HET NIEUWE AVONDBLAD IJMUIDEN ■18e JAARGANG No. 359 WOENSDAG 3 JANUARI '34 JMUIDEP COUPANT ABONNEMENTEN: per week 10ets., per maand 40 cents plus 2l/2 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden - Telef. 521 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIEN: 1—5 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededee'.ingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra. zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorgaarden, die van tijd tot tijd gepubliceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn kosteloos verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen: 2000.bij algeheele invaliditeit; 6C0.— bij overlijden; 400.— bij verlies van een hand, voet of oog; 250.bij verlies van een duim; 150.— bij verlies van een wijsvinger; 100.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 100.— bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.bij verlies van een anderen vinger. Tenge volge van spoortram- of autobusongeval; 5000.bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.bij overlijden van den man alleen; 2000.— bij over lijden van de vrouw alleen Opvarenden van visschers-, marine-vaartuigen enz. 400.'bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e* zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-Bank te Schiedam. Vier Dapperen. Het oude jaar, waarvan zoowat niets goeds getuigd wordt, heeft zich op 't laatste nippertje nog eenigszins gerehabiliteerd door de vlucht der vier Pelikanistenin vier dagen naar Indië, in vier dagen weer terug. Dat zoovele duizenden enthousiasten uren kou en nattig heid op Schiphol getrotseerd hebben, alleen om het oogenblik van de aankomst bij te wo nen, is geen wonder, want de koelbloedige moed van kerels-als-deze steekt velen, die in dezen tijd h'eelemaal aan den mensch zijn gaan twijfelen, weer een riem onder het hart. Wat die vier gepresteerd hebben is onmisken bare durf, gepaard aan stugge energie. Niets op af te dingen. De geestdrift, van die duizen den bewijst dan ook, dat het artikel Echte Moed nog altijd hoog genoteerd staat, dat men weet te onderscheiden en te erkennen. En wat zou de dichter der bekende regelen, beslui tend met „macht'loos, miss'lijk nageslacht" hiervan zeggen, als hij nog leefde? Hij zou ze haastig inslikken! Ook lijkt het mij een goede beurt, een minstens-gelijkwaardige beurt te genover Cl die beroemde, dappere voorvade ren, die ons op school al tot vervelens toe voor gehouden werden met de implicatie: „Dat lappen we 'm toch nooit meer". Zoo, droge scribenten van droge geschiedenisboekjes: lapt het nageslacht 'm dat niet meer! Alle respect, hoor, voor Heemskerk en Barendtsz. Columbus en Vasco de Gama, Montgolfier en Lilienthal ik pik er maar willekeurig wat uit maar om kerels met stalen moed en stalen wils kracht te ontmoeten hoeven we heusch niet in jullie taaie opsommingen te gaan zoeken. Wij kennen ze in levenden lijve. Het moge dan waar zijn dat de menschheid er niet veel op is vooruitgegaan in den loop der eeuwen achteruitgeboerd zijn we toch zeker en vast ook niet! Wel praten we te veel bij zoo'n gelegenheid. De radio-humorist, die toen de Pelikaan bij eerste aankomst weer verdween daarvan als verklaring gaf, „dat de bemanning gehoord had dat er elf sprekers gereed stonden eh daarom maar liever weer vertrokken was", gaf een goed woordje critiek ten beste. Al deed hij het in den neutralen vorm van een mop. Zou men het niet eens zoover kunnen brengen dat er bij zulke gebeurtenissen één kort en krachtig woord wordt gesproken? meer niet? Ik zou zelfs de hoop willen uiten dat het de volgende maal die wellicht spoe dig genoeg komen zal moge gebeuren door de Koningin zelf. Een der redenaars heeft gezegd dat wij lee- ken natuurlijk niet bevatten