Een Meisje en een Man
IJMUIDER COURANT
VRIJDAG 5 JANUARI 1934
TWEEDE BLAD.
Zakelijke Oorlogsbestriiding.
Een jaar of tien geleden zat ik op een tribu
ne in het Engelsche Lagerhuis, toen de afge
vaardigde Sir Charles Higham, in privé leider
van een groot reclamebedrijf, tijdens een
debat over den Volkenbond opstond en kortaf
zei" Stel tien millioen pond tot mijn beschik
king" aan zal ik een moderne reclamecam
pagne tegen den oorlog organiseeren. Dat
helpt beter dan praten. Ik ben bereid het be
langeloos te doen".
Hij werd uitgelachen. In 1923 was dit een
■wilde gedachte, en veel te nieuw. Ik heb altijd
gevoeld dat zij juist was, en haar in den loop
der laren meer dan eens in deze rubriek ge
citeerd, herhaaldelijk betoogend dat wij het
oorlogsgevaar op zakelijke gronden en met
zakelijke middelen moeten gaan bestrijden.
Inmiddels heb ik er ook meermalen bespre
kingen over gevoerd met actieve oorlogsbestrij
ders, die er veel voor bleken te voelen. Na
tuurlijk bleef de groote vraag: .Wanneer heeft
men kans van slagen met zulk een actie op
touw te zetten? Er is heel veel geld voor
noodig".
Juist in een tijd van snelle wisseling (en ook
snelle ontwikkeling als deze is de kans op
„het psychologische moment" voor nieuwe
actie groot. De kunst is, dat moment te baat
te nemen. Mij is het b.v. mislukt in 1929, toen
ik enkele besprekingen voerde over een peti
tionnement van de Nederlandsche Dagblad
pers tot Genève te richten. Niemand voelde
er iets voor. Het lukte mij evenwel twee jaar
later: iedereen was in 1931 bereid, en werkte
mee.
Het middel „petitionnement is nu uitge
werkt. Het heeft voorloopig zijn tijd gehad,
evenals de oorlogsromans en de oorlogsfilms,
genre „lm Westen Nichts Neues" en andere.
Er moet weer een nieuwe richting ingeslagen
worden.
Zakelijke gronden voor oorlogsbestrijdmg
zijn er in overvloed. Het is een vaststaand feit
dat geen enkel land in den modernen oorlog
meer kans op winst heeft. De oorlog 1914-1918
heeft al duidelijk aangetoond dat er alleen
verliezers zijn. Het nationaal belang, in ieder
land, is derhalve direct gemoeid bij de uit
roeiing van oorlogsgevaar.
Ik geef toe dat er een aantal personen zijn,
voor wie de oorlog materiëele winst kan be-
teekenen. Oorlogsindustriëelen, en een aantal
handelsmenschen die listig profiteeren van
den janboel. Maar zij vormen een kleine min
derheid, en ik meen nog steeds te mogen aan
nemen dat de overgroote meerderheid er niets
voor voelt, terwille van het persoonlijk voor
deel dier enkelen in een oorlog gesleept te
worden. Overigens hebben de meeste oorlogs
winstmakers hun voordeelen weer verspeeld in
de periode van totale ontwrichting, die on
middellijk op iederen oorlog volgt en waarin
we nu nog zitten. En het is de vraag of een
volgend Europeesch conflict, gezien de ont
zettende verwoestings-capaciteiten der nieuw
ste strijdmiddelen, überhaupt zooiets als een
bewoonbaar land zou overlaten. Zelfs die oor
logsindustriëelen, die zóó kortzichtig zijn dat
zij alleen hun direct persoonlijk belang zien,
moeten thans wel aarzelen als zij zich de vraag
stellen, of dat belang gebaat zou zijn bij het
uitbreken van een oorlog.
De reclame is een geweldig strijdmiddel.
Men bereikt er iedereen mee en dat vooral is
noodig. In de eerste plaats moet men de on
verschilligen en de tegenstanders bereiken en
beïnvloeden. Het nadeel van de vredesvereeni-
gingen, die trouwens ook geneigd zijn teveel
met gevoelsmotieven en te weinig met zake
lijke argumenten te werken, is dat zij zich in
hoofdzaak tot hun leden richten. Die zijn geen
tegenstanders, en niet onverschillig, anders
zouden zij geen lid zijn. Derhalve is hun „be
werking" juist het minst noodzakelijk.
