UIT HET BUITENLAND HET BRANDPROCES TE LEIPZIG. Mailschip Indrapoera door brand geteisterd partij heeft ook veel te voorzichtig gewerkt, om dergelijke dingen langs dien weg vooraf bekend te maken, want dan zou een derge lijke actie tot mislukken veroordeeld ge weest zijn. De zitting wordlt vervolgens tot Vrijdag verdaagd. De Brifsche luchtmacht. Lord Londerry wenscht haar uit te breiden. Hij hoopt voorts op een regeling met de Vereenigde Staten, Rusland en Japan. HET BELANGRIJKSTE NIEUWS ENGELAND. De Engelsche minister van Luchtvaart, Lord Londonderry, verklaarde in het Hooger- huis dat de regeering besloten is, voort te gaan op den weg van de bevordering der ont wapening in de lucht. Hij voegde echter met nadruk aan toe, dat de regeering „de huidige inferioriteit der Engelsche luchtmacht" niet langer kon dulden. De minister legde deze verklaring af naar aanleiding van een vraag van Suther land, die inlichtingen verzocht over de sterk te der luchtmacht in vergelijking met die der andere Europeesche mogendheden. London derry zeide, dat het feit, dat de Engelsche regeering steeds gestreefd had naar lucht- ontwapening, voldoende bewees, dat zij het probleem van vitale waarde achtte. De wed loop der bewapening is een politiek, die ten koste van alles moet worden vermeden en te Genève heeft de Engelsche regeering alle moeite gedaan om het in die richting te drijven. Het is zoo zeide hij wellicht waar, dat de ontwapeningsconferentie haar taak had aangevat met een idealisme, dat in de tegen woordige wereldomstandigheden onvervul baar is. Maar dat verdient geen afkeuring en het zou een ramp van de eerste grootte zijn, wanneer geen overeenstemming zou worden bereikt over een definitieve beperking dei- bewapening tot een sterkte, die voldoende is voor defensieve doeleinden en die den mach tigen aanvaller de noodige middelen ont zegt. Na den oorlog was Engeland de eerste luchtmogendheid ter wex-eld. Na den wapen stilstand werd het grootste deel van de lucht vloot afgedankt, zoodat Engeland op het oogenblik op de vijfde plaats komt. Niet alle landen hebben de sterkte van hun lucht macht gepubliceerd, maar cijfers over Enge land en Frankrijk staan ter beschikking. En geland bezit ongeveer 850 vliegtuigen, Frank rijk 1650. Volgens beschikbare informaties is het cijfer voor Sovjet-Rusland tusschen 1400 en 1500, voor de Vereenigde Staten tusschen 1000 en 1100, evenals voor Italië. Het is duide lijk, dat het Engelsche voorbeeld helaas niet tot navolging heeft uitgelokt, zei spreker. Deze weg kan niet langer worden gevolgd en de Engelsche regeering moet, zij het ook met tegenzin, een einde maken aan de poli tiek van eenzijdige ontwapening, die bij den tegenwoordigen ongelulckigen stand van za ken klaarblijkelijk niet alleen nutteloos is, maar zelfs gevaarlijk, aldus de minister. Dat wil niet zeggen, dat de regeering thans een volkomen andere politiek zal voeren, want in herhaalde verklaringen te Genève heeft zij gezegd, dat zij de noodzakelijkheid inziet van een standaard voor de luchtbewa- pening. Na nog gesproken te hebben over de pro gramma's betreffende vergrooting van lucht strijdkrachten in de Vereenigde Staten, Ja pan en Rusland zeide Lord Londonderry, dat men moet hopen, dat het mogelijk zal zijn, voor de voornaamste luchtmogendheden een regeling te treffen, die noch een bedreiging voor den wereldvrede vormt, noch een on dragelijke financieele last beteekent. Enge land en het Britsche Rijk in zijn geheel moe ten in de lucht beveiligd worden, maar een wedloop in luchtbewapening moet tot iederen prijs worden vermeden. De aandacht van de regeering, zei Londonderry is op het oogen blik gevestigd op 't doen van geschikte stap pen om deze politiek te verwerkeliiken. Crisisgeruchten tegen gesproken. De Spaansche