kunnen hoeveel tegenslag en moeilijkheden Smirnoff, Soer, Beukering en Grossfeld hebben moeten over winnen. Dat is waar, maar we hebben er toch wel een heel scherpen indruk van gekregen door de moeilijkheden van de landing-in-den- mist, door de spanning die ruim een half uur lang heerschte nadat de motoren van de Peli kaan voor 't eerst hun geroffel boven Schip hol hadden doen hooren. En de reeds betrek kelijk velen onder ons, die als passagier uren lange vliegtochten in slecht weer hebben ge maakt en toen al respect gevoeld voor de koel bloedigheid en zekerheid der bemanning, kun nen er zich alweer heel wat -meer van voor stellen dan anderen. Harde kerels heb je ervoor noodig", heeft de_K L. M.-directeur Plesman mij eens gezegd. „IJzeren kerels". Die heeft hij. De vier mannen van de Peli kaan zijn trouwens de eenigen niet. Op een gansche keur van dappere, volhardende ka reis kan de K. L. M. vertrouwen. Als de Neder- landsche luchtlijnen zulk een groote reputatie in de wereld verworven hebben moet dat zeker niet alleen aan de organisatie maar ook, en in niet minder groote mate, aan de beman ningen worden toegeschreven. En dan niet aan waaghalzerij, aan bravoure, maar aan stug ge vastberadenheid, aan vakbekwaamheid, aan „moed, beleid en trouw". Ieder volk heeft in zijn eigen volkskarakter sterke en zwakke punten. Tot onze sterkste hebben altijd daden als deze behoord. De luchtvaart heeft de Nederlandsche moed en doorzettingsvermogen, vroeger door de zeevaart al vermaard geworden, een nieuwe openbaring gegeven. En die zeevaart is er ook nog! Toen op den kouden Oudejaarsavond zoovele honderdduizenden landgenooten, be- hagelijk in hun warme, gezellige huiskamers gezeten, via de radio de Nieuwjaarswenschen hoorden van de bemanningen van een einde- looze reeks Nederlandsche schepen, die op dat oogenblik overal op de wereldzeeën vertoefden, moeten zij daar toch wel eens even aan ge dacht hebben. Daar zijn, naast de vier dappe ren van de K. L. M., duizenden andere moedige kerels die rustig en onopgemerkt hun taak vervullen, die ver van het veilige, rustige va derland de elementen het hoofd bieden en er. zonder record en dus zonder toejuichingen en speeches, niet tegenop zien een moeilijk en gevaarvol bestaan te blijven leiden. Neen, we behoeven er geen geschiedenis boekjes voor op te slaan Daar is kern, en pit, en durf volop! R. P. „DE VELSER HUISVROUW". Het eerste nummer van 1934 van „De Velser Huisvrouw" vermeldt, dat Donderdag 11 Ja nuari in café Kennemerhof een demonstra tie zal plaats vinden met wasehmachines. Maandag 29 Januari wordt in 't Vacantie- koloniehuis door mej. Menagé Challa een voordrachtmiddag gehouden. Uit het korte overzicht van het bestuur blijkt, dat het aantal leden der afdeeling se dert de oprichting is gestegen van 150 op 225. In het blaa'dje is het huishoudelijk regle ment afgedrukt. HET JUBILEUM VAN IJMUIDEN'S MANNENKOOR. HET JUBILEUMCONCERT. Wij ontvingen het programma van het ju bileumconcert, dat IJmuiden's Mannenkoor, directeur de heer H. J. Arisz Woensdag 10 Januari in Thalia zal geven ter eere van zijn 25jarig bestaan. Het spreekt vanzelf, dat het programma meer is dan een programma alléén. We vin den er allereerst in vermeld de namen van de leden van het eerecomité en zien, dat dit be staat uit de volgende heeren: Mr. F. J. L. E. Rambonnet, burgemeester van Velsen, voorzitter. J. C. Dunnebier, Wethouder, IJmuiden. G. Duyckinck Sander, oud-directeur Gem. Visscherijschool, Velsen. G. F. Haak, eerelid IJmuiden's Mannenkoor, IJmuiden. J. H. A. Kruimel, voorzitter Raad van Com missarissen, N.V. Ver. Kon. Papierfabrieken, Bloemendaal. A. J. van Leursen, arts. Velsen. A. A. Oosterwijk, arts, IJmuiden-Oost. C. Oud, directeur