Zooals iedereen weet bestaan er in het bui
tenland dagbladen, die in handen der oorlogs
industrie zijn en haar zakenbelangen steu
nen. Er zijn andere bladen, die een bepaalde
houding aannemen om zekere advertentiecon
tracten, die de oorlogsindustrie voor haar
„bijproducten" sluit, niet te verliezen. Welnu,
als het geld kost om bepaalde feiten en waar
heden gepubliceerd te krijgen, dan moet dat
geld gefourneerd worden. De kleine minder
heid werkt met een zeer goed georganiseerde
reclamecampagne. Het schijnt volmaakt
logisch en zakelijk, daartegenover de min-
stens-even-goed-georganiseerde reclame-cam
pagne van de groote meerderheid te stellen.
Natuurlijk heb ik niet alleen het oog op die
bladen, die indirect van de oorlogsindustrie
afhankelijk zijn, maar ook op andere, veel tal
rijker, die uit onverschilligheid of scepticisme
geen actie tegen den oorlog voeren. De stuk
ken die zij niet schrijven kan men in hun
advertentiepagina's plaatsen. Hun lezers, wier
sceptimisme sterk door hun blad beïnvloed
wordt, moet men wakker schudden.
Het indirecte voordeel zal volgen. Het feit
dat zakelijk de strijd wordt aangebonden,
dat velen er materiëele opofferingen voor over
hebben, zal diepen indruk maken in een
wereld, waarin de meesten nu eenmaal uit
sluitend in guldens, dubbeltjes en centen ar
gumenteeren. Ik beschouw zoo'n reclame
organisatie in den trant van een verzekering.
Gij verzekert uw bedrijf tegen brand en in
braak. uw nabestaanden tegen uw eigen dood.
Waarom zoudt gij geen geld over hebben voor
de verzekering van uw bedrijf, uw gezin en
u zelf tegen gemeenschappelijken totalen on
dergang?
Zooals u weet heb ik al meermalen in dezen
trant over dit onderwerp geschreven. Ook over
de m.i. logische gevolgtrekking, dat ook de
staatsregeering gelden voor dergelijke propa
ganda beschikbaar behoort te stellen. Dit is
natuurlijk griezelig-nieuw, maar er zijn zoo
veel griezelig-nieuwe dingen tenslotte tot
stand gekomen. Als men maar volhield!
Welnu, een bevriend zakenman zond mij
dezer dagen een nummer van het Amerikaan-
sche tijdschrift „Editor and Publisher" („Re
dacteur en Uitgever") van 9 December, met
een verwijzing naar pag. 27. Tot mijn verras
sing toont pag. 27 dat de zeer zakelijke Ame
rikanen al begonnen zijn. Het is een adver
tentiepagina waarin de instelling .Peace-
ways", die een reeks klinkende Amerikaan -
sche namen als die harer leiders vermeldt, in
zuiver-Amerikaanschen reclamestijl den oor
log te lijf gaat, en ook betoogt dat staats
gelden voor vredespropaganda beschikbaar
moeten worden gesteld. Zij is alvast met
particuliere gelden begonnen. Onder een foto
van oorlogsverminkten voert zij een fel be
toog waarin zij zegt: „Wij zullen den oorlog
adverteeren zooals hij is een brutale,
stomme, doellooze hel. Wij wenschen als
brandweer op te treden. De brandweer is een
uitstekende belegging. Helpt ons. Onze actie
moet internationaal worden...."
Ik heb al gereageerd en aan die Ameri
kanen geschreven om volledige inlichtingen.
De zaak is eindelijk beginnen te rollen. Is
het moment ook in Europa al daar? Ik hoop
het. In elk geval zal een dergelijke beweging
ook nu al steun vinden bij menschen, die
verder kijken dan hun neus lang is en niet
onverschillig staan tegenover de toekomst
van hun kinderen. Vooral hebben wij de za-
kenmenschen noodig. Velen hunner staan nu
eenmaal lauw tegenover bewegingen, die zich
uitsluitend op gevoelsmotieven baseeren.
Maar zakelijke gronden, en een zakelijke
opzet.dat is wat anders. Goed. Ik ben er
ook zeker van dat men er meer mee bereikt,
en dat de tijd er rijp voor is geworden.
