UIT HET BUITENLAND
HET BRANDPROCES
TE LEIPZIG.
Mailschip Indrapoera door brand geteisterd
partij heeft ook veel te voorzichtig gewerkt,
om dergelijke dingen langs dien weg vooraf
bekend te maken, want dan zou een derge
lijke actie tot mislukken veroordeeld ge
weest zijn.
De zitting wordlt vervolgens tot Vrijdag
verdaagd.
De Brifsche luchtmacht. Lord Londerry wenscht
haar uit te breiden. Hij hoopt voorts op een
regeling met de Vereenigde Staten, Rusland en Japan.
HET BELANGRIJKSTE NIEUWS
ENGELAND.
De Engelsche minister van Luchtvaart,
Lord Londonderry, verklaarde in het Hooger-
huis dat de regeering besloten is, voort te
gaan op den weg van de bevordering der ont
wapening in de lucht. Hij voegde echter met
nadruk aan toe, dat de regeering „de huidige
inferioriteit der Engelsche luchtmacht" niet
langer kon dulden.
De minister legde deze verklaring af
naar aanleiding van een vraag van Suther
land, die inlichtingen verzocht over de sterk
te der luchtmacht in vergelijking met die der
andere Europeesche mogendheden. London
derry zeide, dat het feit, dat de Engelsche
regeering steeds gestreefd had naar lucht-
ontwapening, voldoende bewees, dat zij het
probleem van vitale waarde achtte. De wed
loop der bewapening is een politiek, die ten
koste van alles moet worden vermeden en te
Genève heeft de Engelsche regeering alle
moeite gedaan om het in die richting te
drijven. Het is zoo zeide hij wellicht waar, dat
de ontwapeningsconferentie haar taak had
aangevat met een idealisme, dat in de tegen
woordige wereldomstandigheden onvervul
baar is. Maar dat verdient geen afkeuring en
het zou een ramp van de eerste grootte zijn,
wanneer geen overeenstemming zou worden
bereikt over een definitieve beperking dei-
bewapening tot een sterkte, die voldoende is
voor defensieve doeleinden en die den mach
tigen aanvaller de noodige middelen ont
zegt. Na den oorlog was Engeland de eerste
luchtmogendheid ter wex-eld. Na den wapen
stilstand werd het grootste deel van de lucht
vloot afgedankt, zoodat Engeland op het
oogenblik op de vijfde plaats komt. Niet alle
landen hebben de sterkte van hun lucht
macht gepubliceerd, maar cijfers over Enge
land en Frankrijk staan ter beschikking. En
geland bezit ongeveer 850 vliegtuigen, Frank
rijk 1650. Volgens beschikbare informaties is
het cijfer voor Sovjet-Rusland tusschen 1400
en 1500, voor de Vereenigde Staten tusschen
1000 en 1100, evenals voor Italië. Het is duide
lijk, dat het Engelsche voorbeeld helaas niet
tot navolging heeft uitgelokt, zei spreker.
Deze weg kan niet langer worden gevolgd
en de Engelsche regeering moet, zij het ook
met tegenzin, een einde maken aan de poli
tiek van eenzijdige ontwapening, die bij den
tegenwoordigen ongelulckigen stand van za
ken klaarblijkelijk niet alleen nutteloos is,
maar zelfs gevaarlijk, aldus de minister.
Dat wil niet zeggen, dat de regeering thans
een volkomen andere politiek zal voeren,
want in herhaalde verklaringen te Genève
heeft zij gezegd, dat zij de noodzakelijkheid
inziet van een standaard voor de luchtbewa-
pening.
