HET NIEUWE AVONDBLAD
Internationale regeling van visscherij-
vraagstukken.
18e JAARGANG No. 332
WOENSDAG 79 NOV. 1933
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN1—5 regels 10.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig ln de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn. kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000.bij algeheele invaliditeit; 600.bij overlijden; 400.bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van
een wijsvinger; 100.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.— bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.bij over
lijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000.—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e» zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te
Schiedam.
De Taak van het Onderwijs.
De ontwel-Conventie voor Moreele Ont
wapening, die eenige dagen geleden door het
secretariaat- van den Volkenbond gepubli
ceerd is, zegt in haar aanvangs-clausule
„dat de onderlinge afhankelijkheid der Sta
ten niet alleen eischt hun samenwerking op
politiek gebied, maar ook een poging tot we
derzij dsch begrijpen der volken zelve", en
verklaart dan in haar eerste artikel: „De Mo
gendheden verbinden zich hun macht of in
vloed te gebruiken om het onderwijs in ieder
onderdeel, met inbegrip van de formatie van
het onderwijzerscorps, te doordringen van de
onderlinge afhankelijkheid der volken, die
een internationale samenwerking tot een
noodzakelijkheid maakt".
Hoevelen beseffen die „onderlinge afhan
kelijkheid" der volken? En als ik zeg: hoeve
len, bedoel ik niet: hoeveel schoolkinderen,
maar: hoeveel volwassen menschen in Neder
land? En dan nog wel juist in een crisistijd
als deze, die er aan alle kanten dagelijks de
bewijzen van levert? Een bedroefd kleine
minderheid! Het is een van die onplezierige
waarheden, die de meeste menschen maar
liéver als een phrase blijven beschouwen en
waarop zij niet doordenken. Onbegrijpelijk is
dat niet, want zij zijn geenszins in die rich
ting opgevoed. Er is veel geschreven over de
gebreken van het geschiedenis onderwijs. Dat
draagt niet alleen de schuld. Minstens even
veel is te wijten aan het ontbreken van vol
doende scholing in staatswetenschappen en
in volkenkunde, en in de algemeene opvoe
dingsfout die „de staten", of „de mogendhe
den" tegenover het kind voorstelt als een
troep eeuwig-vechtende kemphanen, waar-
tusschen wij zitten als een klein kemphaan
tje, dat onder het motto Klein maar Dapper
zich nochtans zal handhaven. Hoe, dat wordt
niet verduidelijkt. Dat blijft allemaal vaag.
Maar wie een jonge man wordt in dezen
crisistijd, bemerkt dat wij in de moeilijkheden
zitten door dat andere landen onze producten
niet koopen, resp. in veel minder mate koo-
pen en er een schijntje voor betalen, en
dat onze doorvoerhandel vervaarlijk geslon
ken is, doordat die andere landen onderling
weer barrières tegen elkaar opgericht heb
ben.
Hij komt i/Ofc 'de onvermijdelijke slotsom
dat wij van de samenwerking en het zaken
doen met het buitenland afhankelijk zijn
voor onze welvaart. Ook wat onze koloniën
betreft. Hij heeft geleerd dat wij tweeën
halve eeuw geleden een Tromp en een de
Ruyter bezaten, die er met vloten op uit
trokken om dén vijand te verslaan, en dat
het toen alleen van onzen moed en energie
afhing om onze 1 welvaart te handhaven.
Wij leven nu evenwel niet in de 17e eeuw
maar in de twintigste, en de toestanden zijn
totaal veranderd. Al ontwikkelen we tien
maal den moed en de energie van de voor
vaderen uit de zeventiende eeuwwe
kunnen er op die manier niet meer komen.
Een troost is dat de groote staten, elk voor
zichzelf, het evenmin kunnen. Zij probeeren
het wel op de oude manier, maar het mis
lukt voortdurend. Zelfs in het reusachtige
Amerika, dat van kwaad tot erger komt.
