De dirigent der Harmoniekapei jubileert
Een Meisje en een Man
IJMUIDER COURANT ZATERDAG 13 JANUARI 1934
TWEEDE BLAD.
BEVERWIJK.
Veertig jaren leider van het corps.
De muziek-paedagoog van midden-Kennemerland.
Veertig jaren directeur van de Beverwijk
sche Harmoniekapei
,/t Kan wel zoo wat uitkomen", heeft de
a.s. jubilaris gezegd en dus zullen we het op
den datum van 15 Januari aanhouden. En
wat doet het er ook toe, een of twee dagen,
misschien een maand verschil op zoo'n be
langrijk aantal jaren, meer dan een gemid-
derden halven menschenleeftijd, gedurende
welken dirigent Hofmeester over de Beverwijk
sche Harmoniekapel den dirigeerstaf zwaait.
En hij is in al die jaren een bekende B ever -
wijksche figuur geworden, evenals de ver-
eeniging, die in den heer Hofmeester nu
veertig jaren geleden den rechten man zag
op de door bedanken van den heer J. J
Zwart vrijgekomen dirigentenplaats. Bever
wijk werd om zoo te zeggen zijn „tweede
vaderland". Wie Hofmeester zegt, zegt ook
Beverwijksche Harmoniekapel, beiden zijn
voor ons niet van elkander te scheiden. Waar
de Harmoniekapel is, treft men ook zijn di
rigent aan en zij samen vullen bladzijden in
de geschiedenis van de oude Kennemermarkt-
plaats. De beoefening van de blaasmuziek ge
schiedde in Beverwijk reeds voordat de heer
Hofmeester als musicus door het toenmalige
bestuur van de Beverwijksche Harmoniekapel
„ontdekt" werd, toen hij als solo-pistonnist
aan het Haarlemsche Stedelijk Muziekcorps,
dat toen onder leiding stond van den heer
Chr. P. W. Kriens, verbonden was.
Op een foto, dateer end van 1889 zagen wij
reeds een Beverwijksche Harmoniekapel af
gebeeld ter sterkte van 18 a 20 leden. Diri
gent was.... de heer H. Burger, de latere
wethouder van Beverwijk. Het was een corps
met een zeer bescheiden bezetting, waarvan
de heer Hofmeester in ongeveer 1894 de lei
ding aanvaardde en de gebruikelijke aan
hang van donateurs was ook heel bescheiden.
Van subsidie van gemeentewege was al even
min sprake, waaruit men dus kan afleiden,
dat de toenmalige bestuursleden een verre
van gemakkelijke taak hadden, om de „eind
jes bij elkaar te houden". Maar de heer Hof
meester liet zich daardoor geenszins be
ïnvloeden en pakte de zaken met jeugdige
energie aan. In 1894 werd reeds aan een con
cours deelgenomen te Broek in Waterland en
in 1895 te Bussum. In 1896 kwamen de eerste
successen en van. dien tijd af is het den diri
gent altijd gelukt op de hoogste bekroningen
en de fraaiste onderscheidingen deelachtig
te worden. Maar deze hoogtepunten in zijn
muzikale loopbaan werden bij tijd en wijle
ook wel afgewisseld door „laagtepunten" in
het vereenigingsleven. Een heel diep dal was
wel de insluimering in 1908, toen gebrek aan
financiën' het onmogelijk maakte de .repe
tities en al wat daarmede samenging vóórt
te zetten, Onder'den naam van Beverwijk
sche Dilettantehclub blééf een bescheiden
aantal musici bijeen en de heer Hofmeester
handhaafde zich als leider. In 1912 herrees
de Harmoniekapel krachtiger dan ooit te vo
ren en weer was het, dat lag voor de hand,
de heer H. W. Hofmeester, die zich met de
leiding, zag belast. En toen ging het crescen
do. De Harmoniekapel ontwikkelde zich ón
der de rustige en bekwame leiding van den
heer Hofmeester tot een der eerste corpsen
uit het land, dat op concoursen een terecht
gevreesde tegenstandster was. Talrijke hooge
onderscheidingen wist de dirigent te behalen,
zoodat de drie vaandels nu, na een bloei
periode van langer dan twintig jaren, de
goud- en zilverschat niet kunpen bevatten.
