HET NIEUWE AVONDBLAD Hevige brand aan den zeekant. Werd er op de „Rijnstroom" te hard gestookt? '18e JAARGANG No. 354 WOENSDAG 27 DEC. 1933 IJMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2y2 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.— bij algeheele invaliditeit; 600.— bij overlijden; 400.— bij verlies 7an een hand, voet of oog; 250.— bij verlies van een duim? 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoor-, tram- of autobusongeval; 5000.— bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000— bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van j 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autbbusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. IJMUIDEN Getuigen bevestigen het. „De veiligheid vast en boven de roode streep." De Raad voor de Scheepvaart te Amster dam heeft onder leiding van prof. B. M. Ta verne het onderzoek voortgezet naar de klacht, welke is ingediend door een gewezen machinist van den stoomtrawler „Rijn stroom" IJm. 86 tegen den kapitein van dit vaartuig ter zake van het eischen, althans bevorderen of toelaten, dat op dezen stoom trawler in den zomer van 1933 de veiligheid van den stoomketel werd vastgezet en dat boven de roode streep werd gestookt. Tot hen, die thans in deze zaak gehoord werden, behoorde wederom de machinist, die in het Huis van Bewaring is gedetineerd naar aanleiding van de bekende zaak van het wegbrengen van de „Spaarnestroom", als ook een tweede man, die wegens dit misdrijf in voorarrest zit. Deze 21 jaar oud had op de „Rijnstroom" als stoker gediend. Laatstgenoemde verklaarde dat op een der reizen van de „Rijnstroom" tijdens het vis- schen met z.g. Fransch patent, de spanning van den ketel tot 19 atmosferen was opge voerd, of wel 7 atmosferen boven den maxi mum druk. Getuige had dit geconstateerd op zijn wacht, op een dag in Augustus, des mor gens te half zes of zes uur. Hij was toen naar het dek gegaan om te waarschuwen. Er werd toen geantwoord: Even wachten, eerst den boel klaarmaken! De machinist, die in zijn kooi lag, ïs toen naar de stookplaats gegaan. Volgens getuige is het de machinist geweest, die de veiligheid had vastgezet. De machine maakte 20 toeren meer dan normaal. Zelf is getuige ook wel aan de veiligheid geweest, doch alleen om de belemmeringen los te kloppen, zoodat de spanning verminderde. Gedurende de eerste reizen van de „Rijnstroom" werd de veilig heid met behulp van een stukje hout vast gezet; volgens getuige kon de druk daarme de tot 15 atmosferen worden opgevoerd. Gedurende de bewuste reis zijn de doppen van de veiligheid los gemaakt en deze is daarna vastgezet met behulp van een beugel en een bergplaat Het losmaken van de dop pen geschiedde gewoonlijk dadelijk nadat het schip buiten de pieren was. De schipper was aldus getuige van dat alles op de hoogte. Als hij zei dat ér meer slagen gemaakt moesten worden en ik hem antwoordde dat er dan boven de roode streep gestookt moest worden, zei hij: Dan stook je er maar boven! De hem aangewreven beschuldiging dat hij dienst zou hebben geweigerd, wees getuige van de hand. Hij had alleen tegen den schip per gezegd: Als ik een extra sneedije brood krijg, krijgen de vuren een extra schepje! Het feit, dat er boven den maximum druk gestookt werd, was, naat get. verklaarde, ook den reeder bekend. Dat gebeurt trouwens vrijwel op alle trawlers, aldus deze getuige, die nog aan deze verklaring toevoegde dat de beugel, waarmee de veiligheid wordt vastge zet, niet speciaal wordt weggestopt. Hij wordt soms zoo maar in een kast gegooid. Over de controle door het Stoomwezen zou get. ook nog wel wat kunnen zeggen. De machinist betwistte, desgevraagd, de juistheid van de uitlating van den stoker dat hij op de bewuste reis de veiligheid heeft vastgezet. Het afhalen van de koppen ge schiedde op order van den schipper en den ree der. Het lid van den Raad, de heer Wij denaar: Zat er tusschen jullie en den reeder niet een beetje kwaad bloed? 