HET NIEUWE AVONDBLAD De radio-rede van burgemeester Rambonnet. 18e JAARGANG No. 340 VRIJDAG 8 DECEMBER 1933 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10ets., per maand 40 cents plus 2y2 cents Incasso, per kwartaal f 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V, Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN: 15 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD V/ORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig ln de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150— bij verlies van een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen: 2000.bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent sDoar-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN. Sober relaas van IJmuiden's verval. „Er huist hier aan Holland's Noordzeekusten een sterk en wel wat ruw, maar een goed en groot volk, dat moeizaam werkt in een hard handwerk Gisteravond heeft burgemeester Rambon net voor den Huizer zender de reeds door ons aangekondigde radio-rede uitgesproken. Ongetwijfeld zullen vele ingezetenen op Huizen hebben afgestemd om de toespraak van onzen burgemeester te beluisteren. Wij laten de indrukwekkende rede hier onder volgen: Waarde luisteraars! Den velen touristen en uitstapjes maken den die in den afgeloopen mooien zomer hun koers naar Velsen-IJmuiden richtten en die in meestal één dag Hoogovens, havens, slui zen en pieren „gedaan" hebben, zal bij al het merkwaardige geziene en genotene één onuitwischbaar beeld in hun herinnering zijn achtergebleven, n.l. het beeld van onze tweede visschershaven de z.g. „Haringhaven" opgekropt vol liggend met meer dan 100 kleinere en grootere vlsschip trawlers bijna ■alle verkeerend in den meest deplorabelen staat van onderhoud. Op hun verbaasd vragen naar de beteekenis van deze indruk wekkende tentoonstelling van verwaar- loozing en verval zal hun door één der vele daar werkloos rondslenterende varenslieden zijn geantwoord dat hier het grootste gedeel te van wat eens Europa's grootste visschers- vloot was ligt te verroesten als een gevolg hoofdzakelijk van het afgesloten zijn van •buitenlandsche afzetgebieden. JDan zal een oogehblïk de beteekenis van "dit. sombere schouwspel tot den oppervlakkigen tochtjes- maker zijn doorgedrongen, dan zal hij ver nomen hebben hoe elk stilliggend schip vroe ger niet alleen werk en brood gaf aan 10 mannen en 10 gezinnen maar evenzoo het inkomen van zooveel reeders, vischhande- laren, walpersorieel, machinefabrikanten en arbeiders, vischlossers, kolendragers, enz. enz-, met het stilliggen van die schepen is opgehouden. Dan zullen hem een oogenblik in de herinnering zijn gekomen de artikelen ten vorigen jaren in sommige bladen ver schenen over „stervend IJmuiden" en hij zal een oogenblik diep onder den indruk hebben verkeerd en zichzelf hebben ver zekerd niet te hebben geweten" dat 't zoo erg was". Maar een verdere dag aan het zon nige strand van IJmuiden of in de bosch- rijke duinen en parken van Kennemerland zal reeds weer den indruk hebben vervaagd en teruggekeerd in de beslommeringen van het dagelijksche leven zal hij weinig meer terug hebben gedacht aan die haven met roestende schepen en die werklooze zeelui. Maar toch, nu de najaarsstormen woeden en de zee haar hooge golven op pieren en duinen breekt, ligt daar die vloot nog even zoo, door achteruitgang steeds meer ver minderend de kansen om reeders, opvaren den en verdere belanghebbenden aan hun dagelijksch brood te helpen. Het mij toegestane tijdsbestek is te kort om u economisch en technisch de bezwaren uiteen te zetten die een wederopleving van het visscherijbedrijf