Hij bracht zijn corps in de voor dilettanten
hoogst bereikbare afdeeling, namelijk de su
perieure en ook in deze afdeeling. waarin
soms eischen worden gesteld, waaraan be
roepsmusici de handen meer dan vol zouden
hebben, behaalde de Beverwijksche Harmo
niekapel de hoogste bekroningen. Zeer zeker
heeft dit corps dan ook ontzaggelijk veel aan
den heer Hofmeester te danken. Hij liet zich
nooit ontmoedigen, door welke tegenslagen
dan ook, hij ging rustig zijn weg, zonder zich
uit zijn evenwicht te laten brengen. Dat kon
ook trouwens het grootste succes niet doen.
Hij bleef de bescheiden man, die zich liefst
maar zoo spoedig mogelijk aan de soms da
verende huldebetuigingen onttrok. En zoo
werd de heer Hofmeester een stuk van ons
Beverwijksche leven, al woonde hij dan ook
In Haarlem. Iedereen, van klein tot groot
kent. den dirigent van de Beverwijksche Har-
maniekapel en onder alle rangen en gezind
ten der bevolking is hij, evenals het door
hem aangevoerde corps, algemeen geaoht en
gezien. Want het is onze Harmoniekapel en
onze Hofmeester. Zoo hebben de Beverwij -
kers hem in den loop der jaren leeren zien.
Zijn arbeid is voor Beverwijk en verre om
geving van groote cultureele be teekenis ge
weest en is het nog. Hij heeft tientallen men
sehen oogen en hart geopend voor de schoon
heid van de muziek, hij heeft hen een blik
doen slaan in die wondere wereld van klan
ken, hij heeft hen die klanken leeren ver
staan. Dat waren de menschen die onder zijn
leiding musiceerden. En nu zij die luisterden
naar de talrijke concerten, welke hij met zijp
kapel heeft gegeven. Langzaam heeft, hij ze
als het ware muzikaal weten op te voeren tot
luisteraars, aan wie de muziek ook iets te
vertellen heeft. Hij heeft een kring van toe
hoorders opgevoed, voor wie de muziek niet
beteekent een welkome gelegenheid om tot
losbandigheid over te gaan, voor wie een bui
tenconcert niet is het sein om „beurs" te
houden, zoodra de eerste klanken maar over
kwamen. De rustige luisteraars in de concert
zaal en rond de tent op het plein, zij zijn den
jubilaris dank verschuldigd.
H. W. HOFMEESTER, die thans veertig jaren
over de Beverwijksche Harmoniekapei zijn
dirigeerstaf zwaait en tevens arbeidde aan de
muzikale opvoeding van de bevolking van
Beverwijk en omgeving.
En wij, die ons nu moesten zetten om een
jubileum-artikel te schrijven voor den be
gaafden leider, hoewel wij pertinent weten,
dat hij zoo afkeerig is van alle uiterlijk ver
toon. hebben zeker wel veel 'aan hem te dan
ken. Hij heeft ons avonden geschonken van
veel: muzikaal genot, concerten dikwijls,
waarbij men vergat, dat de muziek van een
blaasorkest toch eigenlijk niet dat ware, im
mense gevoel kan wakker roepen, zooals dat
nu eenmaal het geval is bij een strijkorkest.
En wat hebben wij van hem, die nu vergrijsd
is in den dienst van de Harmoniekapel,
veel geleerd. Daarvoor kan de heer Hof
meester aanspraak maken op onze groote er
kentelijkheid, zooals hij, man van groote ga
ven, ook aanspraak maakt op de waardeering
van de geheele bevolking van Beverwijk en
omgeving.