't Is wel een beetje gek, dat jullie plotseling niet meer boven de roode streep wilden stoken, terwijl het vroeger ge regeld werd gedaan. De tweede getuige ontkende dat er van een bepaalde grief tegen den reeder sprake was, wel heeft hij grieven in de zaak van de „Spaarnestroom", waarover hij te bevoegder plaatse nog de noodige mededeelingen zal doen. Nadat nog een matroos van de „Rijnstroom verklaard had, te weten dat op dezen traw ler boven de roode streep werd gestookt, werd gehoord iemand uit Katwijk-Binnen, kruidender en waarnemend reeder van de „Rijnstroom". Aangezien hij. ten nauwste bij deze zaak is betrokken, werd hij niet onder eede gehoord, doch kreeg een ernstige waar schuwing om de waarheid te zeggen. Hij deelde mede dat zijn vader en diens neef de eigenlijke directeuren waren. Dat op de „Rijnstroom" boven de roode streep werd gestookt, was hem naar hij zeide niet bekend. De machinist zeide. desgevraagd, dat voor het vertrek van de „Rijnstroom" de schipper, in het bijzijn van den Katwijker gezegd heeft: Als we niet boven de roode streep kunnen stoken, kunnen we wel thuis blijven. De Katwijker: Daar weet ik niets van; ik weet weï dat de machinist flink, kan lie gen. Ik weet ook niet dat er op de „Rijn stroom" een beugel was; ik weet niet eens hoe zoo'n ding er uitziet! De voorzitter: Dat is anders wel heel vreemd; ik kan u verzekeren dat er zoo'n ding aan boord was! Nadat tenslotte het geven en weer intrek ken van het ontslag aan den stoker nog ter sprake was gekomen, werd besloten, zulks mede op verzoek van den inspecteurgeneraal voor de Scheepvaart, den heer C. Fock, dat nog nadere getuigen zullen worden gehoord. DE WEDSTRIJD V. S. V.— D. S. V. '04 IN HET GEDRANG. TEGENWERKING VAN POLITIEKE ZIJDE. Er is over den j.l. Zondag door V.S.V. tegen de Düsseldorfer Sportverein '04 gespeelden wedstrijd heel wat te doen geweest. Het begon al met een hetze van de zijde der O.S.P. die een pamflet de wereld in zond, waarin den voetballiefhebbers verzocht werd, den wed strijd niet te bezoeken. Of dit pamflet uitwer king heeft gehad, valt natuurlijk moeilijk te zeggen, maar ongetwijfeld is het bezoek voor het bestuur van V.S.V. een teleurstelling ge weest. In verband met geuite dreigementen was er Zondagmiddag veel politie op het terrein. De Duitschers hebben tijdens hun verblijf alhier voortdurend onder politietoezicht gestaan. Er hebben zich echter nergens incidenten voor gedaan. Aangezien gevreesd werd, dat er sar botage gepleegd zou worden is het terrein van V.S.V. in den nacht van Zaterdag op Zondag voortdurend bewaakt geweest. EEN MONOPOLIE VOOR IJMUIDEN. HAVEN VOOR AANVOER VAN VREEMDE VISCH. De minister van oeconomische zaken heeft bepaald, dat de aanvoer van versche, ge koelde of bevroren zeevisch met uitzondering van haring, door vreemde visschersschepen alleen zal kunnen geschieden te IJmuiden WEDEROM SUCCESSEN DER KENNEMER PLUIMVEE- VEREENIGING. THANS BIJ ORNIS TE AMSTERDAM. De Kennemer Pluimvee Vereenigïng, die de laatste weken op eenige pluimvee-tentoon stellingen reeds tal van successen boekte, was met 35 inzendingen