Na nog gesproken te hebben over de pro
gramma's betreffende vergrooting van lucht
strijdkrachten in de Vereenigde Staten, Ja
pan en Rusland zeide Lord Londonderry, dat
men moet hopen, dat het mogelijk zal zijn,
voor de voornaamste luchtmogendheden een
regeling te treffen, die noch een bedreiging
voor den wereldvrede vormt, noch een on
dragelijke financieele last beteekent. Enge
land en het Britsche Rijk in zijn geheel moe
ten in de lucht beveiligd worden, maar een
wedloop in luchtbewapening moet tot iederen
prijs worden vermeden. De aandacht van de
regeering, zei Londonderry is op het oogen
blik gevestigd op 't doen van geschikte stap
pen om deze politiek te verwerkeliiken.
Crisisgeruchten tegen
gesproken.
De Spaansche minister-president demen
teert de geruchten over de regeeringscrisis
en verklaart dat alleen de minister van
Justitie uit het Kabinet zal treden zonder
door een ander vervangen te worden. Ove
rigens zal het Kabinet zich in ongewijzig-
den vorm op 8 December a.s. aan de nieuwe
Kamer voorstellen.
In een te Madrid gehouden vergadering
hebben de socialistische oud-ministers
Prieto en Largo Caballero een oproep ge
daan tot alle marxisten, ook tot de com
munisten om 'n eenheidsfront der arbeiders
voor den revolutionairen strijd te vormen,
indien de rechterzijde of Lerroux aan het
bewind zouden komen.
nc.
Scherpe woorden tegen
Duitschland in de Kamer.
Bij de debatten over de buitenlandsche
politiek in de Belgische Kamer verklaarde
de socialist Vandervelde, dat Duitschland
weer aan het bewapenen is. België moet
zich daarom wenden tot den Volkenbond en
het Internationale Hof, zelfs wanneer het
dezen stap alleen moet doen. Het Verdrag
van Versailles voorziet bovendien in finan
cieele en economische maatregelen tegen
Duitschland in een dergelijk geval. Vander
velde drong aan op verdedigingsmaatrege
len.
De katholieke Waal Singot betoogde even
eens, dat Duitschland herbewapent, maar
hij acht het niet doelmatig, dat België al
leen protesteert. Het zou veel beter zijn,
wanneer een gemeenschappelijk front der
andere mogendheden tegen Duitschland zou
worden gevormd. In ieder geval moet België
een energieke houding aannemen.
De nationalistische Vlaming Borginan
betoogde, dat de redevoeringen wel, wat hef
tig waren en dat zij in het land een paniek
stemming zouden kunnen veroorzaken. Hij
oefende critiek uit op de regeering wegens
haar eenzijdige politiek, die hij louter tegen
Duitschland gericht noemde.
De liberale afgevaardigde Jasper verklaar
de, dat België zijn politiek tegen de re-
geering-HItler moet wijzigen en dat de in
de verdragen genoemde sancties moeten
worden toegepast.
Heller en Brosig nog aan het woord.
Op vragen van een van de rechters ver
klaarde getuige Brosig in het Rijksdagproces
dat in het algemeen er van gesproken werd,
dat de voorgenomen communistische opstand
in het gedemilitariseerde Rijngebied zou be
ginnen.
Vervolgens stelt Dimitrof weer enkele vra
gen, die door den voorzitter niet toegelaten
worden.
Dan zegt Dimitrof, dat. hij het belachelijk
vindt, dat communisten S.A.-lieden zouden
hebben willen vergiftigen.
Getuige antwoordt hierop, dat het gif op
28 Februari 1933 in beslag werd genomen.
Het was door een communistisch galvanisa-
teur uit zijn bedrijf gestolen. Deze man was
vroeger districtsleider van den Spartakus-
bond. Op hem werden lidmaatschapsbewijzen
van den K.P.D., R.F.B., Roode Hulp en an
deren gevonden. De stukken bevinden zich
bij het Rijksgerecht.
De voorzitter zal deze aan den Senaat laten
geven,
Torgler: De getuige heeft gisteren over een
spoorwegconferentie op 15 Januari te Dussel-
dorf gesproken. Ik weet slechts van deze con
ferentie, dat het een beslist legale vakver-
eenigingsvergadering was. Wij hebben daar
om ook indertijd onmiddellijk bij den Prui-
sischen Minister van Binnenlandsche Zaken
geprotesteerd tegen de ontbinding dezer bij
eenkomst door de politie.