minister-president demen teert de geruchten over de regeeringscrisis en verklaart dat alleen de minister van Justitie uit het Kabinet zal treden zonder door een ander vervangen te worden. Ove rigens zal het Kabinet zich in ongewijzig- den vorm op 8 December a.s. aan de nieuwe Kamer voorstellen. In een te Madrid gehouden vergadering hebben de socialistische oud-ministers Prieto en Largo Caballero een oproep ge daan tot alle marxisten, ook tot de com munisten om 'n eenheidsfront der arbeiders voor den revolutionairen strijd te vormen, indien de rechterzijde of Lerroux aan het bewind zouden komen. nc. Scherpe woorden tegen Duitschland in de Kamer. Bij de debatten over de buitenlandsche politiek in de Belgische Kamer verklaarde de socialist Vandervelde, dat Duitschland weer aan het bewapenen is. België moet zich daarom wenden tot den Volkenbond en het Internationale Hof, zelfs wanneer het dezen stap alleen moet doen. Het Verdrag van Versailles voorziet bovendien in finan cieele en economische maatregelen tegen Duitschland in een dergelijk geval. Vander velde drong aan op verdedigingsmaatrege len. De katholieke Waal Singot betoogde even eens, dat Duitschland herbewapent, maar hij acht het niet doelmatig, dat België al leen protesteert. Het zou veel beter zijn, wanneer een gemeenschappelijk front der andere mogendheden tegen Duitschland zou worden gevormd. In ieder geval moet België een energieke houding aannemen. De nationalistische Vlaming Borginan betoogde, dat de redevoeringen wel, wat hef tig waren en dat zij in het land een paniek stemming zouden kunnen veroorzaken. Hij oefende critiek uit op de regeering wegens haar eenzijdige politiek, die hij louter tegen Duitschland gericht noemde. De liberale afgevaardigde Jasper verklaar de, dat België zijn politiek tegen de re- geering-HItler moet wijzigen en dat de in de verdragen genoemde sancties moeten worden toegepast. Heller en Brosig nog aan het woord. Op vragen van een van de rechters ver klaarde getuige Brosig in het Rijksdagproces dat in het algemeen er van gesproken werd, dat de voorgenomen communistische opstand in het gedemilitariseerde Rijngebied zou be ginnen. Vervolgens stelt Dimitrof weer enkele vra gen, die door den voorzitter niet toegelaten worden. Dan zegt Dimitrof, dat. hij het belachelijk vindt, dat communisten S.A.-lieden zouden hebben willen vergiftigen. Getuige antwoordt hierop, dat het gif op 28 Februari 1933 in beslag werd genomen. Het was door een communistisch galvanisa- teur uit zijn bedrijf gestolen. Deze man was vroeger districtsleider van den Spartakus- bond. Op hem werden lidmaatschapsbewijzen van den K.P.D., R.F.B., Roode Hulp en an deren gevonden. De stukken bevinden zich bij het Rijksgerecht. De voorzitter zal deze aan den Senaat laten geven, Torgler: De getuige heeft gisteren over een spoorwegconferentie op 15 Januari te Dussel- dorf gesproken. Ik weet slechts van deze con ferentie, dat het een beslist legale vakver- eenigingsvergadering was. Wij hebben daar om ook indertijd onmiddellijk bij den Prui- sischen Minister van Binnenlandsche Zaken geprotesteerd tegen de ontbinding dezer bij eenkomst door de politie. Getuige Brosig: Voor ons was het een ille gale vergadering, want wij hebben indertijd materiaal in beslag genomen, waarin gezegd werdWie het spoorwegpersoneel heeft, heeft de hand aan de kool. Dimitrof wenscht dan nadere bijzonder heden omtrent de gifmoordvoorbereidingen te Dusseldorf te vernemen. Hij noemt het idee „absoluut idioot". Getuige Brosig: Wij hadden het bericht ge kregen, "dat twee personen gearresteerd waren die over groote hoeveelheden vergif beschik ten. Ik heb toen gelast, deze beide menschen in vrijheid te stellen. Het is door vijf of zes handen gegaan, tot wij erin slaagden het in beslag