Staatsvisschershavenbe- drijf, IJmuiden. Ir. F. Thiel, directeur N.V. „De Vem", IJmuiden. J. L. Uitzinger, directeur N.V. IJmuider Vischhandel. H. Glastra Co, IJmuiden. In een voorwoord geeft het bestuur een kort overzicht van het wel en wee van het koor tijdens zijn bestaan. Dank wordt ge bracht aan de oprichters, „de pioniers op het gebied van mannenzang hier ter plaatse", aan wijlen den heer N Gonlag, de eerste di recteur der vereeniging, die van de oprichting af tot 1925, toen zijn gezondheidstoestand hem noodzaakte als directeur te bedanken, den directeursstaf zwaaide. „Hij toch was de geestelijke vader van IJ.M.K. en zijn capaci teiten als musicus en zijn groote gaven als mensch heeft-hij steeds en volledig ten dien ste gesteld aan IJ.M.K.", aldus lezen we. Herinnerd wordt aan het 10-jarig bestaan, dat gevierd werd met het houden van een concours voor solo en dubbelkwartetten, dat een buitengewoon succes werd. Bij dit jubi leum werd de heer W. A. Dolleman als be schermheer geïnstalleerd. Toen de vereeniging zich door het bedan ken van den heer Gonlag voor de moeilijke taak gesteld zag, een opvolger te benoemen, heeft zij na eenige aarzeling haar keus ge vestigd op den heer H. J. Arisz. Deze moest zijn sporen op het gebied der zangkunst nog verdienen, zoo lezen we, doch IJ.M.K. kan zichzelf feliciteeren, daar het gebleken is, dat de keus een zeer goede is geweest. De bezielende leiding welke van den heer Arisz uitgaat en zijn groote capaciteiten als diri gent hebben het koor gebracht op de hoogte, welke het nu nneemt. En telkens, wanneer de heer Arisz zich op wedstrijden onder scheidt, met ons, of één van zijn andere ver- eenigïngen, komt het trotsche gevoel bij ons boven, dat het onze vereeniging was, welke hem in staat stelde, zijn gaven verder te ont plooien. De band, welke zich hierdoor tus- schen directeur en leden heeft gevormd, zal dan ook voor nog vele jaren sterk genoeg bliiken te zijn. Verder wordt dank gebracht aan de eere leden, de oprichting van het knapenkoor ge memoreerd en herinnerd aan de successen, behaald op concoursen en festivals. Het programma luidt als volgt: I. Opening. 2. Feestlied, H. J. Arisz. 2a. Morgenstemming, Theo v. d. Bijl. 3. Opvoering van „Een Bruilofsnacht" door „De Operette Sanghers", directeur Dick Wei man. En na de pauze: 4. Gelegenheid tot complimenteeren. 5. Gesang der Pilger bei der Heimkehr, Rich Wagner. 5a. In Epiphania Domini, Neumann. Na afloop is er bal. Het feestlied, opgedragen aan het koor ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum volgt hieronder: Hoog klinke ons lied op het zilveren feest; Ons lied aan den koorzang gewijd, En moge het zijn als een jub'lend aceoord; Dat spreekt tot ons allen in klank en in woord; Van nu en vervlogenen tijd. Vol dank aan IJmuiden, aan u burgerij. Zij dit lied op dit heugelijk feest. Gij steundet ons streven door woord en door daad; En mede door u zijn wij sterk en kordaat In 't kampveld der koren geweest. Wij heffen omhoog onze schoone banier, Symbool onzer eenheid en kracht, En zijn thans de tijden ook moeilijk en zwaar, Geschaard om ons vaandel klinkt luide en klaar: Wij weten dat eendracht is macht. Blij schalie ons lied op het zilveren feest, Tot ver over duinen en ree, Wij zongen van vreugde, wij zongen van smart, Doch altijd een lied uit het Hollandsche hart, Lang leve de koorzang hoezee! BROEDERLIEFDE OP ZEE. EEN IJSLANDSCHE TRAGEDIE. De Duitsche stoomtrawler „Konsul Dub- bers" is dezer dagen in Aberdeen binnenge komen met een bemanning aan boord die zes man kleiner was dan die waarmede de trawler was uitgevaren. De bemanning van dezen Duitschen trawler deed heldhaftige pogingen om de opvarenden te redden van den te Aberdeen thuisbehoorenden stoom trawler „Margaret Clark", terwijl dit vaar tuig op de