Hoe bij ons de bioscoop kwam. Getuigen a décharge voor den heer Tusenius. VOOR EER EN GEWETEN IJMUIDER COURANT. MAANDAG 4 DECEMBER 1933 TWEEDE BLAD. BEVERWIJK. De Kinematograaf" op de Meer. Uit den oertijd van de cinema. Eerste driemanschap: TeeweBenno, Smits. Bioscoop!! Het woord met de magische aan trekkingskracht voor de massa, het woord dat niet uitsluitend dcet denken aan het trilbeeld op het witte doek, maar dat tegelijkertijd sug gereert: schoonheid, eer, roem. geld, liefde, hartstocht, haat en verder alles wat U maar wilt. De bioscoop kwam, werd gezien en over won en ontwikkelde zich tot een wereldbedrijf naar een climax, ongekend in de geschiedenis of het moest zijn in de geheimzinnige wereld van de radio, die trouwens ook al meer en meer indentiek wordt met de cinema. Bioscoop wekt nu eenmaal illusies aan mooie, soms weelde rig ingerichte theaters, waar het goed is te toeven in de zachte omarming van bekleede fauteuils en waar men zich, alleen met zich zelf en toch met honderden lotgenooten, kan overgeven aan de wereld van den schijn. Die van het wezen wacht geduldig buiten, om ons op te nemen in zijn maalstroom zoodra de theaterdeuren ons met de anderen uitstooten. De bioscoop kwam en wij zijn er allemaal op losgestormd, zooals de gouddelvers op hun claims. Het wonder had ons gegrepen en er mag nog een laatste Mohikaan zijn. die zijn kostbare stoffelijkheid nimmer aan den spoor wagen heeft toevertrouwd, in de bioscoop is hij zeker minstens eenmaal geweest. Het is merk waardig de ontwikkelingsgang van het bios coopbedrijf nauwkeurig na te vorschen. Roem, teleurstelling, kapitaal- soms ook energiever lies wisselen elkander af, drama's zijn er uit voortgekomen en ontelbare echtscheidingen vanwege de bussines. Ook de Beverwijkers en zij die in het „ach terland" wonen hebben reeds jaren geleden hun tol aan de cinema betaald en zij betalen het nog gretig in een van de drie theaters binnen onze gemeente, wanneer een Garbo of een Dietrich en andere goden en godinnen hem oproepen, om hun allernieuwste en laat ste creatie te komen zien. Op de vroeger roem ruchte en naar ouden van dagen ons bij wijze van overlevering mededeelen nog meer be ruchte Wijkerkermis herinneren wij ons vaag een kijkspul met allemaal leuke kastjes, waar je voor een dubbeltje mocht kijken. Het pro jectietoestel werd door den cliënt eigenhandig bediend en waarachtig, daarbinnen leefde het. „Engelsche slipjacht" en heusch, men zag,al draaiende aan den slinger den jagermeester met de meute uitrijden. En hij bleef uitrijden, tot de toeschouwer er genoeg van had. Het volgende kastje droeg het alarmeerende op schrift „Brand!" en heele huisgezinnen heb ben er niet van kunnen slapen. Het was dan ook wel zeer griezelig. De mogelijkheid mag niet uitgesloten worden geacht, dat hier de grondslag was gelegd voor de veel later uit gekomen groote brandweerfilm „Het derde alarm", maar toen was de bioscoop de maze len al te boven. Oude Beverwijkers vertellen van de eerste voorstelling met de gramofoon, toenmaals phonograaf geheeten. En de vertooner van dit nieuwe wereld wonder was.... Henri ter Hall, dezelfde, die later zijn beroemde revue's zou uitbrngen. Maar de „kinematograaf" op de Meer, dat was pas wat. Daar stonden met kermis de „spullen". Hart- met zijn schouwburg. Janvier met zijn stoomcaroussel en dan kwam de ki nematograaf, ter hoogte van Out op