te nemen, Dimitrof gelooft, dat het vergif ook voor andere doeleinden heeft kunnen dienen. Getuige Brosig: Het vergif was geheel van een soort om door de bezitters ervan be stemd te zijn om menschen om te brengen. Dimitrof richt tot dé verschillende be ambten van de recherche weer een groot aan tal vragen, die van de hand gewezen worden. Toegelaten wordt slechts de vraag welke motieven er waren voor de arrestatie na den brand. Kriminalrat Heller antwoordt, dat volgens zijn jarenlange ervaring de communisten de schuld hebbenhier interrumpeert Di mitrof, die echter door den president wordt terechtgewezen. Heller voortgaande zegt, dat het doel der arrestaties van communistische partijleiders was de massa's van hun leiders te berooven en gewelddadig optreden te voorkomen. De andere beambten leggen gelijkluidende ver klaringen af. Dimitrof is met die verklaringen niet te vreden, waarop de president met energie zegt, dat men een communistischen gewa- penden opstand vreesde en dat dit een vol doende verklaring is voor de arrestaties. Bij het begin van de middagzitting van het Rijksdagbrandproces veroorzaakt Dimiifof weer een incident. Hij gaat niet accoord met de verklaringen van Kriminalrat Heller en verzoekt een nieuwe getuige te dagvaarden Als de procureur-generaal zich hiertegen verzet, antwoordt Dimitrof: U is zeker bang voor mijn vraag. De procureur-generaal: Ik verzoek de ver onderstelling, dat ik uit angst verwerping van het verzoek verlang, van de hand te wijzen. Het gaat slechts om zakelijke over wegingen. De president noemt Dimitrorf's optreden een grove onbehoorlijkheid. Diens verzoek wordt door den senaat van de hand gewezen. Brosig verschijnt dan opnieuw voor het hof en zegt, dat hij een meaedeeling heeft te doen. die misschien belangrijk is voor het proces. Op 25 en 26 Februari j.l. heeft een conferentie plaats gehad van den strijdbond tegen het fascisme, waaraan ca. duizend lei ders hebben deelgenomen. De leider van den bond, Oskar Müller, moet daarbij het vol gende hebben gezegd: „Wij zullen den dag, waarop wij erop los zullen slaan niet door anderen laten bepalen. Wij zullen hem zelf bepalen. Op den dag, dat wij erop los slaan zullen er paleizen branden." Tijdens de rede van Müller zou een koerier zijn verschenen. Müller moet daarop hebben verklaard, dat hij zeer belangrijke berichten had ontvangen, alsmede de opdracht direct naar Berlijn terug te keeren. Müller bevindt zich thans in hechtenis. De president zal overwegen Müller als ge tuige te verhooren. Loesche, rechter van instructie bij het rijksgerechtshof, doet mededeelingen over zijn ervaringen bij de talrijke instructies, die hij heeft, geleid, betreffende de voorbereiding van een gewapenden communistischen op stand. Dr. Seuffert, die als plaatsvervanger van Torgler's advocaat optreedt, vraagt, of bij de vele hoogverraadsprocessen Torgler als ver dachte of getuige is genoemd. Loesche. Ik zou diens naam hebben ge noemd, indien hij was voorgekomen bij de gevallen, die ik hier heb behandeld. De naam is mij uit andere werkzaamheden goed be kend. Ik heb eenigen tijd geleden een vlug schrift in beslag laten nemen, dat hoogver raad ten doel had en dat den naam van Torgler droeg. De procureur-generaal: Ik kan hetzelfde zeggen, want ik heb nog veel meer vlug schriften in beslag genomen. Dimitrof wenscht een duidelijke verklaring, of de brand in den Rijksdag, volgens de op vatting van getuige, het begin moest zijn van een gewapenden opstand. Getuige: In mijn voor-onderzoek is daar DRIE ERNSTIGE MIJN ONGELUKKEN IN HET BUITENLAND. 