Natuurlijk is het een soort van troost dat de
anderen het ook niet kunnen, zelfs de mach-
tigsten niet, maar dat feit op zichzelf maakt
onze positie en vooruitzichten niet. beter.
Integendeel: nog slechter, want door hun
eigen crisis-ellende zijn de anderen steeds
minder in staat bij ons te koopen. Kans om
in de toekomst geheel voor en door ons
zelf te kunnen leven is er niet.
Het is een economische onmogelijkheid ge
worden, omdat wij eenvoudig een onder
deeltje vormen in een economische wereld
machine, die door de egoïstische en kort
zichtige politiek der staten is gaan haperen.
Ons losmaken uit dat mechanisme kunnen
wij niet, want onze handel, onze industrie,
onze productiemethodenalles is er op
ingesteld en op berekend. De economische
ontwikkeling van de wereld is de politieke ver
vooruit. Gaat het op dezen weg voort dan
moet het eindigen in een oorlog, die alge
meene vernietiging zal brengen en waarin
geen enkele staat winst zal kunnen behalen.
Zooals de vorige oorlog al bewezen heeft. De
volgende zou het nog heel wat afdoender
bewijzen.
Dat deze dingen voor den jongen man van
dezen tijd moeilijk te begrijpen zijn komt
heel eenvoudig doordat hij niet is opgevoed
in overeenstemming met de feiten van de
economische wereldontwikkeling, die ver
vooruit is, maar omdat men hem halt heeft
laten houden bij de politieke, die er ver bij
achter blijft. Die fout is niet alleen in Ne
derland, maar evenzeer in de andere landen
begaan. De oorlog 19141918 en zijn resul
taten hebben een werkelijkheid onthuld, waar
bij het onderwijs nog ver achter is. Behou
dens datgene dat speciaal aan studen
ten in de economie gegeven wordt, en dat
zijn grootste algemeen karakter vindt in de
hoogste klassen van de middelbare scholen,
waar men er veel te weinig tijd aan besteedt
om het goed te kunnen laten doordringen.
Voor het overige is het met den wil, om het
verschillend karakter en de verschillende le
vensomstandigheden van andere volken te
begrijpen, nog droevig gesteld. Ik herinner
mij altijd de kenmerkende uitspraak van een
bekend Hollander, een man van zestig jaar
al, die voor het eerst in zijn leven Roemenië
bezocht had, op een zakenreis. „Eigenlijk had
ik altijd gedacht", zei hij, dat die Roemenen
allemaal schurken waren. Nu heb ik er heel
wat ontmoet, allemaal menschen van mijn
eigen soort en ontwikkeling. Nu: dit kan ik
je wel verzekeren: ze zijn niet beter of slech
ter dan wij, en ze denken en praten als wij,
en hebben dezelfde overwegingenfeite
lij k dezelfde moraal
Dat was een typische erkenning. Wij zijn
andere dingen gewend. De Duitschers be
schouwen zich als een uitverkoren volk, de
Engelschen ook, de Amerikanen spreken van
„God's own country", de Franschen noemen
zich de leiders der wereldcultuur, de Hollan
ders vinden zichzelf degelijker en braver dan
eenig ander volk. Dat is allemaal domme
zelfgenoegzaamheid, gebaseerd op gebrek
aan wederzij dsch begrip, op gebrek aan ken
nis, en in dezen tijd verergerd door een kunst
matig kweeken van haat en wantrouwen dat
de wereld en ieder land afzonderlijk steeds
verder achterop helpt.