in den weg staan. Ook is 't mij verboden reclame of propaganda te maken, maar één opmerking zal men mij in dit verband wel willen laten maken: Wan neer, hetzij in het buitenland, hetzij in Ne derland zelf meer IJmuider visch werd ge vraagd en geconsumeerd, zou al deze ellende zeer spoedig tot het verleden hehooren. Dan zouden «weer loonende besommingen - worden gemaakt en zou spoedig de altijd behouden energie van reeders en zeelui, die nu roesten de booten weer zee doen kiezen. Maar het is eigenaardig dat in Nederland van een zoo bij uitstek nationaal en oud-vaderlandsch bedrijf als het visscherij bedrijf zoo weinig bekend is. Wat weet de doorsnee-burger, die in een deftig restaurant zijn filet de sole proeft of de gezeten huisvader die er niet afkeerig van is om eens een enkele keer een kabeljauwstaart op zijn tafel te zien, wat weten zij van de hedendaagsche moei lijkheden der kustvisscherij, die hoofdzake lijk haar bestaan vindt in de vangst van tong, tarbot en schol, wat weten zij van het leven aan boord van de z.g. schelvischbooten die speciaal de z.g. rondvisch gaan vangen? Is de lezer die diep geroerd en onder den in druk Pierre Loti's „Pêcheurs d' Islande" ter zijde legt, er zich van bewust dat de IJs- landvisscherij tot het dagelijksch bedrijf der IJmuidenaren behoort? Denkt men er in Nederland wel eens over, wanneer in najaar en wintertijd de stormen, gieren en woeden, dat dan de Nederlandsche zeeman op een heel klein schip over de donkere holle Noord zee zwerft, hoe bij ijzigen oostenwind, terwtS de vorst tuig, dek en brug met een ijskorst overdekt, bij 't verschijnsel van een paar witüchtende carbidlampen de zware netten aan boord moeten worden geheschen en van hun vischlast ontdaan? Is in werkelijkheid het zware en gevaarlijke bestaan van onze zeelui bij ons volk wel bekend? Het wordt niet voldoende beseft, dat ook de zeeman, de gewone matroos geïnteresseerd is in de vangst en hoe zijn loon voor een deel afhan kelijk is van het bedrag, waarvoor die vangst wordt verkocht Een slechte marktdag Na 2, 3, soms nog meer weken varen, op de kleine booten, ver van gezin en huis, kan het thuiskomen op een enkelen slechten marktdag aan zooveel verwachtingen den bodem inslaan! Mag ik u een klein tooneeltje schilderen, door mij onlangs gezien en zoo veelvuldig voorkomend? Er rijdt een autobus uit Kat wijk of Egmond naar IJmuiden om de be manning van een heden binnenkomenden trawler af te halen. Inde overigens geheel ledige bus zit alleen een jonge vrouw met een "heel klein kindje op schoot: de man en vader is misschien 3, misschien 6 weken weg geweest, ze gaan zé afhalen, hij komt een paar dagen thuis, maar de vreugde over het weerzien ligt op 't bezorgde jonge ge zicht van de moeder, maar ze wordt getem perd door de vrees over het bedrag van zijn deel in de besomming van de vangst. Geachte luisteraars, evenals van het leven aan boord der visscherschepen in ons land zoo weinig bekend is, zoo weinig weet men van den omvang van dit groote bedrijf in zijn geheel. In normale tijden telt de IJmui der vloot bijna 200 booten, bijna alle op een 3-tal moderne motortrawlers na, stoom trawlers. De groote z.g. „schelvischbooten" en IJslandbooten zijn voor de verre reizen bestemd voor de vangst van hoofdzakelijk kabeljauw en schelvisch,de kleinere z.g. kustbooten, gaan op kortère reizen langs de kust uit op de vangst van platvisch. Log- gervisscherij (waar de bemanning uitslui tend beloond wordt met een aandeel in de opbrengst van de vangst z.g. „op deel va ren") heeft in IJmuiden niet plaats. Dit be drijf wordt voornamelijk in Katwijk en