Men zal hem Maandagavond huldigen. Des
avond wordt de jubileerende dirigent met
muziek van den trein gehaald, om in feeste-
lijken optocht op den gewonen repetitieavónd
naar het repetitielokaal te worden gereden.
Daar zal men hem huldigen en hij zal er als
altijd een hekel aan hebben. Maar de heer
Hofmeester zal zich kunnen troosten met de
gedachte, dat hem nooit te veel eer zal kun
nen geschieden, omdat hij slechts de welver
diende belooning in ontvangst zal hebben te
nemen van dankbare menschen, die zooveel
goeds en zooveel moois van hem hebben mo
gen ontvangen.
En nu, onze Hofmeester, ad muitos annos.
Wees nog vele jaren van ons.
Tp.
KENNEMER OUDHEIDKAMER.
De Kennemer Oudheidkamer verkreeg het
navolgende:
Een zelfs voor die tijden zeer uitvoerigen
overlijdensbrief gedateerd 6 Julij 1817; een
draagpenning geslagen ter herinnering aan
de 25-jarige regeering van Z.M. Koning Wil
lem in; een antiek kunstknipsel in lijst.
GASBESCHERMING.
Op Donderdag 18 Januari a.s. des avonds
te 8 uur zal in het Kennemer Hotel een lezing
met lichtbeelden worden gehouden voor leden
en donateurs van de Roode Kruis Transport
colonne.
Het onderwerp luidt: „Gasbescherming".
De lezing wordt verzorgd door het tech
nisch Bureau J. Duiker te 's-Gravenhage.
VAN HET CRISIS COMITé.
Het plaatselijk Crisiscomité schrijft ons:
Verschillende circulaires werden tot heden
nog niet terug gezonden; wij verzoeken U
dringend de toezending daarvan te willen
bespoedigen.
U kunt het bedrag ook rechtstreeks storten
op den giro van het Crisis Comité Beverwijk
no. 203740.
De commissie is bijzonder erkentelijk voor
de vele bijdragen en dankbaar voor den ge-
waardeerden steun doch verwacht nog steeds
meer giften om aan de vele aanvragen om
steun eenigszins te kunnen voldoen.
Zaterdag 1.1. is de eerste collecte langs de
huizen gehouden en heeft in totaal opge
bracht f 49.45. Dank aan de dames, die zich
beschikbaar hebben gesteld om deze gelden
in te zamelen.
WIE GEBRUIKEN ESPERANTO?
Het bestuur van de plaatselijke Esperan-
tistenafdeeling verzoekt ons opname van het
volgende:
Wij, Esperantisten, hebben naast de aige-
meene propagandataak, de ietwat te prettig
aandoende taak deze vraag tot in het on-
eindig-meervoudige te beantwoorden en te
herhalen, en, oh ironie,, 't is niet de koude,
nuchter-zakelijke-mensch die ons deze vraag
voorlegt, doch veelal juist de voor idealen
vatbare mensch. Immers, als wij een bük om
ons heen werpen, dan bemerken we aller
wegen, dat er juist in kringen, waar men op
een of andere manier de broederschap voor
staat, propaganda maakt voor den vrede,
kortom, daar waar men zich. internationaal
gevoeltj betrekkelijk weinig belangstelling
voor de geniale schepping van Dr. Zamenhof
getoond wordt.
Echter kunnen we niet ontevreden zijn,
met langzame maar vaste stappen gaan we
vooruit. Ondanks alle geleerd aandoend te-
gen-getheorizeer, ongeloovig schouder-op-
De jubilaris te midden van zijn musici in 19'04. Op deze foto komen vele bekende Beverwij-
kers voor, van wie enkelen zijn overleden. Anderen van de Beverwijksche Harmoniekapel
in die dagen zijn reeds lang eerzame huis vaders en voor sommigen is de oude dag aan
gebroken. „Wie zijn dat?" is een geschikte vraag voor onze lezers, om gedurende den
Zondag op te lossen.
gehaal en zich-van-de-zaak-afmaak-praatjes,
gaat Esperanto, gelouterd in de practijk,
steeds verder den weg op die het heeft af
te leggen.