den hoek van de Nieuwstraat. In een soort galerij voor men het geheim zinnige interieur betrad stond een prachtig orgel met een front van lichtjes en draaien de poppen, maar aan den anderen kant prijkte de puffende locomobiel, die zoo maai de bioscoop maakte. Tenminste dat dachten wij. Wij zijn er nooit in geweest, 't Was veel te duur. Maar die locomobiel was dan toch wel een wonder van vernuft. De kermis ver dween, maar de kino bleef en groeide als maar harder en werd steeds volmaakter. Wanneer kreeg Beverwijk zijn bioscoop? Dat wil zeggen een echt theater? Wij weten er wel iets van en wij hebben onthouden, dat Beverwijk haar driemanschap kreeg. Juist als het .oude Rome ten tijde van Vespasia- nus. maar deze Romeinen interesseerden ons minder wij zeggen het diepbewust van het afkeurenswaardige van zoo'n rudimentair historisch gevoel dan Teewe, Benno. Smits, Dat was ons driemanschap. Als Teewe in de „Kolfbaan" bij Ludwig. 't kan ook al Strou- cken geweest zijn. bioscoopvoorstellingen kwam geven, dan zeulde hij een ontzaglijke locomobiel mee, die onder enorme belang stelling van de schooljeugd naar de Zeestraat werd gesleept. En 't avonds was het druk van kijkers, die niets anders deden dan de groote vliegwielen van de locomobiel aangapen. Overvloedig licht gaf de Zeestraat een on wezenlijk aanzien. Om niet te spreken van de plechtige momenten, waarop de machi nist de stoomfluit liet gillen. Buiten kon men het projectie-apparaat hooren roffelen als een mitrailleur, die om de seconde vergeet te ontploffen. Als er dan nog een Indiaan op het doek kwam met gekleurde veeren. over stemde het applaus het projectie-apparaat en datgene, wat de zwoegende pianist produ ceerde er bij. En meneer Benno. die ook al met een locomobiel moest komen, omdat hij nu eenmaal met gas geen films kon vertoo- nen, draaide Gaumont-films met Fransche teksten en hij schreef het programma op een schoolbord. „Het stationsplein te Haarlem" was het journaal. Prachtig, want de meeste Beverwij kers kenden natuurlijk het oude Haarlemsche sta tion. Herman Smits was, meenen wij de man. die het bioscooplievend publiek van midden - Kennemerland in stomme verbazing bracht met de oude „Qua vadis?"-film. En hij was het meenen wij ook, die de geweldige loco mobiel thuis liet en zeer slim de dynamo op een auto liet draaien. Ook al een wonder, die auto namelijk. Hier eindigde de regeering van het eerste drie manschap. Regelmatig werden nu des Zon dags voorstellingen gegeven in „Stroucken" door de directie van het bioscooptheater op de Groote Markt te Haarlem (De Kroon. Schertzer en Wessels). Achterprojectie van uit een cabine, die de brandweer nu alle ha ren te berge zou doen rijzen. Toch is er nooit brand van gekomen, ondanks dat het Bever wijk was. Er was een heel lange pianist met een angstig-hooge boord en een explicateur, die bij hevige drama's met een stem geladen van ontroering aankondigde: „Einde van de vijfde en laatste acte. Volgende week „Het geheim van den Doofstomme". Maar nog had den wij toch eigenlijk geen eigen, Beverwij k- sche bioscoop, 't Was per slot van rekening toch nog maar import. Het zal in de maand Februari 18 jaar ge leden zijn, dat het er van kwam. De heer Frans Hart, de zoo bekende figuur uit de reizende artisten-wereld, werd eigenaar van „Maison Stroucken" en al spoedig ging hij z'n eigen bioscoop exploiteeren, Toen hadden de Beverwijkers