Getuige Brosig: Voor ons was het een ille
gale vergadering, want wij hebben indertijd
materiaal in beslag genomen, waarin gezegd
werdWie het spoorwegpersoneel heeft, heeft
de hand aan de kool.
Dimitrof wenscht dan nadere bijzonder
heden omtrent de gifmoordvoorbereidingen
te Dusseldorf te vernemen. Hij noemt het
idee „absoluut idioot".
Getuige Brosig: Wij hadden het bericht ge
kregen, "dat twee personen gearresteerd waren
die over groote hoeveelheden vergif beschik
ten. Ik heb toen gelast, deze beide menschen
in vrijheid te stellen. Het is door vijf of zes
handen gegaan, tot wij erin slaagden het in
beslag te nemen,
Dimitrof gelooft, dat het vergif ook voor
andere doeleinden heeft kunnen dienen.
Getuige Brosig: Het vergif was geheel van
een soort om door de bezitters ervan be
stemd te zijn om menschen om te brengen.
Dimitrof richt tot dé verschillende be
ambten van de recherche weer een groot aan
tal vragen, die van de hand gewezen worden.
Toegelaten wordt slechts de vraag welke
motieven er waren voor de arrestatie na den
brand.
Kriminalrat Heller antwoordt, dat volgens
zijn jarenlange ervaring de communisten de
schuld hebbenhier interrumpeert Di
mitrof, die echter door den president wordt
terechtgewezen.
Heller voortgaande zegt, dat het doel der
arrestaties van communistische partijleiders
was de massa's van hun leiders te berooven
en gewelddadig optreden te voorkomen. De
andere beambten leggen gelijkluidende ver
klaringen af.
Dimitrof is met die verklaringen niet te
vreden, waarop de president met energie
zegt, dat men een communistischen gewa-
penden opstand vreesde en dat dit een vol
doende verklaring is voor de arrestaties.
Bij het begin van de middagzitting van het
Rijksdagbrandproces veroorzaakt Dimiifof
weer een incident. Hij gaat niet accoord met
de verklaringen van Kriminalrat Heller en
verzoekt een nieuwe getuige te dagvaarden
Als de procureur-generaal zich hiertegen
verzet, antwoordt Dimitrof: U is zeker bang
voor mijn vraag.
De procureur-generaal: Ik verzoek de ver
onderstelling, dat ik uit angst verwerping
van het verzoek verlang, van de hand te
wijzen. Het gaat slechts om zakelijke over
wegingen.
De president noemt Dimitrorf's optreden
een grove onbehoorlijkheid. Diens verzoek
wordt door den senaat van de hand gewezen.
Brosig verschijnt dan opnieuw voor het
hof en zegt, dat hij een meaedeeling heeft te
doen. die misschien belangrijk is voor het
proces. Op 25 en 26 Februari j.l. heeft een
conferentie plaats gehad van den strijdbond
tegen het fascisme, waaraan ca. duizend lei
ders hebben deelgenomen. De leider van den
bond, Oskar Müller, moet daarbij het vol
gende hebben gezegd: „Wij zullen den dag,
waarop wij erop los zullen slaan niet door
anderen laten bepalen. Wij zullen hem zelf
bepalen. Op den dag, dat wij erop los slaan
zullen er paleizen branden."
Tijdens de rede van Müller zou een koerier
zijn verschenen. Müller moet daarop hebben
verklaard, dat hij zeer belangrijke berichten
had ontvangen, alsmede de opdracht direct
naar Berlijn terug te keeren. Müller bevindt
zich thans in hechtenis.
De president zal overwegen Müller als ge
tuige te verhooren.
Loesche, rechter van instructie bij het
rijksgerechtshof, doet mededeelingen over
zijn ervaringen bij de talrijke instructies, die
hij heeft, geleid, betreffende de voorbereiding
van een gewapenden communistischen op
stand.