vertegenwoordigd op de groote nationale tentoonstelling van „Ornis" te Amsterdam, welke 24, 25 en 26 December gehouden werd in de concertzaal van „Artis". De tentoonstelling omvatte 1250 nummers, zoodat de concurrentie ook hier groot was. Het resultaat van de leden der K.P.V. was als volgt: Jac. Scheeres 4 inzendingen: 3 eerste, 1 tweede, 4 eereprijzen. H. L. Wisman 10 inzendingen: 3 eerste, 3 tweede, 1 derde, 5 eereprijzen, 1 Z.E.V. J. Verzijlbergh 6 inzendingen: 2 eerste, 1 tweede, 2 derde, 2 eereprijzen. Tj. Kamstra 4 inzendingen: 1 eerste, 1 derde, 1 vierde, 1 eereprijs, 1 Z.E.V. T. Hogerhout 7 inzendingen: 6 eerste, 1 tweede, 5 eereprijzen. H. Groen 4 inzendingen: 1 eerste, 3 tweede prijzen. PROPAGANDA-AVOND C. D. C. Zaterdagavond vond in „Het Wapen van Velsen" een propaganda-avond plaats van het Centraal Drankweer Comité in de ge meente Velsen. Deze avond, die terecht een kunstzinnige propaganda werd genoemd, mag in alle opzichten geslaagd heeten. Nadat mevrouw MiedemaZondervan een kort openingswoord had gespro ken bracht eerst mevrouw Van PelDonse laar een drietal liederen ten gehoore. Het applaus bewees, dat het gebodene ten zeerste werd gewaardeerd. Hierna voerde de heer C. Tol, met begeleiding van den heer Sam Vlessing eenige vioolnummers uit, waarop eveneens een krachtig applaus volgde. Als spreker trad daarna op Ds. Van der Heide. Spreker vertelde allereerst, wat hem tot de drankbestrijding had gebracht. Ter- wille van zijn medemensehen heeft spreker den strijd tegen het alcoholisme aanvaard. Is het in deze donkere tijden noodig. den strijd tegen de heerschende drinkgewoonten vol te houden?, vroeg spreker. Wil men den toe stand verbeteren, dan is het noodig, al dat gene wat deze verbetering in den weg staat, uit te bannen. Met een krachtige opwekking, om den alcohol, die door spreker een der machtigste hinderpalen op den weg naar vrede en vrijheid werd genoemd, uit te bannen besloot Ds. Van der Heide zijn met veel aandacht gevolgde rede. Na de pauze, waarin een verloting ten bate van het C.D.C. werd gehouden, zong mevrouw Van PelDonselaar nog eenige liederen en kwamen ook de heeren Tol en Vlessing nog eenmaal de aanwezigen met hun mooie mu ziek in verrukking brengen ONDERZOEK NAAR „SPOORHOUT" BEGONNEN. De commissie uit de Tweede Kamer onder voorzitterschap van oud-minister Van Dijk. aan welke is opgedragen het instellen van een onderzoek naar de N.V. „Spoorhout" en het grindbaggerbedrijf der Nederl. Spoorwegen te Linne, heeft haar arbeid aangevangen Etablissementen van den heer Jochems een prooi der vlammen. Honderddertig houten kampeertenten vernield. Het tentenkamp na de verassching. Op den eersten Kerstdag des avonds onge veer half aoht teekende zich een felle gloed af tegen de vochtige avondlucht. Over het des zomers zoo levendige strandgebied, cTat thans geheel verlaten lag, welfde zich een rood gekleurde hemel en tot op zeer grooten afstand waren huizen en straten verlicht. Het rustige parkeerterrein baadde in een zee van licht. Brand in den jeugdherberg zoo luidde het eerste bericht. Maar dit bericht bleek onjuist te zijn. Toen we ongeveer een kwartier na dat de brand gealarmeerd was, ter plaatse kwamen stond de jeugdherberg ongerept in z'n wintersche eenzaamheid. Maar op onge veer 100 M. ten Zuiden van den jeugdherberg stond het etablissement van den heer Jo chems in lichte laaie. Een hevige vuurgloed steeg uit het houten gebouw op en een fon- kenregen vloog knetterend hemelwaarts. De brandweer die spoedig ter plaatse was, had de autospnit