In ons volgende nummer zal ik u de ver
taalde tekst van die Amerikaansche recla
mepagina geven.
R. P.
BEVERWIJK
KLEINHANDELARENVEREENIGING
„ST. PETRUS".
De R.K. Kleinhandelaren vereeniging „St.
Petrus" hield in het gebouw der K.S.A. haar
goed bezochte jaarvergadering, welke door
den voorzitter, den heer J. Baltus, met een
gelukwensch bij de intrede van het nieuwe
jaar werd geopend. In zijn openingswoord
uitte hij den wensch, dat 1934 betere resul
taten zal mogen opleveren, dan zijn voorgan
ger. Spr. deelde voorts mede, dat een klein
handelaar, die tevens groothandelaar wil
blijven, uitgesloten wordt. Den grossier, die
aan deze handelaren levert, zal eveneens uit
sluiting te wachten staan, wanneer hij al
thans met deze leveranties voortgaat.
Uit het jaarverslag van den secretaris,
den heer G. Hoogland, bleek, dat het aan
tal leden gestegen is van 44 tot 109, terwijl
de vereeniging bovendien nog 19 adspirant-
leden telt.
Daarna gaf de penningmeester, de heer
H. Beentjes, een financieel overzicht, waar
uit bleek, dat de ontvangsten f 510.90 en de
uitgaven f 346.85 bedroegen. Het batig saldo
was alzoo f 164,14. Hiervan moet echter nog
f 100 aan contributie worden afgedragen aan
den Ned. Bond.
Zoowel secretaris, als penningmeester
hadden woorden van dank in ontvangst te
nemen voor hun arbeid. Bij de bestuursver
kiezing werden de aftredende bestuursleden
J. Baltus, B. Beentjes en P. Granneman bij
acclamatie herkozen.
Voor de hoofdbestuursverkiezing in de op
17 Jan. te Haarlem te houden vergadering
van den Ned. Bond werd de candidatuur
van den heer Happe uit Zaandam gesteund.
De voorgestelde actie om te verkrijgen,
dat de leveranties aan R.K. Gestichten en
instellingen aan R.K. georganiseerde groen-
tenhandelaren worden opgedragen lokte
langdurige besprekingen uit. Den afgevaar
digde naar het congres werd opdracht ge
geven in overeenstemming met het advies
van het bestuur te handelen.
De heer Jansen heeft vervolgens het voor
stel van het bestuur tot oprichting van een
cursus, genaamd: „wat zijn mijn verdien
sten?" toegelicht, waarbij hij er op wees,
dat voor het doen van een juiste belasting
aangifte een boekhouding noodig is. Het
gaat er om te kunnen bewijzen, wat men
verdiend heeft, al haastte spr. zich daar
aan toe te voegen, dat in den kleinhandel
tegenwoordig niet veel te verdienen valt.
Het bestuur heeft daarom de oprichting van
een boekhoud cursus overwogen.
Voor het geven van de lessen zal een des
kundige worden aangezocht. De cursus zal
ongeveer 10—12 lessen omvatten. Het voor
stel verwierf de instemming der vergadering.
21 leden gaven zich terstond voor den cursus
op.
Bij de rondvraag heeft de heer Alders hul
de gebracht aan het bestuur voor het vele
werk, dat in het belang van de leden wordt
verricht.
Nadat nog velerlei zakelijke aangelegen
heden in het geding waren gebracht werd de
vergadering op de gebruikelijke wijze ge
sloten.
JAARVERGADERING K. O. V.
De Kennemer Orkest Vereeniging zal op
Vrijdag 12 Januari haar jaarvergadering
houden in Hotel „Oud Meerenstein".
De agenda vermeldt o.m. de jaarverslagen
van secretaris en penningmeester, alsmede
vaststelling van den feestavond voor de
leden. Vervolgens zullen besprekingen worden
gevoerd over het geven van een concert in
een der provinciale ziekenhuizen.
BEVERWIJKSCHE DAMCLJ3B.
Donderdag speelde de Beverwijksche dam
club in haar clublokaal, café „Bellevue" een
thuiswedstrijd tegen Castricum. De thuis
club behaalde een klinkende 16 overwin
ning. De gedetailleerde uitslag was:
Bev. Damclub Castricum.
