Een Meisje en een Man IJMUIDER COURANT VRIJDAG 5 JANUARI 1934 TWEEDE BLAD. Zakelijke Oorlogsbestriiding. Een jaar of tien geleden zat ik op een tribu ne in het Engelsche Lagerhuis, toen de afge vaardigde Sir Charles Higham, in privé leider van een groot reclamebedrijf, tijdens een debat over den Volkenbond opstond en kortaf zei" Stel tien millioen pond tot mijn beschik king" aan zal ik een moderne reclamecam pagne tegen den oorlog organiseeren. Dat helpt beter dan praten. Ik ben bereid het be langeloos te doen". Hij werd uitgelachen. In 1923 was dit een ■wilde gedachte, en veel te nieuw. Ik heb altijd gevoeld dat zij juist was, en haar in den loop der laren meer dan eens in deze rubriek ge citeerd, herhaaldelijk betoogend dat wij het oorlogsgevaar op zakelijke gronden en met zakelijke middelen moeten gaan bestrijden. Inmiddels heb ik er ook meermalen bespre kingen over gevoerd met actieve oorlogsbestrij ders, die er veel voor bleken te voelen. Na tuurlijk bleef de groote vraag: .Wanneer heeft men kans van slagen met zulk een actie op touw te zetten? Er is heel veel geld voor noodig". Juist in een tijd van snelle wisseling (en ook snelle ontwikkeling als deze is de kans op „het psychologische moment" voor nieuwe actie groot. De kunst is, dat moment te baat te nemen. Mij is het b.v. mislukt in 1929, toen ik enkele besprekingen voerde over een peti tionnement van de Nederlandsche Dagblad pers tot Genève te richten. Niemand voelde er iets voor. Het lukte mij evenwel twee jaar later: iedereen was in 1931 bereid, en werkte mee. Het middel „petitionnement is nu uitge werkt. Het heeft voorloopig zijn tijd gehad, evenals de oorlogsromans en de oorlogsfilms, genre „lm Westen Nichts Neues" en andere. Er moet weer een nieuwe richting ingeslagen worden. Zakelijke gronden voor oorlogsbestrijdmg zijn er in overvloed. Het is een vaststaand feit dat geen enkel land in den modernen oorlog meer kans op winst heeft. De oorlog 1914-1918 heeft al duidelijk aangetoond dat er alleen verliezers zijn. Het nationaal belang, in ieder land, is derhalve direct gemoeid bij de uit roeiing van oorlogsgevaar. Ik geef toe dat er een aantal personen zijn, voor wie de oorlog materiëele winst kan be- teekenen. Oorlogsindustriëelen, en een aantal handelsmenschen die listig profiteeren van den janboel. Maar zij vormen een kleine min derheid, en ik meen nog steeds te mogen aan nemen dat de overgroote meerderheid er niets voor voelt, terwille van het persoonlijk voor deel dier enkelen in een oorlog gesleept te worden. Overigens hebben de meeste oorlogs winstmakers hun voordeelen weer verspeeld in de periode van totale ontwrichting, die on middellijk op iederen oorlog volgt en waarin we nu nog zitten. En het is de vraag of een volgend Europeesch conflict, gezien de ont zettende verwoestings-capaciteiten der nieuw ste strijdmiddelen, überhaupt zooiets als een bewoonbaar land zou overlaten. Zelfs die oor logsindustriëelen, die zóó kortzichtig zijn dat zij alleen hun direct persoonlijk belang zien, moeten thans wel aarzelen als zij zich de vraag stellen, of dat belang gebaat zou zijn bij het uitbreken van een oorlog. De reclame is een geweldig strijdmiddel. Men bereikt er iedereen mee en dat vooral is noodig. In de eerste plaats moet men de on verschilligen en de tegenstanders bereiken en beïnvloeden. Het nadeel van de vredesvereeni- gingen, die trouwens ook geneigd zijn teveel met gevoelsmotieven en te weinig met zake lijke argumenten te werken, is