Waren het, op handelsgebied, aanvankelijk
eenlingen, die Esperanto gebruikten, thans
zijn het meertallen. Zelfs de kleinste Espe-
rantogroep is tegenwoordig in het bezit eener
keurcollectie Jaarbeurs-Esperanto-reciames.
En het zijn niet alleen de Jaarbeurzen, die
Esperanto gebruiken, doch ook ettelijke Ka
mers van Koophandel. Sinds 1906 neemt de
K. v. K, te Londen examens af en reikt di
ploma's uit.
Over het nut van Esperanto voor de han
del zouden we nog heel veel kunnen schrijven,
doch wij meenen beter te doen eenige firma's
te noemen die Esperanto practisch gebrui
ken de chemische fabriek R'eisholz te Dus-
seldorf, de firma Otto en Co., Frankfort
(pharmaeeutische praeparaten)het Labora
torium Oberlin, Parijs, de firma Juiien Bitt-
ner, Brussel (chirurgische instrumenten).
De firma Juffermans te Hillegom (handel
in bloembollen, enz.) maakt een dankbaar
gebruik van Esperanto. Zoo ook de bekêhde
firma Günther Wagner, te Hannover, fabri-
kante van de „Pelikan Tinte", de Radeberger
exportbierbrouwerij te Radenberg in Saksen,
The Imperial Typewriter Co. Ltd. te Leicester,
Engeland, de bekende schrijf machinefabriek.
De N.V. Klavarskribo te Slikkerveer, die een
nieuw systeem muziekschrift uitgeeft, alleen
in 't Nederlandsch en Esperanto. We zullen
besluiten met de bekende ;,Sanovite"-fabriek
in Bergen op Zoom. Op ieder pak kunt U
de gebruiksaanwijzing lezen in 't Esperanto.
ANTI-OORLOGS-COM1TE.
De afd. Haarlem van dit comité houdt een
openbare protestvergadering op a.s. Maandag
15 Jan. 8 uur in Gebouw de Protestanten
bond, Jacobstraat.
Sprekers zijn Reusemaker en Brommert.
Het onderwerp is: „Tegen het nationalis
tisch drijven en de gevaarlijke oorlogspro
paganda van de Fascistische beweging."
LOOP DER BEVOLKING.
Ingekomen: H- Ch. Meijer, 1.1. verpleegster
van Haarlem, Vondellaan 13; P. J, F. Egger-
mont, onderwijzer van Helmond, Stumphius-
straat 31; A. Duiveman, fabr. arbeider van
Velsen, Arendsweg 18; S. M. Koelman, onder
wijzeres van Haarlem, Vondellaan 4. M.
Kroon, dienstbode van Assendelft, Meerstraat
104; J. A. Hartkoorn, stucadoor van Apel
doorn, de Visscherstr, 1; H. M. van Rijn.,
winkelj. van Amsterdam, Arendsweg 2; A.
W. Eckhart, winkeljuffr. van Wormerveer,
Breestraat 64.
Vertrokken: J. vaar Loon, grossier naar
Velsen (IJm. O.), Annastr. 7; C. A. Duiker,
metselaar naar Wijk a. D., C. Matersweg 17;
G. Chr. M. te Boekhorst, kamermeisje naar
Arnhem, Verl. Hof laan 65; G. Vohswinkei,
kellner naar Amsterdam, Heerenmarkt 41,
II; R. Ossel, dienstbode naar Velsen, Dood
weg 209; Chr. Dorland, dienstbode naar
Heemstede, Kerklaan 45; W. Bakker, tech-
niker naar Wijk aan Duin, Beeeksanghl.