Terwijl zij hun welvaart alleen door en met
elkaar kunnen herstellen, leven de menschen
in een mallen waan, dat hun land het wel
voor zichzelf zal kunnen klaarspelen. Het kan
niet. Maar als zij zichzelf, door eigen ontwik
keling en nuchter oordeel, die wetenschap niet
eigen gemaakt hebben, missen zij haar
want op school heeft de groei der wereldge
schiedenis zich behoudens enkele uitzon
derlijke gevallen bepaald tot de kempha
nen-theorie en de lijst der helden-die-erop-
sloegen, in chronologische volgorde. En voor
de economische wereldontwikkeling is er geen
tijd
De Volkenbond stelt met deze ontwerp-
Conventie een wereldbelang aan de orde, dat
onze plicht tegenover de jongste generatie
duidelijk aangeeft. Wij in Nederland zijn op
dit gebied even erg in gebreke als alle andere
volken, en wij zouden prachtig initiatief kun
nen nemen in ons eigen onderwijs. Zal er
spoedig iets van komen? Ik hoop het.
Eerstdaags denk ik de volledige tekst der
ontwerp-Conventie te geven, en erop terug te
komen.
R. P.
IJMUIDEN
CONCERT „KUNST NA ARBEID".
De Harmonie-Vereeniging „Kunst na Ar
beid", directeur de heer M. Kley geeft Zater
dag 9 December een concert in „Het Wapen
van Velsen".
Het programma is als volgt samengesteld:
1 Militaire Marsc-h no. 1 Schubert.
2 Ouverture „Heimkehr aus der Fremde",
Mendelssohn.
3 Concertino voor klarinetsolo Weber.
Soliste: Dina Bouman
4 Fantaisie sur l'Opera „Carmen'' Bizet.
5 Ouverture „Orpheus in der Unterwelt",
Offenbach.
6 a. Gavotte, b Polnische Nationaltanze,
Scharwenke.
7 Wein, Weib und Gesang, wals Strauss.
8 Fantaisie over Audran's Opera Comique „La
Mascotte" Kley.
ST.-NICOLAASFEEST SPEELTUIN
„CENTRUM".
Dank zij vele financieele giften van ver
schillende inwoners van IJmuiden-West is
de speeltuincommissie in staat den kinde
ren die geregeld het clubwerk bezoeken, een
St.-Nicolaas feest te geven. Het feest heeft
Maandag 4 December plaats in het gebouw
Prins Hendrikstraat.
Aanvang voor de jongste 4.30 voor de oud
ste kinderen 6.15. Kaartjes halen a.s. Vrij
dag 1 December tusschen 5 en 6 uur aan
reeds genoemd gebouw. Zonder kaartjes wor
den geen kinderen tot het feest toegelaten.
NIEUWE ZAAK.
„De Ijzermijn", het magazijn van den heer
J. v. d. Kley is sedert eenige dagen verplaatst
en wel in het nieuwe pand naast den winkel
van Albert Heyn, Kalverstraat.
Het is een uiterst fraaie winkel en de mooie
uitstalkasten bevatten vele artikelen, zoowel
gereedschappen als huishoudelijke artikelen.
Het is bekend, dat de heer Kley alleen de
goede merken verkoopt. Zeker niet het minst
is het hierdoor gekomen, dat hij tot opening-
van het fraaie magazijn is overgegaan.
DE VISCHAANVOER IN DUITSCHE
HAVENS.
Gedurende de week van 1318 November
jl. werden in de vischmarkt te Altona ver
kocht de vangsten van 17 Noordzeetrawlers.
bestaande uit 1.290.300 p. visch, waarvan
1.052.900 p. haring.
Uit Engeland werden aangevoerd 3 ladin
gen. totaal 2.903.000 p. versche haring, uit
Noorwegen eveneens 3 ladingen, totaal
1.096.440 p.
In Cuxhaven kwamen binnen 47 schepen
met 2.378.200 p. visch, waarvan 491.900 p. van
de Noordzee (227.000 p. versche haring)
383.627 p. van IJsland, 640.345 p. van de Ba-
rendszee, 363.700 van het Bereneiland enz.