dat zij zich in hoofdzaak tot hun leden richten. Die zijn geen tegenstanders, en niet onverschillig, anders zouden zij geen lid zijn. Derhalve is hun „be werking" juist het minst noodzakelijk. Zooals iedereen weet bestaan er in het bui tenland dagbladen, die in handen der oorlogs industrie zijn en haar zakenbelangen steu nen. Er zijn andere bladen, die een bepaalde houding aannemen om zekere advertentiecon tracten, die de oorlogsindustrie voor haar „bijproducten" sluit, niet te verliezen. Welnu, als het geld kost om bepaalde feiten en waar heden gepubliceerd te krijgen, dan moet dat geld gefourneerd worden. De kleine minder heid werkt met een zeer goed georganiseerde reclamecampagne. Het schijnt volmaakt logisch en zakelijk, daartegenover de min- stens-even-goed-georganiseerde reclame-cam pagne van de groote meerderheid te stellen. Natuurlijk heb ik niet alleen het oog op die bladen, die indirect van de oorlogsindustrie afhankelijk zijn, maar ook op andere, veel tal rijker, die uit onverschilligheid of scepticisme geen actie tegen den oorlog voeren. De stuk ken die zij niet schrijven kan men in hun advertentiepagina's plaatsen. Hun lezers, wier sceptimisme sterk door hun blad beïnvloed wordt, moet men wakker schudden. Het indirecte voordeel zal volgen. Het feit dat zakelijk de strijd wordt aangebonden, dat velen er materiëele opofferingen voor over hebben, zal diepen indruk maken in een wereld, waarin de meesten nu eenmaal uit sluitend in guldens, dubbeltjes en centen ar gumenteeren. Ik beschouw zoo'n reclame organisatie in den trant van een verzekering. Gij verzekert uw bedrijf tegen brand en in braak. uw nabestaanden tegen uw eigen dood. Waarom zoudt gij geen geld over hebben voor de verzekering van uw bedrijf, uw gezin en u zelf tegen gemeenschappelijken totalen on dergang? Zooals u weet heb ik al meermalen in dezen trant over dit onderwerp geschreven. Ook over de m.i. logische gevolgtrekking, dat ook de staatsregeering gelden voor dergelijke propa ganda beschikbaar behoort te stellen. Dit is natuurlijk griezelig-nieuw, maar er zijn zoo veel griezelig-nieuwe dingen tenslotte tot stand gekomen. Als men maar volhield! Welnu, een bevriend zakenman zond mij dezer dagen een nummer van het Amerikaan- sche tijdschrift „Editor and Publisher" („Re dacteur en Uitgever") van 9 December, met een verwijzing naar pag. 27. Tot mijn verras sing toont pag. 27 dat de zeer zakelijke Ame rikanen al begonnen zijn. Het is een adver tentiepagina waarin de instelling .Peace- ways", die een reeks klinkende Amerikaan - sche namen als die harer leiders vermeldt, in zuiver-Amerikaanschen reclamestijl den oor log te lijf gaat, en ook betoogt dat staats gelden voor vredespropaganda beschikbaar moeten worden gesteld. Zij is alvast met particuliere gelden begonnen. Onder een foto van oorlogsverminkten voert zij een fel be toog waarin zij zegt: „Wij zullen den oorlog adverteeren zooals hij is een brutale, stomme, doellooze hel. Wij wenschen als brandweer op te treden. De brandweer is een uitstekende belegging. Helpt ons. Onze actie moet internationaal worden...." Ik heb al gereageerd en aan die Ameri kanen geschreven om volledige inlichtingen. De zaak is eindelijk beginnen te rollen. Is het moment ook in Europa al daar? Ik hoop het. In elk geval zal een dergelijke beweging ook nu al steun vinden bij menschen, die verder kijken dan hun neus lang is en niet onverschillig staan tegenover de toekomst van hun kinderen. Vooral hebben wij de