21 w; J. H. van Leeuwen, bankwerker naar
Wijk aan Duin, Verl. Groenel. 25; I. Velt'
man, dienstbode naar Hilversum, Kerkstr. 31.
R.K. COÖP. TUINDERSVEREENIGING
Beverwijk, 12 Jan.
Boerefeool per kist 1025 cent.
Breek,peen per kist 4070 cent.
Andijvie per kist f 0.55f 1.35.
Pieterselie ppv bos 67 cent.
Selderie 57 cent. per bos
Prei per bos 516 cent
Witlof per KG. 2430 cent.
Uien per KG. 33 1/2 cent.
Wortelen per KG. 4 cent.
Roode kool per stuk 35 cent.
Gele kool per stuk 38 cent.
Spruiten per KG. 10—26 cent.
Groene kool per stuk 35 cent.
Knollen per stuk 25 cent.
Appelen per KG. 1216 cent.
R.K. ORATORIUM-VEREENIGING.
Vrijdagavond werd in het K.S.A.-gebouw een
vergadering gehouden van R.K. zangers en
zangeressen met de propaganda-commissie
van de R.K. Oratoriumvereenigïng, gevestigd
te Haarlem. Besloten werd tot oprichting van
een onderafdeeling Beverwijk dezer Orato-
riumvereeniging over te gaan. Terstond traden
21 leden toe.
De repetities zullen in een nader aan te
wijzen zaal op de Vrijdagavonden worden ge
houden. Het ligt in de bedoeling, dat in Bever
wijk alleen de partij repetities zullen worden
gehouden onder leiding van Olivier Koop uit
Overveen. De gemeenschappelijke repetities
van de R.K. Oratoriumvereeniging vinden te
Haarlem plaats onder directie van Hubert
Cuypers.
Medegedeeld werd, dat in studie worden ge
nomen de groote koorwerken „Le Délugue'
van Debussy en „L'enfant prodigue" van Saint
Ook het jaarverslag van den secretaris, den
heer E. Geldermans gewaagde van het succes
volle jaar 1933, in de eerste plaats ook wel,
omdat de K.O.V. is uitgegroeid tot een en
semble van 40 leden. De secretaris bracht
hulde aan den dirigent, den heer Louis Stiens
voor diens zeer verdienstelijk werk. Met groote
waardeering werd voorts gewag gemaakt van
de welwillende medewerking, welke van de
zijde der zustervereeniging, de „Hoogoven
kunstkring" mocht worden ondervonden.
Uit het financieel overzicht van den pen
ningmeester bleek, dat de ontvangsten f 956,06
hadden bedragen, de uitgaven f 800,26.
Met inbegrip van het- saldo van het vorige
boekjaar kon hij onder daverend applaus
mededeeling doen van een batig slot. groot
f 155.80.
Beide functionarissen hadden een woord van
dank in ontvangst te nemen.
Besloten werd aan de patiënten en het per
soneel van de Provinciale Ziekenhuizen in de
omgeving concerten aan te bieden.
De aftredende bestuursleden, de voorzitter
en de penningmeester werden bij acclamatie
herkozen.
Tenslotte werd nog medegedeeld, dat de
jaarlijksche onderlinge feestavond voor de
leden en hun dames.op 14 April zal worden
gehouden.
Na een geanimeerde rondyraag werd de
vergadering gesloten.
De heer M. Uittendaal, Cornells Amsestraat,
alhier, verklaarde zich bereid nadere inlich
tingen te verstrekken en nieuwe leden in te
schrijven.
KENNEMER ORKEST VEREENIGING.
Vrijdagavond hield de Kennemer Orkest
Vereeniging in de bovenzaal van Hotel „Oud-
Meerenstein" haar jaarvergadering.
De voorzitter, de heer S. Waagmeester her
innerde aan het zoo goed geslaagde vereeni-
gingsjaar, waarvan het concert met Mevr.