Dr. Seuffert, die als plaatsvervanger van
Torgler's advocaat optreedt, vraagt, of bij de
vele hoogverraadsprocessen Torgler als ver
dachte of getuige is genoemd.
Loesche. Ik zou diens naam hebben ge
noemd, indien hij was voorgekomen bij de
gevallen, die ik hier heb behandeld. De naam
is mij uit andere werkzaamheden goed be
kend. Ik heb eenigen tijd geleden een vlug
schrift in beslag laten nemen, dat hoogver
raad ten doel had en dat den naam van
Torgler droeg.
De procureur-generaal: Ik kan hetzelfde
zeggen, want ik heb nog veel meer vlug
schriften in beslag genomen.
Dimitrof wenscht een duidelijke verklaring,
of de brand in den Rijksdag, volgens de op
vatting van getuige, het begin moest zijn van
een gewapenden opstand.
Getuige: In mijn voor-onderzoek is daar
DRIE ERNSTIGE MIJN
ONGELUKKEN IN HET
BUITENLAND.
18 MIJNWERKERS TE AKEN MET MOEITE
GERED.
AKEN, 29 Nov. (V.D.) Hedenmorgen vond
in een gang van de mijn Carolus Magnus te
Palenberg een instorting plaats, waardoor vier
mijnwerkers werden ingesloten. Men staat
door klopteekens met hen in verbinding en ge
looft, dat niemand gewond is. Men hoopt hen
in den loop van den middag te kunnen bevrij
den.
Nader werd gemeld:
De 18 mijnwerkers, die waren ingesloten in
de mijn „Carolus Magnus" zijn hedenavond
tegen 9 uur ongedeerd naar boven gebracht.
AKEN, 29 Nov. (V.D.) Inzake de redding
van de 18 mijnwerkers van de mijn „Carolus
Magnus" wordt nog het volgende bekend:
Het ongeluk gebeurde heden enkele minuten
voor achten in een der grootste af deelingen
van de mijn, waar een zeventigtal mijnwer
kers aan het werk zijn. De breuk kondigde
zich aan door geruisch in het gebergte en de
mijnwerkers, die juist op hun plaatsen waren
gearriveerd vluchtten naar twee kanten.
Het grootste aantal hunner slaagde er in
zich in veiligheid te brengen; achttien
man echter liepen een zijgang in en hadden
juist het vaststaande gebergte bereikt, toen
de breuk met groot geweld geschiedde.
Het reddingswerk werd van verschillende
kanten tegelijk aangepakt.
Tegen 21 uur slaagde men er eindelijk in de
mijnwerkers weer naar het daglicht te
brengen.
Mijnwerkers in Zuid-Afrika
ingesloten.
KAAPSTAD, 29 Nov. (V.D.) Ten gevolge
van een hevige aardbeving en een wolkbreuk
zijn hedenmiddag in de Robinsonmijn ver
scheidene inlandsche mijnwerkers afgesloten.
Het aantal verongelukten staat nog niet vast.
Vijf dooden bij een mijnramp
in Roemenië.
BOEDAPEST, 29 Nov. (V.D.) Uit Resica
wordt gemeld, dat in een mijn op vijf kilo
meter afstand van deze stad een mijngang is
ingestort, waarbij twaalf arbeiders bedolven
werden. Vijf hunner werden gedood, terwijl de
i overige zeven ernstig gewond werden.
Vuurzee in de Rotterdamsche haven.
welkom, in het bijzonder tot de bezoekers, die
nog niet in drankbestrijdersvereenigingen
werken.
Na de opening droeg mevr. C. Kroon eenige
gedichten voor en kreeg de heer J. Baay ge
legenheid tot zijn humoristische voordrachten,
waarmede hij veel succes had. Nu en dan da
verde de zaal van den lach.