za- kenmenschen noodig. Velen hunner staan nu eenmaal lauw tegenover bewegingen, die zich uitsluitend op gevoelsmotieven baseeren. Maar zakelijke gronden, en een zakelijke opzet.dat is wat anders. Goed. Ik ben er ook zeker van dat men er meer mee bereikt, en dat de tijd er rijp voor is geworden. In ons volgende nummer zal ik u de ver taalde tekst van die Amerikaansche recla mepagina geven. R. P. BEVERWIJK KLEINHANDELARENVEREENIGING „ST. PETRUS". De R.K. Kleinhandelaren vereeniging „St. Petrus" hield in het gebouw der K.S.A. haar goed bezochte jaarvergadering, welke door den voorzitter, den heer J. Baltus, met een gelukwensch bij de intrede van het nieuwe jaar werd geopend. In zijn openingswoord uitte hij den wensch, dat 1934 betere resul taten zal mogen opleveren, dan zijn voorgan ger. Spr. deelde voorts mede, dat een klein handelaar, die tevens groothandelaar wil blijven, uitgesloten wordt. Den grossier, die aan deze handelaren levert, zal eveneens uit sluiting te wachten staan, wanneer hij al thans met deze leveranties voortgaat. Uit het jaarverslag van den secretaris, den heer G. Hoogland, bleek, dat het aan tal leden gestegen is van 44 tot 109, terwijl de vereeniging bovendien nog 19 adspirant- leden telt. Daarna gaf de penningmeester, de heer H. Beentjes, een financieel overzicht, waar uit bleek, dat de ontvangsten f 510.90 en de uitgaven f 346.85 bedroegen. Het batig saldo was alzoo f 164,14. Hiervan moet echter nog f 100 aan contributie worden afgedragen aan den Ned. Bond. Zoowel secretaris, als penningmeester hadden woorden van dank in ontvangst te nemen voor hun arbeid. Bij de bestuursver kiezing werden de aftredende bestuursleden J. Baltus, B. Beentjes en P. Granneman bij acclamatie herkozen. Voor de hoofdbestuursverkiezing in de op 17 Jan. te Haarlem te houden vergadering van den Ned. Bond werd de candidatuur van den heer Happe uit Zaandam gesteund. De voorgestelde actie om te verkrijgen, dat de leveranties aan R.K. Gestichten en instellingen aan R.K. georganiseerde groen- tenhandelaren worden opgedragen lokte langdurige besprekingen uit. Den afgevaar digde naar het congres werd opdracht ge geven in overeenstemming met het advies van het bestuur te handelen. De heer Jansen heeft vervolgens het voor stel van het bestuur tot oprichting van een cursus, genaamd: „wat zijn mijn verdien sten?" toegelicht, waarbij hij er op wees, dat voor het doen van een juiste belasting aangifte een boekhouding noodig is. Het gaat er om te kunnen bewijzen, wat men verdiend heeft, al haastte spr. zich daar aan toe te voegen, dat in den kleinhandel tegenwoordig niet veel te verdienen valt. Het bestuur heeft daarom de oprichting van een boekhoud cursus overwogen. Voor het geven van de lessen zal een des kundige worden aangezocht. De cursus zal ongeveer 10—12 lessen omvatten. Het voor stel verwierf de instemming der vergadering. 21 leden gaven zich terstond voor den cursus op. Bij de rondvraag heeft de heer Alders hul de gebracht aan het bestuur voor het vele werk, dat in het belang van de leden wordt verricht. Nadat nog velerlei zakelijke aangelegen heden in het geding waren gebracht werd de vergadering op de gebruikelijke wijze ge sloten. JAARVERGADERING K. O. V. De Kennemer Orkest Vereeniging zal op Vrijdag 12 Januari haar jaarvergadering houden in Hotel „Oud Meerenstein". De agenda vermeldt o.m. de jaarverslagen van secretaris en penningmeester, alsmede vaststelling van den feestavond voor de leden. Vervolgens zullen