zoo dicht mogelijk bij het brandende gebouw gereden, maar dit had geen doel. Er is wel een 3-duims waterleiding in de nabijheid, echter is er geen gelegen heid daarop een standpijp aan te sluiten, zoodat de eenige „waterbron" was de Haring haven, die op ongeveer 1 K.M. verwijderd ligt. De brandweer kon derhalve niets uitrichten; bovendien al zou men het water van de Ha ringhaven aangevoerd hebben, dan zou dooi den afstand de druk zoo gering zijn, dat slechts een zeer bescheiden straaltje gepro duceerd zou kunnen worden. Later heeft men toch een slang uitgebracht, om zoo noodig te voorkomen, dat de brand zich langs de helm beplanting zou uitbreiden tot den jeugd herberg. Het houten gebouw, dat in het zomersei zoen als winkel gebruikt wordt, brandde hoe langer hoe feller en spoedig lekten de vlam men aan de twee andere houten gebouwen die in de nabijheid staan. Honderddertig zomer verblijven in brand. In een dezer gebouwen lag een deel van het tentenkamp opgeslagen. Honderddertig zomerverblijven van de vaste bezoekers van het kampeerterrein lagen hier, uit elkaar ge nomen, opgestapeld. Er waren er heel een voudige getimmerten en - ook gebouwtjes, waaraan veel zorg was besteed en die be schouwd kunnen worden als het resultaat van veel arbeid, door de zomergasten in vrijen tijd verricht. Dit alles, tenten ter waar de van 50 of 100 gulden, maar ook van 500 gulden of meer was ook spoedig in een vlam menzee gehuld. Van het fel brandende as phalt vlogen zwarte rookwolken omhoog, hou ten schotten brandden als spaanders, asbest- pla-ten bogen zich in de geweldige hitte. Hui- zenhooge vlammen en een hevige vonkenre gen steeg uit de brandende massa omhoog. Men had uit de „toko" nog het een en ander kunnen redden; ook was een auto in veilig heid gebracht; uit de beide andere gebouwen kon echter niets gered worden. Een vierde groote schuur, eveneens gevuld met zomer huisjes, die op ongeveer 20 M. van de bran dende ruïne stond dreigde eveneens in brand te zullen geraken. Deze kon behouden wor den doordat men het dak met xand bestrooi de. Zoo langzamerhand stortten de branden de getimmerten gedeeltelijk in en ontstond één fel brandende massa, die een ontzettende hitte verspreidde. Ook eenige houten W.C.'s, toebehoorende aan de gemeente en die, zoo wij vernamen, niet verzekerd waren, geraak ten in brand. Op dit tijdstip werd de toestand even kri tiek, doordat de helmbeplanting vuur vatte. De brandweer wist echter met zand alle ge vaar voor den jeugdherberg en het nog dich ter gelegen rijksgebouw te bezweren. De hevige vuurgloed aan den hemel had tal van IJmuidenaren in hun Kerstfeestviering gestoord en menige Kerstboom werd in den steek gelaten voor het kerstvuur aan den zee kant. Op de omliggende duinterreinen ston den honderden menschen het grootsche doch angstwekkende vlammenspel gade te slaan en reeds toen het al een uur en langer had gebrand, kwamen nog veie, clie zich de lange wandeling hadden getroost om den brand van nabij te aanschouwen. Om half tien ongeveer, dus twee uur na het uitbreken van den brand nam het vuur zichtbaar af en een half uur later hadden de vlammen al het binnen hun bereik zijnde voedsel tot him prooi gemaakt. Een gebro ken lichtmast, veranderd in een stuk houts kool stak uit de puinhoopen van verwrongen emmers en resten van huisraad omhoog. De puinhoopen bleven echter nog fel door branden. Telkens golfde de vuurzee op en aan de blauwe vlammen, die zich op vele plaatsen vertoonden was merkbaar, dat er vele spiritusflesschen of spiritusbranders, be