D. KikkeV. Koeman
K. Kikke—A. de Zeeuw
J. A. OnssorenP. Schenk
S. D. HoogvorstA. van Staaldinnen
B. Reimer—C. Brakenhof
D. P. Ledegang—C. Kerkmeer
A. Pekel—W. Brinner
H. HoogvorstC. Peperkamp
A. J, SnijdersP. Ruiter
F. BakkerC. Vrij
DE LIJDENSWEG.
In de helft van de volgende maand zal de
Vereeniging van Jong Hervormden in het
Vereenigingsgebouw aan de Oosterwijkstraat
een tooneeluitvoering geven.
Daarvoor is in studie genomen het drie-
bedrijvige tooneelspel „De Lijdensweg" van
Felix Philippi.
CONCERT VAN „DE LOFSTEM".
Het Chr. Gemengd Zangkoor, dirigent de
heer H. van Dijk, zal op Donderdag 11 Jan.
a.s.. een concert geven in het Vereenigings
gebouw aan de Verlengde Groenelaan. Mede
werking verleenen aan dit concert Mevr.
SuykSchik, sopraan, alhier, Marie van Rijn,
alt, Oosterbeek en Mevr. v. d. Heyde—Dierx,
piano. Het programma, dat ten gehoore zal
worden gebracht, vermeldt onderstaande com
posities:
1. Psalm 43.
2. Domine salvam fac A. Giesen.
3. Zondagmorgen Jac. Bonset.
4a. Caro mio ben, alb, Giordan.
b. Ein kleines Haus Haydn,
5. Psalm 103, koor.
6. Voorjaar O. Koop.
7. Sneeuwklokjes P. M. Zijderlaan.
8a. Gebet Hiller.
b. Aria uit „Elias" Mendelssohn.
9. Die Ehre Gottes, koor en piano
L. von Beethoven,
10. Het Dorpsklokje. Jac. Bonset.
GENOOTSCHAP VAN DEN STILLEN OMGANG
Door het gezelschap van den Stillen Omgang
naar Amsterdam wordt op Dinsdag 9 Januari
a.s. des avonds ten 8.15 uur in het K.S.A.-
gebouw aan de Peperstraat alhier een leden
vergadering gehouden. De agenda vermeldt
o.a. bestuursverkiezing wegens periodieke
aftreding van den secretaris den heer F. J. de
Wildt.
Zooals wij reeds berichtten is de jaarlijk-
sche feestavond van het genootschap bepaald
op Donderdag 25 Januari a.s. des avonds 8 uur
in de groote zaal van het K.S.A.-gebouw. Mede
werking wordt verleend door het R.K. Tooneel-
gezelschap „Kunst zij ons streven" dat zal
opvoeren een modern tooneelspel in 3 bedrij
ven en een tusschenspel, genaamd „Op Afbe
taling" van den schrijver Jac. Ballings, in de
Hollandsche bewerking van G. Nielen.
POLIKLINIEKEN ROODE KRUIS.
De Keel-, Neus- en Oorarts S. Kamminga,
gevestigd te Haarlem heeft zijn spreekuren in
het Roode Kruis Ziekenhuis alhier beëindigd.
Hij wordt opgevolgd door Dr. J. de Graaf,
die in het Roode Kruis Ziekenhuis spreekuren
zal houden op de Maandagen van 45 uur
voor fondsleden en op de Dinsdagen van
9.3010.30 uur voor particulieren.
Omtrent den nieuwen specialist kunnen wij
mededeelen, dat hij aan de Gronirigsche Uni
versiteit Studeerde. Na zijn studietijd was Dr.
de Graaf gedurende drie jaren werkzaam als
assistent van professor Benjamins te Gro
ningen.
Op 2 Dec. 1933 promoveerde de heer De
Graaf cum laude tot doctor in de genees
kunde.
LUXOR THEATER.
Het Luxor Theater aan de Breestraat
brengt deze week als eerste hoofdnummer de
dolkomische klucht „De drijvende zwem
broek".
Aan den inhoud van deze amusante ge
schiedenis ontleenen wij het volgende: Joe
Holt een volkomen aan lager wal geraakte
expeditieibediendie, wordt op een goeden dag
door Alice Brandon, de dochter van den ma
nager van zwemwedstrijden uit zijn hotel ge
sleept, in de veronderstelling, dat zij den
echten Joe Holst, kampioen van Canada te
pakken heeft.