besprekingen worden gevoerd over het geven van een concert in een der provinciale ziekenhuizen. BEVERWIJKSCHE DAMCLJ3B. Donderdag speelde de Beverwijksche dam club in haar clublokaal, café „Bellevue" een thuiswedstrijd tegen Castricum. De thuis club behaalde een klinkende 16 overwin ning. De gedetailleerde uitslag was: Bev. Damclub Castricum. D. KikkeV. Koeman K. Kikke—A. de Zeeuw J. A. OnssorenP. Schenk S. D. HoogvorstA. van Staaldinnen B. Reimer—C. Brakenhof D. P. Ledegang—C. Kerkmeer A. Pekel—W. Brinner H. HoogvorstC. Peperkamp A. J, SnijdersP. Ruiter F. BakkerC. Vrij DE LIJDENSWEG. In de helft van de volgende maand zal de Vereeniging van Jong Hervormden in het Vereenigingsgebouw aan de Oosterwijkstraat een tooneeluitvoering geven. Daarvoor is in studie genomen het drie- bedrijvige tooneelspel „De Lijdensweg" van Felix Philippi. CONCERT VAN „DE LOFSTEM". Het Chr. Gemengd Zangkoor, dirigent de heer H. van Dijk, zal op Donderdag 11 Jan. a.s.. een concert geven in het Vereenigings gebouw aan de Verlengde Groenelaan. Mede werking verleenen aan dit concert Mevr. SuykSchik, sopraan, alhier, Marie van Rijn, alt, Oosterbeek en Mevr. v. d. Heyde—Dierx, piano. Het programma, dat ten gehoore zal worden gebracht, vermeldt onderstaande com posities: 1. Psalm 43. 2. Domine salvam fac A. Giesen. 3. Zondagmorgen Jac. Bonset. 4a. Caro mio ben, alb, Giordan. b. Ein kleines Haus Haydn, 5. Psalm 103, koor. 6. Voorjaar O. Koop. 7. Sneeuwklokjes P. M. Zijderlaan. 8a. Gebet Hiller. b. Aria uit „Elias" Mendelssohn. 9. Die Ehre Gottes, koor en piano L. von Beethoven, 10. Het Dorpsklokje. Jac. Bonset. GENOOTSCHAP VAN DEN STILLEN OMGANG Door het gezelschap van den Stillen Omgang naar Amsterdam wordt op Dinsdag 9 Januari a.s. des avonds ten 8.15 uur in het K.S.A.- gebouw aan de Peperstraat alhier een leden vergadering gehouden. De agenda vermeldt o.a. bestuursverkiezing wegens periodieke aftreding van den secretaris den heer F. J. de Wildt. Zooals wij reeds berichtten is de jaarlijk- sche feestavond van het genootschap bepaald op Donderdag 25 Januari a.s. des avonds 8 uur in de groote zaal van het K.S.A.-gebouw. Mede werking wordt verleend door het R.K. Tooneel- gezelschap „Kunst zij ons streven" dat zal opvoeren een modern tooneelspel in 3 bedrij ven en een tusschenspel, genaamd „Op Afbe taling" van den schrijver Jac. Ballings, in de Hollandsche bewerking van G. Nielen. POLIKLINIEKEN ROODE KRUIS. De Keel-, Neus- en Oorarts S. Kamminga, gevestigd te Haarlem heeft zijn spreekuren in het Roode Kruis Ziekenhuis alhier beëindigd. Hij wordt opgevolgd door Dr. J. de Graaf, die in het Roode Kruis Ziekenhuis spreekuren zal houden op de Maandagen van 45 uur voor fondsleden en op de Dinsdagen van 9.3010.30 uur voor particulieren. Omtrent den nieuwen specialist kunnen wij mededeelen, dat hij aan de Gronirigsche Uni versiteit Studeerde. Na zijn studietijd was Dr. de Graaf gedurende drie jaren werkzaam als assistent van professor Benjamins te Gro ningen. Op 2 Dec. 1933 promoveerde de heer De Graaf cum laude tot doctor in de genees kunde. LUXOR THEATER. Het Luxor Theater aan de Breestraat brengt deze week als eerste hoofdnummer de dolkomische klucht „De drijvende zwem broek". Aan den inhoud van deze amusante ge schiedenis ontleenen wij het volgende: Joe Holt een volkomen aan lager wal geraakte expeditieibediendie, wordt op een goeden dag door Alice Brandon, de dochter van den ma nager van zwemwedstrijden uit zijn hotel ge sleept, in de