hoorende tot de inventaris der opgeborgen tentjes, een ontijdig einde hadden gevonden. Langzamerhand nam het vuur af. Om aTle verdere gevaar te voorkomen, heeft de di rectie van het Staatsvisschershavenbedrijf een zestal arbeiders aan het werk gezet en de smeulende resten onder het zand doen scheppen, waarmede men tot des nachts half drie bezig is geweest. De autospuit ondervond bij het inrukken nog al moeilijkheden van den ijsel die zich op den wagen en de straat had gezet. De schade, door den brand veroorzaakt, is zeer aanzienlijk. De 130 zomerhuisjes, die voor rekening van de eigenaars door den heer Jochems waren opgeslagen, vertegenwoor digden een waarde van omstreeks 20.000 gul den. Hierbij komen nog de bezittingen van den heer Jochems. zoodat we niet ver mis zullen zijn als we de totale schade schatten op 25 a 30.000 gulden. De zomerhuisjes zijn verzekerd en ten deele ook de eigendommen van den heer Jochems. Omtrent de oorzaak tast men in het duis ter. In den loop van den dag was men nog in het gebouw geweest. Toen werd niets ver dachts opgemerkt. Toen de brand door de bewoners van den jeugherberg en eenige vlet- terlieden werd ontdekt-, was niemand in het gebouw aanwezig. Op het terrein van den brand merkten wij o.a. den heer C. Oud, directeur van het Staats visschershavenbedrijf en den heer D. de Rid der. commissaris van politie. De leiding dei- brandweer, die „in den droge" heeft gewerkt, berustte bij den heer A. de Wit, commandant. DE HARMONIE „CONCORDIA" JUBILEERT. 1894—1934. 't Moet gezegd, het- seizoen 19331934 is voor de plaatselijke vereenigingen wel een jubelseizoen. Na Nieuw-Hosanna, Wilhelmina, IJmuiden's Mannenkoor, is thans de oudste harmonie- vereeniging ter plaatse, het allen IJmuide naren zoo welbekende Concordia, aan de jubileum-beurt. Wat eerbiedwaardigheid van lengte van dagen aangaat klopt dit jubileum alle andere. Dat zoo'n 40-jarig bestaan een feit van be teekenis is, heeft ons de onthulling van een reeks muziekfestijnen in den vorm van een groot nationaal concours bewezen en dat met een feestconcert in Januari a.s. te geven, ge vierd zal worden. Als stichter en oprichter van het corps moge d-e naam van den heer L. Oostveen in leven muziekonderwijzer ter plaatse, genoemd worden. Twee leden zijn van Februari 1894 af nog steeds actief dienend (en dit in de volsten zin des woords). Het zijn de heei-en K. Meyer de ijverige voorzitter en Jan Böhm. Daarnaast vallen in het corps nog meer merkwaardige feiten te memoreeren. De heeren Jan Dekker, Wm. Broek. Gl. Krab en Corn. Tol zijn dan 25 jaar lid terwijl de populaire dirigent, de heer Sam Vlessing een evenzoo langen tijd het leidersschap over Concordia voert. Voor hem heeft de jubilaresse dirigenten gehad, wier namen in de ooren van Oud- IJmuidenaren een bekende klank hebben. Kort na haar oprichting ontviel de oprich ter, de heer Oostveen, aan de vereeniging. In den heer S. C. L. Reijgersberg vond zij toen den man, die zich interesseerde voor de goede ontwikkeling der jonggeborene en die met zijn stuwkracht, organisatie-vermogen, vol harding en groote liefde voor de instrumen tale kunst Concordia door de moeilijke kin derjaren heenhielp, waarvoor hij zich groote financieele opofferingen getrostte. De directeuren waaronder het corps, na schoorvoetend den voet op de eerste sport van Apollo's ladder gezet te hebben, gestadig omhoog klom waren de heeren J. Zwart uit Beverwijk, Nic. Gonlag van IJmuiden en H. W. Hofmeester uit Beverwijk. En daarna de huidige dirigent Sam Vles sing, onder