Onze oud-plaatsgenoot, de heer C. J. Ver
meulen kreeg daarna het woord. Spreker her
innerde er aan, hoe hij met een paar mede
strijders nu ruim 12 12 jaar geleden trachtte
hier een loge der I.O.G.T. op te richten. Spoe
dig slaagde men hierin. Den 29en Mei 1921
werd de Loge door wijlen prof. van Rees ge
sticht. En thans, na 12 1/2 jaar is er een krach
tige Loge, die veel werk verricht. Gelukwen-
schen werden uitgebracht door den heer
Mijns namens het Centraal Drankweer Comi
té, door mevr. Tismeer namens de N. Chr. G.
O. V. alsmede door organisaties buiten de ge
meente gevestigd.
In de pauze werd thee en koek gepresenteerd
en werden eenige lekkernijen enz. verloot.
Na de pauze volgen wederom voordrachten
en na een gezamenlijk gezongen lied werd de
goed geslaagde avond door de presidente ge
sloten.
Brandweer voorkomt verlies van het schip.
De interieurs echter zwaar gehavend.
Geen persoonlijke ongelukken.
Schade van eenige tonnen.
Woensdgmiddag omstreeks kwart over 5 is
een groote brand uitgebroken aan boord
van het motorschip Indrapoera van de N.V.
Rotterdamsche Lloyd, welk schip gelegen is
voor de Lloydkade nabij, de terreinen van
den Rotterdamschen Lloyd te Rotterdam.
De brand liet zich zeer ernstig aanzien. De
vlammen waresn ver in de stad en in den om
trek, alsmede over een groot gedeelte van de
rivier te zien. Al het beschiakbare materiaal
van den brandweer, zoowel te land als te wa
ter werd naar het brandende schip gediri
geerd.
De Indrapoera is in 1925 gebouwd en heeft
een inhoud van 10.678 ton bruto.
De brand is uitgebroken op het voorschip.
De vlammen sloegen zeer snel uit en ver
spreidden zich zeer spoedig over het schip.
Het blusschingswerk werd met kracht ter
hand genomen. De directie van de Rotter
damsche Lloyd was bij de blussching aanwe
zig. Omstreeks half 7 in den avond had men
den indruk, dat men het vuur meester was,
omdat op dat oogenblik geen vlammen meer
uitsloegen.
Lading bijna gelost.
De Inrapoera is Dinslagochtend j.l. uit In-
dië aangekomen de lading was geheel of al
thans grootendeels gelost.
Elf spuiten aanwezig.
Onmiddellijk toen bekend werd, dat de
Indrapoera in brand stond werd groot alarm
gemaakt, waarop de Rotterdamsche brand
weer met vijf motorspuiten en zes drijvende
spuiten naar het terrein van den brand ver
trok.
Het prachtige mailschip, dat bij loods „Hol
land" aan de Lloydkade gemeerd lag voor los
sing en heden leeg had zullen komen, brandde
als een fakkel. Hoog laaiden de vlammen op
tegen den donkeren avondhemel.
Op voorschip ontstaan?
Het vuur is waarschijnlijk ontstaan op het
voorste gedeelte van het promenadedek. Met
inspanning van alle krachten wisten men
den brand in te sluiten en verdere uitbrei
ding te voorkomen.
Het promenadedek (voorste gedeelte), de
socialhall, de commandobrug, de verblijven
van den kapitein alsmede die der eerste offi
cieren zijn totaal uitgebrand. In stroomen
liep het bluschwater langs de dekken en waar
de brand zijn vernielend werk niet deed,
richtte het water enorme schade aan.
Om 7 uur den brand meester.
Met 25 stralen van de motorspuiten en veel
bluschwater van de drijvende spuit „Hol
land V" werd het vuur bestreden. Om 7 uur
's avonds was men de vuurzee vrijwel mees
ter.
oZoals wij reeds mededeelden, was het
schip bijna geheel gelost, alleen enkele stuk
goederen waren nog in de ruimen aanwezig.
De oorzaak van den brand kon uiteraard
nog niet met zekerheid worden vastgesteld.