veronderstelling, dat zij den echten Joe Holst, kampioen van Canada te pakken heeft. Joe doet zijn best de menschen aan het verstand te brengen, dat hij niet zwemmen kan, doch iedereen denkt dat hij er een grap mee maakt. Hij wordt verliefd op Alice, die hem als haar held beschouwt en hem te ken nen geeft dat zij ten stelligste op zijn over winning rekent. Een oud-collega komt dan met een onzink- baar badpak op de proppen, doch wil het niet aan Joe leveren als hij hem herkent. Zijn negerbediende Sam heeft er echter reeds een uit de koffer van den reiziger gekaapt. Joë besluit te zwemmen of te verdrinken teneinde Alice te behagen. Het gaat in het begin prachtig tot Alice hem vertelt, dat zij de badpakken heeft om geruild om hem een speciaal door haar aan geschaft badpak te geven. Door hevigen angst aangegrepen, zinkt Joe oogenblikkelijk. Als hij echter weer bovenkomst vertelt Alice hem dat haar badpak onzinkbaar is en Joe zet gerustgesteld den strijd voort. Hij weet op handige manier zijn tegenstander voor te komen, doch even voor de finish raakt hij in het zeewier verward en verdwijnt onder wa ter. De menigte denkt reeds dat zijn mede dinger gewonnen heeft als hij plotseling eenige meters voor hem weer opduikt en de race wint. De echte Joe Holt werd door een vecht partij en een daarop volgende arrestatie op gehouden. Als hij tenslotte op Catalina'Eiland verschijnt en hoort wat heeft plaats gevon den ontmaskert hij onze Joe, doch het pu bliek dat hem aan bet werk heeft gezien, hul- digd hem als een held. Joe heeft niet alleen den wedstrijd doch eveneens Alice gewonnen.. Het tweede hoofdnummer is de prachtige speelfilm „Het Lied aan den Bosporus" met Gustav Fröhlich. Deze film munt uit niet al leen door de uitstekende regie, die deze rol prent tot een super maakte, maar bovenal door de schitterende fotografie. Bovendien is er dan nog de melodieuse muziek van den be kenden schlagercomponist Robert Stolz, waardoor het aanschouwen van deze film tot een des te grooter genoegen wordt. Alzoo een uitstekend verzorgd programma, dat veel be langstelling verdient. ONZE RAADSLEDEN. HEEMSKERK VERLOREN. W. DE GROOT (R.K. Staatspartij) Wij vervolgens onze serie korte artikeltjes van degenen, die in den Beverwijkschen ge meenteraad de algemeene belangen van de burgerij dienen, met den heer W. de Groot, directeur van de R.K. Coop. Tuindersvereeni- ging „Kennemerland" alhier. De heer de Groot, geboren 28 Januari 1890 te Warmond, is nog niet zoo heel lang Bever wijker, maar niettegenstaande dat een man, die uitstekend de belangen van we mogen wel zeggen geheel Kennemerland door en door kent. Als directeur van de groote vei ling-organisatie, waarin de Roomsche tuin dersbevolking is georganiseerd, n.l. de R.K. Coop. Tumdersvereeniging „Kennemerland" is hij uitstekend in de gelegenheid geweest te leeren zien, hoe niet alleen onze tuinbouw, maar ook Beverwijk als marktplaats het beste gediend is. Wat zou Beverwijk zijn zonder land- en tuinbouw? Jaar in jaar uit wordt het bewezen, dat de bloei van onze plaats samenhangt, neen afhangt van een bloeien- den ruinbouw. Eén misoogst van de aard beien of boonen en aanstonds is de terug slag in het Beverwijksche zakenleven vooral te bespeuren. En wel heel sterk komt dit tot uiting, nu de tuinbouw in nood verkeert. De heer de Groot is een van de groote ijveraars geweest, die trachtten door verrui ming van afzet, door verbetering van de cul tuur (bevordering van glascultuur) onzen tuinbouw naar