wiens energieke leiding Concor dia beroemd werd en gevreesd als een der geduchtste kampioenen op concoursen en wedstrijden, waarvan Concordia nimmer met ledige handen huiswaarts keerde. Tijdens zijn directie werden alle zilveren lauwertak ken en kransen behaald, waarmede thans het vaandel „beladen" is. Welk een vereenigings-lief-en-leed ligt er verborgen tusschen het eerste concours, waarop Concordia het waagde in te schrij ven (Doesburg 1898) en de topprestaties op de concoursen van Beemster en de Zaan (1926—1928). Het festival te Doesburg bracht voor het toen nog in de kinderschoenen verkeerend corps, dat door den heer Gonlag werd geleid, reeds een succes: men behaalde als eerste prijs in de laagste afdeeling harmonie een „aanmoedïgingsmedaille", „omdat men van zoo heel ver kwam!" Toch is deze thans bijna onoogelijke me daille, die nog prijkt tusschen de schitterende triomfen van la teren tijd, het symbool van moedhouden geweest en de spoorslag naar hooger doel en Inniger vereenigingsleven. Die medaille vroeg om een plaats en het was aan de onvermoeide pogingen van mej. L. Slegtkamp te danken, dat dit symbool de hem toekomende eereplaats kon innemen op een vaandel, dat kort daarna bij een te den Haag gehouden vaandelwedstrijd bekroond werd en ondanks de toenmalige, groote af metingen thans toch te klein geworden is om alle overwinningstropheeën een ''plaats te kunnen bieden. De concoursen, welke Concordia in den loop der jaren ter viering van diverse lustra uitschreef, zijn altijd hoogtepunten van mu zikaal genot geweest. Wij herinneren slechts aan de jaren 1919 en 1929, toen meerdere SAM VLESSING. corpsen van naam in de wedstrijden mede dongen. Ook thans tracht zij zich van de medewer king van verschillende harmonie- en fan farecorpsen te verzekeren, opdat het in Augustus a.s. te geven festijn in alle opzich ten slagen zal. Dat in het corps het vereenigingsleven bloeit en een sterke band de leden van Con cordia bindt, bewijst wel het zelden voorko mend geval, dat zij gedurende de 40 jaren van haar bestaan slechts drie voorzitters verkozen heeft. Het zijn de heeren S. C. L. Reygersberg, Adr. van Vrede en K. Meijer geweest, die haar met den dirigent geleid hebben zoowel door tijden van voor- als tegenspoed. De crises zijn Concordia, als zoovele zuster- corpsen, niet gespaard. Maakte Concordia in 1914, het jaar der mobilisatie, en de daar aan volgende 4 jaren werkelijke rampjaren mede, zij kwam dezen downslag schitterend te boven. Zoo-ook in 1930. toen van de 48 leden door aanhoudend bedanken slechts ongeveer 15 man overbleven. Maar deze kern hield, ondanks trieste opheffings-voorspel- lingen, kranig stand en heeft, daarin ge steund door de leiders het ensemble dat zich weder gestadig uitbreidt, de oude glans terug gegeven. Want IJmuiden kan een corps als Con cordia niet missen. Nooit deden Oranjever- eenigingen. liefdadigheids- en sportorganisa ties tevergeefs een beroep op haar medewer king. Altijd ging Concordia vooraan! Ook haar Willemsplein-concerten in dien goeden ouden tijd, dat IJmuiden nog in meerderheid uit een muzïekminnend publiek bestond (slechts 10-15 jaar jaar terug!) en geen politie-toezieht noodzakelijk was om de herrie tijdens de openluchtuitvoeringen te voorkomen, brachten haar met de burgerij in nauw contact, deden haar in het plaat se"! jk muz/ek'-- en een belangrijke positie in nemen. Dat zij die „the goed old" is die plaats nog lang met eere mag blijven bezetten! W.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1933 | | pagina 1