HET NIEUWE AVONDBLAD
De radio-rede van burgemeester Rambonnet.
18e JAARGANG No. 340
VRIJDAG 8 DECEMBER 1933
IJMUIDER COURANT
ABONNEMENTEN: per week 10ets., per maand
40 cents plus 2y2 cents Incasso, per kwartaal f 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V,
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIEN: 15 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD V/ORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig ln de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd
en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen
de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen:
2000.— bij algeheele invaliditeit; 600— bij overlijden; 400— bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150— bij verlies van
een wijsvinger; 100.bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge
volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en
vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen: 2000.bij over
lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen
enz. 400.bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een
maximum van 2000—, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer
abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent sDoar-,
tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens
deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te
Schiedam.
IJMUIDEN.
Sober relaas van IJmuiden's verval.
„Er huist hier aan Holland's
Noordzeekusten een sterk en wel
wat ruw, maar een goed en
groot volk, dat moeizaam werkt
in een hard handwerk
Gisteravond heeft burgemeester Rambon
net voor den Huizer zender de reeds door
ons aangekondigde radio-rede uitgesproken.
Ongetwijfeld zullen vele ingezetenen op
Huizen hebben afgestemd om de toespraak
van onzen burgemeester te beluisteren.
Wij laten de indrukwekkende rede hier
onder volgen:
Waarde luisteraars!
Den velen touristen en uitstapjes maken
den die in den afgeloopen mooien zomer hun
koers naar Velsen-IJmuiden richtten en die
in meestal één dag Hoogovens, havens, slui
zen en pieren „gedaan" hebben, zal bij al
het merkwaardige geziene en genotene één
onuitwischbaar beeld in hun herinnering
zijn achtergebleven, n.l. het beeld van onze
tweede visschershaven de z.g. „Haringhaven"
opgekropt vol liggend met meer dan 100
kleinere en grootere vlsschip trawlers bijna
■alle verkeerend in den meest deplorabelen
staat van onderhoud. Op hun verbaasd
vragen naar de beteekenis van deze indruk
wekkende tentoonstelling van verwaar-
loozing en verval zal hun door één der vele
daar werkloos rondslenterende varenslieden
zijn geantwoord dat hier het grootste gedeel
te van wat eens Europa's grootste visschers-
vloot was ligt te verroesten als een gevolg
hoofdzakelijk van het afgesloten zijn van
•buitenlandsche afzetgebieden. JDan zal een
oogehblïk de beteekenis van "dit. sombere
schouwspel tot den oppervlakkigen tochtjes-
maker zijn doorgedrongen, dan zal hij ver
nomen hebben hoe elk stilliggend schip vroe
ger niet alleen werk en brood gaf aan 10
mannen en 10 gezinnen maar evenzoo het
inkomen van zooveel reeders, vischhande-
laren, walpersorieel, machinefabrikanten en
arbeiders, vischlossers, kolendragers, enz.
enz-, met het stilliggen van die schepen is
opgehouden. Dan zullen hem een oogenblik
in de herinnering zijn gekomen de artikelen
ten vorigen jaren in sommige bladen ver
schenen over „stervend IJmuiden" en hij
zal een oogenblik diep onder den indruk
hebben verkeerd en zichzelf hebben ver
zekerd niet te hebben geweten" dat 't zoo erg
was". Maar een verdere dag aan het zon
nige strand van IJmuiden of in de bosch-
rijke duinen en parken van Kennemerland
zal reeds weer den indruk hebben vervaagd
en teruggekeerd in de beslommeringen van
het dagelijksche leven zal hij weinig meer
terug hebben gedacht aan die haven met
roestende schepen en die werklooze zeelui.
Maar toch, nu de najaarsstormen woeden en
de zee haar hooge golven op pieren en
duinen breekt, ligt daar die vloot nog even
zoo, door achteruitgang steeds meer ver
minderend de kansen om reeders, opvaren
den en verdere belanghebbenden aan hun
dagelijksch brood te helpen.
