrast met onzen plantsoenendienst, die op een halven meter van de plaats, waar het breekbare dingske staat te verrijzen, me ters prikkeldraad heeft gespannen om een paar geraniums, rozen en heesters te be schermen. Die des winters het heele Kenne- merplein-plantsoen verstopt achter een prik keldraadversperring in optima-forma. En dan te denken, dat daarnaast, zooals gezegd, open en bloot op den publieken weg zoo'n teeder huisje wordt neergeplant. Ik weet het niet, wat ik er van denken moet. Ik heb eerbied voor het vertrouwen, dat P. T. T. in ons stelt; ik ben haar dankbaar voor dit vertrouwen. En van ganscher harte hoop ik dat al mijn medeburgers, arm en rijk, jong en oud. (maar vooral jong) zullen bewijzen, dat. de P.T.T. niet misgetast heeft, dat ten slotte mag blijken, dat we niet zoo slecht zijn als we er uit zien. En dat, als we ons alle maal van onze beste zijde hebben doen ken nen. onze gemeente-plantsoenendienst tot de ontdekking mag komen, dat P.T.T. een be teren kijk op onze volkspsyche heeft dan hij en dat al dat prikkeldraad om en door het plantsoentje beste verdwijnen kan. Overigens lijkt me deze telefooncellenge- schiedenis, wat de economische zijde betreft, een vrij riskante onderneming. Ik kan me niet voorstellen, dat er een druk gebruik van zal worden gemaakt en ik voor mij steek m'n geld liever in de Zesdaagsche. Maar mis schien valt het mee. Het is al meer gebeurd, dat we van de een of andere nieuwigheid gezegd hebben: daar komt niets van te recht. Misschien maken we nog eens queue voor de glazen deur. S. B. LEZING NED. CHR. VROUWENBOND In het Koning Willemshuis heeft mevr. Eg- gink uit Rotterdam voor de afdeeling IJmui den van den Ned. Christ. Vrouwenbond een lezing gehouden over Alice Nahon, de jong gestorven Vlaamsche dichteres. Na ^en inleidend woord van de presidente, mevr. Sv -an, die de spreekster hartelijk wel kom ï::Lie en den avond op de gebruikelijke wijze cper.de, vertelde Mevr. Eggink over het leven en sterven van dezen eenvoudiger, doch grooten geest, welke op een somberen Mei morgen ten grave jedragen werd. Waarom boeide dit meisje den lezer en hoorder onmiddellijk, vraagt spr. zich af. En zij mer-nde de beantwoording van die vraag te moeten zoeken in het: omdat uit haar verzen zulk een ontzaggelijk en ontzagwek kend lijden, berusten en verlangen spreekt, dat het dengene, welke deze klare, schoone taak in zich opneemt, intens aangrijpt. Zij was werkelijk een dichteres bij Gods genade, die ons zoo oneindig veel in haar gedichten geschonken heeft. De meest bekende dichtbundels, welke uit gegeven en ook in Nederland veel gelezen worden, zijn: Vondelingskens, Op zachte Vooizekens en De Schaduw. Guido Gezelle, de grootmeester der Vlaam sche dichtkunst, is de man geweest, welke den dichtersgeest in dit wonderkind wakker geroepen heeft. Fascineerend is die geest voor ons juist door het simpele zeggen van de dingen zooals zij ze met haar klare kinder- oogen zag. Uit haar verzen klinkt geen som berheid op, terwijl haar leven toch zoo ont zaggelijk moeilijk was. Twee woorden be- heerschte dit leven: ziekte en eenzaamheid Alice Nahon werd 16 Augustus 1896 gebo ren in een dorpje bij Antwerpen, in welke laatste plaats zij na een droeve jeugd, leer ling-verpleegster werd. Daar dit leven haar, de teere bloem, te zwaar was, werd zij na 212 jaar ernstig ziek en moest ter verple ging in een sanatorium opgenomen worden. Deze 6 jaren in het ziekenhuis zijn de zwartste jaren voor haar geweest. In een al leszins ontmoedigende omgeving, met het uitzicht uit het enkele venster op het lijken huisje in den tuin, moest zij genezing vin den Uit dien tijd dateeren de gedichten, waarin haar verlangen naar het leven in al zijn vormen spreekt. Met diepen weemoed smeekt zij God, haar kracht tot verder leven te geven, en haar te