een hooger plan te brengen, Zijn eerste werk is geweest de groote tuin dersorganisatie weer tot bloei te brengen Toen het dreigde scheef te gaan met „Ken nemerland", heeft hij door een uitstekende bedrijfspolitiek de veiling tenslotte met ein- delooze zorgen en moeiten, daarin bijgestaan door de bestuurderen, weer „gezond" weten te maken. En ondanks alle narigheid plukt het bedrijf daarvan nu nog de vruchten. De heer de Groot is een bezadigd man, iemand van wien gezegd kan worden, dat hij niet „door dik en dun" gaat, maar die ter dege uit zijn oogen kijkt alvorens hij een bepaalde richting inslaat. Dit is hem stellig in de gemeentepolitiek ten goede gekomen. Van hem, met zijn bree- den kijk op verschillende tuinbouwaangele- genheden, werd bij zijn optreden in den Raad veel verwacht. Als bereisd man hij bezocht o.a. Engeland, Duitschland, Dene marken, Amerika was het vooral de ver ruiming van afzet, die zijn aandacht had en nog heeft. En als iemand het „genie-sluisje" dwars zit, dan is dat hem wel! De heer W. de Groot nam in 1927 voor de R.K. Staatspartij zitting in den gemeente raad. Hij is dus nu eerst in zijn „tweede periode". Tp. Een kwitantielooper alhier heeft een porte feuille verloren mat f 60.en tot nu toe is zij nog niet terug gebracht zoodat het voor dezen persoon een leelijk schadepost.je is. BOUWVAKARBEIDERS. De vergadering van de bouwvakarbeiders is Donderdagavond niet doorgegaan wegens den feestavond der Mariavereeniging. DE „POSTJAGER". HET VERTREK HEDENAVOND UITGEZONDEN. In verband met het vertrek van den „Post- jager" uit Ned.-Indië heden te ongeveer 6 uur (Amsterd. tijd) zal de Nederlandsch- Indische Omroep een uitzending organisee ren, welke door de V.A.R.A. zal worden ge- rel ayeer.d. De aankomst is waarschijnlijk te verwach ten a.s. Maandag op Schiphol. De V.A.R.A., die dan het algemeen programma verzorgt, zal de aankomst trachten uit te zenden. P. BAKKER t Te Zaandam is plotseling op 62 jarigen leef tijd overleden de heer P. Bakker, wiskunde leraar aan het Lyceum aldaar. Voordat de heer Bakker leeraar werd was hij artillerie officier en is als zoodanig te IJmuiden werk zaam geweest. AGENDA VOOR BEVERWIJK VRIJDAG 5 JANUARI Luxor Theater: (rDe drijvende Zwem broek" en „Het lied van den Bosporus" 8 uur Kennemer Theater: „Dè Ster van Valen cia." en „Lachende Erfgenamen" 8 uur. ZATERDAG 6 JANUARI Luxor Theater: ,De drijvende Zwem broek" en „Het lied van den Bosporus" 8 uur Kennemer Theater: „De Ster van Valen cia" en „Lachende Erfgenamen" 8 uur. AGENDA TE HAARLEM VRIJDAG 5 JANUARI Rembrandt Theater: „Fra Diavolo". Op het tooneel: Trio Sphinx, Nóvèlty Egyptien. 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Extaze". Op het tooneel: 3 Broad- cast-Boys. 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „My Lips Betray" (De 200 P.K. van Zijne Majesteit). 2.30 en 8.15 uur. ZATERDAG 6 JANUARI Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 4 Januari. Ondertrouwd 3 Januari: A. Bloem en M. Zegwaard; P. H. Hoomans en M. A. Vogel; H. Vrijstein en C. G. W. Wallbrink; J. J. Cörvers en C. Kaagman; C. A. Jaspersen en A. Kucis; W. F. D. D'haene en J. C. Barnhoorn; J. Kuik en R. Cijprian. Getrouwd 3 Januari: P. J. 