De mogelijkheid is niet uitgesloten te achten,
dat het vuur in de machinekamer is ontstaan.
Geen ongelukken
Een drietal wagens van den Gemeentelijken
Geneeskundigen Dienst dat op het terrein
van den brand aanwezig was, behoefde tot
dusver geen dienst te verleenen. Persoonlijke
ongevallen kwamen niet voor.
Directielid hoofdman der brandweer
Omtrent den brand op de „Indrapoera"
wordt ons nog het volgende medegedeeld:
Woensdagavond om 5 uur was het perso
neel van de Indrapoera weggegaan en eenige
minuten later werd de brand ontdekt. Direct
begon men met eigen leiding van de terreinen
en van het schip den brand te blusschen. Met
zes stralen werd aanvankelijk den brand aan
getast, doch in den beginne met weinig re
sultaat. De Rotterdamsche brandweer was
echter spoedig ter plaatse en onder leiding
van hoofdman Th. Ruys, lid van de firma W.
Ruys en &o. en van de directie van de Rot'
werden gereed gehouden om de Indrapoera.
eventueel van den wal te sleepen.
Wegsleepen niet noodig.
Een houten loods, vol met brandbaar ma
teriaal en goederen, liep door de vlammen
van het schip groot gevaar, doch gelukkig
was de wind gunstig. Het schip behoefde dan
ook niet te worden weggesleept.
De brand is naar alle waarschijnlijkheid
ontstaan in de social-hall, vandaar ging het
vuur naar het promenadedek en toen naar
het trappenhuis. Via het trappenhuis moet
de brand zich verder uitgebreid hebben naar
het brugdek, waar de hutten van de officie
ren, kapitein, voorts de kaartenkamer, de
commandobrug gelegen zijn. Het vuur ging
door het trappenhuis ook naar het lagere
dek, waar zich de eerste klas hutten bevin
den. De brandweer slaagde er echter in den
brand hier te stuiten
Schade eenige tonnen.
De schade valt op het oogenblik nog niet
te ramen, daar ook nog een onderzoek wordt
ingesteld in hoeverre de wanden van schip
door de vuurzee geleden hebben.
Vermoedelijk zal de schade echter eenige
tonnen bedragen.
Het schip zou toch dokken.
Met lossen van het schip was men nog niet
geheel gereed. Het schip zou daarna naar het
dok van Wilton worden gesleept om daar te
dokken voor de verbouwing van het voor
schip. Hierdoor zou de Indrapoera gedurende
eenige reizen niet beschikbaar zijn en daar
bij vervangen worden door het s.s. Slamat.
Daar het schip dus toch uit de vaart zon zijn
genomen heeft een en ander geen wijzi
ging in den dienst van den Rotterdamschen
Lloyd ten gevolgp
Op het promenadedek was wegens het a.s.
dokken een groote voorraad linnengoed, bed
dengoed, rieten stoelen bijeengezet, welke
goederen natuurlijk een gretige prooi dei-
vlammen werden.
De belangstelling van de zijde van het pu
bliek was natuurlijk zeer groot. Velen waren
naar den rivierkant getrokken om het spook
achtige schouwspel gade te slaan. Ook de
burgemeester van Rotterdam heeft geruimen
tijd het blusschingswerk gadegeslagen.
De brand is ontdekt door arbeiders, die in
de haven met lossing bezig waren en kantoor
personeel van de Lloyd en ook door de eigen
arbeiders, die juist het schip aan het verla
ten waren.
Men heeft onmiddellijk de branddeuren
gesloten en de luiken dicht geworpen, het
geen het schip wellicht gespaard heeft voor
algeheele vernietiging. De brand kon tot een
gedeelte van het schip beperkt worden. Het
restante lading was zeer brandbaar. Ook was
er nog 100 ton stookolie in het schip.
Doordat op den Westzeedijk een sleepers
wagen door de assen zakte en daar ook de
straat was opgebroken, was het terrein van
den brand moeilijk te bereiken. Sommige mo
torspuiten moesten zelfs omrijden.