hun eigen bioscoop-theaters Zondagsmiddags dansen, Zondagsavonds bioscoop. Pracht-voorstellingen met een stampvolle zaal. En de heer Hart als direc teur en ordebewaarder tevens. Bovendien de man, die de films zoo fijn „uitlag". Wij hooren het hem nog zeggen: „De jon geman stond op het punt het meisje ter hulpen te snellenehstilte daar, anders sta je zóó op de Zeestraat". Ja, 't ging er gemoedelijk toe.Onze eerste Bever wij ksche bioscoop-directeur was voor geen klein geruchtje vervaard. De loop zit er in en tenslotte is uit heel dit primitieve ge- doente het tegenwoordige Kennemer Theater gegroeid. Men vlijt zich daar nu in de theater-stoelen en geniet van de beste spre kende- en musiceerende films, die worden uitgebracht. De tegenstelling tussehen toen en nu is frapant. Zoo kreeg Beverwijk zijn eerste eigen bioscoop-theater. Heel wat jaren later verrees op de plaats, waar vroe ger de openbare school stond, het Luxor theater aan de Breestraat en in de groote zaal van het gebouw der Kath. Siciale Actie ging de „Witte Bioscoop", nu genaamd „W. B. Sound Theater", voorstellingen geven. Het publiek past zich snel aan en wan neer men nu in een der drie theaters een film ziet, waaraan dikwijls millioenen zijn ten koste gelegd, denkt men niet meer aan den tijd van het eerste driemanschap, dat op zoo'n primitieve wijze bioscoop kwam vertoonen. Nu denken wij alleen nog maar aan Martha Eggerth en Joan Crawford. Zij zijn gekomen na de grooten uit den oer tijd, toen Asta Nielsen in de „Nordirk"-films triomfen vierde. Het leven gaat snel, juist als het trilbeeld op het witte doek Tp. GOUDEN JUBILEUM. Zondag was het vijftig jaren geleden, dat het Genootschap van het H. Hart in de parochie van de H. Agatha werd opge richt. Ter viering van het gouden jubileum dezer kerkelijke instelling werd Zondagmorgen een plechtige Hoogmis in de St. Agatha-kerk gecelebreerd, waaronder Deken J. M. Lucas- sen een feestpredicatie heeft gehouden. Voor een der zelatricen, die gedurende een halve eeuw haar werkkracht voor het Genootschap heeft gegeven, was een schrif telijk. door den Paus persoonlijk onder- teekende zegen uit Rome ontvangen. In een feestelijke bijeenkomst, van de zelatricen verder in intiemen kring her dacht. UITBETALING VAN DE KERSTDAGEN. De arbeiders, die werkzaam zijn in de ge meentelijke werkverschaffing hebben ge zamenlijk aan B. en W. en Maatschappe lijk Hulpbetoon een verzoek gericht, om de Kerstdagen uitbetaald te krijgen. Een zeer groot, aantal werkloozen heeft zich bij de instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon aangemeld voor het verkrijgen var. rundvleesch in blik, dat tegen betaling van 35 ets per blik, inhoudende 1 K.G. be schikbaar zal worden gesteld. Voor de ver strekking komen 319 gezinnen in aanmer king. Wekelijks zal voor deze distributie on geveer 500 K.G. noodig zijn. Heden, Maandag is met de distributie een aanvang gemaakt. DE PUZZLE-WEDSTRIJDEN. Uitslag van den 7den puzzle wedstrijd ge houden op Vrijdag 1 December 1933. De oplossing van de Puzzle was „Sigaren maker'Ingekomen waren 4168 oplossingen. Foutief waren 63 oplossingen. Volgens de voorwaarden werden de prijzen toegekend als volgt: le prijs; Heerenrijwiel, J. Waagmeester, N. Schulpweg 391, IJmuiden. 2de prijs: Electr. strijkbout, F. Tiggelaar. Romerkerkw. 