18 MIJNWERKERS TE AKEN MET MOEITE GERED. AKEN, 29 Nov. (V.D.) Hedenmorgen vond in een gang van de mijn Carolus Magnus te Palenberg een instorting plaats, waardoor vier mijnwerkers werden ingesloten. Men staat door klopteekens met hen in verbinding en ge looft, dat niemand gewond is. Men hoopt hen in den loop van den middag te kunnen bevrij den. Nader werd gemeld: De 18 mijnwerkers, die waren ingesloten in de mijn „Carolus Magnus" zijn hedenavond tegen 9 uur ongedeerd naar boven gebracht. AKEN, 29 Nov. (V.D.) Inzake de redding van de 18 mijnwerkers van de mijn „Carolus Magnus" wordt nog het volgende bekend: Het ongeluk gebeurde heden enkele minuten voor achten in een der grootste af deelingen van de mijn, waar een zeventigtal mijnwer kers aan het werk zijn. De breuk kondigde zich aan door geruisch in het gebergte en de mijnwerkers, die juist op hun plaatsen waren gearriveerd vluchtten naar twee kanten. Het grootste aantal hunner slaagde er in zich in veiligheid te brengen; achttien man echter liepen een zijgang in en hadden juist het vaststaande gebergte bereikt, toen de breuk met groot geweld geschiedde. Het reddingswerk werd van verschillende kanten tegelijk aangepakt. Tegen 21 uur slaagde men er eindelijk in de mijnwerkers weer naar het daglicht te brengen. Mijnwerkers in Zuid-Afrika ingesloten. KAAPSTAD, 29 Nov. (V.D.) Ten gevolge van een hevige aardbeving en een wolkbreuk zijn hedenmiddag in de Robinsonmijn ver scheidene inlandsche mijnwerkers afgesloten. Het aantal verongelukten staat nog niet vast. Vijf dooden bij een mijnramp in Roemenië. BOEDAPEST, 29 Nov. (V.D.) Uit Resica wordt gemeld, dat in een mijn op vijf kilo meter afstand van deze stad een mijngang is ingestort, waarbij twaalf arbeiders bedolven werden. Vijf hunner werden gedood, terwijl de i overige zeven ernstig gewond werden. Vuurzee in de Rotterdamsche haven. welkom, in het bijzonder tot de bezoekers, die nog niet in drankbestrijdersvereenigingen werken. Na de opening droeg mevr. C. Kroon eenige gedichten voor en kreeg de heer J. Baay ge legenheid tot zijn humoristische voordrachten, waarmede hij veel succes had. Nu en dan da verde de zaal van den lach. Onze oud-plaatsgenoot, de heer C. J. Ver meulen kreeg daarna het woord. Spreker her innerde er aan, hoe hij met een paar mede strijders nu ruim 12 12 jaar geleden trachtte hier een loge der I.O.G.T. op te richten. Spoe dig slaagde men hierin. Den 29en Mei 1921 werd de Loge door wijlen prof. van Rees ge sticht. En thans, na 12 1/2 jaar is er een krach tige Loge, die veel werk verricht. Gelukwen- schen werden uitgebracht door den heer Mijns namens het Centraal Drankweer Comi té, door mevr. Tismeer namens de N. Chr. G. O. V. alsmede door organisaties buiten de ge meente gevestigd. In de pauze werd thee en koek gepresenteerd en werden eenige lekkernijen enz. verloot. Na de pauze volgen wederom voordrachten en na een gezamenlijk gezongen lied werd de goed geslaagde avond door de presidente ge sloten. Brandweer voorkomt verlies van het schip. De interieurs echter zwaar gehavend. Geen persoonlijke ongelukken. Schade van eenige tonnen. Woensdgmiddag omstreeks kwart over 5 is een groote brand uitgebroken aan boord van het motorschip Indrapoera van de N.V. Rotterdamsche Lloyd, welk schip gelegen is voor de Lloydkade nabij, de terreinen van den Rotterdamschen Lloyd te Rotterdam. De brand liet zich zeer ernstig aanzien. De vlammen waresn ver in de stad en in den om trek, alsmede over een groot gedeelte van de rivier te zien. Al het beschiakbare materiaal van den brandweer, zoowel te land als te wa ter werd naar het brandende schip gediri geerd. De Indrapoera is in 1925 gebouwd en heeft een inhoud van 10.678 ton bruto. De brand is uitgebroken op het voorschip. De vlammen sloegen zeer snel uit en ver spreidden zich zeer spoedig over het schip. Het blusschingswerk werd met kracht ter hand genomen. De directie van de Rotter damsche Lloyd was bij de blussching aanwe zig. Omstreeks half 7 in den avond