Vlaardingen beoefend. De trawlervisscher wordt beloond met een vast loon per maand aangevuld met een percentage van de be somming en een z.g. ,zoodje visch" om mee naar huis te nemen. De vischmarktgelegenheid te IJmuiden is in Rijkshanden. Ze is lang niet uitsluitend alleen voor IJmuiden bestemd, maar is ge heel internationaal. Behalve Nederlandsche loggers en botters komen bijna geregeld aan de markt bij afwisseling Engelsche, Duitsche en Deensche trawlers, Engelsche haring- drifters en Deensche Snurrevaarders. Zelfs werd tot voor korten tijd geregeld per auto visch uit Esbjerg in Denemarken te IJmui den aan de markt gebracht. Verloren afzetgebieden. Het grootste afzetgebied voor de IJmuider markt en handel was voorheen Duitschland, dat thans door de deviezenregellng volledig is afgesloten. België en Frankrijk nemen nog wel Hollandsche visch af, maar in dooi contingenteering sterk verminderde hoe veelheden. Een regeling met dezen laatsten handel bewerkt thans, dat op 't Nederland sche contingent door middel van certificaten van oorsprong alleen Nederlandsche visch mag worden ingevoerd. Al dezé omstandigheden m^ken dat het afzetgebied te klein is en dus de vischmarkt- prijzen zelfs bij verkleinden aanvoer* te laag blijven om loonende reizen te maken, zelfs wanneer, zooals nu in het hoogseizoen der visscherij maar nauwelijks 50 pet. van de vloot vaart. Dit is de reden, dat de stempel lokalen in IJmuiden dagelijks volstaan met zeelieden zonder werk, maar ook dat deze werkloosheid is doorgedrongen ln vele neven bedrijven, als ijsfabrieken, vischmeelfabrie- ken, machine- en herstellingswerkplaatsen en dokken. Het is niet te veel gezegd wan neer het getal der nu reeds eenige jaren in het visscherijbedrijf werklooze arbeids krachten in de gemeente Velsen op 12 a 1300 wordt geschat, waarbij die in Katwijk en Egmond, varende evenwel op IJmuider schepen, niet zijn begrepen. Mijne hoorders, er huist hier aan Hollands Noordzeekusten een sterk en wel wat ruw, maar een goed en groot volk, dat moeizaam werkt in een hard handwerk, een volk dat rustig zijn gang gaat dikwijls te midden van de grootste gevaren, een volk, waarvan reeds zoovelen. bijna uit elke familie, een zeemansgraf vonden door ongevallen en storm en in den oorlogstijd door het ver raderlijke mijngevaar. Er wonen hier in onze kustplaatsen zoovele reeders en hande laren van het echte Oud-Hollandsché soort wier onuitbluschbare energie tot zaken doen hen elke mogelijkheid, ook de kleinste, doer opsporen. Moge Nederland in deze moeilijk ste aller tijden den Nederlandsehen zeeman zijn steun en zijn sympathie niet onthouden maar moge deze echt nationale tak van be staan weer herleven tot den ouden bloei omdat ze geschraagd wordt door de mede werking van heel ons volk! Dan, maar ook dan alleen, zal er weer leven komen in onze havens, dan zal er on der onze grauwe zeeluchten en het gekrijsch der meeuwenzwermen weer drukte en scheepsbedrijvigheid zijn om de enorme vischhallen van IJmuiden dan zullen de kooplieden zich weer verdringen en de zee man met een behoorlijk loon naar huis gaan. Eenmaal Europa's grootste visschershave11. Mijne hoorders men heeft deze zeer jonge plaats overvuld van wild jong leven en energie, krachtig en misschien wel eens wat rumoerig in haar uitingen, in den lande wel eens verkeerd begrepen, ze gekwalificeerd als „Nederlands Wilde Westen!" Moge wat ik vanavond tot u gesproken heb hebben ge strekt tot verbetering van dien indruk en vermeerdering van uw sympathie en uw medeleven met het bedrijf van wat eenmaal was Europa's grootste visschershaven. Wan neer wij de