19W WaD. 3de prijs; Luxe spiegel, G. Lampink, Groen weg 45 WaD. 4de prijs: Wekker, A. Toeset, N. Parklaan 27, 5de prijs; Ets, K. L. Moelnaar, Visscherstr. 29. 6de prijs; Kapstokkleed, Truda Schuyt, Nieuwstraat 9. 7de prijs: Paar pantoffels, J. R. de Bock, Stumphiüsstraat 34. 8e prijs: Aschbakstel, Bart v. Veldhoven, Groenweg 33 WaD. 9de prijs: Pijp in etui, P. J. Bakker, Visser ^straat. l'Ode prijs: Tabakszak, A. J. Harsveld, Rijks, straatweg 157 V.N. 11de prijs: Doos zeep, Cl. de Ruyter, Hoog dorperweg 24, Heemskerk. 12de prijs: Toiletdoos, J. van Lint, H. Hof- landerweg 166 WaD. 13de prijs: Eierrek, Joh. Valkering, Rijks straatweg. Limmen. 14de prijs: Mand boodschappen, A. Prinse, Hobbestraat 17. 15de prijs: Roomstel, M. Hoogewerf, Hof- landerweg 31. 16e prijs; Luxe melkkan, A. Droog, Ooster wijkstraat 29. 17de prijs: Kist sigaren, E. M. Hamers-Kors- man, Koningsweg 150 V.N. 18de prijs: Theemuts, C. Wester, Arendsweg 7 WaD. Een opgewonden menigte voor de gevangenis van Philadelphia, waar zooals wij gemeld hebben een aantal opgeslotenen het sein tot den opstand gaven. De rebellen werden met behulp van leger en politie teruggedreven. M. 19de Doos zeep, Mej. A. Molenaar, IJm. Straatweg 139 IJmuiden. 20e prijs: Wollen sjaal, Wed. Adrichem, Heemskerkstraat 86 WaD. 21e prijs: Cigarettenkoker. J. Beentjes, Wij- kerstraatweg 183 V.N. 22e prijs: Doosje cigaretten, B. Uyling, Zee- eg 120 WaD. 23e prijs: Fleschje eau de cologne, J. H. v. Loo. Akerendaml. 13. 24e prijs: Jap. lakdoos, Mej. Scholten-Way, Grensstr. 31. 25e prijs: Doosje cigaretten, Hans v. d. Berg, Dr. Schuitstraat 31. DE VERLOTING VOOR HET CRISIS-COMIT DE TREKKINGSLIJST. De trekking van de loterij, welke georgani- seerd werd voor het plaatselijk crisis-comité heeft plaats gevonden. Wij laten hier op ver zoek van het bestuur de trekkingslijst volgen le pr. no. 168; 2e pr. no. 496; 3e pr. 173; 4e pr. no. 203; 5e pr. 176. Extra prijzen: nos. 90. 152, 184, 232. 255. 293. 471, 494. Verdere gelukkigen waren de houders van onderstaande loten: 12, 19, 21, 36, 53. 65. 77, 91, 104, 109, 111, 162, 163, 170. 173. 193. 218, 229, 241, 246. 275, 280, 284, 287, 298. 307, 325, 327, 341. 356, 362, 364. 372. 373. 379, 391. 402, 427, 428, 437, 444. 446, 454. 478. 488 en 499. De volledige trekkingslijst ligt op ons bureau ter inzage. Gewraakte woorden niet gehoord. Mr. Boon vroeg meening van twee advocaten. Nog honderden andere ontlastende verklaringen. In een verslag, dat Het Volk gegeven heeft van een te Sclieveningen gehouden vergade ring der Nationaal Socialistische Beweging heeft indertijd gestaan, dat de heer K. H. Tusenius uit IJmuiden, die een rede hield, ge- zegt heeft, dat er in Drente Concentratie kampen moesten worden ingericht en dat de ministers Marchant en Oud daarin moesten worden opgesloten. De heer Tusenius loochende het heele ver slag van Het Volk, en hield in elk geval vol, dat hij de uitlating over het concentratie kamp niet gebezigd had. Het Vaderland publiceerde een verslag, vol gens hetwelk de heer Tusenius andere dingen gezegd had, doch waarin de gewraakte uit drukking niet voorkwam. Hierover is een hevige pennestrijd ontstaan, waarbij de verslaggever van Vooruit (de Haag- sche editie van Het Volk), die als betrouwbaar persman bekend staat, zijn verslag hand haafde, en een aantal andere lieden eveneens verklaarden de uitlating gehoord te hebben. Andere echter hadden haar niet gehoord. Intusschen was er ook politieke recherche in