had men den indruk, dat men het vuur meester was, omdat op dat oogenblik geen vlammen meer uitsloegen. Lading bijna gelost. De Inrapoera is Dinslagochtend j.l. uit In- dië aangekomen de lading was geheel of al thans grootendeels gelost. Elf spuiten aanwezig. Onmiddellijk toen bekend werd, dat de Indrapoera in brand stond werd groot alarm gemaakt, waarop de Rotterdamsche brand weer met vijf motorspuiten en zes drijvende spuiten naar het terrein van den brand ver trok. Het prachtige mailschip, dat bij loods „Hol land" aan de Lloydkade gemeerd lag voor los sing en heden leeg had zullen komen, brandde als een fakkel. Hoog laaiden de vlammen op tegen den donkeren avondhemel. Op voorschip ontstaan? Het vuur is waarschijnlijk ontstaan op het voorste gedeelte van het promenadedek. Met inspanning van alle krachten wisten men den brand in te sluiten en verdere uitbrei ding te voorkomen. Het promenadedek (voorste gedeelte), de socialhall, de commandobrug, de verblijven van den kapitein alsmede die der eerste offi cieren zijn totaal uitgebrand. In stroomen liep het bluschwater langs de dekken en waar de brand zijn vernielend werk niet deed, richtte het water enorme schade aan. Om 7 uur den brand meester. Met 25 stralen van de motorspuiten en veel bluschwater van de drijvende spuit „Hol land V" werd het vuur bestreden. Om 7 uur 's avonds was men de vuurzee vrijwel mees ter. oZoals wij reeds mededeelden, was het schip bijna geheel gelost, alleen enkele stuk goederen waren nog in de ruimen aanwezig. De oorzaak van den brand kon uiteraard nog niet met zekerheid worden vastgesteld. De mogelijkheid is niet uitgesloten te achten, dat het vuur in de machinekamer is ontstaan. Geen ongelukken Een drietal wagens van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst dat op het terrein van den brand aanwezig was, behoefde tot dusver geen dienst te verleenen. Persoonlijke ongevallen kwamen niet voor. Directielid hoofdman der brandweer Omtrent den brand op de „Indrapoera" wordt ons nog het volgende medegedeeld: Woensdagavond om 5 uur was het perso neel van de Indrapoera weggegaan en eenige minuten later werd de brand ontdekt. Direct begon men met eigen leiding van de terreinen en van het schip den brand te blusschen. Met zes stralen werd aanvankelijk den brand aan getast, doch in den beginne met weinig re sultaat. De Rotterdamsche brandweer was echter spoedig ter plaatse en onder leiding van hoofdman Th. Ruys, lid van de firma W. Ruys en &o. en van de directie van de Rot' werden gereed gehouden om de Indrapoera. eventueel van den wal te sleepen. Wegsleepen niet noodig. Een houten loods, vol met brandbaar ma teriaal en goederen, liep door de vlammen van het schip groot gevaar, doch gelukkig was de wind gunstig. Het schip behoefde dan ook niet te worden weggesleept. De brand is naar alle waarschijnlijkheid ontstaan in de social-hall, vandaar ging het vuur naar het promenadedek en toen naar het trappenhuis. Via het trappenhuis moet de brand zich verder uitgebreid hebben naar het brugdek, waar de hutten van de officie ren, kapitein, voorts de kaartenkamer, de commandobrug gelegen zijn. Het vuur ging door het trappenhuis ook naar het lagere dek, waar zich de eerste klas hutten bevin den. De brandweer slaagde er echter in den brand hier te stuiten Schade eenige tonnen. De schade valt op het oogenblik nog niet te ramen, daar ook nog een onderzoek wordt ingesteld in hoeverre de wanden van schip door de vuurzee geleden hebben. Vermoedelijk zal de schade echter eenige tonnen bedragen. Het schip zou toch dokken. Met lossen van het schip was men nog niet geheel gereed. Het schip zou daarna naar het dok van Wilton worden gesleept om daar te dokken voor de verbouwing van het voor schip. Hierdoor zou de Indrapoera gedurende eenige