In Wesermünde-Bx-emerhaven losten 56
trawlers 5.906.000 p. versche visch. Van de
Noordzee kwamen 20 trawlers met 1 3/4 mill,
pond visch, hoofdzakelijk haring, van IJsland
9 trawlers met 800.000 p. kabeljauw, kool-
visch enz., van de Barendszee 11 trawlers
met 1.077.700 p. schelvisch, kabeljauw, enz.
en van het Bereneiland 16 trawlers met
2:850.000 p.. voornamelijk kabeljauw, goud-
baars en schelvisch.
Over het algemeen is op de Duitsche mark
ten m het binnenland, ondanks de dalende
prijzen nog weinig vraag naar zeevisch, be
halve haring. Uit Keulen wordt gemeld, dat
het gebruik van week tot week vermindert.
De koopkracht van het publiek is zeer gering.
De overbevissching der Noordzee.
In de Deutsche Fischerei-Rundschau van
24 November j.l. komt een artikel voor van
Kap. W. Bretthofer, waarin deze er op wijst,
dat verschillende visscher ij vraagstukken van
internationale beteekenis, die van groot be
lang zijn voor alle bij de Noordzeevisscherij
betrokken landen, dringend opgelost dienen
te worden. Duitschland, aldus de schrijver,
heeft zich nooit tegen de oplossing dezer
vraagstukken verzet én hij acht het niet
noodig, nog weer nader op de verschillende
kwesties in te gaan. Een enkele zaak wil
hij echter gaarne eens nader belichten, een
zaak, die dikwijls verkeerd beoordeeld is en
waarover men in Engeland en Holland maar
liever niet spreekt.
Overbevissching der Noordzee.
Het is voldoende bekend, aldus de heer
Bretthofer, dat de Noordzee na den oorlog
sterk overbevischt werd en de eens zoo rijke
vischstanden sterk ingekrompen zijn. Het is
echter niet noodig bij deze kwestie de
schuldvraag naar voren te brengen, alsof de
een of andere reederij in het een of ander
aan de Noordzeevisscherij deelnemende land
schuld heeft aan de overbevissching resp.
de verarming der Noordzee. Men moet de
dingen zien zooals ze zijn en daaruit gevolg
trekkingen maken. Een schuldvraag bestaat
hier niet, daarover hoeft men het hoofd niet
te breken. De overbevissching is niet anders
dan het noodzakelijke gevolg van de ont
wikkeling der diepzeevisscherij als zoodanig.
De gevolgen van deze ontwikkeling waren
van te voren niet te zien, evenmin als zich
thans laat overzien hoe de toestand der
Barendszeevisscherij over 10 jaren zal zijn.
Toen men echter de gevolgen begon waar te
nemen, was het reeds te laat en bovendien
en dit is van groote beteekenis, zag de
grond-sleepnetvisscherij vanalle landen
rondom de Noordzee zich tegelijkertijd in
een toestand geplaatst, die de zwaarste of
fers vergde.
We moeten ons voor onze beschouwing
verplaatsen naar den tijd, toen de Noordzee
nog als het eigenlijke domein van de Engel-
sche, Duitsche, Hollandsche en Belgische
sleepnetvisscherij gold. Na den oorlog nog
meer dan daarvoor. Weliswaar had zich
toentertijd ook de IJsland-visscherij sterk
ontwikkeld, de consumptievisch echter d.w.z.
die visch, welke direct na den aanvoer in
versche toestand aan de gebruikers werd
geleverd, in de eerste plaats de kwaliteits-
visch, werd bijna zonder uitzondering dooi
de Noordzee opgeleverd. Wij weten dat ook
heden nog de visch van de Noordzee de
voorkeur geniet, ofschoon de opbrengst in
middels zeer gering is geworden en ook het
begrip „kwaliteit" na de ontwikkeling der
diepzeevisscherij nabij IJsland en in de
Noordelijke IJszee zeer gewijzigd is.
