HETKRAA
GEVAREN VAN DEN
BERGWINTER
DE STRIJD TEGEN DE LAWINEN A
VERDEDIGINGSMIDDELEN l'EGE?v
HET GEWELD.
In den cirkel links: Overdekking van
een bijsonder gevaarlijken spoorweg.
Rechts: ingemetselde rotsstukken rem-
nign het geweld der lawinen op de
helling van den Simplon.
WA^-R DE GRONDLA WINE
HET DAL BEREIKT
heerscht chaotische verwoes
ting, Deze voorjaarslawinen
weren met het sneeuwdek
ontwortelde hoornen, stee-
nen, aarde, ens. met zich
mee; men heeft de- gewel
dige hoeveelheid der neer
stortende massa tot op
200.000 kub. M. berekend.
DOOR KARL HAEFELI.
Telken jare stijgt het aantal van hen, bij wie de liefde voor de bergen ook
in den winter niet bekoeltdie ook in den winter er op uittrekken: de
bergen in. Telken jare echter groeit ook het aanal ongelukken in de bergen,
veroorzaakt door onkunde, lichtzinnigheid en overschatting van eigen
kunnen. Een der beste kenners der bergen schildert hier de gevaren
van den erg sten vijand van de winter sche bergtochten: de lawine. Hij
knoopt daaraan raadgevingen vast, die geen enkele ski-looper in den
wind mag slaan.
Nog steeds staat het beeld uit het Bereh-
tergadener land voor mij: op een heerlijken
wintermorgen trokken wij op onze ski's het
reusachtige rotsgebied in van het Watzmann
bergdal. Links en rechts verheffen zich de
rotswanden van den grooten en kleinen
Watzmann bijna loodrecht en vormen een
zwaren muur om het dal. In het midden van
het dal echter bevindt zieh het sterk gesple
ten en puntige rotsgebergte der „Jungfrau".
Boven ons staat de stralende zon en voor
ons glinsterende en schitterende versch ge
vallen sneeuw. Niets is heerlijker voor den
ski-looper dan over een ongerepte sneeuw
vlakte zijn eigen sporen in de sneeuw
te kunnen achterlaten, zij het dan
ook, dat dit skiën over versch gevallen
sneeuw een inspannend werk is. Maar de
vreugde over de sporen, die men op zijn
tocht, op de helling aanbrengt, doet alle
moeiten vergeten.
Juist passeeren wij den rotsmuur der
deloos verloren, als
hij niet door stukken
ijs of steen wordt ge
dood, stikt hij zeker
in de sneeuw.
Dezen dag nemen wij waar, dat bijna elke
tien minuten zulk een lawine naar beneden
stort. Deze lawinen vormen zich hoofdzake
lijk, wanneer versche sneeuw is gevallen. En
niets is gevaarlijker dan een dag na het
vallen van zulke versche sneeuw een ski
tocht te ondernemen. Het is absoluut nood
zakelijk, dat men minstens een dag of twee,
drie geduld heeft, want in dezen tijd wordt
de sneeuw gebonden aan de „onderlaag",
d.w.z. de oude sneeuw of aan den rots- of
grashelling.
Losse, poederachtige sneeuw is licht ge
neigd, naar beneden te glijden.
Hoe ontzettend de uitwerking van zulk een
lawine kan zijn. blijkt uit een voorbeeld, dat
'k in Saiberloch. aan de Wunbach kloof
zag. De steile helling der Wunbachkloof is
meest zonder zon, daarentegen blaast de
wind met al zijn grimmige kou en hevig
heid er over heen. Hij perst daardoor de
sneeuw m zekere mate aan de oppervlakte
I
DE RÖODE LIJN
ALS REDSTER DER
BEDOLVENEN.
Zij wijst den weg aan
de reddingscolonne,
waar onder het witte
dek iemand begraven
„Jungfrau" of wij hooren van de tegenover
liggende rotswanden een dof geluid. Onge
veer 300 M. ver over het bergdal stijgt een
klein stofwolkje op, verspreidt zich als zeep-
sehuim over een smallen rotswand en in
razenden val ontwikkelt zich hieruit een
lawine van stofsnèeuw. Het dal dreunt van
het donderend neerstorten der sneeuw
massa's en de rotswanden weerkaatsen het
helsche lawaai .duizendvoudig. Steeds groo-
ter wordt de lawine, steenen worden naar
beneden geslingerd en ijsblokken storten in
de diepte. De aarde siddert, als de lawine
den bodem van het bergdal bereikt en nu zien
wij eerst, hoe geweldig de sneeuwmassa's
zijn, die daar uit de hoogte kwamen neer
storten.