overtuiging krijgen, dat in heel het land overheid en volk den ernstigen wil hebben, dat Nederlands grootste zeebedrijf niet ten ondergaat, dan voelen wij ons sterk omdat wij weten, dat binnen afzienbaren tijd de dag zal komen, dat de geheele IJmui- 'der vloot uit haar rust wordt gewekt, dat de zon weer zal breken door de sombere wol ken en zal schijnen over een nieuw IJmuiden dat juicht omdat de kleine zwarte schepen weer de witschuimende zee buiten de pieren tegemoet varen, maar ook, opdat Neerlands driekleur weer zal waaien, overal van IJs- laid tot de Far-Oer en van Schotland tot in 't Kanaal! HET NADEREN VAN DEN KRITIEKEN DATUM. Naar een loonsverlaging? EEN PLEIDOOI VOOR SAMENWERKING. Men schrijft ons: Het is te begrijpen, dat men in verband met het spoedig afloopen van de arbeidsover eenkomst in het visscherijbedrijf met belang stelling de dingen die staan te gebeuren te gemoet ziet en om deze reden was het artikel in uw blad van jl. Woensdag onder het hoofd „Kritieke datum nadert" dan ook zeer goed op z'n plaats. Aan beide zijden laat men niets los, zoodat het te begrijpen is, dat u nog niets omtrent wat er gebeuren zal kon vertellen. En nu vra gen wij ons af, of het weer zoolang geheim moet blijven tot de bom barst en heel IJmui den in rep en roer is en de publieke opinie zich een oordeel velt en een der partijen de schuld geeft. Welnu, mijne heeren, wij kunnen u vertel len, dat de werkgevers reeds de nieuwe voor stellen waarop zij bereid zijn, een nieuwe overeenkomst af te sluiten, aan de organisa ties ter hand hebben gesteld. Wat de inhoud dezer voorstellen betreft, deze zijn verre van bemoedigend. Wij meenen beluisterd te heb ben, dat de werkgevers weer naar voren ko men met denzelfden eisch, dien zij bij de be spreking met den Rijksbemiddelaar indien den, nl. 10 pet. loonsverlaging. Wij zullen nu maar afwachten. Dit willen we echter nog opmerken, dat in alle kringen van belanghebbenden vurig gewenseht wordt, dat de partijen elkander zullen vinden, dat alle part ij en zullen samenwerken en niet één der partijen zich op het standpunt zal plaatsen, dat samenwerking niet noodig is en meent, dat zij het alleen wel af kan. Laten de partijen rekening houden met het lijvige rap port van de Commissie-Rij kens, waarin juist met zooveel ernst er op wordt gewezen, dat het van het grootste belang is, dat wil het visscherijbedrijf weer gezond worden alle be langhebbende partijen gezamenlijk aan het werk gaan en niet ieder op zijn eigen houtje. Alleen dan zal men kunnen voorkomen, dat die partij, die thans als de zwakste veron gelijkt wordt, in de toekomst, wanneer zij haar tijd gekomen acht, met al haar krach ten haar doel tracht te bereiken, onverschil lig wat daarvan de gevolgen zijn. VJSCHINVOER WORDT NU OECONTINGENTEERD. NOG DEZE WEEK. Gisteren deelde Minister Verschuur in de Tweede Kamer mede, dat voor het eind dezer week het Koninkl. Besluit verschijnen zal, waarbij de invoer van visch wordt gecontin- genteerd. BIJZONDERE PROMOTIE VAN OUD-PLAATSGENOOT. VAN ONDERWIJZER TOT DOCTOR IN DE LETTEREN EN WIJSBEGEERTE. Aan de Universiteit te Leiden is onze oud plaatsgenoot de heer J. Brederveld, zoon van wijlen den heer Brederveld, in leven evange list alhier, gepromoveerd tot doctor in de Letteren en Wijsbegeerte op het proefschrift „Het Object der Psychologie". Deze promotie is des te meer bijzonder, om dat zij gedaan werd onder buitengewone om standigheden. Jacob Brederveld werd 8 December 1886 te Vlaardingen geboren. Hij bezocht de lagere school van wijlen den heer P. Vermeulen aan den Stationsweg en behaalde op 18-jarigen leeftijd de