De visschersvloot van alle landen, zoowel
de kotters als de trawlers, waren op een
enkele uitzondering na, geheel op de Noord
zeevisscherij aangewezen. Dit gold ook voor
de trawlers die tot 19241925 gebouwd wer
den. De inrichting dezer trawlers was op de
Noordzeevisscherij berekend en hun bestaan
hing daarvan af. Omstreeks 1925 openbaar
den zich de eerste kenteekenen van een
afnemenden vischstand op de Noordzee.
Waarschuwingen,- inhoudende den eisch tot
het invoeren van verboden vischplaatsen,
en beperking der visscherij waren alleszins
op haar plaats. Maar deze eisch zou bij den
toestand, waarin zich de reederijen, betrok
ken bij de Noordzeevisscherij bevinden,
zonder mankeeren schipbreuk lijden. Want
het gevolg zou zijn, dat in totaal minstens
700 stoomtrawlers gedurende zekeren tijd uit
het bedrijf genomen zouden moeten wor
den, want de booten zijn voor het grootste
deel ongeschikt voor de visscherij bij IJs
land en in de Barendszee.
De buitendienststelling van zulk een groot
aantal stoomtrawlers zou natuurlijk be tee
kenen den totalen ondergang van tal van
middelgroote en kleine reederijen met een
daarmee gepaard gaande kapitaalvernieti
ging. Dit moet men niet uit het oog ver
liezen.
Uit dezen toestand werd de rest van zelf
geboren. Het ging om het „er op" of „er
onder" van de bij de Noördzeevisch betrok
ken reederijen. Van een schadeloosstelling
gesteld dat de reederijen er inderdaad voor
te vinden zouden zijn. was geen sprake, aan
gezien er geen instantie was. die zich om
dit vraagstuk bekommerde, integendeel, de
reederijen moesten zien hoe ze het zaakje
zelf klaarspeelden. Er bleef derhalve niet
anders over, dan de visscherij in de Noord-
zeer voort te zetten, zoolang voort te zetten
als de mogelijkheid bestond, dat men ten
minste nog de bedrijfsonkosten kon dekken
In de volgende jaren werd het patentnet
uitgevonden en dit deed de deur dicht.
De Duitsche trawlervloot trok zich steeds
meer en meer uit de Noordzeevisscherij terug
De reederijen benutten den kritieken tijd
om zich voor de toekomst op de IJsland
en Barendszee-visscherij te kunnen toeleg
gen. Dat dit niet in één slag mogelijk was,
ligt voor de hand. De reederijen hadden en
hebben nog een zwaren strijd te voeren, om
zich door het kritieke tijdperk te kunnen
worstelen. Het economische verval van
Duitschland in de laatste jaren maakte hun
strijd nog zwaarder.
In Engeland en Holland daarentegen heeft
men zich zoo lang mogelijk aan de Noordzee
visscherij probeeren vast te houden, maar
zelfs de Engelsche visschersvloot, die sedert
jaren her gewoon was, bepaalde gebieden
systematisch af te visschen, moest tenslotte
inzien, dat een bestaan voor de verdere toe
komst onmogelijk is. Reeds vele schepen zijn
in deze landen uitgeroest of voor andere
doeleinden verbouwd. In alle landen is ech
ter ondanks dat de interesse in de Noord
zee levend gebleven. Tenslotte gaat het hier
om een kwestie, die ook voor de toekomst
voor alle betrokken landen van groote waar-
is. Een stopzetten der visscherij op de
Noordzee gedurende eenige jaren, zooals de
gedwongen stopzetting tijdens den oorlog,
duidelijk bewezen heeft, zou den tot een
armzalig restje ineengeschrompelden visch
stand weer aanvullen.