TreepCals zeker wel het hoogtepunt was.
Des te meer stemde dit tot voldoening, omdat
deze soliste zich gaarne bereid had verklaard
zich bij een eventueel volgende gelegenheid,
inplaats van door den vleugel, door de K.O.V.
te doen begeleiden.
BURGERLIJKE STAND
BEVERWIJK.
GETROUWD:
S. W. de Vries en M. C. den Bakker.
GEBOORTEN:
C. van der MsijMarkx, z.; W. M. Kluft
Smits, z.; A. de Vries—Jongejans, d.
OVERLEDEN:
J. Faber, 69 jr., wede. v. J-, H. Valbracht;
A, de Lange, 81 jr., wede. v. A. Tak en L.
Koomen; B. H. Simons; 82 jr., wedr. v. J.
Salms en van E. van der Lijn.
KENNEMER
SPROKKELINGEN.
„HOFMEESTER JUBILEERT".
Veertig jaar den scepter zwaaien
Is soms aan geen vorst vergund,
Ook Napoleon, de groote,
Heeft het destijds niet gekund.
Veertig jaren dirigeeren
Over onze Harmonie!
Wat een lange reeks gedachten,
Welk een klank-cacaphonie.
Met een heel geslacht van Wijkers
Heeft hij 't aan den stok gehad,
't Is een wonder, wat een kracht er
In dat tooverstokje zat.
Mannen, die de baas in huis zijn,
Laat ons zeggen, voor de leus
Reageerden op dat houtje
En zij deden 't serieus.
Als je wilt discussieeren
Met een vrouw in tweekwartsmaat
Is het zeker, dat ze manlief
Heel wat maten achterlaat.
Maar de jubilaris kreeg het
Met zijn scepter wel -gedaan,
Daarom zijn er zooveel prijzen
Naar de Groenelaan gegaan.
IV, t die dirigeerstok kwamen,
Juist als bij een toovenaar,
Allerhande schoone dingen
Zóó te voorschijn, kant en klaar.
„Péter Schmall" zat aan de „Donau",
Daar ontmoette hij „Roi d'Ys",
Die liep met zijn „Isoline",
„Obéron" stond in de bries.
Zij genoten van de schoonheid
Van het oude „Wiener Wald",
Van „Eïn Morgen und ein Mittag",
Tot in „Wien" de „Abend" valt.
Zelfs de Bachenanten- dansten
In het mooie „Faust-ballet".
Denk voorts eens aan „Rosamunde"
En de solo-clarinet.
Nu geheven de bazuinen
En gestoken de trompet,
Hofmeester verdient de hulde,
Die hem in de bloemen zet.
Veertig jaren ruischten klanken
Om zijn dirigenten-hoof d,
Voor de Beverwij kers heeft hij
Veertig jaar zich uitgesloofd.
Hij heeft ons geleerd te lezen,
Wat een a is en een b.
En hij" leerde onderscheiden
'n Lage q van 'n hooge c.
In de harmonie kwam soms wel
'n Disharmonisch toontje voor
Maar die Hofmeester dan aankeek
Was weer vlug in 't rechte spoor.
Schoonheid heeft hij ons gegeven,
Met hem voelen wij ons rijk,
Hij is werkelijk geworden
'n Stukje van ons Beverwijk.
Neen, we kunnen hem niet missen,
Onze knappe directeur,
Hij gaf ons zoo vaak de vreugde
Van te breken met den sleur.
Nu hij dan gaat jubileeren
Koest'ren wij slechts dezen wensch;
Dat hij lang mag dirigeeren
Als dezelfde goede mensch.
Juist zooals als Pelikaansche mannen
Vastgebeten aan 't levier,
Zwaait hij nog met z'n scepter
Energiek enmet plezier!
Tp.
FEUILLETON
Naar het Engelse^ van
CURTIS YORKE.