Het mij toegestane tijdsbestek is te kort
om u economisch en technisch de bezwaren
uiteen te zetten die een wederopleving van
het visscherijbedrijf in den weg staan. Ook
is 't mij verboden reclame of propaganda te
maken, maar één opmerking zal men mij
in dit verband wel willen laten maken: Wan
neer, hetzij in het buitenland, hetzij in Ne
derland zelf meer IJmuider visch werd ge
vraagd en geconsumeerd, zou al deze ellende
zeer spoedig tot het verleden hehooren. Dan
zouden «weer loonende besommingen - worden
gemaakt en zou spoedig de altijd behouden
energie van reeders en zeelui, die nu roesten
de booten weer zee doen kiezen. Maar het is
eigenaardig dat in Nederland van een zoo
bij uitstek nationaal en oud-vaderlandsch
bedrijf als het visscherij bedrijf zoo weinig
bekend is. Wat weet de doorsnee-burger, die
in een deftig restaurant zijn filet de sole
proeft of de gezeten huisvader die er niet
afkeerig van is om eens een enkele keer een
kabeljauwstaart op zijn tafel te zien,
wat weten zij van de hedendaagsche moei
lijkheden der kustvisscherij, die hoofdzake
lijk haar bestaan vindt in de vangst van
tong, tarbot en schol, wat weten zij van het
leven aan boord van de z.g. schelvischbooten
die speciaal de z.g. rondvisch gaan vangen?
Is de lezer die diep geroerd en onder den in
druk Pierre Loti's „Pêcheurs d' Islande" ter
zijde legt, er zich van bewust dat de IJs-
landvisscherij tot het dagelijksch bedrijf der
IJmuidenaren behoort? Denkt men er in
Nederland wel eens over, wanneer in najaar
en wintertijd de stormen, gieren en woeden,
dat dan de Nederlandsche zeeman op een
heel klein schip over de donkere holle Noord
zee zwerft, hoe bij ijzigen oostenwind, terwtS
de vorst tuig, dek en brug met een ijskorst
overdekt, bij 't verschijnsel van een paar
witüchtende carbidlampen de zware netten
aan boord moeten worden geheschen en van
hun vischlast ontdaan? Is in werkelijkheid
het zware en gevaarlijke bestaan van onze
zeelui bij ons volk wel bekend? Het wordt
niet voldoende beseft, dat ook de zeeman, de
gewone matroos geïnteresseerd is in de
vangst en hoe zijn loon voor een deel afhan
kelijk is van het bedrag, waarvoor die vangst
wordt verkocht
Een slechte marktdag
Na 2, 3, soms nog meer weken varen, op
de kleine booten, ver van gezin en huis, kan
het thuiskomen op een enkelen slechten
marktdag aan zooveel verwachtingen den
bodem inslaan!
Mag ik u een klein tooneeltje schilderen,
door mij onlangs gezien en zoo veelvuldig
voorkomend? Er rijdt een autobus uit Kat
wijk of Egmond naar IJmuiden om de be
manning van een heden binnenkomenden
trawler af te halen. Inde overigens geheel
ledige bus zit alleen een jonge vrouw met
een "heel klein kindje op schoot: de man en
vader is misschien 3, misschien 6 weken
weg geweest, ze gaan zé afhalen, hij komt
een paar dagen thuis, maar de vreugde over
het weerzien ligt op 't bezorgde jonge ge
zicht van de moeder, maar ze wordt getem
perd door de vrees over het bedrag van zijn
deel in de besomming van de vangst.
Geachte luisteraars, evenals van het leven
aan boord der visscherschepen in ons land
zoo weinig bekend is, zoo weinig weet men
van den omvang van dit groote bedrijf in
zijn geheel. In normale tijden telt de IJmui
der vloot bijna 200 booten, bijna alle op een
3-tal moderne motortrawlers na, stoom
trawlers. De groote z.g. „schelvischbooten"
en IJslandbooten zijn voor de verre reizen
bestemd voor de vangst van hoofdzakelijk
kabeljauw en schelvisch,de kleinere z.g.
kustbooten, gaan op kortère reizen langs de
kust uit op de vangst van platvisch. Log-
gervisscherij (waar de bemanning uitslui
tend beloond wordt met een aandeel in de
opbrengst van de vangst z.g. „op deel va
ren") heeft in IJmuiden niet plaats. Dit be
drijf wordt voornamelijk in Katwijk en
Vlaardingen beoefend. De trawlervisscher
wordt beloond met een vast loon per maand
aangevuld met een percentage van de be
somming en een z.g. ,zoodje visch" om mee
naar huis te nemen.