rotsen van de Zuidkust van IJs land was geworpen. Een treurspel, een verhaal, dat getuigde van den grooten heldenmoed van de opva renden van den Duitschen trawler werd ver teld door deze dappere mannen, een verhaal, dat overschaduwd werd door de onbekend heid met het lot van hun kameraden, die in zee werden geworpen doordat de scheeps- boot. bij een poging om de opvarenden van de „Margaret Clark' te redden, omsloeg. Vier man kwamen veilig aan wal, omtrent het lot van de beide anderen is men onzeker, maar men vreest, dat zij verdronken zijn. Een dei- vermisten is een broer van den schipper en vader van een der andere opvarenden. De eerste machinist van de Konsul Dub- bers", die goed Engelsch spreekt, vertelde een hartroerend verhaal van de redding, aldus The Fishing News. Het was in den morgen, vertelde hij, dat wij de „Margaret Clark" op de rotsen zagen zitten. De bemanning be vond zich aan dek en voordat we onze boot uitzetten, stoomden we zoo dicht mogelijk naar de plaats waar de trawler op de rotsen zat. Er liepen zware zeeën, en het kleine bootje liep,gevaar in de branding te zinken. Zoo gevaarlijk werd het, dat de boot terug moest keeren. Toen ze op den terugtocht naar de „Konsul Dubbers" waren deed de aanblik van de bemanning van den op de rotsen geslagen trawler, die de pogingen van de zes man in de kleine boot om bij hen te komen in hoop en vreeze gadesloeg, hen be sluiten nogmaals een reddingspoging te on dernemen en opnieuw trachtten de dappere kerels den gestranden trawler te bereiken. Maar weer won de hevige branding den strijd Het bootje moest terugkeeren. Op dat oogenblik stelden de eiland-bewo ners aan den wal pogingen in het werk om de bemanning in veiligheid te brengen en daar de Duitsche trawler niets meer kon doen, ging men de vischgronden opzoeken, waar men gedurende den nacht bleef. Drie man overboord. Den volgenden morgen keerde de ..Konsul Dubbers" naar de plaats van de schipbreuk terug. Ofschoon men niemand meer aan boord van den Engelschen trawler opmerkte, werd toch besloten een boot over te zenden om te zien of er nog volk aan boord was. De storm woedde met onverminderde kracht en er liep een hevige branding toen de boot haar gevaarlijke reis begon. De boot was juist op het punt, den gestranden trawler te en teren toen een groote golf overboord kwam en drie man in zee werden geworpen. Geluk kig waren het allen goede zwemmers en zij slaagden er in, veilig aan land te komen. De drie man,'die in de half met water gevul de boot waren gebleven, voerden een zwa- ren st .jd, maar ten slotte werden zij aan een aan de winch van de „Konsul Dubbers" vast gemaakte stalen tros teruggetrokken zonder dat zij er in waren geslaagd aan boord van den Engelschen trawler te komen. Maar weer gebeurde een ernstige tegenslag. De lijn schoot uit en andermaal kwam de boot in de branding, waar zij omsloeg. De drie man ge raakten te. water. Twee van hen zijn ver moedelijk verdronken. De derde zwom naai de scheepsboot van de „Margaret Clark" die dicht bij hem ronddreef en slaagde er in in de boot te klimmen. Er werd later gerappor teerd, dat hij aan land was gespoeld en men hem bijna bevroren op den bodem van de boot had gevonden. Hij herstelde echter door de goede zorgen van de IJslanders. Zoo hevig was de koude, dat de drie man. die er in waren geslaagd, zwemmende de kust te bereiken, steeds heen en weer moesten loo- pen om zich warm te houden. De ..Konsul Dubbers" kon onmogelijk aan land komen om ze weer aan boord te nemen en daar de stranding geschiedde op een eenzame plek en er geen haven in de nabijheid was, moest de Duitscher met zes man minder terugkee ren. De vermisten zijn vermoedelijk de ma trozen Fritz Schraja en Fi'itz Delkers. Nader is gebleken, dat de opvarenden