25)
(Nadruk Verboden).
Juist toen ze sprak, klonk hoefgetrappel op
't ruiterpad dat een korteren weg vormde tus-
schen Barnethan en Carolay. De ruiters wa
ren Warwick, Mike en Durran.
„Wat is er?" riep Christian luid, toen ze
Voorbij reden. „Wat is er gebeurd?"
„Ontploffing", schreeuwe Warwick zich in 't
Zadel omkeerend. „In de Curlow kolenmijnen".
Zijn woorden klonken boven het geblaf der
honden en 't geluid van de vlugge hoefslagen
der paarden uit. Christian werd zoo wit als
pen doek.
„God helpe hen allen", zei de oude vrouw.
fcGod helpe hen allemaal".
Christian beheerschte zich en ijlde naar de
Schuur, die als stal dienst deed.
„Juffrouw Chrissie, waar ga je naar toe?"
riep Milly boos, maar Chris wierp het zadel
al op Betsy's glanzenden rug.
rflk ga zien of ik ook van nut kan zijn", ant
woordde ze kalm, terwijl ze de merrie de
schuur inleidde en de teugels in haar hand
nam.
„Ga uit den weg, als je blief, Milly. Je zult
wel zien wanneer ik terugkom. Tot ziens dan!"
en in 't zadel springend, en Betsy even met
haar zweep aanrakend, reed zij weg langs de
rotsachtige helling en kwam zoo in den hoofd
weg. Na een paar mijl te hebben afgelegd op
de door den maan verlichten weg, langs den
oever van de Kootenay, zag ze in de verte
een reusachtige vuurkolom in de lucht schie
ten en hoorde weer een dof, zich snel voort
plantend, krakend geluid, dat de grond onder
de hoeven van de merrie deed schudden,
't Dier stond stil en legde zijn ooren in den
nek, zenuwachtig' schrikkend, maar Christian
liefkoosde en streelde Betsy, waarop zij ein
delijk weer in 'n gestrekten draf verder ging.
Ongeveer twintig minuten rijden, brachten 't
meisje op 't tooneel der ramp. Alles was in
rep en roer: bezorgdheid en verslagenheid
heerschten alom. Rijen van zwart geworden
lichamen lagen opgehoopt rondom den ingang
der mijn en bleeke vrouwen met traanlooze
oogen liepen af en aan, trachtend hun man
nen te herkennen tusschen de afzichtelijke
mengelmoes van half verkoolde overblijfselen.
Christian was getroffen door de vreeselijke
stilte van deze vrouwen. Deze stilte was aan
doenlijker dan de luidste jammerklachten
konden geweest zijn en zij werd slechts bij
tusschenpoozen onderbroken door half ge
smoord weeklagen, wanneer een of anderen
echtgenoot, zoon of bi'oeder maar al te goed
herkend werd.
Warwick was nergens te zien.
Christian begon een haastig gesprek met
een ouden man, die met saamgevouwen voor
zich neerhangende handen op een steen zat.
Zijn twee zoons waren in de put afgedaald
toen de ontploffing plaats had", verklaarde
hij haar op 'n hopeloos treurigen toon, „maar
niemand kan nu naar beneden, zei hij, zijn
hoofd neerslachtig schuddend, „want door de
ontploffing zijn de stutten van de schacht
vernield. De ingenieurs wachten om door te
dringen van uit de schacht in put no. twee,
maar ik heb geen hoop nrn lieve jongens ooit
terug te zien. Maar er zullen vannacht be
halve 't mijne veel treurende huisgezinnen
zijn. Jammer van den baas, hij waagde zijn
leven, zeggen ze, om hulp te verleenen en hij
is nog veel te jong om te sterven."
Er scheen een roode mist voor de oogen van
't meisje omhoog te golven.
„Bedoel je den jongen baas van Barnethan?"
fluisterde ze heesch.