onderwijzersakte, zonder opleiding aan Kweek- of Normaalschool. Hij aanvaardde de onderwijzersloopbaan aan cle Chr. School te Nieuw-Vennep en ging later naar Koot wijkerbroek waar hij met een schriftelijken cursus de hoofdakte haalde. Achtereenvolgens was de heer Brederveld werkzaam te Delft, Bodegraven en Leiden. In laatstgenoemde plaats werd hij 1 December 1918 benoemd als onderwijzer aan een U.L.O. Kopschool. Ondertusschen had de heer Bre derveld de akten Fransch, Engelsch en Wis kunde behaald. Uit liefhebberij, zonder be paald doel studeerde hij wijsbegeerte. Ds. Bouwman, Geref. predikant te Leiden gaf lijn aan zijn studie en in 1922 slaagde de heer Brederveld voor het Staatsexamen. Twee jaar later volgde zijn candidaats-examen en in November 1926 zijn doctoraal examen te Lei den. Hij slaagde cum laude En onder zijn promotor prof de Sopper is de heer Brederveld dien velen in onze plaats nog kennen als een bescheiden mensch gepromo veerd tot doctor in de Letteren en Wijsbe geerte. De kennis hiervoor moest de heer Breder veld zich in de vrije avonduren vergaren. Deze promotie is dus wel zeer bijzonder. HAARLEMSCHE ORKEST VEREENIGING. De Haarlemsche Orkest Vereeniging geeft a.s. Zondagavond in de Gemeentelijke Con certzaal te Haarlem een volksconcert, dat ge dirigeerd zal worden door den tweeden diri gent der H.O.V. Marinus Adam en waarbij als soliste Nancy Velloz (zang) zal optreden. Het programma, dat aan opera en folklore gewijd is. vermeldt o.m.: Ouverture La prin cesse jaune van Saint Saëns. Borodin's ballet uit de opera Prins Igor, Boertige Suite van Julius Röntgen, Variaties over een St. Nico- laasliedje van Jan van Gilse. De zangeres zingt met orkestbegeleiding een Aria uit de Opera Werther van Massenet, de Séquedilla uit de Opera Carmen en Kopak van Moussorgski. Onder leiding van Felix de Nobel voert de H.O.V. uit een bewerking van 3 liederen van G. Azn. Bredero. VERKEER DOOR DE NOORDERSLUIS. In de afgeloopen maand werden door de Noordersluis alhier 259 schepen geschut te gen 242 schepen in dezelfde maand van het vorig jaar. Van af 1 Januari bedroeg het aan tal daar geschutte schepen 2214 tegen 2670 in het jaar 1932. Opgemerkt kan worden, dat tot heden nog niet één schip door de Noordersluis gelaten werd dat te groot was voor de Middensluis. In de Spaansche sleden is het na de verJcie zingen roerig gebleven. Straatgevechten zijn aan de orde van den dag. Onze foto toont een opwindend tafereel in het centrum van Madrid CONSERVATIEVE BRETONSCHE TONIJNVISSCHERS. VAN EEN EENVOUDIG CONSERVEERINGS- MIDDEL WILDEN ZE NIETS WETEN. In ons blad van Woensdag vertelden wij het een en ander over de conservatieve wijze, waarop de Fransche visschers de gevangen tonijnen behandelen. Uit het volgende zal blijken, dat hun conservatisme van dien aard is, dat zij zelfs van een eenvoudig systeem, dat de oplossing geeft van al hun moeilijkheden, niets willen weten. Het systeem Krebs-Alliot omvat een ruim, dat zorgvuldig op temperatuur wordt ge houden. Alleen in het dek zijn openingen. De temperatuur van dit ruim wordt gehouden op -f 2 gr. beneden en 5 gr. boven door automatische circulatie van de lucht op een hoeveelheid ijs, die midden in het ruim in de lengterichting is geplaatst. Een verwarmd scherm, geplaatst aan beide zijden van deze ijsmassa, met verstelbare openingen, ver zekert een volkomen regelmatige lucht- circulatie. De lucht, die over ijs is gestreken heeft hierop alle waterdampen geconden seerd, die zij bevat bij een temperatuur, hoo- ger dan die van smeltend ijs. Wanneer deze lucht nu in het ruim geplaatste visschen af koelt. stijgt