van den Engelschen trav/ler er in zijn geslaagd den wal te bereiken. In een vergadering van den gemeenteraad van Aberdeen heeft de burgemeester de dap pere Duitschers gehuldigd. Besloten werd den burgemeester van Nor denham, waar de vermisten thuis behoorden, een telegram van deelneming te zenden met het lot der slacht offers. EEN ZILVEREN POLITIEMAN. DE HEER H. OOSTINDIë 25 JAAR IN POLITIEDIENST. Den 7en Jan. a.s. hoopt de hoofdagent van politie de heer H. Oostindie te IJmuiden den dag te herden ken dat hij 25 jaar bij de politie werkzaam is. Na als stukrij der bij het lste Regiment Veld- Artillerie te Utrecht te hebben gediend trad hij den 7en Januari 1909 in dienst als marechaussée te paard bij de 4e Divisie Koninklijke Mare chaussee en begon hij dus zijn politieloop baan. Na daar zeven jaar te hebben gediend en na geslaagd te zijn voor het' examen van onderofficier bij dit wapen heeft hij het wa pen op 7 Januari 1916 als marechaussée der lste klasse verlaten om op genoemden datum in dienst te treden als chef-veldwachter der gemeente Lemsterland ter standplaats Lem mer. Op 1 April 1917 volgde zijn benoeming tot agent van politie belast met de handhaving der Bijzondere Wetten in de gemeente Velsen in welke gemeente hij thans nog werkzaam is. Op 15 April 1921 werd de jubilaris aan gewezen als post-commandant te Velsen- Noord. Op 15 pril 1925 werd hij belast met het post-commandantschap te Velserend thans IJmuiden (Oost) in welke functie hij thans nog werkzaam is. Op 22 Maart 1926 werd de heer Oostindië op voordracht van den Commissaris van Po litie door den Burgemeester dezer gemeente bevorderd tot hoofd-agent van politie. De heer Oostindië geniet de achting zoo wel van zijn superieuren als van zijn col lega's en ondergeschikten en ook bij de bur gerij van IJmuiden-Oost staat hij in hoog aanzien, al mogen er dan ook wel enkelen zijn, die hem liever niet ontmoeten. Maar dit zijn ook maar alleen zij, wier geweten niet heel zuiver is.. VISCHVERBRUÏK IN HET BELGISCHE LEGER. EEN VISCHDAG VAN DE PROPAGANDA- COMMISSIE. De vorige maand heeft op een Vrijdag de Belgische Propagandacommissie van Visch- verbruik een vischdag gehouden in de grena dierskazerne te Brussel. Behalve de officieele plechtigheden bestond het programma uit een voordracht van Prof. Vandervelde van de Gentsche Hoogeschool over de voedingswaar de van de visch, een gezamenlijk ontbijt, be staande uit soep, brood en het vischgerecht, dat 's morgens in de kazernekeuken was klaargemaakt (koolvisch en wijting met aardappelen, boonen er warme mayonnaise- saus). Daarop volgde in de keuken voor onder officieren .een aanschouwelijke voordracht over practische vischbereiding in het bijzijn van de chef-koks van verscheidene kazernes en ten slotte een visch-avondmaal in de eet zaal der onderofficieren. Het verdient zeer zeker aanbeveling, dat de Nederlandsche propagandacommissie het voorbeeld van haar oudere zuster uit België gaat volgen en zoo spoedig mogelijk, tracht in contact te komen met de legerautoriteiten, teneinde ook in het Nederlandsche visch- dagen te beleggen. Het is ons bekend, dat slechts in enkele garnizoenen wekelijks gebakken visch wordt gegeten, maar verder beperkt het vischge- bruik zich tot stokvisch en tot de fijnere soorten voor de officiers-cantines. Pogingen van de zijde der handelaars gedaan, om visch in het' leger te introduoeeren faalden in hoofdzaak door de onkunde of den onwil der betrokken officieren. DE VISCHAANVOER TE OSTENDE. Gedurende de week van Vrijdag 22 tot en met Donderdag 28 December bedroeg de om zet in de vischmijn te Ostende 1.302.256 fr. De hoogste besomming was slechts 42.000 fr., ge maakt door een motortrawler (O. 89) na een reis van 18 dagen naar Spanje. Een stoom trawler van de Moray Firth bracht na 12 da gen slechts 30460 fr. aan. DE SCHEEPVAART IN ONZE HAVENS. CHARLES LINDBERGH IN AMERIKA TERUG. te Miami aan de De aankomst van het avontuurlijke echtpaar kust van Florida HET JAAR 1933. Het jaar 1933 is voor de scheepvaart in onze havens niet ongunstig geweest. Integen deel, overal, bij de Hoogovens, de Papierfa briek en verder voor IJmuiden is een flinke opleving in de scheepvaart te constateeren. Voor het Hoogoven bedrijf kwamen aan 272 stoom- en motorschepen, n.l.: 69 Nederlandsche, 59 Zweedsche, 40 Fransche, 26 Engelsche. 