De vischmarktgelegenheid te IJmuiden is
in Rijkshanden. Ze is lang niet uitsluitend
alleen voor IJmuiden bestemd, maar is ge
heel internationaal. Behalve Nederlandsche
loggers en botters komen bijna geregeld aan
de markt bij afwisseling Engelsche, Duitsche
en Deensche trawlers, Engelsche haring-
drifters en Deensche Snurrevaarders. Zelfs
werd tot voor korten tijd geregeld per auto
visch uit Esbjerg in Denemarken te IJmui
den aan de markt gebracht.
Verloren afzetgebieden.
Het grootste afzetgebied voor de IJmuider
markt en handel was voorheen Duitschland,
dat thans door de deviezenregellng volledig
is afgesloten. België en Frankrijk nemen nog
wel Hollandsche visch af, maar in dooi
contingenteering sterk verminderde hoe
veelheden. Een regeling met dezen laatsten
handel bewerkt thans, dat op 't Nederland
sche contingent door middel van certificaten
van oorsprong alleen Nederlandsche visch
mag worden ingevoerd.
Al dezé omstandigheden m^ken dat het
afzetgebied te klein is en dus de vischmarkt-
prijzen zelfs bij verkleinden aanvoer* te laag
blijven om loonende reizen te maken, zelfs
wanneer, zooals nu in het hoogseizoen der
visscherij maar nauwelijks 50 pet. van de
vloot vaart. Dit is de reden, dat de stempel
lokalen in IJmuiden dagelijks volstaan met
zeelieden zonder werk, maar ook dat deze
werkloosheid is doorgedrongen ln vele neven
bedrijven, als ijsfabrieken, vischmeelfabrie-
ken, machine- en herstellingswerkplaatsen
en dokken. Het is niet te veel gezegd wan
neer het getal der nu reeds eenige jaren
in het visscherijbedrijf werklooze arbeids
krachten in de gemeente Velsen op 12 a 1300
wordt geschat, waarbij die in Katwijk en
Egmond, varende evenwel op IJmuider
schepen, niet zijn begrepen.
Mijne hoorders, er huist hier aan Hollands
Noordzeekusten een sterk en wel wat ruw,
maar een goed en groot volk, dat moeizaam
werkt in een hard handwerk, een volk dat
rustig zijn gang gaat dikwijls te midden
van de grootste gevaren, een volk, waarvan
reeds zoovelen. bijna uit elke familie, een
zeemansgraf vonden door ongevallen en
storm en in den oorlogstijd door het ver
raderlijke mijngevaar. Er wonen hier in
onze kustplaatsen zoovele reeders en hande
laren van het echte Oud-Hollandsché soort
wier onuitbluschbare energie tot zaken doen
hen elke mogelijkheid, ook de kleinste, doer
opsporen. Moge Nederland in deze moeilijk
ste aller tijden den Nederlandsehen zeeman
zijn steun en zijn sympathie niet onthouden
maar moge deze echt nationale tak van be
staan weer herleven tot den ouden bloei
omdat ze geschraagd wordt door de mede
werking van heel ons volk!
Dan, maar ook dan alleen, zal er weer
leven komen in onze havens, dan zal er on
der onze grauwe zeeluchten en het gekrijsch
der meeuwenzwermen weer drukte en
scheepsbedrijvigheid zijn om de enorme
vischhallen van IJmuiden dan zullen de
kooplieden zich weer verdringen en de zee
man met een behoorlijk loon naar huis
gaan.
Eenmaal Europa's
grootste visschershave11.
Mijne hoorders men heeft deze zeer jonge
plaats overvuld van wild jong leven en
energie, krachtig en misschien wel eens wat
rumoerig in haar uitingen, in den lande wel
eens verkeerd begrepen, ze gekwalificeerd als
„Nederlands Wilde Westen!" Moge wat ik
vanavond tot u gesproken heb hebben ge
strekt tot verbetering van dien indruk en
vermeerdering van uw sympathie en uw
medeleven met het bedrijf van wat eenmaal
was Europa's grootste visschershaven. Wan
neer wij de overtuiging krijgen, dat in heel
het land overheid en volk den ernstigen wil
hebben, dat Nederlands grootste zeebedrijf
niet ten ondergaat, dan voelen wij ons sterk
omdat wij weten, dat binnen afzienbaren
tijd de dag zal komen, dat de geheele IJmui-
'der vloot uit haar rust wordt gewekt, dat de
zon weer zal breken door de sombere wol
ken en zal schijnen over een nieuw IJmuiden
dat juicht omdat de kleine zwarte schepen
weer de witschuimende zee buiten de pieren
tegemoet varen, maar ook, opdat Neerlands
driekleur weer zal waaien, overal van IJs-
laid tot de Far-Oer en van Schotland tot in
't Kanaal!