De tijd van een overeenkomst met betrek
king tot dit vraagstuk Is heden gunstiger
dan ooit. De moeilijkheden, zooals die in
19251926 bestonden, bestaan thans nog
slechts in geringer mate, want behalve voor
de trawlharingvisscherij, biedt de Noordzee
geen enkele reederij uitzicht op èën bestaans
mogelijkheid. Te verliezen is er niets meer.
Het gaat er dus alleen nog maar om. het
verlorene terug te winnen. Het komt er
heden voor alles op aan, zooveel mogelijk
tot een zuiver inzicht te komen voor een
grondige samenwerking ter bestemming van
eikaars levensbelangen. In Duitschland
heeft het nooit aan goeden wil ontbroken.
De leider A-dolf Hitler heeft dit nog onlangs
in zijn rede tot uitdrukking gebracht.
AANVOER CELLULOSE.
Het Zweedsche stoomschop Embla is van
Söderhamn te Velsen aangekomen met een
gedeeltelijke lading cellulose voor de Papier
fabriek.
INVOER VAN DEENSCHE PALING.
Met het Deensche motorschip Falken is
alhier een lading paling ingevoerd, komende
van Kopenhagen en bestemd voor Spaarn-
dam.
VELSEN
VIADUCTBOUW TE BUITEN
HUIZEN VORDERT.
HET VERKEER VIJF DAGEN GESTREMD.
In den dijk van den nieuwen rijksweg Am
sterdamVelsen, juist naast de brug over Zij-
kanaal C te Buitenhuizen wordt een opening
uitgespaard voo hret onderdoor leiden van
den provicialen weg HaarlemWestzaan
Purmerend, die op den Oostelijken dijk van
het Zij kanaal ligt. De openin g zal door een
viaduct overbrugd worden, dat reeds in aan
bouw is. Ten behoeve van dezen viaductbouw
zal het verkeer ter plaatse op 4, 5, 6, 7 en 8
December gestremd zijn en omgeleid worden
worden door den Houtrakpolder.
SANTPOORT
UITSLAG VERLOTING „ONS GENOEGEN".
Bij de gehouden trekking der loterij van de
Tooneel-Ver. „Ons Genoegen" zijn op de vol
gende 26 nummers de prijzen gevallen.
Ie 448, 2e 26. 3e 491, 4e 467, 5e 306, 6e 200, 7e
23. 8e 321. 9e 189. 10e 17, 11e 423, 12e 51, 13e
408, 14e 286. 15e 554. 16e 284. 17e 463, 18e 363,
19e 375, 20e 251, 21e 313, 22e 476, 23e 164, 24e
186, 25e 201. 26e 154.
DRIEHUIS
BEZOEK VAN SINT-NICOLAAS.
Dinsdagmiddag bracht St. Nicolaas een be
zoek aan Driehuis. Hij arriveerde met zijn
knecht per trein aan de halte Driehuis-Wes-
terveld, waar - een groote schare stond te
wachten. De muziek zette een marsch in en
gezeten in een met twee paarden bespannen
rijtuig, ging het naar de R.-K. scholen, waar
ruim 400 leerlingen waren opgesteld. De kin
deren zongen St. Nicolaas toe en deze strooi
de natuurlijk pepernooten. Vervolgens ging
het door alle straten van Driehuis en hon
derden kinderen genoten van dezen intocht.
Tenslotte kwamen de Sint en Piet op het bal-
con van den heer Mentink, waar de Sint be
dankte voor de schitterende ontvangst.
BURGERLIJKE STAND
VELSEN.