de zaal aanwezig en wilde men het officieele verslag daarvan afwachten. De heer Tusenius heeft inmiddels op een verleden Maandag te Haarlem gehouden ver gadering van de N.S.B. verklaard, dat een uit liberalen samengestelde eereraad tot de uit spraak is gekomen, dat hij de gewraakte woorden niet gebezigd heeft. Het Volk heeft zich daarop tot mr. Boon gewend en van hem vernomen, dat er geen eereraad gevormd was, zoodat het door den heer Tusenius in de Haarlemsche vergadering meegedeelde onjuist was. Wel heeft hij een brief aan den heer Tusenius geschreven, welke brief de heer Tusenius thans aan de pers heeft gezonden ter publicatie. In de Haarlemsche vergadering had hij zulk een publicatie reeds aangekondigd. De brief van mr. Boon aan den heer Tuse nius luidt als volgt: „Gij hebt u gewend tot jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn met verzoek als tusschenpersoon te willen fungeeren in de zaak van uw beweerde uitlating omtrent concentratiekampen wan neer ook ik mij met zijn intermediair ver- eenigde, waartegen bij mij geen enkel be zwaar bestond. In tegenwoordigheid van den heer van Bere steyn hebben wij daarop besproken de bewe ringen van hen, die wel gehoord hadden, dat gij ook de minister Marchant en Oud hadt ge noemd bij degenen, die gij naar een concen tratiekamp in Drenthe wildet zenden en van degenen, die ontkenden, dat gij u in dezen zin hadt uitgelaten. Bij deze laatsten waren o.a. verklaringen van twee mij als zeer consciëntieus bekende advo caten geen partijgenooten van u die zeer pertinent verklaarden, dat gij dit verband niet hadt gelegd. Onmiddellijk na uw uitlating over concentratiekampen hadt gij wel over beide ministers gesproken naar aanleiding van hun standpunt inzake nationale ontwapening, maar eenig verband met het voorafgaande had volgens hen niet bestaan. Nu kan men zeggen: Er zijn menschen, die het wel aldus gehoord hebben, er zijn anderen, die het ontkennen, non liquet. Maar waar twee onpartijdige juristen, die gewoon zijn goed te luisteren en te schiften en die in geen enkel opzicht gepraedisponeerd waren, uw stand punt bevestigen, daar acht ik het een eisch van politiek fatsoen te verklaren, dat het aan nemelijk is, dat gij niet hebt gezegd, dat de ministers Oud en Marchant naar een concen tratiekamp in Drenthe moesten worden ge zonden. Ik machtig u van dit schrijven het gebruik te maken, dat gij wenscht". De heer Tusenius heeft bovendien aan de N.R.C. meegedeeld, dat in zijn bezit zijn meer dan honderd verklaringen, waarvan ook de heer Boon heeft kennis genomen en welke hierop neerkomt, dat de onderteekenaars o.a. verklaren. dat door den heer Tusenius niet gebruikt is de uitdrukking .zoodje" als beoordeeling of betiteling of anderszins ten opzichte van de regeering; en dat de heer Tusenius niet heeft gezegd, dat er voor de ministers Marchant en Oud een concentratiekamp in Drente diende te worden gemaakt; dat hij het woord „volksmisleiders" niet heeft gebruikt ten opzichte van deze beide ministers; en dat voor het overige het verslag van deze vergadering, verschenen in Het Volk en over genomen door de Maasbode, geheel onjuist van vorm en inhoud is. en een geheel verdraai den en daardoor totaal verkeerden indruk geeft van de redevoering. In het Handelsblad verwijt thans de heer Boon den heer Tusenius, dat deze in stede van den brief te publiceeren op vergaderingen ver keerde