HET NADEREN VAN DEN
KRITIEKEN DATUM.
Naar een loonsverlaging?
EEN PLEIDOOI VOOR SAMENWERKING.
Men schrijft ons:
Het is te begrijpen, dat men in verband
met het spoedig afloopen van de arbeidsover
eenkomst in het visscherijbedrijf met belang
stelling de dingen die staan te gebeuren te
gemoet ziet en om deze reden was het artikel
in uw blad van jl. Woensdag onder het hoofd
„Kritieke datum nadert" dan ook zeer goed
op z'n plaats.
Aan beide zijden laat men niets los, zoodat
het te begrijpen is, dat u nog niets omtrent
wat er gebeuren zal kon vertellen. En nu vra
gen wij ons af, of het weer zoolang geheim
moet blijven tot de bom barst en heel IJmui
den in rep en roer is en de publieke opinie
zich een oordeel velt en een der partijen de
schuld geeft.
Welnu, mijne heeren, wij kunnen u vertel
len, dat de werkgevers reeds de nieuwe voor
stellen waarop zij bereid zijn, een nieuwe
overeenkomst af te sluiten, aan de organisa
ties ter hand hebben gesteld. Wat de inhoud
dezer voorstellen betreft, deze zijn verre van
bemoedigend. Wij meenen beluisterd te heb
ben, dat de werkgevers weer naar voren ko
men met denzelfden eisch, dien zij bij de be
spreking met den Rijksbemiddelaar indien
den, nl. 10 pet. loonsverlaging.
Wij zullen nu maar afwachten. Dit willen
we echter nog opmerken, dat in alle kringen
van belanghebbenden vurig gewenseht wordt,
dat de partijen elkander zullen vinden, dat
alle part ij en zullen samenwerken en niet
één der partijen zich op het standpunt zal
plaatsen, dat samenwerking niet noodig is en
meent, dat zij het alleen wel af kan. Laten de
partijen rekening houden met het lijvige rap
port van de Commissie-Rij kens, waarin juist
met zooveel ernst er op wordt gewezen, dat
het van het grootste belang is, dat wil het
visscherijbedrijf weer gezond worden alle be
langhebbende partijen gezamenlijk aan het
werk gaan en niet ieder op zijn eigen houtje.
Alleen dan zal men kunnen voorkomen, dat
die partij, die thans als de zwakste veron
gelijkt wordt, in de toekomst, wanneer zij
haar tijd gekomen acht, met al haar krach
ten haar doel tracht te bereiken, onverschil
lig wat daarvan de gevolgen zijn.
VJSCHINVOER WORDT NU
OECONTINGENTEERD.
NOG DEZE WEEK.
Gisteren deelde Minister Verschuur in de
Tweede Kamer mede, dat voor het eind dezer
week het Koninkl. Besluit verschijnen zal,
waarbij de invoer van visch wordt gecontin-
genteerd.
BIJZONDERE PROMOTIE VAN
OUD-PLAATSGENOOT.
VAN ONDERWIJZER TOT DOCTOR IN DE
LETTEREN EN WIJSBEGEERTE.
Aan de Universiteit te Leiden is onze oud
plaatsgenoot de heer J. Brederveld, zoon van
wijlen den heer Brederveld, in leven evange
list alhier, gepromoveerd tot doctor in de
Letteren en Wijsbegeerte op het proefschrift
„Het Object der Psychologie".
Deze promotie is des te meer bijzonder, om
dat zij gedaan werd onder buitengewone om
standigheden.
Jacob Brederveld werd 8 December 1886 te
Vlaardingen geboren. Hij bezocht de lagere
school van wijlen den heer P. Vermeulen aan
den Stationsweg en behaalde op 18-jarigen
leeftijd de onderwijzersakte, zonder opleiding
aan Kweek- of Normaalschool. Hij aanvaardde
de onderwijzersloopbaan aan cle Chr. School
te Nieuw-Vennep en ging later naar Koot
wijkerbroek waar hij met een schriftelijken
cursus de hoofdakte haalde.