26 Duitsche, 18 Spaansche, 16 Noorsche, 8 Finsche. 3 Japansche, 2 Deensche, 2 Italiaansche, 1 Estlandsche, 1 Grieksche, 1 Hongaarsche. Hiervan waren geladen 161 schepen, n.l. 134 met erts en 27 met steenkolen. Verder kwa men 110 schepen aan om te laden en 1 om te bunkeren. Er vertrokken 123 geladen schepen, n.l. 122 met ijzer en 1 met creosootolie. Van de met ijzer geladen schepen waren bestemd voor Zweden 40, Middellandsche Zeehavens 23. Denemarken 16, Noord-Amerika 11, Frankrijk 7, Finland 6, Noorwegen 6, Duitsch- land 5, Engeland 3, Lithauen 3, Estland 1 en Letland 1, terwijl de lading creosootolie be stemd was voor Egypte. Vergeleken met 1932 beteekent dit een vooruitgang van 23 schepen, terwijl de ver houding van het aantal geladen schepen nog gunstiger is. Toen kwamen 126 geladen schepen nog gunstiger is. Toen kwamen 126 geladen schepen meer, 34 met erts en 3 met kolen. Er kwam thans echter geen enkel schip met fosfaat aan, tegen 2 in 1932. Ook het aan vertrokken geladen schepen was thans 3 grooter, daarentegen vertrok er thans geen enkel zeeschip met kunstmest, tegen het vorig jaar 5 ladingen naar Oost en West-Indië, ingenomen door groote sche pen van de Mij. Nederland, de Mij. Oceaan en de Kon. Ned. Stoomboot Mij. Naar Engeland gingen een paar kleine beetjes ijzer, tegen het vorig jaar nog 33 en 56 in 1931. Naar N. Amerika ging één lading minder dan het vorig jaar, maar de export daarheen blijft zeer bevredigend. De 11 schepen vervoerden volle ladingen, tezamen pl.m. 70.000 ton ijzer. Naar Zweden ging een grooter aantal ladinge. ook naar Frankrijk en Finland. Voor de Papierfabriek kwamen 60 zeeschepen aan. waarvan 24 Nederlandsche, 13 Russische. 7 Noorsche, 4 Zweedsche, 4 Let- landsche, 3 Engelsche, 2 Duitsche, 2 Finsche, 1 Deensche. Geladen waren 50 schepen met hout, 7 met houtstof, 1 met cellulose en 2 met ijzer- In 1932 bedroeg het aantal aangekomen schepen maar 24. dus thans 36 schepen meer. I-Iet aantal ladingen hout was 30 meer. Verder kwamen voor IJmuiden nog* aan 213 schepen, waarvan 80 Nederlandsche, 66 Noorsche, 26 Duitsche, 11 Engelsche. 9 Deen sche, 7 Zweedsche, 3 Fransche. 3 Finsche, 2 Belgische, 2 Letlandsche, 1 Italiaansch, 1 Russisch. 1 Danziger en 1 Poolsch. Geladen waren daarvan 36 met makreel. 17 met natuurijs, 14 met visch, 8 met haring, 4 met stukgoed 1 met dekkleeden. 1 met gas- olie en 3 met toeristen, terwijd 14 schepen aankwamen om te bunkeren en 3 om te repareeren. Behalve 13 schepen, die met restant-lading naar elders vertrokken, vertrokken er 5 ge laden schepen, n.l. 1 met stukgoed naar Rus land, 3 met haring naar België en Polen en 1 met aardbeien naar Engeland. In 1932 bedroeg het aantal aangekomen schepen 177. dus thans 36 meer. In totaal zijn dus in 1933 voor de havens in onze gemeente aangekomen 545 zee schepen, n.l.: 173 Nederlandsche, 89 Noor sche, 70 Zweedsche, 54 Duitsche, 43 Fransche. 40 Engelsche, 18 Spaansche, 14 Russische, 13 Finsche, 12 Deensche, 6 Letlandsche, 3 Itali aansche, 3 Japansche, 2 Belgische, 1 Est- landsch. 1 Poolsch, 1 Grieksch, 1 Hongaarsch, 1 Danziger. Het vorig jaar 450 zeeschepen aan, dus thans 95 schepen meer.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 1