haar temperatuur langzaam en terwijl haar hygrometrische capaciteit, de meerdert, droogt de huid der visschen, de aldus geabsorbeerde waterdampen worden onbeperkt op het ijs gecondenseerd en men verkrijgt aldus een droge atmosfeer, uitste kend geschikt voor het bewaren van visch. De tonijnvisschers Rospico waarop een Krebs-Alliot-ruim is geïnstalleerd, heeft de gevangen tonijnen steeds in goeden staat aangebracht, evenais de Pod-Parc-Holl, die een dergelijk ruim bevat. Bovendien heeft de tonijnmarkt van Concarneau een attest af gegeven, waarin verklaard wordt, dat de volgens dit systeem behandelde tonijnen meer dan 15 dagen bewaard kunnen worden. De grootste voordeelen van dit systeem zijn: eenvoud, geen defecten aan installaties en lage aanschaffingskosten. Deze laatste voorwaarde is absoluut noodzakelijk voor de zeil-visschersvaartuigen. die slechts weinig kapitaal vertegenwoordigen en bovendien slechts gedurende vijf maanden van het jaar gebruikt worden. De visschers moeten er niets van hebben. Dezer dagen hebben de visschers van Con carneau (Bretagne) vergaderd over het al of niet invoeren van de koelkamers Gebs-Alliot. Er werd eerst lang gedelibereerd en daarna ging men stemmen. Het resultaat was ver rassend: 82 tegen, 2 blanco. De tonijnvisschers van Concarneau gaan dus voort, hun tonijnen op het dek hunner schepen op te hangen; zij willen liever het risico blijven loopen. de helft van hun vangst overboord te moeten gooien, dan door over productie een waardevermindering van het product te veroorzaken. De Pêche Maritime hekelt de Bretonsche visschers geducht. Het blad zegt, dat het niet aangaat, steeds meer contingenteering te eischen om een kleine hoeveelheid conserven zeer duur te verkoopen. Immers om te ver- koopen, moet men koopers hebben en die blijven weg, wanneer de prijzen kunstmatig hoog worden gehouden. UITBREIDING SCHOENENMAGAZIJN STERK. Dezer dagen is gereed gekomen de verbou wing van het schoenenmagazijn van den heer Sterk, Zeeweg 105. Door deze verbou wing, die werd uitgevoerd door de heeren Wierda en Sterk Jr., heeft het winkelpand veel aan ruimte en aanzien gewonnen. De winkel beschikt thans over twee flinke etalage-ramen en door de grootere winkel ruimte is een betere service mogelijk ge worden, zoodat in de eerste plaats de klanten van de verbouwing profiteeren, Het woon vertrek achter den winkel is ingericht als op slagplaats voor het schoeisel, waarvoor in den winkel geen plaats meer is. Hierin ligt tevens opgesloten, dat de heer Sterk een grooten voorraad en dus ook een groote keus heeft. De gevel is geheel nieuw opgetrokken en verhoogt niet weinig het aspect van den Zeeweg. VERKEERSONGEVALLEN. Op de Koningin Wilhelminakade heeft een aanrijding plaats gehad tusschen een visch- auto. bestuurd door van der L. alhier en een motorrijwiel, bestuurd door B. eveneens al hier. De oorzaak van deze aanrijding was, dat de bestuurder B. niet voldoenden voorrang had verleend bij het uitrijden van de Cron- jéstraat naar de Koningin Wilhelminakade, toen de vrachtauto passeerde. Het motorrij wiel werd hierbij licht beschadigd. Persoon lijke ongevallen kwamen niet voor. De schade was gering en wordt onderling geregeld. Op den hoek van de HuygensstraatSnel- liusstraat had een aanrijding plaats tusschen een motorrijwiel, bestuurd door K. alhier en een auto, bestuurd door van D. te Velsen. Door deze aanrijding was het stuur van het motorrijwiel ontzet, terwijl het duozadel be schadigd was. Persoonlijke ongelukken had den niet plaats. De politie stelt een onderzoek in.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 1