reizen niet beschikbaar zijn en daar bij vervangen worden door het s.s. Slamat. Daar het schip dus toch uit de vaart zon zijn genomen heeft een en ander geen wijzi ging in den dienst van den Rotterdamschen Lloyd ten gevolgp Op het promenadedek was wegens het a.s. dokken een groote voorraad linnengoed, bed dengoed, rieten stoelen bijeengezet, welke goederen natuurlijk een gretige prooi dei- vlammen werden. De belangstelling van de zijde van het pu bliek was natuurlijk zeer groot. Velen waren naar den rivierkant getrokken om het spook achtige schouwspel gade te slaan. Ook de burgemeester van Rotterdam heeft geruimen tijd het blusschingswerk gadegeslagen. De brand is ontdekt door arbeiders, die in de haven met lossing bezig waren en kantoor personeel van de Lloyd en ook door de eigen arbeiders, die juist het schip aan het verla ten waren. Men heeft onmiddellijk de branddeuren gesloten en de luiken dicht geworpen, het geen het schip wellicht gespaard heeft voor algeheele vernietiging. De brand kon tot een gedeelte van het schip beperkt worden. Het restante lading was zeer brandbaar. Ook was er nog 100 ton stookolie in het schip. Doordat op den Westzeedijk een sleepers wagen door de assen zakte en daar ook de straat was opgebroken, was het terrein van den brand moeilijk te bereiken. Sommige mo torspuiten moesten zelfs omrijden. Tijdens den brand heeft het schip eenige slagzij gekregen, naar den wal toe. Gebleken is echter, dat de huid van het schip niet geleden heeft. Vuur bereikte stookolie niet. Tot begrip van de inrichting van het schip zij gezegd, dat na het voorschip en de „kuil' een verhooging komt, waar boven elkaar zich het A-dek met de eerste klasse hutten, „het promenadedek en de social-hall zich bevim den, waar achter de kaartenkamer en de hutten van de officieren. Men wist de brand bij de eerste klasse hut ten te stuiten, hetgeen gelukkig was. daar anders de ruimte met de stookolie gevaar zou hebben geloopen. Door kortsluiting zijn de lichten uitgegaan doch automatisch trad daarbij de reserve verlichting in werking. De social-hall was een mooi gebeeldhouwde en betimmerde ruimte, die geheel verwoest is Na het uitbreken van den brand zijn vijf harde knallen gehoord, vermoedelijk veroor zaakt door exnlosie van patronen in de hut ten van de officieren. P. C. Hooft een jaar geleden. Wij herinneren er aan, dat de brand op de P. C. Hooft ongeveer precies een jaar geleden uitbrak n.l. 14 November. 1932. terdamsche Lloyd werden groote hoeveelhe- van geen sprake geweest. De communistische den water op de vuurzee gestort. Sleepbooten VOETBAL. Schotland—Oostenrijk (2—2) Een Oostenrijksche back werkt den bal in eigen doel. Uit Glasgow; Voor 50.000 toeschouwers speelden Woensdagmiddag in Hampton-Park onder leiding van den Belgischen scheidsrech ter Lagenus, Schotland en Oostenrijk tegen elkaar, welke ontmoeting na spannenden strijd in een gelijk spel, 22, eindigde. De Oostenrijksche ploeg kwam als volgt op het veld: Doel: Platzer (Floridsdorfer A. C.) Achter: Janda (W.A.C.) en Seszta (W.A.C.). Midden: Wagner (Rapid), Smistik (Rapid), Nausch (Austria), Voor: Zischek (Wacker), Bican (Rapid) Sinde- lar (Austria), Schall (Admira) en Viertel Austria). Schotland had geen wijziging in de ploeg meer aangebracht en kwam dus als volgt uit: Doel: Kennaway (Celtic), Achter: Anderson (Hearts) en Mc Conagle (Celtic), Midden; Meiklejohn (Rangerd), Watson (Blackpool) en Brown (Rangers), Voor: Ogilvie (Motherwell), Bruce (Middles- bourough), Mac Fadyen (Motehrwell), Mac Phail (Rangers) en Duncan (Derby County) In de eerste helft waren de Schotten in den aanval; reeds na vijf minuten namen zij de leiding. Janda zag tegen zich een vrijen schop nemen, die door Meiklejohn genomen werd. Seszta wilde den bal stoppen, doch