leeren sterven in liefde, zij die nooit liefde heeft gekend. Haar onverwoestbare levensdrang geeft haar weerstandsvermogen om met de ziekte, welke haar lichaam sloopt, de tuberculose, immer weer te worstelen. Op haar ziekbed trekken dan al de beel den uit haar kinderjaren, sombere zoowel als vroolijke, voorbij en doen haar „jeugdliede- kens" ontstaan. Eveneens de „Ure der Getijen" heeft zij na lange doorwaakte nachten geschreven, wan neer zij met het scherpe oor der nerve use patiente het schuifelen der nonnen, zich naai de kapel begevende, in de gangen van het sanatorium waarnam. Uit al deze penne- vruchten van een lijdende ziel spreekt het besef van haar naderend eind ons tegen. Wonderschoon zijn deze weemoedige verzen die elkeen, die ze hoort of leest, met diepe ontroering vervullen. Zij geeft zich niet steeds aan zelfbeklag en zelfbespiegeling over, doch het lijden schenkt haar juist de gave en zoo goed het verdriet en de ellende van den medeniensch te begrij pen en te helpen verlichten. Met deernis ver vuld dwong zij zich dikwijls tot een glim lach ter opmontering van een medepatiënt. Na een 6-jarig verblijf in het Sanatorium hoorde zij van een Zwitsersch arts, welke een geneesmiddel voor t.b.c. wist. Na een ver- geefsch verblijf te Luzern, kwam zij na een behandeling door een arts hier te lande, te Mondorf, alwaar haar baden en strenge le venswijze voorgeschreven werden. De dokto ren hadden n.l. geen t.b.c. doch chronische bronchitis geconstateerd. In 1925 bezocht zij ons land en maakte er vele vrienden, hoewel zij het leven van een' kasplant leiden moest. In vollen vrede is zij spoedig daarna, beweend door tallooze vrienden, in haar Heiland gestorven. Maar door haar gedichten blijft zij in ons midden voortleven, beslaat spr. haar met groote aandacht aangehoord referaat. Mej. Elisabeth Eggink heeft gedurende de lezing van haar moeder, medrdere verzen van Alice Nahon gedeclameerd en wel op een wijze, die getuigde van een intens begrijpen. Terecht hee'ft de presidente de spreekster en haar dochter dank gebracht voor hetgeen zij op dezen litfcerairen avond gebracht heeft. Mevr. Dunnebier heeft daarna met dank zegging geëindigd. VINGER AFGESNEDEN. Door het Duitsche politievaartuig Weser is alhier aangebracht een jongeman, op varende van een te Vegesack thuisbehoo- renden stoomlogger, die op -de Noordzee bij het haringkaken den top van een zijner vingers had afgesneden. De jongen werd in het Koning Willems Huis ondergebracht en zal heden naar Duitschland vertrekken. EVANGELISATIESAMENKOMST. Zondagavond zal in de Ned. Herv. kerk, Kalverstraat een evangelisatiesamenkomst plaats vinden. De bekende evangelist J. Se- vensma van Amsterdam zal het woord voe ren. Het kerkkoor der Ned. Hervormde Ge meente onder leiding van mej. C. van Heyst zal eenige liederen ten gehoore brengen. De samenkomst begint half zes. HET FILMPROGRAMMA IN THALIA. Op het witte doek in Thalia wordt deze week weer een mooi programma gegeven. Op journaal en teekenfilm volgen de „insépara- bles" Oliver Hardy en Stan Laurel, die weer onbedaarlijke lachsalvo's in de zaal doen uit barsten. De hoofdfilm is een tendenzfilm: ..Acht meisjes in een boot", waarover alle bladen uitbundige critieken hebben gegeven. Het is de bekende geschiedenis van twee jongelui, wier liefde, zooals men dit noemt niet zon der gevolgen zijn gebleven. De vrije opvattin gen van de jeugd komen ook hier in conflict met die der oudere generatie, met name met die van den vader van een der acht meisjes. Het is een sterke speelfilm, die tal van mooie rollen inhoudt. LEDENVERGADERING CHR. HIST. UNIE. De afdeeling IJmuiden der Ohr. Hist. Unie houdt Woensdag 29 November a.s. een leden vergadering in het Koning Willemshuis. In deze vergadering zal de heer Dunnebier een causerie houden over de