Tijdens den brand heeft het schip eenige
slagzij gekregen, naar den wal toe.
Gebleken is echter, dat de huid van het
schip niet geleden heeft.
Vuur bereikte stookolie niet.
Tot begrip van de inrichting van het schip
zij gezegd, dat na het voorschip en de „kuil'
een verhooging komt, waar boven elkaar zich
het A-dek met de eerste klasse hutten, „het
promenadedek en de social-hall zich bevim
den, waar achter de kaartenkamer en de
hutten van de officieren.
Men wist de brand bij de eerste klasse hut
ten te stuiten, hetgeen gelukkig was. daar
anders de ruimte met de stookolie gevaar
zou hebben geloopen.
Door kortsluiting zijn de lichten uitgegaan
doch automatisch trad daarbij de reserve
verlichting in werking.
De social-hall was een mooi gebeeldhouwde
en betimmerde ruimte, die geheel verwoest is
Na het uitbreken van den brand zijn vijf
harde knallen gehoord, vermoedelijk veroor
zaakt door exnlosie van patronen in de hut
ten van de officieren.
P. C. Hooft een jaar geleden.
Wij herinneren er aan, dat de brand op de
P. C. Hooft ongeveer precies een jaar geleden
uitbrak n.l. 14 November. 1932.
terdamsche Lloyd werden groote hoeveelhe-
van geen sprake geweest. De communistische den water op de vuurzee gestort. Sleepbooten
VOETBAL.
Schotland—Oostenrijk (2—2)
Een Oostenrijksche back werkt den
bal in eigen doel.
Uit Glasgow; Voor 50.000 toeschouwers
speelden Woensdagmiddag in Hampton-Park
onder leiding van den Belgischen scheidsrech
ter Lagenus, Schotland en Oostenrijk tegen
elkaar, welke ontmoeting na spannenden strijd
in een gelijk spel, 22, eindigde.
De Oostenrijksche ploeg kwam als volgt op
het veld:
Doel: Platzer (Floridsdorfer A. C.)
Achter: Janda (W.A.C.) en Seszta (W.A.C.).
Midden: Wagner (Rapid), Smistik (Rapid),
Nausch (Austria),
Voor: Zischek (Wacker), Bican (Rapid) Sinde-
lar (Austria), Schall (Admira) en Viertel
Austria).
Schotland had geen wijziging in de ploeg
meer aangebracht en kwam dus als volgt uit:
Doel: Kennaway (Celtic),
Achter: Anderson (Hearts) en Mc Conagle
(Celtic),
Midden; Meiklejohn (Rangerd), Watson
(Blackpool) en Brown (Rangers),
Voor: Ogilvie (Motherwell), Bruce (Middles-
bourough), Mac Fadyen (Motehrwell), Mac
Phail (Rangers) en Duncan (Derby County)
In de eerste helft waren de Schotten in den
aanval; reeds na vijf minuten namen zij de
leiding. Janda zag tegen zich een vrijen schop
nemen, die door Meiklejohn genomen werd.
Seszta wilde den bal stoppen, doch het leder
had blijkbaar zooveel effect, dat de Oosten
rijksche back den bal in eigen doel werkte
(10). De Schotten blijven sterker, vooral hun
middenlinie zit er prachtig op, waarbij het
kopwekr opvalt. Eerst na twintig minuten
konden de Oostenrijkers zich loswerken; kort
achter elkaar namen zij twee hoekschoppen,
welke echter niets opleverden. Vijf minuten
voor de pauze komt de gelijkmaker. Bican
geft een voorzet naar links, waar Sindelar den
bal voor Zischek vrijspeelt. Deze schiet in
vollen rush op doel met een magnifiek schot,
dat doel (1—1).
De resteerende minuten blijft Oostenrijk
sterker, doch vele schoten worden door den
Schotschen doelman Kennaway keurig ge
stopt.