„Ja, ja, de jonge baas", mompelde de oude
man, haar aankijkend met matte, nietszeg
gende oogen. „Ze hebben hem heelemaal stijf
gindsche schuur binnengedragen. De hemel
zij dank dat hij niet getrouwd is, zoodat geen
arme ziel haar hart om hem hoeft te breken".
Christian bond Betsy aan een gebroken hek
vast en liep als in een vreeselijke nachtmerrie
naar de schuur, die de oude man had aange
wezen. 't Was een kleine, ruwe, bouwvallige
loods. De maan verlichtte elk hoekje en gaatje
en bescheen meedoogenloos een stijve, onbe
weeglijke figuur, die op den grond lag uitge
strekt, eerbiedig met ruw zakkenlinnen toege
dekt. Ellendig en bevend knielde Christian
neer, te bang om te kijken naar 't gezicht van
den man, dien ze liefhad, vooral daar 't on
herkenbaar misvormd zou zijn.
't Scheen haar onbegrijpelijk, onmogelijk,
dat hij binnen een klein half uur voor altijd
buiten haar bereik zou zijn gekomen. Einde
lijk trok ze met bleeke lippen en op elkaar ge
klemde tanden het stuk linnen, dat- z'n gezicht
bedekte, weg, maar toen ze keek, gaf ze een
onderdrukten ongeloovigen schreeuw, en
sprong op, haar oogen met de handen bedek
kend. Toen begon ze hevig te snikken, zonder
tranen te storten, hartstochtelijk mompelend:
„O, Goddank, Goddank," want 't was niet
Warwick die daar lag, maar Owen, de man,
dien zij gevreesd en gehaat had, maar voor
wien ze nu, met de ijzige doodsche stilte om
zich heen een eerbiedig, berouwvol medelijden
had.
Zijn gezicht was bijna ongeschonden en zijn
uiterlijk scheen door den dood aan waardig
heid en rust gewonnen te hebben, 't geen ge
durende zijn leven nooit het geval was ge
weest.
Christian staarde als betooverd naar de ge
sloten oogen en de strak gesloten lippen. Mot
tige Sammy had de tol betaald!
Daarna trok ze het zakkenlinnen weer op
de plaats terug en trad langzaam naar bui-
tën. Terwijl ze de kleine ruimte tusschen de
schuur en de heen en weer loopende menigte
overstak, zag ze Mike met 'n zwart gezicht en
vuile handen naar haar toewaggelen.
„Waar is Mr, Warwick?" vroeg ze kortaf.
„Beneden", antwoordde hij moeilijk. „Dek
sels wat is dat een kranige vent!"
„Waarom ben je niet bij hem?" viel ze
tegen hem uit.
De man hief zijn handen naar het hoofd en
werd bleek onder 't vuil en 't kolenstof, dat
zijn gezicht bedekte.
„Toe, ziet u me niet voor een lafaard aan",
verweerde hij zich, naar adem snakkénd. „Hij
heeft me naar boven gestuurd, de hemel is
mijn getuige dat hij dit deed. Ik
Zijn stem begaf hem, hij draaide voorover
en viel op zijn kant. Vijftig behulpzame han
den stonden klaar om hem op te tillen en
naar de smederij te dragen, waar een paar
dokters hun handen vol hadden met het ver
leenen van hulp aan andere slachtoffers.
Christian baande zich in weerwil van alle
vermaningen, een weg naar galerij no. twee.
De kooi ging juist naar beneden met den
waarnemenden onderwerkbaas. De werkbaas
zelf was al direct gedood.
„Wacht even", zei Christian gebiedend. „Ik
moet naar beneden".
De man, die haar van aanzien kende,
trachtte haar terug te houden. „U kunt niet
afdalen, juffrouw Cunninghame", weigerde hij
botweg, ,,'t Is niet goed dat u het doet".
Christian antwoordde in de kooi stappend:
„ik ga toch, dus laat mij!"