voorstellingen wekte, door zijn volgens het verslag in Haarlem's Dagblad gedane mededeelingen over een „eereraad". Even on juist noemt de heer Boon een andere passage van den heer Tusenius, waarin deze beweert, dat uit het verslag der politieke recherche zou zijn gebleken, dat het bewuste persverslag van a tot z gelogen was. De heer Boon herinnert er aan, dat er ge tuigen pro en contra den heer Tusenius zijn, en dat hij dezen nog eens onder de aandacht gebracht heeft, dat de betrokken verslaggever als betrouwbaar bekend staat. Hoe gemakkelijk ware het voor mij geweest jebruik te maken van een mededeeling van den heer T„ dat een der vurigste aanhangers zijner partij dien ik bij ons onderhoud spot tend als den toekomstigen Röhm. chef van den militairen staf van Mussert betitelde het aanvankelijk ook had gezegd, dat het bewuste verslag volkomen juist was en dat deze na de reconstructie door den heer T. van datgene van wat hij wel zou hebben gezegd, verklaar de. zich vergist te hebben. De heer Boon deelt voor het overige nog mede, dat de heer Tusenius bij zijn commis sarissen in zijn particuliere betrekking niet graag als een opruier zou bekend staan. Ik had mogen verwachten, besluit de heer Boon, dat 's heeren Tusenius waardeering zich anders zou hebben geuit dan door het doen van onjuiste mededeelingen. DE INGESCHREVEN WERK ZOEKENDEN. VEEL LOSSE ARBEIDERS WERKLOOS. Zooals uit de opgave van den gemeente lijken dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling bleek, dat de werkloos heid in vergelijking met de overeenkomende week van het vorig jaar voor deze omgeving een nog ongunstiger beeld vertoont. Op 3 Dec. 1932 was het cijfer' voor de drie bij den dienst aangesloten gemeenten 779, jl. Zater dag was dit aantal daar met 827 belangrijk boven. Alleen voor Beverwijk was het cijfer iets gunstiger, namelijk 426 tegen 441 in de overeenkomende week van het vorige jaar. De werkloosheid doet zich voor in onder staande vakgroepen: Beverwijk: Drukkers 3, behangers 2, be- tonvlechters 4, betonwerkers 6, marmerbewer- kers 2, marmerpolijsters 1, grondwerkers 50, metselaars 5, opperlieden 11, schilders 12, spoorleggers 1, steenhouwer 1, timmerlieden 18. houtbewerkers 1. kuipers 1, stoffeerders 1, kleermakers 1, kappers 1, schoenmakers 1, bankwerkers 6, carosseriemakers 2. electri- ciens 2. handlangers 2. koper- en blikslagers 2, lasschers 1, loodgieters 1. machinisten 3, metaalbewerkers 5, monteurs 3, smeden 1, stokers 8, voorslaanders 1. vuurwerkers 1, bak kers 2, sigarenmakers 62, sorteerders 10. sla gers 1, landarbeiders 41, agenturen 1, reizi gers 1, teekenaars 2, chauffeurs 11. expedi teurs 1, kellners 1, winkelbedienden 4. schip pers 1, voerlieden 1. incasseerders 4, kan toorbedienden 5. dienstboden 5. werksters 5, losse arbeiders 101, uitvoerders 1. voegers 1, totaal 426. (Vorige week 416; 3 Dember 1932: 441). Wijk aan Duin: Behangers 1, betonvlech- ters 1, grondwerkers 44. metselaars 4, opper lieden 11. schilders 3, steenhouwers 1, stuca- doors 2, timmerlieden 10, stoffeerders 1, kap pers 1, bankwerkers 10. carosseriemakers 1, electriciens 2. handlangers 4, klinkers 2. ko per- en blikslagers 5, lasschers 1, loodgieters 2, machinisten 6. metaalbewerkers 4. mon teurs 4, plaatwerkers 2, smeden 1, stokers 5, bakkers 2. sigarenmakers 16. sorteerders 2, landarbeiders 36. reizigers 1. teekenaars 2, chauffeurs 10. kellners 