In de tweede helft gaat het initiatief aan
vankelijk van Oostenrijk uit, doch de eerste
aanval van Schotland levert reeds een doel
punt op. Een voorzet van Duncan wordt door
Ogilvie met het hoofd ingeschoten. De bal
komt tegen de lat; de terugspringende bal
kan door Fadyen gemakkelijk worden bemach
tigd en onder luid gejuich der tienduizenden
wordt de stand 21.
Schotland blijft sterker; er ontstaan eenige
zeer benauwde oogenblikken voor het doel van
Platzer, doch tot scoren komen de Schotten
niet meer. Een prachtaanval van de Oosten
rijkers volgt. Sindelar gaf mooi door aan Bi
can, die op doel stormt. Kennaway verwacht
klaarblijkelijk een schot, doch tactisch plaatst
Bican vlak voor doel naar den vrijstaanden
Schall, die onhoudbaar inschiet (22).
Het spel is daarna meer verdeeld; Janda
wordt gewond, doch spoedig verschijnt hij
weer in het veld. Eenige vrije schoppen moe
ten door scheidsrechter Langenus worden uit
gedeeld. Drie minuten voor het eind schiet
Meiklejohn nog eens van 16 Meter afstand
hard in, doch het schot scheert de lat. De
stand blijft 22, waarmede beide partijen wel
tevreden zullen zijn.
Het Nederlandsch Elftal
tegen Oostenrijk.
ADAM EN WEBER NIET VAN DE PARTIJ.
Het Nederlandsche elftal voor den interland
wedstrijd tegen Oostenrijk op Zondag 10 De
cember a.s. te Amsterdam, is door de Keuze
commissie van den Kon. Ned. Voetbalbond als
volgt samengesteld;
Doel: Van der Meulen (H.F.C.) aanvoerder.
Achter: Van Diepenbeek (Ajax) en Van Run
(P.S.V.)
Midden; Pellikaan (Longa), Andriesen (Ajax)
en Van Heel (Feyenoord).
Voor; Wels (Unitas), Vente (Neptunus), La-
gendaal (Xerxes), Schoemaker (Quick) en
Mulders (Ajax).
Reserves: Van Male (Feyenoord), Lelyveld
(V.U.C.), Graafland (H.B.S.), Breitner (A.D.O.)
en Slot (D.W.S.).
Weber (A.D.O.) en Adam (H.V.V.) waren op
medisch advies niet voor dezen wedstrijd be
schikbaar.
DIE MOETEN NIET VOET.
BALLEN!
IJMUIDEN
12 12 JAAR IN VEILIGE HAVEN I.O.G.T.
Woensdagavond werd in het gebouw der
I.O.O.F. het 12 12-jarig bestaan van de Loge
in Veilige haven der I. O. van Goede Tempe
lieren feestelijk herdacht. De zaal was meer
dan vol. De presidente, mevr. Konkelaar—Blok
opende de bijeenkomst met een woord van
INCIDENTEN BIJ EEN OLITIE-
VOETBALWEDSTRIJD.
Uit Amersfoort wordt aan de N.R.Ct. ge
meld:
Bij een voetbalwedstrend voor de compe
titie van den Ned. Politiesportbond, welke
Dinsdagmiddag te Amersfoort is gespeeld tus
schen een elftal van de politie aldaar en een
politie-elftal uit Utrecht, veroorzaakten een
speler en de aanvoerder van de Uwechtsche
ploeg ernstig incidenten. De speler K- werd
wegens verregaand wangedrag ui htet veld
gezonden, doch de aanvoerder gelastte hem
te blijven, Na tien minuten en door tusschen-
komst van den commissaris van politie uit
Amersfoort, voldeed de speler K. pas aan het
bevel van den scheidsrechter.
K. en de aanvoerder waren ook de spelers
die het vorig jaar bij een beslissingswedstrijd
te Gouda tusschen Roterdam en Utrecht zoo
danig incidenten veroorzaakten, dat de wed
strijd gestaakt moest worden.