Geboorten: W. G, Davidson—van Vuuren
d., de Lethstraat 17, Velsen; M. Uiterwij'k
Winkel—Prins, d., Casemjbrootstraat 28,
IJmuiden O., H. Spanjaard—Lendemeijer z.,
Overbildtweg 31, Santpoort: J. van Breugel
Bootsma d., Pr. Hendrikstraat 19 rood,
IJmuiden: S. C. BleekerLeistra d., Dirk
Hartogstraat 14, IJmuiden (O.), K. J. van der
Zwet-Slotemaker-Blom z., Elzenstraat IS,
IJmuiden (O.), W. EierH-oornstra z„ Am
sterdam; M. van LeeuwenSchouten z„ Va-
reniusstraat 8, IJmuiden; A. M. Joustra
Bonekamp d„ Kanaalstraat 54, IJmuiden; L.
den Dikken—Mij zen z„ Tuindersstraat ift?,
IJmuiden (O.),
Overleden: Anna Francina W. Wettig, 83
jongehuwd, Beverwijk; Gerritje Verdikt 4
m., dochter van A. Verdikt, Achter Stations
weg 43, IJmuiden (O.), Jacobus Maria Smit 1
dag, Heemskerk.
HAARLEM.28 November.
Bevallen 24 November: C. M. Blomvan
Heumen, z.; 25 November: A. van Steen—
Franken, z.; V. Driessenvan Hooidonk, d.;
E. Busscher-Hilbrants, z. 26 Nov. J. Schoone-
v. Zelfs, z.; J. M. v. d. Aar—v. d. Berg, d; R.
NoppenStouthart, d.; M. P. E. Köhnke
v. Eerde, z.; 27 November: C. A. M. Pörtzgen—
Belt, z.; M. T. Launsbach—Terwiel, d.;
Overleden 24 November: C. C. Kamstra—
Draak. 44 j.. Johan de Wittlaan; 25 November
M. A. Chaoot—Remmé, 79 j., Zomerstraat;
H. Kits van Heijningen, 88 j., Iordenstraat;
H. J. Groenendaal, 13 j., Hazepaterslaan: M.
J. Koelemij. 75 j., Lorentzkade; 26 November:
J. Zuijderduijn, 80 j., Ripperdapark; J. Man-
demaker, 68 j., Turfmarkt; 27 November: A.
L. Velthuijsen, 76 j., Coltermanstraat,
Het feest der Catharinettes, de meisjes boven
de 25 jaardie nog alleen blevenis dezer dagen
volgens oud gebruik te Parijs gevierd. De
koningin van dezen dag moet halsbrekende
toeren verrichten om het beeld van de Heilige
Katharina met bloemen te kunnen versieren.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-Rechtbank te
Haarlem zijn de navolgende faillissementen
op 28 November uitgesproken:
1. A. J. Stevens Johzn., koopman in hui
zen, dranken, kaas, etc., wonende te Edam,
Voorhaven 128.
Curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis,
alhier.
2. P. J. C. Klok, gehuwd met J. Haar, café-
houdster. wonende te Haarlem, Ged. Oude
Gracht 36.
Curator Mr. H. E. Prinsen Geerlings, alhier.
3. J. Nijssen, vrachtrijder wonende Rijks
straatweg 399, Haarlem.
Curator Mr. H. O. Drilsma, Haarlem.
4. H. J. Bakker, caféhouder, wonende tè
Vogelenzang, café Floris, Bekslaan.
Curator Mr. L. J. Venhuizen te Heemstede.
Rechter-Commissaris is Mr. Th. F. Raedt.
Opgeheven is het faillissement van:
J. Tyms, wonende te IJmuiden.
Curator Mr. A. W. Hellema, IJmuiden.
Geëindigd zijn de navolgende faillissemten
door het verbindend worden der uitdeelings-
lijst van:
1. A. de Melker, wonende te Haarlem, Zijl
straat 93r.
Curator Mr. A. Klein, alhier.
2. Nu wijlen G. W. Ferment (Rijwielfa-
briek Efta) wonende te Haarlem.
Curator Mr. F. J. D. Theijse, alhier.
Vernietigd bij arrest Gerechtshof Amster
dam dd 14-11:-'33 het faillissement van:
Tj. van der Zee, garagehouder wonende te
Haarlem, Leidschevaart 342 r.
Curator Mr. M. van Toulon van der Koog,
alhier.