Wie in zulk een lawine geraakt, is red-
samen, bijna tot een ijsdek. Toen wij daar
eenige dagen na het vallen van versche
sneeuw kwamen, bemerkten wij aan eenige
sporen, dat hier een groote afbrokkeling
van het sneeuwdek had plaats gevonden.
'Van de plaats der afbrokkeling tot aan
den voe-; vsx, de steile helling was geen
sneeuw te zien, slechts naakt gesteente. En
nu Verhief zich daar voor ons een. geweldige
lawine. Vier tot zes meter hoog, 25 meter
breed en bijna 100 meter lang was deze la
wine! Wie zou met haar in de diepte zijn
gesleurd? Zou er nog iemand onder deze
reusachtige sneeuwmassa begraven liggen?
Wij kénnen allen het gevaar van deze „wina-
schaduwzijden". Waarschijnlijk wilde hier
oen ski-looper over de steile helling rijden;
eerst heeft het sneeuwdek hem gedragen,
ALS DE WITTE DOOD
VAN DE HELLING
GLIJDT
De gevaarlijke stuiflavAnes
uit poedervormige sneeuw
bieden aan het oog van den
natuurvriend dikwijls een
heerlijk schouwspel.
'maar dan, na eenige meters, is het ttoch ge
broken. Daardoor ging alle sneeuw op de
helling mee. Later vernamen wij intusschen,
dat als door een wonder de skiloop er den
dood ontgaan was.
Uit dit voorbeeld moge blijken, dat lawi
nen zich het gemakkelijkst vormen na het
vallen van versche sneeuw daarom ski-
loopers, wees voorzichtig bij versch gevallen
sneeuw!
Een ander groot gevaar vormen de z.g.
..sneeuwbanken". Toen ik eens met drie
vrienden een tocht op den
Hochkalter ondernam, hiel
den wij op een bijzondere
plaats, die een ongewoon
schoon uitzicht bood, halt.
Daar scheurde plotseling
het sneeuwdek onder onze
voeten en zulk een
„sneeuwbank" brak af. Op
het laatste oogenblik kon
den wij nog terugspringen
en ons daardoor redden.
Het gevaar van de
„sneeuwbanken" is min
stens even groot als dat
van een lawine, want ook
een sneeu/wbank sleurt al
les mee, wat zich daarop
bevindt en 'slingert even
eens ontzaglijke sneeuw
massa's de diepte in. Hier-
komt nog, dat een
„sneeuwbank" dikwijls niet
te onderkennen is. Men
glijdt een helling af, plot
seling remmen de ski'ers,
de sneeuw
is van een
eigenaardige
grauwe kleur
naast de
ski-sporen vor
men zich
scheuren. On
der zijn voeten
echter hoort
men een dof
rommelen.
Zulk een,
plaats moet'
men onder alle
omstandighe
den vermijden.
Behalve de
genoemde la
winen en
sneeuwbanken
zijn er nog de
voorj aarsl awinen.
Sommigen houden ze
voer gevaarlijker dan
alle andere; ande-
rer weer meenten, dat het gevaar min
der groot is dan dat van de stuiflawinen.
Men kan van meening verschillen. Eén ding
echter zeker: het grootste geweld van
alle heeft de voorjaarslawine, want hierbij
pakt de sneeuw zich tot een geweldige harde
massa samen. Hierbij komen dikwijls geval
len voor, waarin de lawines rollen, alsof men
wol tot een reusachtige kluwen oprolt.
Verder is er nog de glijdende lawine. Hier
doet dooiweer de sneeuw smelten, het water
baant zich een weg langs de helling, het
sneeuwwater sijpelt tot op den grond, de
sneeuw wordt zoo van zijn onderlaag be
vrijd en raakt aan het glijden. Eens ont
moette ik zulk een lawine, die mij en mijn
vrienden in een hachelijke positie bracht.
Wij waren op een skitocht en merkten
plotseling, dat de
grootste vijand der
sneeuw, de Föhn, in
aantocht was. In het
Zuiden kwamen eeni
ge wolken opzetten,
de bergen leken op
eens donkerder en de
bergtoppen schenen
zich nauwer aaneen
te sluiten. Met schrik
zagen wij de veran
dering van het weer,
i want voor het over
steken van het stuk
helling dat voor ons
lag, hadden wij min
stens een uur noodig.