gemeentebegrooting. Voorts zal er een bestuursverkiezing plaats vinden en de contributieregeling besproken worden. OVER DEN VISCHHANDEL. BESCHOUWINGEN UIT HET RAPPORT DER COMMISSIE-RIJKENS. In het rapport der Staatscommissie Rij kens, waaraan wij reeds vele belangrijke gegevens ontleend hebben, wordt ook een hoofdstuk ge wijd aan den vischhandel. Daarin wordt o.a. gezegd: Naar hun omzetten kunnen de handelaren te IJmuiden in drie groepen worden verdeeld. De eerste groep omvat de groothandelaren. Als zoodanig kunnen worden aangemerkt die genen. welke een 'jaarlijkschen omzet hebben van f 120.000 of meer. Deze handelaren leggen zich voornamelijk toe op den export, doch drijven voor een deel ook nog handel op het binnenland. Een tweede groep, die wegens geringeren omzet f 10.000 tot f 120.000 jaarlijks niet tot den groothandel gerekend kan worden, zoekt haar afzet voornamelijk in het binnen land, ook min of meer als kleinhandel, doch neemt ook deel aan den export met name naar België. Een derde groep, met omzetten beneden f 10.000, is samengesteld uit kooplieden, die in den regel rechtstreeks aaii consumenten in het binnenland leveren. Het bedrijf van deze groep draagt dus meer het karakter van klein handel. De handel van de eerstgenoemde groepen respectievelijk rond 19 en 105 handelaren sterk bestaat voor een groot deel, zoo niet het grootste, uit. consignatie. De betrokken han delaren zenden de voor consignatie bestemde visch aan agenten of factoors op buitenland- sche markten, die voor den verkoop zorg dra gen en hen tevens zooveel mogelijk op de hoogte houden van den stand der betreffende markten. Het spreekt vanzelf, dat deze han del een zeer speculatief karakter draagt. Bij de voortdurende en dikwijls plotselinge wis seling in vraag en aanbod op de groote con- sumptiemarkten valt uit den oogenblikkelijken stand der markt niet met voldoende zeker heid af te leiden, hoe het naaste verloop zal zijn, zoodat bij dezer, handel het toeval steeds een overwegende rol speelt. Het is niettemin begrijpelijk, dat de consignatie in breede kringen der handelaren zeer gezocht is. Af gezien van het daaraan verbonden kansspel, dat op velen zoo aanlokkelijk werkt, heeft deze tak van handel het voordeel, dat de koop lieden zich de moeite kunnen besparen, voor zoover het den binnenlandschen handel be treft, van het zoeken en behouden van vaste cliënteele. Ze behoeven ook niet te vreezen voor de talrijke reclames omtrent kwaliteit, enz., die bij de rechtstreeksche levering van versche visch aan cliënteele zoo algemeen ge bruikelijk zijn. Aangezien zij de opbrengst van hun con signaties dadelijk na den verkoop uitbetaald krijgen, hebben zij voorts geen lange en dik wijls hooge credieten aan hun afnemers te verleenen, zooodat zij slechts een beperkt be- dijfskapitaal behoeven en bovendien blijven zij gevrijwaard voor het in den vischhandel bijzonder zware risico van wanbetaling door de afnemers. Voor zoover het den handel met het buiten land betreft, heeft IJmuiden zich aan te pas sen aan de daar geldende handelsgewoonten. De markten van Brussel, Antwerpen, Parijs en andere groote buitenlandsche steden wor den zoogoed als uitsluitend door consignatie zendingen bediend, niet alleen door Nederland, maar ook door andere vischuitvoerende landen. De consignatie moet in den vischhandel steeds een groote plaats innemen, aangezien de vischaanvoeren wisselvallig zijn en nimmer gelijken tred houden met de toevallige vraag, zoowel wat de hoeveelheid als de soort betreft. Daarom zal steeds het niet bestelde, overblijvende deel, als consignatie afgezet die nen te worden. Uit den aard der zaak mist de consignatie- handel echter een solide en stevige basis. Zaken, welke uitsluitend van consignatie moe ten bestaan, missen natuurlijk eiken „good will". De vischhandel te IJmuiden