1, lijnwerkers 1, win kelbedienden 3. voerlieden 1. incasseerders 2, kantoorbediendn 7, onderwijzers 1. dienstbo den 2. werksters 5. losse arbeiders 57. totaal 278. (Vorige week 278; 3 Dec. 1932: 245). Heemskerk: Betonvlechters 1, betonwer kers 2,grondwerkers 14, metselaars 1, opper lieden 3, schilders 2, timmerlieden 4. las schers 1, landarbeiders 50. chauffeurs 1, kan toorbedienden 1, dienstbode 1, losse arbeiders 41. totaal 123. (Vorige week 124; 3 December 1932: 93). FEUILLETON door CHARLES ALDEN SELTZER. 46) Allen's moed was het laatste kwartier geste gen. Zijn manoeuvre had Dunlavey's kracht verzwakt en het was duidelijk te zien, dat de meerderheid der stemmen op hem uitge bracht waren. Als er niets bijzonders of on verwachts gebeurde in het eerstvolgende uur of tot negen uur, tijdstip in Watkins be- bekendmaking genoemd voor het sluiten der stemming, dan was hij zeker van de overwin ning. Dergelijke gedachten speelden door Hollis' geest. Het was stil op het kantoor. Een man bracht bij de tafel zijn stem uit door den naam van zijn candidaat op een stuk pa pier te schrijven. Hollis keek op zijn horloge Het was nog een uur voor de sluiting. De man aan de tafel was klaar met schrijven en wierp het papier in den hoed. Hollis opende de ach terdeur om hem uit te laten .Terwijl de deur open bleef, kwam er een geluid naar binnen, dat zij allen hoorden een oorverdoovend geschreeuw, onmiddellijk gevolgd door een koor van verwarde kreten, een pistoolschot, meer gillen en toen een massa schoten. Norton opende de deur niet. Hij wisselde blikken met Hollis en Allen. Dunlavey lachte over zijn heele gezicht. „Er is iets in aan tocht" merkte Allen grimmig op. Dunlavey's lach werd spottend. „Het zou toch al te erg zijn, als mijn vrienden deze vreedzame bij eenkomst verstoorden", spotte hij. „Er zal niets verstoord worden", verzekerde Allen barsch. Maar hij trok zijn eigen pistool. De geluiden buiten namen in omvang toe. naarmate zij het kantoor van den sheriff na derden. Bij de deur hielden zij plotseling op en er volgde een dreigende stilte. Toen drong er een stem naar binnen door sohor en gebiedend Ten Spot's stem. „Doe open!" zei hij. Norton keek Allen aan. Het gelaat van den laatste was bleek. „Zij komen binnen", beval hij „net als de anderen een voor een". Norton trok voorzichtig de grendel terug, waarmee de deur vastgemaakt was en draai de deze een weinig open. Terwijl hij dat deed, wierpen zich plotseling verschillende licha men er tegen; Norton probeerde om de deur dicht te gooiden, wat hem mislukte en hij werd verscheidene stappen teruggeworpen door de opdringende, schreeuwende menigte, die luidruchtig de kamer instormde. Het waren er misschien twintig en toen zij schreeuwend, vloekend en lachend de kamer instormden, herkende Hollis onder hen ver schillende mannen, die hij van aanzien had leeren kennen. Het waren van die roekelooze, bandelooze elementen waarop Dunlavey steunde mannen van Tea Spot's karakter. Zij hadden gedronken, maar ondanks hun gelach en luidruchtige taal, kon men duide lijk zien, dat zij besloten hadden om zich niet te laten dwarsboomen in het doel, waar voor zij naar het kantoor gekomen waren. Het had nu geen zin meer om de deur te bewaken; het onheil was geschied en Norton trok zich terug, de deur wijd open latende, bleek met norsche oogen, op zijn hoede, ge reed om een werkzaam aandeel te