Joe doet zijn best de menschen aan het
verstand te brengen, dat hij niet zwemmen
kan, doch iedereen denkt dat hij er een grap
mee maakt. Hij wordt verliefd op Alice, die
hem als haar held beschouwt en hem te ken
nen geeft dat zij ten stelligste op zijn over
winning rekent.
Een oud-collega komt dan met een onzink-
baar badpak op de proppen, doch wil het niet
aan Joe leveren als hij hem herkent. Zijn
negerbediende Sam heeft er echter reeds een
uit de koffer van den reiziger gekaapt. Joë
besluit te zwemmen of te verdrinken teneinde
Alice te behagen.
Het gaat in het begin prachtig tot Alice
hem vertelt, dat zij de badpakken heeft om
geruild om hem een speciaal door haar aan
geschaft badpak te geven. Door hevigen angst
aangegrepen, zinkt Joe oogenblikkelijk. Als
hij echter weer bovenkomst vertelt Alice hem
dat haar badpak onzinkbaar is en Joe
zet gerustgesteld den strijd voort. Hij weet
op handige manier zijn tegenstander voor te
komen, doch even voor de finish raakt hij in
het zeewier verward en verdwijnt onder wa
ter. De menigte denkt reeds dat zijn mede
dinger gewonnen heeft als hij plotseling
eenige meters voor hem weer opduikt en de
race wint.
De echte Joe Holt werd door een vecht
partij en een daarop volgende arrestatie op
gehouden. Als hij tenslotte op Catalina'Eiland
verschijnt en hoort wat heeft plaats gevon
den ontmaskert hij onze Joe, doch het pu
bliek dat hem aan bet werk heeft gezien, hul-
digd hem als een held.
Joe heeft niet alleen den wedstrijd doch
eveneens Alice gewonnen..
Het tweede hoofdnummer is de prachtige
speelfilm „Het Lied aan den Bosporus" met
Gustav Fröhlich. Deze film munt uit niet al
leen door de uitstekende regie, die deze rol
prent tot een super maakte, maar bovenal
door de schitterende fotografie. Bovendien is
er dan nog de melodieuse muziek van den be
kenden schlagercomponist Robert Stolz,
waardoor het aanschouwen van deze film tot
een des te grooter genoegen wordt. Alzoo een
uitstekend verzorgd programma, dat veel be
langstelling verdient.
ONZE RAADSLEDEN.
HEEMSKERK
VERLOREN.
W. DE GROOT (R.K. Staatspartij)
Wij vervolgens onze serie korte artikeltjes
van degenen, die in den Beverwijkschen ge
meenteraad de algemeene belangen van de
burgerij dienen, met den heer W. de Groot,
directeur van de R.K. Coop. Tuindersvereeni-
ging „Kennemerland" alhier.
De heer de Groot, geboren 28 Januari 1890
te Warmond, is nog niet zoo heel lang Bever
wijker, maar niettegenstaande dat een man,
die uitstekend de belangen van we mogen
wel zeggen geheel Kennemerland door en
door kent. Als directeur van de groote vei
ling-organisatie, waarin de Roomsche tuin
dersbevolking is georganiseerd, n.l. de R.K.
Coop. Tumdersvereeniging „Kennemerland"
is hij uitstekend in de gelegenheid geweest
te leeren zien, hoe niet alleen onze tuinbouw,
maar ook Beverwijk als marktplaats het beste
gediend is. Wat zou Beverwijk zijn zonder
land- en tuinbouw? Jaar in jaar uit wordt
het bewezen, dat de bloei van onze plaats
samenhangt, neen afhangt van een bloeien-
den ruinbouw. Eén misoogst van de aard
beien of boonen en aanstonds is de terug
slag in het Beverwijksche zakenleven vooral
te bespeuren. En wel heel sterk komt dit tot
uiting, nu de tuinbouw in nood verkeert.
De heer de Groot is een van de groote
ijveraars geweest, die trachtten door verrui
ming van afzet, door verbetering van de cul
tuur (bevordering van glascultuur) onzen
tuinbouw naar een hooger plan te brengen,
Zijn eerste werk is geweest de groote tuin
dersorganisatie weer tot bloei te brengen
Toen het dreigde scheef te gaan met „Ken
nemerland", heeft hij door een uitstekende
bedrijfspolitiek de veiling tenslotte met ein-
delooze zorgen en moeiten, daarin bijgestaan
door de bestuurderen, weer „gezond" weten
te maken. En ondanks alle narigheid plukt
het bedrijf daarvan nu nog de vruchten.