het leder had blijkbaar zooveel effect, dat de Oosten rijksche back den bal in eigen doel werkte (10). De Schotten blijven sterker, vooral hun middenlinie zit er prachtig op, waarbij het kopwekr opvalt. Eerst na twintig minuten konden de Oostenrijkers zich loswerken; kort achter elkaar namen zij twee hoekschoppen, welke echter niets opleverden. Vijf minuten voor de pauze komt de gelijkmaker. Bican geft een voorzet naar links, waar Sindelar den bal voor Zischek vrijspeelt. Deze schiet in vollen rush op doel met een magnifiek schot, dat doel (1—1). De resteerende minuten blijft Oostenrijk sterker, doch vele schoten worden door den Schotschen doelman Kennaway keurig ge stopt. In de tweede helft gaat het initiatief aan vankelijk van Oostenrijk uit, doch de eerste aanval van Schotland levert reeds een doel punt op. Een voorzet van Duncan wordt door Ogilvie met het hoofd ingeschoten. De bal komt tegen de lat; de terugspringende bal kan door Fadyen gemakkelijk worden bemach tigd en onder luid gejuich der tienduizenden wordt de stand 21. Schotland blijft sterker; er ontstaan eenige zeer benauwde oogenblikken voor het doel van Platzer, doch tot scoren komen de Schotten niet meer. Een prachtaanval van de Oosten rijkers volgt. Sindelar gaf mooi door aan Bi can, die op doel stormt. Kennaway verwacht klaarblijkelijk een schot, doch tactisch plaatst Bican vlak voor doel naar den vrijstaanden Schall, die onhoudbaar inschiet (22). Het spel is daarna meer verdeeld; Janda wordt gewond, doch spoedig verschijnt hij weer in het veld. Eenige vrije schoppen moe ten door scheidsrechter Langenus worden uit gedeeld. Drie minuten voor het eind schiet Meiklejohn nog eens van 16 Meter afstand hard in, doch het schot scheert de lat. De stand blijft 22, waarmede beide partijen wel tevreden zullen zijn. Het Nederlandsch Elftal tegen Oostenrijk. ADAM EN WEBER NIET VAN DE PARTIJ. Het Nederlandsche elftal voor den interland wedstrijd tegen Oostenrijk op Zondag 10 De cember a.s. te Amsterdam, is door de Keuze commissie van den Kon. Ned. Voetbalbond als volgt samengesteld; Doel: Van der Meulen (H.F.C.) aanvoerder. Achter: Van Diepenbeek (Ajax) en Van Run (P.S.V.) Midden; Pellikaan (Longa), Andriesen (Ajax) en Van Heel (Feyenoord). Voor; Wels (Unitas), Vente (Neptunus), La- gendaal (Xerxes), Schoemaker (Quick) en Mulders (Ajax). Reserves: Van Male (Feyenoord), Lelyveld (V.U.C.), Graafland (H.B.S.), Breitner (A.D.O.) en Slot (D.W.S.). Weber (A.D.O.) en Adam (H.V.V.) waren op medisch advies niet voor dezen wedstrijd be schikbaar. DIE MOETEN NIET VOET. BALLEN! IJMUIDEN 12 12 JAAR IN VEILIGE HAVEN I.O.G.T. Woensdagavond werd in het gebouw der I.O.O.F. het 12 12-jarig bestaan van de Loge in Veilige haven der I. O. van Goede Tempe lieren feestelijk herdacht. De zaal was meer dan vol. De presidente, mevr. Konkelaar—Blok opende de bijeenkomst met een woord van INCIDENTEN BIJ EEN OLITIE- VOETBALWEDSTRIJD. Uit Amersfoort wordt aan de N.R.Ct. ge meld: Bij een voetbalwedstrend voor de compe titie van den Ned. Politiesportbond, welke Dinsdagmiddag te Amersfoort is gespeeld tus schen een elftal van de politie aldaar en een politie-elftal uit Utrecht, veroorzaakten een speler en de aanvoerder van de Uwechtsche ploeg ernstig incidenten. De speler K- werd wegens verregaand wangedrag ui htet veld gezonden, doch de aanvoerder gelastte hem te blijven, Na tien minuten en door tusschen- komst van den commissaris van politie uit Amersfoort, voldeed de speler K. pas aan het bevel van den scheidsrechter. K. en de aanvoerder waren ook de spelers die het vorig jaar bij een beslissingswedstrijd te Gouda tusschen Roterdam en Utrecht zoo danig incidenten veroorzaakten, dat de wed strijd gestaakt moest worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 3