nemen in de vechtpartij, die hij voelde dat ging komen. Iets in de gezichten der mannen, die met Ten Spot binnengekomen waren, voorspelde onheil. Allen had zich niet bewogen. Hij stond nog altijd achter Dunlavey, maar zijn wapens bedreigden niet langer den eigenaar van de Circle Cross; hun loopen waren vast en dreigend op de andere mannen gericht. Rustig bij de achterdeur staande, met bleek gelaat, schitterende oogen, zijn lippen in strakke lijnen, hield Hollis de bezoekers scherp in het oog, die nadat zij zich toegang verschaft hadden, midden in de kamer sa menschoolden. Allen's wapens boezemden hun geen ontzag in; zij lachten er om. Een man een "jongmensch ongeveer van Hollis' leeftijd, gebruind, mager, met onverschil lige oogen en merkbaar onder den invloed van sterken drank, sprong op Allen toe en stond op armlengte van hem af, tegen hem te grinniken. „Twee pistolen!" zei hij met een lach. „Wel, ik geloof, dat jij een duivel van een sheriff zou zijn!" Een koor van gelach begroette de woorden van den jongen cowboy. Dunlavey grinnikte over zijn heele gezicht. „Jullie zijn juist op tijd, jongens", zei hij. Er volgde een nieuw lachsalvo. Verschei- denen der mannen schenen nu eerst Dunla vey's aanwezigheid op te merken en zij dron gen op hem aan zonder zich aan Allen's pistolen te storen. Deze laatste scheen te be grijpen, dat hij den toestand niet langer meester was, want toen hij Hollis' blik opving, lachte hij grimmig, waarna hij zijn wapen wegstak en naast Hollis kwam staan. „Het geeft niets", zei hij kortaf tegen Hol lis, toen hij bij hem kwam; „zij doen nu toch hun eigen zin. Ik had niet verwacht, dat Ten Spot het spel zou komen verstoren." „Ik geloof, dat ze ons te pakken hebben". Norton was ook aan Hollis' zijde gekomen en het drietal stond bij de achterdeur te kijken naar de menigte rondom Dulavey. Hollis pro beerde om Ten Spot's blik op te vangen, maar dit mislukte de laatste scheen hem met opzet te ontwijken. Een golf van doffe woede schoot door Hol lis' aderen. Tot nu toe was de stemming eer lijk toegegaan; zij hadden Dunlavey en Wat kins een eerlijke stemming gegeven, al had den zij het noudig gevonden, om hen als ac tieve deelnemers uit te schakelen. Van nu af was hij er van overtuigd, dat de stemming een bespotting zou zijn zij het dan een grimmige. Hij had vertrouwd op Allen's suc ces het beteekende zoo veel voor hem. De gedachte aan een mislukking, juist toen de overwinning binnen zijn bereik lag, wekte zijn woede op en, ondanks Norton's zacht ge sproken woord van waarschuwing, trad hij naar voren en stond naast de tafel, waarop de hoed lag, die de stembriefjes bevatte, daarin gedeponeerd door de mannen, die al gestemd hadden. Hij was van plan om per soonlijk toezicht te houden op dien hoed, vastbesloten om, ondanks den grooten tegen slag, zich van een eerlijke behandeling te verzekeren. Toen hij naar voren trad zag hij Greasey boosaardig grinniken en probeeren om een pistool te grijpen uit de holster van nen cowboy, die naast hem stond. Deze pog ng werd door den cowboy belet, die plotseling zijn hand op de holster legde, waar zij de hand van Greasey omsloot. De cowboy snoof van woede, schold en gaf Greasey een hefti- tigen slag, die hem in een hoek deed neer vallen. Andere mannen kwamen in beweging. Er werd gescholden; men zag metaal flikkeren,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 5