'Kuiper en J. E. M. Harkmans; M. H. Arbon en E. M. Dasia; A. Bakker en J. G. H. Goezinnen; H. I-I. A. van Daalen en M. M. Hoogeboom; P. H. Kelder man en J. B. Zorn; C. J. M. Stavenuiter en E. van Kessel; D. Calandt en A. S. de Kruif; C. J. J. a,an de Kerk en E. C. A. Arxhoek; J. de Peuter en M. Houtsma; J. T. Nieuwen- huizen en D. Lucas; R. Hoekstra en J. Klau wers; J. W. Schouten en J. E. H. de Weerdt. Bevallen 30 December 1933: M. Hassink— Hulshof, d.; 31 December 1933: B. PoolLok, d.; 1 Januari: C. Kleine Schiphorstvan Bragt, d.; G. E. Spaargaren—Kaptijn, z.; 2 Januari: J. de JongKnol, d.; P. E. F. Kol- lewijnZoomers, d.; 3 Januari: L. Hooge boomKammeraad, d.; A. J. v. d. EistKnip, d.; F. Kleine WildeVienken, z. Overleden 30 December 1933: H. Klijsen, 26 j., Hazepaterslaan; 2 Januari H. J. Wolff, 57 j., Duvenvoordestraat; J. Kip, 75 j., M. van Heemskerkstraat. FEUILLETON Naar het Engelsch van CURTIS YORKE. 18) (Nadruk Verboden). „Zeg", antwoordde de laatste onbeschoft, „wat heb jij er mee te maken? Waar moet jij je neus in steken, terwijl je heelemaal niets gevraagd wordt? Hoe kom je altijd juist op mijn weg, als ik een tête-a-tête heb met mijn toekomstige vrouw?" „Staan zoo de zaken, juffrouw Cunning- hame?" vroeg Warwick koeltjes. „Zeker niet", was 't verontwaardigde ant woord, „dat hoeft u nauwelijks te vragen, zou ik denken". „Dat is dus gelogen; dat dacht ik wel", en toen tot Owen, die weer was opgestegen en zijn paard omkeerde, om hem den weg af te snijden, „ga op zij, als je blieft". „Vervloekt, ik heb met jou een appeltje te schillen", klonk het woest en terwijl hij sprak, hief hij de rijzweep op en sloeg Warwick er mee over den nek. In een seconde had deze hem uit het zadel getrokken en hem de zweep pit de hand gerukt. „Je hebt 'n afstraffing noodig, schobbejak", siste hij tusschen zijn tanden. „Loopt u even door, alstublieft, juffrouw Cunninghame", voegde hij er op gezaghebben- den toon aan toe. Maar Christian liep slechts tot op de bocht van het pad, waar zij zich doodelijk beangst op een steen zette, want ze wist, dat als Owen de kans kreeg, hij zonder aarzelen zijn revol ver zou gebruiken. De honden, ruzie voorziend, blaften en ren den vol waanzinnige verrukking rond. Toen smeet Warwick met een doodsbleek gezicht zijn geweer neer, greep Owen steviger in zijn kraag en gaf hem een flink pak ransel. Owen worstelde en schopte als een wilde, maar de onbarmhartige vingers hielden hem steeds bij zijn kraag vast en de meedoogen- looze zweep daalde welgemikt en regelmatig op zijn ineengekrompen lichaam neer. De honden sprongen om het slachtoffer heen en hapten strijdlustig naar zijn beenen, tot een slag in hun richting hen jankend deed terugtrekken. Eindelijk, toen Warwick buiten adem en de zweep gebroken was, liet hij zijn gevangene los en smeet hem aan den kant van den weg, waar hij een paar seconden kreunend en half bewusteloos bleef liggen. Toen krabbelde hij langzaam overeind. „Duivelsch", riep hij met een dikke tong, „daar zul je voor boeten!" Warwick haalde de schouders op. Owen hinkte pijnlijk naar zijn paard, dat vredig aan den kant van den weg stond te grazen, en moeizaam erop klimmend, reed hij langzaam weg. Christian, vervuld van afkeer, kwam de bocht van 't pad om, en liep aarzelend tot de plaats, waar Warwick met gefronste wenk brauwen zijn verdwijnenden vijand stond na te kijken. „Nu hebt u zich een gevaarlijken vijand ge maakt", zei ze met niet al te vaste stem. „Mogelijk", sprak hij, terugvallend in de koele afwijzende houding, die hij sedert den maanverlichten nacht, toen hij zijn liefde had verklaard, tegenover haar had aangenomen. „Een vijand meer of minder is niet zoo erg belangrijk". Maar 't meisje keek verontrust. „U kent hem niet, als ik", klonk het