Achtereenvolgens was de heer Brederveld
werkzaam te Delft, Bodegraven en Leiden. In
laatstgenoemde plaats werd hij 1 December
1918 benoemd als onderwijzer aan een U.L.O.
Kopschool. Ondertusschen had de heer Bre
derveld de akten Fransch, Engelsch en Wis
kunde behaald. Uit liefhebberij, zonder be
paald doel studeerde hij wijsbegeerte. Ds.
Bouwman, Geref. predikant te Leiden gaf lijn
aan zijn studie en in 1922 slaagde de heer
Brederveld voor het Staatsexamen. Twee jaar
later volgde zijn candidaats-examen en in
November 1926 zijn doctoraal examen te Lei
den. Hij slaagde cum laude
En onder zijn promotor prof de Sopper is de
heer Brederveld dien velen in onze plaats nog
kennen als een bescheiden mensch gepromo
veerd tot doctor in de Letteren en Wijsbe
geerte.
De kennis hiervoor moest de heer Breder
veld zich in de vrije avonduren vergaren. Deze
promotie is dus wel zeer bijzonder.
HAARLEMSCHE ORKEST VEREENIGING.
De Haarlemsche Orkest Vereeniging geeft
a.s. Zondagavond in de Gemeentelijke Con
certzaal te Haarlem een volksconcert, dat ge
dirigeerd zal worden door den tweeden diri
gent der H.O.V. Marinus Adam en waarbij als
soliste Nancy Velloz (zang) zal optreden.
Het programma, dat aan opera en folklore
gewijd is. vermeldt o.m.: Ouverture La prin
cesse jaune van Saint Saëns. Borodin's ballet
uit de opera Prins Igor, Boertige Suite van
Julius Röntgen, Variaties over een St. Nico-
laasliedje van Jan van Gilse.
De zangeres zingt met orkestbegeleiding
een Aria uit de Opera Werther van Massenet,
de Séquedilla uit de Opera Carmen en Kopak
van Moussorgski.
Onder leiding van Felix de Nobel voert
de H.O.V. uit een bewerking van 3 liederen
van G. Azn. Bredero.
VERKEER DOOR DE NOORDERSLUIS.
In de afgeloopen maand werden door de
Noordersluis alhier 259 schepen geschut te
gen 242 schepen in dezelfde maand van het
vorig jaar. Van af 1 Januari bedroeg het aan
tal daar geschutte schepen 2214 tegen 2670 in
het jaar 1932.
Opgemerkt kan worden, dat tot heden nog
niet één schip door de Noordersluis gelaten
werd dat te groot was voor de Middensluis.
In de Spaansche sleden is het na de verJcie zingen roerig gebleven. Straatgevechten zijn
aan de orde van den dag. Onze foto toont een opwindend tafereel in het centrum van Madrid
CONSERVATIEVE BRETONSCHE
TONIJNVISSCHERS.
VAN EEN EENVOUDIG CONSERVEERINGS-
MIDDEL WILDEN ZE NIETS WETEN.
In ons blad van Woensdag vertelden wij het
een en ander over de conservatieve wijze,
waarop de Fransche visschers de gevangen
tonijnen behandelen. Uit het volgende zal
blijken, dat hun conservatisme van dien
aard is, dat zij zelfs van een eenvoudig
systeem, dat de oplossing geeft van al hun
moeilijkheden, niets willen weten.
Het systeem Krebs-Alliot omvat een ruim,
dat zorgvuldig op temperatuur wordt ge
houden. Alleen in het dek zijn openingen. De
temperatuur van dit ruim wordt gehouden
op -f 2 gr. beneden en 5 gr. boven door
automatische circulatie van de lucht op een
hoeveelheid ijs, die midden in het ruim in de
lengterichting is geplaatst. Een verwarmd
scherm, geplaatst aan beide zijden van deze
ijsmassa, met verstelbare openingen, ver
zekert een volkomen regelmatige lucht-
circulatie. De lucht, die over ijs is gestreken
heeft hierop alle waterdampen geconden
seerd, die zij bevat bij een temperatuur, hoo-
ger dan die van smeltend ijs. Wanneer deze
lucht nu in het ruim geplaatste visschen af
koelt. stijgt haar temperatuur langzaam en
terwijl haar hygrometrische capaciteit, de
meerdert, droogt de huid der visschen, de
aldus geabsorbeerde waterdampen worden
onbeperkt op het ijs gecondenseerd en men
verkrijgt aldus een droge atmosfeer, uitste
kend geschikt voor het bewaren van visch.