De heer de Groot is een bezadigd man,
iemand van wien gezegd kan worden, dat hij
niet „door dik en dun" gaat, maar die ter
dege uit zijn oogen kijkt alvorens hij een
bepaalde richting inslaat.
Dit is hem stellig in de gemeentepolitiek
ten goede gekomen. Van hem, met zijn bree-
den kijk op verschillende tuinbouwaangele-
genheden, werd bij zijn optreden in den
Raad veel verwacht. Als bereisd man hij
bezocht o.a. Engeland, Duitschland, Dene
marken, Amerika was het vooral de ver
ruiming van afzet, die zijn aandacht had en
nog heeft. En als iemand het „genie-sluisje"
dwars zit, dan is dat hem wel!
De heer W. de Groot nam in 1927 voor de
R.K. Staatspartij zitting in den gemeente
raad. Hij is dus nu eerst in zijn „tweede
periode".
Tp.
Een kwitantielooper alhier heeft een porte
feuille verloren mat f 60.en tot nu toe is zij
nog niet terug gebracht zoodat het voor dezen
persoon een leelijk schadepost.je is.
BOUWVAKARBEIDERS.
De vergadering van de bouwvakarbeiders is
Donderdagavond niet doorgegaan wegens den
feestavond der Mariavereeniging.
DE „POSTJAGER".
HET VERTREK HEDENAVOND
UITGEZONDEN.
In verband met het vertrek van den „Post-
jager" uit Ned.-Indië heden te ongeveer 6
uur (Amsterd. tijd) zal de Nederlandsch-
Indische Omroep een uitzending organisee
ren, welke door de V.A.R.A. zal worden ge-
rel ayeer.d.
De aankomst is waarschijnlijk te verwach
ten a.s. Maandag op Schiphol. De V.A.R.A.,
die dan het algemeen programma verzorgt,
zal de aankomst trachten uit te zenden.
P. BAKKER t
Te Zaandam is plotseling op 62 jarigen leef
tijd overleden de heer P. Bakker, wiskunde
leraar aan het Lyceum aldaar. Voordat de
heer Bakker leeraar werd was hij artillerie
officier en is als zoodanig te IJmuiden werk
zaam geweest.
AGENDA
VOOR BEVERWIJK
VRIJDAG 5 JANUARI
Luxor Theater: (rDe drijvende Zwem
broek" en „Het lied van den Bosporus" 8 uur
Kennemer Theater: „Dè Ster van Valen
cia." en „Lachende Erfgenamen" 8 uur.
ZATERDAG 6 JANUARI
Luxor Theater: ,De drijvende Zwem
broek" en „Het lied van den Bosporus" 8 uur
Kennemer Theater: „De Ster van Valen
cia" en „Lachende Erfgenamen" 8 uur.
AGENDA TE HAARLEM
VRIJDAG 5 JANUARI
Rembrandt Theater: „Fra Diavolo". Op het
tooneel: Trio Sphinx, Nóvèlty Egyptien.
2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Extaze". Op het tooneel: 3 Broad-
cast-Boys. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „My Lips Betray"
(De 200 P.K. van Zijne Majesteit). 2.30
en 8.15 uur.
ZATERDAG 6 JANUARI
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 4 Januari.
Ondertrouwd 3 Januari: A. Bloem en M.
Zegwaard; P. H. Hoomans en M. A. Vogel; H.
Vrijstein en C. G. W. Wallbrink; J. J. Cörvers
en C. Kaagman; C. A. Jaspersen en A. Kucis;
W. F. D. D'haene en J. C. Barnhoorn; J. Kuik
en R. Cijprian.
Getrouwd 3 Januari: P. J. 'Kuiper en J. E.
M. Harkmans; M. H. Arbon en E. M. Dasia; A.
Bakker en J. G. H. Goezinnen; H. I-I. A. van
Daalen en M. M. Hoogeboom; P. H. Kelder
man en J. B. Zorn; C. J. M. Stavenuiter en
E. van Kessel; D. Calandt en A. S. de Kruif;
C. J. J. a,an de Kerk en E. C. A. Arxhoek;
J. de Peuter en M. Houtsma; J. T. Nieuwen-
huizen en D. Lucas; R. Hoekstra en J. Klau
wers; J. W. Schouten en J. E. H. de Weerdt.