zou ongetwij feld veel sterker gefuncfeerd worden, wanneer de groothandel zich krachtig kon ontwikkelen door de regelmatige levering van visch aan vaste afnemers tegen vooraf overeengekomen prijzen. Dit blijkt echter op groote moeilijk heden te stuiten. Een dezer moeilijkheden ligt al in den aard van het artikel versche visch. Aangezien deze visch toch, met het oog op haar snel bederf en mede op de reeds minder waardige kwaliteit van een deel der aanvoe WERNER VON ALVENSLEBEN, de 20-jarige Duüscher tijdens het jjrcces dat tegen hem wegens een aanslag op den Oostenrijlcschen minister dr. Steidle gevoerd icerd. Hij kreeg drie jaar zware kerkerstraf ren, zoo spoedig mogelijk van de hand moet worden gedaan, bestaat voor de handelaren geen gelegenheid om voorraad te vormen en daaruit rustig te verkoopen, maar zij zijn ge noodzaakt den aanvoer van een bepaalden dag zooveel mogelijk reeds dienzelfden dag op te ruimen. Bij de consignatie levert dit natuurlijk geen bezwaar op, doch indien aan cliënteele zou moeten worden geleverd en dus eerst onderhandeld zou moeten worden om trent prijzen, kwaliteiten, hoeveelheden, enz., zou de visch in de meeste gevallen niet zoo spoedig verzonden kunnen worden, als wel gewenscht of noodzakelijk zou zijn. Hierdoor is de gewoonte ontstaan, dat de vischhande- laren reeds 'vooraf den aanvoer van een be paalden dag trachten te verkoopen. Zonder dat zij dus voldoende zekerheid hebben om trent de hoeveelheden,, de soorten, de kwa liteiten en de prijzen van de visch, welke op een bepaalden dag zal worden aangevoerd, stellen zij reeds een of meer dagen te voren hun cliënteele met hun offertes in kennis, die, hoewel zeer voorloopig, over het algemeen toch bindend geacht worden. Het behoeft wel geen verder betoog, dat ook deze handel dus een sterk speculatieven in slag heeft. Een andere moeilijkheid voor de ontwikke ling van den groothandel in vorenbedoelden zin ligt in de zeer tegenstrijdige groepsbelan gen van den handel. Naast elkander treden op export- en binnenlandsche handel, con signatie en levering aan cliënteele, benevens groothandel en kleinhandel. Het spreekt van zelf, dat onder deze omstandigheden de groot handel den toestand op de markt niet over heerschen kan, om zich langs dien weg de voorwaarden te scheppen voor krachtige ont wikkeling. De vraag rijst, of deze belemme ring niet van nadeeligen invloed is op de ontwikkeling van het prijsniveau van de markt en daardoor ook op de belangen van de ree der ij. Dit schijnt echter niet het geval te zijn. De dikwijls zeer uiteenloopende vraag van het binnen- en buitenland en eveneens van de verschillende exportgebieden, de concur rentie tusschen den groot-, consignatie- en kleinhandel, benevens die tusschen de han delaren van de onderscheidene groepen on derling, scheppen blijkbaar voldoende waar borgen voor een zoo hoog mogelijk prijsniveau op de IJmuider markt. In normale omstan- dighelen worden dan ook van de zijde der reeders' geen klachten vernomen over onvol doende koopkracht. Over het algemeen staat de markt juist bekend om haar goede prijzen. De kooplieden moeten de door hen op de markt ingekochte visch uiterlijk op den twee den Maandag na de week, waarin de inkoop geschiedde, betalen. De gemiddelde duur van het crediet bedraagt dus ongeveer 10 dagen. De rente van dit crediet komt ten laste van het Staatsvisschershavenbedrijfde kooplie den zijn derhalve vrijgesteld van rentevergoe ding. Het risico van wanbetaling draagt krach tens het desbetreffend met het Rijk gesloten contract de bankinstellinge, welke de kas gelden aan het Staatsvisschershavenbedrijf verstrekt voor uitbetaling van de opbrengst der op den Rijksafslag verkochte visch. Hier staat tegenover, dat aan deze instelling wor den overgedragen de vorderingen, welke het Staatsvisschershavenbedrijf