Van verre hoorden
wij dof gerommel. Wij zagen elkaar aan: in
het Zuiden rolden reeds de lawinen het dal
in. De allergrootste voorzichtigheid was
thans geboden, want elke helling is bij derge
lijk dooiweder gevaarlijk. Het beste zou zijn
een omweg te maken, terug te keeren en een
andere route te nemen. Maar niemand had
zin een omweg van twee tot drie uren te
maken; wij besloten daarom toch over te
steken.
Voorzichtig! Voorzichtig! Ieder van ons
had het belangrijkste reddingsmiddel, de
roode lawinenlijn, mee. Deze heeft een
lengte van 25 tot 30 meter en raag nimmer
door een skilooper worden
vergeten. De waarde van
deze lijnen, waarover vroe
ger veel is gespot, heeft
men helaas eerst in den Iaatsten tijd erkend.
Wordt een ski-er door een lawine in de
diepte gesleurd, dan steekt bijna steeds er
gens een stukje van deze roode lijn uit de
lawine, zoodat de vrienden hun kameraad
zoo spoedig mogelijk kunnen vinden en hem
aan den dood kunnen onttrekken. Zij weten
van overlevenden, hoe verschrikkelijk het is,
door zware sneeuwmassa's bedolven te wor
den en met zijn laatste krachten te beproe
ven om aan de oppervlakte te komen. Een
kleine opening ergens verschaft hem wat
lucht, maar zijn pogingen om zich te bevrij
den zijn meestal vruchteloos, want bijna
steeds heeft de onder de sneeuw bedolvene
verwondingen opgeloopen. Wie onder een
sneeuwlawine wordt bedolven, moet de tegen
woordigheid van geest hebben, zoo snel mo
gelijk skiën en stokken af te werpen, om niet
door deze dingen diep onder de oppervlakte
gesleurd te worden. Roeibewegingen onder
steunen zulks het beste.
Doch keeren wij tot onzen tocht terug:
ieder van ons bond de lijn aan en nu ging
het op- een afstand van 50 Meter de belling
af; Deze afstand, die ook grooter mag zijn,
moet absoluut bewaard blijven. Wordt n.l.
werkelijk een ski-er door een lawine gegre
pen, dan kunnen de overigen den loop der
lawine precies nagaan en de plaats bepalen,
waar de bedolvene: ergens moet'liggen.
Daarom mag nooit verzuimd worden vpor
het afdalen van-een helling de- roode l^n-aan—
te binden. Het heeft reeds menigeen het leven
gered.
Tot aan de helft van onze tocht ging alles
goed. Plotseling bemerkten wij in de sneeuw
groote scheuren en gingen voorzichtig iets
hooger, want wij moesten er voor waken, dat
wij niet ergèns sneeuwmassa's losmaakten.
Is het sneeuwdek eerst eenmaal gescheurd,
dan rolt ook de sneeuwmassa boven ons naar
beneden en wy loopen het gevaar met de af
glijdende sneeuw meegesleurd te worden.
Van de rotshelling ging nu de weg verder
over een steenslaghelling. Hier is het gevaar
niet zoo groot, want met zulk een bodem
verbindt de sneeuw zich vaster dan met
gladde rotsen, komt dus niet gemakkelijk in
beweging. Maar boven deze steenslaghelling,
misschien 300 Meter hooger, is een rotswand,
met een overhangende sneeuwmassa bedekt.
Deze hangt dreigend over de rots, elk oogen
blik tot afbrokkelen geneigd, en zij kan
eveneens reusachtige sneeuwmassa's in be
weging brengen. Wij zagen nu eerst in, hoe
lichtzinnig wij waren geweest. Weliswaar
hadden wij alle veiligheidsmaatregelen ge
troffen, maar een lawine kan men niet
vooruit zien, wèl kan en moet men bij „la-
wine-weder" elke helling, die steiler is dan
23 of 25 graden, vermijden.
Ten slotte nog dit: herhaaldelijk is mij ge
vraagd, of men zich over 't algemeen tegen
lawines kan beschermen. Deze vraag is
moeilijk te beantwoorden. Het beste is tag
verschgevallen sneeuw en dooiweer geen
groote tochten te ondernemen. Welken weg
een lawine zal nemen, kan practisch niet
voorspeld worden. De bergboeren, die met
betrekking tot de lawines, groote ervaringen
hebben, bouwen hun hofsteden zoo, dat zij
voor lawines beschut zijn. En toch worden
dikwijls boerderijen door lawines vernield.
Het ontstaan van een lawine is dikwijls even
raadselachtig als haar weg. Lawine-gevaar
bestaat steeds. De beste bescherming tegen
den witten dood is voorzichtigheid, voorzich
tigheid en nogmaals voorzichtigheid.