Bevallen 30 December 1933: M. Hassink—
Hulshof, d.; 31 December 1933: B. PoolLok,
d.; 1 Januari: C. Kleine Schiphorstvan
Bragt, d.; G. E. Spaargaren—Kaptijn, z.; 2
Januari: J. de JongKnol, d.; P. E. F. Kol-
lewijnZoomers, d.; 3 Januari: L. Hooge
boomKammeraad, d.; A. J. v. d. EistKnip,
d.; F. Kleine WildeVienken, z.
Overleden 30 December 1933: H. Klijsen,
26 j., Hazepaterslaan; 2 Januari H. J. Wolff,
57 j., Duvenvoordestraat; J. Kip, 75 j., M.
van Heemskerkstraat.
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
CURTIS YORKE.
18)
(Nadruk Verboden).
„Zeg", antwoordde de laatste onbeschoft,
„wat heb jij er mee te maken? Waar moet jij
je neus in steken, terwijl je heelemaal niets
gevraagd wordt? Hoe kom je altijd juist op
mijn weg, als ik een tête-a-tête heb met mijn
toekomstige vrouw?"
„Staan zoo de zaken, juffrouw Cunning-
hame?" vroeg Warwick koeltjes.
„Zeker niet", was 't verontwaardigde ant
woord, „dat hoeft u nauwelijks te vragen, zou
ik denken".
„Dat is dus gelogen; dat dacht ik wel", en
toen tot Owen, die weer was opgestegen en
zijn paard omkeerde, om hem den weg af te
snijden, „ga op zij, als je blieft".
„Vervloekt, ik heb met jou een appeltje te
schillen", klonk het woest en terwijl hij sprak,
hief hij de rijzweep op en sloeg Warwick er
mee over den nek. In een seconde had deze
hem uit het zadel getrokken en hem de zweep
pit de hand gerukt. „Je hebt 'n afstraffing
noodig, schobbejak", siste hij tusschen zijn
tanden.
„Loopt u even door, alstublieft, juffrouw
Cunninghame", voegde hij er op gezaghebben-
den toon aan toe.
Maar Christian liep slechts tot op de bocht
van het pad, waar zij zich doodelijk beangst
op een steen zette, want ze wist, dat als Owen
de kans kreeg, hij zonder aarzelen zijn revol
ver zou gebruiken.
De honden, ruzie voorziend, blaften en ren
den vol waanzinnige verrukking rond. Toen
smeet Warwick met een doodsbleek gezicht
zijn geweer neer, greep Owen steviger in zijn
kraag en gaf hem een flink pak ransel.
Owen worstelde en schopte als een wilde,
maar de onbarmhartige vingers hielden hem
steeds bij zijn kraag vast en de meedoogen-
looze zweep daalde welgemikt en regelmatig
op zijn ineengekrompen lichaam neer.
De honden sprongen om het slachtoffer heen
en hapten strijdlustig naar zijn beenen, tot
een slag in hun richting hen jankend deed
terugtrekken.
Eindelijk, toen Warwick buiten adem en de
zweep gebroken was, liet hij zijn gevangene
los en smeet hem aan den kant van den weg,
waar hij een paar seconden kreunend en half
bewusteloos bleef liggen. Toen krabbelde hij
langzaam overeind. „Duivelsch", riep hij met
een dikke tong, „daar zul je voor boeten!"
Warwick haalde de schouders op.
Owen hinkte pijnlijk naar zijn paard, dat
vredig aan den kant van den weg stond te
grazen, en moeizaam erop klimmend, reed hij
langzaam weg.
Christian, vervuld van afkeer, kwam de
bocht van 't pad om, en liep aarzelend tot de
plaats, waar Warwick met gefronste wenk
brauwen zijn verdwijnenden vijand stond na
te kijken.
„Nu hebt u zich een gevaarlijken vijand ge
maakt", zei ze met niet al te vaste stem.
„Mogelijk", sprak hij, terugvallend in de
koele afwijzende houding, die hij sedert den
maanverlichten nacht, toen hij zijn liefde had
verklaard, tegenover haar had aangenomen.
„Een vijand meer of minder is niet zoo erg
belangrijk".