op de kooplieden verkrijgt, wegens hunne aankoopen van visch op den Rijksafslag. In verband hiermede ge schiedt de betaling van de koopsommen door de kooplieden aan bedoelde instelling. Het Staatsvisschershavenbedrijf laat op den Rijks afslag geen andere koopers tenzij contant koopende toe, dan die welke met de bank instelling een regeling hebben getroffen voor hun crediet. In de laatste jaren zijn van de zijde dier instelling steeds strengere eischen gesteld voor de crediet-verlëening, zoodat het practisch hierop neerkomt, dat van de koop lieden volledige dekking van hun credieten wordt gevorderd. Als regel moeten zij dus hun omzetten geheel uit eigen middelen kun nen financieeren. Onder de belanghebben den geeft dit nog al eens aanleiding tot klach ten. welke evenwel in de meeste gevallen be trekking hebben op individueele belangen. Het spreekt vanzelf, dat het voor een handelaar b.v. zeer onaangenaam kan zijn, wanneer hij bij een gunstige gelegenheid om zijn handel uit te breiden genoodzaakt is daarvan af te zien, omdat zijn crediet daarvoor niet toe reikend is en hij geen kans ziet dit uit eigen middelen te verruimen. Voor de ontwikkeling van de koopkracht in het algemeen heeft de hieromschreven regeling, zooals in de praktijk is gebleken, tot dusver geen bezwaren opge leverd. Mede omdat het over een zeer ruim aantal handelaren is verdeeld, kon het totaal be noodigde crediet voor een vlotte overname der aanvoeren door den handel steeds vol doende worden gedekt. Niettemin zouden bij belangrijke toeneming van den aanvoer wel moeilijkheden kunnen ontstaan. Zoolang deze toeneming als tot dusver vrij geleidelijk verliep, bleek de handel wel in staat, ook door besparing uit de winst, uit eigen middelen een verruiming van het cre diet, zoover als noodig was, te bewerkstelligen. Indien echter buitengewone omstandigheden zouden leiden tot een plotseling aanzienlijke vermeerdering van den aanvoer, kan de in verband daarmede noodzakelijke verruiming van het crediet allicht bijzondere maatregelen en daarbij ook steun van Rijkswege vereischen. Waar onder de huidige crisis de aanvoer even wel een sterk dalende lijn vertoont, behoeft dit punt uiteraard thans niet aan de orde te worden gesteld. Niettemin kunnen de crisis omstandigheden toch wel aanleiding geven tot moeilijkheden, wat de crediet-verleening betreft. In de eerste plaats zijn in den laat- sten tijd te dien opzichte de eischen van de zijde der bankinstellingen zeer verscherpt, waardoor het crediet van sommige handelaren min of meer beperkt werd. Bovendien is door de waardevermindering van verschillende on der panden, in verband met de algemeene crisis, het in totaal beschikbare bedrijfs kapitaal belangrijk verminderd. Bij den ster ken achteruitgang van de omzetten, als ge- vong van de afneming van den aanvoer eener zij ds en de prijsdaling van de visch anderzijds, blijkt dit op het oogenblik nog geen aanlei ding te geven tot een merkbaar ongunstigen invloed op de verhouding van de koopkracht tot den aanvoer, zoodat het visscherijbedrijf hiervan nog geen nadeel ondervindt. Met net oog echter op het groote belang, hetwelk dit bedrijf heeft bij het op een behoorlijk peil houden van de koopkracht op de markt is het zeer gewenscht, dat het Staatsvisschers- havenbedrenf bijzondere aandacht aan deze aangelegenheid wijdt. IN HET DROOGDOK. De haringdrifter LT 1262, die dezer dagen bij het binnenkomen op de Noorderpier heeft gestooten is in het dok opgenomen om te worden voorzien van een nieuwen voor steven. DE WERKLOOSHEID IN HET VISSCHERIJBEDRIJF. IS ER WERK VOOR WERKLOOZE VISSCHERS OP NIEUW-GUINEA? Wij lezen in „De Kolonist", het ongaan der Nederlandsche Emigranten-vereeniging „Nieuw-Guinea". Op een der vergaderingen van de afdeeling Velsen en omstreken, waaronder ook IJmui den