De tonijnvisschers Rospico waarop een
Krebs-Alliot-ruim is geïnstalleerd, heeft de
gevangen tonijnen steeds in goeden staat
aangebracht, evenais de Pod-Parc-Holl, die
een dergelijk ruim bevat. Bovendien heeft de
tonijnmarkt van Concarneau een attest af
gegeven, waarin verklaard wordt, dat de
volgens dit systeem behandelde tonijnen
meer dan 15 dagen bewaard kunnen worden.
De grootste voordeelen van dit systeem
zijn: eenvoud, geen defecten aan installaties
en lage aanschaffingskosten. Deze laatste
voorwaarde is absoluut noodzakelijk voor de
zeil-visschersvaartuigen. die slechts weinig
kapitaal vertegenwoordigen en bovendien
slechts gedurende vijf maanden van het jaar
gebruikt worden.
De visschers moeten er niets
van hebben.
Dezer dagen hebben de visschers van Con
carneau (Bretagne) vergaderd over het al of
niet invoeren van de koelkamers Gebs-Alliot.
Er werd eerst lang gedelibereerd en daarna
ging men stemmen. Het resultaat was ver
rassend: 82 tegen, 2 blanco.
De tonijnvisschers van Concarneau gaan
dus voort, hun tonijnen op het dek hunner
schepen op te hangen; zij willen liever het
risico blijven loopen. de helft van hun vangst
overboord te moeten gooien, dan door over
productie een waardevermindering van het
product te veroorzaken.
De Pêche Maritime hekelt de Bretonsche
visschers geducht. Het blad zegt, dat het niet
aangaat, steeds meer contingenteering te
eischen om een kleine hoeveelheid conserven
zeer duur te verkoopen. Immers om te ver-
koopen, moet men koopers hebben en die
blijven weg, wanneer de prijzen kunstmatig
hoog worden gehouden.
UITBREIDING SCHOENENMAGAZIJN
STERK.
Dezer dagen is gereed gekomen de verbou
wing van het schoenenmagazijn van den
heer Sterk, Zeeweg 105. Door deze verbou
wing, die werd uitgevoerd door de heeren
Wierda en Sterk Jr., heeft het winkelpand
veel aan ruimte en aanzien gewonnen.
De winkel beschikt thans over twee flinke
etalage-ramen en door de grootere winkel
ruimte is een betere service mogelijk ge
worden, zoodat in de eerste plaats de klanten
van de verbouwing profiteeren, Het woon
vertrek achter den winkel is ingericht als op
slagplaats voor het schoeisel, waarvoor in
den winkel geen plaats meer is. Hierin ligt
tevens opgesloten, dat de heer Sterk een
grooten voorraad en dus ook een groote keus
heeft.
De gevel is geheel nieuw opgetrokken en
verhoogt niet weinig het aspect van den
Zeeweg.
VERKEERSONGEVALLEN.
Op de Koningin Wilhelminakade heeft een
aanrijding plaats gehad tusschen een visch-
auto. bestuurd door van der L. alhier en een
motorrijwiel, bestuurd door B. eveneens al
hier. De oorzaak van deze aanrijding was, dat
de bestuurder B. niet voldoenden voorrang
had verleend bij het uitrijden van de Cron-
jéstraat naar de Koningin Wilhelminakade,
toen de vrachtauto passeerde. Het motorrij
wiel werd hierbij licht beschadigd. Persoon
lijke ongevallen kwamen niet voor.
De schade was gering en wordt onderling
geregeld.
Op den hoek van de HuygensstraatSnel-
liusstraat had een aanrijding plaats tusschen
een motorrijwiel, bestuurd door K. alhier en
een auto, bestuurd door van D. te Velsen.
Door deze aanrijding was het stuur van het
motorrijwiel ontzet, terwijl het duozadel be
schadigd was. Persoonlijke ongelukken had
den niet plaats.
De politie stelt een onderzoek in.