Maar 't meisje keek verontrust. „U kent hem
niet, als ik", klonk het gedwongen. „Hij is een
gewetenloos mensch, u weet niet wat u ris
keert". Hij keek haar met nauwelijks verbor
gen verbazing van terzijde aan.
„Ik ben niet bang uitgevallen", merkte hij,
even glimlachend, op. „Ik denk dat ik voor
onzen vriend een vrij goede tegenpartij ben".
Zij wandelden langzaam in de richting van
Carolay en toen ze bij de eerste hut aangeko- 1
men waren, bleef hij staan en nam zijn
hoed af.
„Goeden middag", zei hij, zonder haar een
hand te geven.
Zij voelde een eigenaardige trilling in haar
gezicht.
„Meneer Warwick", stamelde ze, „ik ben u
zoo dankbaar. Ik weet niet
„Er is niets om dankbaar voor te zijn. U
hebt me de gelegenheid gegeven, te doen, waar
ik al dagen lang zoo naar verlangd heb. Mijn
rekening met mottige Sammy, is nog niet ver
effend. Ik kan u verzekeren, dat ik heel vol
daan ben, over mijn werk van vandaag".
Terwijl hij sprak, keerde hij zich weer af,
maar Christian legde zijn hand op haar arm,
hem tegenhoudend.
„Meneer Warwick", begon ze onzeker, met
vuurroode wangen.
„Ja", klonk het koel en beleefd.
„Ik wil u zeggen", ging ze haastig voort, „ik
had 't u al zoo lang willen zeggen, dat 't mij
spijt, dat ik laatst zoo onhebbelijk tegen u ben
geweest". Ze wachtte.
„Was u onhebbelijk tegen mij?" vroeg hij.
„Daarvan herinner ik mij niets. In ieder ge
val ben ik alles al vergeten".
Hun oogen ontmoetten elkaar: de zijne
ernstig, zelfs streng, de hare verlangend.
,,'t Lijkt ongerijmd weet u", ging ze met een
nerveuze lach voort, „dat u en ik, die prac-
tisch alleen zijn hier, niet op goeden voet met
elkaar zouden zijn".
„Ik meen. dat ik u eens verteld heb, dat 't
zelfde bij mij is opgekomen", antwoordde hij
rustig. „Maar zijn we niet op goeden voet met
elkaar? Ik zal van mijn kant altijd blij zijn,
als ik iets voor u kan doen, en ik ben er zeker
van", voegde hij er aan toe, met een kort
lachje, „dat als de omstandigheden zich voor
deden, u 't zelfde voor mij zoudt doen".
Toen wist Christian dat ze hem in dien
maanverlichten nacht in het diepst van zijn
ziel beleedigd had en dat er geen vergeving
voor haar was.
„U ontwijkt mijn vraag", zei ze zacht, „dus
kan ik niets meer zeggen, maar ik dacht, om
dat u zoo gauw weggaat
„Weggaan", herhaalde hij verbaasd, „ik heb
niet het minste plan om weg te gaan. De
wensch is hier zeker de vader van de gedach
te", voegde hij er bitter aan toe.
„U vergist u", riep ze vlug. „Ik wensch
heelemaal niet datu gaat, integendeel
Ze brak plotseling af, ging toen verder:
„Meneer Owen heeft mij juist verteld, dat
iemand anders aanspraak heeft gemaakt op
Barnethan".
„O, is 't dat? Ja, ik weet, dat hij dat verhaal
heeft rondgestrooid. Vanbrugh heeft 't me
verteld, maar er is niet de minste grond voor,
evenmin als er eenige waarheid is in die dwaze
bewering van zooeven".
Christian kleurde hevig.
„U kon toch moeilijk voor een oogenblik ver
ondersteld hebben, dat dat mogelijk was".
Hij trok haast onmerkbaar zijn wenkbrau
wen op.
„Vrouwen hebben soms vreemde grillen. Ik
kan niet zeggen, dat Owen een man is, die
door vrouwen sympathiek gevonden zal wor
den, en toch men kan nooit weten
Toen voegde hij er op een plotseling veran
derden toon aan toe: „dus u beschouwt het
feit dat ik Barnethan gekocht heb, niet meer
van zoo'n vijandig standpunt als u eerst deed?
Zoudt u misschien mijn mogelijk vertrek be
treuren?"
Hij zou niet hebben kunnen zeggen waaronj
hij op zulk een wijze met vuur speelde. Hij had