ressorteert, werd ons o.a. gevraagd of er voor werklooze visschers op de kusten van Nieuw-Guinea geen arbeidsgelegenheid te vinden was. Wij hebben geantwoord, dat dit, naar onze meening zeker het geval is, en dat wij t.z.t. stellig de aandacht der Regeering daarop zouden vestigen. Het is bekend, dat in Indië eene enorme hoeveelheid visch (vooral ook in gedroogde en gezouten staat) wordt geconsumeerd en er is geen reden waarom ervaren Hollandsche visschers niet minstens hetzelfde zouden kunnen bereiken als Ja- pansche, Ohineesche en Inlandsche visschers, waarvan speciaal de laatstgenoemden hun bedrijf op buitengewoon primitieve wijze uit oefenden. Het feit, dat de Hollandsche vis schers aan een sobere levenswijze gewend zijn, maakt dat zij waarschijnlijk wel tegen de visschers van andere rassen zullen kun nen concurreeren. Hollandsche visschers op de kust van Nieuw-Guinea zouden hun visch zeer goed tegen de producten uit land- en tuinbouw, vee- en pluimveeteelt der kolonis ten kunnen inruilen. In verband met het bovenstaande, moet er op worden gewezen, dat er planenen be staan uit Noorwegen binnenkort visch naar ëederl.-Indië te gaan exporteeren. Men schijnt in Noorsche visscherij'kringen onze Oost, zelfs in den tegenwoordigen tijd, als een goed afzetgebied voor visch te beschou wen. CXLVIH. Zes en veertig trawlers, plus een aantal loggers en kotters brachten deze week weer heel wat visch aan de markt. En dan kwam er nog een 45-tal schepen met versche ha ring, waaronder een goede twintig Engel- sche drifters, die dank zij onze opendeur po litiek zooveel visch in ons land kunnen aan voeren als ze willen, zonder dat hun daartoe zelfs geen stroohalm in den weg of de haven wordt gelegd. Doordat de aanvoer van ha ring geleidelijk plaats vindt, bleef de markt tamelijk vast en als de schepen een behoor lijke vangst hebben, kunnen ze verzekerd zijn van een goede besomming. Van de trawlers kon dat helaas ook deze week weer niet ge zegd worden. Alleen de trawlers, die het geluk hadden, wat hake te vangen, brachten het tot een behoorlijke besomming. Met de hake liep het trouwens raar, want niet zoodra was er een eenigszins behoorlijke aanvoer of daar gingen de prijzen. In mijn vorig snufje heb ik verteld, dat er fabelachtige sommen door de Fransche con- signateurs op de tong verdeid waren. Dit blijkt achteraf iets overdreven te zijn, maar als ik er van maak, dat er veel geld verdiend is, overdrijf ik niet. Een winst van 100 gulden per mand is ook niet gemaakt, maar dat er een netto-winst van minstens 50 cents per Kilo werd gemaakt is ook niet overdreven. Mr. J. H. Thiel heeft deze week in een leden vergadering van de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel, sprekende over „Het Vnsscherijbedrijf te IJmuiden en de crisis", gezegde dat de regeling der Fransche con senten, die voor de reeders nadeelig is, drin gend herziening noodig heeft. Ongetwijfeld doelde spreker hierbij op het tongen-uitvoer- monopolie, dat in handan is van enkele ex porteurs en waarvan men algemeen aan neemt, dat het nadeelig is voor de reeders, doordat er in zekeren zin een kunstmatigen druk op den prijs kan worden uitgeoefend. IJmuiden gaat den Iaatsten tijd wel over de tong en dat kan geen kwaad, want we moe ten het van de reclame hebben. En nu Is ook eindelijk het rapport van de Staatscommissie- Rijkens verschenen. Daarin staan veel 'be langrijke dingen en als de regeering er nu maar ooren naar heeft, dan kan er nog wel iets goeds uit geboren worden. De concluscies zijn inderdaad belangwek kend. Men heeft ze in de IJmuider Courant van j.l. Woensdag kunnen lezen en ik ver trouw, dat velen met de grootst mogelijke be langstelling er kennis van hebben geno men. Ik kom er nog wel eens op terug. PIETERMAN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 1