gedwongen. „Hij is een gewetenloos mensch, u weet niet wat u ris keert". Hij keek haar met nauwelijks verbor gen verbazing van terzijde aan. „Ik ben niet bang uitgevallen", merkte hij, even glimlachend, op. „Ik denk dat ik voor onzen vriend een vrij goede tegenpartij ben". Zij wandelden langzaam in de richting van Carolay en toen ze bij de eerste hut aangeko- 1 men waren, bleef hij staan en nam zijn hoed af. „Goeden middag", zei hij, zonder haar een hand te geven. Zij voelde een eigenaardige trilling in haar gezicht. „Meneer Warwick", stamelde ze, „ik ben u zoo dankbaar. Ik weet niet „Er is niets om dankbaar voor te zijn. U hebt me de gelegenheid gegeven, te doen, waar ik al dagen lang zoo naar verlangd heb. Mijn rekening met mottige Sammy, is nog niet ver effend. Ik kan u verzekeren, dat ik heel vol daan ben, over mijn werk van vandaag". Terwijl hij sprak, keerde hij zich weer af, maar Christian legde zijn hand op haar arm, hem tegenhoudend. „Meneer Warwick", begon ze onzeker, met vuurroode wangen. „Ja", klonk het koel en beleefd. „Ik wil u zeggen", ging ze haastig voort, „ik had 't u al zoo lang willen zeggen, dat 't mij spijt, dat ik laatst zoo onhebbelijk tegen u ben geweest". Ze wachtte. „Was u onhebbelijk tegen mij?" vroeg hij. „Daarvan herinner ik mij niets. In ieder ge val ben ik alles al vergeten". Hun oogen ontmoetten elkaar: de zijne ernstig, zelfs streng, de hare verlangend. ,,'t Lijkt ongerijmd weet u", ging ze met een nerveuze lach voort, „dat u en ik, die prac- tisch alleen zijn hier, niet op goeden voet met elkaar zouden zijn". „Ik meen. dat ik u eens verteld heb, dat 't zelfde bij mij is opgekomen", antwoordde hij rustig. „Maar zijn we niet op goeden voet met elkaar? Ik zal van mijn kant altijd blij zijn, als ik iets voor u kan doen, en ik ben er zeker van", voegde hij er aan toe, met een kort lachje, „dat als de omstandigheden zich voor deden, u 't zelfde voor mij zoudt doen". Toen wist Christian dat ze hem in dien maanverlichten nacht in het diepst van zijn ziel beleedigd had en dat er geen vergeving voor haar was. „U ontwijkt mijn vraag", zei ze zacht, „dus kan ik niets meer zeggen, maar ik dacht, om dat u zoo gauw weggaat „Weggaan", herhaalde hij verbaasd, „ik heb niet het minste plan om weg te gaan. De wensch is hier zeker de vader van de gedach te", voegde hij er bitter aan toe. „U vergist u", riep ze vlug. „Ik wensch heelemaal niet datu gaat, integendeel Ze brak plotseling af, ging toen verder: „Meneer Owen heeft mij juist verteld, dat iemand anders aanspraak heeft gemaakt op Barnethan". „O, is 't dat? Ja, ik weet, dat hij dat verhaal heeft rondgestrooid. Vanbrugh heeft 't me verteld, maar er is niet de minste grond voor, evenmin als er eenige waarheid is in die dwaze bewering van zooeven". Christian kleurde hevig. „U kon toch moeilijk voor een oogenblik ver ondersteld hebben, dat dat mogelijk was". Hij trok haast onmerkbaar zijn wenkbrau wen op. „Vrouwen hebben soms vreemde grillen. Ik kan niet zeggen, dat Owen een man is, die door vrouwen sympathiek gevonden zal wor den, en toch men kan nooit weten Toen voegde hij er op een plotseling veran derden toon aan toe: „dus u beschouwt het feit dat ik Barnethan gekocht heb, niet meer van zoo'n vijandig standpunt als u eerst deed? Zoudt u misschien mijn mogelijk vertrek be treuren?" Hij zou niet hebben kunnen zeggen waaronj hij op zulk een wijze met vuur speelde. Hij had

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1934 | | pagina 5